VAN DOORNE N.V.
VAN DOORNE N.V.
AKTE VAN (HOOFD)SPLITSING
(Blok 5 Project Holland Park te Diemen)
Heden, [__] tweeduizend zeventien, verschijnt voor mij, xx. Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, notaris te Amsterdam:
[ ], in deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Bergwijkstadspark Blok 5 B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, met adres: 0000 XX Xxxxxx, Eekholt 42, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer: 62616676,
Bergwijkstadspark Blok 5 B.V. hierna te noemen: de "Eigenaar". De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart:
Inhoud
Deze akte bestaat uit de volgende artikelen:
I. Definities
II. Registergoed, Opstal, verkrijging en voorbelasting
III. Voornemen tot splitsing
IV. Tekening
V. Splitsing in appartementsrechten
VI. Reglement
VII. Splitsingsvergunning
VIII. Bestaande erfdienstbaarheden, kettingbedingen en bijzondere bepalingen
IX. Woonplaatskeuze
X. Bijlagen
XI. Volmachten
I. Definities
I.1 In deze akte wordt, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, verstaan onder (in alfabetische volgorde):
a. Eigenaar:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Bergwijkstadspark Blok 5 B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, met adres: 0000 XX Xxxxxx, Eekholt 42, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer: 62616676;
b. Grond:
de grond als bedoeld in de definitie van Registergoed;
c. Notaris:
mevrouw mr. A.M.J.M. Xxxxxxx, notaris verbonden aan Xxx Xxxxxx N.V., haar waarnemer of een andere notaris verbonden aan Van Doorne N.V.;
d. Openbare Registers:
de openbare registers voor onroerende zaken en rechten;
e. Opstal:
het op de Grond nog te realiseren gebouw, in hoofdzaak bestaande uit:
i. eenhonderd dertien (113) woningen op de begane grond tot en met de zesde (6de) verdieping met daarbij behorende bergingen in de kelder met toebehoren en een binnentuin op begane grond niveau; en
ii. een stallingsgarage met vierenzeventig (74) parkeerplaatsen voor auto's en/of motoren, met speedgate en verder toebehoren; en
iii. zes (6) commerciële ruimten op de begane grond met toebehoren; en
iv. een aparte ruimte voor nutsvoorzieningen ten behoeve van de naamloze vennootschap N.V. Nuon Warmte;
f. Opstalrecht Nuon:
het zelfstandig recht van opstal als bedoeld in artikel 5:101 en volgende van het Burgerlijk Wetboek ten behoeve van de naamloze vennootschap N.V. Nuon Warmte om een stadsverwarmingssysteem met bijkomende (kabel)werken en andere voorzieningen met toebehoren aan te leggen, te hebben, in stand te houden, te wijzigen, uit te breiden, te vervangen en weg te nemen op/in de Grond en op/in de ruimte behorende tot het op de Grond nog te realiseren gebouw;
g. Registergoed:
een perceel grond, gelegen te Diemen, blijkens de kadastrale registratie plaatselijk bekend [ ] te Diemen, kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 3118, groot drieëntwintig centiare (23ca), nummer 3119, groot één centiare (1ca), nummer 3122, groot zevenentachtig centiare (87ca), nummer 3124, groot éénendertig are vijftig centiare (31a 50ca) en nummer 3129, groot één centiare (1ca), aan al welke percelen door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend en welke percelen gedeeltelijk zijn belast met het Opstalrecht Nuon;
h. Tekening:
de tekening, bestaande uit twee (2) bladen, waarop de Grond, de Opstal en de begrenzing van de onderscheidene gedeelten daarvan die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt zijn aangegeven, welke tekening als Bijlage aan deze akte wordt gehecht.
I.2 Hoofden van artikelen of onderdelen daarvan en de inhoudsopgave zijn alleen bedoeld ter verbetering van de leesbaarheid. Aan die hoofden en inhoudsopgave kan geen enkel recht worden ontleend.
II. Registergoed, Opstalrecht, verkrijging en voorbelasting
II.1 Het Registergoed is door de Eigenaar verkregen:
- voor wat betreft vermelde kadastrale percelen met nummers 3118, 3119, 3122 en 3124 door de inschrijving in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op zesentwintig maart tweeduizend vijftien in
deel 65911 nummer 141, van een afschrift van een akte van levering, houdende kwijting voor de betaling van de koopprijs, op vijfentwintig maart tweeduizend vijftien voor mr. A.M.J.M. Ploumen, notaris te Amsterdam, verleden; en
- voor wat betreft het vermelde kadastrale perceel met nummer 3129 door de inschrijving in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [__] tweeduizend zeventien in deel [ ] nummer [ ], van een afschrift van een akte van levering, houdende kwijting voor de betaling van de koopprijs, op [ ] tweeduizend zeventien voor mr. A.M.J.M. Ploumen, voornoemd, verleden.
II.2 Het Registergoed is (gedeeltelijk) belast met het Opstalrecht Nuon, welk opstalrecht is gevestigd door de inschrijving in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [ ] tweeduizend zeventien in deel [ ] nummer [ ] van een afschrift van een akte van vestiging zelfstandig recht van opstal en vestiging kwalitatieve verplichting / kettingbeding, op [ ] tweeduizend zeventien voor notaris mr. A.M.J.M. Ploumen, voornoemd, verleden.
II.3 Het Registergoed is niet bezwaard met beslagen of rechten van hypotheek of inschrijvingen daarvan.
III. Voornemen tot splitsing
De Eigenaar heeft besloten over te gaan tot splitsing in appartementsrechten van het Registergoed en de Opstal en tot vaststelling van een reglement dat op de appartementsrechten van toepassing is.
IV. Tekening
IV.1 Op de Tekening zijn de Grond en de Opstal en de begrenzing van de onderscheidene gedeelten daarvan die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, aangegeven.
IV.2 Op de Tekening zijn binnen de begrenzing van de onderscheidene gedeelten die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, nummers in Arabische cijfers aangegeven van de indices van de appartementsrechten waarin is begrepen het uitsluitend gebruik van de begrensde gedeelten waarin die nummers zijn vermeld.
IV.3 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers heeft de Tekening op [ ] tweeduizend zeventien in bewaring genomen onder depotnummer: [ ] en heeft verklaard dat de complexaanduiding is: [ ].
V. Splitsing in appartementsrechten
V.1 De Eigenaar splitst hierbij het Registergoed en de Opstal in de volgende appartementsrechten:
1. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de éénhonderd dertien (113) woningen op de begane grond tot en met de zesde (6de) verdieping met daarbij behorende bergingen in de kelder, een binnentuin op begane grond niveau, de daken boven de vierde, de vijfde en de zesde verdieping en de fietsenstalling en entrees op de begane grond, alles met verder aan- en toebehoren, plaatselijk bekend te Diemen als [ ], kadastraal bekend gemeente Diemen, sectie D, complexaanduiding [ ]-A,
appartementsindex 1, uitmakende het achtduizend zeshonderd vijfenzeventig / tienduizend zevenentachtigste (8.675 / 10.087ste) onverdeeld aandeel in de gemeenschap, bestaande uit het Registergoed en het daarop nog te realiseren Opstal;
2. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de vierenzeventig (74) stallingsplaatsen (parkeerplaatsen) in de stallingsgarage in de kelder met hellingbaan en speedgate en met verder aan- en toebehoren, plaatselijk bekend te Diemen als [__], kadastraal bekend gemeente Diemen, sectie D, complexaanduiding [ ]-A, appartementsindex 2, uitmakende het negenhonderd tweeënzestig / tienduizend zevenentachtigste (962 / 10.087ste) onverdeeld aandeel in de gemeenschap, bestaande uit het Registergoed en het daarop nog te realiseren Opstal; en
3. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van zes (6) commerciële ruimten op de begane grond met verder aan- en toebehoren, plaatselijk bekend te Diemen als [__], kadastraal bekend gemeente Diemen, sectie D, complexaanduiding [ ]-A, appartementsindex 3, uitmakende het vierhonderd vijftig / tienduizend zevenentachtigste (450 / 10.087ste) onverdeeld aandeel in de gemeenschap, bestaande uit het Registergoed en het daarop nog te realiseren Opstal;
VI. Reglement
VI.1 De Eigenaar stelt hierbij vast het op de appartementsrechten toepasselijke reglement, welk reglement, met inachtneming van de in deze akte noodzakelijke wijzigingen en aanvullingen, is gebaseerd op het door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie vastgestelde modelreglement bij splitsing in appartementsrechten, opgenomen in een akte, verleden op zestien januari tweeduizend zes voor mr. A.G. Xxxxxxx, notaris te Amsterdam, bij afschrift ingeschreven op achttien januari tweeduizend zes in register Hypotheken 4 deel 19399 nummer 166, van de Openbare Registers, destijds te Amsterdam. Het reglement luidt als in artikel VI.2 vermeld.
VI.2 Indeling Reglement
A. Definities en algemene bepalingen Artikelen 1 tot en met 7
B. Aandelen die door de splitsing ontstaan en aandelen in de verplichting tot het bijdragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn
Artikel 8
C. Schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn en baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen, reservefonds en onderhoudsplan
Artikelen 9 en 10
D. Jaarlijkse begroting, jaarrekening en bijdragen Artikelen 11 tot en met 14
E. Verzekeringen
Artikel 15
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken
Artikelen 16 tot en met 24
G. Gebruik, beheer en onderhoud van de privé gedeelten Artikelen 25 tot en met 33
H. Het door een eigenaar zelf in gebruik nemen van zijn privé gedeelte Artikel 34
I. Het in gebruik geven door een eigenaar van zijn privé gedeelte aan een gebruiker
Artikelen 35 tot en met 38
J. Ontzegging van het gebruik van een privé gedeelte Artikel 39
K. Overdracht van een appartementsrecht. Artikel 40
L. Overtredingen Artikel 41
M. Oprichting van de vereniging en vaststelling van de statuten van de vereniging
(i) Algemene bepalingen Artikelen 42 tot en met 44
(ii) De vergadering
Artikelen 45 tot en met 52
(iii) Het bestuur
Artikelen 53 tot en met 56
(iv) Raad van commissarissen en commissies Artikelen 57 en 58
N. Huishoudelijk reglement Artikel 59
O. Wijziging van de akte Artikel 60
P. Opheffing van de splitsing en ontbinding van de vereniging Artikel 61
Q. Geschillenbeslechting Artikel 62
R. Indexering Artikel 63
S. Slotbepalingen Artikel 64
T. Overgangsbepalingen Artikel 65
A. Definities en algemene bepalingen Artikel 1.
In het reglement wordt verstaan onder:
a. "akte":
de akte van splitsing, met inbegrip van de tekening als bedoeld in artikel 5:109 tweede lid van het Burgerlijk Wetboek, van het reglement alsmede de eventuele wijzigingen en aanvullingen daarvan;
b. "beheerder":
een door de vergadering benoemd (rechts)persoon die nader te bepalen taken van het bestuur uitoefent, zoals het administratief/financieel beheer, het technisch beheer of het bouwkundig beheer;
c. "bestuur":
het bestuur van de vereniging als bedoeld in artikel 5:131 van het Burgerlijk Wetboek, gevormd door een of meer bestuurders;
d. "boekjaar":
het boekjaar van de vereniging;
e. "eigenaar":
de gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 5:106 vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek, waaronder begrepen een erfpachter, opstaller, vruchtgebruiker of gerechtigde krachtens een recht van gebruik en/of bewoning op een privé gedeelte respectievelijk appartementsrecht, tenzij uit de tekst of de strekking van het desbetreffende artikel anders blijkt;
f. "gebouw":
het gebouw of de gebouwen dat/die in de splitsing is/zijn betrokken;
g. "gebruiker":
degene die als huurder of anderszins, anders dan krachtens een beperkt recht, het gebruik van het privé gedeelte heeft als bedoeld in artikel 5:120 van het Burgerlijk Wetboek;
h. "gemeenschap":
de in de splitsing betrokken goederen;
i. "gemeenschappelijke gedeelten":
die gedeelten van het gebouw en/of de grond die blijkens de akte niet bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
j. "gemeenschappelijke zaken":
alle zaken die bestemd zijn of worden om door alle eigenaars of een bepaalde groep van eigenaars gebruikt te worden voor zover niet vallende onder i;
k. "grond":
de grond die in de splitsing is betrokken;
l. "huishoudelijk reglement":
het huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 59 van het reglement;
m. "jaarrekening":
de jaarrekening waarin is opgenomen een balans en een exploitatierekening met toelichting;
n. "jaarverslag":
het verslag van het bestuur over de gang van zaken in de vereniging en het gevoerde beleid;
o. "onderappartementsrecht": een appartementsrecht ontstaan bij een ondersplitsing;
p. "ondereigenaar": de eigenaar van een onderappartementsrecht;
q. "ondersplitsing": de splitsing in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106 derde lid van het Burgerlijk Wetboek;
r. "privé gedeelte":
het gedeelte of de gedeelten van het gebouw en/of de grond dat/die blijkens de akte bestemd is/zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
s. "raad van commissarissen":
de raad van commissarissen als bedoeld in artikel 2:48 juncto artikel 5:135 van het Burgerlijk Wetboek;
t. "reglement":
het reglement van splitsing als bedoeld in de artikelen 5:111 en 5:112 van het Burgerlijk Wetboek, inhoudende onder meer de statuten van de vereniging en de rechten en plichten van de eigenaars;
u. "reglement van ondersplitsing": het voor de ondersplitsing geldende reglement van splitsing;
v. "reservefonds":
het reservefonds als bedoeld in artikel 5:126 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek;
w. "vereniging":
de vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder e en artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek;
x. "vereniging van ondereigenaars": de vereniging van eigenaars ontstaan bij de ondersplitsing;
y. "vergadering":
de vergadering van eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 tweede lid onder d en artikel 5:125 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek; en
x. "voorzitter":
de voorzitter van de vergadering.
Artikel 2.
2.1 De eigenaars en de gebruikers moeten zich overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens elkander gedragen. Iedere eigenaar en gebruiker dient voorts de bepalingen van het reglement, het eventuele huishoudelijk reglement, de eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, en overige tussen hen krachtens wet of gewoonte bestaande regels voor zover die op hem betrekking hebben, na te leven.
2.2 Een eigenaar of gebruiker mag geen onredelijke hinder aan de andere eigenaars en gebruikers toebrengen.
Het is niet toegestaan in het gebouw beroepen of bedrijfsmatige activiteiten op het gebied van erotiek uit te oefenen, te handelen in, gebruiken van en/of het
vervaardigen van drugs respectievelijk het beoefenen van gok en/of kansspelen, dan wel gelegenheid te bieden tot één van de in deze bepaling genoemde niet toegestane activiteiten.
Het laden en lossen in de normale uitoefening van het bedrijf in het tot het appartementsrecht met index 3 behorende privé gedeelte (de commerciële ruimten) binnen de kaders van de normen zoals weergegeven in het "Activiteitenbesluit Milieubeheer" dan wel de te eniger tijd daarvoor in de plaats tredende wet- en/of regelgeving, waarbij gebruik wordt gemaakt van de aanbevelingen van Programma Piek kwalificeert niet als onredelijke hinder. Er wordt geen onredelijke geluidshinder toegebracht bij het laden en lossen in de periode van zeven uur tot negentien uur. Het houden van speciale evenementen, zoals jaarmarkten, braderieën en dergelijke, worden niet als onredelijke hinder gekwalificeerd mits vooraf de vereiste publiekrechtelijke toestemming(en) en/of vergunning(en) is/zijn verkregen.
Regels ter voorkoming van geluidshinder of andere vormen van hinder en het behandelen van klachten met betrekking tot hinder kunnen nader bij huishoudelijk reglement worden vastgesteld.
2.3 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht alle handelingen na te laten waardoor schade kan worden toegebracht aan de belangen van andere eigenaars en gebruikers, hypotheekhouders en andere beperkt gerechtigden of aan de belangen van de vereniging. Hij is verplicht alles te doen wat dienstig kan zijn ter voorkoming van die schade en hij is verplicht voor zover dit redelijk is om maatregelen te dulden die de strekking hebben bedoelde schade te voorkomen, te beperken dan wel op te heffen.
2.4 Iedere eigenaar en gebruiker dient er voor in te staan dat zijn huisgenoten en zijn personeel de in de vorige leden van dit artikel bedoelde bepalingen en regels zullen naleven.
Artikel 3.
Iedere eigenaar en gebruiker is aansprakelijk voor de door hem aan het gebouw, de grond of de gemeenschappelijke zaken toegebrachte schade en voor onredelijke hinder voor zover deze schade of hinder aan hemzelf, aan zijn huisgenoten of zijn personeel kan worden toegerekend. Hij is verplicht voor zover dit redelijk is maatregelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade of hinder te voorkomen of te beperken.
Artikel 4.
Iedere eigenaar en gebruiker is te allen tijde bevoegd en verplicht tot het nemen van maatregelen, die strekken tot het afwenden van een voor de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken onmiddellijk dreigend gevaar. Hij is alsdan verplicht het bestuur onverwijld te waarschuwen.
Artikel 5.
In het geval dat in een privé gedeelte belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan of gevaar dreigt voor ernstige hinder van de andere eigenaars en gebruikers, is iedere eigenaar en gebruiker verplicht het bestuur onverwijld te
waarschuwen en de nodige maatregelen te nemen.
Artikel 6.
Titel 4 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing op de eigenaars en de gebruikers, met dien verstande dat eventueel daarmee strijdige feitelijke situaties die zich ten tijde van de splitsing – of, indien dit later is, ten tijde van de oplevering van het gebouw – voordoen door de eigenaars en gebruikers dienen te worden geduld.
Artikel 7.
7.1 Een krachtens (huishoudelijk) reglement of besluit van de vergadering toegestane inwendige of uitwendige wijziging van het gebouw mag eerst worden aangebracht nadat daarvoor de eventueel vereiste publiekrechtelijke vergunning of toestemming is verkregen. Evenzo mag een krachtens zodanig reglement of besluit toegestaan gebruik van gemeenschappelijke en/of privé gedeelten eerst worden uitgeoefend, en mag elke andere handeling met betrekking tot het gebouw en/of de grond eerst worden verricht, nadat daarvoor bedoelde vergunning of toestemming is verkregen. De rechten voortvloeiende uit een dergelijke publiekrechtelijke vergunning of toestemming mogen niet worden uitgeoefend als daardoor strijd ontstaat met het in de akte bepaalde.
7.2 In afwijking van het gestelde onder lid 1 van dit artikel hebben de eigenaar(s) van het appartementsrecht met index 3 de bevoegdheid naar eigen inzicht naar de eisen des tijds het privé gedeelte van het appartementsrecht aan te passen, waaronder begrepen de pui van het eigen appartementsrecht te veranderen (waaronder niet is begrepen "verzetten") en (dragende) wanden in hun privé gedeelte te wijzigen of te verwijderen, mits daarvoor de vereiste publiekrechtelijke vergunning(en) en/of toestemming(en) is/zijn verkregen en overigens niet in strijd gehandeld wordt met publiekrechtelijke regelgeving (waaronder begrepen doch niet beperkt tot enige beperkingen uit hoofde van het van toepassing zijnde Beeldkwaliteitsplan), de verandering plaatsvindt binnen zijn/haar privé gedeelte, de verandering op generlei wijze de hechtheid van het gebouw in gevaar brengt en slechts indien het voornemen, uiterlijk voorafgaande aan de publiekrechtelijke aanvraag, via het bestuur is aangekondigd aan de overige eigenaars.
Behoudens bij wijzigingen aan de pui mogen de veranderingen niet een wijziging in de architectonische uitstraling en hoofdstructuur van het totale complex inhouden.
7.3 Wordt in verband met een wijziging of gebruik als bedoeld in de artikelen 7.1 en 7.2 uit hoofde van het publiekrecht precario of een andere vergoeding geheven, dan is deze voor rekening van de desbetreffende eigenaar.
B. Aandelen die door de splitsing ontstaan en aandelen in de verplichting tot het bijdragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn
Artikel 8.
8.1 Iedere eigenaar is in de gemeenschap gerechtigd voor het in de omschrijving van zijn appartementsrecht genoemde breukdeel.
