PROVINCIAAL RAAMAKKOORD VLAAMS-BRABANT BETREFFENDE DE PSYCHOLOGISCHE1 FUNCTIES IN DE EERSTE LIJN
PROVINCIAAL RAAMAKKOORD VLAAMS-BRABANT BETREFFENDE DE PSYCHOLOGISCHE1 FUNCTIES IN DE EERSTE LIJN
VIA NETWERKEN EN LOKALE MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKINGSVERBANDEN
Tussen de ondertekenende partijen:
De drie netwerken Geestelijke Gezondheid(szorg) in de provincie Vlaams-Brabant (NW-GG):
Diletti, het netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Volwassenen en Ouderen, regio Oost-Brabant, hier vertegenwoordigd door de voorzitter, xxx. Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx
SaVHA, het netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Volwassenen en Ouderen, regio Halle-Vilvoorde, hier vertegenwoordigd door de netwerkcoördinatoren, xxx. Xxxxx Xxxxxxxxxx en mevr. Xxxxx Xxxxxxxx
YUNECO, het netwerk Geestelijke Gezondheid Kinderen en Jongeren, Vlaams-Brabant, hier vertegenwoordigd door de voorzitter, xxx. Xxxx Xxxxxxx
EN
De 11 eerstelijnszones in de provincie Vlaams-Brabant (ELZ):
Eerstelijnszone Amalo, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, xxx. Xxxxx Xxxxxxxxxx Eerstelijnszone BraViO, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de zorgraad, mevr. Lieve Victor
Eerstelijnszone Demerland, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, xxx. Xxxx De Meester
Eerstelijnszone Druivenstreek, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxx
Eerstelijnszone Leuven, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, xxx. Xxxx Xxxxx
Eerstelijnszone Leuven-Noord, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, xxx. Xxxxxx Xxx Xxxxxxxx
Eerstelijnszone Leuven-Zuid, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, Xx. Xxxx Xxx Xxxxxxxxx
Eerstelijnszone Pajottenland, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, Xx. Xxxx-Xxxx Xxxxxxxxx
Eerstelijnszone Grimbergen, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, xxx. Xxxxxx Xxxxxxx
Eerstelijnszone Zennevallei, hier vertegenwoordigd door de voorzitter xxx xx xxxxxxxx, Xx. Xxxxx Xxxxxxxxxxxx
Eerstelijnszone Zuidoost Hageland, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de zorgraad, mevr. Xxx Xxxxxxx
Hierna ook genoemd “de partijen”,
wordt, voor de uitvoering van het Protocolakkoord, gesloten op 2 december 2020, tussen de Federale regering en de Gewesten en Gemeenschappen over een gecoördineerde aanpak voor de versterking
1 Overal in de tekst waar “psychologische functies” wordt vermeld, doelen we op klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen werkzaam in de context van de conventie.
1
van het psychisch zorgaanbod, in het bijzonder voor kwetsbare doelgroepen (die het zwaarst zijn getroffen door de COVID-19-pandemie), het volgende overeengekomen.
INLEIDING
1. Kader
Deze overeenkomst vloeit voort uit:
• het hogergenoemde protocolakkoord,
• de overeenkomsten tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en de respectieve netwerken geestelijke gezondheid in Vlaams-Brabant betreffende de financiering van de psychologische functies in de eerste lijn,
• de wijzigingsclausules toegevoegd aan deze overeenkomsten.
Het doel van deze overeenkomst is het toegankelijker maken van de geestelijke gezondheidszorg en deze dicht bij de leefomgeving van de burger brengen, door de ontsluiting van twee psychologische functies in de eerste lijn: generalistische (ELP) en gespecialiseerde (GELP) psychologische zorg.2 De NW-GG hebben een coördinerende rol om dit psychisch zorgaanbod te organiseren in nauwe samenwerking met de ELZ.
Voorliggende overeenkomst bouwt verder op de voormalige overeenkomst tussen het RIZIV en de NW-GG betreffende de creatie van een aanbod ‘eerstelijnspsychologische zorg’ en op het tijdelijk raamakkoord dat op 31 december 2021 werd afgesloten tussen de ggz-netwerken en de eerstelijnszones binnen Vlaams-Brabant.
