In deze openbare versie van de aanvraag voor goedkeuring zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
In deze openbare versie van de aanvraag voor goedkeuring zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
Zorgspecifieke concentratietoets
Aanvraagformulier
Ten behoeve van de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring voor een concentratie als bedoeld in artikel 49a, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg.
Hierbij verklaren de rechtsgeldig vertegenwoordigers van de in dit document genoemde betrokken organisaties dat dit document naar waarheid is ingevuld.1
Stichting St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (St. Xxxxxxxx) […], lid Raad van Bestuur Adres: Xxxxxxxxxxxx 0, 0000XX, Xxxxxxxxxx Telefoonnummer: 088-3203000 KvK-nummer:41177415 Nieuwegein, 21 november 2017 Handtekening | Stichting Diakonessenhuis […], lid Raad van Bestuur Adres: Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX, Xxxxxxx Telefoonnummer: […] KvK-nummer: 30172727 Utrecht, 21 november 2017 Handtekening |
1 Dit formulier gaat uit van maximaal twee betrokken organisaties. Indien meer organisaties betrokken zijn, kunt u de handtekeningvelden kopiëren.
Artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) bepaalt dat het voor zorgaanbieders verboden is een concentratie tot stand te brengen voordat de concentratie is goedgekeurd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit formulier dient ertoe de goedkeuring van een concentratie bij de NZa aan te vragen. De aanvraag tot goedkeuring van de concentratie is een aanvraag zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Dit aanvraagformulier bevat tevens de vragen die beantwoord moeten worden in de effectrapportage, zoals vereist op grond van artikel 49b Wmg.
PROCEDURE
− Per onderdeel vult u het formulier volledig en naar waarheid in.
− Het aanvraagformulier dient zelfstandig leesbaar te zijn. Er kan niet worden volstaan met verwijzingen naar bijlagen en andere documenten.
− Het aanvraagformulier, inclusief bijlagen, kan per e-mail worden verzonden aan xxxx@xxx.xx, onder vermelding van “Zorgspecifieke concentratietoets”.
Een e-mail kan niet groter zijn dan 20mb. U kunt de aanvraag in meerdere e-mails sturen.
− Wij verzoeken u ons het aanvraagformulier zowel in PDF-format als in Word-format toe te sturen. Indien deze versies van elkaar afwijken, wordt de PDF versie als origineel gehanteerd.
− Indien gewenst kunt u het aanvraagformulier, inclusief bijlagen, ook per post versturen aan: Nederlandse Zorgautoriteit
T.a.v. team zorgspecifieke concentratietoets
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXX
− De NZa besluit, conform artikel 49c, eerste lid, Wmg, in beginsel binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.
− Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor de beoordeling, zal de NZa de aanvrager in de gelegenheid stellen de aanvraag aan te vullen. De hierboven genoemde termijn voor het nemen van het besluit wordt daarmee opgeschort.
PUBLICATIE
In geval de NZa goedkeuring verleent aan de concentratie, wordt naast het besluit ook de aanvraag gepubliceerd, conform artikel 49c, vierde lid, Wmg.
Gegevens die ingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking in aanmerking komen, worden niet openbaar gemaakt. U dient de informatie die u als vertrouwelijk beschouwt duidelijk herkenbaar te maken. Van iedere passage die u vertrouwelijk acht dient u de vertrouwelijkheid ervan te motiveren.
CONTACT
Voor vragen over de zorgspecifieke concentratietoets kunt u telefonisch contact opnemen met de NZa (000 000 00 00) of contact opnemen via e-mail (xxxx@xxx.xx), onder vermelding van
“Zorgspecifieke concentratietoets”
ONDERDEEL I – Bij de concentratie betrokken organisaties
Dit formulier gaat uit van maximaal twee betrokken organisaties. Indien meer organisaties betrokken zijn, kunt u de vragenlijst van onderdeel I.1 kopiëren.
Als betrokken organisaties worden beschouwd (meer informatie vindt u in paragraaf 1.2 van de Toelichting):
− Bij fusie: de fuserende organisaties.
− Bij verkrijging van zeggenschap over een organisatie of een deel daarvan: de organisatie die zeggenschap verkrijgt en de organisatie, of het deel daarvan, waarover zeggenschap wordt verkregen.
− Bij een openbaar bod: de organisatie die beoogt zeggenschap te verkrijgen en de organisatie die doelwit is van het bod.
− Bij een nieuw op te richten gemeenschappelijke organisatie: de oprichtende organisaties.
− Bij een wijziging in de zeggenschap in een bestaande gemeenschappelijke organisatie: de organisaties die na de concentratie zeggenschap hebben over de gemeenschappelijke organisatie en de gemeenschappelijke organisatie zelf.
I.1 Organisatie 1
(statutaire) naam organisatie: Stichting St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx |
Nummer Kamer van Koophandel: 41177415 |
Zorgaanbieder: ja |
Indien zorgaanbieder: deze zorgaanbieder doet door 5700 personen zorg verlenen. |
Meer informatie over het aantal personen vindt u in paragraaf 1.4 van de Toelichting
Contactpersoon
Indien de contactpersoon niet de rechtsgeldig vertegenwoordiger is: voeg machtiging bij.
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxxx |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter ondernemingsraad
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | |
Postadres | Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxxx |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter cliëntenraad
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | […] |
Telefoonnummer | […] |
Geef een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van deze organisatie en in welke zorgsector de organisatie actief is.
