Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2022 PCO voor Onderwijs en Opvang Gelderse Vallei
Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2022 PCO voor Onderwijs en Opvang Gelderse Vallei
Ga jij wel eens op de fiets naar je werk en ben je van plan om volgend jaar een nieuwe fiets aan te schaffen? Doe je aan (bedrijfs)fitness of ben je lid van een vakbond?
Met de Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2022 PCO voor Onderwijs en Opvang Gelderse Vallei, verder genoemd cafetariaregeling PCO O&O Gelderse Vallei, kan je fiscaal voordeel genieten voor verschillende doelen, bijvoorbeeld de aanschaf van een fiets, contributie van de vakbond, bedrijfsfitness, vitaliteit of een thuiswerkvoorziening.
In deze regeling wordt eerst kort stilgestaan bij wat een cafetariaregeling is en hoe het precies werkt. Vervolgens zullen we de mogelijkheden binnen deze regeling benoemen en tenslotte wordt per onderdeel een uitwerking geven van kaders en procedures.
1. De Cafetariaregeling – Algemene informatie
Wat is een cafetariaregeling?
Een cafetariaregeling stelt jou als werknemer in staat om je eigen arbeidsvoorwaarden gedeeltelijk aan te passen. Je kan hierbij brutoloon (zoals bijvoorbeeld de eindejaarsuitkering) uitruilen voor netto vergoedingen. Dit is gunstig omdat geen loonheffing wordt ingehouden op dat uitgeruilde brutoloon en je netto dus meer overhoudt. Zo leidt de uitruil voor een fiets van € 500,- doorgaans tot een netto voordeel van ongeveer € 185,-. Later in deze regeling volgen meer uitgewerkte rekenvoorbeelden.
De cao beschrijft bepaalde regelingen voor persoonlijke vergoedingen. De vergoedingen van vakbondscontributie en de fiets-privéregeling zijn opgenomen en uitgewerkt in deze cafetariaregeling. Wijzigingen in de cao kunnen doorwerken in deze regeling. Alle werknemers kunnen aan deze cafetariaregeling deelnemen, met uitzondering van stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke1 medewerkers. Deelname is op vrijwillige basis.
Hoe werkt de cafetariaregeling?
Zoals gezegd kan je met de cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden uitruilen. De arbeidsvoorwaarden die je kunt uitruilen (bruto looncomponenten), worden ‘bronnen’ genoemd. De arbeidsvoorwaarden die je kunt kiezen (netto vergoedingen), worden ‘doelen’ genoemd. Het uitruilen van ‘bruto’ naar ‘netto’ leidt tot een fiscaal voordeel.
Alleen “nog op te bouwen” bronnen mogen uitgeruild worden naar netto (kosten)vergoedingen. Zo wordt de eindejaarsuitkering vanaf het begin van het jaar elke maand eerst voor 1/12e deel opgebouwd. In december (de reguliere maand waarin de eindejaarsuitkering wordt uitbetaald) volgt dan de uitruil. De toelage ‘dag van de leraar’ wordt opgebouwd van januari tot en met oktober.
Om bronnen volledig te kunnen inzetten, begin je dus aan het begin van het jaar met het opbouwen, en dien je dus ook aan het begin van het jaar je deelname vast te leggen.
Aan het begin van het jaar geef je op welke ‘bronnen’ je gedurende het kalenderjaar wilt gaan opbouwen, voor uitruil tegen welke ‘doelen’2. Mocht je aan het eind van het jaar toch niet tot uitruil over willen gaan dan worden de opgebouwde bronnen alsnog op reguliere wijze als bruto looncomponent uitbetaald. Aanmelden voor deelname aan deze Cafetariaregeling kan zonder enig risico.
1 Korttijdelijk wil in het kader van deze regeling zeggen: korter dan 3 maanden in dienst
2 Deze grens van 1 januari is gekozen uit praktische overwegingen met oog op de uitvoerbaarheid van deze regeling
Heb je je in een eerder jaar al opgegeven voor deelname aan de cafetariaregeling? Dan keurt de belastingdienst goed dat deze opgave stilzwijgend doorloopt tot het moment dat jij, of je werkgever, de deelname stopt. Je hoeft je niet elk jaar opnieuw aan te melden voor deelname aan de cafetariaregeling. Je geeft alleen nog door welk bedrag je waarvoor wilt omruilen, zie punt 3 hierná.