2. Leidende principes
De partijen komen overeen om volgende principes te hanteren in de uitwerking van dit samenwerkingsmodel:
a. Public Mental Health: dit principe staat centraal. De focus ligt daarbij niet alleen op de aanpak van bestaande gezondheidsproblemen, maar ook op gezondheidspromotie, vroegdetectie en
– interventie, mede vanuit een gezondheidseconomisch perspectief, omdat tijdig ingrijpen op het juiste niveau erger voorkomt. Hierbij wordt het succes niet zozeer afgemeten aan de optimale kwaliteit van zorg op individueel niveau, maar aan de globale gezondheidstoestand van de totale bevolking, inclusief de reductie van de ‘unmet needs’ op populatieniveau.
b. Populatiemanagement: via demografische en epidemiologische cijfers (o.a. precariteitsindex) wordt het aanbod afgestemd op de noden van de populatie in de provincie en binnen elke eerstelijnszone, met oog voor kwetsbare groepen.
c. Matched care: de cliënt wordt toegeleid naar de voor hem/haar op een welbepaald moment meest gepaste zorg. Als de inschatting aantoont dat generalistische hulp niet voldoende is, kan
2 Generalistische zorg = ondersteuning van personen met psychische klachten via groepsgewijze of individuele interventies die de mentale gezondheid versterken en psychische problemen voorkomen, de mogelijkheden tot zelfzorg versterken en/of de mantelzorg ondersteunen en die mogelijk maken een gezonde levensstijl en een bevredigende levenskwaliteit te behouden of terug te vinden.
Gespecialiseerde psychologische zorg = psychologische interventies gericht op psychodiagnostiek en behandeling naar aanleiding van een onderliggende psychische kwetsbaarheid.
Bron: FOD-model van samenwerkingsovereenkomst tussen het netwerk geestelijke gezondheid XXX en de [zorgverstrekker
(klinisch psycholoog/orthopedagoog)] [organisatie] betreffende de financiering van de psychologische functies en andere 2
opdrachten in de eerste lijn via netwerken en lokale multidisciplinaire samenwerkingsverbanden.
vlot geschakeld worden naar specialistische zorg, ook al van bij aanvang. Matched care houdt overigens een engagement tot shared care3 in.
d. Laagdrempelig, lokaal en dicht bij de burger: de zorg dient in de lokale context te worden ingebed, dicht bij de vertrouwde (thuis)omgeving van de burger, via laagdrempelige ‘vindplaatsen’ (natuurlijke plekken waar de nood gedetecteerd wordt en van waaruit kan toegeleid worden en/of waar outreachend4 de zorg kan aangeboden worden).
e. Intersectorale en multidisciplinaire inbedding: partners uit de eerste lijn en de GGZ werken multidisciplinair samen (inclusief ervaringsdeskundigheid) in lokale netwerken, om zo de beste zorg aan te bieden. Indien er zich (veranderende) noden op andere levensdomeinen voor doen, kunnen zij vlot schakelen tussen de actoren. Multidisciplinaire samenwerking wordt gestimuleerd op twee lokale niveaus:
a. op buurt- of wijkniveau, binnen multidisciplinaire netwerken met eerstelijnsactoren (ELP).
b. op het niveau van de eerstelijnszone, binnen een netwerk van gespecialiseerde ambulante GGZ met andere relevante actoren (GELP) en in verbinding met het breder regionaal 2e en 3e lijnsnetwerk.
Bij de organisatie en inbedding van de zorg stemmen we af op de specifieke context en vertrekken we van een zo nauwkeurig mogelijke identificatie van de bestaande drempel(s) om er vervolgens a.d.h.v. een duidelijke rationale doelgerichte en doelmatige drempelverlagende acties aan te koppelen.
f. Integrale kijk vanuit positieve gezondheid: we hanteren een integrale en positieve kijk op gezondheid en dit op verschillende levensdomeinen. De veerkracht en de eigen regie van de cliënt (en diens context) stellen we centraal.
g. Vroegtijdig: het ‘public mental health’-principe indachtig, wordt ernaar gestreefd het psychologisch aanbod op twee manieren vroegtijdig in te zetten:
a. zo snel als mogelijk in het faseringsproces van een psychische kwetsbaarheid
b. in een zo vroeg mogelijke levensfase bij hoog-risico situaties
h. Eenvoudig: de toegang tot de zorg binnen dit samenwerkingsverband moet eenvoudig en laagdrempelig zijn, zelfs als er fragmentatie en complexe systemen van zorg achter zitten.
3 Shared care of gedeelde zorg = zorg die opgenomen wordt vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid rond en met een cliënt waarbij de zorgcontinuïteit zo goed mogelijk gegarandeerd wordt. Dit impliceert duidelijke afspraken rond wie wat opneemt alsook het engagement om andere actoren te activeren indien de zorgvraag de eigen expertise of capaciteit overstijgt.
4 Outreachend werken = door zich te begeven in de leefwereld van kwetsbare doelgroepen die niet of ontoereikend
bereikt worden door de huidige hulpverlening 3
3. Populatienoden en doelgroepen
3.1. Toegankelijkheid
De psychologische functies in de eerste lijn beogen een laagdrempelige aanpak. Rekening houdend met het public mental health perspectief kaderen ze binnen een brede toegankelijkheid voor de hele populatie met lichte tot matige psychische klachten. In deze conventie ligt de focus in het bijzonder op kwetsbare doelgroepen (die o.a. het zwaarst zijn getroffen door de COVID-19-pandemie). Daar het momenteel ter beschikking gestelde contingent slechts zal volstaan om een deel van de zorgnoden te dekken, wordt een precariteitsindex gebruikt om de beschikbare middelen efficiënt te verdelen (zie 3.2.).
