Algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden
Onderwijsovereenkomst Aventus Lyceum
Algemene voorwaarden onderwijsovereenkomst1 Aventus Lyceum
• De studentenraad van Aventus heeft ingestemd met de model onderwijs- overeenkomst van Stichting Regio- naal Opleidingen Centrum Aventus;
• Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing;
• Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle lopende onderwijs- overeenkomsten binnen het Aventus Lyceum. Voorgaande versies van de algemene voorwaarden komen hiermee te vervallen.
• In gevallen waarin deze overeen- komst niet voorziet, beslist het College van Bestuur van Aventus na de student gehoord te hebben.
Artikel 1 Aard van de
overeenkomst
1. De algemene voorwaarden onderwijs- overeenkomst vormen samen met het opleidingsblad de onderwijsovereen- komst als bedoeld in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).
2. In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Bepalingen die specifiek gaan over de door de student te volgen opleiding staan in het oplei- dingsblad. Het opleidingsblad is een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘opleiding’ staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.
3. De opleidingsgegevens zoals opgenomen in artikel 2 van het opleidingsblad kunnen gedurende de
1 De artikelen in deze onderwijsovereen- komst behoren bij het opleidingsblad dat is ondertekend door student en instelling.
opleiding met wederzijdse instem- ming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek en met instemming van de student. De student beslist hierover na/in overleg met de mentor en/of begeleidingsdeskundige van de instelling. De instelling kan de student hierin altijd actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende de looptijd vervangen door een nieuw opleidingsblad, dat de instelling schriftelijk (op papier/digitaal) stuurt naar de student (of in geval van een minderjarige student ook naar zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger).
4. Als de student of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordi- ger(s), niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen tien schooldagen schriftelijk (op papier/digitaal) aan de instelling doorgeven. De opleidingsgegevens worden in een dergelijk geval gecorrigeerd en er wordt een nieuw opleidingsblad aan de student verstrekt of de student blijft in de opleiding zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe opleidingsblad het vorige opleidings- blad en wordt daarmee een onlosma- kelijk onderdeel van de onderwijs- overeenkomst.
5. De student en de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) kunnen het studentdossier inzien. Zie het studentenstatuut voor meer informa- tie.
Artikel 2 Inhoud en inrichting van de opleiding
1. De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Dit PTA wordt aan het begin van de opleiding aan elke student van de betreffende opleiding digitaal beschikbaar gesteld.
2. Een student kan met de instelling aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken kunnen aan het begin en/of tijdens het onderwijstraject worden gemaakt. De afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.
3. Elke student krijgt een mentor toegewezen waarmee op gezette tijden individuele gesprekken worden gevoerd. Tijdens het onderwijstraject zullen tussen de student en de mentor over de leer- en loopbaanbegeleiding nadere afspraken worden gemaakt.
4. Op grond van bewijsstukken kan een student volgens het examen- reglement vrijstelling aanvragen bij de examencommissie voor onderdelen van het examen. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in het examenreglement. De examen- commissie beslist hierover. Het bewijs van vrijstelling wordt opgenomen in het studentendossier en de student ontvangt een bewijs van de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de orde is, ook worden vermeld of de vrijstelling voor een bepaalde tijd geldig is.
Artikel 3 Tijdvakken en locaties
1. Aan het begin van en tijdens het onderwijstraject wordt het (periode-) rooster en de locaties tien werkdagen voor het begin van de lessen aan de
student digitaal bekend gemaakt.
2. De student is verplicht de opleidings- activiteiten volgens het geldende (individuele) rooster te volgen.
3. De instelling mag het rooster en de locaties om organisatorische en/of onderwijsinhoudelijke redenen wijzigen. De instelling spant zich in wijzigingen van het rooster en/of de locatie op tijd en voor aanvang van de les digitaal door te geven aan de student.
4. De instelling verwacht van de student dat hij/zij op tijd, dat wil zeggen voor het begin van de opleidingsactiviteit, op de locatie aanwezig is.
