OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië
DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna „de Gemeenschap” genoemd), enerzijds,en
DE REGERING VAN DE FEDERALE REPUBLIEK BRAZILIË (hierna „Brazilië” genoemd) anderzijds,
hierna gezamenlijk de „partijen” genoemd,
OVERWEGENDE de op 29 juni 1992 gesloten kaderovereenkomst inzake samenwerking tussen Brazilië en de Europese Gemeenschap, welke overeenkomst op 1 november 1995 in werking is getreden;
OVERWEGENDE het belang van wetenschap en technologie voor de economische en sociale ontwikkeling van Brazilië en de Gemeenschap;
OVERWEGENDE de huidige wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen Brazilië en de Gemeenschap;
OVERWEGENDE dat de partijen momenteel onderzoekactiviteiten alsmede demonstratieprojecten uitvoeren en onder- steunen op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder d), van deze overeenkomst en dat gezamenlijke deelneming aan onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten op basis van wederkerigheid wederzijdse voordelen kan opleveren;
VERLANGENDE een formeel kader op te zetten voor samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek waardoor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang wordt uitgebreid en versterkt en de toepassing van de resultaten van die samenwerking zodanig wordt bevorderd dat het sociaal en economisch belang van beide partijen daardoor wordt gediend;
OVERWEGENDE dat de onderhavige overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking deel uit- maakt van de algemene samenwerking tussen Brazilië en de Gemeenschap,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel I
Doel
De partijen stimuleren, ontwikkelen en vergemakkelijken sa- menwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk be- lang door wetenschappelijke en technologische onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten uit te voeren en te ondersteunen.
Artikel II
Definities
In deze overeenkomst:
a) wordt onder „samenwerkingsactiviteit” verstaan: een activiteit die de partijen ontplooien of ondersteunen in het kader van deze overeenkomst, met inbegrip van gezamenlijk onder- zoek;
b) wordt onder „informatie” verstaan: wetenschappelijke of technische gegevens, resultaten of onderzoek- en ontwikke- lingsmethoden die voortvloeien uit gezamenlijk onderzoek,
alsmede alle andere gegevens die door de deelnemers aan de samenwerkingsactiviteiten en, waar nodig, door de partijen zelf, noodzakelijk worden geacht;
c) heeft „intellectuele eigendom” de betekenis gedefinieerd in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorga- nisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967;
d) wordt onder „gezamenlijk onderzoek” verstaan projecten voor onderzoek, technologische ontwikkeling of demonstra- tie uitgevoerd met financiële steun van een van de partijen of van beide partijen en waarbij deelnemers uit zowel Brazilië als uit de Gemeenschap zijn betrokken; onder „demonstra- tieprojecten” worden projecten verstaan om de haalbaarheid aan te tonen van nieuwe technologieën die een potentieel economisch voordeel bieden, maar nog niet onmiddellijk commercieel kunnen worden toegepast. De partijen houden elkaar regelmatig op de hoogte van activiteiten die worden beschouwd als gezamenlijke onderzoekactiviteiten ingevolge artikel 6;
e) wordt onder „deelnemers” of „onderzoekentiteiten” verstaan alle personen, universitaire instellingen, onderzoekcentra of enigerlei andere in Brazilië of in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteit of firma die betrokken is bij samenwer- kingsactiviteiten, met inbegrip van de partijen zelf.
Artikel III
Principes
De samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van onderstaande beginselen:
a) wederzijds voordeel gebaseerd op een algeheel evenwichtige verdeling van de voordelen;
b) wederzijdse toegang tot de onderzoek- en technologische ontwikkelingsactiviteiten van elke partij;
c) tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de samenwerkingsactiviteiten;
d) behoorlijke bescherming van de intellectuele-eigendomsrech- ten.