De breukdelen zijn gebaseerd op het aantal vierkante meters gebruiksoppervlak van het privé gedeelte van elk appartementsrecht, zoals is aangegeven op de aan deze akte gehechte Bijlage, met dien verstande dat bij de vaststelling daarvan met betrekking tot de woningen en de stallingsplaatsen in de stallingsgarage is uitgegaan van enerzijds het totaal aantal vierkante meters gebruiksoppervlak van alle tot het appartementsrecht met index 1 behorende woningen (exclusief buitenruimten) en bij die woningen behorende bergingen en anderzijds het totaal aantal vierkante meters gebruiksoppervlak van de tot het appartementsrecht met index 2 behorende stallingsgarage.
8.2 De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen gerechtigd tot de baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen en zijn, met uitzondering van het bepaalde in artikel 8 derde tot en met zesde lid, voor diezelfde breukdelen verplicht bij te dragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn.
8.3 In afwijking van het bepaalde in artikel 8 tweede lid geldt dat de kosten, inclusief eventuele rentekosten, met betrekking tot de stroomvoorziening van de algemene ruimten - indien er geen tussenmeters zijn - zullen worden gedragen door de eigenaar(s) van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 voor negentig procent (90%) en door de eigenaar(s) van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 2 voor tien procent (10%), welke verhouding door een unaniem besluit door de vergadering kan worden gewijzigd.
De eigenaar(s) van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) behoeft (behoeven) niet bij te dragen in de in de vorige zin bedoelde kosten, aangezien zij op geen enkele wijze gebruik kunnen en mogen maken van bedoelde algemene ruimten.
8.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 8 tweede lid geldt dat de kosten, inclusief eventuele rentekosten, met betrekking tot en voor zover aanwezig:
- het administratief en technisch beheer (vaste last);
- de vergaderkosten (vaste last, inclusief algemene ledenvergaderingen en porto- en kopiekosten),
zullen worden gedragen door de eigenaars, elk voor een gelijk deel.
8.5 Wat betreft de bijdrage in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn, geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 8 tweede lid het volgende:
a. Indien de herbouwwaarde van de privé gedeelten blijkens opgave van de verzekeraar, dan wel een aan de verzekering ten grondslag liggend deskundigenrapport, onderling meer dan tien procent (10%) afwijkt van de breukdelen als vermeld in artikel 8 eerste lid, dan zijn de eigenaars verplicht in de premies verschuldigd uit hoofde van de verzekeringen
als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder x. xxxxxx artikel 15 eerste en tweede lid bij te dragen naar rato van de voor elk privé gedeelte verzekerde herbouwwaarde.
b. Voor zover ten gevolge van het gebruik of de inrichting van een privé gedeelte uit hoofde van de verzekeringen als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder f. juncto artikel 15 eerste en tweede lid een hogere premie dan de normale premie is verschuldigd, is uitsluitend de eigenaar van dit privé gedeelte verplicht het meerdere boven de normale premie te dragen, ongeacht of het meerdere boven de normale premie is verschuldigd voor dit privé gedeelte of voor een ander privé gedeelte.
8.6 Alle schulden en kosten als bedoeld in artikel 9 eerste lid, welke uitsluitend betrekking hebben op één privé gedeelte en niet op alle privé gedeelten en waarvoor geen speciale regeling is getroffen in dit artikel 8, zijn voor rekening van de betreffende eigenaar van het betreffende privé gedeelte en wel voor het geheel.
8.7 Ingeval van ondersplitsing gelden de rechten en verplichtingen van de eigenaar van het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht als rechten en verplichtingen van de ondereigenaars gezamenlijk in overeenstemming met de bepalingen die vastgesteld zijn bij het reglement van ondersplitsing.
C. Schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn en baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen, reservefonds en onderhoudsplan
Artikel 9.
9.1 Tot de schulden en kosten van de gezamenlijke eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan, voor zover deze schulden en kosten ingevolge dit reglement niet ten laste van een of meerdere, maar niet alle, eigenaars komen;
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden, vernieuwingen en vervangingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars, voor zover die niet vallen onder a. en voor zover deze schulden en kosten ingevolge dit reglement niet ten laste van een of meerdere, maar niet alle, eigenaars komen;
c. de schulden en kosten van de vereniging;
d. het bedrag van de schadevergoeding door de gezamenlijke eigenaars als zodanig verschuldigd aan één van hen of aan een derde;
e. de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten verbonden aan het
optreden als eiser of als verweerder door of namens de gezamenlijke eigenaars, onverminderd het bepaalde in artikel 13 derde lid;
f. de premies verschuldigd uit hoofde van de verzekeringen, die door het reglement zijn voorgeschreven of waartoe ingevolge artikel 15 door de vergadering is besloten;
g. de verschuldigde publiekrechtelijke lasten voor zover geen aanslag is opgelegd aan de afzonderlijke eigenaars;
h. de kosten verband houdende met het waterverbruik en het elektriciteitsverbruik voor zover de eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen;
i. alle overige schulden en kosten, gemaakt in het belang van de gezamenlijke eigenaars als zodanig, daaronder begrepen de schulden en kosten die voortvloeien uit besluiten van de vergadering.
9.2 Tot de baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen behoren renten en andere opbrengsten van vermogen, andere aan de gezamenlijke eigenaars als zodanig toekomende baten, alsmede baten toekomende aan de vereniging, zoals de boeten bedoeld in artikel 41.
Artikel 10.
10.1 Er moet een reservefonds worden gevormd ter voldoening van de kosten die zijn voorzien in het onderhoudsplan als bedoeld in het tweede lid en ter voldoening van niet-voorziene schulden en kosten. Aan het reservefonds zal geen andere bestemming worden gegeven tenzij krachtens besluit van de vergadering met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 52 vijfde en zesde lid, dan wel na opheffing van de splitsing.
10.2 Het bestuur is verplicht een onderhoudsplan op te (laten) maken, waarin zijn opgenomen de onderhouds- en herstelwerkzaamheden en de vernieuwingen die voor gezamenlijke rekening van de eigenaars zijn en die op meer jaren betrekking hebben, met een schatting van de daaraan verbonden kosten en een gelijkmatige toerekening van die kosten aan de onderscheiden jaren. Dit meerjarenonderhoudsplan dient te worden opgemaakt voor een periode van ten minste tien jaren en dient jaarlijks bijgewerkt te worden op de actualiteit.
10.3 Het onderhoudsplan als bedoeld in het tweede lid wordt vastgesteld door de vergadering. In het kader van dit meerjarenonderhoudsplan kunnen binnen het reservefonds bestemmingsreserves worden gevormd.
10.4 Over gelden van het reservefonds kan slechts door de voorzitter van de vergadering en één van de eigenaars, die daartoe door de vergadering zal worden aangewezen, en na machtiging daartoe van de vergadering, worden beschikt.
D. Jaarlijkse begroting, jaarrekening en bijdragen Artikel 11.
11.1 Voor de aanvang van elk boekjaar legt het bestuur aan de vergadering over een begroting voor dat boekjaar, in welke begroting de volgende posten duidelijk moeten zijn onderscheiden:
a. de schulden en kosten als bedoeld in artikel 9 eerste lid;
b. de aan het desbetreffende boekjaar toe te rekenen bedragen uit hoofde van het onderhoudsplan als bedoeld in artikel 10 tweede en derde lid;
c. toevoegingen aan het reservefonds; en
d. de baten bedoeld in artikel 9 tweede lid.
11.2 De begroting wordt vastgesteld door de vergadering. Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de vergadering tevens het bedrag dat bij wijze van voorschotbijdragen door de eigenaars verschuldigd is, alsmede het aandeel van iedere eigenaar daarin, vastgesteld met inachtneming van de verhouding als is bepaald in artikel 8 tweede tot en met zesde lid.
11.3 De eigenaars zijn verplicht met ingang van de eerste maand van het desbetreffende boekjaar maandelijks bij vooruitbetaling één/twaalfde van het bedoelde aandeel aan de vereniging te voldoen, tenzij de vergadering anders besluit. De betaling van de verschuldigde voorschotbijdrage kan niet worden verrekend of opgeschort in verband met een (vermeende) vordering op de vereniging of de gezamenlijke eigenaars.
Zolang door de vergadering niet de voorschotbijdrage voor een boekjaar is vastgesteld, moeten de eigenaars de laatstelijk vastgestelde voorschotbijdragen voldoen. Deze voorschotbijdragen worden verrekend met de door de vergadering krachtens het tweede lid van dit artikel vastgestelde voorschotbijdragen.
Een (exploitatie)overschot zal in een reservefonds exploitatie geboekt worden; een tekort dient binnen één maand te worden aangezuiverd. Eventuele tekorten in komende boekjaren kunnen ten laste van dit reservefonds gebracht worden, mits dit reservefonds daardoor geen negatief saldo krijgt.
Artikel 12.
12.1 Na afloop van elk boekjaar maakt het bestuur de jaarrekening en het jaarverslag op. Uit de tot de jaarrekening behorende balans moet de grootte van het reservefonds blijken. De tot de jaarrekening behorende exploitatierekening vormt de rekening als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder b van het Burgerlijk Wetboek en omvat de baten en lasten over het boekjaar, onderverdeeld in de posten genoemd in artikel 11 eerste lid.
12.2 In de jaarvergadering bedoeld in artikel 45 tweede lid legt het bestuur de jaarrekening ter vaststelling over aan de vergadering. De jaarrekening wordt, na vaststelling door de vergadering, ondertekend door de bestuurders. Indien deze door de vergadering is ingesteld, brengt de kascommissie bedoeld in artikel 58 tweede lid ter vergadering verslag uit van haar bevindingen omtrent de jaarrekening.
12.3 Bij het vaststellen van de jaarrekening bepaalt de vergadering tevens de definitieve bijdragen van de eigenaars, met inachtneming van de verhouding als is bepaald in de artikelen 8 tweede tot en met zesde lid.
12.4 Bij de toepassing van het in het derde lid bepaalde treden de definitieve bijdragen in de plaats van de in artikel 11 tweede lid bedoelde
voorschotbijdragen. Indien deze voorschotbijdragen de definitieve bijdragen te boven gaan, zal het verschil aan de eigenaars worden terugbetaald, tenzij de vergadering anders besluit. Indien de definitieve bijdragen de voorschotbijdragen te boven gaan, moeten de eigenaars het tekort binnen een maand na de vaststelling van de exploitatierekening aanzuiveren, tenzij de vergadering anders besluit.
Artikel 13.
13.1 Indien een eigenaar het ingevolge artikel 11 en/of artikel 12 door hem aan de vereniging verschuldigde bedrag niet binnen een maand nadat het bedrag opeisbaar is geworden aan de vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, met een minimum van vijftig euro (€ 50,--) of zoveel meer als de vergadering telkenjare mocht vaststellen. Het bestuur is bevoegd dit bedrag te matigen. Artikel 41 is niet van toepassing.
13.2 Indien een eigenaar het bedrag van zijn definitieve bijdrage niet binnen zes maanden na verloop van de termijn als bedoeld in artikel 12 vierde lid heeft voldaan, wordt zijn schuld omgeslagen over de andere eigenaars in de onderlinge verhouding als is bepaald in artikel 8 tweede lid, ongeacht de maatregelen die jegens de nalatige eigenaar kunnen worden genomen en onverminderd recht van verhaal van de andere eigenaars op eerstgenoemde.
13.3 Een eigenaar is verplicht alle door de vereniging gemaakte kosten, die van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, voor het verhalen van het door die eigenaar aan de vereniging verschuldigde, zowel in als buiten rechte, aan de vereniging te vergoeden.
Artikel 14.
14.1 Voor het geval een appartementsrecht aan meer eigenaars gezamenlijk toebehoort, zijn die eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die uit de gerechtigdheid tot dat appartementsrecht voortvloeien, tenzij de onverdeeldheid het gevolg is van een ondersplitsing.
14.2 In geval van ondersplitsing zijn de ondereigenaars gezamenlijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de gerechtigdheid tot het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht voortvloeien.
14.3 Indien een recht van vruchtgebruik, of van gebruik en/of bewoning op een privé gedeelte respectievelijk appartementsrecht is gevestigd, treedt de beperkt gerechtigde in de plaats van de eigenaar ten aanzien van de aansprakelijkheid voor de gezamenlijke schulden en kosten, tenzij bij de akte van vestiging van het recht anders is bepaald.
E. Verzekeringen Artikel 15.
15.1 Het bestuur zal het gebouw verzekeren bij een of meer verzekeraars tegen water-, storm-, brand- en ontploffingsschade. Het bestuur zal tevens een
verzekering afsluiten voor de wettelijke aansprakelijkheid die kan ontstaan voor de vereniging en voor de eigenaars als zodanig. Voorts zal de vergadering bevoegd zijn te besluiten tot het aangaan van verzekeringen tegen andere gevaren of tegen de wettelijke aansprakelijkheid van een bestuurder.
15.2 Het bedrag van de verzekeringen wordt vastgesteld door de vergadering. Het zal wat de opstalverzekering betreft moeten overeenstemmen met de herbouwkosten van het gebouw. De vraag of deze overeenstemming bestaat, zal periodiek gecontroleerd moeten worden in overleg met de verzekeraar.
15.3 Verzekeringsovereenkomsten worden door het bestuur afgesloten ten name van de vereniging en de gezamenlijke eigenaars. Het is daartoe, voor zover het betreft de in de eerste zin van het eerste lid bedoelde verzekeringen, slechts bevoegd indien het bepaalde in het vijfde lid wordt nageleefd.
15.4 De eigenaars verbinden zich de uit hoofde van de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in artikel 15 eerste lid eerste zin uit te keren schadepenningen, indien deze een bedrag gelijk aan één procent (1%) van de verzekerde waarde van het gebouw te boven gaan - dan wel indien de uitkomst daarvan lager is dan vijfentwintigduizend euro (EUR 25.000,--), indien de schadepenningen een bedrag van vijfentwintigduizend euro (EUR 25.000,--) te boven gaan - en de vergadering besluit tot herstel van de schade, te doen plaatsen op een voor de financiering van dat herstel door het bestuur te openen afzonderlijke bankrekening ten name van de vereniging, die de op deze rekening gestorte gelden zal houden voor de eigenaars.
Deze gelden dienen steeds bestemd te blijven voor het herstel of de wederopbouw, onverminderd artikel 5:136 vierde lid van het Burgerlijk Wetboek.
In geval van toepassing van het bepaalde in laatstgenoemd artikel zal, indien een eigenaar zich heeft schuldig gemaakt aan een daad of verzuim welke krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke ongehoudenheid van de verzekeraar tot uitkering van de schadepenningen tot gevolg zou hebben, de uitkering van het aandeel van de desbetreffende eigenaar dienen te geschieden aan de verzekeraar.
15.5 Het bestuur dient ervoor te zorgen dat de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de eerste zin van artikel 15 eerste lid de volgende clausule bevatten:
"Zolang de eigendom van het hierbij verzekerde gebouw gesplitst is in appartementsrechten, gelden de volgende aanvullende voorwaarden.
Een daad of verzuim van een eigenaar, welke krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke ongehoudenheid van ondergetekenden tot uitkering van de schadepenningen tot gevolg zou hebben, laat de uit deze polis voortvloeiende rechten onverlet.
Niettemin zal de maatschappij in zodanig geval gerechtigd zijn, mits zij voor
de uitkering de wens daartoe te kennen heeft gegeven, een aandeel in de schadepenningen overeenkomende met het aandeel waarin de desbetreffende eigenaar in de gemeenschap gerechtigd is, van deze terug te vorderen. Ingeval van toepassing van artikel 5:136 vierde lid van het Burgerlijk Wetboek zal de uitkering van het aandeel in bedoeld geval in plaats van aan de eigenaar geschieden aan de maatschappij.
Gaat de verschuldigde uitkering een bedrag van vijfentwintig duizend euro (€ 25.000,--) te boven, dan geschiedt zij op de wijze te bepalen door de vergadering van eigenaars, zulks blijkende uit een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de notulen van de vergadering.
Door uitkering overeenkomstig de voorwaarden dezer polis zal de maatschappij tegenover alle belanghebbenden volledig zijn gekweten."
15.6 In geval door de vergadering besloten wordt tot herstel of herbouw, is het bepaalde in artikel 5:136 tweede tot en met vierde lid van het Burgerlijk Wetboek en artikel 5:138 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, met dien verstande dat uitkering van het aan iedere eigenaar toekomende aandeel in de schadepenningen aan deze, voor zover het bepaalde in het vierde lid niet van toepassing is, slechts zal kunnen geschieden met toestemming van degenen die op het desbetreffende appartementsrecht een recht van hypotheek hebben.
15.7 Indien de schadepenningen niet toereikend blijken te zijn voor herstel of herbouw, draagt iedere Eigenaar bij in het tekort, in de verhouding waarin zij op grond van artikel 8 tweede lid juncto artikel 8 vierde lid verplicht zijn bij te dragen in de premies uit hoofde van de verzekeringen als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder x. xxxxxx artikel 15 eerste en tweede lid, onverminderd het verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
15.8 Iedere eigenaar is bevoegd een aanvullende verzekering te sluiten. In het geval van een verandering in het privé gedeelte als bedoeld in artikel 5:119 van het Burgerlijk Wetboek is het bestuur tot het sluiten van een aanvullende verzekering verplicht. Iedere eigenaar is verplicht de vereniging onverwijld van een verandering in het privé gedeelte schriftelijk in kennis te stellen. Leidt de verandering tot een wijziging van de verzekeringspremie dan komt het verschil voor rekening van de desbetreffende eigenaar.
15.9 Leidt het gebruik van een privé gedeelte tot verhoging van de verzekeringspremie, dan komt die verhoging voor rekening van de desbetreffende eigenaar.
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken
Artikel 16.
16.1 De vereniging voert het beheer over - en draagt de zorg voor het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
16.2 Bij huishoudelijk reglement kan het gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken nader
worden geregeld.
Artikel 17.
17.1 Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover nu of in de toekomst aanwezig en voor zover in lid 2 van dit artikel niet anders is bepaald:
a) de grond, voor zover niet behorend tot een privé gedeelte, de funderingen, de dragende muren, de kolommen, het geraamte van het gebouw, de gevels (daaronder begrepen de eventuele gevelbeplating en dilataties) en -met inachtneming van het ter zake hierna in dit lid 1 bepaalde- de dakconstructie inclusief de bitumineuze waterkerende laag onder de binnentuin op de begane grond vanaf (dus exclusief) de eventuele plafondafwerking van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage);
b) de vloeren en de wanden die de scheiding vormen tussen gemeenschappelijke gedeelten of tussen een gemeenschappelijk gedeelte en een privé gedeelte of tussen privé gedeelten, voor zover niet behorend tot een privé gedeelte;
c) de plafonds en overige afwerklagen en de bekleding van de vloeren, wanden en kolommen, die zich niet bevinden in een privé gedeelte;
d) de eventuele technische ruimten, die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van- respectievelijk niet uitsluitend dienstbaar zijn aan een privé gedeelte;
e) de isolerende voorziening in of aan de onder a) tot en met d) omschreven gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken;
f) de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken, van:
- de bliksembeveiliging of andersoortige centrale aarding;
- de algemene beveiliging,
die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van - of niet uitsluitend dienstbaar zijn aan - één privé gedeelte;
g). de leidingen voor:
- de afvoer van hemelwater, gootwater en fecaliën, voor zover niet uitsluitend dienstbaar aan één privé gedeelte;
- het transport van water, elektriciteit en telefoon-, audio- en videosignalen vanaf de aansluitingen op de dienstleidingen tot aan een meterkast van een privé gedeelte;
h) de leidingschachten die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van- respectievelijk niet uitsluitend dienstbaar zijn aan een privé gedeelte.
De hiervoor onder a bedoelde dakconstructie inclusief de bitumineuze waterkerende laag onder de binnentuin op de begane grond vanaf (dus
exclusief) de eventuele plafondafwerking van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage) wordt geacht gemeenschappelijk te zijn voor uitsluitend de appartementsrechten met indices 1 (woningen) en 2 (stallingsgarage).