Artikel 4 Wederzijdse
inspanningsverplichting
1. De instelling organiseert het onder- wijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student de opleiding redelijkerwijs binnen de gestelde termijn met succes af kan ronden. Te weten voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleidingsblad staat.
2. De instelling draagt zorg voor het realiseren van de ingeroosterde lessen en andere activiteiten.
3. De student spant zich zo goed mogelijk in om de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleidingsblad staat. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk aan opleidingsactivitei- ten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
Artikel 5 Financiële verplichtingen
1. Aan het volgen van de opleiding zijn de wettelijke vastgestelde les- en/of cursusgelden verbonden.
2. De instelling bekostigt de opleidings-
activiteiten en de daarvoor benodigde inventaris die op basis van de betreffende opleiding noodzakelijk zijn om studenten in staat te stellen het onderwijs te volgen en het diploma te behalen.
3. De student verklaart door onder- tekening van de onderwijsovereen- komst kennis te hebben genomen van de lijst met onderwijsbenodigd- heden waar hij/zij voor aanvang van de opleiding over moet beschikken. De onderwijsbenodigdhedenlijst zal voor aanvang van de opleiding aan de student digitaal bekend worden gemaakt. Deze lijst heeft betrekking op boeken, licenties voor software en boeken, readers, rekenmachines en dergelijke. De student bepaalt zelf hoe en waar hij/zij deze onderwijs- benodigdheden aanschaft.
4. Daarnaast kan de instelling oplei- dingsactiviteiten aanbieden waarvoor de student zich op vrijwillige basis kan inschrijven, hoewel de instelling het belangrijk vindt dat iedereen deelneemt. Het kan hier betreffen: eendaagse excursies en/of meer- daagse excursies en/of een werk- week. Studenten die aan zo’n programma deelnemen betalen hier apart voor.
5. Verder kunnen studenten zich inschrijven voor activiteiten die geheel buiten het opleidingsprogramma plaatsvinden. De studenten die aan zo’n programma deelnemen betalen hier apart voor.
6. De inschrijving is niet afhankelijk van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde geldelijke bijdrage overeenkomstig artikel 8.1.4 van de WEB.
7. In voorkomend geval worden in een aparte regeling die als bijlage bij de onderwijsovereenkomst wordt gevoegd, en onderdeel uit gaat
maken van de onderwijsovereen- komst, afspraken gemaakt over het terugbetalen van voorschotten verstrekt door het bevoegd gezag om het wettelijk verplichte les- of cursus- geld te voldoen.
Artikel 6 Ziekte en afwezigheid
1. Als de student wegens ziekte of andere zwaarwegende persoonlijke omstandigheden opleidingsactivitei- ten niet kan volgen, moet hij/zij dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk op de ziektedag voor 8.30 uur aan de instelling melden. Deze melding wordt gedaan volgens afspraak bij de daartoe aangewezen persoon of de Aventus App.
2. De instelling kan de student in geval van (langdurige) ziekte vragen een verklaring van een arts te leveren, waarin staat dat de student wegens medische redenen de opleidings- activiteiten niet kan volgen.
3. Als een student, anders dan wegens ziekte, verhinderd is aan een oplei- dingsactiviteit deel te nemen, moet hij/zij uiterlijk twee werkdagen voor de desbetreffende opleidingsactiviteit verlof aanvragen via de Aventus App, onder opgave van reden(en).
4. De student die verlof heeft gekregen van de teammanager is verplicht de betreffende opleidingsactiviteit in te halen, tenzij anders is afgesproken.
5. Als de student onder de werking van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering valt en hij geduren- de een aaneengesloten periode van tenminste vijf weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, maakt de instelling daarvan een aantekening en doet zij melding aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, conform de in art. 8.1.7 Wet educatie en beroepsonderwijs
genoemde voorwaarden.
