VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL
Blad 1 van 13
Zaaknummer 18093/MR
VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL
Op een juli tweeduizend dertien verschenen voor mij, mr. kandidaat-notaris, als waarnemer van mr.
gevestigd te Haaksbergen, hierna te noemen notaris: 1.
1
notaris
ten deze handelende als schriftelijk gevolmachtigde van:
de stichting: STICHTING HET OVERIJSSELS LANDSCHAP, gevestigd te Dalfsen, xxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00, 7722 KW Dalfsen, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Oost Nederland onder nummer 41022135 en als zodanig bevoegd deze stichting rechtsgeldig te vertegenwoordigen,
De stichting: Stichting het Overijssels Landschap hierna te noemen: ‘eigenaar’.
2. a.
b.
de comparanten onder 2 genoemd hierna samen te noemen: ‘erfpachter’.
VOLMACHT
Van de onder 1 verleende volmacht blijkt uit een onderhandse akte die aan deze akte wordt gehecht.
De verschenen personen verklaarden als volgt.
DOEL VAN DEZE AKTE
Deze akte heeft ten doel het vestigen van een recht van erfpacht en opstal op de hierna te omschrijven onroerende zaak door uitvoering te geven aan de hierna te vermelden tussen partijen mondeling gesloten daartoe strekkende overeenkomst.
A. OMSCHRIJVING REGISTERGOED / VOORAFGAANDE VERKRIJGING
1. Eigenaar is gerechtigd tot het navolgende registergoed:
het boerenwoonhuis met ondergrond, erf, schuren, toegangsweg en weiland, gelegen aan de Xxxxxxxxxxxx 000 xx Xxxxxxx (Xxxxxxxxxx), kadastraal bekend gemeente Hengelo (Overijssel) sectie M nummer 789, groot een hectare, vijfenzeventig aren en dertig centiaren,
hierna te noemen: ‘de zaak’ of ‘het registergoed’.
2. Het registergoed werd door eigenaar in eigendom verkregen door de inschrijving in de landelijke openbare registers van het kantoor van de Dienst voor het kadaster op een en twintig maart tweeduizend dertien in deel 62698 nummer 33, blijkens een akte van schenking, op een en twintig maart tweeduizend dertien verleden voor mr. H.E.M. Xxxxxxx, destijds notaris te Haaksbergen.
B. OVEREENKOMST TOT VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL
1. Eigenaar en erfpachter hebben een overeenkomst gesloten waarbij eigenaar zich
Onroerende Zaken Hyp4 : 63041/2 01-07-2013 10:54
heeft verbonden om aan erfpachter een recht van erfpacht met daaraan gekoppeld een afhankelijk recht van opstal te verlenen en erfpachter zich heeft verbonden dat recht van erfpacht en opstal te aanvaarden met betrekking tot het registergoed, ieder voor de onverdeelde helft, onder de bepalingen en bedingen zoals hierna vermeld.
De overeenkomst betreft het volgende registergoed:
het erfpachtsrecht met daaraan gekoppeld een afhankelijk recht van opstal, eindigend op een juli tweeduizend drie en zeventig inzake het boerenwoonhuis met ondergrond, erf, schuren, toegangsweg en weiland, gelegen aan de Xxxxxxxxxxxx 000 xx Xxxxxxx (Overijssel), kadastraal bekend gemeente Hengelo (Overijssel) sectie M nummer 789, groot een hectare, vijfenzeventig aren en dertig centiaren met als eigenaar de stichting: Stichting het Overijssels Landschap gevestigd te Dalfsen,
hierna te noemen het registergoed.
2. Ter uitvoering van de hiervoor bedoelde overeenkomst, hierna te noemen: ‘de overeenkomst’, wordt door eigenaar op het registergoed gevestigd en door erfpachter aanvaard het recht van erfpacht als bedoeld in Titel 7, Boek 5 Burgerlijk Wetboek en het afhankelijk recht van opstal als bedoeld in Titel 8, Boek 5 Burgerlijk Wetboek onder de bepalingen en bedingen zoals hierna onder hoofdstuk
D. vermeld.
3. Eigenaar en erfpachter hebben de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht schriftelijk vastgelegd in een ontwerp van deze akte. Een afschrift van dat ontwerp dat tussen partijen geldt als “koopakte” is blijkens diens verklaring op twaalf juni jongstleden aan de erfpachter ter hand gesteld.
De eventuele in de wet voorziene bedenktijd is op zestien juni daarna verstreken, zonder dat erfpachter de overeenkomst heeft ontbonden.
C. VERGOEDING
1. Erfpachter is wegens de vestiging van het recht van erfpacht en opstal aan eigenaar, naast de periodiek verschuldigde vergoeding als hierna onder hoofdstuk D omschreven (de canon), een vergoeding verschuldigd van
2. De zaak waarop het recht van erfpacht wordt gevestigd betreft geen bouwterrein of een gebouw als bedoeld in artikel 11 lid 1 letter a onder 1 Wet op de omzetbelasting 1968, zodat ter zake van de levering van het recht van erfpacht geen omzetbelasting verschuldigd is. Partijen opteren evenmin voor een met omzetbelasting belaste levering daarvan als onder 2 van dat artikel bedoeld.
