PROFESSIONEEL STATUUT
PROFESSIONEEL STATUUT
van de geneeskundig adviseur1
DEEL I: De overeenkomst Werkgever en geneeskundig adviseur, Overwegende
1. dat het geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen van de geneeskundige adviseur is onderworpen aan de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), het Wetboek van Strafrecht (artikel 272) en Strafvordering (artikel 218) en de Wet op de Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO), alsmede de Gedragsregels en richtlijnen van de beroepsorganisaties KNMG2, NMT3/ANT4 en VAGZ/VAV5,
2. dat de geneeskundig adviseur een eigen professionele en persoonlijke verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het beoordelen van de gezondheidstoestand van de cliënt en zijn/haar advies transparant, controleerbaar en objectief zal formuleren,
3. dat de cliënt erop moet kunnen rekenen dat hij een zelfstandige en onafhankelijke geneeskundige / tandheelkundige/farmaceutische beoordeling en advisering ontvangt waarbij zijn persoonlijke levenssfeer en zijn vertrouwensrelatie met de geneeskundig adviseur voldoende is beschermd,
4. dat de geneeskundig adviseur een eigen professionele en persoonlijke verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de weerslag van zijn handelen op de individuele gezondheidszorg,
5. dat de werkgever -mede als uitvloeisel van de Gedragscode voor Goed Verzekeraarschap- en de geneeskundige adviseur zich gezamenlijk, met respect voor elkaars verantwoordelijkheden, naar beste vermogen inzetten om de onafhankelijkheid van de geneeskundige/ tandheelkundige / farmaceutische advisering te waarborgen,
6. dat zowel vanuit het perspectief van de individuele beoordeling van de gezondheidstoestand van de cliënt, als vanuit het perspectief van de invloed van het handelen op de individuele gezondheidszorg nadere regels dienen te worden vastgesteld door de beroepsgroepen, ter handhaving en optimalisering van doelmatigheid, zorgvuldigheid en niveau van het geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen, met inachtneming van medische ethiek en stand der wetenschap (“state of the art”),
7. dat het professioneel statuut tot doel heeft de kwaliteit en de consistentie van de geneeskundige / tandheelkundige/farmaceutische advisering te waarborgen evenals de randvoorwaarden die daarvoor nodig zijn vanuit de organisatie waarbinnen de professional zijn werkzaamheden verricht,
8. dat de werkgever eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit en continuïteit van het gehele proces en voor de dienstverlening in het algemeen,
1 Waar over geneeskundig adviseur wordt gesproken worden de volgende BIG geregistreerde professionals bedoeld: de adviserend arts, de adviserend tandarts en de adviserend apotheker
2 Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst
3 De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
4 Associatie Nederlandse Tandartsen
5 VAGZ is de vereniging voor artsen, tandartsen en apothekers werkzaam bij (zorg)verzekeraars. In mei 2018 is de VAGZ met de NVAG en VIA samengegaan in de Vereniging Artsen Volksgezondheid (VAV).
concluderende,
dat de professionele verantwoordelijkheid van de bij de organisatie werkzame geneeskundig adviseur in de verhouding tot die van de werkgever in een regeling dient te worden omschreven,
komen overeen dat
de geneeskundig adviseur zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming van het hierna geformuleerde professioneel statuut, als onderdeel van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden.
Deze overeenkomst wordt beheerst door de bepalingen in de navolgende bijlagen:
1. Deel II : Professioneel Statuut.
2. Deel III : Toelichting bij het professioneel statuut.
Aldus getekend: op ........................ te ..................................................
(datum) (plaats)
door:
......................................................... ...................................................
(naam werkgever) (naam geneeskundig adviseur)
........................................................ ....................................................
( handtekening) ( handtekening)
DEEL II: Het Professioneel Statuut
ARTIKEL 1
In dit statuut wordt verstaan onder:
1. Organisatie
De privaatrechtelijke rechtspersoon1, zoals omschreven in de op een geneeskundig adviseur van toepassing zijnde rechtspositieregeling.
2. Werkgever
De privaatrechtelijke rechtspersoon1, met wie de geneeskundig adviseur een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
3. Geneeskundig xxxxxxxx0
De arts/tandarts/apotheker, die in de organisatie werkzaam is op het terrein van de individuele gezondheidszorg en in die hoedanigheid een directe relatie heeft met cliënten, dan wel adviseert over aspecten die hun weerslag hebben op de individuele gezondheidszorg.
4. Cliënt
De persoon, wiens individuele gezondheidstoestand door de geneeskundig adviseur wordt beoordeeld wegens een aanspraak die voortvloeit uit wetgeving, wettelijke regeling of particuliere verzekeringsovereenkomst.