3.2. Kwetsbaarheid
Op basis van gekende risicofactoren werd een multidimensionale precariteitsindex per gemeente aangeleverd door de overheid. Deze parameters zijn zowel een leidraad bij de verdeling van de middelen (populatiemanagementstool), als een gids bij het afleiden van de kwetsbare doelpopulatie en de vindplaatsen die hieruit voortvloeien.
Voor de NW-GGZ volwassenen en ouderen zijn beide dimensies van belang. Bij het NW- GG kinderen en jongeren is enkel dimensie 1 belangrijk.
Via de overzichten van de precariteits- variabelen per gemeente kunnen specifieke lokale gezondheidsdoelen gesteld worden.
Opmerking: het landelijke dan wel stedelijke karakter van gemeentes kan een relevante factor zijn in het bepalen van de vindplaatsen.
3.3. Specifieke kwetsbare doelgroepen
In overleg tussen de ELZ en de netwerken kunnen specifieke doelgroepen worden gedefinieerd, enerzijds vanuit de reeds geformuleerde voorstellen in het ‘Protocolakkoord betreffende de gecoördineerde aanpak voor de versterking van het psychisch zorgaanbod in het kader van de COVID- 19’ en anderzijds vanuit gepercipieerde (lokale) noden (inclusief de ‘unmet needs’).
4. Verdeling contingent en financiële opvolging
4.1. Centraal budgetmanagement
Het budgetbeheer gebeurt op niveau van de drie ggz-netwerken. De middelen worden per effectief gepresteerde sessie of onkostenpost toegekend. Deze prestaties dienen door de geconventioneerde eerstelijnspsycholoog/-orthopedagoog te worden ingegeven in het facturatiesysteem dat hen hiertoe ter beschikking wordt gesteld.
Dit facturatiesysteem valt onder het centrale beheer van de vzw I.M. De B4-ziekenhuizen die instaan voor het beheer krijgen op maandbasis een overzicht van de prestaties die zij vervolgens uitbetalen aan de rechthebbende eerstelijnspsycholoog/-orthopedagoog.
GGZ-Netwerk | Uitbetalend B4-ziekenhuis | Contactpersoon |
Yuneco | UPC KU Leuven | Mevr. Douannie Homchan |
Diletti | PZ Sint-Kamillus Bierbeek | Xxx. Xxxxx Xxxxxxx |
SaVHA | PZ Sint-Xxxxxxx Xxxxxxxxxx | Xxx. Xxxx Xxxxx |
4.2. Verdeling van het contingent
Voor de verdeling en inzet van het contingent wordt vertrokken vanuit de bevolkingsaantallen èn de precariteitsindex van elke eerstelijnszone. Hierbij wordt een optimale spreiding overheen de verschillende leeftijdsgroepen nagestreefd. Gezien jongvolwassenen vanuit beide netwerken worden meegenomen, wordt hiervoor geen extra contingent uitgetrokken.
Op het totale contingent wordt een percentage van 20% gereserveerd. Hieruit wordt bij aanvang het nodige aantal uren genomen ter realisatie van een kritisch minimum van 8 uur psychologische functie per gemeente binnen elke eerstelijnszone. Het resterende bufferpercentage dient om, na een eerste fase in de uitrol, contingent uit te trekken voor:
• Correcties op de berekeningen op basis van de bevolkingsaantallen en de ‘precariteitsindex’ in functie van spreiding en hiaten inzake bestaand aanbod (zie ook hieronder bij punt 4.3.),
• Innovatieve projecten of initiatieven die binnen de eerstelijnszone nog in ontwikkeling zijn, maar nog niet operationeel bij moment van opstart,
• Verschuivingen van contingent tussen eerstelijnszones in geval van onderbenutting van middelen na zorgvuldige analyse van de eventuele oorzaken en mits voldoende ondersteuning om de inzet te verhogen.
Binnen de stuurgroep zullen de komende periode specifiekere criteria worden afgesproken binnen de contouren van de hierboven aangehaalde situaties om de inzet van deze buffer verder te definiëren.
4.3. Match met de cartografie van het bestaande aanbod
Inzake de cartografie van het bestaande aanbod wordt er in twee fases te werk gegaan:
• Fase 1: een eerste inventarisatie van het bestaande aanbod focust in hoofdzaak op het al bestaande aanbod van gesubsidieerde eerstelijnspsychologische/orthopedagogische zorg.