St. Xxxxxxxx (stAZ) is actief op het gebied van klinische-, niet klinische en topklinische ziekenhuiszorg. Het verlenen van medische en verpleegkundige zorg en onderzoek en opleiding zijn de belangrijkste activiteiten. Vrijwel alle specialismen zijn vertegenwoordigd in het ziekenhuis. Het ziekenhuis staat bekend om zijn expertise op het gebied van behandeling van patiënten met hart- , vaat-, longziekten en kanker. Op laatst genoemde expertisegebieden heeft het ziekenhuis een supraregionale functie. Per 1 januari 2016 is het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis (ZHZ) gefuseerd met het St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx. De naam van het fusieziekenhuis is onveranderd St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx. Tot 2018 wordt op drie locaties van het fusieziekenhuisklinische zorg aangeboden, te weten in Woerden, Utrecht en Nieuwegein. Als onderdeel van de fusie wordt om kwaliteits- en veiligheidsredenen per 2018 de klinische zorg geconcentreerd op de locaties Utrecht en Nieuwegein. |
Het Pathologie laboratorium bevindt zich op locatie Nieuwegein. De vrijgevestigd medisch specialisten van StAZ, waaronder de pathologen, zijn verenigd in het Coöperatief Medisch Specialistische Bedrijf Sint Xxxxxxxx Ziekenhuis U.A. (“MSB StAZ”). De pathologen zijn ook aandeelhouder van Pathologie DNA B.V. Pathologie DNA B.V. is voortgekomen uit de maatschappen pathologie van het Xxxxxx Xxxxx Ziekenhuis, StAZ en Rijnstate. Pathologie DNA B.V. en (de laboratoria voor pathologie van) het Xxxxxx Xxxxx z\ziekenhuis, StAZ en Rijnstate werken samen in het samenwerkingsverband Pathologie DNA. Doel van deze samenwerking is om nog beter te voldoen aan de toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardige diagnostiek , up-to-date technieken en alle voorkomende subspecialisaties, zonder dat de laboratoria juridisch of organisatorisch zijn samengevoegd. Dit wordt bewerkstelligd door onder andere een gezamenlijk inkoop, het terughalen en gezamenlijk uitvoeren van uitbesteed onderzoek, het gezamenlijk inschrijven op aanbestedingen en concentreren van diagnostiek. Binnen de samenwerking wordt gewerkt met één apparatuurlijn, uniforme werkprocessen, één kwaliteitssysteem en één ICT-omgeving. |
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
StAZ is actief op het gebied van klinische-, niet-klinische en topklinische ziekenhuiszorg en heeft 4 vestigingen in Utrecht (de locatie Utrecht aan de Soestwetering 1, de locatie Overvecht aan de Neckardreef 6, de locatie De Meern aan de Van Lawick van Pabstlaan 12 en de locatie Vleuten aan de Middenburcht 116), een vestiging in Nieuwegein aan de Koekoekslaan 1, een vestiging in Woerden aan de Polanerbaan 2, een vestiging in Houten aan het Hofspoor 2 en een vestiging in Mijdrecht aan de Hoofdweg 1. De locaties in Utrecht aan de Soestwetering e in Nieuwegein bieden een uitgebreid specialistisch zorgaanbod. Er worden reguliere onderzoeksfuncties en diagnostiek aangeboden en er zijn poliklinieken en verpleegafdelingen aanwezig. De locatie biedt 24 uur per dag, 7 dagen in de week medische topzorg. Op de locaties is spoedeisende hulp aanwezig. In het bijzonder is er in Utrecht uitgebreide ervaring en expertise op het gebied van kanker. In Nieuwegein is er bijzonder uitgebreide ervaring en expertise op het gebied van hart- en vaatziekten, longziekten en kanker. Het fusieziekenhuis is momenteel doende de lateralisatie van zorg per 1 januari 2018, als uitwerking van de fusie tussen StAZ en ZHZ per 1 januari 2016, voor te bereiden. Dit heeft gevolgen voor het zorgverleningsprofiel van de huidige klinische locatie Woerden. Per 1 januari 2018 zal daar de klinische en acute zorg verdwijnen, deze zal worden geconcentreerd op de locaties Utrecht en Nieuwegein. De locatie Woerden wordt per 2018 een brede polikliniek voor alle specialismen inclusief orthopedie, met brede diagnostiek als MRI, CT en functieonderzoek en bepaalde soorten dagbehandeling. De locaties Houten en Overvecht zijn poliklinieken. De locatie De Meern is het gespecialiseerde centrum voor spataders en andere aderafwijkingen. De locatie in Utrecht (Middenburcht 116) betreft een polikliniek in Zorgpoort Leidsche Rijn, waar ook diverse faciliteiten voor diagnostisch onderzoek aanwezig zijn (röntgen, RCG, echografie, fundusfoto’s en bloedafname). Diverse specialismen houden een dagdeel (soms meer) in de week spreekuur op de locatie waaronder gynaecologie, neurologie, radiologie, chirurgie, kindergeneeskunde, interne geneeskunde, dermatologie, geriatrie, longgeneeskunde, reumatologie en KNO. Een vergelijkbare polikliniek is er |
in De Ronde Venen. Patiënten kunnen daar terecht voor cardiologie, chirurgie, diabetesspreekuur, dermatologie, geriatrie, gynaecologie, interne geneeskunde, kindergeneeskunde, KNO, neurologie en orthopedie, alsmede bloedafname en diëtetiek. De lateralisatie van zorg die per 1 januari 2018 plaatsvindt heeft geen invloed op de integratie van de pathologie laboratoria en er bestaan ook geen wederzijdse afhankelijkheden in beide trajecten. Op de locatie Woerden is al langere tijd geen Pathologie laboratorium meer aanwezig. De Pathologie zorg voor Woerden werd al uitgevoerd door het Pathologie laboratorium in Nieuwegein. Het pathologie laboratorium Nieuwegein blijft op de huidige locatie zitten. Beide trajecten worden onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. De pathologie zorg die nu en na de lateralisatie nodig is, kan geleverd worden vanuit het huidige laboratorium en na integratiedatum van de laboratoria vanuit het geïntegreerde pathologie laboratorium. |
I.2 Organisatie 2
(statutaire) naam organisatie: Stichting Diakonessenhuis |
Nummer Kamer van Koophandel: 30172727 |
Zorgaanbieder: ja |
Indien zorgaanbieder: deze zorgaanbieder doet door 2700 personen zorg verlenen. |
Meer informatie over het aantal personen vindt u in paragraaf 1.4 van de Toelichting
Contactpersoon
Indien de contactpersoon niet de rechtsgeldig vertegenwoordiger is: voeg machtiging bij.
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
E-mailadres […] |
Postadres Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxx |
Telefoonnummer Telefoonnummer |
Voorzitter ondernemingsraad
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
Postadres Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxx |
Telefoonnummer […] |
Voorzitter cliëntenraad
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
Postadres Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxx |
Telefoonnummer Telefoonnummer |
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
In Utrecht richt het Diakonessenhuis op acute en complexe zorg voor stad en streek; In Zeist richt het Diakonessenhuis zich op niet spoedeisende en planbare laagcomplexe zorg; In Doorn biedt het Diakonessenhuis poliklinische voorzieningen aan. Het Pathologie laboratorium van het Diakonessenhuis, dat zich fysiek in Utrecht bevindt, richt zich op de regio Utrecht (en Zeist) en Rivierenland. Het Diakonessenhuis levert in opdracht van en aan Stichting Interconfessionele Stichting Gezondheidszorg Rivierenland (ziekenhuis Rivierenland Tiel) ook pathologie zorg. Na de integratie van de laboratoria zal StAZ de pathologiediagnostiek aan Ziekenhuis Rivierenland Tiel leveren (zie bijlage 1g) |
I.3 Beschrijf het karakter van de concentratie en vermeld de overeenkomsten en andere documenten waar de concentratie op berust (voeg deze overeenkomsten en andere documenten bij).
