PROTOCOL
PROTOCOL
tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024)
Artikel 1
Toepassingsperiode en vangstmogelijkheden
De vangstmogelijkheden die op grond van artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (1) ("de overeenkomst") aan vaartuigen van de Europese Unie ("vaartuigen van de Unie") zijn toegekend, worden in dit artikel vastgesteld.
1. In het eerste en het tweede jaar van toepassing van dit protocol worden de vangstmogelijkheden uitgedrukt op basis van een visserijinspanningsregeling (op basis van brutoregisterton, brt) volgens onderstaande regels:
a) demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen) en kleine pelagische soorten:
i) vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 3 700 brt per jaar;
ii) vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen: 3 500 brt per jaar;
iii) trawlers voor kleine pelagische soorten: 15 000 brt per jaar;
b) over grote afstanden trekkende soorten (in bijlage I bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 opgenomen soorten), met uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cetorhinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus:
i) vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 28 vaartuigen;
ii) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 13 vaartuigen.
2. Vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol worden de vangstmogelijkheden uitgedrukt in vangstbeper kingen per soort (op basis van totaal toegestane vangsten, TAC) volgens onderstaande regels:
a) demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen) en kleine pelagische soorten:
i) vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 2 500 ton per jaar;
ii) vriestrawlers voor de visvangst: 11 000 ton per jaar;
iii) vriestrawlers voor de vangst van koppotigen: 1 500 ton per jaar;
iv) trawlers voor kleine pelagische soorten: 18 000 ton per jaar;
b) over grote afstanden trekkende soorten (in bijlage I bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 opgenomen soorten), met uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cetorhinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus:
i) vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 28 vaartuigen;
ii) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 13 vaartuigen.
3. De overschakeling van een beheersregeling op basis van visserijinspanning (op basis van brt) naar een regeling op basis van vangstbeperking (op basis van TAC) zal gepaard gaan met de invoering van het systeem voor elektronische vangstaangiften (Electronic Reporting System - ERS) en met de verwerking van de aldus doorgestuurde vangstgegevens. In dat verband zal de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie ("de gemengde commissie") vóór het derde jaar van toepassing van dit protocol richtsnoeren opstellen voor de uniforme toepassing van dat systeem op alle industriële vloten.
4. De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing met inachtneming van de artikelen 8 en 9.
(1) PB L 342 van 27.12.2007, blz. 5.
Artikel 2
Looptijd
Dit protocol en de bijlage erbij zijn van toepassing voor een periode van vijf jaar met ingang van de eerste dag van de voorlopige toepassing ervan op grond van artikel 16, tenzij dit protocol overeenkomstig artikel 15 wordt opgezegd.
Artikel 3
Beginselen
1. De partijen verbinden zich ertoe verantwoorde visserij in de visserijzone van de Republiek Guinee-Bissau ("Guinee- Bissau") te bevorderen op basis van het beginsel van niet-discriminatie. Guinee-Bissau verbindt zich ertoe aan andere buitenlandse vloten die actief zijn in de visserijzone van Guinee-Bissau, dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen, geen gunstigere technische voorwaarden toe te kennen dan die welke in dit protocol zijn opgenomen.
2. De partijen verbinden zich ertoe dit protocol uit te voeren overeenkomstig artikel 9 van de Partnerschapsovereen komst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, zoals laatstelijk gewijzigd (2) ("de Overeenkomst van Cotonou") inzake de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. goed openbaar bestuur, duurzame ontwikkeling en duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu.
3. De partijen verbinden zich ertoe informatie openbaar te maken en uit te wisselen over elke overeenkomst waarbij aan buitenlandse vaartuigen toegang tot de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verleend en de daaruit voortvloeiende visserijinspanning, met name het aantal afgegeven machtigingen en de verrichte vangsten.
4. Overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst mogen vaartuigen van de Unie slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau uitoefenen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die krachtens dit protocol is afgegeven overeenkomstig de bijlage daarbij.
Artikel 4
Financiële tegenprestatie
1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 van dit protocol bepaalde periode, vastgesteld op 15 600 000 EUR per jaar.
2. De financiële tegenprestatie omvat:
a) een jaarlijks bedrag van 11 600 000 EUR voor de toegang tot de visbestanden in de visserijzone van Guinee-Bissau; en
b) een specifiek bedrag van 4 000 000 EUR per jaar voor steun aan het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau.
3. Het bedrag dat overeenkomt met de door de reders verschuldigde rechten voor de op grond van artikel 4 van de overeenkomst en volgens de voorwaarden van hoofdstuk II van dit protocol afgegeven vismachtigingen, wordt geraamd op 4 000 000 EUR.
4. Lid 1 van dit artikel is van toepassing met inachtneming van de artikelen 8, 9, 14, 15 en 16.
5. De betaling van de financiële tegenprestatie op grond van punten a) en b) van lid 2 vindt uiterlijk 90 dagen na de datum van de voorlopige toepassing van dit protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk 30 dagen na de verjaardag van de voorlopige toepassing van dit protocol.
6. De benutting van de in punt a) van lid 2 bedoelde financiële tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Guinee-Bissau.
7. De in dit artikel vastgestelde bedragen worden betaald op één enkele bij de centrale bank van Guinee-Bissau geopende rekening van de schatkist, waarvan de gegevens elk jaar door het voor visserij bevoegde ministerie worden meegedeeld. De in punt b) van lid 2 bedoelde financiële tegenprestatie voor sectorale steun wordt ter beschikking van Guinee-Bissau gesteld op een rekening van de schatkist. De gegevens van de bankrekeningen worden jaarlijks door de autoriteiten van Guinee-Bissau aan de Europese Commissie meegedeeld.
(2) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
Artikel 5
Sectorale steun
1. De in het kader van dit protocol verleende sectorale steun draagt bij aan de uitvoering van de nationale strategie voor de visserij en de blauwe economie. De steun beoogt het duurzame beheer van de visbestanden en de ontwikkeling van de sector, door met name:
— versterking van de monitoring, controle en bewaking van de visserijactiviteiten (onder meer door de installatie en het operationeel maken van het ERS);
— versterking van gegevensverzameling en -verwerking voor wetenschappelijke doeleinden en van de analyse- en evaluatiecapaciteit betreffende de visbestanden en de visserijen;
— versterking van de capaciteit van de actoren in de visserijsector;
— steun voor de ambachtelijke visserij;
— versterking van de internationale samenwerking;
— verbetering van de voorwaarden voor de uitvoer van visserijproducten en bevordering van investeringen in de sector;
— ontwikkeling van voor de visserij relevante infrastructuur;
— steun voor de blauwe economie en ontwikkeling van de aquacultuur.
2. De gemengde commissie stelt uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding of in voorkomend geval na de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma, met toepassingsbepalingen, vast waarin de volgende elementen zijn opgenomen:
a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 4, lid 2, onder b), genoemde deel van de financiële tegenprestatie;
b) de doelstellingen die op jaarbasis en op meerjarige basis moeten worden bereikt om een duurzame en verantwoorde visserij te bevorderen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Guinee-Bissau stelt voor zijn nationale visserijbeleid of voor andere relevante beleidsterreinen, met name op het gebied van steun voor ambach telijke visserij, bewaking, controle en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij ("IOO- visserij"), alsook met de prioriteiten op het gebied van versterking van de wetenschappelijke capaciteit van Guinee- Bissau in de visserijsector;
c) de criteria en de procedures, eventueel met inbegrip van begrotings- en financiële indicatoren, voor de jaarlijkse beoordeling van de behaalde resultaten.
3. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten in de gemengde commissie door de partijen worden goedgekeurd.
4. Guinee-Bissau dient elk jaar een voortgangsverslag over de met de sectorale steun uitgevoerde projecten in, dat door de gemengde commissie wordt onderzocht. Voordat dit protocol afloopt, dient Guinee-Bissau eveneens een eindverslag in.
5. De Europese Unie ("de Unie") kan de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk herzien of schorsen hetzij in geval van niet-benutting van deze financiële tegenprestatie, hetzij wanneer bij een door de gemengde commissie uitgevoerde evaluatie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de programmering overeenkomen.
6. Nadat de partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de resultaten van de uitvoering dit rechtvaardigen. Die financiële tegenprestatie kan echter slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het aflopen van dit protocol.
7. De partijen geven zichtbaarheid aan de acties die met sectorale steun worden gefinancierd.
Artikel 6
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij
1. De partijen verbinden zich ertoe om in de visserijzone van Guinee-Bissau verantwoorde visserij te bevorderen en IOO-visserij te bestrijden op basis van het beginsel van niet-discriminatie tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en op basis van het beginsel van een duurzaam beheer van de visbestanden en van de mariene ecosystemen.