17.2 Tot de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken worden niet gerekend, voor zover aanwezig:
1. In verband met het appartementsrecht met index 1 (woningen): Voor zover deze uitsluitend dienstbaar zijn aan, dan wel een onderdeel vormen van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen):
1.a. de ruimten die op de tekening zijn weergegeven als deel uitmakende van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
1.b. de daken inclusief de waterkerende lagen (met uitzondering van het dak van de stallingsgarage), de dakbedekking van voormelde daken, de zich in de gevels bevindende kozijnen/puien met de daarbij behorende deuren, ramen, glas en bijbehorend hang- en sluitwerk, waarachter zich het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen) bevindt;
1.c. de fietsenstallingen gelegen op de begane grond;
1.d. (de aanleg van) de binnentuin boven de bitumineuze waterkerende laag;
1.e. de kanalen voor de verwarming en ventilatie van uitsluitend het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
1.f. de entrees met de zich daarin bevindende liften, de trappenhuizen, gangen en toebehoren van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
1.g. de (stads)verwarming en/of warm watervoorziening (voor zover geen eigendom van derden);
1.h. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken en ruimten (voor zover geen eigendom van derden), van:
- de energievoorzieningen van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- de entrees, liften, trappenhuizen en overige transportinstallaties van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- de leidingen voor hemelwaterafvoer van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- de telefoon en de geluids-, beeld- en datavoorziening van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- de (stads)verwarming en/of warm watervoorziening van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- de ontruimingsinstallatie en de daarbij behorende randzaken van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- werkkasten van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen);
- overige collectieve voorzieningen van uitsluitend het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen).
1.i. de leidingen voor de afvoer van riolering van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen).
Deze zaken en ruimten maken deel uit van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen).
2. In verband met het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage):
Voor zover deze uitsluitend dienstbaar zijn aan, dan wel een onderdeel vormen van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage):
2.a. de ruimten die op de tekening zijn weergegeven als deel uitmakende van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage);
2.b. de kanalen voor de luchtverversing en ventilatie van de stallingsgarage;
2.c. de speedgate en het parkeerdek;
2.d. de plafondafwerking van de stallingsgarage tot aan de (gemeenschappelijke) dakconstructie tussen het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage) en het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 (woningen).
2.e. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken en ruimten, van:
- toegangsvoorzieningen, parkeerbeheersysteem (entree, elektronische toegang, signalering, en dergelijke) van de stallingsgarage;
- de koolstofmonoxide-, rook- en branddetectie casu quo bestrijding;
- de ontruimingsinstallatie en de daarbij behorende randzaken;
- pompputten van de stallingsgarage;
- de telefoon en eventuele de geluids-, beeld- en datavoorziening van de stallingsgarage;
- de overige collectieve voorzieningen van uitsluitend de stallingsgarage;
Deze zaken en ruimten maken deel uit van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 2 (stallingsgarage).
3. In verband met het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten):
Voor zover deze uitsluitend dienstbaar zijn aan, dan wel een onderdeel vormen van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten):
3.a. de ruimten die op de tekening zijn weergegeven als deel uitmakende van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
3.b. de zich in de gevels bevindende kozijnen/puien met de daarbij behorende deuren, ramen, glas en bijbehorend hang- en sluitwerk, waarachter zich het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) bevindt;
3.c. de kanalen voor de verwarming en ventilatie van uitsluitend het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
3.d. de leidingen voor:
- de afvoer van hemelwater, gootwater en fecaliën, voor zover uitsluitend dienstbaar aan één van deze respectievelijke privé gedeelten;
- het transport van water, elektriciteit en telefoon-, audio- en videosignalen vanaf de aansluitingen op de dienstleidingen tot aan een meterkast van deze respectievelijke privé gedeelten;
3.e. de (stads)verwarming en/of warm watervoorziening (voor zover geen eigendom van derden);
3.f. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken en ruimten (voor zover geen eigendom van derden), van:
- de energievoorzieningen van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
- de koeling casu quo luchtbehandeling (airconditioning) van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
- de telefoon en de geluids-, beeld- en datavoorziening van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
- de (stads)verwarming en/of warm watervoorziening van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
- de ontruimingsinstallatie en de daarbij behorende randzaken van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten);
- overige collectieve voorzieningen van uitsluitend het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten).
Deze zaken en ruimten maken deel uit van het privé gedeelten van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten).
17.3 De in het tweede lid bedoelde zaken maken deel uit van het desbetreffende privé gedeelte.
17.4 Op nieuwe gemeenschappelijke gedeelten en zaken, zoals nieuwe gemeenschappelijke installaties, is het voorgaande van toepassing, met ingang van de dag van aanbrenging daarvan.
Artikel 18.
18.1 Indien er twijfel bestaat of een gedeelte van het gebouw of de grond dan wel een zaak al dan niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.
18.2 Noch gemeenschappelijk noch privé zijn de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken behorende tot het opstalrecht ter zake het stadsverwarmingssysteem met kabels, leidingen en verder toebehoren (tot aan de aansluiting in het betreffende privé gedeelte), welke niet in deze splitsing zijn betrokken.
Artikel 19.
De vergadering kan besluiten een gemeenschappelijke installatie te verwijderen. Alle bepalingen over gemeenschappelijke installaties zijn vanaf dat moment ten aanzien van de verwijderde installatie niet meer van toepassing. Hetzelfde geldt voor andere gemeenschappelijke zaken.
Artikel 20.
20.1 Iedere eigenaar en gebruiker heeft het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken volgens de bestemming daarvan. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, ook wanneer die zich in zijn privé gedeelte bevinden. Hij mag geen inbreuk maken op het recht van medegebruik van de andere eigenaars en gebruikers.
20.2 In aanvulling op het in artikel 20.1 bepaalde geldt dat de eigenaars en gebruikers dienen te gedogen dat de zich (eventueel) in het gebouw bevindende ruimte(n) en/of leidingen en/of voorzieningen ten behoeve van energieverstrekking en/of verwarming in of buiten het gebouw ter beschikking wordt/worden gesteld aan door de gemeente aan te wijzen nutsbedrij(f)(ven) - al dan niet in verband met het Opstalrecht Nuon -, zonder dat de gemeente of het betreffende nutsbedrijf aan de eigenaars en gebruikers hiervoor een
vergoeding verschuldigd is. De eigenaars en gebruikers zijn verplicht te allen tijde toegang te verlenen aan personen met het benodigde materiaal, komende in opdracht van of namens de gemeente of het betreffende nutsbedrijf voor inspectie of het verrichten van werkzaamheden aan de ruimte(n) en/of leidingen en/of voorzieningen.
20.3 In afwijking van het in de eerste zin van het eerste lid bepaalde hebben de eigenaar(s) en gebruikers van het appartementsrecht met index 3 niet het gebruik van de gemeenschappelijk gedeelten (algemene ruimten) van het gebouw.
In afwijking van het in de eerste zin van het eerste lid bepaalde en in aanvulling op het bepaalde in lid 2 van dit artikel en onverminderd het bepaalde in de vorige zin is de vergadering bevoegd te besluiten dat de vereniging een overeenkomst sluit met een of meer eigenaars, gebruikers of derden waarbij een bepaald gemeenschappelijk gedeelte of een bepaalde gemeenschappelijke zaak uitsluitend aan hem/hen in gebruik wordt gegeven. De eigenaars die door een besluit van de vergadering zoals hiervoor bedoeld niet meer het gebruik van een bepaald gemeenschappelijk gedeelte of een bepaalde gemeenschappelijke zaak hebben, behoeven in dat geval niet meer bij te dragen in de schulden en kosten die betrekking hebben op dat gemeenschappelijk gedeelte of die gemeenschappelijke zaak, tenzij de vergadering anders besluit.
Artikel 21.
21.1 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, het onnodig verblijf in de gemeenschappelijke gedeelten, voor zover deze niet voor het verblijf voor korte of lange tijd bestemd zijn, en het plaatsen van voertuigen of andere voorwerpen op plaatsen in gemeenschappelijke gedeelten die hiervoor niet zijn bestemd.
21.2 De wanden en/of plafonds van de gemeenschappelijke gedeelten mogen niet worden gebruikt voor het ophangen van schilderijen, afbeeldingen of andere voorwerpen, en het aanbrengen van decoraties en dergelijke.
21.3 De vergadering kan tot de in het eerste en tweede lid genoemde handelingen toestemming verlenen.
21.4 Uit het oogpunt van veiligheid is het niet toegestaan om op enigerlei wijze de doorgang door de gemeenschappelijke ruimten, in het bijzonder vluchtwegen, door het plaatsen van voorwerpen of andere obstakels (voertuigen, vuilniszakken en al of niet verplaatsbare bloembakken daaronder begrepen) te belemmeren.
21.5 De afvoer van vuilnis en dergelijke van de appartementsrechten zal dienen plaats te vinden door middel van gebruikmaking van de daarvoor gebruikelijke zakken of soortgelijke voorzieningen, te deponeren in de (ondergrondse) containers of andere voorzieningen die daartoe in de nabijheid van de entree(s) van het gebouw worden gerealiseerd, danwel kan de vuilopslag geschieden overeenkomstig de geldende richtlijnen ter plaatse. In ieder geval
zal vuilnis niet eerder buiten het privé gedeelte behorende tot een appartementsrecht mogen worden geplaatst dan op de ophaaldag zelf.
21.6 Nadat een aanvang is gemaakt met een procedure tot gedwongen openbare verkoop van een appartementsrecht zijn de eigenaars en gebruikers verplicht tot het dulden van aanplakbiljetten (of welke andere vorm van aankondiging van de verkoop dan ook op, aan of bij het gebouw, conform het op dat moment geldende plaatselijke gebruik) en zijn zij verplicht om derden die met de openbare verkoop te maken hebben toegang te verlenen tot de gemeenschappelijke gedeelten.
Artikel 22.
22.1 Iedere op-, aan-, uit-, bij- of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden. Dit geldt ook wanneer een appartementseigenaar een recht van erfpacht of recht van opstal wenst te vestigen.
22.2 a. Het aanbrengen aan de buitenzijde van het gebouw of een privé gedeelte van naamborden, reclame-aanduidingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen, spandoeken, bloembakken, schijnwerpers en in het algemeen van uitstekende voorwerpen mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.
Voor het aanbrengen van zonneschermen zal de vergadering alleen toestemming verlenen indien ze voldoen aan een uniforme uitvoering volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.
Het aanbrengen van (schotel)antennes is niet toegestaan.
b. 1. Het aanbrengen van (schotel)antennes aan de buitenzijde van het gebouw of een privé gedeelte (de meer naar binnen gelegen balkon-
/terrasdelen van een privé gedeelte daaronder begrepen) is niet toegestaan.
2. Onverminderd het hiervoor onder b.1. bepaalde is het met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement toegestaan (schotel)antennes met bijhorende (technische) voorzieningen welke strekken ten gemeenschappelijk nut van de eigenaars en gebruikers van de appartementsrechten en/of ten gemeenschappelijk nut van eigenaars en gebruikers van gebouwen in de directe omgeving van het gebouw aan te (laten) brengen op de in artikel 17 lid 2 sub 1.b bedoelde tot het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 behorende daken.
Ten aanzien van (het aanbrengen van) bedoelde (schotel)antennes en bijbehorende (technische) voorzieningen is het ter zake bepaalde in het splitsingsreglement van de ondersplitsing van het appartementsrecht met index 1 van toepassing.
Bedoelde (schotel)antennes en bijbehorende (technische) voorzieningen worden in beginsel geacht een gemeenschappelijke (technische)
installatie te zijn, zodat met betrekking tot de kosten daarmee verband houdende het bepaalde in het artikel 8.2 van toepassing is. Het bepaalde in de vorige zin lijdt uitzondering in geval bedoelde (schotel)antennes en bijbehorende (technische) voorzieningen krachtens overeenkomst worden aangebracht op verzoek van (een) derde(n) en bij die overeenkomst is voorzien in een regeling ten aanzien van de (eigendoms)rechten en verplichtingen ter zake van bedoelde (schotel)antennes en bijbehorende (technische) voorzieningen en in een regeling ten aanzien van alle daarmee verband houdende kosten.
c In afwijking van het sub a bepaalde is het de eigenaar(s) en gebruikers van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) toegestaan zonder toestemming van de vergadering voor eigen rekening en risico, vlaggen, bloembakken, zonneschermen, reclame- aanduidingen, een uithangbord/verwijzingsbord of lichtbak/licht- (led)scherm, voorzien van handelsvignet, (handels)naams- en/of branche-aanduiding alsmede feestverlichting en/of luifels en/of gevelschermen aan de gevel en/of pui van hun privé-gedeelte aan te brengen. Deze zaken / voorzieningen mogen (behoudens de tijdelijk aan te brengen feestverlichting) geen hinderlijk (naar boven) uitstralend noch knipperend licht verspreiden of andere hinder veroorzaken.
Met betrekking tot bedoelde gevelschermen is het niet toegestaan deze gevelschermen zodanig af te sluiten waardoor "besloten buitenruimten" ontstaan.
De eventueel benodigde publiekrechtelijke vergunningen, toestemmingen en/of ontheffingen voor het aanbrengen van bedoelde zaken / voorzieningen dienen telkens door en voor rekening en risico van de eigenaar/gebruiker van het betreffende appartementsrecht te worden aangevraagd en te worden verkregen alvorens bovenbedoelde zaken/voorzieningen mogen worden aangebracht. Eventuele precarioheffingen zijn ook voor rekening van die desbetreffende eigenaar/gebruiker.
De als gevolg van het aanbrengen van bedoelde zaken / voorzieningen ontstane schade aan gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken komt voor rekening van de eigenaar van het appartementsrecht die die schade heeft veroorzaakt. Artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.
22.3 De vergadering kan bij het verlenen van de toestemming voorwaarden stellen. De vergadering kan een reeds verleende toestemming intrekken.
De eventuele benodigde vergunning(en) dient (dienen) door de betreffende eigenaar te worden aangevraagd en te zijn verkregen alvorens bovenbedoelde zaken worden aangebracht.
Een eventuele precarioheffing is voor rekening van deze eigenaar.
22.4 Iedere eigenaar en gebruiker is te allen tijde bevoegd en verplicht tot het
nemen van maatregelen, die strekken tot het afwenden van een voor de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken onmiddellijk dreigend gevaar. Hij is alsdan verplicht het bestuur onmiddellijk te waarschuwen.
Artikel 23.
23.1 De eigenaars en gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen verandering aanbrengen waardoor het architectonisch uiterlijk of de constructie van het gebouw gewijzigd zou worden, een en ander met uitzondering van het gestelde in artikel 7.2.
De toestemming kan in ieder geval niet worden verleend indien de hechtheid van het gebouw door de verandering in gevaar kan worden gebracht.
23.2 De eigenaars en gebruikers dienen de aan de gevels aangebrachte openbare straatverlichting niet af te dekken en/of te verwijderen en/of anderszins te bewerken en/of onbruikbaar te maken.
23.3 In afwijking van het in artikel 23 eerste lid bepaalde is de eigenaar die gerechtigd is tot twee of meer direct horizontaal en/of verticaal aan elkaar grenzende privé gedeelten, na verkregen toestemming van het bestuur, bevoegd om de tussen die privé gedeelten aanwezige (gemeenschappelijke) scheidingswand(en), respectievelijk (gemeenschappelijke) vloer(en) geheel of gedeeltelijk te verwijderen en/of - indien zodanige wanden, dan wel vloer(en) (nog) niet zijn aangebracht - verwijderd te houden, mits deze scheidingswand(en), dan wel vloer(en) geen dragende functie heeft/hebben in de constructie van het gebouw.
Deze bevoegdheid eindigt zodra de eigenaar niet meer gerechtigd is tot de desbetreffende aan elkaar grenzende privé gedeelten, in welk geval de eigenaar gehouden is de begrenzing van de desbetreffende privé gedeelten te brengen in de oorspronkelijke toestand door het (her)plaatsen van de scheidingswand(en) dan wel vloer(en) in een zoveel mogelijk gelijkwaardige technische uitvoering als de overige scheidingswanden dan wel vloer(en) van genoemde privé gedeelten.
Deze bevoegdheid eindigt niet en de toestemming van het bestuur als hiervoor bedoeld wordt geacht mede te zijn verleend aan de rechtsopvolger van de eigenaar, indien de eigenaar bedoelde aan elkaar grenzende privé gedeelten tezamen overdraagt aan een derde, nieuwe eigenaar.
Van het voornemen tot het verwijderen van dergelijke niet dragende scheidingswand(en) dan wel vloer(en) en in geval van (her)plaatsing, dient het bestuur vooraf door de desbetreffende eigenaar(s) schriftelijk in kennis te worden gesteld.
Het bestuur kan nadere eisen stellen ten aanzien van het verwijderen van de scheidingswand(en) dan wel vloer(en) en het (her-)plaatsen ervan voor wat betreft afwerking, kwaliteit en (geluids-)isolatie.
De desbetreffende eigenaar en diens rechtsopvolgers zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van het in dit lid bepaalde.
23.4 Voor zover de in het derde lid bedoelde aan elkaar grenzende privé gedeelten bij dezelfde gebruiker in gebruik zijn, terwijl de desbetreffende appartementsrechten aan twee of meer eigenaars toebehoren, kan het bestuur ontheffing van de in het derde lid bedoelde gehoudenheid tot (her)plaatsing van de scheidingswand(en) dan wel scheidingsvloer(en) verlenen.
Artikel 24.
Aan een gegeven toestemming of ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. Toestemmingen en ontheffingen kunnen worden gewijzigd en worden ingetrokken.
De in de artikelen 21, 22 en 23 bedoelde toestemmingen of ontheffingen mogen alleen op zwaarwegende gronden worden onthouden, gewijzigd of ingetrokken.
G. Gebruik, beheer en onderhoud van de privé gedeelten Artikel 25.
25.1 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan nader in de akte gegeven bestemming.
De bestemming van het appartementsrecht met index 1 is woningen met bergingen en binnentuin.
De bestemming van het appartementsrecht met index 2 is stallingsgarage uitsluitend voor het stallen van personenauto's en/of motoren.
De stallingsgarage is uitsluitend bedoeld voor het stallen van personenauto's en/of motoren. Een ander gebruik van de stallingsgarage, zoals het uit (laten) voeren van reparaties aan een voertuig - anders dan in een noodgeval door een hulpdienst zoals de ANWB of gelijkwaardige instantie - is verboden.
De bestemming van het appartementsrecht met index 3 is commerciële ruimten, waaronder begrepen (kleinschalige) detailhandel en horeca. Het is toegestaan, mits met inachtneming van de daarvoor geldende gemeentelijke voorwaarden en bepalingen en mits daartoe de eventueel vereiste publiekrechtelijke toestemming(en), vergunning(en) en/of ontheffing(en) is/zijn verkregen, bedoelde commerciële ruimten te gebruiken als kantoor of als praktijkruimte voor de uitoefening van medische en paramedische beroepen. Voorts is het toegestaan, mits met inachtneming van de daarvoor geldende gemeentelijke voorwaarden en bepalingen en mits daartoe de eventueel vereiste publiekrechtelijke toestemming(en), vergunning(en) en/of ontheffing(en) is/zijn verkregen, om bedoeld appartementsrecht met index 3 te transformeren tot en te gebruiken als woning(en).
Een gebruik dat afwijkt van de in de akte nader gegeven bestemming is niet toegestaan.
In geval van gebruik dat afwijkt van de hiervoor bedoelde bestemming, is artikel 5:119 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede het bepaalde in artikel 15 lid 9 van dit reglement, van toepassing.
25.2 Het gebruik van de binnentuin op de begane grond van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 omvat, naast de hoofdfunctie kijkgroen, de
glasbewassing van de gevels van het gebouw grenzend aan de binnentuin vanuit die binnentuin, het betreden van de binnentuin door de eigenaren en gebruikers van de woningen en hun bezoekers als ontsluitings- en vluchtroute van en naar de woningen. Het is de eigenaren en gebruikers van de woningen en hun bezoekers slechts toegestaan de binnentuin als zit-, speel- en recreatiegedeelte te gebruiken, voor zover de tuinaanleg (inclusief onderliggende waterkerende en constructieve laag) en het eventuele daarbij behorende zitmeubilair niet wordt beschadigd en voor zover er geen onredelijke hinder veroorzaakt wordt voor de omwonenden. Het is verboden om in de binnentuin schuurtjes, bergingen, dierenhokken, tenten dan wel andere voorwerpen te plaatsen, tenzij het tuinmeubilair betreft dat na gebruik direct verwijderd wordt.
Het is niet toegestaan in de binnentuin, alsmede op de daaraan grenzende (privé)terrassen, (bouw)werken op te richten dan wel voorzieningen, speeltoestellen en dergelijke aan te leggen die mogelijk schade aan het dak, de waterkerende laag alsmede de ondergelegen gemeenschappelijke of privé gedeelten zouden kunnen toebrengen.