Gaat het om een fusie, verkrijging van zeggenschap, de totstandbrenging van een gemeenschappelijke organisatie (zie artikel 27 Mededingingswet)?
Meer informatie over het begrip concentratie vindt u in paragraaf 1.1 van de Toelichting
a. De voorgenomen concentratie betreft een concentratie in de zin van:
☐ artikel 27, eerste lid, onder a, van de Mededingingswet (fusie).
☒ artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (wijziging van zeggenschap).
☐ artikel 27, tweede lid, van de Mededingingswet (gemeenschappelijke onderneming).
b. Beschrijf het karakter in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet.
De voorgenomen concentratie betreft de integratie van het Pathologie laboratorium van het Diakonessenhuis in het Pathologie laboratorium van het St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx. Daarmee verkrijgt het StAZ zeggenschap door middel van overname van activiteiten, activa en passiva van het Pathologie Laboratorium van het Diakonessenhuis. De intentie tot integratie is reeds vastgelegd in april 2015. Uitwerking van deze plannen heeft ruim 2 jaar geduurd. Belangrijke reden hiervoor was de bestuurswisseling die eind december 2015 – april 2016 in het Diakonessenhuis heeft plaatsgevonden. Het nieuwe bestuur heeft tijd genomen zich eerst zelf te oriënteren op dit onderwerp. In juli 2016 heeft de Raad van Bestuur groen licht gegeven voor een uitvoering van fase 1, te weten een uitwerking van het governancemodel, een business case en een verdieping voor de gevolgen van de medewerkers, met als uiteindelijke conclusie dat partijen de eerder uitgesproken intentie waar wilden maken. Op basis daarvan heeft verdere uitwerking plaats gevonden met als resultaat een getekende samenwerkingsovereenkomst per 20 november 2017. Het Diakonessenhuis en StAZ zijn deze samenwerkingsovereenkomst aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat zij goedkeuring voor de voorgenomen concentratie verkrijgen van de NZa uit hoofde van de Wet marktordening gezondheidszorg. |
c. Op welke documenten berust de concentratie.
☐ Intentieovereenkomst (bijvoegen).
☐ Koopovereenkomst (bijvoegen).
☐ Statuten(wijziging) (bijvoegen).
☒ Xxxxxx, namelijk: Samenwerkingsovereenkomst (bijvoegen).
ONDERDEEL II – Effectrapportage
Dit onderdeel bevat de effectrapportage, zoals bedoeld in artikel 49b Wmg.
De NZa zal beoordelen of deze rapportage voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van debeoogde concentratie.
II.1 Vermeld de doelstellingen van de voorgenomen concentratie.
Wat willen de betrokken organisaties bereiken met de concentratie? (Zie paragraaf 2.1 van de Toelichting)
Het St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx en het Diakonessenhuis delen de visie dat individuele (kleinere) pathologie laboratoria onvoldoende mogelijkheden hebben om de ontwikkelingen die zich binnen de pathologie voordoen, op een goede manier in de laboratoria te integreren. Bij de pathologie zien we, net als bij andere specialismen, dat het werken met aandachtsgebieden en subspecialismen noodzakelijk is om zorg te leveren die kwalitatief van hoog niveau is en om blijvend innovatief te zijn. Om dit te kunnen doen is het nodig dat de groep pathologen groot genoeg is om deze aandachtsgebieden te kunnen coveren. Daarnaast ontwikkelen innovatieve technieken, waaronder de moleculaire diagnostiek, zich in hoog tempo. Om het werken met aandachtsgebieden goed te ondersteunen zijn digitalisering en automatisering onontbeerlijk, maar de kosten hiervan zijn dermate hoog, dat dit alleen in grote laboratoria of samenwerkingsverbanden gerealiseerd kan worden.
Een andere ontwikkeling die we zien is dat van de ene kant gevraagd wordt om innovatief te zijn en hoge kwaliteit te leveren, terwijl daar tegenover staat dat de proceskosten zo laag mogelijk moeten zijn. Voor een kleiner lab is het steeds moeilijker om hier aan te kunnen voldoen.
Het Diakonessenhuis heeft de afweging gemaakt tussen zelfstandig een aantal grote investeringen aan te gaan (verbouwing, digitalisering, automatisering) of dit in gezamenlijkheid met een ander lab te doen. Op basis hiervan hebben beide ziekenhuizen besloten om de beide pathologie laboratoria te integreren binnen het StAZ. Door deze integratie ontstaat een groter laboratorium in Nieuwegein. Dit geeft de mogelijkheid om met gereduceerde kosten voor investeringen, materiaal en personeel kwalitatief hoogwaardige diagnostiek te verrichten.
II.2 Vermeld de redenen om te kiezen voor een concentratie.
Welke alternatieven zijn in beschouwing genomen? Waarom heeft de concentratie de voorkeur gekregen? (Zie paragraaf 2.1 van de Toelichting)
Vanwege het feit dat volumevergroting een voorwaarde is om de geschetste landelijke ontwikkelingen het hoofd te bieden is samenwerking / integratie de enige optie om bovengenoemde doelstellingen te bereiken. Het Diakonessenhuis heeft zich breder georienteerd maar uiteindelijk is na een uitgebreid overleg deze samenwerking tot stand gekomen. Omdat het voornemen voor het uitvoeren van deze integratie al langer onderwerp van gesprek was is in het Diakonessenhuis ook rekening gehouden met deze optie en zijn de desinvesteringen die met deze concentratie gemoeid zijn minimaal. |
II.3 Beschrijf de structuur van de organisatie, voor en na de concentratie. Voeg organogrammen toe van de oude en de nieuwe structuur.
Het gaat hier zowel om de structuur van eigendom, de bestuurlijke structuur en de bijbehorende verantwoordelijkheidsverdeling, alsook de organisatiestructuur. (Zie paragraaf 2.2 van de Toelichting)
De organisatievorm van StAZ zoals momenteel van toepassing blijft ongewijzigd. Het pathologie laboratorium van het Diakonessenhuis wordt geïntegreerd in het pathologie laboratorium van het StAZ.
De over te nemen activiteiten zullen worden ondergebracht binnen het bestaande aansturingsmodel van de afdeling Pathologie: deze valt onder het afdelingshoofd Pathologie die rapporteert aan de manager en medisch manager van StAZ en de andere DNA ziekenhuizen. De samenwerking binnen Pathologie DNA wordt aangestuurd vanuit de besturen van het samenwerkingsverband St. Xxxxxxxx ziekenhuis, Rijnstate Ziekenhuis en Xxxxxx Xxxxx Ziekenhuis. StAZ betrekt Diak bij deze aansturing op de wijze zoals weergegeven in de samenwerkingsovereenkomst.