5. Toetsing
Het (collectief) evalueren of werkwijze en geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen voldoen aan de professionele standaard.
6. Professionele verantwoordelijkheid
De specifieke, niet overdraagbare verantwoordelijkheid van de arts/tandarts/apotheker in relatie tot de cliënt, die voortvloeit uit de wet BIG en mede de basis vindt in de specifieke deskundigheid, vaardigheden en competenties die gebaseerd zijn op de wetenschappelijke standaard van de beroepsgroep.
7. Professionele autonomie
De onafhankelijke beoordeling van de geneeskundig adviseur welke onderzoeken, al dan niet door hemzelf uit te voeren, hij nodig acht om tot een beargumenteerd oordeel te komen inzake aanspraken op grond van de gezondheidstoestand van de cliënt.
8. Professionele standaard
Datgene wat binnen de beroepsgroep algemeen aanvaard en gebruikelijk is, naar de huidige stand der wetenschap, waaronder mede wordt verstaan het geheel van gedragsregels, beroepscodes, protocollen, standaarden en wet- en regelgeving.
ARTIKEL 2
1 Vanwege de uniformiteit van het Professioneel Statuut is gekozen voor algemene terminologie. Bedoeld wordt hier de zorgverzekeraar, ziektekostenverzekeraar, schadeverzekeraar, levensverzekeraar. en inkomensverzekeraar
2 Met de geneeskundig adviseur worden de volgende BIG geregistreerde professionals bedoeld: de adviserend geneeskundige, de adviserend tandarts en de adviserend apotheker.
1. De geneeskundig adviseur verricht op het gebied van zijn deskundigheid geneeskundige/ tandheelkundige/farmaceutische handelingen ten aanzien van personen die aan zijn beoordeling en advies zijn toegewezen op grond van de aan de organisatie opgedragen en aan omschreven richtlijnen onderworpen uitvoering van wetten en regelingen, dan wel door de organisatie ontvangen aanvraag voor, respectievelijk aanspraak op een (particuliere) verzekering, binnen het daaraan in overleg met de beroepsgroep door de organisatie vastgestelde beleid.
2. Bij de geneeskundige/tandheelkundige/farmaceutische handelingen, genoemd in lid 1, is de professionele autonomie, omschreven in art.1, lid 7, van toepassing.
ARTIKEL 3
1. Ter handhaving en bevordering van de beroepsuitoefening volgens “the-state-of-the-art” en om te (blijven) voldoen aan de eisen welke in redelijkheid mogen worden gesteld, verplicht de geneeskundige adviseur zich deel te nemen aan een systeem van onderlinge toetsing en aan bij- en nascholingsactiviteiten, waaronder het tot stand komen en implementeren van zorginhoudelijke protocollen, overeenkomstig de door het College van Sociale Geneeskunde (vanaf 01-01-2012 College Geneeskundig Specialismen) vastgestelde opleidings-, (her)registratie- en/ of accreditatie- eisen, danwel andere door de respectievelijke beroepsgroepen vastgestelde opleiding- en registratie-eisen.
2. De in lid 1 genoemde toetsing vindt plaats aan de hand van binnen de beroepsgroep vastgestelde procedures.
3. De werkgever verplicht zich om de geneeskundig adviseur in de gelegenheid te stellen om zijn uit lid 1 voortvloeiende verplichtingen te kunnen nakomen. Dit betekent onder andere dat de werkgever zich verplicht na aanvang van het dienstverband van de geneeskundig adviseur, deze in staat te stellen via de daartoe erkende opleidingen een inschrijving te verwerven in het register van sociaal geneeskundigen in de hoofdstroom Maatschappij & Gezondheid, en, indien aangewezen, hieraan voorafgaand een inschrijving in het KNMG profielregister Arts Beleid en Advies.
ARTIKEL 4
1. De geneeskundig adviseur legt overeenkomstig de wettelijke voorschriften de door hem verrichte geneeskundige handelingen, bevindingen en overwegingen vast in een medisch dossier.
2. Beheer van en toegang tot medische dossiers, alsmede gebruik, inzage en verstrekking van gegevens daaruit zijn vanuit de organisatie geregeld, met inachtneming van wet- en regelgeving inzake bescherming van persoonsgegevens en medische dossiers. De werkgever is derhalve onder meer verplicht er zorg voor te dragen dat medische dossiers op zorgvuldige wijze worden opgeborgen en wel zodanig dat geheimhouding van de inhoud daarvan is verzekerd.