3. Erfpachter heeft de vergoeding hiervoor in lid 1 bedoeld, derhalve een bedrag van
voldaan door storting op een daartoe bestemde rekening van mij, notaris. Eigenaar kwiteert erfpachter voor de betaling van dat bedrag. Doorbetaling aan of ten behoeve van eigenaar vindt plaats zodra de vestiging van het recht van erfpacht en opstal is voltooid door de inschrijving van deze akte in de daartoe bestemde openbare registers en de verkrijging van het recht van erfpacht en opstal vrij van hypotheek en beslag overeenkomstig deze akte zeker is.
D. ERFPACHTBEPALINGEN
Deze vestiging van het recht van erfpacht met daaraan gekoppeld het afhankelijk recht van opstal vindt voorts plaats onder de volgende bepalingen:
Artikel 1 Duur
1. Het recht van erfpacht wordt geacht te zijn ingegaan per een juli tweeduizend
dertien (hierna te noemen: ‘de ingangsdatum’) en wordt gevestigd voor de duur van zestig (60) jaren, derhalve eindigende per een juli tweeduizend drie en zeventig (hierna te noemen: ‘de einddatum’), behoudens eerdere beëindiging daarvan op de gronden zoals in de wet of hierna bepaald, of verlenging van die duur overeenkomstig het hierna in lid 2 bepaalde.
Indien het erfpachtsrecht wordt vervreemd en aan de verkrijger voor de benodigde financiering de resterende duur niet toereikend zou zijn, zal de grondeigenaar op eerste verzoek mee te werken aan verlenging tot een duur die voor een financier acceptabel is. Grondeigenaar verplicht zich haar medewerking en verlenging in het kader van de financiering nimmer op onredelijke gronden te weigeren.
2. Het recht van erfpacht duurt na de einddatum niettemin voort als ware die periode van voortzetting reeds bij deze akte van vestiging overeengekomen, indien vóór het verschijnen van die datum inschrijving van een akte in de daartoe bestemde openbare registers heeft plaatsgevonden.
Die akte dient te bevatten:
a. de overeengekomen periode van bepaalde of onbepaalde duur, waarmee het recht van erfpacht wordt verlengd;
b. de overeengekomen eenmalige of periodieke vergoeding met betrekking tot of gedurende die periode;
c. de eventuele overige wijzigingen die tussen betreffende partijen mochten worden overeengekomen ten opzichte van de bepalingen zoals die voordien golden ingevolge deze akte van vestiging of ingevolge een akte van wijziging zoals hierna in lid 3 bedoeld;
d. de toestemming met betrekking tot de aldus te wijzigen en voort te zetten rechtsverhouding van een hypotheekhouder of anderszins beperkt gerechtigde die een recht van hypotheek hebben en/of beslagleggers die een beslag hebben gelegd, op het recht van erfpacht.
Indien het recht van erfpacht op voet van het in dit lid bepaalde is verlengd, duren de rechten die de onder d. bedoelde gerechtigde(n)/beslaglegger(s) met betrekking tot het recht van erfpacht hebben voort met betrekking tot het aldus gewijzigde erfpachtrecht.
3. Onverminderd het in lid 2 bepaalde kan het recht van erfpacht vóór de einddatum worden gewijzigd – anders dan in duur – onder overeenkomstige toepassing van het in lid 2 bepaalde.
4. Indien het in lid 2 bepaalde uiterlijk op de einddatum geen toepassing heeft gevonden en erfpachter de zaak niet op dat tijdstip heeft ontruimd, blijft niettemin de erfpacht doorlopen, tenzij eigenaar uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken dat hij de erfpacht als geëindigd beschouwt. Eigenaar en erfpachter kunnen de aldus doorlopende erfpacht opzeggen op de wijze en met inachtneming van de termijn vermeld in artikel 5:88 Burgerlijk Wetboek.
Artikel 2
Opzegging of afstand door erfpachter
De erfpacht kan niet door de erfpachter worden opgezegd. Van de erfpacht kan ook geen afstand worden gedaan.
Artikel 3
Canon, betaling, indexering en herziening
1. Met betrekking tot het erfpachtsrecht is een jaarlijkse canon verschuldigd.
De canon bedraagt negenduizend vijfhonderd euro (€ 9.500,00) per jaar en is vastgesteld voor een periode van vijf jaar, voor het eerste jaar te voldoen op heden via de afrekening van de notaris en vervolgens ieder jaar bij vooruitbetaling te
voldoen op een juli van elk jaar. De canon is voldaan door storting op een daartoe bestemde rekening van mij, notaris. Eigenaar kwiteert erfpachter voor de betaling van dat bedrag. Doorbetaling aan of ten behoeve van eigenaar vindt plaats zodra de vestiging van het recht van erfpacht en opstal is voltooid door de inschrijving van deze akte in de daartoe bestemde openbare registers en de verkrijging van het recht van erfpacht en opstal vrij van hypotheek en beslag overeenkomstig deze akte zeker is.
De canon zal vervolgens moeten worden betaald op een door de eigenaar aan te geven wijze, zonder korting of schuldvergelijking.