Indien door schuld, anders dan normaal gebruik, van de gebruikers van de binnentuin of van de privé terrassen als hiervoor bedoeld schade aan de (gemeenschappelijke) dakconstructie inclusief de waterkerende laag ontstaat, zullen de kosten van herstel voor rekening van de desbetreffende gebruiker(s) casu quo eigenaar(s) komen.
25.3 Bij huishoudelijk reglement kan het gebruik, het beheer en het onderhoud van de privé gedeelten nader worden geregeld.
25.4 In geval van ondersplitsing worden het gebruik, het beheer en het onderhoud van de bij de ondersplitsing betrokken goederen geregeld bij de ondersplitsing met inachtneming van de bepalingen in dit reglement.
Artikel 26.
26.1 In het Huishoudelijk Reglement kunnen regels worden vastgesteld ter zake van:
1) het aanbrengen en aangebracht houden van voorzieningen die noodzakelijk zijn in het kader van:
- het beperken of voorkomen van geluidsoverlast tussen privé gedeelten, behoudens schriftelijke ontheffing van het bestuur; en
- het beperken of voorkomen van branddoorslag of brandoverslag tussen privé gedeelten of tussen een privé gedeelte en in de nabijheid gelegen gebouwen, behoudens schriftelijke ontheffing van zowel de brandweer als het bestuur; en
2) de maximale geluidsproductie in een privé gedeelte, tenzij naar het oordeel van het bestuur voldoende extra voorzieningen zijn aangebracht teneinde onredelijke geluidshinder te voorkomen.
26.2 Onverminderd het hiervoor in lid 1 van dit artikel bepaalde dienen de eigenaar(s) en gebruikers van het appartementsrecht met index 3
(commerciële ruimten) er voor te zorgen dat ten aanzien van hun privé gedeelte te allen tijde wordt voldaan aan de heersende gemeentelijke wet- en regelgeving ter zake voorkoming en bestrijding van geluidsoverlast.
26.3 De eigenaar(s) en gebruikers van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) zullen aan de geldende regelgeving ter zake voorkoming geurhinder moeten voldoen en daarnaast rook -en afvoerkanalen niet doen uitkomen op lager gelegen niveau's dan toegestaan volgens geldende plaatselijke wet -en regelgeving en/of het "Activiteitenbesluit Milieubeheer" dan wel de te eniger tijd ter zake geldende wet- en/of regelgeving.
Om geurhinder te beperken dienen de eigenaar(s) en gebruikers van dit appartementsrecht bij bedrijfsvoering in hun privé gedeelte waar risico van geurhinder te verwachten is, zoals doch niet beperkt tot cafetaria, restaurant, viswinkel, al die maatregelen te treffen waarmee de geurhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen, bijvoorbeeld door middel van een ontgeuringsinstallatie (koolstoffilters). De eigenaar(s) van dit appartementsrecht zijn verplicht in het huurcontract aan de huurders van hun privé gedeelte de in de vorige zin vermelde verplichting op te leggen.
26.4 De eigenaar(s) en de gebruikers van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) zijn bevoegd zonder toestemming van de vergadering, doch met inachtneming van de door het bestuur en/of de beheerder te stellen richtlijnen en met inachtneming van overheidsvoorschriften, voor eigen rekening en risico (koeling-) apparatuur/installaties, zoals airconditioning, en dergelijke ten behoeve van die appartementsrechten aan te brengen aan de buitengevel en/of aan de puien van de privé gedeelten van die appartementsrechten. Deze apparatuur/installaties en dergelijke mogen hoe dan ook op generlei wijze hinder veroorzaken aan de daarboven gelegen woningen.
26.5 De eigenaars en gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen open vuur-/haardinstallaties aanleggen.
Artikel 27.
27.1 Opslag van andere dan voor normaal huishoudelijk gebruik bestemde (brand)gevaarlijke, ontplofbare, verontreinigde dan wel verontreinigende stoffen en/of materialen is uitsluitend geoorloofd na verkregen schriftelijke toestemming van het bestuur. Het bestuur kan deze toestemming slechts verlenen zover deze opslag geschiedt in speciaal daartoe ingerichte opslagkluizen/tanks en deze opslag in verband met verzekering tijdig is gemeld bij de verzekeraar.
De vorengenoemde toestemming is niet vereist voor de eigenaar(s) en gebruikers van het appartementsrecht met index 3 (commerciële ruimten) voor zover deze opslag geschiedt in het kader van de normale bedrijfsuitoefening en overeenkomstig de daartoe van toepassing zijnde overheidsvoorschriften.
27.2 De extra verschuldigde premie voor de opstalverzekering of andere verzekeringen als gevolg van het hebben en houden van de stoffen bedoeld in artikel 27 eerste lid is voor rekening van de desbetreffende eigenaar.
Artikel 28.
28.1 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn privé gedeelte behoorlijk te (doen) onderhouden en daarbij de belangen van de andere eigenaar in acht te nemen.
Tot dat onderhoud behoort onder meer:
a. herstel, vernieuwing en vervanging;
b. schilder-, behang-, voeg- en tegelwerk;
c. het onderhoud van de plafonds en overige afwerklagen van de vloeren en wanden inclusief het onderhoud van de afwerklagen van de bovenkant van de mogelijke buitenruimte;
d. het onderhoud van de binnendeuren (waaronder begrepen hang- en sluitwerk);
e. het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitair en leidingen, met uitzondering van de leidingen als bedoeld in artikel 17 eerste lid;
f. het schilderwerk van die zijden van deuren en raamkozijnen met glas die zich in gesloten toestand in het privé gedeelte bevinden of die zich volledig in (een onderdeel van) het privé gedeelte bevinden.
28.2 Iedere eigenaar en gebruiker dient er voor zorg te dragen dat de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken die zich in zijn privé gedeelte bevinden te allen tijde goed bereikbaar zijn.
28.3 Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot een ander privé gedeelte of met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken, de toegang tot of het gebruik van een privé gedeelte naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is, is iedere desbetreffende eigenaar en gebruiker verplicht hiertoe zijn toestemming en medewerking te verlenen. Eventuele schade die hieruit voortvloeit, wordt door de eigenaar van het andere appartementsrecht respectievelijk de vereniging vergoed.
28.4 Indien wordt besloten tot vervanging of tot herstel van de (gemeenschappelijke) dakconstructie onder de binnentuin en privé terrassen en/of buitenruimten op de begane grond van het gebouw, dient die eigenaar het daarop aanwezige oppervlak (zoals betegeling, vlonders en/of kunstgras) voor eigen rekening te verwijderen en te herstellen. De desbetreffende eigenaar komt mitsdien geen recht op schadevergoeding toe als hiervoor in het derde lid is bepaald.
28.5 De eigenaars en de gebruikers zijn verplicht een bestuurder of de door het bestuur aan te wijzen personen toegang tot de privé gedeelten te verschaffen, wanneer dit voor de vervulling van de taak van het bestuur noodzakelijk is.
28.6 Glasschade in of aan een privé gedeelte komt voor rekening van iedere betrokken eigenaar en gebruiker indien en voor zover er geen verzekering
bestaat in de zin van artikel 15. Indien en voor zover wel een zodanige verzekering bestaat, draagt het bestuur zorg voor de reparatie.
Artikel 29.
29.1 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht de gemeenschappelijke technische installaties en de bijbehorende leidingen, andere gemeenschappelijke zaken als bedoeld in artikel 17 eerste lid, alsmede kabels en leidingen behorend tot een ander privé gedeelte te gedogen.
29.2 Iedere eigenaar en gebruiker is voorts verplicht de leidingen van de technische installaties, alsmede de leidingen voor het transport van stadswarmte, van water, elektriciteit en telefoon-, audio-, video- en andersoortige communicatiesignalen als bedoeld in artikel 17 tweede lid te gedogen, voor zover deze leidingen lopen door de privé gedeelten van de eigenaren aan wie deze installaties niet toebehoren krachtens artikel 17 tweede lid. Deze verplichting omvat tevens het gedogen van onderhoud aan bedoelde leidingen.
29.3 De eigenaars en gebruikers zullen in voorkomend geval over en weer gedogen, dat gebruik wordt gemaakt van hun privé gedeelten teneinde te kunnen vluchten over de zich in het gebouw bevindende vluchtroutes.
Artikel 30.
30.1 Alle privé gedeelten, met uitzondering van de zich daarin bevindende gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken, zijn voor rekening en risico van de betrokken eigenaar.
30.2 Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor schade die veroorzaakt is door een evenement dat buiten de betrokken privé gedeelten heeft plaatsgehad. In dat geval komt de schade aan dat privé gedeelte voor de eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
30.3 Alle zich in de privé gedeelten bevindende gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken zijn voor rekening en risico van de eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 31.
31.1 De binnentuin op de begane grond niveau van het gebouw inclusief de onderliggende (dak)constructie vanaf de waterkerende laag van het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 dient, met inachtneming van het in artikel 25 tweede lid en dit artikel 31 bepaalde, als tuin te worden aangelegd en te worden onderhouden.
31.2 De binnentuin, privé terrassen en balkons zullen uitsluitend als zodanig mogen worden gebruikt en hierop zullen nimmer zware plantenbakken/bouwsels, aarde en dergelijke mogen worden aangebracht welke het draagvermogen van die binnentuin, terrassen, het onderliggende dak en balkons overtreffen, zulks ter voorkoming van schade aan de balkons, plafonds en daken.
Tevens zullen in de binnentuin en op de terrassen en balkons geen beplantingen mogen worden aangebracht, waarvan men redelijkerwijs kan verwachten dat na volgroeiing alsnog het draagvermogen wordt overschreden of dat die beplanting dusdanig uitgroeit dat de lichtinval van de overige gedeelten niet meer optimaal is.
De eigenaars en gebruikers van de tot het privé gedeelte van het appartementsrecht met index 1 behorende woningen met terras gelegen op de begane grond is het niet toegestaan om op het tot hun privé gedeelte behorende terras een erfafscheiding, welke dan ook, met de binnentuin aan te brengen die hoger is dan negentig centimeter (90cm).
31.3 Het is niet geoorloofd tegen de muren planten of heesters te laten opgroeien.
Artikel 32.
Aan een gegeven toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Toestemmingen kunnen worden gewijzigd en worden ingetrokken.
De in de artikelen 26 en 27 bedoelde toestemmingen mogen niet op onredelijke gronden worden gewijzigd of worden ingetrokken.
Artikel 33.
Het in de artikelen 26 tot en met 31 bepaalde kan bij huishoudelijk reglement nader worden geregeld.
H. Het door een eigenaar zelf in gebruik nemen van zijn privé gedeelte Artikel 34.
34.1 Iedere eigenaar en gebruiker heeft het recht op uitsluitend gebruik van zijn privé gedeelte, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 eerste lid.
34.2 Een eigenaar behoeft geen toestemming om met zijn huisgenoten zijn privé gedeelte in gebruik te nemen, of om een tot dusver niet tot zijn huisgenoten behorend persoon bij zich te doen inwonen.
34.3 Ten aanzien van het in gebruik geven van een privé gedeelte aan een gebruiker is het in de artikelen 35 tot en met 38 bepaalde van toepassing.
I. Het in gebruik geven door een eigenaar van zijn privé gedeelte aan een gebruiker
Artikel 35.
35.1 Een eigenaar kan de aan zijn appartementsrecht verbonden gebruiksrechten door een ander laten uitoefenen, mits hij er voor zorgdraagt dat die ander het gebruik slechts verkrijgt na ondertekening van en afgifte aan het bestuur van een in tweevoud opgemaakte en gedagtekende verklaring dat hij de bepalingen van het reglement en het eventuele huishoudelijk reglement, alsmede eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, voor zover die op een gebruiker betrekking hebben, zal naleven.
Een eigenaar wordt geacht aan het in dit lid gestelde te hebben voldaan indien het in de vorige zin van dit lid bepaalde is opgenomen in de overeenkomst waarbij het privé gedeelte met inbegrip van het medegebruik
van de gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken aan een ander wordt verhuurd of op andere wijze in gebruik wordt gegeven en een kopie of een uittreksel van deze overeenkomst in tweevoud aan het bestuur is ter hand gesteld en deze kopie of dit uittreksel door het bestuur voor akkoord is ondertekend.
35.2 Van de in het eerste lid bedoelde verklaring respectievelijk kopie of uittreksel van de overeenkomst behoudt zowel de gebruiker als het bestuur een exemplaar.
35.3 De in het eerste lid bedoelde verklaring wordt geacht ook betrekking te hebben op besluiten en bepalingen die eerst na die verklaring worden genomen respectievelijk vastgesteld, tenzij een beroep op die besluiten en bepalingen jegens de gebruiker in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Artikel 5:128 tweede lid van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing.
35.4 Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing op gebruikers ten tijde van de totstandkoming van de splitsing, tenzij de kantonrechter op de voet van artikel 5:128 tweede lid van het Burgerlijk Wetboek anders beslist.
35.5 Het bestuur zal de gebruiker van iedere aanvulling of verandering van het reglement of het eventuele huishoudelijk reglement, alsmede van eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek, op de hoogte stellen.
35.6 Niettegenstaande de ingebruikgeving van een privé gedeelte aan een ander, blijft de eigenaar aansprakelijk voor de verplichtingen die uit het reglement voortvloeien en voor de gedragingen van de gebruiker van zijn privé gedeelte. De eigenaar en de gebruiker kunnen gezamenlijk schriftelijk aan het bestuur mededelen dat de door de eigenaar verschuldigde definitieve en voorschotbijdragen door de gebruiker zullen worden voldaan, onverminderd de verplichtingen van de eigenaar tot betaling.
35.7 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is het een eigenaar verboden om het aan zijn appartementsrecht verbonden gebruiksrecht door seizoenarbeiders of door een ander voor kortere perioden (zogenaamde 'short stay') in welke vorm, onder welke benaming en onder welke titel dan ook, waaronder begrepen doch niet beperkt tot kortstondig (commercieel) gebruik ten behoeve van toerisme, uit te laten uitoefenen.
Artikel 36.
36.1 Het bestuur kan te allen tijde verlangen dat de gebruiker zich jegens de vereniging als borg verbindt voor de eigenaar, en wel voor de betaling van hetgeen laatstgenoemde ingevolge het reglement aan de vereniging schuldig is of zal worden.
36.2 Voormelde borgtocht zal zich slechts uitstrekken tot verplichtingen van de betrokken eigenaar die opeisbaar worden na het tijdstip waarop per aangetekende brief door het bestuur aan de gebruiker is medegedeeld dat de
vereniging van de in het vorige lid bedoelde bevoegdheid gebruik wenst te maken. Bovendien zal de gebruiker uit hoofde van de hier bedoelde borgtocht per maand nimmer meer verschuldigd zijn dan een bedrag, overeenkomende met de geschatte maandelijkse huurwaarde van het desbetreffende privé gedeelte.
Artikel 37.
37.1 Een eigenaar is verplicht er voor zorg te dragen, dat zijn privé gedeelte niet betrokken wordt door iemand die de in artikel 35 bedoelde verklaring niet getekend heeft.
37.2 De gebruiker die zonder de in artikel 35 bedoelde verklaring getekend te hebben of zonder de in artikel 36 bedoelde verplichting te zijn nagekomen een privé gedeelte betrokken heeft dan wel in gebruik houdt, kan door het bestuur hieruit op kosten van de eigenaar worden verwijderd en hem kan het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden ontzegd.
37.3 Indien iemand zonder enige titel een privé gedeelte betrokken heeft, neemt het bestuur tijdig alle noodzakelijke maatregelen die kunnen leiden tot ontruiming van het privé gedeelte. Ook de eigenaar is verplicht tot het nemen van maatregelen tot ontruiming.
Het bestuur gaat niet tot ontruiming over dan nadat het de betrokkene tot ontruiming heeft aangemaand.
Aan de betrokkene kan in ieder geval het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden ontzegd.
Artikel 38.
De artikelen 35 tot en met 37 zijn van overeenkomstige toepassing op de gebruiker die zijn rechten ontleent aan een andere gebruiker.
J. Ontzegging van het gebruik van een privé gedeelte Artikel 39.
39.1 Aan de eigenaar die zelf het recht van gebruik uitoefent en die:
a. de bepalingen van het reglement, het huishoudelijk reglement, de eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek of besluiten van de vergadering niet nakomt of overtreedt;
b. zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag jegens andere eigenaars en/of gebruikers;
c. door zijn aanwezigheid in het gebouw aanleiding geeft tot ernstige verstoring van de rust in het gebouw;
d. zijn financiële verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
kan door de vergadering een waarschuwing worden gegeven dat, indien hij ondanks deze waarschuwing een of meer van de genoemde gedragingen verricht of voortzet, de vergadering kan overgaan tot de in het volgende lid bedoelde maatregel.
39.2 Worden een of meer van de in het vorige lid bedoelde gedragingen nogmaals gepleegd of worden deze voortgezet, dan kan de vergadering besluiten tot
ontzegging van het gebruik van het privé gedeelte dat aan de eigenaar toekomt alsmede van het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
39.3 De vergadering besluit niet tot het geven van een waarschuwing of besluit niet tot ontzegging van het gebruik dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de eigenaar. De oproeping geschiedt tegelijkertijd met de bijeenroeping van de vergadering, en wel bij aangetekende brief met vermelding van de gerezen bezwaren. De eigenaar kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen of doen bijstaan door een raadsman.
39.4 De in dit artikel bedoelde besluiten moeten worden genomen met overeenkomstige toepassing van artikel 52 vijfde en zesde lid.
39.5 De in dit artikel bedoelde besluiten worden door het bestuur bij aangetekende brief ter kennis van de belanghebbende en van de op zijn appartementsrecht ingeschreven hypotheekhouders gebracht. De besluiten zullen de gronden vermelden die tot de maatregel hebben geleid.
39.6 Een besluit tot ontzegging van het hierboven bedoelde gebruik zal niet eerder ten uitvoer mogen worden gelegd dan na verloop van een maand na verzending van de kennisgeving als in het vijfde lid bedoeld. Beroep op de rechter ingevolge artikel 5:130 van het Burgerlijk Wetboek schorst de tenuitvoerlegging van het genomen besluit, tenzij de rechter anders bepaalt.
39.7 Indien een eigenaar zijn privé gedeelte in gebruik heeft gegeven, is het in de vorige leden bepaalde op de gebruiker van toepassing wanneer deze een gedraging verricht als vermeld in het eerste lid, of indien hij niet voldoet aan de financiële verplichtingen voortvloeiende uit de door hem gestelde borgtocht.
39.8 Indien een ondereigenaar of de gebruiker van diens privé gedeelte een gedraging verricht als bedoeld in het eerste lid, kan de vergadering van eigenaars besluiten dat de vergadering van ondereigenaars tegenover diegene die de overtreding begaan heeft een besluit tot ontzegging van het gebruik als in het eerste lid bedoeld zal moeten nemen, in welk geval de desbetreffende vergadering van ondereigenaars verplicht is een zodanige maatregel te nemen met toepassing van het in dit artikel bepaalde.
39.9 Het in de vorige leden van dit artikel bepaalde geldt eveneens ten aanzien van een gebruiker die zijn rechten ontleent aan een andere gebruiker.
K. Overdracht van een appartementsrecht Artikel 40.
40.1 Een appartementsrecht kan worden overgedragen. Onder overdracht valt ook toedeling, alsmede vestiging van de beperkte rechten van vruchtgebruik, van gebruik en/of bewoning en van erfpacht of van opstal.
Het bestuur is verplicht aan de met de overdracht belaste notaris een aan de akte te hechten verklaring af te geven, welke verklaring een opgave inhoudt van hetgeen de betrokken eigenaar op de dag van de overdracht aan de vereniging schuldig is. De verkrijger is jegens de vereniging niet verder
aansprakelijk dan tot het bedrag dat uit de opgave blijkt. De verklaring houdt tevens in een opgave van de omvang van het reservefonds en het aandeel daarin van de eigenaar.
40.2 Ingeval van vestiging van erfpacht, worden de krachtens de wet, de akte en een eventueel huishoudelijk reglement aan de eigenaar toekomende bevoegdheden uitgeoefend door de erfpachter, en zullen de voor rekening van de eigenaar komende verplichtingen voor diens rekening komen, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald.