6. Als de student onder de Leerplichtwet valt en zonder geldige reden lestijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond gedurende zestien uren lestijd in een periode van vier weken, geeft de instelling dit zonder uitstel door aan het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
7. Studenten boven de 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben, worden volgens dezelfde termijnen als leerplichtige studenten gemeld bij het Digitaal Verzuimloket van DUO.
Artikel 7 Rechten en plichten van de student
1. Het bestuur van de instelling zorgt ervoor dat de instelling een studen- tenstatuut heeft als bedoeld in artikel
7.4.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
2. In het studentenstatuut staan de rechten en de plichten van de student.
3. De studentenraad heeft ingestemd met het studentenstatuut.
4. Door ondertekening verklaart de student kennis te hebben genomen van het studentenstatuut van de onderwijsinstelling. Het studenten- statuut staat op onze website: xxx.xxxxxxx.xx.
Artikel 8 Schorsing en verwijdering
1. Een personeelslid van de instelling kan onder verantwoordelijkheid van de sectordirecteur de student uit de opleidingsactiviteit verwijderen als deze een opleidingsactiviteit naar zijn/ haar oordeel verstoort.
2. Een personeelslid van de instelling kan onder verantwoordelijkheid van de sectordirecteur een student die zich binnen Aventus schuldig maakt aan racistisch, discriminerend,
seksueel intimiderend, agressief of gewelddadig gedrag uit de opleidings- activiteit verwijderen. Indien de student xxxxxxxx, kan dit uiteindelijk grond zijn om de student van Xxxxxxx te verwijderen.
3. Als de student zich niet aan de regels van de instelling houdt, zoals (onder meer) beschreven in het studenten- statuut, kan de teammanager bij dringende reden als ordemaatregel een student gedurende een periode van maximaal vijf dagen schorsen. Gedurende de schorsing wordt de student de toegang tot de gebouwen en de terreinen van Aventus ontzegd. Een schorsing kan eenmaal met maximaal vijf werkdagen worden verlengd, indien daartoe aanleiding bestaat.
4. De instelling kan de schorsing schriftelijk of mondeling doorgeven aan de student. De reden, startdatum en duur moeten worden vermeld. De instelling moet een mondelinge schorsing meteen schriftelijk bevesti- gen via een aangetekende brief. De hiervoor beschreven punten moeten dan ook worden vermeld.
5. Schorsing is tevens mogelijk voor de duur van de procedure tot verwijde- ring van een student van de instelling.
6. De student kan binnen tien werkda- gen na het opleggen van de schor- sing zijn reactie schriftelijk aan de instelling kenbaar maken.
7. De student kan van de instelling worden verwijderd als hij het studen- tenstatuut van de instelling over- treedt, nadat hij een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen en daarbij is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen en/ of nalaten of als hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag.
8. Het voornemen tot definitieve verwijdering wordt de student en
– indien hij/zij minderjarig is – zijn/ haar wettelijke vertegenwoordiger schriftelijk meegedeeld, met opgave van redenen.
9. De student wordt in de gelegenheid gesteld binnen vijf werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering zijn reactie daarop mondeling dan wel schriftelijk aan de sectordirecteur kenbaar te maken.
10. Binnen 10 werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering verzendt de sectordirec- teur gemotiveerd bij aangetekend schrijven zijn/haar besluit.
11. Beroep tegen het besluit tot definitie- ve verwijdering kan worden ingesteld bij de klachtencommissie van Aventus, Postbus 387, 7300AJ Apeldoorn. Meer informatie over de klachtencommissie en het indienen van een klacht is te vinden in de Klachtenregeling Aventus, deze is te vinden op xxx.xxxxxxx.xx.
12. Voor studenten op wie de Leerplicht- wet 1969 van toepassing is en voor examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1 lid 1 WEB, geldt dat de instelling in geval van verwijdering van de student ervoor zorgt dat een andere instelling bereid is de student toe te laten conform de artikelen 8.1.3 lid 5 WEB. Als de instelling aantoon- baar acht weken zonder succes heeft gezocht naar een andere instelling, kan die instelling in afwijking van het voorgaande tot definitieve verwijde- ring overgaan.
Artikel 9 Aansprakelijkheid
1. De instelling aanvaardt geen aan- sprakelijkheid voor schade als gevolg van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst op grond van schorsing en/of verwijdering van de student. De student heeft in dat geval geen recht op terugbetaling van
gemaakte kosten.
2. Met uitzondering van opzet of grove schuld is Xxxxxxx niet aansprakelijk voor verlies, diefstal, verduistering en/ of beschadiging van eigendommen van de student.
3. De aansprakelijkheid van de instelling voortvloeiende uit het verwijtbaar niet (behoorlijk) nakomen van deze overeenkomst, wordt gesteld op een bedrag maximaal overeenkomend met het les- of cursusgeld van het desbetreffende studiejaar, dan wel een evenredig deel daarvan als de opleiding eerder wordt beëindigd.
Artikel 10 Procedurevoorgeschillen
en klachten
1. Als de student vindt dat deze over- eenkomst onjuist of onzorgvuldig is toegepast kan hij zich in eerste instantie wenden tot de team- manager. Als de student en de teammanager er samen niet uitko- men, kan de student zich wenden tot de sectordirecteur dan wel een klacht indienen.
2. Als er geen passende oplossing is gevonden, heeft de student het recht een klacht in te dienen bij de klachtencommissie, zoals benoemd in het studentenstatuut Aventus. De klachtenregeling Aventus is digitaal beschikbaar.
3. Eventuele geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel beëindiging daarvan worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter van de vestigingsplaats van de instelling.
4. Voor klachten over besluiten van de examencommissie in het algemeen, kan de student zich wenden tot de commissie van beroep voor de examens van Aventus.
Artikel 11 Duur en beëindiging
overeenkomst
1. Deze overeenkomst treedt na ondertekening in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de opleiding zoals vermeld op het opleidingsblad.
2. De overeenkomst eindigt:
a. als de student de opleiding met succes heeft afgerond;
b. als de student zich laat uitschrijven of de instelling op eigen initiatief heeft verlaten;
c. als de instelling de student in een geval als opgenomen in het studentenstatuut van de opleiding verwijdert;
d. als de instelling niet langer in staat is de opleiding aan te bieden, waarbij de instelling zich inspant ervoor te zorgen dat de student de opleiding bij een andere instelling kan afmaken. Voor studenten die onder de leerplichtwet vallen is
bovendien artikel
8.1.3 lid 5 uit de WEB van kracht;
e. met wederzijds goedvinden;
f. bij overlijden van de student.
Artikel 12 Passend onderwijs
1. Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra begeleiding in het kader van de Wet passend onderwijs. Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereen- komst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een adden- dum bij de onderwijsovereenkomst neergelegd. Deze maakt onlos- makelijk onderdeel uit van deze onderwijsovereenkomst.
2. De student levert de instelling de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteunings- behoefte zodat de instelling deze ondersteuning kan bieden. Wanneer blijkt dat hij/zij deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteu- ning ook niet opgenomen in (de bijlage bij) de onderwijsovereen- komst. De instelling hoeft de noodza- kelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbe- hoefte heeft, kan de instelling zelf vaststellen of zij hieraan alsnog tegemoet kan komen.
Artikel 13 Nieuwe overeenkomst
1. Als een student die een opleiding aan de instelling met succes heeft afgerond en/of om andere redenen de instelling heeft verlaten, besluit om een nieuwe opleiding aan de instel- ling te volgen, wordt een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.
Artikel 14 Toepasselijke regelingen
1. Naast de bepalingen in deze over- eenkomst en voor zover niet in strijd met deze overeenkomst is de volgende regeling van toepassing, zoals luidend en aan de student bekend gemaakt op de datum van ondertekening van de onderwijsover- eenkomst:
• Studentenstatuut Aventus
2. De bovenstaande regeling is in te zien op onze website: xxx.xxxxxxx.xx.
Meer informatie?
Versie September 2019