• Fase 2: een grondige en onderbouwde inventarisatie wordt uitgevoerd in de schoot van ‘cijfergroepen’. Deze houdt rekening met de aangeleverde input uit de eerstelijnszones omtrent het bestaande aanbod voor de specifieke kwetsbare doelgroepen die gezamenlijk werden vastgelegd. Het resultaat van deze cartografie zal toelaten om correcties te doen op het contingent vanuit het hiervoor voorbehouden bufferpercentage (zie hierboven onder punt 4.2.).
5. Lokale en multidisciplinaire inbedding
5.1. Binnen buurtnetwerken en ambulante ggz-netwerken
De multidisciplinaire samenwerking wordt gestimuleerd op twee lokale niveaus.
De generalistische functie (ELP) dient micro-lokaal ingebed te worden binnen multidisciplinaire netwerken op het niveau van de gemeente of de buurt. Deze multidisciplinaire netwerken omvatten nog andere partners uit de eerste lijn en beogen vanuit hun integrale kijk en toeleidingsfunctie, op een voor de verwijzer en burger eenvoudige manier, de juiste instroom. Vanuit deze netwerken kan dan voldoende geschakeld worden met andere (eerstelijns)partners bij toenemende of veranderende zorgnoden, of zorgnoden op levensdomeinen waarvoor de psycholoog zelf niet kan
instaan. Wat betreft het buurtniveau denken we bijvoorbeeld aan de buurtteams binnen de Chronic Care Projecten en binnen de Zorgzame buurten. Verder wordt best verbinding gezocht met de samenwerkingsverbanden 1-gezin-1-plan, de Huizen van het Kind, de netwerken van het geïntegreerd breed onthaal, alsook andere (intersectorale) samenwerkingsverbanden, die kunnen triëren naar de juiste zorg5.
De gespecialiseerde functie (GELP) wordt ingebed in het meso-lokale niveau, d.i. is het niveau van de eerstelijnszone. Dit dient te gebeuren binnen (verder) te ontwikkelen ambulante ggz-netwerken. Tot deze ambulante ggz-netwerken behoren alle ggz-partners met een mobiel of ambulant aanbod binnen de welbepaalde eerstelijnszone. Deze specialistische functie dient vlot te schakelen met de bredere, (supra)regionaal gesitueerde 2e en 3e lijn binnen en buiten de ggz-netwerken. Tussen al deze partners en lijnen dient er gesleuteld te worden aan een goede afstemming en een vlotte verwijzing en toeleiding volgens de principes van ‘matched care’. De lokale coördinator en de netwerkcoördinatoren nemen hierin een faciliterende rol op.
5.2. Via vindplaatsgericht werken
5.2.1. Gehanteerde definitie
De eerstelijnspsychologische zorg (ELP >> GELP) dient verbonden te zijn aan één of meerdere
vindplaatsen. Vindplaatsen zijn lokale en niet-stigmatiserende plekken:
• waar de kwetsbare doelpopulatie al natuurlijk aanwezig is voor een ander doeleinde dan psychische gezondheid, zoals voor materiële, sociale hulp, somatische zorg, vrijetijdsbesteding…
• waarlangs hun psychische noden wel gedetecteerd kunnen worden en waarlangs ze toegeleid kunnen worden tot psychologische zorg.
• waar idealiter de faciliteiten zijn om psychologische zorg (bv. in groep) op een discrete en comfortabele wijze aan te bieden.
• waar al eerstelijnsverstrekkers en –actoren aanwezig zijn, en er bijgevolg geïntegreerd,
i.e. multidisciplinair en intersectoraal samengewerkt kan worden met een team.
De keuze van vindplaatsen is nauw verbonden met de kwetsbare doelpopulaties die men wenst te bereiken.
5.2.2. Keuze vindplaatsen door eerstelijnszones
De eerstelijnszones zijn vanuit hun goede voeling met de lokale context goed geplaatst om de vindplaatsen te duiden waarlangs de voor hun zone kwetsbare doelpopulatie het best bereikt kan worden. Aan elke eerstelijnszone werd daarom gevraagd om de meest relevante vindplaatsen te definiëren in het licht van bovenstaande definitie. Voor een concreet overzicht hiervan verwijzen we naar de nota per GGZ-Netwerk in bijlage van deze overeenkomst.
5.2.3. Samenwerking psycholoog/orthopedagoog en vindplaatsen
Bij de selectie van de kandidaten wordt er gekeken naar een match tussen de kandidaat- psychologen/orthopedagogen en de vindplaatsen die binnen de eerstelijnszone naar voor worden geschoven. Er wordt hierbij nagegaan of de psycholoog/orthopedagoog over de nodige kennis/ervaring beschikt om met de kwetsbare doelgroep(en), aanwezig op deze vindplaatsen te begeleiden. De lokale coördinator neemt contact met deze vindplaatsen om de concrete samenwerkingsmogelijkheden verder uit te werken.