Alle betalingen vinden plaats door overboeking op een door de eigenaar daartoe schriftelijk aangewezen bank- of girorekening.
2. De canon zal telkens op een juli van elk kalenderjaar, voor het eerst op een juli tweeduizend veertien, worden herzien overeenkomstig de stijging die het maandprijsindexcijfer van de consumentenprijsindex (CPI) zal vertonen als bedoeld in artikel 2 van na te melden Algemene Voorwaarden.
Artikel 4
Juridische en feitelijke staat/juridische garanties
1. De erfpacht en opstal zijn onvoorwaardelijk gevestigd op de zaak, die:
a. niet bezwaard is met beslagen en/of hypotheken of met inschrijvingen daarvan;
b. niet bezwaard is met kwalitatieve verplichtingen;
c. niet bezwaard is met beperkte rechten, anders dan in deze akte gemeld, welke beperkte rechten overigens niet aan de eigenaar bekend zijn en welke niet op het kadaster zijn ingeschreven;
d. niet belast is met andere lasten en beperkingen uit overeenkomst anders dan hierna vermeld in de Algemene Voorwaarden.
2. Indien de hiervoor vermelde grootte van de zaak en/of de verdere omschrijving daarvan niet juist of niet volledig is, ontleent noch eigenaar noch erfpachter daaraan rechten.
3. De zaak wordt aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich ten tijde van de overeenkomst met erfpachtsgunning bevond, vrij van huur of pacht of ander gebruiksrecht.
4. De eigenaar garandeert het navolgende:
a. de eigenaar is bevoegd tot vestiging van het recht van erfpacht en opstal op het registergoed;
b. het registergoed is niet betrokken in een landinrichtingsplan en is niet ter onteigening aangewezen; er is geen sprake van leegstand noch van vordering van het registergoed krachtens de Huisvestingswet;
c. voor de eigenaar bestaan ten opzichte van derden geen verplichtingen uit hoofde van een voorkeursrecht of optierecht, noch uit een recht van wederinkoop;
d. op het registergoed drukken de gebruikelijke zakelijke lasten waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan;
e. aan de eigenaar zijn thans niet van overheidswege krachtens de Woningwet of door nutsbedrijven veranderingen betreffende het registergoed voorgeschreven of aangekondigd, welke thans nog niet zijn uitgevoerd;
f. aan de eigenaar is betreffende het registergoed dan wel het gebied waarin het registergoed is gelegen geen (lopende adviesaanvraag voor) aanwijzing, dan wel aanwijzingsbesluit, dan wel registerinschrijving bekend:
1. als beschermd monument in de zin van artikel 3, 4 of 6 van de
Monumentenwet;
2. tot beschermd stads- of dorpsgezicht of voorstel daartoe als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet;
3. als een door de gemeente of de provincie verklaard beschermd monument, behoudens het hierna onder letter h bepaalde.
g. Voor zover aan eigenaar bekend is het registergoed niet opgenomen in een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 of 5 of artikel 9a, eerste of tweede lid, in samenhang met artikel 3, 4 of 5 van de Wet voorkeursrecht gemeenten, noch in een voorlopige aanwijzing als bedoeld in artikel 6 of artikel 9a, eerste of tweede lid, in samenhang met artikel 6 van die wet.
h. Zoals blijkt uit de informatie afgegeven door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers zijn vandaag in de gemeentelijke beperkingenregistratie en de kadastrale registratie geen beperkingen bekend.
Xxxxxxxx verklaart dat hem geen feiten of omstandigheden bekend zijn, waaruit blijkt dat deze informatie onjuist of onvolledig is of dat er andere inschrijfbare publiekrechtelijke beperkingen zijn, die niet zijn ingeschreven. Erfpachter verklaart op de hoogte te zijn van het feit dat overheidsorganen op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen vier dagen de tijd hebben voor een juiste bijhouding van de registers. Bij perceelsveranderingen hebben overheidsorganen vier weken de tijd voor een juiste bijhouding van de gemeentelijke beperkingenregistratie.
Inschrijvingen in de registers na vandaag zijn voor risico van erfpachter, onverminderd de hierboven omschreven mededelingsplicht van eigenaar.
Artikel 5
Bestemming/Gebruik. Beplantingsplan
1. De erfpachter is gehouden de in erfpacht gegeven zaak uitsluitend te gebruiken als woning met erf, tuin, en verdere aanhorigheden voor eigen gebruik, derhalve voor particuliere bewoning door hem/haar, samen met zijn/haar gezin, daarbij rekening houdende met de belangen van de eigenaar als natuurbeschermingsorganisatie en eigenaar van aangrenzende registergoederen en overigens conform de overige bepalingen in deze akte en in na te melden algemene voorwaarden.
Eigenaar zijn geen redenen bekend welke zich tegen dit gebruik van de erfpachter zouden verzetten. Het risico met betrekking tot voor dit gebruik, toekomstig ander gebruik en bouw of verbouw benodigde toestemming of vergunningen berust echter bij de erfpachter.
Eigenaar is niet aansprakelijk voor de structuur en geschiktheid van de bodem voor bebouwing, beplanting of gebruik als cultuurgrond.