Artikel IV
Gebieden waarop samenwerkingsactiviteiten kunnen worden ontplooid
Samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan, reke- ning houdend met artikel 6, lid 3, onder b), plaatsvinden op alle gebieden van wederzijds belang waarop beide partijen onder- zoek- en technologische ontwikkelingsactiviteiten (hierna „OTO” genoemd) uitvoeren of ondersteunen. Dergelijke activiteiten moeten erop gericht zijn de vooruitgang van wetenschap, indu- strieel concurrentievermogen en economische en sociale ont- wikkeling te bevorderen, waarbij de nadruk ligt op de volgende gebieden:
— biotechnologie,
— informatie- en communicatietechnologieën,
— bio-informatica,
— ruimtevaart,
— micro- en nanotechnologieën,
— materiaalonderzoek,
— schone technologieën,
— beheer en duurzaam gebruik van milieurijkdommen,
— bioveiligheid,
Artikel V
Samenwerkingsregelingen en -activiteiten
1. De partijen stimuleren:
a) deelname van onderzoekentiteiten aan de samenwerkingsac- tiviteiten in het kader van deze overeenkomst, in overeen- stemming met hun eigen beleidslijnen en voorschriften, ten- einde vergelijkbare mogelijkheden te creëren voor deelname aan hun activiteiten op het gebied van wetenschappelijk on- derzoek en technologische ontwikkeling en de voordelen daarvan goed te benutten;
b) wederzijdse toegang tot de activiteiten die elke partij in het kader van lopende nationale programma’s of beleidsmaatre- gelen steunt.
2. De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aannemen:
a) gezamenlijke OTO-projecten;
b) bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, onderzoe- kers en technische deskundigen;
c) gezamenlijk organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, alsmede deelname van deskundigen aan deze activiteiten;
d) gecoördineerde acties, bijvoorbeeld het poolen van OTO- projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma’s van iedere partij geldende procedures, en wetenschappelijke netwerken;
e) uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en mate- riaal;
f) uitwisseling van informatie over praktijken, wetten, voor- schriften en programma’s die van belang zijn voor de samen- werking in het kader van deze overeenkomst, met inbegrip van informatie over beleid inzake wetenschap en technolo- gie;
g) alle andere regelingen die worden aanbevolen door het in- gevolge artikel VI op te richten stuurcomité en die in over- eenstemming worden geacht met de voor beide partijen gel- dende beleidslijnen en procedures.
3. De gezamenlijke OTO-projecten worden uitgevoerd wan- neer de deelnemers een gezamenlijk plan voor technologiebe- heer hebben opgesteld zoals aangegeven in de bijlage bij deze overeenkomst.
— gezondheid en geneeskunde,
— luchtvaart,
— metrologie, normalisatie en overeenstemmingsbeoordeling, en
— menswetenschappen.
Artikel VI
Coördinatie en uitvoering van samenwerkingsactiviteiten
1. Voor de coördinatie en vergemakkelijking van samenwer- kingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst wordt namens de Gemeenschap zorg gedragen door de diensten van de Commissie, welke instanties optreden als uitvoerende orga- nen, en namens Brazilië door het ministerie van Buitenlandse Zaken.
2. De uitvoerende organen richten een stuurcomité voor we- tenschappelijke en technische samenwerking op dat verantwoor- delijk is voor het beheer van deze overeenkomst; het comité is samengesteld uit officiële vertegenwoordigers van elke partij en stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het stuurcomité heeft onder meer tot taak:
a) in overeenstemming met artikel 5 samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst voor te stellen en te ondersteunen;
b) ingevolge artikel 5, lid 1, onder b), voor het volgend jaar van alle voor OTO-samenwerking in aanmerking komende sec- toren die prioritaire sectoren of subsectoren van gemeen- schappelijk belang aan te wijzen waarin samenwerking wordt nagestreefd;
c) onderzoekers van beide partijen voorstellen te doen inzake het poolen van projecten van wederzijds belang of elkaar aanvullende projecten;
d) aanbevelingen te doen als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder g);
e) de partijen te adviseren over de wijze waarop de samenwer- king kan worden uitgebreid en verbeterd overeenkomstig de in deze overeenkomst neergelegde beginselen;
f) te beoordelen of de overeenkomst efficiënt functioneert en ten uitvoer wordt gelegd;
g) jaarlijks aan de partijen verslag uit te brengen over de stand, de bereikte resultaten en de doeltreffendheid van de samen- werking in het kader van deze overeenkomst. Dit verslag wordt voorgelegd aan de gemengde commissie die is opge- richt bij de op 29 juni 1992 tussen de partijen gesloten kaderovereenkomst inzake samenwerking.
