HOE ONGEWENSTE ONKRUIDEN IN UW BEHEEROVEREENKOMST AANPAKKEN: TIPS
Versie juli 2024
HOE ONGEWENSTE ONKRUIDEN IN UW BEHEEROVEREENKOMST AANPAKKEN: TIPS
1. Wat kunt u doen om ongewenst onkruid te vermijden voorafgaand aan het sluiten van uw beheerovereenkomst?
Hou rekening met de historiek van het perceel. Had u eerder problemen met wortelonkruiden zoals akkerdistel op het perceel?
• Voer in het voorjaar en zomer een snijdende grondbewerking uit om de wortels zoveel mogelijk uit te putten (voor akkerdistel telkens bewerken wanneer de akkerdistel 7 à 10 blaadjes heeft).
• Leg dan het perceel eerst twee jaar in grasland/grasklaver om bvb. akkerdistel verder te verstikken voor u een beheerovereenkomst sluit of bekijk samen met uw bedrijfsplanner of u een ander geschikt perceel hebt.
2. Bij de inzaai van kruidenrijke randen, faunaranden en meerjarige bloemenakkers
• BELANGRIJK: Zaai (bij voorkeur) in de nazomer (tussen half augustus en half oktober). Het gras en de kruiden komen dan op in het najaar en vroeg in het voorjaar waardoor onkruiden minder kans hebben.
o Voer na de oogst van de hoofdteelt eventueel een grondbewerking uit die de bodemstructuur verbetert (bvb. (diep)woelen).
o Zaai als er geploegd wordt direct erna het mengsel in.
o Problemen met zuring kunt u na een vroeg geoogste teelt aanpakken door de wortelstokken met herhaalde bodembewerkingen aan de oppervlakte te brengen:
▪ Geschikte machines hiervoor zijn een precisiecultivator, “Xxx xxxxxx” of kvik-up.
▪ Het meest effectief is om na bewerking de oudere, losgemaakte planten op te rapen en af te voeren. Bij droge omstandigheden kunnen ze aan de oppervlakte uitdrogen als ze regelmatig losgemaakt worden.
▪ Stoppelploegen na de oogst is een optie maar zal niet verhinderen dat aanwezige wortelstokken of stukjes wortel opnieuw gaan uitschieten.
▪ De planten moeten minimaal 30 cm worden ondergeploegd en de ondergrond moet voldoende nat zijn om een goede afsterving te krijgen.
▪ Leg hierna nog één of twee keer een vals zaaibed aan met tussenpozen van 3 weken om nieuwe kiemplanten uit zaad te bestrijden.
• Zaai bij voorjaarsinzaai zo vroeg mogelijk of leg eventueel een vals zaaibed aan. Dat laatste zal door de uiterste inzaaidatum van 1 mei vaak niet mogelijk zijn tenzij het vroeg zonnig en droog is.
Wat met ongewenste kruiden in uw beheerovereenkomst? xxx.xxx.xx
o Zaai op lichtere gronden die vroeg geploegd worden in het voorjaar, zo vroeg mogelijk en direct na het ploegen om het onkruid voor te blijven.
o Zaai bij slechte opkomst en/of sterke onkruidconcurrentie na voorjaarsinzaai in de nazomer opnieuw in. Voer daarvoor vanaf half augustus een voldoende diepe grondbewerking uit of maai meerdere keren voor u opnieuw inzaait. Probeer in eerste instantie om de koppen van het onkruid weg te maaien door hoog te maaien. Als dat niet helpt, leg dan een vals zaaibed aan vanaf augustus en zaai opnieuw in voor half oktober.
o Bij zeer vroege inzaai kan eventueel een eerste maaibeurt (toppen) voor 1 mei.
• Zaai heel oppervlakkig.
• Rol de bodem aan. Doe dat zeker op droge of luchtige grond.
• Staan er al wortelonkruiden zoals akkerdistel op uw perceel voor het ploegen? Voer dan een vollevelds snijdende stoppelbewerking uit (met stoppelploeg of snijdende cultivator waarbij de messen overlappen) om die ondergronds af te snijden. Herhaal dat een paar keer. Het probleem zal daardoor niet volledig opgelost zijn. Maar het zorgt ervoor dat elk stukje wortel minder energie heeft om een nieuwe plant te vormen.
3. Na de inzaai van kruidenrijke randen en faunaranden
• Maai of mulch bij inzaai in de nazomer kort na de opkomst 1 of 2 keer op 8 tot 10 cm hoogte om bloei en zaadzetting van de onkruiden tegen te gaan. Meestal zijn de gewenste soorten uit het mengsel daarna voldoende gegroeid om de minder ongewenste soorten te onderdrukken.
• Maai of mulch kort na de opkomst 1 of 2 keer op 8 tot 10 cm hoogte en voor 1 juli bij inzaai in het eerste jaar van de overeenkomst om bloei en zaadzetting van de onkruiden tegen te gaan.
• Voor sommige beheerovereenkomsten zoals de beheerovereenkomst faunarand is een vroege maaibeurt in het voorjaar mogelijk (van 15 maart tot 30 april) voor de helft van de oppervlakte.