2. Eigenaar is bekend met en verleent erfpachter toestemming om de huidige ten tijde van de uitgifte ter plaatse aanwezige bouwvallige opstallen (met uitzondering van de Bentheimer stenen put) voor eigen rekening en risico te slopen en te herbouwen. Erfpachter verplicht zich hierbij de sfeer van de huidige woning te implementeren in de nieuwbouw zoals vormgegeven in de aan deze akte gehechte tekening van 01 architecten de dato vier maart tweeduizend dertien.
3. Het volledig onderhoud van de zaak met toebehoren is voor rekening van de erfpachter, mede teneinde dit tegen het einde van de erfpacht aan de eigenaar te kunnen opleveren in een goede staat van onderhoud.
4. Het is de erfpachter, behoudens het hiervoor in lid 2 bepaalde, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar niet toegestaan de
opstallen geheel of gedeeltelijk weg te nemen, te verbouwen of nieuwe opstallen aan te brengen.
Bij het verlenen van toestemming zal de eigenaar met name letten op de bestemming van het gebouwde, het landschappelijke karakter en de inrichting en beheer van het erf.
5. De erfpachter is verplicht in overleg met de eigenaar tot gehele of gedeeltelijke herbouw van de opstallen over te gaan indien deze door welke oorzaak ook zijn teniet gegaan. De erfpachter is verplicht de opstallen op zodanige wijze tegen brand- en stormschade te verzekeren en verzekerd te houden als door de eigenaar akkoord wordt bevonden. De erfpachter is verplicht om aan de eigenaar op diens verzoek de desbetreffende polis(sen) alsmede de bewijzen van betaling van de premies ter inzage te verstrekken.
6. Het is erfpachter niet geoorloofd in, op of aan het registergoed werkzaamheden of handelingen te verrichten of na te laten waardoor gevaar, schade of hinder, danwel aantasting van de volksgezondheid en/of milieu, waaronder die van de bodem, wordt veroorzaakt. Alle schade die niettemin door handelen of nalaten door of vanwege de erfpachter ontstaat – waaronder de kosten van eventueel als gevolg daarvan noodzakelijke bodemsanering – is voor rekening van de erfpachter.
6. Eigenaar en erfpachter zijn overeengekomen om in onderling overleg voor het terrein een erfbeplantingsplan te maken met inachtneming van de relevante bepalingen uit na te melden last en kettingbeding. Het erfbeplantingsplan zal in opdracht en voor rekening van erfpachter worden uitgevoerd door gemelde stichting: stichting Landschap Overijssel.
Artikel 6
Algemene Voorwaarden
Op de onderhavige uitgifte in erfpacht zijn voorts van toepassing de Algemene Voorwaarden (2008) waaronder gemelde stichting: Stichting het Overijssels Landschap gronden en gebouwen in erfpacht en/of opstal uitgeeft en gebouwen werken en beplantingen (opstallen) overdraagt, welke zijn vermeld in een akte op een en dertig oktober tweeduizend acht verleden voor xx. X.X.X. xxx Xxxxx, destijds notaris te Haaksbergen, ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op drie november tweeduizend acht, in deel 55719 nummer 66.
Artikel 7
Afwijking van artikel 1 Algemene Voorwaarden.
In awaking van het bepaalde in artikel 1 letter A lid 2 sub e van gemelde Algemene Voorwaarden, is op onderhavige uitgifte in erfpacht met betrekking tot de opzegging van het recht van erfpacht door de eigenaar, het navolgende van toepassing:
e. Indien voor de door de eigenaar vastgestelde dag van eindiging van het recht de oorzaak van de opzegging naar het oordeel van de eigenaar is weggenomen en voor die dag bovendien aan de eigenaar zijn vergoed de kosten van de bovenbedoelde kennisgeving(en), zal het recht ongewijzigd blijven voortbestaan. Is de termijn ongebruikt voorbijgegaan, dan is het recht geëindigd op de daarvoor vastgestelde dag.
Bij het eindigen van het recht van erfpacht, op welke wijze of om welke reden of oorzaak dit ook zij, treedt de (grond)eigenaar van rechtswege in de eigendom van de opstallen en eventueel andere onder het recht van erfpacht vallende gebouwen, werken en beplantingen, onder de verplichting voor hem om binnen één (1) maand daarna aan de alsdan gewezen erfpachter te betalen de waarde van deze opstallen. Deze verplichting geldt alleen met betrekking tot gebouwen, werken en beplantingen welke bij het aangaan van de overeenkomst tegen betaling van de
waarde zijn overgedragen aan de erfpachter.
Terzake van gebouwen, werken en beplantingen, welke tijdens de duur van het recht van erfpacht met schriftelijke toestemming van de eigenaar -maar onverplicht- door erfpachter zijn gesticht, dient eigenaar de waarde daarvan aan de erfpachter te vergoeden, vast te stellen overeenkomstig het hierna bepaalde, hetgeen alsdan geheel van overeenkomstige toepassing is.