4. Het stuurcomité, dat verslag uitbrengt aan de gemengde commissie, vergadert normaliter jaarlijks, bij voorkeur voordat de vergadering van de gemengde commissie plaatsvindt, volgens een van tevoren gezamenlijk overeengekomen tijdschema. De vergaderingen vinden afwisselend in de Gemeenschap en in Brazilië plaats. Op verzoek van één van beide partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden georganiseerd.
5. De kosten die worden gemaakt door vertegenwoordigers die de vergaderingen van het stuurcomité bijwonen, worden gedragen door de partij die zij vertegenwoordigen.
Artikel VII
Financiering
De samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschik- baarheid van toegewezen middelen en onderworpen aan de van toepassing zijnde wetten en voorschriften, beleidslijnen en pro- gramma’s van de partijen. Kosten die door de deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten worden gemaakt, worden normaliter niet vergoed door de overdracht van middelen tussen de par- tijen.
Artikel VIII
Toelating van personeel en apparatuur
1. Elke partij treft alle passende maatregelen en stelt al het mogelijke in het werk om, binnen de op het grondgebied van elke partij geldende wetten en voorschriften, de toegang tot, het verblijf op en het vertrek uit haar grondgebied te vergemakke- lijken voor bij de samenwerkingsactiviteiten die de partijen in het kader van deze overeenkomst opzetten, betrokken c.q. ge- bruikte personen, materiaal, gegevens en apparatuur. Een en ander wordt vrijgesteld van belastingen en douanerechten over- eenkomstig de op het grondgebied van elke partij geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
2. Wanneer de specifieke samenwerkingsregelingen van de ene partij voorzien in financiële steun aan deelnemers van de andere partij, worden subsidies, financiële bijdragen enz. van de ene partij aan de deelnemers van de andere partij ter ondersteu- ning van deze activiteiten vrijgesteld van belastingen en douane- rechten, overeenkomstig de op het grondgebied van elke partij geldende wetgeving.
Artikel IX
Intellectuele eigendom
Vragen over intellectuele eigendom die voortvloeien uit deze overeenkomst, worden behandeld overeenkomstig de bijlage die integrerend deel uitmaakt van deze overeenkomst.
Artikel X
Communautaire activiteiten ten behoeve van ontwikke- lingslanden
Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de deelname van Brazilië, als ontwikkelingsland, aan activiteiten van de Gemeen- schap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikke- ling.
Artikel XI
Territoriale toepassing
Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voor- waarden, en anderzijds op het grondgebied van de Federale Republiek Brazilië.
Artikel XII
Inwerkingtreding, beëindiging en regeling van geschillen
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat hun onderscheiden interne procedures voor de in- werkingtreding van deze overeenkomst zijn voltooid.
2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een initiële duur van vijf jaar en kan met instemming van beide partijen, na een evaluatie tijdens het voorlaatste jaar van elke successieve pe- riode, worden verlengd.
3. Deze overeenkomst kan met instemming van beide par- tijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking onder de in lid 1 genoemde voorwaarden.
4. Deze overeenkomst kan te allen tijde door elke partij worden opgezegd, mits de andere partij daarvan zes maanden tevoren schriftelijk langs diplomatieke weg in kennis wordt ge- steld. Het aflopen of de beëindiging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de looptijd van eventuele in het kader van de overeenkomst lopende gezamenlijke onder-
zoekprojecten, noch op specifieke rechten en verplichtingen die uit hoofde van de bijlage bij deze overeenkomst zijn ontstaan.