Je kunt de beschikbare bronnen inwisselen voor één of meerdere doelen. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. Zo kan je werkgever maximum bedragen koppelen aan bepaalde doelen (bijvoorbeeld max. € 500,- voor een fiets) of een maximumbudget toekennen (bijvoorbeeld max. € 6.000,- t.b.v. fietsen; dat zijn dan dus max. 12 fietsen (per jaar)). Deze bedragen zijn opgenomen in deze regeling en worden jaarlijks vóór 1 januari vastgesteld door je werkgever.
Wat zijn de gevolgen van deelname?
Hoewel het uitruilen van bruto looncomponenten voor netto vergoedingen in de regel gunstig uitpakt (het leidt immers tot een hoger nettobedrag op je salarisstrook) kan deelname aan de regeling gevolgen hebben voor regelingen buiten je salarisstrook om, die gebaseerd zijn op het bruto loon. We noemen hieronder de (2) belangrijkste aandachtspunten.
1. Gevolgen voor loongerelateerd inkomen en toeslagen
Omdat het uitruilen van arbeidsvoorwaarden het Sociaal Verzekeringsloon en fiscaal loon voor het betreffende jaar verlaagt, kan het uitruilen consequenties hebben voor:
• De hoogte van wettelijke uitkeringen, zoals de WW en WIA. Alle bronnen3 die ingezet worden, hebben invloed op de hoogte van het SV-loon.
- het UWV stelt de hoogte van de uitkering WIA vast op basis van het SV-loon in het jaar voorafgaand aan de eerste ziektedag;
- bij de WW wordt de uitkering vastgesteld op basis van het SV-loon conform het zogenaamde ‘dagloonbesluit’.
• De hoogte van toeslagen van de Belastingdienst (zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag) en evt. ook de hoogte van tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Deze toeslagen kunnen iets hoger worden als het fiscale (bruto) jaarloon daalt.
• De hoogte, respectievelijk de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte. Deze bedragen kunnen iets lager worden in het geval de bron van het brutoloon of overwerkuren wordt aangewend. De hoogte, respectievelijk de opbouw van je eindejaaruitkering behoeft echter niet te worden verminderd in het geval de bron van het brutoloon of overwerkuren wordt aangewend.
• De hoogte van een eventuele ontslag- of transitievergoeding. Uitruil van brutoloon kan in sommige gevallen leiden tot een iets lagere ontslagvergoeding.
2. Gevolgen voor pensioensopbouw
Bij loonsverlaging als gevolg van deelname aan een cafetariaregeling onder de werkkostenregeling, wordt de pensioensopbouw in zijn algemeenheid niet aangetast. Ondanks dat een loonsverlaging in beginsel wel tot een lagere pensioenopbouw leidt, is dit niet aan de orde indien:
- minimaal 75% van het personeel mag deelnemen aan de schriftelijk vastgelegde (cafetaria-) regeling;
- de loonsverlaging tijdelijk is; de werknemer heeft tenminste éénmaal per jaar de keuze om de samenstelling van zijn beloning te wijzigen;
🡺 Deze cafetariaregeling voldoet hieraan.
3 Iedere inzet van een bruto looncomponent uit een bron verlaagd het loon Sociale Verzekeringen. Alleen als je een loon hebt boven het maximum dagloon en je een bruto looncomponent inzet dat niet leidt tot het zakken onder het maximum dagloon heeft het logischerwijze geen invloed op het loon SV. Het dagloon wordt bij het aanvragen van een uitkering door UWV berekend.
Voor het volledige overzicht van voorwaarden wordt verwezen naar het Besluit van 24 november 2017, nr.2017-126948.