II.4 Beschrijf onder a t/m i de gevolgen van de concentratie voor de cliënt en het integratie-
/veranderproces met betrekking tot de zorgverlening.
Ga bij beantwoording van de vragen a t/m h uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomend veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd. (Zie paragraaf 2.3 van de Toelichting)
a. Geef aan wat er verandert in het aanbod van zorg en welke gevolgen dit heeft voor de zorgverlening aan de cliënt.
Denk hierbij aan de vraag of (een deel van het) zorgaanbod vervalt, of dat het zorgaanbod juist wordt uitgebreid als gevolg van de concentratie.
Het spectrum van de aangeboden diagnostiek binnen het StAZ verandert niet door de integratie. Wel is het zo dat de medisch specialisten van het Diakonessenhuis de beschikking krijgen over een breder aanbod dan voorheen, doordat het laboratorium van StAZ beschikt over een breder spectrum aan diagnostiek. Het aanbod wordt wel anders ingericht: De gehele uitvoering van de diagnostiek zal plaatsvinden in het laboratorium van het StAZ, dan wel binnen een van de laboratoria van de DNA ziekenhuizen. In het Diakonessenhuis blijft een |
ontvangstbalie achter. Daarnaast zullen de geplande vriescoupes worden uitgevoerd in het Diakonessenhuis. De niet-geplande vriescoupes worden in het lab van het StAZ uitgevoerd. |
De patiënten van het Diakonessenhuis blijven aldaar patiënt, waardoor er voor hen geen zichtbare en merkbare veranderingen optreden. De enige wijziging die plaatsvindt is dat de pathologie diagnostiek – met uitzondering van de geplande vriescoupes - niet meer in het Diakonessenhuis plaatsvindt maar op een andere locatie, namelijk in het St Xxxxxxxx Ziekenhuis. De behandelrelatie van het Diakonessenhuis met de patiënt blijft dus intact. De integratie van de organisaties zal zich uitstrekken over een periode van 4 tot 5 maanden. De primaire processen van de afzonderlijke laboratoria zijn vergelijkbaar, maar moeten wel op elkaar worden afgestemd (zie II.4b hierna). Het Diakonessenhuis en StAZ hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop de pathologie dienstverlening na de integratie van de laboratoria door StAZ zal worden geleverd (zie bijlage 8 SOK). Uitgangspunt is dat de kwaliteit en continuïteit van zorg aan patiënten van het Diakonessenhuis na de integratie van de laboratoria van minstens eenzelfde niveau is als in de huidige situatie. Ten aanzien van de werkzaamheden is verder afgesproken dat na de integratie in de diagnostiektijden geen verandering zal optreden en dat de pathologen ook fysiek of via videoconferencing aanwezig zijn bij patiëntbesprekingen van specialisten in het Diakonessenhuis. Om ervoor te zorgen dat de integratie soepel verloopt en de laagdrempeligheid te bevorderen, zullen de pathologen die nu werkzaam zijn voor het Diakonessenhuis in de eerste fase na de integratie als aanspreekpunt fungeren voor de medisch specialisten uit het Diakonessenhuis. |
De medewerkers in dienst van het Diakonessenhuis en werkzaam op de afdeling pathologie zullen van rechtswege, met behoud van arbeidsvoorwaarden , op grond van overgang van onderneming over gaan naar StAZ. Er zijn afspraken gemaakt over het te hanteren Sociaal Plan en het Sociaal Overdrachtsprotocol (ten aanzien van reis- en parkeerkosten). De integratie van de pathologielaboratoria heeft geen gedwongen ontslagen tot gevolg. De pathologen van het Diakonessenhuis zullen het lidmaatschap van het Coöperatie Medisch Specialistisch bedrijf Domstad U.A. (“MSB Diak”) beëindigen en lo9d worden van het MSB StAZ. Daarnaast zullen zij aandeelhouder worden van Pathologie DNA B.V.. |
b. Geef aan of zorgprocessen worden (her)ingericht en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. Denk bijvoorbeeld aan de volgende vragen: In hoeverre verschillen de zorgprocessen van de betrokken organisaties van elkaar? Hoe wordt hiermee omgegaan? In hoeverre worden de zorgprocessen gewijzigd en/of op elkaar afgestemd?
Door de integratie van beide pathologielaboratoria veranderen de zorgprocessen niet. Onderdeel van de integratie is dat onderzocht wordt of er een uniforme lab-werkwijze ontwikkeld moet worden voor de medewerkers van het Diakonessenhuis en het StAZ. Dit zal voorafgaand aan de integratie plaats vinden. Deze werkwijze wordt ook afgestemd in Pathologie DNA verband. Beide laboratoria werken reeds vanuit ISO richtlijnen. Het Diakonessenhuis is al CCKL geaccrediteerd en heeft recent de transitie audit naar ISO doorgemaakt, StAZ heeft reeds een ISO certificering. Daardoor zijn werkwijzen in hoge mate geprotocolleerd en gedeeltelijk overeenkomend. Het gaat dus vooral over kleinere aanpassingen in de te gebruiken protocollen |
(zie separate bijlage hierover “Werkgroep processen en methoden Integratie Pathologie Diakonessenhuis en St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx”). De medewerkers van beide pathologie laboratoria zijn actief betrokken bij dit proces. Een verschil in werkwijze brengt altijd een risico met zich mee, welke is beschreven onder i (naast andere risico’s). Als een risico is onderkend worden maatregelen genomen om de kans op het voorkomen van het risico te verkleinen / te voorkomen. Om de impact in te schatten worden inventarisaties uitgevoerd om te kijken of en waar er verschillen zijn en hoe deze vóór de start kunnen worden weggenomen. Voor patiënten heeft de standaardisatie van werkwijzen geen gevolgen. De afspraken richten zich op standaardisatie van handelingen van analisten en pathologen tijdens het diagnostisch proces, om eenduidigheid in handelen te garanderen en daarmee de kwaliteit te verhogen. Door de integratie wordt het mogelijk de verworven accreditaties in gezamenlijkheid op te pakken en te verlengen. Op dit moment wordt er binnen StAZ al pathologie diagnostiek uitgevoerd voor het Diakonessenhuis. Zowel voor spoed als reguliere bepalingen geldt dat de vervoersafspraken die gemaakt zijn ruim voldoen om aan de gestelde kwaliteitseisen op gebied van tijd en logistiek te voldoen. |
c. Geef aan of het aantal locaties waar zorg wordt verleend wijzigt en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vragen: Komen er locaties bij, worden er locaties afgestoten of blijft het aantal locaties gelijk? Welke gevolgen heeft dit voor de cliënt (bijvoorbeeld in reistijd, andere zorgverleners, andere processen)?