40.3 Bij een voorgenomen overdracht of verhuur van een of meer van de bij de ondersplitsing van het appartementsrecht met index 2 te vormen onderappartementsrechten, elk rechtgevende op een stallingsplaats, zonder dat de stallingsplaats tegelijk met een woning aan dezelfde nieuwe eigenaar of huurder wordt overgedragen casu quo verhuurd, geldt een aanbiedingsregeling die in de ondersplitsing van het appartementsrecht met index 2 nader wordt uitgewerkt.
Bij niet naleving van de hiervoor bedoelde aanbiedingsregeling kan het bestuur van de vereniging van ondereigenaars van het privé gedeelte met index 2 een boete opleggen van vijfduizend euro (€ 5.000,-).
40.4 Na overdracht als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, met inachtneming van het derde lid van dit artikel, moet de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde daarvan onverwijld schriftelijk mededeling doen aan het bestuur. Ingeval van vestiging van een beperkt recht als in het eerste lid bedoeld, houdt de mededeling tevens in aan wie het stemrecht toekomt.
40.5 Onverminderd het in het eerste lid bepaalde zijn voor de ter zake het overgedragen appartementsrecht verschuldigde voorschotbijdragen en definitieve bijdragen die voorafgaande aan de overdracht in het lopende of in het voorafgaande boekjaar opeisbaar zijn geworden of zullen worden, de oude en de nieuwe eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.
40.6 Onverminderd het in het eerste lid bepaalde is uitsluitend de oude eigenaar aansprakelijk voor de extra voorschotbijdragen als bedoeld in artikel 52 zevende lid, en de definitieve bijdragen die verschuldigd zijn als gevolg van besluiten van de vergadering als bedoeld in artikel 52 vijfde lid, die tot stand gekomen zijn in het tijdvak gedurende hetwelk hij eigenaar was. Hetzelfde geldt voor bijzondere bijdragen verschuldigd ter zake andere rechtsfeiten die in voormeld tijdvak hebben plaatsgehad.
40.7 Het bestuur draagt zorg dat alle daarvoor in aanmerking komende overeenkomsten op naam van de nieuwe eigenaar gesteld worden.
40.8 Het bestuur is bevoegd voor de nakoming van de in het eerste, vijfde en zesde lid bedoelde verplichtingen voldoende zekerheid in de vorm van een depot onder de notaris te verlangen.
L. Overtredingen Artikel 41.
41.1 Bij overtreding of niet-nakoming van een der bepalingen van de wet, van het
reglement, van het huishoudelijk reglement of van een besluit van de vergadering door een eigenaar of door een gebruiker, zal het bestuur de betrokkene een schriftelijke waarschuwing doen toekomen per aangetekende brief en hem wijzen op de overtreding of niet-nakoming.
41.2 Indien de betrokkene binnen een maand geen gevolg geeft aan de waarschuwing kan het bestuur hem - naast eventuele andere boetes volgens dit reglement - een eenmalige of dagboete opleggen van tweehonderd vijftig euro (€ 250,--) per dag voor zolang de overtreding voortduurt, voor elke overtreding of niet-nakoming, onverminderd de gehoudenheid van de betrokkene tot schadevergoeding, zo daartoe termen aanwezig zijn, en onverminderd de andere maatregelen, welke de vergadering kan nemen krachtens de wet of het reglement.
41.3 De te verbeuren boeten komen ten bate van de vereniging.
41.4 Indien het bedrag van de boete niet tijdig wordt voldaan is artikel 13 eerste lid van toepassing.
41.5 Voor de toepassing van dit artikel wordt een ondereigenaar gelijkgesteld aan een eigenaar.
M. Oprichting van de vereniging en vaststelling van de statuten van de vereniging
i. Algemene bepalingen
Artikel 42.
42.1 Bij deze wordt opgericht de vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder e van het Burgerlijk Wetboek.
42.2 De vereniging draagt de naam: Vereniging van Eigenaars Holland Park Blok 5.
De vereniging is gevestigd te Diemen.
De vereniging kan naar buiten toe optreden als en handelen onder de naam:
Hoofd V.v.E. Holland Park Blok 5.
42.3 De vereniging heeft ten doel het beheer van het gebouw en de grond en het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de eigenaars.
42.4 Ter bereiking van haar doel kan de vereniging een appartementsrecht of een ander registergoed in eigendom of erfpacht verkrijgen en dit hypothecair verbinden tot zekerheid voor (een) door haar aan te gane geldlening(en). De vereniging is bevoegd tot overdracht dan wel tot ingebruikgeving aan de eigenaars of aan derden van dat appartementsrecht/registergoed.
42.5 De vereniging kan vergunningen die betrekking hebben op het gebouw en de grond, alsmede de exploitatie daarvan, aanvragen en op naam houden.
Artikel 43.
43.1 De middelen van de vereniging worden gevormd door de bijdragen van de eigenaars verschuldigd krachtens het reglement, alsmede door andere baten.
43.2 Het bestuur is verplicht de kasmiddelen van de vereniging te plaatsen bij een bank op een rekening ten name van de vereniging.
43.3 De gelden van het reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke
bankrekening ten name van de vereniging.
43.4 De vergadering kan besluiten tot belegging van de gelden van het reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit, risicospreiding en afstemming op het doel van het reservefonds.
Artikel 44.
Het boekjaar is niet gelijk aan het kalenderjaar, maar vangt aan op één juli en eindigt op dertig juni van het daaropvolgende jaar. Ingeval van ondersplitsing dient het boekjaar van de vereniging van ondereigenaars gelijk te zijn aan dit boekjaar.
Het eerste boekjaar vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op die waarop het eerste appartementsrecht bouwkundig wordt opgeleverd, met dien verstande dat het eerste boekjaar loopt over een periode van ten minste twaalf maanden gerekend van de hiervoor bedoelde datum van eerste oplevering tot en met dertig juni van het eerstvolgende dan wel daarop volgende jaar.
De daarop volgende boekjaren lopen vervolgens telkens over een daarop volgende periode van twaalf maanden.
ii. De vergadering
Artikel 45.
45.1 De vergaderingen worden gehouden op een door het bestuur vast te stellen plaats, bij voorkeur in de nabijheid van het gebouw. De eerste vergadering zal niet eerder dan drie (3) maanden voor de eerste oplevering van een privé gedeelte worden gehouden. Het tijdstip en de plaats van die eerste vergadering zullen worden vastgesteld door de Eigenaar.
45.2 Jaarlijks wordt, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, een vergadering gehouden, de jaarvergadering. In deze vergadering legt het bestuur, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 12 tweede lid, de jaarrekening ter vaststelling aan de vergadering over. Tevens brengt het bestuur in deze vergadering zijn jaarverslag uit.
45.3 Vergaderingen worden voorts gehouden zo dikwijls het bestuur zulks nodig acht, alsmede indien een eigenaar dat schriftelijk verzoekt aan het bestuur.
45.4 Indien een door eigenaars verlangde vergadering niet door het bestuur wordt bijeengeroepen op een zodanige termijn, dat de verlangde vergadering binnen zes weken na ontvangst van het verzoek wordt gehouden, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van dit reglement.
45.5 De vergadering benoemt al dan niet uit de eigenaars de voorzitter. Voor de eerste maal kan de benoeming van de voorzitter bij de akte geschieden. Tenzij bij de benoeming anders is bepaald wordt de voorzitter voor onbepaalde tijd benoemd. Hij kan te allen tijde door de vergadering worden ontslagen.
45.6 De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
45.7 Indien het bestuur uit meer dan één persoon bestaat, kunnen de functies van voorzitter van het bestuur en voorzitter van de vergadering in één persoon verenigd zijn. In dat geval zullen alle bepalingen in dit reglement of een eventueel huishoudelijk reglement welke een machtiging van het bestuur door de voorzitter voorschrijven voor niet geschreven worden gehouden.
45.8 De oproeping ter vergadering vindt schriftelijk plaats met een termijn van tenminste vijftien dagen - de dag van oproeping en van vergadering daaronder niet gerekend - en wordt verzonden naar de werkelijke of, in overeenstemming met artikel 1:15 van het Burgerlijk Wetboek, de gekozen woonplaats van de eigenaars; zij bevat de opgave van de onderwerpen van de agenda alsmede de plaats en het tijdstip van de vergadering. Elke eigenaar is tot uiterlijk zeven dagen voor de vergadering en mits bij schriftelijke kennisgeving aan het bestuur - dan wel per fax of e-mail - bevoegd onderwerpen op de agenda te laten plaatsen. Het bestuur zal zelf een afweging maken of over de ingebrachte agendapunten de overige eigenaars vooraf in kennis moeten worden gesteld.
45.9 Alle ter vergadering aanwezige stemgerechtigden zijn verplicht een presentielijst te tekenen. Deze presentielijst is bepalend voor het quorum. De gevolmachtigde tekent de presentielijst namens de volmachtgever.
Artikel 46.
46.1 Van het verhandelde in de vergadering worden, tenzij hiervan een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, onderhandse notulen gehouden, welke moeten worden ondertekend door de voorzitter en het bestuur en welke worden vastgesteld in dezelfde of de eerstvolgende vergadering.
46.2 Het bestuur zendt per post, per fax of per e-mail aan iedere eigenaar binnen tien weken na de vergadering de notulen of het ontwerp daarvan toe.
46.3 Iedere eigenaar is gerechtigd tot inzage van de notulen.
Artikel 47.
47.1 Stemgerechtigd zijn de eigenaars. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning komt het stemrecht toe aan de beperkt gerechtigde, tenzij bij de vestiging van het recht anders is bepaald. Bij het recht van opstal blijft het stemrecht bij de eigenaar, tenzij bij de vestiging van dat recht anders is bepaald.
47.2 Het totaal aantal uit te brengen stemmen bedraagt: vier (4) en is verdeeld als volgt:
- de eigenaar van het appartementsrecht met index 1 heeft twee (2) stemmen;
- de eigenaar van het appartementsrecht met index 2 heeft één (1) stem; en
- de eigenaar van het appartementsrecht met index 3 heeft één (1) stem.
47.3 In geval van ondersplitsing zal het stemrecht dat aan het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht toekomt, worden uitgebracht door het bestuur van de vereniging van ondereigenaars in de verhouding zoals bij de
ondersplitsing is bepaald, met dien verstande dat de onderlinge verhouding tussen het stemrecht verbonden aan het ondergesplitste appartementsrecht en de andere appartementsrechten niet gewijzigd wordt.
De vergadering kan in geval van ondersplitsing besluiten het aantal uit te brengen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de onderlinge stemverhouding tussen de eigenaars als in de akte is bepaald.
De stemmen voor het in de ondersplitsing betrokken appartementsrecht behoeven niet eensluidend te worden uitgebracht, tenzij in het reglement van ondersplitsing anders is bepaald.
De ondereigenaars zijn bevoegd de vergadering van eigenaars bij te wonen. Uitsluitend het bestuur van de vereniging van ondereigenaars is bevoegd om in de vergadering het woord te voeren.
47.4 Een stemgerechtigde kan zijn stemrecht niet uitoefenen bij het nemen van besluiten waarbij aan hem, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn, of aan vennootschappen waarin hij, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn direct of indirect een meerderheidsbelang hebben, anders dan in hun hoedanigheid van eigenaar, rechten worden toegekend of verplichtingen worden kwijtgescholden.
Artikel 48.
48.1 Indien een appartementsrecht, anders dan ingeval van ondersplitsing, aan meer eigenaars toekomt zullen dezen hun stemrecht in de vergadering slechts kunnen uitoefenen door middel van één hunner of van een derde, daartoe schriftelijk aangewezen.
48.2 Indien zij over hun vertegenwoordiging ter vergadering niet tot overeenstemming kunnen komen, is de meest gerede hunner bevoegd de kantonrechter te verzoeken een derde aan te wijzen als vertegenwoordiger.
Artikel 49.
Iedere eigenaar is bevoegd, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk gevolmachtigde die al dan niet lid van de vereniging is, de vergadering bij te wonen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, wat dit laatste betreft met inachtneming van het bepaalde in artikel 47 derde en vierde lid en artikel 48 eerste lid.
Iedere eigenaar en gevolmachtigde is bevoegd zich te doen vergezellen van een jurist of een accountant die ter vergadering het woord mag voeren.
Artikel 50.
50.1 Alle besluiten waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt hier verstaan: meer dan de helft van de ter vergadering uitgebrachte stemmen; blanco stemmen, ongeldige stemmen en (verklaringen van) stemonthouding worden niet tot de uitgebrachte stemmen gerekend.
50.2 Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen, tenzij de vergadering besluit een (door de eigenaren gezamenlijk aan te wijzen) derde partij om bindend advies te vragen. Zodra deze derde partij haar advies heeft uitgebracht zal, met inachtneming van het reglement worden opgeroepen voor een nieuwe vergadering in welke vergadering conform het uitgebrachte advies zal worden besloten. Uitsluitend indien de vergadering unaniem afstand neemt van het advies, wordt het voorstel definitief geacht te zijn verworpen.
Indien bij stemming over personen geen hunner de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien meer dan twee personen de meeste stemmen verkregen hebben, wordt door loting uitge- maakt welke twee van hen voor herstemming in aanmerking komen.
Indien het grootste aantal stemmen slechts door één persoon is verkregen, zal worden herstemd tussen die persoon en een persoon die een aantal stemmen verkregen heeft welk het dichtst bij het grootste aantal stemmen ligt, en indien meer personen in dit laatste geval verkeren, zal door het lot worden beslist wie van hen voor herstemming in aanmerking komt. Bij deze tweede stemming is alsdan gekozen hij die de meeste stemmen op zich verenigd heeft, terwijl ingeval bij deze tweede stemming de stemmen staken het lot be- slist.
50.3 Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmee alle eigenaars respectievelijk de eigenaars als bedoeld in artikel 52A.1 schriftelijk hun instemming hebben betuigd, fax en e-mail daaronder begrepen.
50.4 In een vergadering waarin niet alle stemmen kunnen worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
In dat geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee en niet later dan zes weken na de eerste vergadering. In de oproeping tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan dat de komende vergadering een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel 50.4.
Artikel 51.
Besluiten zijn vernietigbaar overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in de artikelen 2:15 en 5:130 van het Burgerlijk Wetboek. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te verzoeken vervalt door verloop van een maand, welke termijn begint met de aanvang van de dag volgende op de dag waarop de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan kennis heeft kunnen nemen.
Het vorenstaande is niet van toepassing op een besluit tot wijziging van de akte als bedoeld in artikel 60.
Artikel 52.
52.1 De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover de beslissing hierover niet aan het bestuur toekomt.
De vergadering stelt het in het vijfde lid bedoelde bedrag vast met inachtneming van de daar genoemde wijze van besluitvorming.
52.2 De beslissing over het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken berust bij het bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 56 tweede lid.
Het bestuur kan geen onderhoudswerkzaamheden opdragen die niet op de vastgestelde begroting voorkomen, tenzij het daartoe vooraf door de vergadering is gemachtigd.
52.3 De vergadering beslist uitsluitend over de kleur van het (eventuele) verfwerk aan de buiten- en binnenkant van het gebouw hetwelk moet geschieden aan de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
In afwijking van het in de eerste zin bepaalde, beslist de eigenaar over de kleur van het (eventuele) verfwerk aan de buiten- en binnenkant van het gebouw voor zover de kosten daarvan uitsluitend voor zijn rekening komen, derhalve ook indien het verfwerk betreft aan de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
52.4 Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de besluiten van de vergadering, voor zover dit redelijkerwijze van hem verlangd kan worden.
Lijdt hij als gevolg hiervan schade dan wordt deze hem door de vereniging vergoed.
52.5 Besluiten door de vergadering tot:
a. het doen van buiten het in artikel 9 eerste lid sub a en b bedoelde onderhoud vallende uitgaven;
b. het doen van uitgaven ten laste van het reservefonds;
c. het aangaan van verplichtingen met een financieel belang die een totaal door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan;
kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dat tenminste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen. De laatste zinsnede van artikel 50 eerste lid is van overeenkomstige toepassing.
In een vergadering, waarin minder dan twee/derde van het hiervoor bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
52.6 In het in de laatste zin van het vorige lid bedoelde geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee en niet later dan zes weken na de eerste.
In de oproeping tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan dat de komende vergadering een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel. In deze vergadering zal over de aanhangige onderwerpen een besluit met twee/derde meerderheid kunnen worden genomen ongeacht het aantal stemmen dat ter vergadering kan worden uitgebracht.
52.7 Indien door de vergadering overeenkomstig het in het vijfde of zesde lid bepaalde tot het doen van een uitgave wordt besloten, wordt tevens de extra (voorschot)bijdrage bepaald, welke door het bestuur te dier zake van de eigenaars kan worden gevorderd. De uitvoering van zodanige besluiten kan eerst geschieden wanneer de voor de uitvoering benodigde gelden in de kas van de vereniging gereserveerd zijn.
52.8 Het in het vijfde en zesde lid bepaalde geldt eveneens voor besluiten tot verbouwing of voor besluiten tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties, voor zover deze niet als een uitvloeisel van het onderhoud zijn te beschouwen.
52.9 Bij deze besluiten dient tevens te worden vastgesteld welke eigenaars in welke verhouding moeten bijdragen in de kosten. Deze verhouding kan afwijken van het bepaalde in artikel 8 tweede lid. Een afwijkende kostenverdeling dient te worden opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 52A.
52A.1 De vergadering kan besluiten, dat besluiten betreffende zaken welke slechts voorzieningen betreffen, die dienstbaar zijn aan een of meer doch niet alle privé gedeelten, respectievelijk waarvan de daarmede verband houdende kosten ingevolge het bepaalde in artikel 8 derde, vierde en vijfde lid, voor rekening komen van één eigenaar of een bepaalde groep eigenaars, uitsluitend kunnen worden genomen door de eigenaar(s) van dat (die) appartementsrecht(en).
52A.2 Bij het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 52A eerste lid zal de vergadering tevens in het huishoudelijk reglement dienen te bepalen over welke zaken, voor het nemen van welke met name te vermelden besluiten én tot welke bedragen de desbetreffende eigenaar(s) bevoegd zal (zullen) zijn en welke bepalingen van het reglement op zodanige besluiten van overeenkomstige toepassing zullen zijn.
52A.3 Een besluit genomen door één eigenaar of door een bepaalde groep eigenaars op grond van en overeenkomstig het bepaalde in artikel 52A eerste en tweede lid staat gelijk met een besluit van de vergadering.
iii. Het bestuur
Artikel 53.
53.1 Het bestuur wordt gevormd door een oneven aantal van een of meer bestuurders. Met inachtneming hiervan bepaalt de vergadering het aantal bestuurders.
Indien het bestuur uit meer bestuurders bestaat benoemt het uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Voor de eerste maal kan de benoeming van het bestuur bij deze akte geschieden.
53.2 Het bestuur dient naam en adresgegevens van de bestuurders te laten registreren in de kadastrale registers.
53.3 De bestuurders worden door de vergadering voor onbepaalde tijd benoemd
en zij kunnen te allen tijde door de vergadering worden geschorst en ontslagen.
Bij belet of ontstentenis van een bestuurder kan de vergadering in diens vervanging voorzien.
53.4 Het bestuur is belast met het bestuur van de vereniging, met in achtneming van het bepaalde in het reglement. Onder dit bestuur is begrepen het beheer van de middelen van de vereniging, met inachtneming van het bepaalde in artikel 43. De vergadering kan nadere regels met betrekking tot dit beheer vaststellen.
53.5 Het bestuur behoeft de machtiging van de vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen of verzoekschriftprocedures, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, alsmede voor het verrichten van rechtshandelingen en het geven van kwijtingen een belang van een nader door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaande. Zolang de vergadering het bedrag als bedoeld in de vorige zin niet heeft vastgesteld, is dit bedrag gelijk aan tien procent (10%) van het totaal van de voor het lopende boekjaar vastgestelde begroting.
Het bestuur behoeft geen machtiging om in een geding verweer te voeren, voor het nemen van conservatoire maatregelen en voor het voeren van incassoprocedures.
53.6 Voor zover het nemen van spoedeisende maatregelen noodzakelijk is, is het bestuur hiertoe zonder opdracht van de vergadering bevoegd, met dien verstande dat het voor het aangaan van verbintenissen een belang van een nader door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaande de machtiging nodig heeft van de voorzitter. Zolang de vergadering het bedrag als bedoeld in de vorige zin niet heeft vastgesteld, is dit bedrag gelijk aan tien procent (10%) van het totaal van de voor het lopende boekjaar vastgestelde begroting.