In functie van het contingent, de populatiegrootte en instroom die bereikt wordt, kan een eerstelijnspsycholoog/orthopedagoog zich verbinden aan verschillende vindplaatsen.
De geconventioneerde psychologen of orthopedagogen dienen niet altijd aanwezig te zijn op deze vindplaatsen, maar wel beschikbaar te zijn, er regelmatig af te stappen voor overleg, advies, ondersteuning en/of interventies (al dan niet in groep). De psycholoog/orthopedagoog maakt
5 Voorbeelden: PsyZOHrg (Tienen), het Ouderen Expertise Team (Tienen), het GGZ+ project (Leuven), de Multidisciplinaire Advies Raadpleging (Diest)
6
deel uit van het team, met respect voor zijn autonomie. Indien nodig begeeft de psycholoog zich ook naar de thuisomgeving van de zorggebruiker. De psycholoog/orthopedagoog (GELP > ELP) kan, bij uitzondering, met de cliënt in de privépraktijk werken. De cliënt en zijn noden staan hierbij centraal en de zorg wordt bijgevolg zo laagdrempelig mogelijk aangeboden.
De vindplaats staat mee in voor een vlotte instroom en een efficiënte inzet van de ter beschikking gestelde uren.
Naast de intensieve samenwerking tussen een geconventioneerde psycholoog/orthopedagoog en vaste vindplaatsen, kan er ook sprake zijn van occasioneel outreachend werk naar andere locaties binnen de eerstelijnszone.
6. Vlotte aanmelding en toeleiding
Waar de cliënt zich ook aanmeldt, beogen we een eenvoudige toeleiding van burgers en via verwijzers uit de eerste lijn naar beide psychologische functies (ELP en GELP) en dit zowel in stedelijke regio’s als in perifere of landelijke gebieden. Volgens de principes van ‘matched care’ vinden we het bovendien belangrijk om hiervoor in te zetten op een goede vraagverheldering en een juiste indicatiestelling. Voor meer info omtrent de indicatiestelling per psychologische functie verwijzen we naar de nota’s per GGZ-Netwerk in bijlage.
De toeleiding kan verschillende vormen aannemen:
• Vindplaatsgericht werken (zie onder 5.2.)
• Toeleiding via preferentiële verwijzers: verwijzers die ook werken op plaatsen waar de kwetsbare doelgroep op natuurlijke wijze aanwezig is, maar die niet als werkplaats zullen/kunnen optreden.
7. Groeipad groepsaanbod
In functie van de public mental health visie, waarbij zo veel mogelijk personen met een zorgnood moeten bereikt worden, wordt betracht om gradueel meer groepsinterventies te voorzien.
Een eerste inventarisatie van werkzame en toegankelijke groepsinterventies werd reeds opgesteld. De netwerken zullen vanaf maart met de geconventioneerde psychologen/orthopedagogen, en eventueel andere deskundigen, overleggen om tegen april een plan van aanpak uit te werken om vervolgens het vooropgestelde groepsaanbod te operationaliseren.
Ook de cliënten, verwijzers, zorgtoeleiders en vindplaatsen zullen progressief mee moeten opschuiven richting groepsgericht werken. De lokale coördinator zal hierin faciliteren via een motiverend en op effectiviteit gebaseerd kwaliteits- en change management.
Daarnaast zijn we ons ervan bewust dat sommige cliënten, om uiteenlopende redenen, een individueel aanbod nodig hebben. Groeps- en individueel aanbod blijven dan ook naast elkaar bestaan en zijn complementair.
8. Selectie en toetreding van psychologen tot de conventie
Psychologen en orthopedagogen kunnen toetreden tot de conventie conform de overeenkomsten tussen het RIZIV en de netwerken, de type-overeenkomst tussen de individuele zorgverstrekker en een netwerk, en de overeenkomst tussen het RIZIV en de individuele zorgverstrekker.
Een selectiecomité, waarop ook vertegenwoordigers van de eerstelijnszones uitgenodigd worden, komt regelmatig samen om af te toetsen of de kandidaturen beantwoorden aan de vooropgestelde criteria.
In een tweede ronde zal dan de match worden gemaakt met de vindplaats(en) (zie ook 5.2.3.).
9. Kwaliteitsmonitoring
We monitoren de kwaliteit van deze conventie volgens:
• de 4 dimensies van de ‘quadruple aim’, meer bepaald:
1. de mate van verbetering van de gezondheid van de populatie, bv. betere mentale gezondheidsuitkomsten, bevordering van gezondheidsvaardigheden, versterking van de veerkracht, betere en snellere detectie van psychische problemen, toeleiding naar en beschikbaarheid en toegankelijkheid van gepaste zorg, verbetering van het functioneren van de patiëntengroep op niveau van de symptomatologie, Quality Of Life, functioneren, enz.