Ingeval er bij het einde van het recht van erfpacht geen opstallen aanwezig zijn, vindt geen vergoeding plaats. Onder gebouwen, werken of beplantingen als hiervoor bedoeld zijn niet mede begrepen erfverharding en terreinvoorzieningen. De door eigenaar te vergoeden waarde is gelijk aan de vrije verkeerswaarde (vrij van huur en/of gebruiks- en bewoningsrechten, tenzij deze door eigenaar gestand moeten worden gedaan) van het gehele object, zijnde: de opstallen en (onder)grond welke in erfpacht zijn uitgegeven tezamen minus de vrije verkeerswaarde in gemelde zin van de (onder)gronden, welke in erfpacht zijn uitgegeven, daarbij geen rekening houdend met de hoogte van de canon en/of retributie, de ligging en de omgeving maar wèl met eventueel achterstallig onderhoud en eventuele verplichtingen van de erfpachter zoals onder andere in artikel 4 lid 6 vermeld.
Deze waarde zal worden vastgesteld in onderling overleg tussen partijen of, bij gebreke daarvan, door drie deskundigen, te benoemen: één (1) door ieder van partijen en de derde door de twee (2) door partijen benoemde deskundigen of, bij gebreke van overeenstemming dienaangaande, door de bevoegde kantonrechter op verzoek van de meest gerede partij. De kosten van de
waardevaststelling door deze deskundigen komen ten laste van ieder van partijen voor de helft.
Mocht de erfpachter de opstallen, aanbehoren en grond niet binnen één (1) maand na het einde van het recht van erfpacht vrij van huur, pacht en/of andere gebruiksrechten en ontruimd aan de eigenaar feitelijk en tot zijn genoegen hebben opgeleverd, dan zal de betaling van hetgeen hem krachtens het hier bepaalde zou toekomen renteloos worden opgeschort totdat de huurvrije en ontruimde levering plaatsvindt, terwijl in dat geval de eigenaar ook bevoegd is een deel van het gehele bedrag als hier bedoeld aan te wenden – in mindering op de aanspraken van de erfpachter - tot het huurvrijmaken casu quo doen ontruimen van de opstallen, aanbehoren en grond.
De erfpachter zal de grond in de staat teruggeven, wat reinheid van de bodem betreft, als hij de grond bij de aanvang van het recht van erfpacht heeft verkregen.
Artikel 8
Ontbindende voorwaarden uit onderliggende overeenkomsten
Alle ontbindende voorwaarden die zijn overeengekomen in (nadere) overeenkomsten die op de erfpacht betrekking hebben, zijn thans uitgewerkt.
Noch de eigenaar noch erfpachter kan zich terzake van deze vestiging van erfpacht nog op een ontbindende voorwaarde beroepen.
Artikel 9
Verplichtingen en derdenwerking
1. Alle verplichtingen van de erfpachter respectievelijk de grondeigenaar vermeld in deze akte om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van de onroerende zaak en/of de erfpacht, zullen overgaan op degenen die het goed verkrijgen en degenen die een recht van gebruik zullen verkrijgen van de rechthebbende zullen daaraan gebonden zijn.
2. Alle verplichtingen van de erfpachter uit hoofde van het in deze akte bepaalde
zullen, ongeacht of die verplichtingen kunnen worden gekwalificeerd als een onderdeel van de erfpacht of als een kwalitatieve verplichting als in lid 1 van dit artikel bedoeld of niet, door de erfpachter bij een gehele of gedeeltelijke overdracht of een bezwaring met een beperkt recht – met uitzondering van een hypotheek - aan zijn rechtsopvolgers of de beperkte gerechtigde ten behoeve van de grondeigenaar worden opgelegd en aangenomen.
Hierbij wordt nog verwezen naar het bepaalde in artikel 13 van gemelde Algemene Voorwaarden, te weten hernieuwde oplegging erfpacht- en opstalvoorwaarden bij elke levering of overgang van het recht van erfpacht.
3. De grondeigenaar en de erfpachter beogen uitdrukkelijk een derdenwerking ten aanzien van de rechten van de eigenaar en de verplichting van de erfpachter uit hoofde van het in deze akte bepaalde.
LAST EN KETTINGBEDING EN BOETEREGELING
Last
Blijkens gemelde titel van aankomst en de aan deze akte gehechte beschikking van de rechtbank Almelo, sector civiel recht, (thans rechtbank Oost-Nederland, locatie Almelo) met datum acht oktober tweeduizend twaalf, zaaknummer 130873/HR/RK 12-69, heeft grondeigenaar de eigendom van het registergoed verkregen krachtens een legaat/schenking, onder een last. De last luidt als volgt:
“- De legataris dient de gelegateerde onroerende zaken voor honderd procent als natuurgebied te bestemmen, met uitzondering van het gedeelte dat als woning, erf en tuin in erfpacht en opstal zal worden uitgegeven conform de algemene erfpachtvoorwaarden Landschap Overijssel, de voorbeeld akte levering erfpacht Overijssels Landschap en Voorbeeld waardevastelling erfpacht en onder de voorwaarde dat .... etcetera... alsmede de gemeente Hengelo hiertoe medewerking verlenen.
- Het gelegateerde mag nooit (verder) bebouwd worden.
- De Bentheimer waterput dient altijd op dezelfde plaats te blijven staan.