53.7 Het bestuur vergadert tenminste één maal per jaar en voorts zo dikwijls een bestuurder dat wenst.
53.8 Indien het bestuur uit meer bestuurders bestaat geldt het volgende:
a. de oproepingstermijn voor een bestuursvergadering bedraagt tenminste vijf dagen;
b. in de bestuursvergaderingen komt aan elke bestuurder één stem toe;
c. het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen met volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering waarin de meerderheid van de bestuurders aanwezig of schriftelijk vertegenwoordigd is; de tweede zin van artikel 50 eerste lid is van toepassing;
d. in afwijking in zoverre van het onder c bepaalde is de aanwezigheid van alle bestuurders vereist als de oproeping voor de vergadering niet of op te korte termijn heeft plaatsgevonden;
e. het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten, mits alle bestuurders schriftelijk, per fax of e-mail, instemmen met het besluit.
53.9 Een bestuurder kan zijn stemrecht niet uitoefenen bij het nemen van besluiten waarbij aan hem, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn, anders dan in hun hoedanigheid van eigenaar, of aan vennootschappen waarin hij, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn direct of indirect een meerderheidsbelang hebben, rechten worden toegekend of verplichtingen worden kwijtgescholden.
53.10 Van het in de bestuursvergadering behandelde kunnen notulen worden gemaakt.
53.11 Het bestuur is bevoegd de vereniging te vertegenwoordigen. Indien meer dan twee bestuurders in functie zijn, kan de vereniging slechts worden vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
53.12 Het bestuur is slechts bevoegd te besluiten tot het aangaan van de overeenkomsten als bedoeld in artikel 42 vierde lid na daartoe vooraf verkregen machtiging van de vergadering.
Artikel 54.
54.1 Het bestuur legt een register aan van eigenaars en gebruikers.
54.2 In alle gevallen waarin een eigenaar voor de oproeping van de overige eigenaars en overige stemgerechtigden in een juridische procedure de namen en adressen van de overige eigenaars en stemgerechtigden verzoekt, worden hem deze door het bestuur kosteloos en onverwijld ter beschikking gesteld.
54.3 Na kennisgeving als bedoeld in artikel 40 derde lid en na ontvangst van de verklaring als bedoeld in artikel 35 eerste lid wordt het register door het bestuur bijgewerkt.
54.4 Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een opgave te doen indien een notaris daartoe op grond van artikel 5:122 vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek een verzoek indient.
Artikel 55.
De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging moeten minimaal zes jaar worden bewaard door het bestuur.
Artikel 56.
56.1 De vergadering kan besluiten de administratie - waaronder dient te worden verstaan het ontvangen en (doen) incasseren van alle betalingen en het doen van alle uitgaven, het voeren van de boekhouding in de meest uitgebreide zin en het verstrekken van de nodige specificaties en opgaven aan eigenaars, notarissen en het bestuur - op te dragen aan een door haar aan te wijzen beheerder en onder de voorwaarden als door haar met die beheerder zullen worden overeengekomen.
56.2 De vergadering kan besluiten het technisch en/of bouwkundig beheer op te dragen aan een door haar aan te wijzen technisch en/of bouwkundig beheerder en onder de voorwaarden als door haar met die beheerder zullen worden overeengekomen.
56.3 De aanwijzing van vorenbedoelde beheerder(s) en de voorwaarden
waaronder het beheer wordt uitgevoerd dient door de vergadering te geschieden en bij schriftelijke overeenkomst te worden vastgelegd. Het bestuur is bevoegd een dergelijke overeenkomst namens de vereniging te sluiten, doch onder voorbehoud van goedkeuring van de vergadering. In afwijking van het voorafgaande is de Eigenaar tot aan de eerste vergadering zelfstandig bevoegd tot het aanwijzen van vorenbedoelde beheerder(s) en tot het namens de vereniging afsluiten met deze beheerder van voornoemde schriftelijke overeenkomst voor een periode beginnende op het moment van overeenkomen en eindigende aan het einde van het tweede boekjaar van de vereniging.
De Eigenaar zal vorenbedoelde overeenkomst sluiten met de statutair te Hoofddorp (feitelijk adres: Xxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx, postadres: Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx) gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MUNNIK VVE BEHEER B.V., ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder dossiernummer 34065127. De vergadering is aan deze overeenkomst gebonden, zonder dat zij haar bekrachtiging behoeft. Een exemplaar van deze overeenkomst zal uiterlijk ten tijde van de eerste vergadering aan het nieuwe bestuur worden overhandigd en ter inzage liggen voor de eigenaars. Na ommekomst van deze periode kan de overeenkomst door de vergadering worden verlengd. De vergadering is evenwel bevoegd de overeenkomst niet te verlengen. Indien de vergadering besluit tot verlenging van de overeenkomst kan dit geschieden voor een door de vergadering vast te stellen periode, dan wel voor onbepaalde tijd.
iv. Raad van commissarissen en commissies
Artikel 57.
De vereniging kent geen raad van commissarissen.
Artikel 58.
58.1 De vergadering is bevoegd commissies in te stellen, onder vaststelling van hun taakomschrijving.
58.2 De vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie, bestaande uit tenminste twee leden. Het lidmaatschap van de commissie is niet verenigbaar met de functie van bestuurder en die van voorzitter van de vergadering.
De leden van de kascommissie onderzoeken de jaarrekening en brengen aan de vergadering verslag van hun bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, en haar de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging ter beschikking te stellen.
N. Huishoudelijk reglement Artikel 59.
59.1 De vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter regeling van de volgende onderwerpen:
a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken;
b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van privé gedeelten;
c. de orde van de vergadering;
d. de instructie aan het bestuur;
e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de raad van commissarissen en commissies;
f. het behandelen van klachten;
g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder;
h. een afwijkende kostenverdeling als bedoeld in artikel 52 negende lid;
i. al hetgeen overigens naar het oordeel van de vergadering regeling behoeft, alles voor zover dit niet reeds in het reglement is geregeld.
59.2 De regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek moeten in het huishoudelijk reglement worden opgenomen en daarvan deel uitmaken.
59.3 Bepalingen in het huishoudelijk reglement die in strijd zijn met de wet of het reglement worden voor niet geschreven gehouden.
59.4 Het huishoudelijk reglement kan door de vergadering slechts worden vastgesteld, gewijzigd en aangevuld bij een besluit genomen met een meerderheid als bedoeld in artikel 52 vijfde lid.
Kan op grond van het in de vorige zin bepaalde geen geldig besluit worden genomen, dan zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Artikel 52 zesde lid is van overeenkomstige toepassing.
59.5 Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot verlening van ontheffing van het in het huishoudelijk reglement bepaalde.
59.6 Het bestuur is verplicht het huishoudelijk reglement en de wijzigingen daarvan te publiceren in de openbare registers.
O. Wijziging van de akte Artikel 60.
60.1 Wijziging van de akte kan uitsluitend geschieden met medewerking van alle eigenaars. Indien een of meer eigenaars niet wensen mee te werken aan een beoogde wijziging, kan hun medewerking worden vervangen door een rechterlijke machtiging op de wijze en onder de voorwaarden als is vermeld in artikel 5:140 van het Burgerlijk Wetboek.
60.2 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde kan een wijziging van de akte ook plaats vinden door het bestuur, mits dit geschiedt krachtens een vergaderingsbesluit dat is genomen met een meerderheid van tenminste vier/vijfde van het totaal aantal stemmen dat door de eigenaars kan worden uitgebracht.
60.3 In de oproeping tot de in het tweede lid bedoelde vergadering moet worden vermeld dat tijdens die vergadering een wijziging van de akte zal worden voorgesteld, terwijl de tekst en/of de tekening van de voorgestelde wijziging bij de oproeping dient te worden gevoegd.
60.4 Het bepaalde in het derde lid van artikel 50 is op zo’n besluit niet van toepassing.
60.5 Een eigenaar die niet voor een besluit tot wijziging van de akte heeft gestemd kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:140a van het Burgerlijk Wetboek vernietiging van het besluit bij de rechter vorderen.
60.6 De bevoegdheid om vernietiging te vorderen verjaart door verloop van drie maanden, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop het besluit door de vergadering is genomen.
60.7 Een wijziging van de akte behoeft de toestemming van hen die een beperkt recht op een appartementsrecht hebben, van hen die daarop beslag hebben gelegd (tenzij het uitsluitend een wijziging van het reglement betreft), alsmede, indien een recht van erfpacht of van opstal in de splitsing is betrokken, van de grondeigenaar. Ook is toestemming nodig van de gerechtigden tot een erfdienstbaarheid, indien hun recht door de wijziging wordt verkort.
60.8 Een wijziging van de akte kan uitsluitend geschieden bij een daartoe opgemaakte notariële akte. Indien de wijziging is gebaseerd op een vergaderingsbesluit als bedoeld in het tweede lid, kan de notariële akte niet worden gepasseerd voordat vaststaat dat dit besluit niet door de rechter kan worden vernietigd.
P. Opheffing van de splitsing en ontbinding van de vereniging Artikel 61.
Opheffing van de splitsing door de eigenaars en ontbinding van de vereniging kan uitsluitend geschieden bij notariële akte met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5:139 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Q. Geschillenbeslechting Artikel 62.
62.1 Geschillen tussen een of meer eigenaars onderling of tussen een of meer eigenaars en de vereniging kunnen krachtens gezamenlijke keuze van de betrokkenen bij het geschil aan een of meer deskundigen worden voorgelegd ter beslechting bij wege van arbitrage of bindend advies dan wel tot bemiddeling door mediation.
62.2 Van een geschil is sprake indien een eigenaar van een privé gedeelte zulks schriftelijk meedeelt aan de andere eigenaar(s) of de vereniging waarmee hij
meent een geschil te hebben.
R. Indexering Artikel 63.
Alle bedragen vermeld in dit reglement en de door de vergadering vastgestelde bedragen, met uitzondering van het bedrag als bedoeld in artikel 15 vijfde lid en de door de vergadering vastgestelde bedragen, zullen telkens jaarlijks zodanig wijzigen als overeenkomt met de wijziging gedurende bedoelde periode van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek te Voorburg, hierna te noemen: "CBS", te publiceren consumentenprijsindex - alle huishoudens, op basis van tweeduizend zes is honderd (2006=100). De wijziging zal worden bereikt door de bedragen, zoals die telkens bij het begin van elk jaar groot zijn, te vermenigvuldigen met een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door de bedoelde consumentenprijsindex die werd gepubliceerd voor de maand waarin bedoelde periode van één jaar eindigt of – bij het ontbreken van publicatie – voor de laatst daaraan voorafgaande maand ten aanzien waarvan de publicatie wèl is geschied, en de noemer door de bedoelde consumentenprijsindex die werd gepubliceerd voor de bij de aanvang van bedoelde jaarlijkse periode lopende maand.
Mocht het CBS inmiddels zijn overgegaan tot publicatie van de consumentenprijsindex-alle huishoudens op een meer recente tijdbasis, dan zullen de prijsindices van de nieuwe reeks in aanmerking worden genomen, zo nodig na koppeling aan de prijsindices van voorafgaande reeksen. De wijze van koppeling zal geschieden in overleg met het CBS.
Komt de consumentenprijsindex-alle huishoudens te vervallen, dan zullen de in de eerste zin van dit artikel genoemde bedragen worden gewijzigd aan de hand van andere vergelijkbare prijsindices.
S. Slotbepalingen Artikel 64.
64.1 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt beslist door de vergadering.
64.2 Onderhavige akte wordt beheerst door het Nederlands recht.
T. Overgangsbepalingen Artikel 65.
65.1 Onverminderd het bepaalde in het reglement omtrent de wijze van benoeming van het bestuur wordt voor de eerste maal tot enig bestuurder benoemd de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Munnik VVE Beheer
B.V. (voornoemd), en wel voor de periode eindigende één jaar na algehele oplevering van de gemeenschappelijke delen van het gebouw, dan wel zo veel eerder als een nieuw bestuur is gekozen.
65.2 Onverminderd het bepaalde in het reglement omtrent de wijze van benoeming van de voorzitter wordt voor de eerste maal tot voorzitter benoemd: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Munnik VVE Beheer
B.V. (voornoemd), en wel voor de periode eindigende één jaar na algehele oplevering van de gemeenschappelijke delen van het gebouw, dan wel zo
veel eerder als een nieuwe voorzitter is gekozen.
65.3 De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Munnik VVE Beheer B.V. (voornoemd) heeft verklaard bekend te zijn met het feit dat de vereniging ingeschreven moet worden in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en dat bij niet vervulling daarvan zulks onder meer sprake is van een economisch delict.
65.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 56 eerste lid is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Munnik VVE Beheer B.V. (voornoemd) als eerste bestuurder bevoegd om de administratie - waaronder dient te worden verstaan het ontvangen en (doen) incasseren van alle betalingen en het doen van alle uitgaven, het voeren van de boekhouding in de meest uitgebreide zin en het verstrekken van de nodige specificaties en opgaven aan eigenaars, notarissen en het bestuur - voor de periode beginnende heden en eindigende aan het einde van het tweede boekjaar van de vereniging, op te dragen aan een door haar overeenkomstig artikel 56 derde lid aan te wijzen beheerder en onder de voorwaarden als door haar met die beheerder zullen worden overeengekomen.
VII. Splitsingsvergunning
Voor de onderhavige splitsing is een vergunning als bedoeld in artikel 22 Huisvestingswet 2014 niet vereist.
VIII. Bestaande erfdienstbaarheden, kettingbedingen en bijzondere bepalingen
Met betrekking tot bijzondere lasten en beperkingen die op het Registergoed betrekking hebben wordt hierbij verwezen naar de bepalingen opgenomen in:
[LET OP: de tekst in onderstaand citaat is een voorlopige tekst die nog niet vaststaat omdat de betreffende akte nog niet definitief is vastgesteld en nog niet is gepasseerd. De werkelijke tekst na vaststelling kan derhalve afwijken van onderstaande tekst]
A. de hiervoor onder II.2 vermelde akte van vestiging opstalrecht Nuon op [ ] tweeduizend zeventien voor mr. A.M.J.M. Xxxxxxx, notaris te Amsterdam, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [ ] tweeduizend zeventien in deel [ ] nummer [ ], welke bepalingen woordelijk luiden als volgt:
"Artikel 1
1.1 De Eigenaar is eigenaar van het volgende registergoed:
een perceel grond gelegen te Diemen aan en nabij de Eekholt, kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummers:
- 3124, groot éénendertig are vijftig centiare (31a 50ca);
- 3122, groot zevenentachtig centiare (87ca);
- 3119, groot één centiare (1ca);
- 3118, groot drieëntwintig centiare (23ca),
aan al welke percelen door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend,
hierna te noemen: het "Terrein".
1.2 Enzovoorts
1.4 De Eigenaar is voornemens op het Terrein een bebouwing (appartementengebouw) te realiseren, in hoofdzaak bestaande uit:
i. commerciële ruimten op de begane grond;
ii. honderddertien (113) woningen op de begane grond tot en met de zesde (6de) verdieping met evenzoveel daarbij behorende bergingen en verder aan- en toebehoren en een binnentuin op begane grond niveau;
iii. een stallingsgarage met vierenzeventig (74) stallingsplaatsen voor auto's en/of motoren met speedgate en verder aan- en toebehoren; en
iv. een aparte ruimte voor nutsvoorzieningen, hierna te noemen: het "Gebouw".
1.5 De Eigenaar en de Opstaller zijn overeengekomen dat de Eigenaar ten behoeve van de Opstaller het hierna te omschrijven zakelijk recht van opstal zal vestigen in verband met de aanleg van een stadsverwarmingssysteem in een ruimte op de begane grond van het Gebouw met bijbehorende warmtetransportleidingen in het Terrein en het Gebouw, welke ruimte in het Gebouw schetsmatig met blokarcering is aangegeven op de situatietekening met nummer 01.04.11.00, welke tekening als Bijlage aan deze akte wordt gehecht, hierna te noemen: de "Ruimte".
1.6 Enzovoorts
OVEREENKOMST/VESTIGING RECHT VAN OPSTAL
Artikel 2
2.1 enzovoorts.
2.2 Ter uitvoering van de Overeenkomst vestigt de Eigenaar bij deze ten behoeve van de Opstaller, die bij deze aanvaardt, zulks met ingang van heden, het zelfstandige recht van opstal als bedoeld in artikel 5:101 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, inhoudende de bevoegdheid voor de Opstaller om een stadsverwarmingssysteem met bijbehorende warmtetransportleidingen en verdere bijkomende (kabel)werken en voorzieningen met toebehoren, hierna te noemen: de "Opstallen", aan te leggen, in te richten, in eigendom te hebben, in stand te houden, te wijzigen, uit te breiden, te vervangen en weg te nemen op/in het Terrein en op/in (de Ruimte behorende tot) het op het Terrein te realiseren Gebouw.
BEPALINGEN EN BEDINGEN
Artikel 3
De vestiging van voormeld recht van opstal is aangegaan onder de navolgende bepalingen en bedingen.
3.1 Omschrijving recht van opstal
3.1.1 Het recht van opstal betreft het in eigendom hebben of verkrijgen van de Opstallen, waaronder wordt begrepen het bouwen, inrichten, aansluiten,
in stand houden, wijzigen, uitbreiden, vervangen en wegnemen van de Opstallen in en op het Terrein en (de Ruimte behorende tot) het op het Terrein te realiseren Gebouw.
3.1.2. Het recht van opstal omvat tevens het exclusief gebruiksrecht van de Ruimte.
3.1.3 Het recht van opstal is eeuwigdurend en is voor de Eigenaar niet opzegbaar.
3.1.4 Enzovoorts
3.2 Vergoeding recht van opstal
3.2.1 De Eigenaar ontvangt van de Opstaller als vergoeding voor het vestigen van het recht van opstal een éénmalige vergoeding van tweeduizend vierhonderd euro (€ 2.400,--), te vermeerderen met de verschuldigde omzetbelasting. Door de betaling van bedoelde éénmalige vergoeding wordt de retributie geacht te zijn afgekocht voor de gehele duur van het recht van opstal.
3.2.2 De Opstaller heeft bedoelde éénmalige vergoeding en de daarover verschuldigde omzetbelasting voldaan door een betaling vóór heden rechtstreeks aan de Eigenaar, van welke rechtstreeks betaling blijkt uit het aan deze akte als Bijlage te hechten bewijsstuk.
3.2.3 De Eigenaar verleent de Opstaller hierbij kwijting voor de betaling van bedoelde éénmalige vergoeding en de daarover verschuldigde omzetbelasting.
3.3 Aanvaarding toestand bij levering
3.3.1 Enzovoorts
3.3.2 Opstaller verklaart ermee bekend te zijn dat de Eigenaar voornemens is op het Terrein het Gebouw te realiseren en dat het Gebouw zal worden gesplitst in (onder-) appartementsrechten. 3.3.3 Op het Terrein Toren 2 zal eveneens een (appartementen)gebouw worden gerealiseerd, dat zal worden gesplitst in (onder-) appartementsrechten.
3.4 Opstalrechtbepalingen
De Overeenkomst is aangegaan onder de voorwaarden en bepalingen als vermeld in de Overeenkomst, welke voorwaarden en bepalingen woordelijk luiden als volgt:
"Artikel 1
a. Eigenaar verleent hierbij aan Nuon, gelijk Nuon van de eigenaar aanvaardt, het in deze overeenkomst nader omschreven zakelijk recht van opstal als bedoeld in artikel 101 e.v. van Boek 5 van Burgerlijk wetboek, e.e.a. onder de hierna volgende voorwaarden.
b. Het recht wordt gevestigd inzake de op, aan of in (het) (de) perce(e)l(en), kadastraal bekend als Gemeente Diemen, sectie D, nummers 2683 (Blok 5). Zie groen gearceerde ruimte in Blok 5 van aangehechte tekening + gedeelten van omliggende percelen, in ieder geval die (gedeelten van bedoelde) percelen die Blok 5 omvatten en ten tijde van de vestiging van
het opstalrecht ten name staan geregistreerd van de genoemde eigenaar, aangebrachte werken ten behoeve van stadsverwarming.