5. Alle vraagstukken of geschillen in verband met de inter- pretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen geregeld.
Gedaan te Brasilia, de negentiende januari tweeduizend vier, in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portu- gese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijke- lijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie tussen deze talen geldt de Engelse tekst.
Por la Comunidad Europea For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por la República Federativa de Brasil For Den Føderative Republik Brasilien Für die Föderative Republik Brasilien
Για την Ομοσπονδιακή Δημοκρατία της Βραζιλίας
For the Federative Republic of Brazil Pour la République fédérative du Brésil Per la Repubblica Federativa del Brasile Voor de Federale Republiek Brazilië Pela República Federativa do Brasil Brasilian liittotasavallan puolesta
För Förbundsrepubliken Brasilien
BIJLAGE
INTELLECTUELE EIGENDOM
Overeenkomstig artikel 9 van deze overeenkomst:
Dragen de partijen ervoor zorg dat de intellectuele eigendom die in het kader van deze overeenkomst wordt voortge- bracht, op passende en doeltreffende wijze wordt beschermd.
Zullen de partijen elkaar tijdig op de hoogte brengen van alle uitvindingen of andere in het kader van deze overeenkomst voortgebrachte werken die aan intellectuele-eigendomsrechten kunnen worden onderworpen.
I. WERKINGSSFEER
A. Ten behoeve van deze overeenkomst heeft „intellectuele eigendom” de betekenis die daaraan wordt toegekend in artikel 2 van het verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO), gesloten in Stockholm op 14 juli 1967.
B. Deze bijlage houdt geen wijziging in van of doet geen afbreuk aan de toekenning van rechten, belangen en intellectuele eigendom tussen een partij en haar onderdanen of deelnemers, welke wordt geregeld overeenkomstig de wetten en gebruiken van de partij in kwestie.
C. Geschillen over intellectuele eigendom worden geregeld in overleg tussen de betrokken deelnemende instellingen of, indien nodig, door de partijen of hun gemachtigde vertegenwoordigers. Wanneer de partijen daarmee in- stemmen, kunnen geschillen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van internationaal recht. Tenzij de partijen of hun gemachtigde vertegenwoordigers anders overeen- komen, zijn de arbitragenormen van de commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (Uncitral) van toepassing.
D. Wanneer één van beide partijen van mening is dat een bepaald gezamenlijk onderzoekproject in het kader van deze overeenkomst heeft geleid of zal leiden tot het ontstaan of verlenen van een vorm van intellectuele eigen- dom die niet wordt beschermd door de op het grondgebied van de andere partij vigerende wetgeving, plegen de partijen onverwijld overleg om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden die in overeenstemming is met de toepasselijke wetgeving.
II. TOEKENNING VAN RECHTEN
A. Elke partij kan, onverminderd de bepalingen van haar nationaal recht, door middel van een contract een niet- exclusieve, onherroepelijke licentie, vrij van royalty’s, verwerven om de artikelen, verslagen en technische en wetenschappelijke boeken die rechtstreeks zijn voortgebracht door de samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst, te vertalen, te reproduceren, aan te passen, door te geven en in het openbaar te verspreiden, mits de wettelijke bepalingen inzake de eigendom en overdracht van auteursrechten in verband met het tot stand brengen van het werk worden nageleefd. Op alle exemplaren van door auteursrechten be- schermde werken, die overeenkomstig deze bepalingen zijn voortgebracht en in het openbaar worden verspreid, dienen de namen van de auteurs te worden vermeld, tenzij de auteurs uitdrukkelijk afstand hebben gedaan van dat recht.