- Alle gelegateerde percelen dienen op plaatsen waar geen bestaande beplanting is omzoomd te worden door een houtwal met een hoogte van een meter.
- Alle gelegateerde percelen mogen niet worden omgevormd tot een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet.
- De gelegateerde percelen mogen (met uitzondering van het gedeelte dat als woning, erf en tuin in erfpacht en opstal zal worden uitgegeven) nimmer worden vervreemd, geruild, geschonken of anderszins in eigendom worden overgedragen of met beperkte rechten worden bezwaard, tenzij de verkrijger een rechtspersoon is met een soortgelijk doel als de legataris.”
(etcetera).
Met betrekking tot het hierboven onder het tweede aandachtsstreepje gemelde, dat het gelegateerde (lees: het onderhavige registergoed) nooit (verder) bebouwd mag worden, wordt met betrekking tot het onderhavige registergoed nog opgemerkt dat het terrein nooit verder bebouwd mag worden anders dan als woning, erf en tuin voor particuliere bewoning en conform gemelde tekening van 01 architecten de dato vier maart tweeduizend dertien.
De erfpachter aanvaardt uitdrukkelijk de hiervoor gemelde last en verklaart deze na te leven en te respecteren.
Kettingbeding in artikel 13 Algemene Voorwaarden
Tevens wordt hierbij nog verwezen naar het bepaalde in artikel 13 van gemelde Algemene Voorwaarden, te weten hernieuwde oplegging erfpacht- en opstalvoorwaarden bij elke levering of overgang van het recht van erfpacht.
Erfpachter verplicht zich jegens eigenaar of diens rechtsopvolger(s) het in dit artikel bepaalde bij elke vervreemding in welke zin dan ook als kettingbeding op te leggen aan diens rechtsopvolger met betrekking tot de erfpachtszaak en namens de eigenaar of diens rechtsopvolger(s) te aanvaarden onder verbeurte van een direct opeisbare boete als gemeld in artikel 13 van de Algemene Voorwaarden.
Erfpachter zal de verplichtingen uit voormeld “kettingbeding” nakomen, waaronder die tot wederoplegging bij vervreemding. Grondeigenaar aanvaardt dit voor de gerechtigde(n) tot het beding.
Met betrekking tot het registergoed legt grondeigenaar aan erfpachter ook nog de volgende verplichtingen op:
Kettingbeding ten behoeve van Stichting Steunfonds Gebroeders Nijmeijer
Erfpachter verbindt zich ten opzichte van de stichting: Stichting Steunfonds Gebroeders Xxxxxxxxx, in deze akte ook genoemd: Stichting Nijmeijer, de in gemelde beschikking van de rechtbank Almelo de dato acht oktober tweeduizend twaalf opgelegde last en verplichtingen bij wijze van een kettingbeding op haar rechtsopvolger of een andere gerechtigde te doen overgaan, weer met een kettingbeding.
Xxxxxxxxxx aanvaardt dit kettingbeding.
Als erfpachter overgaat tot vervreemding van het gekochte of daarop goederenrechtelijke of persoonlijke genotsrechten vestigt, is zij verplicht – op straffe van een boete als hierna omschreven – aan een nieuwe verkrijger of gerechtigde op te leggen, van deze te bedingen en ten behoeve van Stichting Nijmeijer aan te nemen:
a. de in gemelde beschikking de dato acht oktober tweeduizend twaalf opgelegde last en verplichtingen; en
b. de verplichting om bij verdere vervreemding of vestiging van bedoelde rechten, deze onder a en b vermelde verplichtingen op te leggen aan de opvolgende verkrijgers of gerechtigden, op dezelfde wijze en onder oplegging van dezelfde boetebepalingen ten behoeve van verkoper als in deze bepaling zijn opgenomen.
Onder vervreemding wordt begrepen elke juridische of economische overdracht op grond van koop, schenking, ruil, legaat en de daaropvolgende levering, inbreng of elke andere overeenkomst die als titel van economische of juridische eigendomsoverdracht is te beschouwen. Met vervreemden wordt gelijkgesteld de vestiging of overdracht van rechten van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, verlening van een persoonlijk gebruiksrecht of rechten van gebruik en bewoning.
Boeteregeling ten behoeve van Stichting Steunfonds Gebroeders Nijmeijer
Als erfpachter en haar rechtsopvolgers de hiervoor vermelde verplichtingen niet nakomen, is de nalatige ten behoeve van Stichting Nijmeijer of haar rechtsopvolger een direct opeisbare boete schuldig van vijfhonderdnegentigduizend euro (€ 590.000,00) zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist. Dit beperkt Stichting Nijmeijer of haar rechtsopvolger overigens niet tot het instellen van enig rechtsmiddel.
Erfpachter zal de verplichtingen uit voormeld “kettingbeding” en boeteregeling nakomen, waaronder die tot wederoplegging bij vervreemding. Grondeigenaar aanvaardt dit voor de gerechtigde(n) tot het beding.