3. De geneeskundig adviseur verplicht zich om zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden te houden aan de regels en aanwijzingen, welke door of namens de werkgever worden gegeven met het oog op een doeltreffend en doelmatig functioneren van de organisatie voorzover deze niet strijdig zijn met het professioneel statuut, relevante wetgeving en/of professionele standaarden.
4. De werkgever verplicht zich om met betrekking tot de voor de geneeskundig adviseur uit lid 3 voortvloeiende verplichting rekening te houden met diens professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van de cliënt en de gevolgen voor de individuele gezondheidszorg.
5. De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van toereikende personele, instrumentele en ruimtelijke middelen ten behoeve van een adequate functievervulling.
ARTIKEL 5
1. De geneeskundig adviseur zal op verzoek van de werkgever medewerking verlenen aan opleiding/ bijscholing van het in de organisatie werkzame personeel.
2. De werkgever zal voor de in lid 1 genoemde medewerking de benodigde tijd beschikbaar stellen aan de geneeskundig adviseur, opdat deze op adequate wijze invulling kan geven aan de uit de eerdere artikelen voortvloeiende verplichtingen jegens de cliënt.
3. Het in lid 1 en 2 bepaalde is overeenkomstig van toepassing op stageverlening aan en opleiding van personen van buiten de organisatie.
ARTIKEL 6
Het Professioneel Statuut is onverbrekelijk verbonden met de arbeidsovereenkomst tussen de geneeskundig adviseur en de werkgever.
ARTIKEL 7
De inhoud van het Professioneel Statuut kan alleen gewijzigd worden indien partijen hierover overeenstemming bereiken.
Deel III: Toelichting bij het Professioneel Statuut
Waar in de tekst van het professioneel statuut en de toelichting de woorden “hij” of “zijn” worden gebruikt, dienen deze woorden tevens gelezen te worden als “zij” respectievelijk “haar”. Deze toelichting richt zich zowel op dat onderdeel van de functie van de adviserend geneeskundige waarbij beoordeling van de individuele gezondheidstoestand van cliënten aan de orde komt, als op de werkzaamheden die hun weerslag hebben op het belang van de individuele gezondheidszorg.
I. Wettelijk kader en gedragsregels
Het Professioneel Statuut vindt zijn bestaansrecht in de eerste plaats in het (ongeschreven) recht van de cliënt op een onafhankelijke beoordeling en/of advisering door de geneeskundig adviseur waarin diens professionele autonomie het sterkst naar voren komt. Zeker gezien de niet vrijwillige (tand)arts- /apotheker- cliënt-relatie is de geneeskundig adviseur gehouden om te komen tot een zelfstandige en onafhankelijke beoordeling, die uitsluitend voortvloeit uit zijn specifieke deskundigheid, zonder dat daarbij een ander belang mag prevaleren. Een en ander voor zover dit blijft binnen de door de wet/ verzekeringsvoorwaarden aangegeven grenzen.
Daarnaast heeft de wetgever ter bescherming van de rechten van de cliënt een wettelijk kader opgesteld dat de vrijheid van handelen van de geneeskundig adviseur beperkt.
In dit verband kunnen onder meer worden genoemd :
De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), waarin onder meer een omschrijving gegeven wordt van wat onder handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg moet worden verstaan: alle andere verrichtingen - het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen- rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende diens gezondheid te bevorderen of te bewaken. Handelingen op het gebied van de geneeskunst worden in de wet BIG omschreven als: alle verrichtingen -het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen-, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel verloskundige bijstand te verlenen.
In artikel 47 Wet BIG worden twee tuchtnormen gegeven.
De eerste tuchtnorm heeft betrekking op het handelen of nalaten in strijd met de zorg die de beroepsbeoefenaar in die hoedanigheid behoort te betrachten. Hieronder vallen bijvoorbeeld het stellen van een verkeerde of te late diagnose, het onvoldoende informeren over de behandeling, het voorschrijven van verkeerde medicijnen of het schenden van het beroepsgeheim. De hulpverlener moet naast de patiënt ook jegens familie en huisgenoten van de patiënt deze zorg betrachten.
De tweede tuchtnorm heeft betrekking op het handelen of nalaten in de hoedanigheid van hulpverlener dat in strijd is met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. Hieronder kunnen diverse zaken vallen waaronder verzekeringsfraude, het niet toelaten van een collega tot een waarneemregeling en onjuist optreden in de media. Ook de beleidsadvisering in het kader van de Zorgverzekeringswet en AWBZ door de BIG geregistreerde professional kan in dit licht worden bezien.
Het Wetboek van Strafrecht, waarin strafrechtelijke sancties worden gesteld op overtredingen van de zwijgplicht (artikel 272).