B. Rechten voor alle vormen van intellectuele eigendom die niet zijn beschreven in hoofdstuk II, onder A, worden als volgt toegekend:
1) Gastonderzoekers, bijvoorbeeld wetenschappers die een instituut in de eerste plaats bezoeken ten behoeve van hun opleiding, ontvangen intellectuele-eigendomsrechten volgens regelingen met hun gastinstituten in overeen- stemming met de bepalingen van de toepasselijke nationale wetgeving. Bovendien heeft elke gastonderzoeker die als uitvinder wordt vermeld, op dezelfde wijze als de onderzoekers van het gastinstituut het recht op een proportioneel aandeel in alle royalty’s die het gastinstituut ontvangt uit licenties voor het gebruik van de intellectuele eigendom.
2) In verband met intellectuele eigendom die door gezamenlijk onderzoek wordt of kan worden voortgebracht stellen de deelnemers een gezamenlijk plan voor technologiebeheer op, dat wordt overeengekomen in de vorm van een schriftelijke overeenkomst tussen de deelnemers aan gezamenlijke onderzoekprojecten en waarin van tevoren een eerlijke en evenwichtige verdeling van de uit de samenwerking voortvloeiende resultaten of voordelen wordt geregeld, rekening houdend met de relatieve bijdrage van de partijen of hun deelnemers, en waarin strikt de hand wordt gehouden aan de voor elke partij geldende wetten inzake intellectuele eigen- dom en de internationale overeenkomsten inzake intellectuele eigendom waarvan de partijen ondertekenaar zijn.
a) Wanneer de partijen in de beginfase van hun samenwerking geen gezamenlijk plan voor technologiebeheer hebben aangenomen en zij geen overeenstemming kunnen bereiken binnen een redelijke termijn, die niet meer dan zes maanden zal bedragen, nadat een partij in kennis is gekomen van het ontstaan of waar- schijnlijke ontstaan van de betrokken intellectuele eigendom als resultaat van het gezamenlijke onderzoek, plegen de partijen onverwijld overleg om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. In afwachting van een oplossing van de kwestie is de betrokken intellectuele eigendom gezamenlijk eigendom van de partijen of hun deelnemers, tenzij zij anders overeenkomen.
b) Wanneer een gezamenlijk onderzoekproject in het kader van deze overeenkomst leidt tot een resultaat dat waarschijnlijk zal worden beschermd door intellectuele-eigendomsrechten die niet worden erkend door de vigerende wetgeving van één van de partijen, plegen de partijen onverwijld overleg om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden die in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving is.
III. VERTROUWELIJKE INFORMATIE
A. Elke partij en haar deelnemers beschermen alle zakelijke en/of industriële geheimen die als vertrouwelijk zijn aangemerkt en die in het kader van deze overeenkomst zijn voortgebracht of verstrekt, in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en gebruiken, als overeengekomen tussen de partijen.
B. De partijen en hun deelnemers mogen zonder voorafgaande toestemming geen als vertrouwelijk aangemerkte informatie openbaar maken, behalve aan werknemers die tot de ambtenarencategorieën behoren, contractanten of subcontractanten; het verstrekken van informatie moet strikt worden beperkt tot de partners die betrokken zijn bij het gezamenlijke onderzoekproject dat tussen de deelnemers is overeengekomen en/of gemachtigd personeel van overheidsorganen die betrokken zijn bij het project of bij deze overeenkomst.
C. De informatie mag alleen met schriftelijke toestemming van de partijen worden bekendgemaakt en mag in geen geval op grotere schaal worden verspreid dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, verplich- tingen of contracten waarvoor de vrijgegeven informatie bestemd is.
D. De ontvangers van vertrouwelijke informatie verbinden zich er schriftelijk toe deze informatie als vertrouwelijk te behandelen; de partijen dragen ervoor zorg dat deze verplichting wordt nageleefd.
E. Wanneer een partij niet in staat is of waarschijnlijk niet in staat zal zijn te voorkomen dat vertrouwelijke informatie openbaar wordt gemaakt, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis. De partijen plegen overleg om een passende gedragslijn vast te stellen.