VOORKEURSRECHT TOT KOOP, KETTINGBEDING EN BOETEREGELING
Voorkeursrecht tot koop
Indien de erfpachter voornemens is het onderhavige recht van erfpacht en opstal te vervreemden in welke zin dan ook (waaronder ten deze mede begrepen economische eigendomsoverdracht, verhuur/verpachting, vestiging van zakelijke (genots)rechten, inbreng in of terugkeer uit een vennootschap, rechtspersoon of gemeenschap of
overgang krachtens (testamentair) erfrecht) aan anderen dan zijn echgeno(o)t(e) of levensgezel(lin) waarmee de erfpachter samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert (duurzame relatie), en van welke samenwoning en huishouding dient te blijken uit een notariële samenlevingsovereenkomst, of zijn afstammelingen in de eerste graad, is hij en/of zijn rechtsopvolger(s) onder algemene of bijzondere titel verplicht dit recht alsmede de eigendom van de opstallen, werken en beplantingen, eerst te koop aan te bieden aan de eigenaar of zijn rechtsopvolger(s), conform het bepaalde in artikel 1 van gemelde Algemene Voorwaarden (2008).
Kettingbeding en Boeteregeling
De erfpachter, waaronder mede wordt verstaan zijn rechtsopvolger(s) onder algemene of bijzondere titel, is verplicht de hiervoor opgelegde verplichting, op te leggen aan de nieuwe verkrijger(s), casu quo rechthebbende(n) van de betreffende onroerende zaak, die zich tevens moeten verbinden tot nakoming van bedoelde verplichtingen en om deze op gelijke wijze door zijn rechtsopvolger(s) te zullen doen naleven, zulks ten behoeve van de krachtens dit artikel gerechtigden, bij gebreke waarvan een zonder rechterlijke tussenkomst direct opeisbare boete van vijfhonderd duizend euro
(€ 500.000,00) wordt verbeurd ten behoeve van die gerechtigde en deze onmiddellijk gevorderd kan worden en zonder recht op verrekening en/of korting.
Een gelijke boete is op gelijke wijze verschuldigd door de erfpachter of zijn rechtsopvolgers ten behoeve van de gerechtigde of zijn rechtsopvolgers ingeval deze gemelde verplichting tot aanbieding niet nakomen.
De verplichtingen voor de erfpachter uit het onderhavige beding voortvloeiende gaan bij zijn overlijden over op zijn rechtverkrijgende(n).
De erfpachter of zijn rechtverkrijgende(n) is/zijn dus gebonden aan de in de Algemene Voorwaarden opgenomen waardebepaling door de taxateurs en zullen dus aan de overdracht en levering voor de door de taxateurs vastgestelde waarde moeten meewerken, voor het geval de gerechtigde voor deze waarde wenst te kopen.
Het voorkeursrecht voor de gerechtigde is hoogst persoonlijk (niet overdraagbaar aan derden).
De rechten van gerechtigde uit hoofde van dit artikel gaan, indien gerechtigde om welke reden dan ook ophoudt te bestaan, over op haar rechtsopvolger(s).
Erfpachter zal de verplichtingen uit voormeld voorkeursrecht, kettingbeding en boeteregeling nakomen, waaronder die tot wederoplegging bij vervreemding. Grondeigenaar aanvaardt dit voor de gerechtigde(n) tot het beding.
GEEN VOORBELASTING
Het recht van erfpacht is thans niet belast met een recht van hypotheek.
FEITELIJKE LEVERING en RISICO
De onroerende zaak waarop het recht van erfpacht betrekking heeft, is vanaf heden voor risico van de erfpachter.
BODEMGESTELDHEID EN VERONTREINIGINGSRISICO
Eigenaar is - voor zover in deze akte of ter gelegenheid van de tot standkoming van de overeenkomst niet anders gemeld of gebleken - niet bekend met verontreiniging van de bodem, zodanig dat het daardoor ongeschikt is voor het door koper opgegeven gebruik. Eigenaar weet niet van gebruik in het verleden of andere feiten welke zouden kunnen wijzen op de aanwezigheid van een dergelijke verontreiniging.
Volgens opgave van eigenaar zijn ten aanzien van het gekochte geen beschikkingen genomen of bevelen gedaan in de zin van artikel 55 Wet Bodembescherming.
Bodemonderzoek. Bodemverontreiniging/Asbest
In opdracht van eigenaar is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Ingenieursbureau AsmA te Eexterveenschekanaal onder projectcode 10996, peildatum
vier maart tweeduizend dertien. Uit gemeld onderzoek blijkt geen verontreiniging van de bodem, zodanig dat deze daardoor ongeschikt is voor het door erfpachter opgegeven gebruik. Partijen zijn er mee bekend dat er een asbest verdachte locatie is geconstateerd op het puinpad, die niet in het onderzoeksgebied is meegenomen.
Naar aanleiding van dit onderzoek heeft erfpachter vervolgens, op eigen initiatief en voor eigen rekening, een aanvullend onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van asbest in het puinpad. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat in het puinpad asbest aanwezig is. Gemelde onderzoeken gelden als nulmeting, voor wat betreft die gedeelten van het registergoed die onderzocht zijn.