Het Wetboek van Strafvordering (artikel 218) en het Burgerlijk Wetboek (artikel 1946), regelende de mogelijkheid om in rechte gebruik te maken van het beroepsgeheim.
De Wet Persoonsregistratie van 1988, houdende regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties (verschoningsrecht).
De Wet op de Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO), die bepaalt dat aan iedere geneeskundige/ tandheelkundige/ farmaceutische handeling een (stilzwijgende) overeenkomst tussen behandelaar en cliënt ten grondslag ligt, zulks ter versterking van de rechtspositie van de cliënt, en die onderstreept dat de vereiste “zorg van een goed hulpverlener” aan de (tand)arts /apotheker mogelijkheden biedt om situaties te voorkomen, die niet in het belang zijn van de cliënt. Tevens bepaalt de wet dat de aansprakelijkheid van de hulpverlener, respectievelijk van de organisatie, niet kan worden beperkt of uitgesloten.
De vorenvermelde wetgeving en de jurisprudentie maken duidelijk dat de (tand)arts/apotheker tucht- en strafrechtelijk aansprakelijk is voor zijn geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen. Daarnaast is hij onverminderd civielrechtelijk aansprakelijk.
De wetgeving, die onder meer sancties stelt op het veroorzaken van schade door grove onkunde, veronderstelt ten aanzien van geneeskundig/ tandheelkundig handelen dat de geneeskundig adviseur zijn vak daadwerkelijk bijhoudt.
Tevens zijn voor de geneeskundig adviseur de gedragsregels van de beroepsorganisaties KNMG en NMT van toepassing.
II. Geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen, professionele autonomie en verantwoordelijkheid van de werkgever.
Een geneeskundig adviseur in dienstverband kan te maken krijgen met strijdige belangen tussen die van het individu (de cliënt) en die van de organisatie als uitvoerder van een wet/ verzekeringsovereenkomst, het zogenoemde functioneel derdenbelang. Het gezondheidsbelang van de cliënt dient altijd te prevaleren boven andere belangen.
Voor zijn geneeskundig/ tandheelkundig/farmaceutisch handelen draagt de geneeskundig adviseur een eigen specifieke verantwoordelijkheid, die niet door of namens de werkgever kan worden overgenomen of ingeperkt. Het hebben van een gezagsverhouding binnen de organisatie ontslaat de geneeskundig adviseur dan ook op geen enkele wijze van deze eigen verantwoordelijkheid.
De professionele autonomie maakt onderdeel uit van de professionele verantwoordelijkheid. De professionele autonomie stelt de geneeskundig adviseur in staat tot zijn professioneel advies te komen zonder rekening te (hoeven) houden met mogelijke financiële, strategische en/ of politieke belangen van de werkgever.
III. Artikelen
Ad artikel 2
De geneeskundige/ tandheelkundige/farmaceutische handelingen houden onder meer in:
beoordeling van en rapportage over de gezondheidstoestand van individuele cliënten
Naast geneeskundige/ tandheelkundige/farmaceutisch handelingen verricht de geneeskundig adviseur op grond van zijn takenpakket ook ander sociaal- geneeskundige/ sociaal- tandheelkundige/farmaceutische
werkzaamheden. Het betreft dan onderzoek en advisering die zijn weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg.
Ad artikel 3
De reikwijdte van de professionele autonomie is uiteengezet onder paragraaf II van deze toelichting. Om te borgen dat de geneeskundig adviseur zijn onafhankelijke positie kan waarmaken worden in gezamenlijk overleg tussen werkgever en de beroepsgroep kwaliteitscriteria opgesteld.
Deze criteria zullen periodiek worden geëvalueerd.
Onderlinge toetsing is een vorm van horizontale, vakinhoudelijke kwaliteitsbewaking, vanuit de verantwoordelijkheid van de beroepsgroep. Doel is een beroepsuitoefening die kwalitatief van voldoende hoog niveau is en voldoet aan door de beroepsgroep vast te stellen respectievelijk vastgestelde normen.
Ad artikel 4, lid 1
Bedoeld worden hier de door de geneeskundig adviseur verkregen gegevens, betrekking hebbend op een persoon ten aanzien van wie de geneeskundig adviseur geneeskundige/ tandheelkundige/farmaceutische handelingen verricht en daarop betrekking hebbende correspondentie, zoals keuringsgegevens, rapporten, informatie van de behandelend huisarts/ specialist/ tandarts.
Ad artikel 4, lid 2
Dit onderdeel dient door de werkgever geconcretiseerd te worden in een privacy reglement en privacy protocol.