• Om uitbreiding van akkerdistel te voorkomen, kan u akkerdistel tijdig ondergronds afsteken of uittrekken zonder de bodem verder te roeren.
• Pleksgewijs maaien van akkerdistel kan, als u daarbij niet meer dan 5% van de oppervlakte van de beheerovereenkomst maait. Doe dat begin april en midden juni bij het verschijnen van de eerste bloemknoppen. Eens u start met maaien, maai dan telkens opnieuw als de planten 7 à 10 blaadjes hebben. Maai voldoende hoog af, om te vermijden dat er opnieuw blote grond ontstaat. Herhaal dat tot de rustperiode begin november.
• Om jakobskruiskruid te voorkomen, kan u het uittrekken of 2 keer per jaar maaien: een eerste keer na half juli voor de bloei en een tweede keer eind augustus begin september om de hergroei te verwijderen.
4. Bij faunavoedselgewassen
• Kies een concurrentiekrachtige graansoort en -ras met een snelle beginontwikkeling en een goede uitstoeling zodat ongewenste onkruiden minder makkelijk kunnen groeien.
o Bestel op tijd uw zaaizaad om de keuze voor niet-ontsmet zaad te kunnen meegeven of gebruik eigen geoogst zaaigoed.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 2 van 3
o De graansoorten in volgorde van competitiviteit: haver > rogge > gerst > tarwe. Een mix van graansoorten en/of rassen kan zorgen voor een meer robuust gewas met verschillen in rijping van graan.
o Lange graangewassen zoals rogge zijn meer concurrentieel voor distels.
o Van de zomergranen is haver het snelst groeiende graan gevolgd door tarwe en gerst. Gerst stoelt sterker uit dan tarwe en vormt daardoor een meer gesloten gewas.
• Ondervruchten bedekken de bodem en onderdrukken kiemend onkruid. In graan kan u witte klaver (5 kg/ha) inzaaien tot het einde van de uitstoeling. Dat kan met een zaaimachine of met een wiedeg. Het is belangrijk dat u zaait als de bodem voldoende vochtig is, en op 1 tot 1,5 cm diepte. Inwerken is niet altijd nodig. In de beginfase is het belangrijk dat de klaver zich vestigt. Als het graan begint af te rijpen, treedt meer licht toe en begint de klaver te groeien. Dat kan nuttig zijn voor veel eenjarige onkruiden maar is voor meerjarige (al aanwezige) ongewenste soorten doorgaans niet effectief.
• Bij ploegen is het aanbevolen om op voorhand een stoppelbewerking toe te passen om wortelonkruiden af te snijden en zo de reservestoffen in de wortel uit te putten.
• Bij problemen met (wortel)onkruiden, moet u tussen 15 maart en 15 april maximaal stoppelbewerkingen uit voeren. In dat geval zal 2e helft april moeten gezaaid worden.
• Bij aanwezigheid van akkerdistel zijn indien mogelijk meerdere vollevelds snijdende bewerkingen nodig met een cultivator met brede ganzevoet, een stoppelploeg of een Xxx xxxxxx. Voer de bewerkingen uit in droge grond met een interval van 2 tot 3 weken waarbij u bij de 2de bewerking dieper snijdt.
• Zaai in het 1ste of 3de jaar van de beheerovereenkomst vlinderbloemigen om ongewenste onkruiden te onderdrukken. Kies bij voorkeur voor (een mengsel met) rode klaver, Perzische klaver of Alexandrijnse klaver om de kans op een goede en snelle ontwikkeling te verhogen. Perzische klaver kan ook gemengd worden met Italiaans raaigras.
• Als de beheerovereenkomst voor het faunavoedselgewas op een deel van een perceel is gesloten, is het mogelijk die oppervlakte tijdens de looptijd van het contract binnen dat perceel van locatie te veranderen. Dat geldt ook voor de éénjarige bloemenakker. Dat biedt een extra opportuniteit om onkruiden te onderdrukken.
5. Akkerdistel en jakobskruidkruid
• Akkerdistel en jakobskruiskruid mechanisch bestrijden tot 5% van de oppervlakte is mogelijk maar niet verplicht. Vermijd bij mechanische bestrijding maximaal het broedseizoen zodat eventuele aanwezige vogels niet verstoord worden.
• Als het aandeel akkerdistel of jakobskruiskruid zeer groot wordt, is -na toestemming van de VLM- een afwijking mogelijk. Neem daarvoor contact op met uw bedrijfsplanner! We bieden volgende mogelijkheden aan:
o De maatregel éénmalig verplaatsen naar een ander geschikt perceel, met behoud van uw vergoeding. De voorwaarde daarvoor is dat het ander perceel minstens dezelfde oppervlakte heeft.
o Snijdende bodembewerkingen: daarmee kan u akkerdistels uitputten, met behoud van uw vergoeding.
o Chemische bestrijding is mogelijk als u daarvoor een afwijking aanvraagt die door de VLM wordt goedgekeurd. Bij goedkeuring wordt de vergoeding die u ontvangt, gehalveerd.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
pagina 3 van 3