2. de efficiënte inzet van middelen die meerwaarde creëren, bv. inzet van de middelen is afgestemd op de intensiteit van de psychische nood/behoefte binnen het werkingsgebied van het netwerk en er wordt meerwaarde gecreëerd door inzet van nieuwe zorgmodaliteiten.
3. de beleving van de zorgverleners: de mate aan tevredenheid van psychologen, huisartsen, vindplaatsen… omtrent de (samen)werking en tevredenheid van de psychologen/orthopedagogen omtrent vorming en intervisie.
4. de verbetering van (de ervaring van) de kwaliteit van zorg, bv. de ervaren kwaliteit van zorg door de patiënten en hun context en de mate van toepassing van evidence en practice based richtlijnen.
• aanvullende indicatoren die ons in staat stellen om na te gaan in welke mate de public mental health principes worden nageleefd.
We nemen ons voor om verdere afspraken te maken omtrent de hierboven toegelichte dimensies en de te gebruiken parameters. Om de nodige parameters te kunnen meten, maken we onder meer gebruik van de gegevens uit het facturatiesysteem van de vzw I.M. die via een dashboard aan de ggz- netwerken ter beschikking zullen worden gesteld.
Voor een tijdsplan inzake deze kwaliteitsmonitoring verwijzen we naar de nota’s per GGZ-Netwerk in bijlage aan deze overeenkomst.
10. Opvolging van de implementatie
Drie maanden (mei 2022) en 9 maanden (november 2022) nadat de uitrol van de psychologische functies van start is gegaan, zullen evaluaties plaatsvinden in de schoot van de stuurgroepen. In functie van deze evaluaties kunnen er bijsturingen gebeuren inzake governance, samenwerkingsmodaliteiten, verdeling van het contingent enz.
RAAMAKKOORD
Artikel 1
De partijen verbinden er zich toe de versterking van het psychologisch zorgaanbod via de twee psychologische functies in de eerste lijn gezamenlijk uit te werken volgens de principes uiteengezet in de inleiding. Concreet betekent dit dat zij volgende principes onderschrijven en de implementatie ernaar organiseren:
• het ‘public mental health principle’
• het principe van de populatiemanagement
• het principe van de ‘matched care’
• het laagdrempelig lokaal aanbod
• de intersectorale en multidisciplinaire inbedding
• de integrale kijk vanuit positieve gezondheid
• het belang van vroegtijdig interveniëren
• het principe van de eenvoudige toegang tot zorg
Artikel 2
De partijen streven naar een laagdrempelige eerstelijnspsychologische zorg, voor vaak voorkomende, milde en matige problemen, waarbij de focus in het bijzonder ligt op kwetsbare doelgroepen.
Artikel 3
De partijen staan in voor een stapsgewijze verdere uitrol van de conventie psychologische zorg in de eerste lijn volgens de nieuwe facturatiemodaliteiten, waarbij gestreefd wordt naar
• 60% inzet binnen de generalistische functie ELP,
• 40% inzet binnen de specialistische functie GELP,
• een optimale wijze van aanmelden en een vlotte toeleidingsfunctie.
Artikel 4
De partijen verlenen mandaat aan de 2 regionale stuurgroepen- en aan de schrijfgroepen voor de verdere operationalisering en opvolging van de overeenkomst, volgens de bovenstaande principes en mits inachtneming van deze overeenkomst. De regionale stuurgroepen komen in 2022 minstens 4 keer samen. Deze overlegstructuur zal in november 2022 geëvalueerd en indien nodig aangepast worden. De schrijfgroepen en annex cijfergroepen komen enkel nog samen in functie van welbepaalde thema’s die verdere inhoudelijke uitdieping nodig hebben tijdens de uitrolfase.
Zie bijlage: samenstelling stuurgroepen.
⮚ Inhoudelijke schrijfgroepen: deze groepen zijn verantwoordelijk voor het schrijf- en redactiewerk om te komen tot gestoelde adviezen voor de stuurgroepen i.f.v. het definitieve raamakkoord en de verdere operationalisering ervan. Samengesteld na een brede oproep t.a.v. de netwerkpartners, de eerstelijnszones en psychologenkringen.
⮚ Stuurgroep ELP-conventie per zorgregio: besluitvormingsniveau waar de resultaten van de inhoudelijke schrijfgroepen gevalideerd en bekrachtigd worden via besluitvorming. Naast 6 (Oost-Brabant) of 5 (Halle-Vilvoorde) vertegenwoordigers vanuit de netwerken GG nemen eveneens gemandateerden deel vanuit de ELZ. Hiertoe vaardigt elke zorgraad van een ELZ 1 gemandateerde af (uit de cluster gezondheidszorg en welzijn, waarbij voldoende vertegenwoordiging van de klinisch psychologen/orthopedagogen beoogd wordt). In de stuurgroepen zal ook een klinisch psycholoog/orthopedagoog werkzaam als eerstelijnspsycholoog dat perspectief inbrengen.
⮚ Provinciale afstemming over de 3 netwerken heen: dit is geen besluitvormings- maar een afstemmingsorgaan met als doelstelling tussen de 3 netwerken GG te komen tot meer geharmoniseerde overeenkomsten en afspraken op een provinciaal niveau.
⮚ Stuurgroep SaVHA – Beheerscomité en Stuurgroep Diletti – Beheerscomité en Stuurgroep YUNECO: dit zijn de beslissingsorganen van de respectieve netwerken GG die gemandateerd zijn om de netwerken contractueel te verbinden.
Artikel 5
Een ‘Lokale Coördinator’ met expertise in ‘change management’ heeft als opdracht om samen met de netwerkcoördinatoren en via samenwerking op lokaal niveau, te komen tot:
• afspraken van gedeelde verantwoordelijkheid en organisatie van geïntegreerde zorg en welzijn tussen de netwerken GGZ en de ELZ, door de implementatie van psychologische zorg in de eerste lijn.
• een goede samenwerking met stafmedewerkers en voorzitters van de ELZ en de ‘Chronic Care projecten’, alsook met de voorzitters van de psychologen/orthopedagogenkringen en de netwerken 1G1P, om zo krachten te bundelen en kennis te clusteren, teneinde een betere aansturing van verschillende initiatieven te garanderen en fragmentatie tegen te gaan.
• multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn via de uitrol van de eerstelijnspsychologische zorg en in een netwerk van ambulante gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg met integratie van de gespecialiseerde GGZ-functie.
• een goede afstemming tussen de geconventioneerde eerstelijnspsychologen/ orthopedagogen en de vindplaatsen waaraan deze verbonden zijn.
• ondersteuning van de eerstelijnszones in het ontwikkelen van een gedeelde visie op lokale noden en aanbod inzake multidisciplinaire samenwerking.
• concretisering van deze samenwerking in een strategisch plan met duidelijke doelstellingen en een regioplan psychologische zorg.
Artikel 6
De NW-GG(Z) verbinden er zich toe
• psychologen en orthopedagogen te informeren, te motiveren en te rekruteren voor de conventie.
• overeenkomsten af te sluiten met elk van deze individuele zorgverleners.
• in te zetten op coaching, intervisie en vorming van de psychologen en orthopedagogen in de conventie.
• in te staan voor de zorgvuldige opvolging van de facturatie van de prestaties van de zorgverleners in de conventie.
• in te staan voor opvolging van de registratie in het daartoe voorziene dashboard van de vzw IM.
• in te staan voor de nodige rapportering van de stand van zaken aan de bevoegde overheidsdiensten.
• in te staan voor een groeipad qua groepsaanbod.
• de governance-structuren van de netwerken aan te passen aan de nieuwe realiteit van het netwerk na implementatie van de conventie, met name via een vertegenwoordiging van:
o de ELZ via actoren betrokken bij de uitrol en opvolging van de conventie,
o familie en patiënten als ervaringsdeskundigen,
o klinisch psychologen/orthopedagogen met ELP-perspectief.
Artikel 7
De ELZ verbinden er zich toe:
• mee te werken aan de nodenanalyse binnen hun ELZ en het vinden van geschikte vindplaatsen voor beide psychologische functies.
• de juiste vindplaatsen te motiveren om zich te engageren voor een vlotte toeleiding en geïntegreerde werking van de psychologische functies in de eerste lijn.
• psychologen en orthopedagogen in hun werkingsgebied mee informeren en te motiveren voor participatie aan de conventie.
• de selectie en rekrutering van kandidaat-psychologen en -orthopedagogen mee te faciliteren.
• de inbedding van de eerstelijnspsychologische functies binnen multidisciplinaire netwerken mee te ondersteunen.
• het bestaande zorgaanbod binnen de eerstelijnszone kenbaar te maken aan het GGZ-Netwerk en te faciliteren.
• de acties die voortvloeien uit deze conventie op te nemen in het actieplan uitgewerkt en opgevolgd door de zorgraad van de eerstelijnszone.
• zich te engageren voor de toekomstige opvolging en monitoring van het project.