Het aantal locaties waar zorg wordt verleend wijzigt niet, beide organisaties houden hun eigen patiënten. Ook zullen de multidisciplinaire overleggen op de beide locaties plaatsvinden. Wat verandert is het aantal locaties waar pathologie diagnostiek wordt verricht, dit vermindert doordat in het Diakonessenhuis geen diagnostiek meer plaats zal vinden. Voor de medewerkers betekent dit één werklocatie en voor de patiënten heeft dit (zoals hierboven beschreven) geen gevolgen. |
d. Geef aan welke verplaatsingen van zorgaanbod zijn voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vraag hoe het zorgaanbod wordt verdeeld tussen locaties?
De gehele pathologie diagnostiek zal plaatsvinden in het laboratorium van het StAZ, dan wel binnen een van de laboratoria van de DNA ziekenhuizen. In het Diakonessenhuis blijft een ontvangstbalie achter. Daarnaast zullen de geplande vriescoupes worden uitgevoerd in het Diakonessenhuis. De niet-geplande vriescoupes worden in het laboratorium van het StAZ uitgevoerd. Bij geplande vriescoupes zal een analist op locatie Diakonessenhuis aanwezig zijn. Voor de patiënten heeft dit geen gevolgen. |
e. Geef aan of er wijzigingen van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties worden voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vragen: In hoeverre wordt zorgverlening samengevoegd als gevolg van de concentratie? Verandert de schaalgrootte om een andere reden? Wat merkt de cliënt van de wijziging van de schaalgrootte?
Door de integratie van de laboratoria wordt het laboratorium van het StAZ groter. De omvang neemt met een factor van ~35% toe. Het vergroten van de schaal leidt tot het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de pathologiezorg binnen het Diakonessenhuis en StAZ en een breder scala aan pathologie diagnostiek dat kan worden geboden aan de patiënten van het Diakonessenhuis. Er zijn geen negatieve consequenties voor patiënten te verwachten. De schaalgrootte heeft voor de medewerker tot gevolg dat er meer specialisatie mogelijk is. |
f. Beschrijf de veranderingen in de organisatie van zorgverlening.
Denk bijvoorbeeld aan integratie van maatschappen en/of medische afdelingen.
De beoogde integratie leidt tot een tweetal veranderingen in de organisatie van de zorgverlening.
• De pathologen van het Diakonessenhuis zullen toetreden tot de maatschap Pathologie – DNA B.V.
• De medewerkers van de afdeling Pathologie van het Diakonessenhuis zullen via Overgang van Onderneming een nieuwe werkgever krijgen, namelijk het StAZ.
Transitie van de medewerkers loopt via het Sociaal Plan en een gezamenlijk opgesteld Sociaal Overdrachtsprotocol. Er zal geen boventalligheid ontstaan door de integratie.
• De leidinggevende structuur ondergaat een verandering door de integratie. Zie II.5a hierna.
g. Geef aan of andere wijzigingen worden voorzien met gevolgen voor de cliënt en welke gevolgen deze wijzigingen hebben voor de cliënt.
Voor de pathologie diagnostiek worden geen andere wijzigingen voorzien die gevolgen kunnen hebben voor de patiënt. |
h. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a tot en met f hierboven te realiseren en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
De beoogde integratiedatum is januari-april 2018. Stappenplan: Q3 2017: -Voorbereiden verbouwing bij pathologie StAZ middels Voorlopig Ontwerp, Definitief Ontwerp en aanbesteding verbouwing bij aannemers. -Voorbereiding koppeling ICT systemen Q4 2017: -Start verbouwing -Uitwerken plaatsingsplan medewerkers -Uniformeren protocollen -Vorming nieuwe teams Q1 2018: -Start verbouwing 8 januari |
-Integratie Medewerkers -Juridische fusie januari 2018 -Fysieke integratie april 2018 -Integratie Pathologen januari 2018 -Integratie ICT systemen maart/april 2018 -Afronden verbouwing maart 2018 -Verhuizing april 2018 |
i. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen. Geef aan welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Besteed hierbij specifiek aandacht aan de risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg.
Mogelijk knelpunt | Oplossingsrichting |
Verschil in werkwijze | Inventarisatie van werkwijzen in de beide huizen om vast te stellen of en zo ja welke verschillen er zijn. Dit geldt zowel voor de afdeling als voor de maatschap pathologie. |
Onvoldoende tijd om medewerkers van het Diakonessenhuis in te werken en te scholen | In Q4 procedures en werkwijzen op elkaar afstemmen en aan de hand hiervan een scholingsplan maken. In de roosters rekening houden met tijd die nodig is om kennis op orde te brengen. |
ICT infrastructuur | Om te borgen dat uitslagen tijdig beschikbaar zijn en MDO’s in het Diakonessenhuis ondersteund kunnen worden is een goede infrastructuur noodzakelijk. Voor ICT moet een goed PvE komen, waarin naast aandacht voor de migratie van de data naar de nieuwe LMS omgeving, ook aandacht is voor privacy en datalekken. |
Overdracht van patiëntgegevens niet op orde | Een actuele testomgeving is een kwaliteitseis. Zonodig kiezen voor een tussentijdse oplossing als er onvoldoende garanties zijn dat de nieuwe omgeving verantwoord en veilig is |
Patiënten proces ondervindt hinder van de overgang | - Expliciete toetsing bij GO/NOGO momenten - Instellen operationeel team en experts gedurende de overgang |
Bouw vertraagt | Indien de bouw vertraagt vindt fysieke integratie later plaats. Dit is niet onoverkomelijk maar onprettig voor medewerkers. |
II.5 Beschrijf het integratie-/veranderproces met betrekking tot de ondersteunende afdelingen/processen (onder meer HR, ICT, (zorg)administratie, facilitair bedrijf, financiën). (Zie paragraaf 2.3 van de Toelichting)
a. Beschrijf de belangrijke veranderingen die gaan plaatsvinden na de concentratie.