2. Gedurende de looptijd van dit protocol werken de Unie en Guinee-Bissau samen om de situatie van de visbestanden en visserijen in de visserijzone van Guinee-Bissau te volgen.
3. De partijen verbinden zich ertoe de naleving van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) en van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) te bevorderen en meer samenwerking te betrachten op subregionaal niveau op het gebied van een verantwoord beheer van de visserij, met name in het kader van de Subregionale Visserijcommissie (Subregional Fisheries Commission – SRFC).
4. De partijen plegen in de gemengde commissie overleg om zo nodig en in onderlinge overeenstemming nieuwe maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen.
Artikel 7
Gezamenlijk wetenschappelijk comité
1. Het in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke comité ("het gezamenlijke wetenschappelijke comité") bestaat uit wetenschappers van wie de helft wordt benoemd door de ene partij en de andere helft door de andere partij. Met instemming van beide partijen mag de deelname aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité worden uitgebreid met waarnemers, met name vertegenwoordigers van regionale organisaties voor visserijbeheer, zoals de Cecaf.
2. Het gezamenlijke wetenschappelijke comité komt overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de overeenkomst ten minste eenmaal per jaar bijeen. In principe dienen de vergaderingen afwisselend in Guinee-Bissau en in de Unie plaats te vinden. Op verzoek van een van de partijen kunnen ook andere vergaderingen worden belegd. De vergaderingen worden bij toerbeurt door een van de partijen voorgezeten.
3. De taken van het gezamenlijke wetenschappelijke comité hebben met name betrekking op de volgende activiteiten:
a) verzamelen van gegevens over de visserijinspanningen en de vangsten van de nationale en buitenlandse vloten die in de visserijzone van Guinee-Bissau actief zijn en vissen op soorten die in dit protocol worden vermeld;
b) voorstellen, volgen en analyseren van de jaarlijkse bestandsopname waarbij de bestanden worden geïnventariseerd en de vangstmogelijkheden en de exploitatieopties die de instandhouding van de visbestanden en het ecosysteem ervan waarborgen, worden bepaald;
c) op basis daarvan een wetenschappelijk jaarverslag opstellen over de onder dit protocol vallende visserijen;
d) opstellen, op eigen initiatief of in reactie op een verzoek van de gemengde commissie of van een van de partijen, van wetenschappelijk advies over de beheersmaatregelen die nodig worden geacht voor een duurzame exploitatie van de onder dit protocol vallende bestanden en visserijen.
4. Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de Iccat en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen, zoals die van de Cecaf, en, in voorkomend geval, van de conclusies van het gezamenlijke wetenschappelijke comité stelt de gemengde commissie maatregelen vast die gericht zijn op een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden en die van belang zijn voor de activiteiten van de vaartuigen van de Unie.
Artikel 8
Herziening van de vangstmogelijkheden en de technische maatregelen
1. Indien Guinee-Bissau op advies van het gezamenlijke wetenschappelijke comité besluit tot een tijds- of gebiedsge bonden sluiting van een visserij in het kader van een instandhoudingsmaatregel, komt de gemengde commissie bijeen om de grondslagen van dat besluit te analyseren, de effecten van deze sluiting op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in het kader van de overeenkomst te beoordelen en tot eventuele corrigerende maatregelen te besluiten.
2. In de in lid 1 bedoelde gevallen bereikt de gemengde commissie overeenstemming over een evenredige verlaging van de door de Unie uit hoofde van de overeenkomst te verlenen financiële tegenprestatie en, in voorkomend geval, over een aan de reders te verlenen compensatie.
3. Als Guinee-Bissau op basis van wetenschappelijk advies besluit tot de sluiting van een visserij, geldt die sluiting, zonder onderscheid, voor alle bij de desbetreffende visserij betrokken vaartuigen, met inbegrip van nationale vaartuigen en vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.
4. De in artikel 1 genoemde vangstmogelijkheden kunnen in de gemengde commissie in onderlinge overeenstemming en op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité worden herzien. De in artikel 4, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig aangepast pro rata temporis en dit protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.
5. De gemengde commissie kan, indien nodig, de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoerings bepalingen van dit protocol en de bijlagen daarbij, met inbegrip van de bepalingen inzake de monitoring van de sectorale steun, onderzoeken en in onderlinge overeenstemming aanpassen.
Artikel 9
Experimentele visserij en nieuwe vangstmogelijkheden
1. Indien vaartuigen van de Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten waarin niet in artikel 1 is voorzien, kunnen, om de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen, machtigingen voor de experimentele uitoefening van die activiteiten worden toegekend overeenkomstig de geldende wetgeving van Guinee-Bissau. Voor zover mogelijk wordt die experimentele visserij verricht met behulp van de plaatselijk beschikbare wetenschappelijke en technische deskundigheid. De experimentele visreizen hebben tot doel de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen.
2. Daarom informeert de Europese Commissie de autoriteiten van Guinee-Bissau over de machtigingsaanvragen voor experimentele visserij op basis van een technisch dossier dat de volgende gegevens bevat:
a) de beoogde soorten;
b) de technische kenmerken van het vaartuig;
c) de ervaring van de officieren van het vaartuig met de betrokken visserijactiviteiten;
d) het voorstel betreffende de technische parameters van de visreis (duur, vistuig, exploratiegebieden enz.);
e) het soort gegevens dat wordt xxxxxxxx met het oog op een wetenschappelijke monitoring van de impact van die visserijactiviteiten op het bestand en de ecosystemen.
3. Machtigingen voor experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. Voor dergelijke machtigingen wordt een door de Guinee-Bissause autoriteiten vastgestelde vergoeding betaald.
4. Een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat en een door Guinee-Bissau gekozen waarnemer zijn tijdens de gehele reis aan boord.
5. De vangsten die in het kader van de experimentele visreis zijn toegestaan, worden vastgesteld door de autoriteiten van Guinee-Bissau. De in het kader van en tijdens de experimentele reis verrichte vangsten blijven eigendom van de reder. Vissen die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoen, en vissen die krachtens de geldende wetgeving van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, mogen niet aan boord worden gehouden of in de handel worden gebracht.
6. De gedetailleerde resultaten van de visreis worden ter analyse aan de gemengde commissie en aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité toegezonden.
7. Indien vaartuigen van de Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 van dit protocol zijn vermeld, raadplegen de partijen het gezamenlijke wetenschappelijke comité. De partijen maken afspraken over de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden en wijzigen dit protocol en de bijlage daarbij totdat dit protocol afloopt. De in artikel 4, lid 2, onder a), van dit protocol genoemde financiële tegenprestatie wordt dienovereenkomstig verhoogd. De in de bijlage vastgestelde visrechten en andere voorwaarden die van toepassing zijn op de reders, worden dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikel 10
Economische integratie van de actoren van de Unie in de visserijsector van Guinee-Bissau
1. De partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de actoren van de Unie in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau te bevorderen, met name door de oprichting van gezamenlijke ondernemingen en de totstandbrenging van infrastructuur.
2. De partijen werken samen om de particuliere actoren van de Unie bewust te maken van de commerciële en industriële kansen in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau, met name op het gebied van directe investeringen.
3. Met hetzelfde doel kan Guinee-Bissau stimulansen geven aan actoren van de Unie die dergelijke investeringen doen.
4. De partijen werken samen om investeringsmogelijkheden en financieringsinstrumenten voor de uitvoering van de vastgestelde acties of projecten te identificeren.
5. De gemengde commissie maakt jaarlijks de balans op van de uitvoering van dit artikel.
Artikel 11
Uitwisseling van informatie
1. De partijen verbinden zich ertoe voorrang te geven aan elektronische systemen voor de uitwisseling van met de uitvoering van dit protocol verband houdende gegevens en documenten.
2. De elektronische versie van een document waarin in dit protocol is voorzien, wordt als volledig gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.
3. De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan automatisch vervangen door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage bij dit protocol vastgestelde bepalingen.
Artikel 12
Vertrouwelijkheid van de gegevens
1. De partijen verbinden zich ertoe dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen nominale gegevens over de vaartuigen van de Unie en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld overeenkomstig de beginselen van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens.
2. De partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van de vloot van de Unie in de Guinee-Bissause visserijzone openbaar worden gemaakt, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de Iccat en andere regionale en subregionale visserijorganisaties.
3. Gegevens die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, mogen door de bevoegde autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en voor visserijbeheer, -monitoring, -controle en -bewaking.
4. Wat de door de Unie verstrekte persoonsgegevens betreft, kan de gemengde commissie passende waarborgen en rechtsmiddelen vaststellen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (3) (de algemene verordening gegevensbescherming, AVG).
Artikel 13
Toepasselijke wetgeving
1. De activiteiten van de vaartuigen van de Unie die in de wateren van Guinee-Bissau actief zijn, vallen onder de toepasselijke wetgeving van Guinee-Bissau, tenzij anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.