Werkkostenregeling en financiële kaders van deze cafetariaregeling
Deze cafetariaregeling valt onder de Wet op de Loonbelasting, en daarin onder de zogenaamde Werkkosten-regeling (afgekort “WKR”). In deze WKR worden bepaalde kosten toegewezen aan de zogeheten “vrije ruimte”. Kostenvergoedingen toegewezen aan deze vrije ruimte zijn onbelast zolang zij in totaal niet groter zijn dan 1,7% (2022)4 van het totale fiscaal loon op werkgeversniveau op jaarbasis. Overschrijding van de vrije ruimte leidt tot een extra belastingheffing voor de werkgever.
Het is van belang dat de vrije ruimte niet wordt overschreden. De vrije ruimte staat namelijk niet alleen voor deze cafetariaregeling ter beschikking, maar kan ook worden beperkt door andere verstrekkingen en vergoedingen, zoals bijvoorbeeld een kerstpakket.
Aangezien de doelen uit deze cafetariaregeling zijn toegewezen aan de vrije ruimte, kan het zijn dat deze vrije ruimte uitgeput raakt. De werkgever kan er daarom voor kiezen om onderdelen van de cafetariaregeling te koppelen aan een bepaald maximumbudget. Dergelijke beleidskeuzes zullen worden opgenomen in de specifieke uitwerkingen per onderdeel, zie hoofdstuk 4 hierná.
Bij onvoorziene omstandigheden kan de werkgever, ter voorkoming van overschrijding van de vrije ruimte, tenslotte nog besluiten om nog niet uitgeruilde ruimte collectief te beperken. Dit kan gelden voor alle in behandeling zijnde aanvragen van vergoedingen voor bijvoorbeeld een fiets of een fitnessabonnement.
Een collectieve beperking kan ook plaatsvinden als (verandering in de) fiscale wet- of regelgeving hiertoe onverhoopt noopt. De cao-regels worden hierbij uiteraard wel in acht genomen. Collectieve beperkingen kunnen er dus toe leiden dat een aanvraag voor een netto vergoeding voor bijvoorbeeld fiets of fitnessabonnement niet wordt gehonoreerd. Bij een niet gehonoreerde aanvraag betekent dit dat de medewerker in een volgend kalenderjaar een nieuwe kans heeft gebruik te mogen maken van de regeling. Is een aanvraag echter eenmaal gehonoreerd dan kan hierop niet worden teruggekomen.
2. Bronnen en doelen
In deze cafetariaregeling zijn de volgende bronnen en doelen opgenomen.
Bronnen
Mogelijke bronnen die in het kader van de cafetariaregeling kunnen worden ingezet:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP (geldt alleen voor OOP in schaal 1 t/m 8)
• dag van de leraar (maandelijkse opbouw van januari tot en met oktober);
• bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon);
Bij de inzet van bronnen geldt dat rekening moet worden gehouden met de Wet minimumloon (WML), met name dat over- en meerwerk ook onder de WML zijn komen te vallen. Vrij vertaald: alleen het brutoloon-gedeelte dat boven het wettelijke minimumloon uitkomt, mag je in een cafetariaregeling inzetten.
4 Voor de eerste € 400.000,- van totale loonkosten geldt het percentage van 1,7%. Daarboven is het 1,18%.
Xxxxxx (t.l.v. fiscaal vrije ruimte)
Mogelijke doelen, waarvoor je bovenstaande bronnen zou kunnen inzetten, betreffen:
1. Contributie vakbond in detail: zie pag. 6
2. Fietsplan in detail: zie pag. 8
3. Fitness (fysieke bedrijfsfitness of vitaliteit) in detail: zie pag. 10
4. Inrichting van werkruimte thuis in detail: zie pag. 14
Doelen (fiscaal gericht vrijgesteld)
• Aanvullende reiskostenvergoeding woon-werkverkeer5
🡺 Vanwege de andere fiscale behandeling van deze vergoeding, is dit geen onderdeel van deze cafetaria-regeling. Dyade biedt dit apart aan onder de noemer “Landelijke Dyade Regeling” (aanvullende) reiskostenvergoeding woon- werkverkeer.
In hoofdstuk 4 hierná is de nadere beschrijving en uitwerking van de afzonderlijke (aanvullende) arbeidsvoorwaardelijke regelingen weergegeven. Hierin staat hoe je van de diverse opties gebruik kunt maken. Indien wettelijke regelgeving of de cao, welke verband houdt met de inhoud van de cafetariaregeling, verandert, dan prevaleert deze boven deze cafetariaregeling. Dit betekent dat de regeling dan aan de wettelijke- en/of cao-verandering moet worden aangepast.
3. Procedure deelname en uitvoering
De procedure van deelname en uitvoering van deze cafetariaregeling is onder te verdelen in 2 stappen:
1. aanmelding van deelname aan de cafetariaregeling6;
2. aanvragen van uitvoering per specifiek doel7.
1. Deelname cafetariaregeling
Zoals eerder aangegeven, mogen enkel opgebouwde bronnen worden aangewend voor uitruil via de cafetariaregeling. Aan het begin van het jaar kun je beginnen met dit opbouwen. Vandaar dat in deze regeling 31 december 2021 als uiterste datum voor aanmelding van deelname is gesteld. Uiterlijk op deze datum dien je je aanmeldingsformulier van deelname aan de Cafetariaregeling bij je werkgever in te leveren. Je deelname start dan per 1 januari 2022.
Als je je eerder al hebt aangemeld, bijvoorbeeld omdat je vorig jaar al aan de Cafetariaregeling deelnam, dan hoef je je niet nog eens aan te melden: je deelname kan dan gewoon doorlopen tot opzegging.
Medewerkers die gedurende het jaar in dienst treden, kunnen zich aanmelden voor deelname op of voor de 1e dag in dienst. Is de aanmelding op of vóór 1 mei, dan kan ‘meteen’ worden deelgenomen waarbij ook het vakantiegeld kan worden ingezet.
2. Uitvoering specifieke onderdelen
Indien je je hebt aangemeld voor deelname, kun je gedurende het (volgende) jaar bepalen hoe/in welke vorm je hier uitvoering aan wenst te geven. Indien je bijvoorbeeld in aanmerking wenst te
5 Dit is geregeld via de Landelijke Dyade regeling (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Deze arbeidsvoorwaardelijke regeling is gepubliceerd op xxx.xxxxx.xx en kent zijn eigen individuele overeenkomst en formulieren.
6 Dit betreft het aanmeldformulier dat de deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling vastlegt. Dit Dyade formulier wordt eenmalig ingevuld en ondertekend door werknemer en werkgever en, tot wederopzegging, gearchiveerd in de personeelsadministratie.
7 Dit formulier is eveneens de effectuering van de “Aanvulling op de arbeidsovereenkomst”.
komen voor de netto fietsvergoeding, koop je zelf een fiets. Vervolgens vul je het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling in en lever je dit samen met de factuur van de fiets bij je werkgever in. Nadat je werkgever het uitvoeringsformulier ook voor akkoord heeft getekend, kan de uitruil plaatsvinden.
Het kan zijn dat je werkgever een maximumbudget of een maximum aantal deelnemers voor een bepaald doel heeft vastgesteld. Indien het gestelde budget is uitgeput of het maximumaantal deelnemers bereikt is, is het mogelijk dat je verzoek tot uitvoering voor dat onderdeel niet wordt gehonoreerd.
Op het moment dat het verzoek tot uitvoering wordt ingediend, wordt bepaald of de uitvoering gehonoreerd kan worden, en welk bedrag er uitgeruild kan worden. Om teleurstelling te voorkomen is het aan te raden tijdig na te gaan bij de werkgever of uitvoering voor een specifiek doel nog mogelijk is. Indien bijvoorbeeld een fiets al wel in 2022 is aangeschaft, maar uitvoering niet mogelijk blijkt, kan deze fiets helaas niet meetellen voor een later jaar (2023).
Er kunnen per specifiek doel verdere voorwaarden worden gesteld aan de periode waarin uitvoering van de regeling kan worden aangevraagd.
Zo is de deadline voor de fietsvergoeding vastgesteld op 1 november. De volgorde is dan als volgt:
- allereerst uiterlijk op 31 december 2021 je deelname opgeven (éénmalig);
- vervolgens uiterlijk 1 november 2022 de uitvoering aanvragen (in combinatie met factuur van de aangeschafte fiets).
Om vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering op of vóór 1 mei te worden aangevraagd.
4. Uitwerking van de specifieke regelingen
4.1. Contributie vakbond
Als je lid bent van een vakbond, dan kun je de vakbondscontributie financieren vanuit de volgende bronnen:
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die lid zijn van een vakbond.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Het dienstverband moet wel aaneengesloten 3 maanden of langer hebben geduurd.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2021.
• Indien je in een eerder jaar al gestart bent met deelname aan de cafetariaregeling, dan blijft deze deelname van kracht tot wederopzegging. Je kunt in deze situatie volstaan met inleveren van alleen het uitvoeringsformulier, zie hieronder.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2022 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een verklaring van de vakbond, of betalingsbewijs. Hieruit moet éénduidig blijken dat de contributie van het lidmaatschap van de werknemer in 2022 is betaald.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds je deelname is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt vakbondscontributie uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met vakbondscontributie (bruto) | - € 210 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.790 | EJU – contributie |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 662 | 37% |
Vergoeding vakbondscontributie (netto) | + € 210 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.338 | Saldo - loonheffing + vergoeding contributie |
Noot: netto voordeel is: € 1.338 -/- € 1.260 = € 78,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2022).
4.2. Fietsplan
Als je een fiets, mede ten behoeve van het werk, wilt aanschaffen, kun je die fiets of met de fiets samenhangende zaken financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• dag van de leraar;
• bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon).
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor een ‘gewone’ fiets of e-bike bedraagt € 500,-, inclusief bij aanschaf max.
€ 100,- voor accessoires of een fietsverzekering. De vergoeding wordt uitbetaald in het kalenderjaar van aanschaf van de fiets of e-bike.
Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2022 is rekening gehouden met een bedrag van € 6.000,- voor deelname aan de fiets en fietsverzekering/accessoire regeling. Hiervan is € 5.000,- beschikbaar gesteld voor PCO Onderwijs en € 1.000,- voor PCO Opvang. Dit betekent dat tenminste 10 deelnemers van PCO Onderwijs en tenminste 2 deelnemers van PCO Opvang per jaar gebruik kunnen maken van de fietsregeling. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen, kan uitvoering niet gegarandeerd worden, maar is deze enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Kan je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd worden, dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die een fiets of elektrische fiets willen aanschaffen die mede gebruikt wordt ten behoeve van het werk, bijvoorbeeld om naar het werk te reizen en/of mede ter bevordering van de arbeidsvitaliteit van de werknemer.
• Je hebt dit kalenderjaar en de afgelopen vier kalenderjaren niet eerder een aanvraag voor een fiets ingediend (die ook is gehonoreerd) of ter beschikking gesteld gekregen van de werkgever.
• De aanschafwaarde van de fiets en de hiermee samenhangende zaken is niet aan een maximumbedrag gebonden. Het bedrag dat je kunt uitruilen is wel aan een maximum gebonden:
- voor een gewone fiets max. € 500,-, inclusief bij aanschaf eenmalig max € 100,- voor een verzekering en/of accessoires (bijvoorbeeld een regenpak, een extra slot of een steun voor de tas).
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2021.
• Indien je in een eerder jaar al gestart bent met deelname aan de cafetariaregeling, dan blijft deze deelname van kracht tot wederopzegging. Je kunt in deze situatie volstaan met inleveren van alleen het uitvoeringsformulier, zie hieronder.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2022 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een factuur uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van de uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je koopt een fiets | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met kostprijs van de fiets (bruto) | - € 500 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.500 | EJU - fiets |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 555 | 37% |
Vergoeding fiets (netto) | + € 500 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.445 | Saldo - loonheffing + vergoeding fiets |
Noot: netto voordeel is: € 1.445 -/- € 1.260 = € 185,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2022).