Artikel 2
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
a. de eigenaar: de eigena(a)r(en) van of de beperkt gerechtigde(n) tot de belaste strook als bedoeld onder d.
b. Nuon, alsmede haar rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
c. het recht van opstal: het ten behoeve van Nuon door de eigenaar verleende zakelijke recht van opstal, zoals bedoeld in artikel 101 en volgende van Boek 5 van het burgerlijk Wetboek;
d. de belaste strook: de strook grond, en/of de ruimte (zie groen gearceerde ruimte in blok 5 van aangehechte tekening) waarop het recht van opstal wordt gevestigd, zoals omschreven onder c;
e. de werken: kabels, leidingen en andere voorzieningen met toebehoren, die Nuon in de belaste strook krachtens het recht van opstal in eigendom heeft of verkrijgt;
f. toebehoren: alle zaken die naar het oordeel van Nuon bij de werken behoren, zoals aansluitingen, warmte-overdrachtstations, afsluiters, controleputten, anticorrosie apparatuur, merktekens, moffen, e.d.
Artikel 3
3.1 . Nuon is gerechtigd van de belaste strook te allen tijde gebruik te (doen) maken, voor zover zulks naar het oordeel van Nuon nodig is voor werkzaamheden ten behoeve van het aanleggen, hebben, in stand houden, wijzigen, uitbreiden, vervangen en wegnemen van werken ten behoeve van stadsverwarming.
3.2. Nuon is tevens gerechtigd om na overleg met de eigenaar, pachter of andere rechtmatige gebruiker van de grond, tijdelijk gebruik te (doen) maken van buiten de belaste strook gelegen grond van de eigenaar, indien zulks voor de uit te voeren werkzaamheden alsmede voor de toegang tot de belaste strook grond nodig is.
3.3. Behoudens indien de omstandigheden dit redelijkerwijs onmogelijk maken, zal Nuon de eigenaar, pachter of andere rechtmatige gebruiker, van de voorgenomen werkzaamheden in kennis stellen.
3.4. Bij de uitoefening van het opstalrecht zal Nuon zoveel mogelijk rekening houden met de belangen en wensen van de eigenaar, pachter of andere rechtmatige gebruiker en in het algemeen zo min mogelijk hinder en schade veroorzaken.
3.5. Nuon is verplicht na ontgravingen en andere werkzaamheden de belaste strook zo veel en zo spoedig mogelijk weer in de vorige toestand te brengen.
3.6. Nuon vergoedt aan de eigenaar, pachter of andere rechtmatige gebruiker de schade, die door hem wordt geleden als gevolg van, door of vanwege Nuon uitgevoerde werkzaamheden.
Artikel 4
4.1. De eigenaar zal geen handelingen (doen) verrichten of toestaan waardoor:
a. de werken gevaar zouden kunnen lopen;
b. het overbrengen van energie door middel van de werken zou kunnen worden belet, belemmerd of geschaad;
c. gevaar zou kunnen ontstaan voor personen of zaken;
d. een ongestoorde uitoefening van het recht van opstal zou kunnen worden belemmerd.
4.2 De eigenaar zal binnen de belaste strook zonder schriftelijke toestemming van Xxxx, die zonder redelijke gronden deze toestemming niet zal weigeren:
a. geen onroerende zaken - gesloten bestrating/wegdek, kabels en leidingen, waaronder mede begrepen drainage of moldrainage, alsmede bomen en diepwortelende beplanting daaronder begrepen - (doen) aanbrengen;
b. geen roerende zaken (doen) plaatsen, tenzij deze onmiddellijk kunnen worden verwijderd;
c. geen wijziging (doen) aanbrengen in het bodemniveau/de gronddekking.
d. Geen heipalen, damwanden of andere objecten de grond in te drijven;
e. zich niet begeven met voertuigen vanaf verkeersklasse 40, tenzij met gebruik van rijplaten (Bij twijfel kunt u contact opnemen met Nuon Warmte).
4.3 Indien de eigenaar in gebreke blijft in de nakoming van de verplichtingen omschreven in het eerste en tweede lid, is Nuon bevoegd om terstond en zonder dat daartoe enige ingebrekestelling nodig is, al die maatregelen te nemen, welke naar het oordeel van Nuon om redenen van veiligheid en continuïteit in de levering van energie dan wel in het algemeen voor een ongestoorde uitoefening van het recht van opstal noodzakelijk zijn.
Artikel 5
5.1 De door Nuon aangebrachte werken blijven haar eigendom en het recht van opstal alsmede de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn voor Nuon vatbaar voor overgang en overdracht. Bij (gehele of gedeeltelijke) overgang of overdracht van de werken treedt de nieuwe eigenaar, of in geval van mede-eigendom, de nieuwe mede-eigenaar, in alle rechten en verplichtingen uit de overeenkomst. Voor het geval dat Nuon het recht van opstal dient of wenst over te dragen aan een derde partij, verleent de eigenaar daartoe bij voorbaat toestemming. De eigenaar zal haar medewerking verlenen aan een dergelijke overdracht. De daarmee gemoeide kosten zijn voor rekening van Nuon.
5.2 Indien het (de) in de overeenkomst omschreven perce(e)l(en) mede-
eigendom is of wordt, is iedere mede-eigenaar ter zake van de overeenkomst hoofdelijk verbonden. Voldoening door Nuon van haar verplichtingen bevrijdt haar jegens alle mede-eigenaren.
5.3 Onverminderd het bepaalde in de volgende leden is het recht van opstal eeuwigdurend en is voor de eigenaar niet opzegbaar.
5.4 Nuon is gerechtigd te allen tijde afstand van het opstalrecht te doen. Xxxxx nu voor alsdan verklaart de eigenaar zich daarmee akkoord en machtigt hij Nuon om op haar kosten al datgene te (doen) verrichten, wat nodig is om de inschrijving van het recht van opstal in de openbare registers te doen royeren.
5.5 Door Nuon en voor rekening van eigenaar zullen de werken of een gedeelte daarvan worden verplaatst of anderszins daaraan voorzieningen worden getroffen, indien de verplaatsing c.q. voorzieningen noodzakelijk blijken als gevolg van de door de eigenaar voorgenomen bebouwing, wijziging in bebouwing of bestemmingswijziging van het perceel. Nuon zal aan een verzoek daartoe van de eigenaar voldoen indien:
a. in plaats van het te verlaten tracé een voor Nuon aanvaardbaar ander tracé kan worden gevonden;
b. op het nieuwe tracé ten behoeve van Nuon een zakelijk recht zal worden gevestigd, zodanig dat de door Nuon daaraan te ontlenen rechten niet minder en de daaruit voortvloeiende verplichtingen niet meer zijn dan die van de bestaande overeenkomst en dit zakelijke recht alsdan betrekking zal hebben op zowel de gewijzigde plaats van de werken als op de getroffen voorzieningen.
5.6 Bij tenietgaan van het recht van opstal heeft de eigenaar de bevoegdheid om Nuon binnen 6 maanden schriftelijk te verzoeken om de werken op kosten van Nuon te verwijderen. Na het tenietgaan van het opstalrecht is Nuon Warmte niet aansprakelijk voor schade als gevolg van de aanwezigheid van de leidingen.
Artikel 6
Partijen doen voor zover de wet dat toelaat afstand van hun recht om op welke grond dan ook ontbinding, nietigverklaring of vernietiging van de overeenkomst te vorderen.
Artikel 7
Nuon is voor het opstalrecht een maximale eenmalige vergoeding van € 2.400,- verschuldigd. De kosten van de notariële akte en de inschrijving in de openbare registers komen ten laste van Nuon.
Artikel 8
De eigenaar zal:
a. in de periode liggende tussen de datum, waarop de overeenkomst is gesloten en de datum van vestiging van het zakelijk recht van opstal, geen rechten aan derden verlenen, welke de uitoefening van het zakelijk recht kunnen belemmeren;
b. in geval van vervreemding of bezwaring van het (de) perce(e)l(en) of gedeelten daarvan in de sub a. bedoelde periode, er voor zorgdragen dat in de desbetreffende overeenkomst melding wordt gemaakt van het te vestigen recht van opstal onder verbintenis van zijn wederpartij, dat deze aan de vestiging van het opstalrecht onvoorwaardelijk zal meewerken en geen aanspraken zal maken op vergoedingen wegens het opstalrecht. De eigenaar verleent Nuon onherroepelijk toestemming om, onmiddellijk na het sluiten van de overeenkomst, al het nodige te verrichten of te doen verrichten voor het tot stand brengen van de in de overeenkomst bedoelde werken, zulks onder afstanddoening en voor zover nodig in overdracht tot eigendom aan Nuon van alle rechten op hetgeen door Nuon ter plaatse mocht worden gebouwd of aangebracht.
c. In aanvulling op artikel 7 en 8.b, maakt de bedoelde wederpartij wel aanspraak op de hiervoor vermelde eenmalige vergoeding van € 2.400,-. Tevens verleent Nuon Warmte bij voorbaat haar medewerking aan de overdracht aan die wederpartij van de rechten en verplichtingen die uit deze overeenkomst voor de eigenaar voortvloeien.
Artikel 9
Eigenaar verleent onherroepelijk last en volmacht aan Nuon om voor en namens de eigenaar de notariële akte tot vestiging van het opstalrecht te doen opmaken en te passeren voor een door Nuon aan te wijzen notaris. In deze akte zal al hetgeen bij en krachtens deze overeenkomst is bepaald, worden opgenomen c.q. geacht worden daarvan deel uit te maken.".
3.5 Betalingen
De Opstaller is aan de Eigenaar geen andere vergoedingen verschuldigd dan hiervoor in artikel 3.2.1 vermeld.
3.6 Vrijwaring Opstaller
De Opstaller vrijwaart de Eigenaar voor alle vergoedingen van kosten, schade en interesten, waartoe zij ingevolge het bepaalde in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek mocht worden veroordeeld.
3.7 Rechtsopvolgers
Waar in deze akte wordt gesproken van de Opstaller of van de Eigenaar wordt verstaan zijn/haar rechtsopvolgers onder algemene en bijzondere titel ten aanzien van het recht van opstal casu quo het Terrein, het Gebouw of de Ruimte.
VESTIGING KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN
Artikel 4
In verband met de Overeenkomst worden bij deze de navolgende kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek overeengekomen:
1. De Eigenaar en haar rechtsopvolger(s) is/zijn verplicht te dulden dat de Opstaller en de door de Opstaller aan te wijzen personen (gedurende de looptijd van het recht van opstal) over het Terrein en door het Gebouw
komen en gaan van en naar de Ruimte met het stadsverwarmingssysteem en de werken.
2. De Eigenaar en haar rechtsopvolger(s) is/zijn verplicht te dulden dat de Opstaller en de door de Opstaller aan te wijzen personen (gedurende de looptijd van het recht van opstal) kabels en leidingen mag aanleggen, in stand houden, wijzigen, uitbreiden, vervangen en wegnemen in het Terrein - voor zover dit recht al niet volgt uit het recht van opstal zelf -, ook als deze kabels en leidingen worden aangelegd om het stadsverwarmingssysteem met andere gebouwen in de omgeving te verbinden.
De Opstaller dient deze bevoegdheden op de minst bezwarende wijze uit te oefenen. Voormelde kwalitatieve verplichtingen zullen overgaan op (al) degene(n) die gerechtigd zullen zijn tot (een deel van) het Terrein of het Gebouw, hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel.
Voormelde kwalitatieve verplichtingen zullen eveneens gelden voor allen die van de rechthebbende(n) een recht tot gebruik van het Terrein of het Gebouw zullen verkrijgen.
KETTINGBEDING
Artikel 5
Voor zover noodzakelijk zullen de hiervoor in artikel 4 vermelde bepalingen voor komende verplichtingen door de Eigenaar aan haar rechtsopvolgers worden opgelegd en door deze rechtsopvolgers moeten worden aanvaard.
B. de akte van [ ] op [ ] tweeduizend zeventien voor mr. A.M.J.M. Xxxxxxx, notaris te Amsterdam, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [__] tweeduizend zeventien in deel [ ] nummer [ ], welke bepalingen woordelijk luiden als volgt:
[ ].
C. uitsluitend voor wat betreft voormelde kadastrale percelen met nummers 3118, 3122 en 3124, een akte van levering op tien januari tweeduizend twee voor mr.
G.H. Xxxxx, notaris te Amersfoort, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Amsterdam op elf januari tweeduizend twee in deel 17892 nummer 31, welke bepalingen woordelijk luiden als volgt:
"H. GROENVOORZIENING/KETTING- EN BOETEBEDING/KWALITATIEVE VERPLICHTING
a. Met uitzondering van dat gedeelte van na te melden groenvoorziening, op welk deel de groenvoorziening reeds is aangelegd en gelegen is op het perceel kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 1830, zal door/in opdracht van BVO rondom het bedrijvenpark "Alpha Centauri" een eerste groenvoorziening worden aangelegd, één en ander conform het bepaalde in het hiervoor onder sub G. in artikel 5 bepaalde, en zoals schetsmatig met kruisarcering aangegeven op de hiervoor onder A.2.a
vermelde situatietekening.
Elk van de eigenaren van de hiervoor onder A.2.a vermelde situatietekening schetsmatig met de cijfers 1 tot en met 5 aangeduide (nog te realiseren) kantoorgebouwen, hierna tezamen ook aangeduid als: de eigenaren, is verplicht zorg te (doen) dragen voor het onderhoud, de instandhouding en zonodig vernieuwing van de groenvoorziening voor zover gelegen binnen zijn eigendomsgrens en te dulden dat bedoelde onderhouds-, instandhoudings- en vernieuwingswerkzaamheden op zijn terrein worden verricht.
De kosten van vorenbedoeld onderhoud, instandhouding en zonodig vernieuwing komen voor rekening van de eigenaren en worden berekend op basis van het bruto-vloeroppervlak en wel als volgt: ieder van de eigenaren is gehouden een zodanige bijdrage te leveren aan bedoelde kosten als zijn aandeel in het aantal meters bruto-vloeroppervlak op het totale bruto- vloeroppervlak van de in dit lid genoemde kantoorgebouwen, welke thans nog worden aangeduid met de cijfers 1 tot en met 5.
Indien een eigenaar zijn onderhouds-, instandhoudings- en/of vernieuwingsverplichtingen niet-nakomt, hebben de overige eigenaren zowel tezamen als afzonderlijk het recht de nalatige eigenaar in gebreke te stellen. Indien de ingebrekegestelde niet binnen één (1) maand nadat hij in gebreke is gesteld zijn onderhouds-, instandhoudings- en/of vernieuwingsverplichtingen nakomt, hebben de overige eigenaren zowel tezamen als afzonderlijk het recht voor bedoeld onderhoud, instandhouding en/of vernieuwing zorg te (doen) dragen en de daarvoor gemaakte kosten in rekening te brengen bij de ingebrekegestelde.
Indien de eigenaren besluiten tot het opnieuw inrichten en be- en/of aanplanten van de groenvoorziening, mag deze nimmer van een lager kwaliteitsniveau zijn dan de door/in opdracht van BVO aangebrachte oorspronkelijke groenvoorziening. De eigenaren zullen ernaar streven het onderhoud van de groenvoorziening te laten uitvoeren door één (1) gespecialiseerd bedrijf.
b. Bij elke levering van een onroerende zaak in het bedrijvenpark moet in elke akte van levering het hiervoor onder a. vermelde alsmede het onderhavige lid b. worden opgenomen en aan de verkrijgende partij worden opgelegd, zulks op straffe van verbeurte van een boete van VIJFDUIZEND GULDEN (NLG 5.000,00) ofwel TWEEDUIZEND TWEEHONDERD ZEVENTIG EURO (EUR 2.270,00) door de overdragende partij, die dit verzuimt en ingeval meerdere personen als overdragende partij optreden, door hen als hoofdelijke debiteuren verschuldigd te bate van de overige eigenaren en te betalen binnen veertien (14) dagen na een daartoe strekkende aanmaning van de overige eigenaren. Deze aanmaning wordt niet verzonden dan nadat die overdragende partij tenminste één (1) maand tevoren per aangetekende brief op dit verzuim opmerkzaam is gemaakt en zal achterwege blijven
indien dit verzuim in die tijd ten genoegen van de overige eigenaren is opgeheven.
c. Xxxxxxxxxxxxx of het in lid b van dit artikel bepaalde al dan niet is nagekomen, zal het bepaalde in de leden a. en b. van dit artikel alsmede het onderhavige lid c. op alle volgende eigenaren van toepassing zijn en wel zodanig, dat elke opvolgende eigenaar, door wie één of meer bepalingen zijn overtreden of niet zijn nagekomen, ingeval er termen aanwezig zijn tot toepassing der bepaalde boete, hoofdelijk met zijn opvolgers in de eigendom tot betaling van de boete aansprakelijk zijn.
d. De verplichtingen sub a omschreven zullen gelden als kwalitatieve verplichtingen in de zin van artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek, zodat deze verplichtingen zullen overgaan op degenen die het verkochte onder bijzondere titel verkrijgen en tevens daaraan gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik ervan krijgen.
Terzake van de inschrijving van deze akte wordt woonplaats gekozen ten kantore van BVO.
e. Gedurende de periode dat BVO nog geen eigenaar is van de overige percelen bouwterrein, deel uitmakende van voormeld perceel kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 1831, zal BVO zorgdragen voor de hierboven vermelde kostenbijdrage(n).
I. AANLEG/INSTANDHOUDING TOEGANGSWEGEN/VERLENING ERFDIENSTBAARHEID
In het kader van de door/in opdracht van BVO aan te leggen toegangsweg, zoals schetsmatig met streeparcering aangeven, op de hiervoor onder A.2.a vermelde situatietekening, welke toegang zal gaan bieden tot elk van de kantoorgebouwen in het bedrijvenpark en welke weg voorzover gelegen binnen de eigendomsgrenzen, in eigendom zal toebehoren aan de betreffende eigenaar, is tussen BPF en BVO overeengekomen dat een erfdienstbaarheid van weg zal worden verleend.
Ter uitvoering van het vorenstaande wordt hierbij om niet verleend en gevestigd en door BPF aanvaard:
1. ten laste van het verkochte sub A.2.b. genoemd en over en weer ten behoeve en ten laste van de op de hiervoor onder A.2.a. vermelde situatietekening met de cijfers 2 en 3 aangeduide toekomstige gebouwen, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 1831,
2. ten laste van het verkochte sub A.2.a. genoemd en over en weer ten behoeve en ten laste van de op de hiervoor onder A.2.a. vermelde situatietekening met de cijfers 4 en 5 aangeduide toekomstige gebouwen, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 1831,
de erfdienstbaarheid van weg, inhoudende de bevoegdheid van de eigenaar van het heersend erf om over de aan te leggen toegangsweg te komen van en
te gaan naar het te realiseren/gerealiseerde kantoorgebouw (en omgekeerd). Gelet op de toekomstige situering van de te realiseren kantoorgebouwen, zoals op de hiervoor onder A.2.a vermelde situatietekening schetsmatig met cijfers 1 tot en met 5 aangegeven, zal het feitelijk gebruik en onderhoud van vorenbedoelde toegangsweg gescheiden worden en wel zodanig dat:
a. de eigenaren van de te realiseren kantoorgebouwen, welk thans nog worden aangeduid met de cijfers 4 en 5 op basis van het bruto-vloeroppervlak zullen bijdragen in de kosten van onderhoud, instandhouding en vernieuwing van de toegangsweg voor zover deze gelegen is binnen het terrein van de betreffende kantoorgebouwen, aangeduid met de cijfers 4 en 5;
b. de eigenaar van het reeds bestaande kantoorgebouw, kadastraal bekend gemeente Diemen sectie D nummer 1830, en de eigenaren van de te realiseren kantoorgebouwen, welke thans nog worden aangeduid met de cijfers 1 tot en 3, op basis van het bruto-vloeroppervlak, zullen bijdragen in de kosten van onderhoud, instandhouding en vernieuwing van de toegangsweg voorzover deze gelegen is binnen het terrein van de betreffende kantoorgebouwen, aangeduid met de cijfers 1 tot en met 3 en het reeds bestaande kantoorgebouw, kadastraal bekend gemeente Diemen, sectie D nummer 1830.
Op de toegangsweg zal de Wegenverkeerswet van toepassing zijn. De toegangsweg zal niet openbaar zijn in de zin van de Wegenwet.