2. De partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van elke wijziging van hun respectieve beleid en wetgeving inzake visserij. Dergelijke wet- of regelgevende wijzigingen die technische gevolgen hebben voor de visserijactiviteiten, zijn van toepassing op vaartuigen van de Unie na een termijn van drie maanden vanaf de officiële kennisgeving ervan.
(3) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Artikel 14
Schorsing van de uitvoering van dit protocol
1. De uitvoering van dit protocol, met inbegrip van de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie, kan na overleg in de gemengde commissie worden geschorst als zich een of meer van de volgende situaties voordoen:
a) abnormale omstandigheden, andere dan natuurverschijnselen, waardoor in de visserijzone van Guinee-Bissau geen visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden;
b) belangrijke wijzigingen in de inhoud en de uitvoering van het visserijbeleid van een van de partijen die gevolgen hebben voor dit protocol;
c) de inwerkingtreding van de in artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou vermelde overlegmechanismen naar aanleiding van een inbreuk op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van die overeenkomst;
d) een probleem bij de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie door de Unie om andere dan de in dit lid, onder c), genoemde redenen;
e) een ernstig en onopgelost geschil tussen de partijen over de interpretatie of uitvoering van de overeenkomst of van dit protocol.
2. Nadat de partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de aan de in lid 1 genoemde gebeurtenissen voorafgaande situatie is hersteld. De in artikel 4, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie wordt evenwel slechts betaald tot uiterlijk zes maanden na het verstrijken van dit protocol.
3. De aan vaartuigen van de Unie verleende vismachtigingen kunnen worden geschorst zolang de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a), vastgestelde financiële tegenprestatie is geschorst. In geval van hervatting wordt de geldigheid van deze vismachtigingen verlengd met een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Alle activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Guinee-Bissau worden onderbroken gedurende de periode van de schorsing.
4. Wanneer de uitvoering van dit protocol wordt geschorst, meldt de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing, behalve in het in lid 1, onder c), genoemde geval, dat tot een onmiddellijke schorsing leidt. In de tussentijd plegen de partijen overleg in de gemengde commissie.
5. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de uitvoering van dit protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd overeenkomstig de duur van de periode waarin de uitvoering van dit protocol was geschorst.
Artikel 15
Opzegging
1. In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om dit protocol op te zeggen.
2. Door de in lid 1 bedoelde kennisgeving te versturen wordt overleg tussen de partijen geopend.
Artikel 16
Voorlopige toepassing
Dit protocol is voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening ervan.
Artikel 17
Inwerkingtreding
Dit protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld.
Съставено в Брюксел на петнадесети юни две хиляди и деветнадесета година. Hecho en Bruselas, el xxxxxx xx xxxxx de dos mil diecinueve.
V Bruselu dne patnáctého června dva tisíce devatenáct. Udfærdiget i Bruxelles den femtende juni to tusind og nitten. Geschehen zu Brüssel am fünfzehnten Juni zweitausendneunzehn.
Kahe tuhande üheksateistkümnenda aasta juunikuu viieteistkümnendal päeval Brüsselis. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα πέντε Ιουνίου δύο χιλιάδες δεκαεννέα.
Done at Brussels on the fifteenth day of June in the year two thousand and nineteen. Fait à Bruxelles, le quinze juin deux mille dix-neuf.
Sastavljeno u Bruxellesu petnaestog lipnja godine dvije tisuće devetnaeste. Fatto a Bruxelles, addì quindici giugno duemiladiciannove.
Briselē, divi tūkstoši deviņpadsmitā gada piecpadsmitajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai devynioliktų metų birželio penkioliktą dieną Briuselyje. Xxxx Xxxxxxxxxxx, a kétezer-tizenkilencedik év június havának tizenötödik napján. Magħmul fi Brussell, fil-ħmistax-il jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u dsatax.
Gedaan te Brussel, vijftien juni tweeduizend negentien.
Sporządzono w Brukseli dnia piętnastego czerwca roku dwa tysiące dziewiętnastego. Feito em Bruxelas, em quinze de junho de dois mil e dezanove.
Întocmit la Bruxelles la cincisprezece iunie două mii nouăsprezece. V Bruseli pätnásteho júna dvetisícdevätnásť.
V Bruslju, dne petnajstega junija leta dva tisoč devetnajst.
Tehty Brysselissä viidentenätoista päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayhdeksäntoista. Som skedde i Bryssel den femtonde juni år tjugohundranitton.
За Европейския съюз Рог la Unión Europea Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union Für die Europäische Union Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση For the European Union Pour l'Union européenne Za Europsku uniju
Per l'Unione europea Eiropas Savienības vārdā – Europos Sąjungos vardu Az Európai Unió részéről Għall-Unjoni Ewropea Voor de Europese Unie
W imieniu Xxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xx Xxxxxxxx xxxx
Xx Evropsko unijo Euroopan unionin puolesta För Europeiska unionen
За Република Гвинея Бисау
Por la República de Guinea-Bissau Za Republiku Guinea-Bissau
For Republikken Guinea-Bissau Für die Republik Guinea-Bissau Guinea-Bissau Vabariigi nimel
Για την Δημοκρατία της Γουινέας-Μπισάου For the Republic of Guinea-Bissau
Pour la République de Guinée-Bissau Za Republiku Gvineju Bissau
Per la Repubblica di Guinea-Bissau Gvinejas-Bisavas Republikas vārdā – Bisau Gvinėjos Respublikos vardu
A Bissau-guineai Köztársaság részéről Għar-Repubblika tal-Ginea Bissaw Voor de Republiek Guinee-Bissau
W imieniu Republiki Gwinei Bissau Pela República da Guiné-Bissau Pentru Republica Guineea-Bissau Xx Xxxxxxxxx-xxxxxxxxx xxxxxxxxx Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Guinea-Bissaun tasavallan puolesta För Republiken Guinea-Bissau
BIJLAGE
VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU DOOR VAARTUIGEN VAN DE UNIE
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
1. Aanwijzing van de bevoegde autoriteit
Voor de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij anders bepaald, met elke verwijzing naar de Unie of Guinee-Bissau als bevoegde autoriteit het volgende bedoeld:
— voor de Unie: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de Unie in Guinee-Bissau;
— voor Guinee-Bissau: het overheidsdepartement dat belast is met de visserij.
2. Visserijzone waar mag worden gevist
De visserijzone waar de vaartuigen van de Unie mogen vissen, komt overeen met de visserijzone van Guinee-Bissau, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau en de geldende internationale verdragen waarbij Guinee-Bissau partij is.
De basislijnen worden bepaald door de nationale wetgeving.
3. Aanwijzing van een plaatselijke agent
Vaartuigen van de Unie, met uitzondering van vaartuigen voor de tonijnvisserij, die in het kader van dit protocol een vismachtiging willen aanvragen, moeten worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau verblijvende gemachtigde agent.
4. Bankrekening
Guinee-Bissau stelt de Unie vóór de inwerkingtreding van dit protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) waarnaar de financiële bedragen worden overgemaakt die in het kader van de overeenkomst door de vaartuigen van de Unie moeten worden betaald. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.
5. Contactpunten
De partijen stellen elkaar in kennis van hun respectieve contactpunten met het oog op de uitwisseling van informatie over de uitvoering van dit protocol, met name over kwesties in verband met de uitwisseling van algemene vanstge gevens en gegevens over de visserijinspanning, de procedures voor de vismachtigingen en de uitvoering van de sectorale steun.
HOOFDSTUK II
Vismachtigingen
Deel 1
Toepasselijke procedures
1. Voorwaarden voor het verkrijgen van een vismachtiging – in aanmerking komende vaartuigen
De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het Unieregister van vissersvaartuigen en voldoet aan de bepalingen van Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad (1). Alle eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit hoofde van visserijactiviteiten in Guinee-Bissau in het kader van de overeenkomst moeten zijn nagekomen.
2. Aanvraag van een vismachtiging
De Europese Unie dient ten minste 40 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij Guinee-Bissau een vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wenst te vissen, met gebruik making van het formulier in het aanhangsel bij de bijlage bij dit protocol.
(1) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).
Elke eerste vismachtigingsaanvraag in het kader van dit protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een technische wijziging aan het vaartuig gaat vergezeld van:
a) het bewijs van betaling van het forfaitaire visrecht voor de geldigheidsduur van de aangevraagde vismachtiging;
b) in voorkomend geval de naam en het adres van de plaatselijke gemachtigde agent van het vaartuig;
c) voor trawlers, het bewijs van betaling vooraf van de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer;
d) voor trawlers, het door de vlaggenstaat afgegeven attest van de tonnage van het vaartuig.
Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van dit protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het visrecht en, in voorkomend geval, de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer.
3. Afgifte van de vismachtiging
Guinee-Bissau geeft de originele vismachtiging af binnen 25 dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier en ten minste 15 dagen vóór het begin van de visperiode. Deze machtiging wordt aan de reders toegezonden:
— voor trawlers via de gemachtigde agenten, met kopie aan de Unie, en
— voor vaartuigen voor de tonijnvisserij via de delegatie van de Unie in Guinee-Bissau.
Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij zendt de bevoegde autoriteit onmiddellijk een kopie van deze vismachtiging langs elektronische weg aan de reder en, in voorkomend geval, aan zijn plaatselijke vertegenwoordiger, met kopie aan de Unie. De geldigheidsduur van die kopie verstrijkt bij ontvangst van de originele vismachtiging. Die kopie, die aan boord van de vaartuigen voor de tonijnvisserij wordt gehouden, is geldig gedurende 40 dagen en wordt tijdens die periode als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.
Wordt een vismachtiging tijdens de geldigheidsduur van dit protocol verlengd, dan moet de nieuwe vismachtiging een duidelijke verwijzing naar de oorspronkelijke bevatten.
De Unie zendt de vismachtiging door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de Unie gesloten zijn, kan Guinee-Bissau de vismachtiging rechtstreeks aan de reder of zijn gemachtigde agent afgeven, met kopie aan de Unie.
4. Lijst van vaartuigen die mogen vissen
Onmiddellijk na de afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau voor elke categorie vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de visserijzone van Guinee-Bissau mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk toegezonden aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en elektronisch aan de Unie.
5. Geldigheidsduur van de vismachtiging
De vismachtigingen hebben een geldigheidsduur van drie maanden, zes maanden of een jaar. Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "een jaar" verstaan:
a) in het eerste jaar van toepassing van dit protocol: de periode tussen de datum waarop dit protocol voorlopig van toepassing wordt en 31 december van datzelfde jaar;
b) vervolgens elk volledig kalenderjaar;
c) in het laatste jaar van toepassing van dit protocol: de periode tussen 1 januari en de datum waarop dit protocol afloopt.
Een geldigheidstermijn van drie maanden of zes maanden gaat in op de eerste dag van de maand. De geldigheids termijn van de vismachtigingen loopt echter nooit langer dan 31 december van het jaar waarin zij zijn afgegeven.
6. Aan boord houden van de vismachtiging
De vismachtiging moet permanent aan boord worden gehouden.
De vaartuigen voor de tonijnvisserij en met de drijvende beug zijn evenwel gemachtigd te vissen zodra ze zijn ingeschreven op de voorlopige lijst. Zolang geen vismachtiging is afgegeven aan dergelijke vaartuigen, moet de voorlopige lijst permanent aan boord worden gehouden.
7. Overdracht van de vismachtiging
De vismachtiging wordt voor een bepaald vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar.
In geval van overmacht en op verzoek van de Unie wordt de vismachtiging evenwel vervangen door een nieuwe machtiging die wordt afgegeven op naam van een gelijksoortig vaartuig als het te vervangen vaartuig.
In geval van overdracht wordt de te vervangen vismachtiging door de reder of zijn gemachtigde agent in Guinee- Bissau ingeleverd en stelt Guinee-Bissau onverwijld een vervangingsmachtiging op. Wanneer de technische inspectie overeenkomstig punt 9 van dit hoofdstuk is uitgevoerd, wordt de vervangingsmachtiging onmiddellijk aan de reder of zijn gemachtigde agent afgegeven, op het ogenblik waarop de te vervangen machtiging wordt ingeleverd. De vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen machtiging wordt ingeleverd.
Bij trawlers wordt, indien de tonnage van het vervangende vaartuig groter is dan die van het te vervangen vaartuig, het aanvullende deel van het visrecht berekend naar rata van het verschil in tonnage en de resterende geldigheidsduur. Een dergelijke aanvullende vergoeding wordt door de reder betaald bij de overdracht van de vismachtiging.
Guinee-Bissau werkt de lijst van gemachtigde vaartuigen onmiddellijk bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Unie meegedeeld.
8. Ondersteuningsvaartuigen
Op verzoek van de Unie machtigt Guinee-Bissau de vaartuigen van de Unie met een vismachtiging om zich te laten bijstaan door ondersteuningsvaartuigen. Ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een lidstaat van de Unie voeren of toebehoren aan een onderneming van de Unie, en mogen niet zijn uitgerust voor de beoefening van de visserij.
Guinee-Bissau stelt de lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onmiddellijk mee aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Unie.
De ondersteuningsvaartuigen moeten over een overeenkomstig het recht van Guinee-Bissau daartoe afgegeven machtiging beschikken, waarvoor een jaarlijkse vergoeding moet worden betaald.
9. Technische inspectie voor trawlers
Overeenkomstig de geldende wetgeving van Guinee-Bissau meldt elke trawler van de Unie zich eens per jaar, en verder na een wijziging van de tonnage van het vaartuig of wanneer het gebruik van andere soorten vistuig tot een wijziging van de visserijtak leidt, in de haven van Bissau voor een technische inspectie.
De technische inspectie heeft tot doel na te gaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord conform de regelgeving zijn en of de gezondheidsvoorschriften en de bepalingen inzake de aanmonstering van nationale zeelieden worden nageleefd.
Guinee-Bissau verricht de technische inspectie verplicht binnen 48 uur na aankomst van de trawler in de haven, voor zover die aankomst vooraf is gemeld.
Na afloop van de technische inspectie geeft Guinee-Bissau onmiddellijk een conformiteitsattest af aan de kapitein van het vaartuig.
Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van één jaar. Er is echter een nieuw conformiteitsattest vereist telkens wanneer wordt overgestapt naar de garnaalvisserij of van deze visserij wordt afgestapt. Een nieuw conformi teitsattest is eveneens nodig wanneer het vaartuig de visserijzone van Guinee-Bissau voor een periode van meer dan 45 dagen verlaat.
Het conformiteitsattest wordt permanent aan boord gehouden.
De kosten van de technische inspectie komen voor rekening van de reder en worden berekend volgens de in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde tariefregeling. Die kosten mogen niet hoger zijn dan de bedragen die voor dezelfde dienst worden betaald door nationale vaartuigen of door vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.
Deel 2
Visrechten en voorschotten
Het bedrag van het forfaitaire visrecht wordt voor elke categorie vaartuigen vastgesteld in de technische notities in het aanhangsel van deze bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de havengelden en de kosten van geleverde diensten.
Bij vismachtigingen met een geldigheidsduur van minder dan een jaar wordt het bedrag van het forfaitaire visrecht naar rata van de aangevraagde geldigheidsduur aangepast. Het aangepaste bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met de opslag die volgens de tabel in de desbetreffende technische notities verschuldigd is voor een periode van drie of zes maanden.
HOOFDSTUK III
Technische instandhoudingsmaatregelen
In de technische notities in het aanhangsel van deze bijlage worden per visserijtak de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen voor vaartuigen van de Unie met een vismachtiging vastgesteld.
Alle aanbevelingen van de Iccat worden door de vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug in acht genomen.
HOOFDSTUK IV
Vangstaangiften
1. Visserijlogboek
De kapitein van een vaartuig van de Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij is het visserijlogboek in overeenstemming met de toepasselijke resoluties van de Iccat inzake de vergaring en transmissie van gegevens over de visserijactiviteit.
De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort met de FAO-drielet tercode in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten.
In voorkomend geval noteert de kapitein elke dag ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort in het visserij logboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.
Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en ondertekend door de kapitein.
De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.
2. Vangstaangiften
2.1. Eerste en tweede jaar van toepassing van dit protocol – beheersregeling op basis van visserijinspanning
De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door de visserijlogboeken betreffende de periode dat het zich in de visserijzone van Guinee-Bissau bevond, aan Guinee-Bissau toe te zenden.
De kapitein xxxxx de visserijlogboeken naar Guinee-Bissau op het daartoe meegedeelde e-mailadres. Guinee-Bissau stuurt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail.
Aanvullend kunnen de visserijlogboeken ook als volgt worden verzonden:
a) wanneer het vaartuig een Guinee-Bissause haven aandoet, wordt het origineel van elk visserijlogboek bezorgd aan de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij van het ministerie van visserij van Guinee-Bissau ("het directoraat-generaal voor de industriële visserij"), die de ontvangst ervan schriftelijk bevestigt;
b) wanneer de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verlaten zonder dat vooraf een haven van Guinee-Bissau is aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek per post verzonden binnen 14 dagen na aankomst in een andere haven, en in ieder geval binnen 30 dagen na het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau.
De kapitein doet de Unie een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen een kopie van al zijn visserijlogboeken toekomen:
a) IRD (Institut de recherche pour le développement),
b) IEO (Instituto Español de Oceanografia), of
c) IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosfera).
Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de visserijzone van Guinee- Bissau, geeft dit aanleiding tot een nieuwe activiteiten- en vangstaangifte.
Worden de bepalingen van dit hoofdstuk niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Unie onmiddellijk in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.
2.2. Vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol – beheersregeling op basis van quota
1. De kapitein van een vaartuig van de Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij dat in overeenstemming is met de toepasselijke resoluties en aanbevelingen van de Iccat. De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens die in het elektronische visserijlogboek zijn vermeld.
2. Elk vaartuig van de Unie dat beschikt over een krachtens dit protocol afgegeven vismachtiging, is uitgerust met een elektronisch meldsysteem (hierna "ERS-systeem" genoemd – "electronic reporting system") dat de gegevens over de visserijactiviteit van het vaartuig (hierna "ERS-gegevens" genoemd) kan registreren en doorsturen.
3. De vangsten worden als volgt aangegeven:
a) de kapiteins van alle vaartuigen die krachtens dit protocol in de wateren van Guinee-Bissau vissen, vullen elk dag het elektronische visserijlogboek in en zenden het binnen zeven dagen na het verlaten van de visserijzone naar het visserijcontrolecentrum (VCC) van de vlaggenstaat en naar het VCC van Guinee-Bissau via het ERS-systeem (aanhangsel 4 bij deze bijlage) of, bij een storing van dat systeem, per e-mail;
b) in het elektronisch visserijlogboek moet worden vermeld: de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten. Hij noteert ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.
4. Het vaartuig stuurt de ERS-gegevens naar zijn vlaggenstaat, die ze automatisch ter beschikking van Guinee- Bissau stelt. De vlaggenstaat zorgt voor de ontvangst en de registratie in een elektronische gegevensbank waarin die gegevens gedurende ten minste 36 maanden op beveiligde wijze kunnen worden bewaard.
5. De vlaggenstaat en Guinee-Bissau zien erop toe dat zij zijn uitgerust met de nodige hardware en software voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in het in punt 3 van aanhangsel 4 bij deze bijlage vermelde formaat.
6. Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de door de Europese Commissie beheerde elektronische communicatiemiddelen voor de uitwisseling in gestandaardiseerde vorm van visserijgegevens.
7. Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin zijn geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Unie onmiddellijk in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.
8. De vlaggenstaat en Guinee-Bissau wijzen elk een ERS-correspondent aan die fungeert als contactpunt voor aangelegenheden in verband met de uitvoering van deze bijlage. De vlaggenstaat en Guinee-Bissau stellen elkaar in kennis van de contactgegevens van hun ERS-correspondent en werken deze informatie zo nodig onmiddellijk bij.
3. Overschakeling naar een elektronisch systeem
De partijen plegen in het gemengd comité overleg over de overschakeling naar het ERS-systeem waarmee de vaartuigen van de Unie de gegevens betreffende de in het kader van de overeenkomst verrichte visserijactiviteiten elektronisch registreren en meedelen aan Guinee-Bissau overeenkomstig de bepalingen in het aanhangsel van deze bijlage.
De overschakeling moet uiterlijk aan het begin van het derde jaar van toepassing van dit protocol zijn afgerond.
4. Afrekening van de visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug
Op basis van de vangstaangiften stelt de Unie voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij en voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug een eindafrekening van de voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigde visrechten vast.
De Unie deelt deze eindafrekening mee aan Guinee-Bissau en de reder uiterlijk op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan.
Valt de eindafrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging betaalde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo onmiddellijk aan Guinee-Bissau over. Is het bedrag van de eindafrekening kleiner dan het betaalde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.
HOOFDSTUK V
Aanlandingen en overladingen
1. Aanlanding of overlading van de vangsten
De kapitein van een vaartuig van de Unie die in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten in de haven van Bissau wil aanlanden of overladen, moet de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij ten minste 24 uur vóór de aanlanding of overlading in kennis stellen van:
a) de naam van het vaartuig van de Unie waaruit wordt xxxxxxxxx of overgeladen;
b) de haven van aanlanding of overlading;
c) de datum en het verwachte tijdstip van aanlanding of overlading;
d) de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);
e) in geval van overlading, de naam van het ontvangende vaartuig.
In geval van overlading moet de kapitein zich ervan verzekeren dat het ontvangende vaartuig over een door de bevoegde autoriteiten afgegeven machtiging voor deze activiteit beschikt.
De overlading moet plaatsvinden in de haven van Bissau, waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig zullen worden toegezonden. Overlading op zee is verboden.
Worden die bepalingen niet nageleefd, dan worden de daartoe in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde sancties toegepast.
2. Bijdrage in natura voor de voedselzekerheid
Trawlers zijn verplicht om een deel van hun in Guinee-Bissau verrichte vangsten aan te landen in het kader van de voedselzekerheid van het land. Die aanlandingen gebeuren als volgt:
— 2,5 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de visvangst / de vangst van koppotigen;
— 1,25 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de garnaalvisserij.
Voor een gemakkelijkere uitvoering van die maatregel mogen de bijdragen worden gegroepeerd voor meerdere vaartuigen en voor meerdere kwartalen. De aanlandingen gebeuren in de haven van Bissau en worden in ontvangst genomen en gecontroleerd door de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij.
Voor die bijdragen in natura wordt systematisch een ontvangstformulier opgesteld en ondertekend door het directoraat-generaal voor de industriële visserij, dat vervolgens wordt overhandigd aan de kapitein.
Over die aanlandingen kunnen nadere bepalingen worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
HOOFDSTUK VI
Controle en inspectie
1. Binnenvaren en verlaten van de visserijzone
Telkens wanneer een vaartuig van de Unie met een vismachtiging de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaart of verlaat, moet dit 24 uur van tevoren aan Guinee-Bissau worden gemeld. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug bedraagt die termijn slechts vier uur.
Bij de melding van het binnenvaren of verlaten van de visserijzone deelt het vaartuig met name de volgende gegevens mee:
a) verwachte datum, verwacht tijdstip en verwachte plaats van binnenvaren of verlaten van de zone;
b) de aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;
c) de aanbiedingsvorm van de producten.
De melding gebeurt bij voorkeur per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax of per radio, op een e-mailadres, oproepnummer of radiofrequentie zoals meegedeeld door Guinee-Bissau. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onmiddellijk in kennis van elke wijziging van de e-mailadressen, het oproepnummer of de radiofre quentie.
Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.
2. Positieberichten van de vaartuigen – VMS-systeem
Tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Guinee-Bissau moeten vaartuigen van de Unie zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System – VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om het uur) meedeelt aan het VCC van hun vlaggenstaat.
Het is verboden het satellietcommunicatiesysteem voor permanente lokalisering dat voor gegevenstransmissie aan boord van het vaartuig is geplaatst, te verplaatsen, los te koppelen, te vernietigen, te beschadigen of onklaar te maken of om bewust de door dit systeem verzonden of geregistreerde gegevens te manipuleren, te verdraaien of te vervalsen.
De kennisgeving van de positie- en vangstberichten gebeurt bij voorkeur via het ERS/VMS-systeem of wanneer dat niet goed werkt, per e-mail, fax of radio. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onmiddellijk in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.
Elk positiebericht moet het volgende bevatten:
a) de identificatiegegevens van het vaartuig;
b) de meest recente geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;
c) de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;
d) de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig; en
e) geconfigureerd zijn volgens het formaat in aanhangsel 3.
Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig in overtreding.
3. Inspectie op zee of in de haven
De vaartuigen van de Unie met een vismachtiging worden op zee (in de visserijzone van Guinee-Bissau) of in de haven gecontroleerd door vaartuigen en inspecteurs van Guinee-Bissau die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserij controle aangewezen vaartuigen en inspecteurs.
Alvorens aan boord te gaan, stellen de Guinee-Bissause inspecteurs het vaartuig van de Unie in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en functie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen. Zij kunnen eventueel worden vergezeld door vertegenwoordigers van de nationale veiligheidstroepen van Guinee-Bissau in overeen stemming met het internationale zeerecht.
De Guinee-Bissause inspecteurs blijven niet langer aan boord van het vaartuig van de Unie dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.
Guinee-Bissau kan door de Unie geaccrediteerde inspecteurs toestemming geven om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.
De kapitein van het vaartuig van de Unie vergemakkelijkt het aan boord gaan en de werkzaamheden van de Guinee- Bissause inspecteurs.
Aan het eind van elke inspectie stellen de inspecteurs van Guinee-Bissau een inspectieverslag op. De kapitein van het vaartuig van de Unie mag zijn opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt, en door de kapitein van het vaartuig van de Unie.
De inspecteurs van Guinee-Bissau overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het vaartuig van de Unie alvorens het vaartuig te verlaten. Guinee-Bissau doet de Unie binnen acht dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.
4. Controle van de vangsten
Tijdens de eerste twee jaar van toepassing van dit protocol (beheersregeling op basis van brt) worden elk kwartaal bij toerbeurt bij een derde van de trawlers van de Unie die over een vismachtiging beschikken, steekproefsgewijze controles verricht om na te gaan of de vangsten overeenstemmen met de aangiften in de visserijlogboeken.
Elke controle vindt plaats aan het einde van de visreis na een kennisgevingstermijn van 24 uur en duurt niet langer dan vier uur.
Deze controles vinden plaats op een punt waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig zullen worden toegezonden.
Vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol (beheersregeling op basis van TAC) wordt de frequentie van de controles van de vangsten herzien om rekening te houden met de invoering van het gebruik van het ERS-systeem voor de controle van de vangstgegevens.
HOOFDSTUK VII
Inbreuken
1. Behandeling van inbreuken
Iedere inbreuk door een vaartuig van de Unie met een vismachtiging op de bepalingen van deze bijlage moet worden vermeld in een inspectieverslag.
De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen een gemelde inbreuk onverlet.
2. Aanhouding van een vaartuig – informatievergadering
Wanneer de nationale wetgeving daar voor de gemelde inbreuk in voorziet, kan elk vaartuig van de Unie dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een haven van Guinee-Bissau te begeven.
Guinee-Bissau stelt de Unie uiterlijk binnen 48 uur in kennis van iedere aanhouding van een vaartuig van de Unie met een vismachtiging. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de gemelde inbreuk.
Alvorens tegen het betrokken vaartuig, de betrokken kapitein of de betrokken lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Guinee-Bissau, op verzoek van de Unie, binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig, een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan die informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.
3. Op de inbreuk toe te passen sanctie – schikkingsprocedure
De op de gemelde inbreuk toe te passen sanctie wordt door Guinee-Bissau volgens de bepalingen van zijn geldende nationale wetgeving vastgesteld.
Wanneer de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure impliceert, wordt, voordat deze wordt ingeleid, een schikkingsprocedure tussen Guinee-Bissau en de Unie ingeleid om de aard en de hoogte van de sanctie te bepalen. Aan die schikkingsprocedure kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk vier dagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.
4. Gerechtelijke procedure – bankgarantie
Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Guinee-Bissau opgegeven bank ter hoogte van een door Guinee-Bissau vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding van het vaartuig, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt pas vrijgegeven nadat de gerechtelijke procedure is voltooid.
De bankgarantie wordt onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis vrijgegeven en aan de reder terugbetaald:
a) in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;
b) ten bedrage van het saldo, indien de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.
Guinee-Bissau stelt de Unie binnen acht dagen na het vonnis in kennis van de resultaten van de gerechtelijke procedure.
5. Vrijgave van het vaartuig
Het vaartuig en de kapitein ervan mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.
HOOFDSTUK VIII
Aanmonstering van zeelieden
1. Aantal aan te monsteren zeelieden
Zolang de vismachtiging geldig is, heeft elke trawler van de Unie het volgende aantal zeelieden uit Guinee-Bissau aan boord:
a) vijf zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van minder dan 250 brt;
b) zes zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van 250 tot en met 400 brt;
c) zeven zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van 400 tot en met 650 brt;
d) acht zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van meer dan 650 brt.
De reders van vaartuigen van de Unie trachten nog extra nationale zeelieden aan te monsteren.
2. Keuze van zeelieden
De bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen een indicatieve lijst op van gekwalificeerde zeelieden die met name beschikken over een attest waaruit blijkt dat zij een opleiding inzake veiligheid op zee (onder de normen van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, het STCW-verdrag) hebben genoten, en die kandidaat zijn om op vaartuigen van de Unie te worden aangemonsterd, en zij werken deze lijst bij. Deze lijst en de regelmatige bijwerkingen ervan worden aan de Unie meegedeeld.
De in de eerste alinea bedoelde lijst wordt opgesteld aan de hand van criteria voor de selectie van bekwame en gekwalificeerde zeelieden. De zeeman moet:
a) over een geldig Guinee-Bissaus paspoort beschikken;
b) over een geldig monsterboekje beschikken waaruit blijkt dat hij een basisopleiding inzake veiligheid op zee voor het personeel van vissersvaartuigen heeft genoten die in overeenstemming is met de geldende internationale normen;
c) een met documenten gestaafde ervaring op vaartuigen voor de industriële visserij hebben;
d) over een geldig medisch attest beschikken waaruit blijkt dat hij in staat is de taken aan boord van vissersvaartuigen uit te voeren.
De reder, of zijn gemachtigde agent, kan uit deze lijst de aan te monsteren zeelieden kiezen. Hij stelt Guinee-Bissau in kennis van hun inschrijving op de bemanningslijst.
3. Contract van de zeelieden
Het arbeidscontract van een zeeman wordt opgesteld door de reder of zijn gemachtigde agent, en de zeeman, eventueel vertegenwoordigd door zijn vakbond, in samenwerking met Guinee-Bissau. Het bevat met name de datum en de haven van aanmonstering.
Het contract garandeert de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die in Guinee-Bissau op hen van toepassing is. Het omvat ook een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.
De ondertekenende partijen krijgen een kopie van het contract.
De in de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) neergelegde fundamentele rechten op het werk zijn van toepassing op zeelieden uit Guinee-Bissau. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.
4. Loon van de zeelieden
Het loon van de zeelieden uit Guinee-Bissau komt ten laste van de reder. Het wordt vastgesteld vóór de afgifte van de vismachtiging, in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Guinee-Bissau.
Het loon mag niet minder bedragen dan dat van de bemanning van de vaartuigen uit Guinee-Bissau en mag evenmin onder de IAO-normen liggen.
5. Verplichtingen van de zeeman
De zeeman moet zich daags vóór de in zijn contract vermelde datum van aanmonstering bij de kapitein van het aangewezen vaartuig melden. De kapitein deelt de zeeman de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd mee. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt of zijn kwalificaties niet beantwoorden aan de verwachtingen van de kapitein, wordt zijn contract als vervallen beschouwd. Hij wordt dan vervangen door een andere zeeman uit Guinee-Bissau, zonder dat dit het vertrek van het vaartuig mag vertragen.
HOOFDSTUK IX
Waarnemers
1. Waarneming van visserijactiviteiten
De visserijactiviteiten van vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het kader van de overeenkomst.
Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug gaan de partijen zo snel mogelijk met elkaar en met andere belanghebbende landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers op te zetten en de bevoegde visserijorganisatie te kiezen.
De overige vaartuigen nemen een door Guinee-Bissau aangewezen waarnemer aan boord. Als de waarnemer zich niet op het vastgestelde tijdstip en de vastgestelde plaats meldt, moet hij worden vervangen zodat het vaartuig zijn activiteiten onmiddellijk kan aanvangen.
2. Aangewezen vaartuigen en waarnemers
Op het ogenblik van de afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau de Unie en de reder of zijn gemachtigde agent in kennis van de aangewezen vaartuigen en waarnemers, alsook van de tijd die de waarnemer aan boord van elk vaartuig zal doorbrengen. Guinee-Bissau stelt de Unie en de reder of zijn gemachtigde agent onmiddellijk in kennis van iedere wijziging in de aangewezen vaartuigen en waarnemers.
De waarnemer blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten.
3. Forfaitaire financiële bijdrage
Wanneer het visrecht moet worden betaald, maakt de reder aan Guinee-Bissau voor elke trawler een forfaitair bedrag van 8 000 EUR per jaar over, dat pro rata temporis wordt aangepast naargelang van de duur van de vismachtiging van de aangewezen vaartuigen.
4. Loon van de waarnemer
Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van Guinee-Bissau.
5. Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer
De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische indeling van het vaartuig.
Kost en logies van de waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.
De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke veiligheid en het algemene welzijn van de waarnemer te waarborgen.
De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft toegang tot de communicatiemiddelen, de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn taken.
6. Verplichtingen van de waarnemer Xxxxxxxxx zijn volledige verblijf aan boord:
a) zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert;
b) gaat de waarnemer zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;
c) bewaart de waarnemer geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.
7. Inscheping en ontscheping van de waarnemer
De reder of zijn vertegenwoordiger stelt Guinee-Bissau tien dagen vóór inscheping in kennis van de datum, het tijdstip en de haven van inscheping van de waarnemer. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn zijn reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.
Wanneer de waarnemer niet in een haven van Guinee-Bissau van boord gaat, zorgt de reder er, op zijn kosten, voor dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Guinee-Bissau kan terugkeren.
8. Taken van de waarnemer
De waarnemer verricht de volgende taken:
a) hij observeert de visserijactiviteiten van het vaartuig;
b) hij verifieert de positie van het vaartuig tijdens de visserijactiviteiten;
c) hij verricht activiteiten in het kader van wetenschappelijke programma's, waaronder bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden;
d) hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;
e) hij verifieert de in het visserijlogboek opgenomen gegevens over de in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten;
f) hij verifieert de percentages bijvangsten op basis van hetgeen in de notities voor elke visserijtak is vastgesteld, en schat hoeveel vangst is teruggegooid;
g) hij deelt zijn waarnemingen eenmaal per dag mee en geeft daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op.
9. Verslag van de waarnemer
Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag van zijn waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer.
De waarnemer zendt zijn verslag toe aan Guinee-Bissau. De vangst- en teruggooigegevens worden meegedeeld aan het wetenschappelijk instituut (CIPA) van Guinee-Bissau, dat deze na verwerking en analyse presenteert aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité. Een kopie van het verslag van de waarnemer wordt elektronisch toegezonden aan de Unie.
Aanhangsels bij de bijlage
Aanhangsel 1 Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging Aanhangsel 2 Technische notities per visserijtak
Aanhangsel 3 VMS-systeem (vessel monitoring system – satellietvolgsysteem)
Aanhangsel 4 Invoering van het elektronische systeem voor het rapporteren van visserijactiviteiten (ERS-systeem)
Aanhangsel 1
Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging
PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ GUINEE-BISSAU – EUROPESE UNIE
Aanhangsel 2
Technische notities per visserijtak
NOTITIE 1
XXXXXXXXXxX 0 - XXXXXXXxXXXXX VOOR DE VISVaNGST EN DE VaNGST VaN KOPPOTIGEN
1. Visserijzone
Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.
2. Toegestaan vistuig
2.1 Er mag worden gebruikgemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.
2.2 Er mag worden gebruikgemaakt van de boomkor.
2.3 Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de net ten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of bescha diging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen worden uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil bevestigd. als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk net werk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.
2.4 Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.
3. Toegestane minimummaaswijdte 70 mm.
4. Bijvangsten
Voor de eerste twee jaren van toepassing van dit protocol mogen vaartuigen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.
Vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol geldt het onderstaande.
Vaartuigen voor de visvangst mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 5 % schaaldieren en niet meer dan 15 % koppotigen aan boord hebben. Pijlin ktvissen (Todarodes sagittatus en Todaropsis eblanae) mogen worden gevangen en worden meegerekend bij de doel soorten.
Vaartuigen voor de vangst van koppotigen mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 60 % vis en niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.
Elke overschrijding van die toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.
De partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.
5. Toegestane tonnage / visrechten
5.1 Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van toepassing van dit protocol | 3 500 brt per jaar |
5.2 Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren | 282 EUR/brt/jaar |
van toepassing van dit protocol | Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen |
worden de visrechten pro rata temporis berekend en ver | |
hoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %. |
5.3 Toegestane tonnage (TaC) vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 11 000 ton per jaar voor demersale soorten 1 500 ton per jaar voor koppotigen |
5.4 Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 90 EUR/ton voor demersale soorten 270 EUR/ton voor koppotigen |
NOTITIE 2
VISSERIJTaK 2 - TRaWLERS VOOR DE GaRNaaLVISSERIJ
1. Visserijzone
Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.
2. Toegestaan vistuig
2.1 Er mag worden gebruikgemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.
2.2 Er mag worden gebruikgemaakt van de boomkor.
2.3 Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de net ten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of bescha diging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen worden uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil bevestigd. als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk net werk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.
2.4 Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.
3. Toegestane minimummaaswijdte 50 mm.
4. Bijvangsten
4.1 Vaartuigen voor de garnaalvisserij mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 15 % koppotigen en niet meer dan 70 % vis aan boord hebben.
4.2 Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.
4.3 De partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.
5. Toegestane tonnage / visrechten
5.1 Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van toepassing van dit protocol | 3 700 brt per jaar |
5.2 Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren | 395 EUR/brt/jaar |
van toepassing van dit protocol | Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen |
worden de visrechten pro rata temporis berekend en ver | |
hoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %. |
5.3 Toegestane tonnage (TaC) vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 2 500 ton per jaar |
5.4 Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 280 EUR/ton |
NOTITIE 3
VISSERIJTaK 3 - VaaRTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL
1. Visserijzone:
1.1 Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.
1.2 Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserij zone van Guinee-Bissau nodige levend aas vangen.
2. Toegestaan vistuig:
2.1 Hengels.
2.2 Ringzegen met levend aas: 16 mm.
3. Bijvangsten:
3.1 Overeenkomstig het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten en overeenkomstig de rele vante resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcha rias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de ka phamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.
3.2 De partijen voeren overleg in de gemengde commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken.
4. Toegestane tonnage / visrechten:
4.1 Jaarlijks forfaitair voorschot | 2 500 EUR voor een hoeveelheid van 45,5 ton per vaar tuig |
4.2 aanvullend visrecht per gevangen ton | 55 EUR/ton |
4.3 aantal vaartuigen dat mag vissen | 13 vaartuigen |
NOTITIE 4
VISSERIJTaK 4 - VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN
1. Visserijzone:
Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.
2. Toegestaan vistuig: Zegen en drijvende beug.
3. Bijvangsten:
Overeenkomstig het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten en overeenkomstig de rele vante resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcha rias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de ka phamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.
De partijen voeren overleg in de gemengde commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken.
4. Toegestane tonnage / visrechten:
4.1 Jaarlijks forfaitair voorschot | 4 500 EUR voor een hoeveelheid van 64,3 ton per zegen vaartuig 3 000 EUR voor een hoeveelheid van 54,5 ton per vaar tuig voor de visserij met de drijvende beug |
4.2 aanvullend visrecht per gevangen ton | 70 EUR/ton voor zegenvaartuigen 55 EUR/ton voor vaartuigen voor de visserij met de drij vende beug |
4.3 Rechten voor ondersteuningsvaartuigen | 3 000 EUR/jaar/vaartuig |
4.4 aantal vaartuigen dat mag vissen | 28 vaartuigen |
NOTITIE 5
VISSERIJTaK 5 – VISSERSVaaRTUIGEN VOOR KLEINE PELaGISCHE SOORTEN
1. Visserijzone
Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.
2. Toegestane vaartuigen en toegestaan vistuig
Enkel vaartuigen met een capaciteit tot en met 5 000 BT zijn overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau toe gestaan.
Toegestane vistuigen zijn pelagische trawlnetten en industriële ringzegens.
3. Toegestane minimummaaswijdte 70 mm voor trawlnetten.
4. Bijvangsten
4.1 Trawlers mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van een visreis niet meer dan 10 % andere dan pelagische vis, niet meer dan 10 % koppotigen en niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.
4.2 Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.
4.3 De partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.
5. Toegestane tonnage / visrechten
5.1 Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van toepassing van dit protocol | 15 000 brt per jaar |
5.2 Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren van toepassing van dit protocol | 250 EUR/brt/jaar Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en ver hoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %. |
5.3 Toegestane tonnage (TaC) vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 18 000 ton per jaar |
5.4 Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar van toepassing van dit protocol tot het einde van dit pro tocol | 100 EUR/ton (vaartuigen van meer dan 1 000 BT) 75 EUR/ton (vaartuigen van 1 000 BT of minder) |
Begrip "visreis":
Voor de toepassing van dit aanhangsel wordt de duur van een visreis van een vaartuig van de Unie als volgt gedefinieerd:
— hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau;
— hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen van de vangst;
— hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden van de vangst in Guinee-Bissau
Aanhangsel 3
VMS-SYSTEEM (VESSEL MONITORING SYSTEM – SATELLIETVOLGSYSTEEM)
1. Positieberichten van de vaartuigen – VMS-systeem
De eerste positie die na het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau wordt geregistreerd, wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".
Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten worden op een beveiligde manier geregistreerd en drie jaar lang bewaard.
2. Versturen van positieberichten bij uitval van het VMS-systeem
De kapitein ziet er op elk moment op toe dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden verstuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.
Bij uitval wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen 30 dagen hersteld of vervangen. Zo niet mag het vaartuig na deze termijn niet langer in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen.
Vaartuigen die in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen en waarvan het VMS-systeem defect is, sturen hun positie berichten ten minste om de vier uur per e-mail, radio of fax door aan het VCC van de vlaggenstaat, met opgave van alle verplichte gegevens.
3. Beveiligde verzending van de positieberichten aan Guinee-Bissau
Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Guinee-Bissau. Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere wijziging daarvan.
De transmissie van de positieberichten tussen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.
Het VCC van Guinee-Bissau stelt het VCC van de vlaggenstaat en de Unie onmiddellijk in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging, voor zover dat vaartuig niet heeft gemeld dat het de visserijzone zou verlaten.
4. Slechte werking van het communicatiesysteem
Guinee-Bissau zorgt ervoor dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de Unie onmiddellijk in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten, met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.
De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor elke bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde sancties.
5. Herziening van de frequentie van de positieberichten
Op basis van bewijsstukken ter staving van een overtreding kan Guinee-Bissau het VCC van de vlaggenstaat, met kopie aan de Unie, verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig gedurende een bepaalde onderzoeksperiode te verminderen tot 30 minuten. Guinee-Bissau moet deze bewijsstukken overleggen aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de Unie. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de nieuwe frequentie door naar Guinee-Bissau.
Aan het einde van de onderzoeksperiode stelt Guinee-Bissau het VCC van de vlaggenstaat en de Unie in kennis van de eventuele follow-up.
6. Verzending van de VMS-berichten aan Guinee-Bissau
Gegeven | Code | Verplicht (V)/Optioneel (O) | Inhoud |
Begin record | SR | V | Systeeminformatie – geeft het begin van de record aan |
Geadresseerde | AD | V | Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde |
Verzender | FR | V | Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender |
Vlaggenstaat | FS | V | Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat |
Berichttype | TM | V | Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI, MAN) |
Radioroepnaam (IRCS) | RC | V | Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS) |
Intern referentie-nummer van de overeenkomstsluitende partij | IR | O | Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeen komstsluitende partij ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer |
Extern registratienummer | XR | V | Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1) |
Breedtegraad | LT | V | Positie-informatie – positie in graden en decimale graden N/Z GG.ggg (WGS84) |
Lengtegraad | LG | V | Positie-informatie – positie in graden en decimale graden O/W GG.ggg (WGS84) |
Vaarrichting | CO | V | Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° |
Snelheid | SP | V | Vaarsnelheid van het vaartuig in tiental knopen |
Datum | DA | V | Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) |
Tijdstip | TI | V | Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) |
Einde record | ER | V | Systeeminformatie – geeft het einde van de record aan |
Bij de transmissie is de volgende informatie vereist om het VCC van Guinee-Bissau in staat te stellen het VCC van verzending te identificeren:
IP-adres van de server van het VCC of DNS-referenties;
SSL-certificaat (volledige keten van de certificeringsautoriteiten). De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:
de gebruikte tekens moeten in overeenstemming zijn met ISO-norm 8859.1;
een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan;
elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//);
een enkele schuine streep (/) scheidt code en gegeven;
de code "ER", gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan.
Aanhangsel 4
Invoering van het elektronische systeem voor het rapporteren van visserijactiviteiten (ERS-systeem)
Registratie van de visserijgegevens en verzending van de aangiften via ERS
1) De kapitein van een vaartuig van de Unie dat beschikt over een machtiging krachtens dit protocol, moet, wanneer het vaartuig zich in de visserijzone van Guinee-Bissau bevindt:
a) elk binnenvaren en verlaten van de visserijzone registreren aan de hand van een specifiek bericht waarin is vermeld welke hoeveelheden van elke soort aan boord zijn op het moment waarop de visserijzone wordt binnengevaren of verlaten, en de datum, het tijdstip en de positie waarop de visserijzone wordt binnengevaren of verlaten. Dat bericht wordt uiterlijk twee uur vóór het binnenvaren of het verlaten van de visserijzone via ERS of een ander communicatiemiddel naar het VCC van Guinee-Bissau doorgestuurd;
b) elke dag de positie van het vaartuig om 12 uur 's middags registreren, indien geen enkele visserijactiviteit heeft plaatsgevonden;
c) voor elke visserijactiviteit de positie van deze activiteit registreren, het soort vistuig en de van elke soort gevangen hoeveelheden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de aan boord gehouden vangsten en de teruggegooide vangsten. Elke soort wordt geïdentificeerd aan de hand van de FAO-drielettercode. De hoeveelheden worden uitgedrukt in kilogram levend gewicht en, zo nodig, in aantal exemplaren;
d) de in het elektronische visserijlogboek geregistreerde gegevens dagelijks, uiterlijk om 24:00:00 uur, doorsturen naar zijn vlaggenstaat; deze transmissie vindt plaats voor elke dag die in de visserijzone wordt doorgebracht, zelfs als niets wordt gevangen. Zij vindt ook telkens vóór het verlaten van de visserijzone plaats.
2) De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden gegevens.
3) De vlaggenstaat stelt de ERS-gegevens ter beschikking van het visserijcontrolecentrum (VCC) van Guinee-Bissau overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij dit protocol.
Gegevens in UN/CEFACT-formaat worden doorgestuurd via het FLUX-net dat de Europese Commissie ter beschikking stelt.
Als transmissie op die wijze niet mogelijk is, worden de gegevens tot het einde van de overgangsperiode via DEH (Data Exchange Highway) doorgestuurd in EU-ERS-formaat (v 3.1).
Het VCC van de vlaggenstaat zendt de instantberichten (COE, COX en PNO) die van het vaartuig afkomstig zijn, onmiddellijk automatisch door naar het VCC van Guinee-Bissau. De andere berichttypen worden vanaf de datum van daadwerkelijke ingebruikname van het UN-CEFACT-formaat ook automatisch eenmaal per dag doorgestuurd, of worden, in afwachting van die ingebruikname, onmiddellijk ter beschikking van het VCC van Guinee-Bissau gesteld wanneer daartoe via het centrale knooppunt van de Europese Commissie automatisch een verzoek aan het VCC van de vlaggenstaat wordt gericht. Na de effectieve invoering van het nieuwe formaat zal deze wijze van terbeschikkingstelling enkel nog betrekking hebben op specifieke aanvragen betreffende historische gegevens.
4) Het VCC van Guinee-Bissau bevestigt de ontvangst van de toegezonden instant-ERS-gegevens door een ontvangst bevestiging waarin ook de geldigheid van het ontvangen bericht wordt bevestigd. Er wordt geen ontvangstbeves tiging verstuurd voor gegevens die Guinee-Bissau ontvangt naar aanleiding van een aanvraag die het zelf heeft ingediend. Guinee-Bissau behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.
Mankement van het systeem voor elektronische transmissie aan boord van het vaartuig of van het communicatiesysteem
5) Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau stellen elkaar onmiddellijk in kennis van alle gebeurte nissen die een weerslag kunnen hebben op de transmissie van de ERS-gegevens van een of meer vaartuigen.
6) Indien het VCC van Guinee-Bissau de gegevens die een vaartuig moet toezenden, niet ontvangt, stelt het het VCC van de vlaggenstaat hiervan onmiddellijk in kennis. Het VCC van de vlaggenstaat onderzoekt zo spoedig mogelijk waarom de ontvangst van de ERS-gegevens uitblijft en brengt het VCC van Guinee-Bissau op de hoogte van het resultaat van dat onderzoek.
7) Als er een mankement is in de transmissie tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat, meldt dit VCC dit onmiddellijk aan de kapitein of de exploitant van het vaartuig of hun vertegenwoordiger(s). Na ontvangst van deze kennisgeving stuurt de kapitein van het vaartuig de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat elke dag uiterlijk om 24:00:00 uur de ontbrekende gegevens toe via een daartoe geschikt telecommunicatiemiddel.
8) Bij een storing van het systeem voor elektronische transmissie dat aan boord van het vaartuig is geïnstalleerd, zorgt de kapitein of de exploitant van het vaartuig ervoor dat het ERS-systeem binnen tien dagen na de ontdekking van de storing wordt hersteld of vervangen. Na die termijn mag het vaartuig niet langer in de visserijzone vissen en moet het binnen 24 uur die zone verlaten of een haven van Guinee-Bissau aandoen. Het vaartuig mag die haven pas verlaten of pas naar de visserijzone terugkeren nadat het VCC van zijn vlaggenstaat heeft geconstateerd dat het ERS-systeem weer naar behoren functioneert.
9) Als Guinee-Bissau geen ERS-gegevens ontvangt door een storing van de elektronische systemen die onder toezicht van de Unie of Guinee-Bissau staan, neemt de betrokken partij onverwijld alle maatregelen die deze storing zo spoedig mogelijk kunnen verhelpen. De oplossing van het probleem wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van de andere partij.
10) Het VCC van de vlaggenstaat zendt het VCC van Guinee-Bissau om de 24 uur via een ter beschikking staand elektronisch communicatiemiddel alle ERS-gegevens door die de vlaggenstaat sinds de meest recente transmissie heeft ontvangen. Op verzoek van Guinee-Bissau kan dezelfde procedure worden toegepast bij een onderhoud dat langer dan 24 uur duurt en een weerslag heeft op de systemen die onder toezicht van de Unie staan. Guinee- Bissau waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat wordt aangenomen dat de vaartuigen van de Unie in overtreding zijn wat de transmissie van hun ERS-gegevens betreft. Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de ontbrekende gegevens worden ingevoerd in de elektronische databank die het overeenkomstig punt 3 bijhoudt.