4.3. Fitness en vitaliteit
De module fitness en vitaliteit kan worden onderverdeeld in 2 sub modules:
A. (fysieke) bedrijfsfitness en
B. vitaliteit.
4.3.A. Bedrijfsfitness
Indien je aan bedrijfsfitness doet, kun je de (abonnements)kosten en e.v.t. aanverwante fitness- benodigdheden vergoed krijgen binnen deze regeling. Bedrijfsfitness kan gefinancierd worden vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• dag van de leraar;
• bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon).
Beleidskeuzes
Om in aanmerking te komen voor deze regeling dient de fitnesslocatie te zijn aangesloten bij Bedrijfsfitness Nederland (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Met meer dan 2.500 fitnesslocaties biedt deze regeling voldoende keus. De maximale vergoeding voor bedrijfsfitness bedraagt € 250,- per kalenderjaar.
Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2022 is rekening gehouden met een budget van € 10.000 voor deelname aan de fysieke bedrijfsfitness. Hiervan is € 8.500,- beschikbaar gesteld voor PCO Onderwijs en € 1.500,- voor PCO Opvang. Dit betekent dat tenminste 34 deelnemers van PCO Onderwijs en 6 deelnemers van PCO Opvang per jaar gebruik kunnen maken van de fitnessregeling. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
De waarde van het fitnessabonnement wordt volledig toegekend aan het kalenderjaar waarin de factuur is betaald, ook als de looptijd van het abonnement het kalenderjaar overschrijdt.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die buiten werktijd aan bedrijfsfitness doen. Onder bedrijfsfitness verstaan we conditie- of krachttraining bij een erkende fitness-locatie, waarbij fitness plaatsvindt onder deskundige begeleiding.
• Een erkende fitness-locatie kun je via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx vinden. De factuur van een bij deze organisatie aangesloten fitness-locatie dient door de werknemer zelf te worden betaald.
• De kosten van het fitnessabonnement en evt. aanverwante fitness-benodigdheden zijn niet aan een maximumbedrag gebonden. Het maximum te ruilen bedrag, bedraagt € 250,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2021.
• Indien je in een eerder jaar al gestart bent met deelname aan de cafetariaregeling, dan blijft deze deelname van kracht tot wederopzegging. Je kunt in deze situatie volstaan met inleveren van alleen het uitvoeringsformulier, zie hieronder.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2022 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een factuur uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van de uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt bedrijfsfitness uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met bedrijfsfitness (bruto) | - € 250 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.750 | EJU – fitness |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 648 | 37% |
Verg. bedrijfsfitness (netto) | + € 250 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.352 | Saldo: loonheffing +verg.fitnessabonn. |
Noot: netto voordeel is: € 1.352 -/- € 1.260 = € 92,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2022).
4.3.B. Vitaliteit
In het kader van stimulering van de arbeidsvitaliteit, zijn ook andere mogelijkheden denkbaar dan de fysieke bedrijfsfitness zoals hiervóór omschreven. Bij vitaliteit kun je denken aan het volgen van (online) workshops of lezingen, smoothie makers, gezonde maaltijdpakketten, coaching en nog veel meer in het belang van vitaliteit en gezondheid.
Wanneer je van deze mogelijkheden gebruikmaakt biedt deze regeling ook de mogelijkheid om een geldbedrag uit te ruilen. Het geldbedrag moet aantoonbaar ingezet worden voor vitaliteit zoals workshops, training, coaching etc. bij een gecertificeerd vitaliteitscoach. Vitaliteit-bestedingen kunnen gefinancierd worden vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• dag van de leraar;
• bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon).
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor vitaliteit-bestedingen bedraagt € 250,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2022 is rekening gehouden met een budget van € 5.000,- voor een vitaliteitvergoeding. Hiervan is € 4.250,- beschikbaar gesteld voor PCO Onderwijs en € 750,- voor PCO Opvang. Dit betekent dat in beginsel tenminste 17 deelnemers van PCO Onderwijs en ten minste 3 deelnemer van PCO Opvang per jaar gebruik kunnen maken van deze vergoeding. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden
• De regeling is van toepassing op werknemers met kwalificerende vitaliteitsbestedingen.
• De kosten hiervan zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je vergoed krijgt, bedraagt maximaal € 250,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2021.
• Indien je in een eerder jaar al gestart bent met deelname aan de cafetariaregeling, dan blijft deze deelname van kracht tot wederopzegging. Je kunt in deze situatie volstaan met inleveren van alleen het uitvoeringsformulier, zie hieronder.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2022 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling
Normale situatie | Je koopt middelen omtrent vitaliteit | ||
Brutoloon | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging loon met kosten waardebonnen (bruto) | - € 250 | ||
Saldo brutoloon | € 2.000 | € 1.750 | Br.loon – vitaliteit |
Loonheffing over brutoloon | - € 740 | - € 648 | 37% |
Vergoeding vitaliteit (netto) | + € 250 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.352 | Saldo - loonheffing + vergoeding middelen omtrent vitaliteit |
Noot: netto voordeel € 1.352 -/- € 1.260 = € 92,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2022).
4.4. Inrichting van werkruimte thuis
Als het ten behoeve van de normale uitoefening van je functie niet vereist, maar wel wenselijk zou kunnen zijn om thuis van een werkruimte gebruik te maken, dan kun je de verschillende aankopen hiervoor via een onbelaste vergoeding financieren. De volgende bronnen kunnen hiertoe worden ingezet:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• dag van de leraar;
• bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon).
Beleidskeuzes
Om voor deze regeling in aanmerking te komen dient het op grond van je taken en/of aanvullende afspraken met je leidinggevende wenselijk te zijn dat thuiswerken voor de vervulling van je functie functioneel kan zijn. Wenselijk in het kader van het normale uitoefenen van je functie, resp. het verder ontwikkelen van bekwaamheden voor het uitoefenen van je beroep. Bij de inrichting van de werkruimte thuis valt te denken aan bijvoorbeeld functioneel meubilair: een bureau, een bureaustoel, een opbergkast en verlichting. Daarnaast kan je een gedeelte van de materiële kosten van de vaste telefoon, de vaste computer, de internetaansluiting en overige gebruikelijke kantoorartikelen die je mede ten behoeve van het werk gebruikt, vergoed krijgen (meeneembare ICT-voorzieningen zijn uitgesloten in deze regeling).
De maximale vergoeding voor de werkruimte thuis bedraagt € 500,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2022 is rekening gehouden met een budget van € 30.000. Hiervan is
€ 25.500,- beschikbaar gesteld aan PCO Onderwijs en € 4.500,- voor PCO Xxxxxx. Dit betekent dat in beginsel tenminste 51 deelnemers van PCO Onderwijs en tenminste 9 deelnemer van PCO Opvang per jaar gebruik kunnen maken van deze vergoeding. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers voor wie een werkplek thuis, naar het oordeel van werkgever in het kader van de normale uitoefening van de functie, niet per sé noodzakelijk, maar wel functioneel kan zijn.
• Het moet gaan om een thuiswerkplek in de zin van deze regeling en dat blijkt uit een door jou en je leidinggevende schriftelijk overeengekomen afspraak, die geldt voor tenminste de duur van het betreffende kalenderjaar.
• De kosten van een bureau, bureaustoel, kast, (kunst)verlichting etc. zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je voor deze zaken vergoed krijgt, bedraagt niet meer dan € 500,- per jaar.
• Je hebt dit kalenderjaar en de afgelopen drie of vijf kalenderjaren niet eerder een aanvraag voor uitruil van het vergoedingsbedrag voor de inrichting van de thuiswerkplek gedaan (die ook is gehonoreerd).
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2021.
• Indien je in een eerder jaar al gestart bent met deelname aan de cafetariaregeling, dan blijft deze deelname van kracht tot wederopzegging. Je kunt in deze situatie volstaan met inleveren van alleen het uitvoeringsformulier, zie hieronder.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2022 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen/ facturen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling
Normale situatie | Je richt een werkruimte thuis in | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met kosten van werkruimte thuis (bruto) | - € 500 | ||
Saldo Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.500 | EJU - werkruimte |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 555 | 37% |
Vergoeding werkruimte (netto) | + € 500 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.445 | Saldo - loonheffing + verg. werkruimte |
Noot: netto voordeel € 1.445 -/- € 1.260 = € 185,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2022).