Bijlage 1
Samenstelling stuurgroepen
Stuurgroep Zorgregio Vlaams-Brabant-Oost (werkingsgebied Diletti & Yuneco)
Naam | Afvaardiging uit | Functie | Organisatie |
Xxxxxx Xxxxxxxxxx | Xxxxxx | Netwerkcoördinator | Xxxxxx (kinderen en jongeren) |
Xxxx Xxxxxxx | Stuurgroep Yuneco | Directeur | CGG VBO |
Xxxx Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx Diletti- | Algemeen directeur | AZT |
Xxxxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxxx Diletti | psychiater | UPC KU Leuven |
Xxxxxx Xx Xxxxxxxxx | Stuurgroep Diletti | Inhoudelijk directeur | CAW Xxxx-Xxxxxxx |
Xxxx Xxxxxxxxx | Diletti | Netwerkcoördinator | Xxxxxxx (volwassenen) |
Xxxxxxx Xxxxxxxx | Xxxxxxx | Netwerkcoördinator | Xxxxxxx (volwassenen) |
Xxxxxx Xxxxxx | DENK Leuven | Ervaringsdeskundige | DENK Leuven |
Xxxxxx Xxxxxxxxx | XXX Xxxxxxxxxxxxx | Klinisch psycholoog, kringvoorzitter | XXX Xxxxxxxxxxxxx Psychologenkring Druivenstreek |
Xxxx Xxxxx | XXX Xxxxxxxxx | Klinisch psycholoog, XXX | XXX Xxxxxxxxx |
Xxxxxxx Xxxxx | ELZ Leuven Noord | Klinisch psycholoog | ELZ Leuven-Noord Psychologenkring Leuven |
Xxxxx Xxx xx Xxxxxx | ELZ Zuid-Oost- Hageland (ELZOH) | Klinisch psycholoog | ELZOH Psychologenkring ZOH |
Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx | ELZ Leuven | Huisarts Coördinator Prof. | ELZ Leuven KHOBRA Zorgzaam Leuven KU Leuven |
Xxxx Xxx Xxxxxxxxx | ELZ Leuven-Zuid | Voorzitter Huisarts | ELZ Leuven-Zuid KHOBRA |
XXX | Klinisch psycholoog/orthopedagoog | Perspectief ELP | |
XXX | Diletti | Lokale coördinator | Xxxxxxx (volwassenen) |
Xxx Xxxxxxxxx | Yuneco | Lokale coördinator | Xxxxxx (kinderen & jongeren) |
Stuurgroep Zorgregio Halle-Vilvoorde (werkingsgebied SaVHA & Yuneco)
Naam | Afvaardiging uit | Functie | Organisatie |
Xxx Xxx Xxx Xxxxxxx | Yuneco | Netwerkcoördinator | Xxxxxx (kinderen & jongeren) |
Xxxx Xx Xxxxxx | XXX XXXXX | Directeur/psycholoog | XXX XXXXX / Psychologenkring Xxxxx |
Xxxxx Xxxxxxxxxx | Stuurgroep SaVHA?! | Netwerkcoördinator | GGZ-netwerk (volwassenen) |
Xxx Xx Xxxxxx | Yuneco | Directeur | CGG Xxxxxxxxx |
Xxxxxxx Xx Xxxxxxxxx | ELZ PAJOTTENLAND | Klinisch psycholoog | CGG PassAnt |
Xxx Xxx Xxxxxx | ELZ BraVIO | Klinisch psycholoog | XXX XxxXXX / Psychologenkring PSYRNO |
Xxxx Xxxxxxxxxx | ELZ Grimbergen | Coördinator | XXX Xxxxxxxxxx |
Xxxx Xxxxxxxxxx | Xxxxxxx Xxxxx-Vilvoorde | Familie- ervaringsdeskundige | |
Xxxxx Xxxxxxxxxxx | Xxxx Xxxxx-Vilvoorde | Ervaringsdeskundige | |
Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxx | ELZ ZENNEVALLEI | Klinisch psycholoog | XXX Xxxxxxxxxxx / Psychologenkring Zennevallei |
Xxxxx Xxxxxx | Stuurgroep SaVHA?! | Directeur | CAW Halle-Vilvoorde |
Xxxxx Xxxxxxxxxx | Stuurgroep SaVHA?! | Diensthoofd PAAZ | AZ Xxx Xxxxxxxx Vilvoorde |
xxx | Stuurgroep SaVHa?! | Perspectief ELP | |
Xxxx Xxxxxxxx | SaVHa?! | Lokale coördinator | SaVHA?! |
Xxx Xxxxxxxxx | Yuneco | Lokale coördinator | Xxxxxx (kinderen & jongeren) |
Bijlage 2 - 3 - 4
Bijgevoegd aan deze overeenkomst werd per GGZ-Netwerk binnen Vlaams-Brabant een aparte nota opgenomen. Deze nota bevat een tijdsplan en informatie specifiek voor de respectievelijke netwerken.