HR: Omdat de integratie gepaard gaat met een Overgang van Onderneming hoeft er geen reorganisatie plaats te vinden. Er ontstaat geen boventalligheid, doordat zowel het Diakonessenhuis als het StAZ de afgelopen periode gewerkt hebben met tijdelijke contracten die lopen tot juridische integratiedatum. Alle vaste medewerkers van het Diakonessenhuis krijgen een functie aangeboden in het StAZ. In Q4 wordt hiervoor een plaatsingsplan gemaakt. Er is een Sociaal Plan en een Sociaal Overdrachtsprotocol. Voor de leidinggevende functies worden sollicitatieprocedures doorlopen, die starten in Q4. Dit heeft te maken met de nieuwe leidinggevende structuur. Op dit moment is er bij de afdelingen pathologie van beide ziekenhuizen sprake van een 3-lagen structuur: Raad van Bestuur – Manager Zorg en bedrijfsvoering (Pathologie DNA / Medisch manager Pathologie DNA) – hoofd afdeling StAZ. De functie van hoofd afdeling StAZ wordt zwaarder en onder de leidinggevende van het laboratorium (het hoofd) komt een extra managementlaag (het teamhoofd), vanwege span of control van beide functies. Deze structuur is elders in het ziekenhuis al enkele jaren geleden doorgevoerd. Samenvattend betekent dit dat de leidinggevende capaciteit verandert van een hoofd met daaronder coördinatoren (die geen formele leidinggevende bevoegdheden hebben) naar een hoofd met daaronder teamhoofden (die wel formele leidinggevende bevoegdheden hebben). De huidige leidinggevenden van beide afdelingen kunnen solliciteren naar de nieuwe functie van hoofd afdeling StAZ, Indien zij niet geplaatst worden in deze nieuwe functie houden zij plaatsingsrecht voor de functie van Teamhoofd. Deze ligt het dichtst in de buurt van de huidige functie. ICT: Om ordercommunicatie en gegevensuitwisseling mogelijk te maken moeten er koppelingen gerealiseerd worden tussen StAZ, het Diakonessenhuis en de klanten van het Diakonessenhuis. Binnen het StAZ loopt het project digitale Pathologie, dat als doelstelling heeft het realiseren van een digitale infrastructuur tussen de DNA ziekenhuizen. Daardoor wordt het mogelijk om de huidige microscoopglaasjes te digitaliseren, waardoor het bekijken, analyseren en interpreteren van materiaal, ook op afstand, gefaciliteerd wordt. Het Diakonessenhuis wordt onderdeel van dit project. Administratie: De patiënten van het Diakonessenhuis blijven patiënt aldaar. Facturatie zal ook vanuit het Diakonessenhuis plaatsvinden. De externe klanten van het Diakonessenhuis zullen overgaan naar het StAZ als zij het contract door willen laten lopen. Zorgadministratie: De medische gegevens van de patiënten zullen overgedragen worden naar het StAZ en onderdeel uit gaan maken van het LMS van het StAZ. Hiertoe moeten de gegevens gemigreerd worden en er vindt een omnummering plaats, zowel in het LMS als in de landelijke database PALGA, vanwege uniciteit van de rapportnummers. Een bewerkingsovereenkomst is hiertoe opgesteld. Huisvesting: Om de nieuwe grotere afdeling te huisvesten is een verbouwing noodzakelijk. De productieruimte van het laboratorium zal uitgebreid worden ten koste van de werkkamers, die zich op dit moment ook op het Pathologie laboratorium bevinden. Deze zullen in de nieuwe situatie nabij het laboratorium gepositioneerd worden. Voordeel hiervan is dat de huidige voorzieningen in tact kunnen blijven en alleen op onderdelen uitgebreid hoeven te worden. |
b. Beschrijf de belangrijke keuzes die nog moeten worden gemaakt in het kader van het integratie-/veranderproces.
Op dit moment liggen er geen onderwerpen meer voor, waarin belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Over overgang van personeel, toekomstige besturing en financiën zijn afspraken gemaakt in de Samenwerkingsovereenkomst. Nu is van belang dat de randvoorwaarden voor de verhuizing (personeel, huisvesting, ICT) uitgevoerd worden. Indien zich onverwachte zaken voordoen zullen deze leiden tot aanvullende afspraken. |
c. Beschrijf het afwegingskader op grond waarvan de in onder b genoemde keuzes zullen worden gemaakt.
Bij b geen keuzes meer te maken |
d. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a te realiseren en/of tot de keuzes te komen zoals beschreven onder b.
Omdat er geen belangrijke keuzes meer te maken zijn is er geen stappenplan |
e. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen.
Het belangrijkste aandachtspunt is dat de overdracht van medische gegevens goed gaat verlopen. Dat betekent zodanige omnummering van rapporten dat uniciteit van alle gegevens geborgd is en dat er geen gegevens verloren gaan. Dit risico wordt geminimaliseerd door een actuele testomgeving in te richten en Functioneel Applicatiebeheerders voldoende tijd te geven om voorafgaand aan de migratie te testen. Tevens gebruik maken van de ervaring die het StAZ recent heeft opgedaan met de migratie van de eigen gegevens naar een nieuw LMS. U heeft als aanvullende vraag gesteld of er sprake is van cultuurverschillen tussen beide organisaties en of deze een risico vormen. Wat betreft de culturen in beide huizen bestaat een vergelijkbare cultuur, al zien we dat het Diakonessenhuis kleiner is, waardoor er gewerkt wordt met korte lijnen. Zowel de afdeling Pathologie in St Xxxxxxxx Ziekenhuis als het St Xxxxxxxx Ziekenhuis zelf zijn groter, hetgeen leidt tot wat langere lijnen en meer tijd voor afspraken en overleg. Om het effect van het bij elkaar brengen van de culturen en de impact op de medewerkers goed te kunnen monitoren zal voor leidinggevenden / teams ondersteuning worden aangeboden in de vorm van coaching. |
II.6 Beschrijf de verwachte financiële gevolgen van de voorgenomen concentratie voor de betrokken zorgaanbieders na de concentratie.
Denk hierbij aan de vraag welke financiële gevolgen de concentratie heeft. Hoe wordt de concentratie gefinancierd? Welke synergievoordelen ontstaan door de concentratie? (Zie paragraaf 2.4 van de Toelichting)
In de Businesscase die ten grondslag ligt aan de integratie is uitgegaan van een verminderde personele inzet van 4.9 fte: de formatie analisten neemt iets af, de leidinggevende structuur verandert en er zijn kleine wijzigingen in de functies functioneel applicatiebeheer, kwaliteitsfunctionaris en medisch secretariaat. De vermindering van fte is met name ontstaan op die terreinen waarvan geconstateerd is dat de grotere omvang van de afdeling niet leidt tot een evenredige toename van het aantal benodigde fte. Hier is dus sprake van synergievoordelen. Er zal |
echter geen boventalligheid ontstaan, doordat tijdig geanticipeerd is op de situatie die gaat ontstaan na integratie. Door de concentratie van beide pathologie labs vindt er volumevergroting plaats. Dit zal leiden tot een gezamenlijk efficiënter gebruik van de beschikbare materiële middelen. De financiering van de concentratie vindt plaats door gedurende een periode van 10 jaar de te maken eenmalige kosten (bestaande uit afschrijvingskosten aan de zijde van het Diakonessenhuis en investeringen aan de zijde van StAZ) met elkaar te verrekenen. Daardoor is een bancaire financiering niet nodig. De synergievoordelen van de concentratie liggen daarnaast vooral op het kwalitatieve vlak. Zoals eerder aangegeven noodzaken landelijke ontwikkelingen tot volumevergroting van de pathologie laboratoria. Belangrijke criteria hiervoor zijn de subspecialisatie van pathologen die steeds verder doorzet en de investeringen die nodig zijn om kwalitatief hoogwaardige en innovatieve zorg te leveren. Deze ontwikkelingen, te denken valt bijvoorbeeld aan digitale pathologie, vragen om zodanige investeringen dat deze niet meer op te brengen zijn door kleinere individuele laboratoria. Daarnaast is er, zoals eerder aangegeven, sprake van een klein financieel voordeel door de integratie. |
II.7 Waar blijken de verwachte financiële gevolgen uit, zoals beschreven bij randnummer II.6 (meerdere antwoorden mogelijk)?
De prognoses dienen ten minste de vijf jaren vanaf de concentratie te betreffen. (Zie paragraaf 2.4 van de Toelichting)
☐ Prognose van de balans (bijvoegen).
☐ Prognose van de winst en verliesrekeningen (bijvoegen).
☐ Analyse synergievoordelen (bijvoegen).
☒ Integratiekosten (bijlage I).
☒ Businessplan (bijlage II).
☒ Begroting van de organisatie na concentratie (bijlage III).
☐ Prognose van de financiële ratio’s (bijvoegen).
☐ Xxxxxx, namelijk: Meerdere documenten mogelijk (bijvoegen).
II.8 Beschrijf de wijze waarop de cliënten, personeel en andere stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen.
Door beantwoording van deze vraag kan de NZa beoordelen of cliënten, personeel en andere stakeholders op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie.
Stakeholders dienen in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte te zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen en/of aanbevelingen hierover kenbaar worden gemaakt.
Voorts beoordeelt de NZa of het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere stakeholders overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie. (Zie paragraaf 2.5 van de Toelichting)
a. Beschrijf de wijze waarop cliënten zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlagen toe aan dit formulier.
Hierbij dient te worden aangesloten bij de procedures die worden voorgeschreven door de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Van belang is ook te beschrijven hoe is omgegaan met de inbreng van de cliënten.
De Cliëntenraad van het Diak is vanaf van het voornemen, de ontwikkelingen tijdens het proces tot en met de adviesaanvraag op de hoogte gehouden door de RvB. De wettelijke grondslag hiervoor is artikel 3.1b van de WMCZ. De inbreng van de Cliëntenraad van het Diak op de voorgenomen integratie heeft plaatsgevonden door het voorleggen van het voorgenomen besluit en bespreking van de volgende stukken: - Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en St. Antonius - Bijlage 2: toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak – St. Xxxxxxxx - Bijlage 3: serviceafspraken Pathologie Diak – St. Xxxxxxxx. Het advies van de CR heeft niet geleid tot afwijking van het voorgenomen besluit bij omzetten naar het definitieve besluit. Aanvullend heeft de Cliëntenraad separaat antwoord gekregen op de gestelde vragen. De inbreng van de Cliëntenraad van het StAZ op de voorgenomen integratie heeft plaatsgevonden door het toezending en bespreking van de volgende stukken: - Voorgenomen besluit inzake integratie lab Pathologie en St. Xxxxxxxx - Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en St. Antonius - Bijlage 2: toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak – St. Xxxxxxxx - Bijlage 3: serviceafspraken Pathologie Diak – St. Xxxxxxxx. Op basis hiervan heeft de Cliëntenraad positief geadviseerd (zie bijlage 4f). |
b. Beschrijf de wijze waarop het personeel is betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlage toe aan dit formulier.
Hierbij dient te worden aangesloten bij de procedures die worden voorgeschreven door de Wet op de ondernemingsraden. Van belang is ook te beschrijven hoe is omgegaan met de inbreng van het personeel.
De medewerkers van de beide afdelingen zijn betrokken via lunchbijeenkomsten / informatiebijeenkomsten, waarin zij geïnformeerd werden over de vigerende stand van zaken.
De OR van het Diak is tijdens periodieke overleggen tussen RvB en OR vanaf het voornemen, de ontwikkelingen tijdens het proces tot en met de instemmingsaanvraag aan de OR op de hoogte gehouden door de RvB.
De OR van het DiAK heeft het voorgenomen besluit ter instemming toegestuurd gekregen met bijbehorende stukken:
- Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en StAZ
- Toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak-StAZ
- Service afspraken Pathologie Diak-StAZ
- Instemmingsaanvraag voor Ondernemingsraad inzake de integratie van de afdelingen Pathologie van het Diakonessenhuis en het St. Xxxxxxxx ziekenhuis, d.d 6 juli 2017.
De OR heeft instemming verleend onder een aantal voorwaarden. Daar is gehoor aan gegeven in een separate brief in reactie op de instemming. In de uitvoering wordt dit meegenomen.
De OR van STAZ heeft de volgende stukken toegestuurd gekregen en instemming verleend:
- Voorgenomen besluit inzake integratie lab Pathologie en StAZ
- Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en StAZ
- Toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak-StAZ
- Service afspraken Pathologie Diak-StAZ
Vervolgens zijn de stukken besproken in de overlegvergaderingen RvB en OR. Tevens is door het management een toelichting gegeven aan de OR op de stukken.
c. Geef aan welke andere stakeholders bij de concentratie zijn betrokken, vermeld hierbij ook de contactgegevens.
Andere stakeholders kunnen bijvoorbeeld zijn: zorgverzekeraars/-kantoren, banken, (lokale/regionale) overheden, werkgeversorganisaties, et cetera
Andere stakeholders die hierbij betrokken zijn, zijn de medische staven van beide huizen.
Met de medische staf van het Diakonessenhuis heeft intensief overleg plaats gevonden. Zij zijn vanaf het begin van het vormen van de plannen , het voornemen, de ontwikkelingen tijdens het proces tot aan de adviesaanvraag betrokken.
De FMSD heeft het voorgenomen besluit ter advies voorgelegd gekregen met de bijbehorende stukken:
- Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en StAZ
- Toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak-StAZ
- Service afspraken Pathologie Diak-StAZ
Daarnaast hebben zij een grote inbreng gehad in de totstandkoming van service level afspraken en zijn hier expliciet mee akkoord gegaan.
Daarnaast is met de Raden van Toezicht meerder malen overlegd. Zij hebben de concept Samenwerkingsovereenkomst besproken. Zij hebben de concept Samenwerkingsovereenkomst ontvangen en hebben goedkeuring verleend voor de ondertekening van de SOK.
In het Diak is ook de Verpleegkundige AdviesRaad (VAR) periodiek op de hoogte gehouden en is het voorgenomen besluit aan de VAR voorgelegd om advies met bijbehorende stukken:
- Samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak en StAZ
- Toelichting samenwerkingsovereenkomst Pathologie Diak-StAZ
- Service afspraken Pathologie Diak-StAZ
De VAR heeft aangegeven af te zien van advies omdat het de verpleegkundige beroepsgroep en /of de werkomgeving van de verpleegkundige niet raakt.
d. Beschrijf de wijze waarop de bij c genoemde stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de correspondentie, gespreksverslagen, et cetera, toe aan dit formulier.
ONDERDEEL III – Cruciale zorg
Door de beantwoording van de vragen in dit onderdeel kan de NZa beoordelen of de continuïteit van de cruciale zorg met de voorgenomen concentratie in gevaar komt.
III.1 Geef aan welke vormen van cruciale zorg door de betrokken organisaties worden aangeboden.
Meerdere antwoorden mogelijk (Zie hoofdstuk 3 van de Toelichting).
☐ ambulancezorg
☒ spoedeisende hulp
☒ acute verloskunde
☒ crisisopvang geestelijke gezondheidszorg
☐ Wlz-zorg
☐ geen cruciale zorg
III.2 Beschrijf, indien de betrokken organisaties ambulancezorg aanbieden, de verandering bij ambulancezorg van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de ambulancezorg na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
Ten minste 97% van de bevolking moet binnen 15 minuten responstijd bereikt kunnen worden en in ten minste 95% van de spoedmeldingen moet een ambulance binnen 15 minuten na aanname van de melding door een centrale post ambulancevervoer ter plaatse zijn.
Geen wijzigingen |
III.3 Beschrijf, indien de betrokken organisaties spoedeisende hulp (SEH) aanbieden, de verandering bij SEH van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de SEH na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse. Een afdeling SEH moet binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar zijn en moet 7 x 24 uur over minimaal één SEH-arts en één SEH-verpleegkundige beschikken.
De integratie heeft geen gevolgen voor de SEH |
III.4 Beschrijf, indien de betrokken organisaties acute verloskunde aanbieden, de verandering bij acute verloskunde van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de acute verloskunde na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
De zorgaanbieder moet binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar zijn en binnen 30 minuten na vaststelling van de diagnose van een spoedeisende situatie moet door een gynaecoloog of geautoriseerd obstetrisch professional de benodigde medisch specialistische behandeling kunnen worden gestart.
De integratie heeft geen gevolgen voor de acute verloskunde |
III.5 Indien de betrokken organisaties crisisopvang geestelijke gezondheidszorg aanbieden, geef dan aan wat na de concentratie regionaal wordt vastgelegd met betrekking tot de borging van de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties.
Voor crisisopvang geestelijke gezondheidszorg geldt dat regionaal moet zijn vastgelegd door welke zorgaanbieders de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties wordt geborgd.
De integratie heeft geen gevolgen voor de crisisopvang |
III.6 Geef aan, indien de betrokken organisaties Wlz-zorg aanbieden, welke gevolgen de concentratie heeft voor de sociale context van de Wlz-zorg.
Denk bij de sociale context onder meer aan aansluiting bij een bepaalde godsdienst of levensovertuiging, wonen (na)bij de partner, de geografische ligging van het zorgaanbod, et cetera.
Niet van toepassing |
ONDERDEEL IV – Overige informatie en bijlagen
IV.1 Welke overige informatie die hiervoor nog niet is genoemd, is voor de NZa relevant voor de beoordeling?
Overige informatie |
IV.2 Geef een genummerde opsomming van de bijlagen die aan dit formulier zijn toegevoegd.
Denk bijvoorbeeld aan de volgende bijlagen:
− Een schriftelijk bewijsstuk waaruit blijkt dat de contactperso(o)n(en) de betrokken organisaties kunnen vertegenwoordigen.
− Een gedateerd exemplaar van de meest recente stukken op grond waarvan de concentratie tot stand zal komen (zoals een intentieovereenkomst, een koopovereenkomst, een statutenwijziging, et cetera.).
− De documenten met betrekking tot het medezeggenschapsproces, zoals genoemd bij randnummer
− De financiële onderbouwing, zoals genoemd bij randnummer.
(Zie voor meer informatie over publicatie van de bijlagen paragraaf 5.1 van de Toelichting)
Bijlagen StAZ:
1) Samenwerkingsovereenkomst en Bijlagen
a) Samenwerkingsovereenkomst
b) Businesscase
c) Uitgangspunten BC en brief van RvB inzake honorariumbudget
d) Overzicht werknemers
e) Overzicht roerende zaken
f) Overzicht contracten
g) Akte van contractoverneming
h) Integratie- en organisatieplan voor OvO
i) Brief bestaande patiënten
j) Overzicht tijden, tijdstippen, termijnen voor levering uitbestede zorg
k) Gegevensverwerkingsovereenkomst
l) Overzicht investeringen
m) Start verbouwing St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx
2) a) Intentie overeenkomst RvB samenwerking Diakonessenhuis april 2015
b) Getekend (Voorgenomen) Besluit + toelichting op Voorgenomen Besluit juni 2017
c) Getekend besluit Diakonessenhuis
3) Geïntegreerde begroting
4) Adviezen StAZ
a) Aanvraag sleutelfunctie OR
b) Instemming sleutelfunctie OR
c) Verslag OR
d) Advies OR
e) Advies Stafbestuur
f) Advies Cliëntenraad
g) Vraag Cliëntenraad
5) a) Sociaal Plan
b) Concept sociaal overdrachtsprotocol
6) Volmacht StAZ
7) Adviezen Diakonessenhuis
a. Vraag OR
b. Advies OR
c. Reactie RvB op advies OR
d. Reactie BMS (BMS is later omgevormd tot FSMD)
e. Reactie RvB op advies FSMD
f. Advies CR
g. Reactie op advies CR
h. Advies VAR
i. Verslag OR
IV.3 Geef aan welke van de onder IV.2 genoemde bijlagen verstrekt zijn aan de ondernemingsraden, cliëntenraden en/of overige stakeholders van de betrokken organisaties voordat zij hun oordelen en aanbevelingen hebben kunnen geven.
Verstrekt aan stakeholders: StAZ: -Intentie overeenkomst april 2015 -Concept Samenwerkingsovereenkomst dd april 2017 -Businesscase dd juni 2017 -VGB en toelichting VGB dd juni 2017 |