Saneringskosten
Indien erfpachter de sanering van asbest in gemeld puinpad laat uitvoeren, dienen de kosten van sanering bij een (tussentijdse) beëindiging van de overeenkomst, tussen eigenaar en erfpachter te worden verrekend, op gelijke wijze als verrekening van de opstallen als gemeld in artikel 1 van de Algemene Voorwaarden. De te verwachten saneringskosten bedragen thans dertienduizend eenhonderdvijftig euro (€ 13.150,00) exclusief omzetbelasting.
Restrisico verontreiniging
Eigenaar is niet aansprakelijk voor deze en eventuele aanwezige of later blijkende verontreiniging, tenzij de erfpachter kan aantonen dat eigenaars verklaring van onbekendheid daarmee onjuist is, of dat eigenaar in zijn inlichtingen of informatieplicht jegens erfpachter is tekort geschoten.
Onbekendheid eigenaar met ondergrondse tanks
Eigenaar is niet aansprakelijk voor de aanwezigheid van ondergrondse opslagtanks voor vloeistoffen in de zin van het Besluit Opslag Ondergrondse Tanks behoudens dat eigenaar er voor in staat daarvan niet te weten.
Informatieplicht eigenaar
Eigenaar staat er voor in dat de hiervoor door hem afgegeven verklaringen juist zijn en dat hij niet in zijn informatieplicht jegens erfpachter is tekort geschoten.
HOOFDELIJKHEID
Indien erfpachter uit meer personen bestaat, zijn deze hoofdelijk jegens de eigenaar tot nakoming van alle verplichtingen uit het vorenstaande voortvloeiende verbonden.
GEEN ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT
De eigenaar beschikt niet over een energieprestatiecertificaat danwel een gelijkwaardig document als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen. Xxxxxxxxxx gaat hiermee akkoord.
AFSTAND ONTBINDING
Partijen doen afstand van de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst die ten grondslag ligt aan de onderhavige uitgifte van het recht van erfpacht. Deze afstand laat onverlet het recht van de erfpachter vermindering van de uitgifteprijs of schadevergoeding te vorderen.
KOSTEN, BELASTINGEN EN BEROEP OP VRIJSTELLINGEN
1. Alle kosten en belastingen met betrekking tot de uitgifte van het recht van erfpacht en opstal, waaronder begrepen de overdrachtsbelasting en het kadastrale recht zijn voor rekening van eigenaar.
2. Wegens de uitgifte van het recht van erfpacht en opstal is geen omzetbelasting verschuldigd.
TOESTEMMING
De comparanten onder 2 genoemd verlenen elkaar over en weer toestemming tot het aangaan van de overeenkomst van uitgifte van het recht van erfpacht en opstal krachtens artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek.
Aan te hechten stukken
Aan deze akte worden de navolgende stukken gehecht:
- volmacht uitgifte in erfpacht eigenaar;
- beschikking rechtbank Almelo de dato 8 oktober tweeduizend twaalf;
- tekening de dato vier maart tweeduizend dertien.
WOONPLAATSKEUZE
Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook inzake aangelegenheden betreffende de overdrachtsbelasting, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte aan de Xxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 XX Xxxxxxxxxxx, correspondentieadres: Xxxxxxx 00 xx 0000 XX Xxxxxxxxxxx.
SLOT
De comparanten zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte betrokken comparanten is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld.
WAARVAN AKTE is verleden te Haaksbergen op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De comparanten verklaarden tijdig tevoren de gelegenheid te hebben gekregen om van de inhoud van deze akte kennis te nemen. Voorts heb ik, notaris, alvorens tot het verlijden van deze akte over te gaan, aan de comparanten mededeling gedaan van de zakelijke inhoud daarvan en daarop een toelichting gegeven.
Vervolgens verklaarden de comparanten op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen. Daarna is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris, ondertekend om negen uur en vijf en veertig minuten.
(Getekend:) volgt ondertekening. UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT:
(w.g.)
De ondergetekende, mr. waarnemer van Mr. P
kandidaat-notaris, als notaris, gevestigd te Haaksbergen verklaart
dat de onroerende zaak, bij vorenstaande akte vervreemd in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten, niet is opgenomen in een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 in samenhang met artikel 3, 4 of 5 of artikel 9a, eerste of tweede lid, in samenhang met artikel 3, 4 of 5 dan wel voorlopige aanwijzing als bedoeld in artikel 6 of in artikel 9a, eerste of tweede lid, in samenhang met artikel 6 van die wet.
(w.g.)
Ondergetekende, mr. waarnemer van Mr.
, kandidaat-notaris, als
, notaris gevestigd te Haaksbergen, verklaart
dat dit afschrift inhoudelijk een volledige en juiste weergave is van de inhoud van het stuk waarvan het een afschrift is.
Blad 13 van 13
Verklaring:
Het voorgaande stuk is ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op
01-07-2013 om 10:54 in register Onroerende Zaken Hyp4 in deel 63041 nummer 2.
Een elektronisch document met voornoemde inhoud was gewaarmerkt met een digitale handtekening, die blijkens bijbehorend certificaat van Getronics CSP Organisatie CA
- G2 met nummer 1DAF9D7C46394FABE5C6E17463D0DBA9
toebehoort aan .
Naam bewaarder: Mr. B.H.J. Roes.
Onroerende Zaken Hyp4 : 63041/2 01-07-2013 10:54