Overigens zal ter zake van het gebruik en onderhoud het volgende voor alle eigenaren gelden:
1. de toegangsweg mag uitsluitend voor gebruikers en/of bezoekers(bestemmingsverkeer) van de kantoren in het bedrijvenpark gebruikt worden;
2. het is niet toegestaan voertuigen op de toegangsweg te parkeren;
3. indien schade/beschadiging aan de toegangsweg is opgetreden/geconstateerd, is de betreffende eigenaar verplicht:
a. indien het kantoorgebouw door de eigenaar wordt verhuurd, deze schade/beschadiging binnen twaalf (12) uur na constatering te melden aan zijn huurder(s);
b. deze schade/beschadiging binnen twaalf (12) uur na constatering te melden aan de overige eigenaren die van de betreffende toegangsweg gebruik maken. Laatstbedoelde eigenaren zijn vervolgens binnen vierentwintig (24) uur na de hiervoor vermelde constatering verplicht tezamen met de eigenaar binnen wiens terreingrens de beschadigde toegangsweg gelegen is voor herstel zorg te (doen) dragen. De kosten van herstel komen voor rekening van de betreffende eigenaren in die verhouding zoals hiervoor onder a. en b. vermeld;
c. is de betreffende eigenaar verplicht de schade/beschadiging zodanig op de toegangsweg kenbaar te maken dat andere weggebruikers op de schade/beschadiging opmerkzaam worden gemaakt;
4. indien door nalatigheid van de eigenaar op wiens eigendom de toegangsweg gelegen is (persoonlijke) ongevallen voordoen danwel indien de eigenaar op wiens eigendom de toegangsweg is gelegen niet conform het hiervoor onder 3 vermelde handelt, is de betreffende eigenaar voor het geheel aansprakelijk en komen alle met het ongeval verbonden kosten, schadevergoeding(en) en dergelijke voor rekening van die betreffende eigenaar, alsmede een boete welke gelijk is aan het boetebedrag zoals hiervoor onder sub H lid b vermeld.".
In een akte van ruiling op zeven februari tweeduizend twee voor notaris mr.
G.H. Beens voornoemd verleden, bij afschrift ingeschreven in register hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Amsterdam op acht februari daarna in deel 17949 nummer 21, zijn aanvullende bepalingen op het hiervoor vermelde citaat opgenomen, welke bepalingen (die ter zake van het Registergoed uitsluitend zien op de percelen met nummers 2548 en 2129) woordelijk luiden als volgt:
"Uni-Invest dient te gedogen dat de eigenaren van de thans nog te realiseren gebouwen, zoals schetsmatig met de cijfers 1 tot en met 3 aangeduid op meergenoemde situatietekening, de erfdienstbaarheid van weg kunnen uitoefenen als hiervoor vermeld.
Terzake van het gebruik en onderhoud geldt voor Uni-Invest hetgeen hiervoor in het aangehaalde lid 3 en 4 is vermeld.
Terzake van de inschrijving van deze akte wordt woonplaats gekozen ten kantore van BVO.".
D. uitsluitend voor wat betreft voormeld kadastrale perceel nummer 3124, een akte vestiging erfdienstbaarheid op één augustus tweeduizend drie voor mr. J.W. Xxxxxxx, notaris te Amsterdam, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Amsterdam op vier augustus tweeduizend drie in deel 18765 nummer 129, welke bepalingen woordelijk luiden als volgt:
"(v) dat blijkens de sub (ii) bedoelde akte van levering en de hiervoor onder
(iii) vermelde akte van economische overdracht de sub (iv) aan het slot vermelde gedoogverplichting aan 38 RFH respectievelijk 38 RFH XX.XX. is opgelegd en door 38 RFH respectievelijk RFH CO. KG. is aanvaard;
(vi) dat DB RESI vorenbedoelde gedoogverplichting wenst te vervangen door een erfdienstbaarheid, waarbij tevens wordt vastgelegd dat DB RESI toegang heeft tot het tot haar kantoorgebouw behorende laadperron dat grenst aan en deels is gebouwd over het Registergoed 38 RFH;
(vii) dat DB RESI, 38 RFH EN 38 RFH CO. KG. met betrekking tot het sub (vi) bepaalde overleg met elkaar hebben gevoerd en zijn overeengekomen dat 38 RFH en 38 RFH CO. KG. de sub (vi) bedoelde erfdienstbaarheid zullen vestigen, welke erfdienstbaarheid DB RESI zal aanvaarden;
(viii) dat partijen thans de sub (vi) bedoelde erfdienstbaarheid en de daarop van toepassing zijnde voorwaarden en bepalingen schriftelijk wensen vast te
leggen;
Verklaren:
Vestiging erfdienstbaarheid
1. Ter uitvoering van het hiervoor in de overwegingen bepaalde, vestig 38 RFH en 38 RFH CO. KG. bij deze ten laste van het gedeelte van het Registergoed 38 RFH, waarop een gedeelte van de ringweg en de toegangsweg is gelegen en zoals met stiparcering is aangegeven op de tekening die als BIJLAGE 2 aan deze akte wordt gehecht, als dienend erf, en ten behoeve van het Registergoed DB RESI als heersend erf de erfdienstbaarheid, inhoudende:
a. het recht van de eigenaar, gebruikers en bezoekers van het heersend erf om via het dienend erf te kunnen komen en gaan van en naar de openbare weg naar en van het heersend erf, daaronder begrepen het laadperron; en
b. de plicht van de eigenaar van het dienend erf het sub a bedoelde gebruik te dulden.
2. De onderhavige erfdienstbaarheid is gevestigd onder de navolgende voorwaarden en bepalingen:
a. De voorwaarden en bepalingen van de hiervoor in de overwegingen sub (iv) vermelde erfdienstbaarheid zijn van overeenkomstige toepassing op de onderhavige erfdienstbaarheid, met dien verstande dat de kosten van onderhoud, instandhouding en vernieuwing van het gedeelte van het dienend erf dat toegang geeft tot het laadperron vanaf de ringweg, voor rekening komen van de eigenaar van het dienend erf en heersend erf, ieder voor de helft.
b. Indien het ander a bedoelde gebruik voor zover het betreft het deel van het dienend erf dat toegang geeft tot het laadperron vanaf de Ringweg naar objectieve maatstaven te beoordelen, een zodanige verzwaring van onderhavige erfdienstbaarheid inhoudt dat dit een wijziging van de onder a bedoelde kostenverdeling rechtvaardigt, zullen partijen in goed overleg een nieuwe kostenverdeling voor dat gedeelte vaststellen.
c. Terzake van de onderhavige erfdienstbaarheid is noch terzake van de vestiging, noch terzake van de looptijd een retributie of vergoeding, hoe ook genaamd, verschuldigd.
d. De onderhavige erfdienstbaarheid is eeuwigdurend.
Diversen
1. Partijen doen afstand om de overeenkomst tot vestiging en de onderhavige vestiging van de erfdienstbaarheid op grand van het bepaalde in artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek te ontbinden.",
enzovoorts;
[E.] uitsluitend voor wat betreft de kadastrale percelen met nummers 3118 en 3122, een akte van levering op éénendertig oktober tweeduizend dertien voor mr.
X.X.X. xxx Xxxxxx, notaris te Amsterdam, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op één november tweeduizend dertien in deel 63496 nummer 3, welke bepalingen woordelijk luiden als volgt: "KWALITATIEVE VERPLICHTING
Ter verdere uitvoering van het in het koopcontract bepaalde wordt bij deze ten behoeve van verkoper en ten laste van koper en diens rechtsopvolgers of gebruikers casu quo ten laste van het verkochte de kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek overeengekomen, welke verplichting bij deze door koper wordt aanvaard en ter zake inhoudende dat koper zich verplicht de milieutechnische staat van het verkochte, inclusief doch niet uitsluitend, de bodem en het grondwater, andere gevaarlijke stoffen of ondergrondse tanks in het verkochte alsmede de gevolgen daarvan in de breedste zin des woords te dulden.
Koper en diens rechtsopvolgers of gebruikers vrijwaren verkoper voor iedere bijdrageplicht en/of aansprakelijkheid terzake van (de gevolgen van) eventuele aanwezigheid van bodem en/of grondwaterverontreiniging.
KETTINGBEDING
De in bovengenoemde bepaling voorkomende verplichting zal door koper aan diens rechtsopvolgers of gebruikers worden opgelegd en door deze rechtsopvolgers of gebruikers moeten worden aanvaard.
EINDE KWALITATIEVE VERPLICHTING/KETTINGBEDING
Voormelde kwalitatieve verplichting en kettingbeding zullen door partijen worden beëindigd bij notariële akte gevolgd door inschrijving in van een afschrift van die akte in de Openbare Registers, indien en zodra koper:
1. ter zake het verkochte een onherroepelijke omgevingsvergunning heeft verkregen;
2. een aanvang heeft gemaakt met sloop- en grondwerken ten behoeve van het bouwrijp maken van het verkochte.";
[F.] uitsluitend voor wat betreft voormeld kadastrale perceel met nummer 3124, een akte van levering op vijf juli tweeduizend dertien voor een waarnemer van mr.
W.A. Groen, notaris te Amsterdam verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in register Hypotheken 4 van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op diezelfde dag in deel 63073 nummer 97, welke bepalingen woordelijk luiden als volgt:
"12 Milieubepaling (kwalitatieve verplichting/kettingbeding).
12.1. Blijkens artikel 10 van het Koopcontract is tussen Partijen nog het navolgende overeengekomen, woordelijk luidende als volgt:
"Milieubepaling Artikel 10
1. Voor zover naar de milieukundige toestand (daaronder begrepen onder meer de grond, het grondwater en de aanwezigheid van asbesthoudende stoffen of ondergrondse tanks) van het Verkochte onderzoek is gedaan,
blijkt daarvan uit de Verkoopinformatie. Xxxxx is bekend met het feit dat er door Xxxxxxxx nadien geen ander onderzoek is gedaan.
2. Xxxxx aanvaardt de milieukundige toestand van het Verkochte, daaronder in dit artikel steeds ook begrepen de tot het Verkochte behorende grond, het grondwater en de eventuele aanwezigheid van asbesthoudende of andere schadelijke stoffen en ondergrondse tanks en de eventuele (omgevings)gevolgen daarvan in de meest ruime zin des woords. Koper is ermee bekend dat bij eventuele verwijdering van asbesthoudende stoffen mogelijk op grond van de terzake thans en eventueel in de toekomst geldende toepasselijke regel- en wetgeving speciale maatregelen genomen moeten worden.
Koper zal in de Leveringsakte de milieukundige toestand van het Verkochte aanvaarden en zal eveneens de eventuele (omgevings)gevolgen van die milieukundige toestand uitdrukkelijk aanvaarden in de meest ruime zin des woords en vaststellen dat die toestand het gebruik van het Verkochte overeenkomstig hun bestemming niet in de weg staat.
Voorts zal in de Leveringsakte worden bepaald dat die milieukundige toestand en eventuele (omgevings)gevolgen - ook indien mocht blijken dat die milieukundige toestand een andere is en/of die gevolgen anders zijn dan partijen voor ogen staat - nimmer aanleiding zullen zijn tot ontbinding van de Koop en/of de levering, tot betaling van enige schadevergoeding of tot enigerlei verrekening, in welke vorm ook.
In de Leveringsakte zal Koper Verkoper vrijwaren voor alle aanspraken – ook terzake (omgevings)gevolgen- van derden, in de meest ruime zin des woords. Onder die derden als hiervoor bedoeld zijn uitdrukkelijk - doch niet beperkt daartoe - begrepen de bevoegde overheidsinstanties en/of andere publiekrechtelijke organen (bijvoorbeeld uit hoofde van de Wet Bodembescherming of de Wet Milieubeheer) terzake van de milieukundige toestand van het Verkochte.
3. a. Koper en Verkoper komen overeen dat het bepaalde in lid 2 van dit artikel als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek op het Verkochte zal rusten en van rechtswege zal overgaan op degene(n) die het Verkochte onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen. Zij komen voorts overeen dat mede zullen zijn gebonden, degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het Verkochte zullen krijgen.
b. Voormelde kwalitatieve verplichting in de zin van 6:252 van het Burgerlijk Wetboek zal van rechtswege vervallen nadat (i) Koper, wegens de herontwikkeling van het Verkochte tot een woonlocatie, een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de sloop van het Verkochte en de bouw van een of meer nieuwe woongebouwen heeft verkregen en
(ii) Koper de grond bouwrijp heeft gemaakt, aangezien alsdan aan de
wettelijke plicht tot het doen van asbesten bodemonderzoek en aan een eventuele plicht tot saneren zal zijn voldaan.".
12.2. Ter uitvoering van hetgeen in artikel 10 van het Koopcontract is overeengekomen, wordt het volgende bepaald:
a. Xxxxx verklaart bij deze uitdrukkelijk de milieukundige toestand van het Verkochte, daaronder steeds ook begrepen de tot het Verkochte behorende grond, het grondwater en de eventuele aanwezigheid van asbesthoudende of andere schadelijke stoffen en ondergrondse tanks en de eventuele (omgevings)gevolgen daarvan in de meest ruime zin des woords, te aanvaarden;
b. Koper verklaart ermee bekend te zijn dat bij eventuele verwijdering van asbesthoudende stoffen mogelijk op grond van de terzake thans en eventueel in de toekomst geldende toepasselijke regel- en wetgeving speciale maatregelen genomen moeten worden;
c. Xxxxx stelt vast dat de milieukundige toestand van het Verkochte het gebruik van het Verkochte overeenkomstig diens bestemming niet in de weg staat;
d. Verkoper en Koper verklaren dat de milieukundige toestand en eventuele (omgevings)gevolgen - ook indien mocht blijken dat die milieukundige toestand een andere is en/of die gevolgen anders zijn dan Partijen voor ogen staat - nimmer aanleiding zullen zijn tot ontbinding van de Koopovereenkomst en/of de onderhavige levering van het Verkochte, tot betaling van enige schadevergoeding of tot enigerlei verrekening, in welke vorm ook;
e. Koper verklaart Xxxxxxxx te vrijwaren voor alle aanspraken – ook terzake (omgevings)gevolgen - van derden, in de meest ruime zin des woords. Onder die derden als hiervoor bedoeld zijn uitdrukkelijk
- doch niet beperkt daartoe - begrepen de bevoegde overheidsinstanties en/of andere publiekrechtelijke organen (bijvoorbeeld uit hoofde van de Wet Bodembescherming of de Wet Milieubeheer) terzake van de milieukundige toestand van het Verkochte.
12.3. Xxxxxxxx en Koper verklaren vervolgens in verband met het vorenstaande en het bepaalde in artikel 10 van het Koopcontract als volgt:
1. Xxxxx verbindt zich jegens Verkoper tot naleving van de verplichtingen als in artikel 10 van het Koopcontract en in dit artikel 12 vermeld;
2. de onder artikel 10 lid 2 van het Koopcontract omschreven verplichtingen, alsmede die van dit artikel 12 zullen overgaan op al degene(n) die het Verkochte zal/zullen verkrijgen, zoveel als juridisch mogelijk, hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel, zulks als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek;
3. degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het
Verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan de in artikel 10 lid 2 van het Koopcontract en dit artikel 12 bedoelde en omschreven verplichtingen gebonden, zulks als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek;
4. de in artikel 10 lid 2 van het Koopcontract en dit artikel 12 bedoelde en omschreven verplichtingen, zulks als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek, zullen van rechtswege vervallen nadat:
(i) Xxxxx (danwel diens rechtsopvolger), wegens de aan Partijen onderling genoegzaam bekende herontwikkeling van het Verkochte tot een woonlocatie, een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de sloop van het Verkochte en de bouw van een of meer nieuwe woongebouwen heeft verkregen; en
(ii) Koper (danwel diens rechtsopvolger) de grond behorende tot het Verkochte bouwrijp heeft gemaakt, aangezien alsdan aan de wettelijke plicht tot het doen van asbest- en bodemonderzoek en aan een eventuele plicht tot saneren zal zijn voldaan.
12.4. Verkoper en Koper verklaren in verband met vorenstaande kwalitatieve verplichting woonplaats te kiezen op hun respectievelijke adressen als hiervoor in de comparitie van deze Akte is opgenomen.".
IX. Woonplaatskeuze
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, te dezer zake woonplaats te kiezen ten kantore van de notaris, bewaarder van deze (minuut)akte.
X. Bijlagen
Aan deze akte worden de volgende bijlagen gehecht:
– de Tekening;
– het breukdelenoverzicht als bedoeld in artikel 8 eerste lid; en
– (een kopie van) een onderhandse akte van volmacht van de Eigenaar. De bijlagen maken onderdeel uit van deze akte.
XI. Volmachten
XI.1 Volmacht ten behoeve van deze akte
Van de volmacht aan de verschenen persoon is mij, notaris, genoegzaam gebleken uit één (in kopie) aan deze akte te hechten onderhandse akte van volmacht.
XI.2 Volmacht rectificatie akte
De Eigenaar verleent bij deze onherroepelijke volmacht aan ieder van de juristen en medewerkers werkzaam ten kantore van Xxx Xxxxxx N.V. te Amsterdam, handelend in overleg met de Eigenaar, voor het rectificeren van deze akte en al datgene te doen wat nuttig of noodzakelijk is in het kader van die rectificatie.
XI.3 Volmacht tot het eventueel aanpassen/wijzigen van de splitsingsakte, het reglement en splitsingsplan (en vestigen van erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen of kettingbedingen)
1. De Eigenaar verleent bij deze eveneens onherroepelijke volmacht aan het
bestuur van de vereniging, alsmede aan ieder van de juristen en medewerkers werkzaam ten kantore van Xxx Xxxxxx N.V. te Amsterdam, handelend in overleg met voormeld bestuur, zo tezamen als ieder afzonderlijk, zulks met macht van substitutie, om zonodig gedurende de bouw van het gebouw tot uiterlijk twee jaar na algehele oplevering van het gebouw, de splitsingsakte, het reglement van splitsing en het splitsingsplan aan te vullen en/of te wijzigen, teneinde deze aan te passen aan de feitelijke situatie, alsmede tot het zonodig vestigen of afstand doen van erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en kettingbedingen waardoor de toestand waarin (de) (een) privé gedeelte(n) en het gebouw zich na afbouw bevindt (bevinden), kan worden gehandhaafd en/of waardoor (de) (een) eigenaar(s) op de noodzakelijke, normale of gebruikelijke wijze gebruik kan (kunnen) maken van zijn (hun) appartementsrecht(en).
2. Van het voornemen tot aanpassing aan - dan wel wijziging in verband met de feitelijke situatie of plaatselijke aanduiding - dan wel vestiging van erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen of kettingbedingen zal gedurende de bouw en tot maximaal twee jaar na de algehele oplevering van het gebouw, door het bestuur schriftelijk aan de eigenaar(s)/zakelijk genotsgerechtigde(n) moeten worden kennisgegeven, dat van de verleende volmacht gebruik gemaakt zal worden, onder mededeling van hetgeen zal worden aangepast en/of gewijzigd.
3. Indien het privé gedeelte van een eigenaar/zakelijk genotsgerechtigde moet worden gewijzigd, zal door de betreffende eigenaar of zakelijk genotsgerechtigde schriftelijk aan Xxx Xxxxxx N.V. dienen te bevestigen dat van deze volmacht gebruik gemaakt mag worden. De eigenaar/zakelijk genotsgerechtigde zal zijn medewerking aan die schriftelijke bevestiging niet op onredelijke gronden mogen weigeren.
4. De hiervoor bedoelde onherroepelijke volmacht zal eindigen uiterlijk twee jaar na de algehele oplevering van het gebouw.
5. Bij vervreemding - onder vervreemding valt ook toedeling, alsmede vestiging van de beperkte rechten van vruchtgebruik, van gebruik en/of bewoning en van erfpacht - van de bij deze akte ontstane appartementsrechten zullen in de akte van levering casu quo akte van vestiging bepalingen met de dezelfde strekking dienen te worden opgenomen en aldus een gelijkluidende onherroepelijk volmacht van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde dienen te worden bedongen.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Deze akte is verleden te Amsterdam op de datum vermeld in de aanhef van deze akte. De zakelijke inhoud van deze akte is door mij, notaris, aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht, waarbij ik, notaris, de verschenen persoon heb gewezen op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen persoon heeft ten slotte verklaard tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en met die inhoud en de beperkte voorlezing van de akte in te stemmen.
Onmiddellijk na voorlezing van ten minste die gedeelten van de akte waarvan de wet voorlezing voorschrijft, is de akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend om