AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
EN XXX.
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de
minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds, xxx.
Artikel 1. Xxx, wordt in deze overeenkomst aangeduid met de term “revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering
van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de revalidatievoorziening.
Hoofdstuk I. DE RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2. ledere rechthebbende, in de zin van deze overeenkomst, is een rechthebbende, die voldoet aan de voorwaarden in de punten 1 tot 2:
1. De rechthebbende vertoont een gezichtsstoornis die gekenmerkt wordt:
1.1. enerzijds,
1.1.1. ofwel door een gecorrigeerde gezichtsscherpte die kleiner is dan of gelijk aan 4/10 voor het beste oog;
1.1.2. of door een of meer gezichtsvelddefecten zoals
• Vernauwing tot minder dan 50°;
• Verlies van 50 % van de centrale 30°;
• Homonieme gezichtsvelduitval groter of gelijk aan een kwadrant;
• Heteronieme hemianopsie;
1.1.3.ofwel door een oogbewegingsproblematiek zoals oftalmoplegie, oculomotorische apraxie of een oscillopsie;
1.1.4. ofwel door een visuele stoornis ten gevolge van afwijkingen op MRI hersenen of neurologische pathologie, gestaafd door een neurologisch of neuropsychologisch verslag;
1.1.5. ofwel door een combinatie van visusstoornissen die elk op zich geen recht geven op revalidatie, maar die samen wel een zware visuele beperking veroorzaken, op basis van minstens 2 visuele stoornissen door de revalidatie oogarts vastgesteld:
• Visusdaling;
• Gezichtsvelduitval;
• Verminderde contrastgevoeligheid;
• Gestoord kleurenzicht;
• Metamorfopsie;
• Scotomen in de centrale 5° die vloeiend lezen sterk bemoeilijken;
• Nachtblindheid;
• Fotofobie;
• Oogbewegingsproblematiek.
Het feit dat ten minste een van die voorwaarden is vervuld, moet objectief worden vastgesteld, telkens wanneer dit mogelijk is, met een terdege aangepast oftalmologisch of neurologisch onderzoek waarvan de besluiten bij het medisch verslag, bedoeld in artikel 32, § 1, worden gevoegd. De eventuele onmogelijkheid om de stoornis te objectiveren met een medisch onderzoek moet met redenen worden omkleed.
1.2. en anderzijds, door een onbestaande of verwaarloosbare waarschijnlijkheid dat er een verbetering plaatsvindt (spontaan of na behandeling), waardoor deze gezichtsstoornis niet meer zou beantwoorden aan een van de voormelde voorwaarden.
2. Om zijn functionele toestand te verbeteren en zijn autonomie te vergroten, heeft de rechthebbende een multidisciplinaire tenlasteneming nodig onder supervisie van een arts-oftalmoloog gespecialiseerd in revalidatie.
Hoofdstuk II. DE DOELSTELLINGEN VAN DE INDIVIDUELE REVALIDATIEPROGRAMMA'S
Artikel 3. §1. De algemene doelstelling van elk individueel revalidatieprogramma, zoals bepaald in artikel 11 van deze overeenkomst, bestaat erin de rechthebbende de mogelijkheid te bieden een coherent geheel van fundamentele bekwaamheden te verwerven bestemd om de onbekwaamheden die uit zijn gezichtsstoornis voortvloeien, te compenseren of te beperken, en zo tot de best mogelijke autonomie te komen in zijn dagelijks leven.
§2. ledere specifieke doelstelling van een individueel revalidatieprogramma stemt overeen met de ontwikkeling of de verwerving van een van de volgende bekwaamheden:
1° fundamentele sensomotorische coördinatie,
2° algemene of detailwaarneming van de omringende ruimte, 3° oriëntatie en mobiliteit,
4° kennisname van documenten,
5° het nemen van nota's voor persoonlijk gebruik of het uitwisselen van schriftelijke informatie, 6° uitvoering van manuele of intellectuele basisactiviteiten uit het dagelijks leven.
§3. De psychologische en sociale tenlasteneming draagt bij tot de verbetering van de zelfredzaamheid, bedoeld in §1, en tot de verwerving van de bekwaamheden die zijn opgenomen in §2 van dit artikel.
§4. De doelstelling van een individueel revalidatieprogramma is nooit de rechthebbende te begeleiden, zelfs niet tijdelijk, in de handelingen en de taken van zijn dagelijks leven.
Hoofdstuk III. DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 4. De revalidatieverstrekkingen die recht geven op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, onder voorbehoud van de naleving van alle in deze overeenkomst vermelde voorwaarden, worden "individueel bilan" (of "bilan"), "individuele revalidatiezitting in" (of "zitting in"), "individuele revalidatiezitting out” (of "zitting out”) en "groepsrevalidatiezitting" (of "groepszitting")
genoemd. Deze verstrekkingen omvatten de kosten voor de "psychologische gesprekken" en de "sociale gesprekken" die deze aanvullen en die niet afzonderlijk kunnen worden gefactureerd.
Individueel bilan
Artikel 5. §1. Naargelang het moment in de revalidatie waarop het individuele bilan wordt uitgevoerd, wordt het "aanvangsbilan" of "intermediair bilan" genoemd. Het beoogt in elk geval de volgende zaken nauwkeurig te bepalen:
• de prestaties van de rechthebbende betreffende de bekwaamheden opgesomd in artikel 3, §2 en in aanmerking genomen in zijn individueel programma, en/of zijn evolutie in de ontwikkeling van die bekwaamheden,
• de noden en wensen die hij expliciet formuleert,
• zijn actuele sociale situatie (gezins-, school-, of beroepssituatie) en zijn huidige en toekomstige mogelijkheden tot sociale integratie,
• het bestaan van een eventuele psychologische problematiek die met de revalidatie zou kunnen interfereren.
Het bilan beoogt noch het stellen of aanpassen van een diagnose, noch de follow-up van de mogelijke evolutie van de aandoeningen die aan de basis liggen van de gezichtsstoornis, noch het voorschrijven of aanpassen van een medische behandeling.
§2. Elk bilan wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de arts van de revalidatievoorziening, bedoeld in artikel 24, §1, 1°, in samenwerking met de betrokken therapeuten: het vereist een aanwezigheid tegenover een enkele rechthebbende, van minimum 30 minuten van de oogarts van de revalidatievoorziening, bedoeld in artikel 24, §1, 1°, of in artikel 25, 1°, van in totaal minimum 60 minuten van de betrokken therapeut(en) bedoeld in artikel 24, § 1, 2° tot 5° en van in totaal minimum 30 minuten van de psycholoog en/of de sociaal assistent, bedoeld in de punten 6° en 7° van dezelfde paragraaf; het geheel kan over meerdere dagen worden gespreid.
Elk bilan wordt tijdens een vergadering van het therapeutisch team besproken en wordt afgesloten met het opstellen van een syntheseverslag dat door de betrokken oogarts wordt ondertekend.
Revalidatiezittingen
Artikel 6. §1 Worden revalidatiezittingen genoemd in de zin van deze overeenkomst, de revalidatieverstrekkingen opgesomd in artikel 8, die de specifieke doelstellingen opgesomd in artikel 3, §2 rechtstreeks trachten te verwezenlijken en aldus beogen de bekwaamheden die ermee overeenstemmen te ontwikkelen of te verwerven.
Individuele zittingen
Zittingen in
Groepszittingen
Revalidatie- zittingen
Zittingen out
§2. Worden individuele zittingen genoemd, de revalidatiezittingen tijdens dewelke een of meer therapeuten, bedoeld in de artikelen 24, §1, 2° tot 5°, en 25, bij een enkele rechthebbende tussenkomen.
Worden groepszittingen genoemd, de revalidatiezittingen tijdens dewelke een of meer therapeuten, bedoeld in artikelen 24, §1, 2° tot 5°, en 25, bij een groep van maximum 5 rechthebbenden tussenkomen.
§3. Worden zittingen in genoemd, de individuele zittingen die in de revalidatievoorziening of in de satellietlocatie van de revalidatievoorziening worden georganiseerd, of buiten de revalidatievoorziening of de satellietlocatie, op een afstand van minder dan 5 km via de kortste weg.
Worden zittingen out genoemd, de individuele zittingen die op ten minste 5 km afstand worden georganiseerd, via de kortste weg vanaf de revalidatievoorziening of de satellietlocatie van de revalidatievoorziening waarop de overeenkomstige revalidatiezitting in gewoonlijk wordt georganiseerd.
Om te kunnen fungeren als satellietlocatie van de revalidatievoorziening moet
• de organisatie een formele samenwerking hebben met de revalidatievoorziening. De samenwerking wordt vastgelegd in een ondertekende samenwerkingsovereenkomst.
• de organisatie één of meerdere therapeuten, zoals beschreven in hoofdstuk 5.2, artikels 24
§2, 2° tot en met 4° van voorliggende overeenkomst, kunnen voorzien
Artikel 7. Elke zitting vereist de aanwezigheid van ten minste één van de therapeuten, vermeld in artikel 24, §1, 2° tot 5°, of in artikel 25, die de bekwaamheid heeft vereist voor de revalidatiehandelingen waarin hij tussenkomt gedurende ten minste 60 minuten ofwel tegenover één enkele rechthebbende en/of een lid van diens onmiddellijke omgeving voor de individuele zittingen, of tegenover maximum 5 rechthebbenden voor de groepszittingen.
Artikel 8. De inhoud van elke revalidatiezitting is functie van de specifieke doelstellingen die daarin worden nagestreefd.
Doelstelling 1
De revalidatiezittingen die de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de fundamentele sensomotorische coördinatie beogen mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° het verwerven van een functioneel sensomotorisch schema (of lichaamsschema), 2° de uitwerking van een voorstelling en een coherente bevatting van de ruimte.
Doelstelling 2
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in algemene of detailwaarneming van de omringende ruimte mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° het aanleren van de basisbegrippen van de gezichtsproblematiek, 2° de ontwikkeling en het optimaal gebruik van de gezichtsresten,
3° het gebruik van technische optische hulpmiddelen (brillen, loepes, telescopen, filters,...), 4° de ontwikkeling en het aanvullend gebruik van de niet-visuele zintuigen.
Doelstelling 3
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de oriëntatie en de mobiliteit, binnen of buiten, in een gekende of een ongekende omgeving, mogelijk te maken, zijn gewijd aan de verwerving van de gepaste cognitieve en motorische technieken, met inbegrip van het gebruik van aangepaste hulpmiddelen zoals de stokken, de elektronische opsporings- of oriëntatieapparatuur, de tactiele mappen,...
Doelstelling 4
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de kennisname van documenten mogelijk te maken, zijn gewijd aan het aanleren van het gebruik van niet optische technische hulpmiddelen, zoals
1° aangepaste verlichting, opstaande leestafels, …,
2° elektronische hulpmiddelen (TV-leesloepes, ...),
3° geïnformatiseerde hulpmiddelen (vergrotingsinstrumenten en -software, aangepaste grafische interfaces, synthetische stemmen,...). Met het leren gebruiken van informaticahulpmiddelen wil men de zorggebruiker de middelen bieden om toe te treden tot het informaticasysteem of - systemen die hij zal gebruiken, niet om hem het gebruik van gewone software aan te leren zoals bijvoorbeeld kantoorautomatiserings-, beeldverwerkings- of geluidsverwerkings-software...
Doelstelling 5
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in het nemen van nota's voor persoonlijk gebruik of voor de mededeling van schriftelijke informatie mogelijk te maken, zijn gewijd aan de verwerving
1° van het lezen en schrijven van braille met eventueel gebruik van informaticaondersteuning (brailleleesregel, ...)
2° van de basistechnieken van dactylografie aangepast aan de noden van zorggebruikers met een gezichtsstoornis
3° en/of van de basistechnieken van het handschrift aangepast aan de noden van zorggebruikers met een gezichtsstoornis.
Doelstelling 6
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de manuele of intellectuele basisactiviteiten uit het dagelijks leven mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° de verwerving van de complexe basisbewegingen waarop de essentiële activiteiten uit het dagelijks leven steunen, namelijk voeding, hygiëne en lichaamsverzorging, eenvoudige medische verzorging, het aankleden en het onderhoud van de woning,
2° de verwerving of het terugkrijgen van lichaamshoudingen die aan verschillende sociale omstandigheden aangepast zijn,
3° de verwerving van aangepaste technieken voor het klasseren en het beheer van officiële documenten, bankdocumenten, ...
4° en/of het leren aanpassen van de omgeving aan het bewaard gezichtspotentieel: aanpassing van de verlichting, inrichting van de ruimte, gebruik van aangepaste hulpmiddelen, in situ gebruik van elektronische en/of geïnformatiseerde technische hulpmiddelen, ...
Psychologisch gesprek
Artikel 9. §1. Indien nodig vult het psychologisch gesprek de revalidatiezittingen aan; aldus kunnen de psychologische reacties op de gezichtsstoornis van de rechthebbende of van personen uit zijn onmiddellijke omgeving, die met de revalidatie interfereren en het verloop ervan schaden, worden aangepakt.
Het psychologisch gesprek is niet bedoeld om de mogelijke psychologische stoornissen te behandelen die de rechthebbende of personen uit zijn onmiddellijke omgeving vertonen en die geen rechtstreeks gevolg (of eventueel oorzaak) zijn van de gezichtsstoornis.
§2. Het psychologisch gesprek wordt gevoerd door de psycholoog vermeld in artikel 24, §1, 6°. Sociaal gesprek
Artikel 10. §1. Indien nodig vult het sociaal gesprek de revalidatiezittingen aan; aldus kunnen de rechthebbende of personen uit zijn onmiddellijke omgeving worden geïnformeerd over de rechten die zijn visuele handicap meebrengt en hem, op zijn verzoek, eventueel helpen bij de stappen die hij moet ondernemen bij de bevoegde overheden, instanties, besturen, ... om die rechten te laten gelden. Het is eveneens bedoeld om aangepaste oplossingen te vinden voor zijn schoollopen, opleiding of beroepsleven, ...
Het sociaal gesprek beoogt niet in te grijpen in sociale situaties die niet rechtstreeks verbonden zijn met de revalidatie van de gezichtsstoornis of met de toepassing van verworvenheden.
§2. Het sociaal gesprek wordt gevoerd door de in artikel 24, §1, 7° vermelde sociaal assistent.
Hoofdstuk IV. HET INDIVIDUELE PROGRAMMA
Artikel 11. Elk individueel revalidatieprogramma (of individueel programma) bestaat uit het gestructureerde geheel van revalidatieactiviteiten, overeenkomstig de definities van de artikelen 5 tot 10, uitgevoerd ten gunste van een rechthebbende, onder de voorwaarden en binnen de beperkingen die in de artikelen 17 en 18 zijn vermeld, mits het in artikel 32 vermelde akkoord, om de doelstellingen die tijdens het aanvangsbilan en eventueel het intermediair bilan zijn vastgesteld, te verwezenlijken.
4.1. Structuur van de individuele programma's
Artikel 12. §1. Elk individueel programma begint met een aanvangsbilan, aan de hand waarvan de oogarts van de revalidatievoorziening die het superviseerde bepaalt of een multidisciplinaire revalidatie voor die rechthebbende gerechtvaardigd is.
Indien dit het geval is, stelt die oogarts in overleg met de rechthebbende en na raadpleging van de leden van het therapeutisch team die bij het bilan tussenkwamen, een of meerdere relevante en realistische specifieke doelstellingen voor de revalidatie vast. Een doelstelling wordt als realistisch beschouwd als de rechthebbende aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet om deze te kunnen bereiken. Hij beslist bijgevolg over de inhoud en de vorm van het revalidatieprogramma.
§2. In functie van de specifieke doelstellingen voert de revalidatievoorziening de overeenstemmende revalidatiezittingen uit die nodig zijn voor de rechthebbende, binnen de in artikel 18 vastgestelde beperkingen en voorwaarden. Ze organiseert eventueel ook de bijkomende psychologische en/of sociale gesprekken die nodig zijn voor de rechthebbende.
§3. Als de evolutie van de rechthebbende dit vereist, voert de revalidatievoorziening een intermediair bilan uit binnen de in artikel 17 en 18 vermelde beperkingen en voorwaarden.
Als gevolg van de besluiten van dit bilan kan een specifieke doelstelling
• worden toegevoegd, als deze pertinent en realistisch is voor die rechthebbende,
• of worden weggelaten, wanneer ze is bereikt of wanneer blijkt dat niet langer aan alle voorwaarden is voldaan om ze te kunnen verwezenlijken.
Het programma wordt onmiddellijk dienovereenkomstig aangepast. Dit betekent meer bepaald dat de revalidatievoorziening niet langer verstrekkingen uitvoert die verbonden zijn met een specifieke doelstelling, wanneer deze laatste is opgegeven.
Artikel 13. Elk individueel programma is multidisciplinair. Met als enige uitzondering een onverwachte onderbreking van het programma ten gevolge van stopzetting ervan door de zorggebruiker, komen er, benevens de verantwoordelijke arts, voor elk geheel van 20 revalidatiezittingen therapeuten in tussen die minstens 3 van de functies vervullen voorzien in de artikelen 24, §1, 2° tot 7° en 25, 2°, en na uitvoering van het multidisciplinaire bilan beperkt het programma zich nooit tot uitsluitend de interventie van de therapeut voor low-vision, bedoeld in artikel 24, §1, 3°.
Artikel 14. Slechts één enkel individueel programma kan door dezelfde rechthebbende worden gevolgd in de revalidatievoorziening of in elke andere revalidatievoorziening die met de Vlaamse Gemeenschap een overeenkomst heeft gesloten betreffende de revalidatie van rechthebbenden die lijden aan een gezichtsstoornis.
Artikel 15. §1. De onderbreking van een individueel programma in een revalidatievoorziening en de hervatting ervan in een andere revalidatievoorziening onderbreekt de facto de periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen, en vereist een nieuwe beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen dat in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 32, §2.
Onder voorbehoud van de bepalingen van het artikel 32, §2, betreffende de maximumduur van elke periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, mag een individueel programma onderbroken en hervat worden in dezelfde revalidatievoorziening zonder dat deze periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt onderbroken.
§2. De tijdelijke onderbreking van een individueel programma of de verandering van revalidatievoorziening in de loop van een individueel programma verandert in niets de beperkingen en voorwaarden verbonden aan de revalidatieverstrekkingen, zoals bepaald in de artikelen 17 en 18.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen om de toepassing van de bepalingen van §2 van dit artikel te waarborgen. Ze licht de tekst ervan toe en legt aan de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger de draagwijdte ervan uit in een geschreven document, in twee exemplaren ondertekend voor ontvangst.
De revalidatievoorziening bewaart een ondertekend exemplaar en geeft het andere aan de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
4.2 Beperkingen en voorwaarden verbonden aan de revalidatieverstrekkingen
Artikel 16. Om beschouwd te worden als revalidatieverstrekkingen en recht te geven op de in artikel 31 §1 voorziene tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, moeten de revalidatieactiviteiten omschreven in de artikelen 5 tot 8
• noodzakelijk zijn voor de vooruitgang van de rechthebbende met het oog op de specifieke doelstellingen van zijn individueel programma,
• beantwoorden aan de in deze overeenkomst bepaalde algemene voorwaarden,
• kaderen in de beperkingen en zich houden aan de eventuele bijzondere voorwaarden die worden bepaald in de artikelen 17 en 18 hierna.
Een "revalidatieactiviteit" die niet voldoet aan het geheel van die voorwaarden, geeft geen recht op enige tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, zelfs al beantwoordt ze op alle punten aan de definitie van een van de verstrekkingen voorzien in de artikelen 5 tot 8.
Artikel 17. Voor elke rechthebbende kan maar een enkel aanvangsbilan aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen. Zo nodig kan het aanvangsbilan onmiddellijk worden gevolgd door een intermediair bilan dat daarop een aanvulling is.
Een aanvangsbilan mag slechts worden aangerekend en aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen als het wordt gevolgd door een revalidatieprogramma zoals bedoeld in artikel 11 van deze overeenkomst. Bij wijze van uitzondering mag evenwel maximaal 15 % van het totaal aantal bilans (aanvangsbilans en intermediaire bilans samen) uitgevoerd tijdens een kalenderjaar worden aangerekend en aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, zelfs als ze door geen enkele revalidatiezitting werden gevolgd. De revalidatievoorziening verbindt zich tot de spontane terugbetaling, aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, van elk bilan dat door geen enkele revalidatiezitting werd gevolgd en dat bovenop dat maximum zou zijn gefactureerd. Zij voert deze terugbetaling uit in de loop van het 1ste trimester van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin dit bilan werd uitgevoerd.
Artikel 18. §1. Voor elke rechthebbende hangt het maximumaantal tegemoetkomingen voor de revalidatieverstrekkingen voor de intermediaire bilans en de zittingen af van het levensstadium dat hij heeft bereikt, van 0 tot en met 3 jaar, van 4 tot en met 17 jaar en vanaf 18 jaar, zoals vermeld in de tabel onderaan dit artikel.
Onder “periode”, in de loop van een levensstadium, wordt verstaan, elke periode, zoals vastgesteld in artikel 32, §2 tijdens welke de revalidatie effectief plaatsvindt en de rechthebbende een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen kan krijgen.
Een periode gaat in op de datum van uitvoering van de eerste gefactureerde verstrekking (bilan of zitting) van die periode. Zij eindigt wanneer de toegemeten maximumtijd is opgebruikt, of op de dag die het einde inluidt van het beschouwde levensstadium, of met de uitputting van het maximum aantal verstrekkingen in de tabel vastgesteld. Als het maximum aantal periodes nog niet is bereikt, kan de afgesloten periode zonder onderbreking door een nieuwe worden gevolgd.
Elke uitgevoerde en gefactureerde zitting telt als 1 eenheid, ongeacht het type zitting (individueel – in of out - , of in groep).
Het intermediaire bilan dat eventueel een aanvulling is op het aanvangsbilan, wordt opgenomen in de telling van het aantal intermediaire bilans.
§2. Voor rechthebbenden in de zin van artikel 2 wordt, bij acute slechtziendheid in een eerste periode of acute blindheid in een eerste of volgende periode, het maximum aantal verstrekkingen van het revalidatieprogramma, ongeacht het levensstadium van de rechthebbende, vastgesteld op 4 intermediaire bilans en 120 zittingen. Een periode van 4 intermediaire bilans en 120 zittingen kan toegekend worden voor rechthebbenden met acute blindheid, zelfs al werd eerder een periode van 4 intermediaire bilans en 120 zittingen toegekend omwille van acute slechtziendheid van deze zorggebruiker.
Vanaf de volgende periode van het revalidatieprogramma wordt het maximum aantal verstrekkingen per periode teruggebracht tot het aantal vermeld in onderstaande tabel. De periode van 120 zittingen telt voor één enkele periode waarin de acute slechtziendheid of de acute blindheid is ontstaan.
Het plotse karakter van de gezichtsstoornis zoals bepaald door de WGO, moet objectief worden vastgesteld aan de hand van een valide en aangepast medisch onderzoek waarvan de conclusies bij het medisch verslag voorzien in artikel 32, §1, worden gevoegd. Bij ontstentenis daarvan mogen de maxima die in onderstaande tabel zijn vermeld, niet worden overschreden.
§3. Voor zorggebruikers met een gecombineerde aandoening, nl. Dual Sensory Impairment (DSI – gezichtsstoornis in combinatie met ernstige gehoorstoornis) die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, wordt het maximum aantal verstrekkingen per periode van 3 jaar vastgesteld op 66 zittingen.
Maximumaantal revalidatieverstrekkingen per periode | Van 0 t.e.m. 3 j Maximum 1 periode van maximum 4 jaar | Van 4 t.e.m. 17 j Maximum 3 periodes van elk maximum 3 jaar | Vanaf 18 j Maximum 10 periodes van elk maximum 3 jaar | DSI - Vanaf 18 j Maximum 10 periodes van elk maximum 3 jaar |
Intermediaire bilans | 2 | 4 | 2 | 2 |
Zittingen | 80 | 80 | 33 | 66 |
Artikel 19. Er kunnen meerdere revalidatiezittingen (opeenvolgend of niet) ten voordele van dezelfde rechthebbende op dezelfde dag gerealiseerd worden die elk aanleiding kunnen geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Verschillende opeenvolgende revalidatiezittingen kunnen maar voor n verstrekkingen tellen wanneer hun totale duur minimum n x 60 minuten bereikt. Een revalidatiezitting van minder dan 60 minuten kan geen aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
4.3 Beperkingen van cumul
Artikel 20. Tijdens een effectieve revalidatieperiode, zoals gedefinieerd in artikel 18, §1, kan de rechthebbende geen enkele verzekeringstegemoetkoming krijgen voor orthoptieverstrekkingen voorzien in de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, §2, 2de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Artikel 21. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen teneinde de toepassing van de bepalingen van artikel 20 te waarborgen. Ze legt de termen en de draagwijdte ervan uit in een geschreven document, in twee exemplaren ondertekend voor ontvangst door de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger. De revalidatievoorziening bewaart een ondertekend exemplaar en geeft het andere aan de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
4.4. Inpassing van het individuele programma in het verzorgingsnetwerk en in het sociale leefmilieu van de rechthebbende
Artikel 22. §1. Het individuele programma past in het kader van het verzorgingsnetwerk dat de rechthebbende doorloopt. De revalidatievoorziening zorgt er dus voor de interactie tussen de revalidatie en de andere componenten van het netwerk te optimaliseren.
In het bijzonder
• heeft de verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening regelmatig contact met de behandelend oogarts en de huisarts van de rechthebbende;
• in geval van externe psychotherapeutische follow-up, onderhoudt de psycholoog van de revalidatievoorziening regelmatig contact met de psychotherapeut van de rechthebbende.
§2. De revalidatievoorziening zorgt er tevens voor de revalidatie zo goed mogelijk in te passen in de context van het sociale leven van de rechthebbende opdat deze de verworvenheden ervan kan veralgemenen en bewaren.
In het bijzonder
• onderhouden de therapeuten die betrokken zijn bij de revalidatie de nodige contacten met de familie, de school- en beroepsomgeving ... van de rechthebbende;
• neemt de sociaal assistent, xxxxxxxxxx nodig, contact op met de betrokken instanties, diensten, administraties ..., conform de bepalingen van artikel 10.
Hoofdstuk V. DE REVALIDATIEVOORZIENING
5.1 Minimumaantal rechthebbenden
Artikel 23. §1. In de loop van iedere periode van 2 opeenvolgende kalenderjaren start de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma dat een aanvangsbilan omvat ten voordele van minimum 50 nieuwe rechthebbenden.
Het bereikte aantal rechthebbenden wordt na elk kalenderjaar berekend door het aantal rechthebbenden die aan de voormelde voorwaarden voldoen voor het afgelopen jaar en het jaar dat eraan voorafgaat op te tellen.
§2. Deze overeenkomst is ambtshalve niet langer van kracht op 1 juli van het jaar dat volgt op de eerste periode van 2 opeenvolgende kalenderjaren gedurende dewelke het minimumaantal rechthebbenden niet is bereikt.
§3. De bepalingen van de onderstaande §§ 1 en 2 zijn van toepassing vanaf het tweede volledige kalenderjaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
5.1.bis Facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening
Artikel 23bis. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een normale facturatiecapaciteit van xxx in
artikel 6, §3 bepaalde “zittingen in”.
De normale facturatiecapaciteit is het normaal aantal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde “zittingen in” die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van de revalidatievoorziening van 90 %.
De in het eerste lid bepaalde normale facturatiecapaciteit werd bepaald op basis van het maximum aantal gerealiseerde revalidatieprestaties in de voorbije zes jaar (van 2012 tot 2017). Bovenop werd een groeipotentieel van 20 % voorzien. De berekening van de normale facturatiecapaciteit is opgenomen als bijlage 1 bij deze overeenkomst.
§2. De realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening bedraagt xxx “zittingen in”, wat
overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % van de revalidatievoorziening.
§3. De maximale facturatiecapaciteit, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde “zittingen in” die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt xxx “zittingen in”, wat gelijk is aan een bezettingsgraad van 98 % van de revalidatievoorziening.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe nooit revalidatieprestaties aan te rekenen boven de maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de rechthebbenden, noch aan de verzekeringsinstellingen.
De revalidatieprestaties die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbende zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaald kalenderjaar aangerekende revalidatieprestaties, mag nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening, zoals vastgesteld in §2 van dit artikel, overschrijden.
§5. De revalidatievoorziening verbindt er zich tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde revalidatieprestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de in artikel 31 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerd aantal revalidatieprestaties dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in het vorige lid bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen van het “bilan”, de “zitting in”, de zitting out” en de “groepszitting”:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan xxx (= 90 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan xxx (= 94
% van de realiseerbare capaciteit) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen van het “bilan”, de “zitting in”, de zitting out” en de “groepszitting”:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan xxx (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan xxx (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§6. De “zitting in” wordt als eenheidsprestatie beschouwd, waaruit de andere revalidatieprestaties
kunnen worden afgeleid. Voor de toepassing van dit artikel geldt “een bilan” als het equivalent van
2,07 “zitting in”, een “zitting out” als het equivalent van 1,4 “zitting in” en “een groepszitting” als het equivalent van 0,25 “zitting in”.
§7. Voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §1 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de in §3 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de maximale facturatiecapaciteit, evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§8. De revalidatieprestaties die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en de maximale facturatiecapaciteit.
§9. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieprestaties heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor tegemoetkoming voor de revalidatieprestaties in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde capaciteiten overschreden, kunnen de revalidatieprestaties die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van tien jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt zich er toe in dat geval de teruggevorderde revalidatieprestaties niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
De in het eerste lid bedoelde maatregel beperkt in geen geval het recht van de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen.
De in het eerste lid bedoelde maatregel geldt niet voor prestaties die gerealiseerd en aangerekend zijn vóór het in werking treden van deze overeenkomst.
5.2 Therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening
Artikel 24. §1. Het kader therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening omvat altijd de hierna vermelde functies, elk uitgeoefend door een of meer therapeuten die de vereiste kwalificaties bezitten:
1° "verantwoordelijke arts": arts, gespecialiseerd in oftalmologie en erkend voor de revalidatie van visueel gehandicapte zorggebruikers.
Indien meerdere artsen die aan die voorwaarden voldoen bij het therapeutisch personeel worden tewerkgesteld, wordt één van hen door de revalidatievoorziening aangeduid als verantwoordelijke arts.
2° "psychomotorisch therapeut": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in psychomotoriek,
3° "therapeut voor low-vision": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in de orthoptie bekroond met een wettelijk diploma, of van een opleiding in de revalidatie van low-vision, of van een ervaring van ten minste 3 jaar in de revalidatie van low-vision,
4° "therapeut voor oriëntatie en mobiliteit": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in oriëntatie en mobiliteit of van een ervaring van minstens 3 jaar in de revalidatie van de oriëntatie en de mobiliteit van visueel gehandicapte zorggebruikers,
5° "therapeut voor activiteiten van het dagelijks leven": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een aangepaste opleiding of van een ervaring van minstens 3 jaar in de revalidatie van de handelingen van het dagelijks leven van visueel gehandicapte zorggebruikers,
6° "psycholoog", psycholoog xxxxxx van een diploma van licentiaat in de psychologie, 7° "sociaal assistent": maatschappelijk werker, houder van een wettelijk diploma.
§2. De revalidatievoorziening stelt permanent minstens één persoon, voltijds of deeltijds, te werk voor elk van de functies vermeld in bovenstaande §1. Met uitzondering van de verantwoordelijke arts kan eenzelfde persoon meerdere functies uitoefenen als hij de vereiste kwalificaties bezit en, met uitzondering van de functie van verantwoordelijke arts, kan eenzelfde functie worden uitgeoefend door meerdere personen die over de vereiste kwalificaties beschikken.
Het geheel van de functies vermeld in bovenstaande §1, 2° tot 5°, wordt in het kader van deze overeenkomst uitgeoefend gedurende in totaal minimum 57 uur per week. De functie van verantwoordelijke arts, vermeld in §1, 1°, wordt in het kader van deze overeenkomst uitgeoefend gedurende minimum 8 uur per week gespreid over minimum 2 dagen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zonder verwijl alle schikkingen te treffen om het personeelskader te vervolledigen voor elke functie vermeld in bovenstaande §1, die tijdelijk (wegens ziekte, loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde ...) of definitief (wegens al dan niet vrijwillig ontslag, ...) vacant zou zijn. Ze is evenwel niet verplicht het personeelskader te vervolledigen voor een functie die onbezet wordt gelaten, ofwel door een ontslagen personeelslid tijdens de wettelijk bezoldigde opzeggingstermijn, ofwel door een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tijdens de wettelijke termijn van gegarandeerd inkomen, zolang ze effectief die personeelsleden bezoldigt.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele prijs te factureren aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbende voor revalidatieverstrekkingen die zijn uitgevoerd in de loop van elke periode gedurende dewelke de bepalingen van de §§ 1 en 2 niet worden nageleefd.
Artikel 25. Het in artikel 24 vermelde therapeutische personeelskader kan worden uitgebreid met 1° een of meerdere artsen die gespecialiseerd zijn in de oftalmologie,
2° een of meerdere informatici die houder zijn van een diploma van ten minste niveau A1 en die het bewijs kunnen leveren van een ervaring van minstens 2 jaar als opleider in de informatica.
Artikel 26. Het werkelijke personeelskader van de revalidatievoorziening wordt elk jaar vermeld in het in artikel 35 bedoelde jaarverslag.
Artikel 27. De vergaderingen van het therapeutisch team verzekeren de coherentie van zijn werking en interventies. Ze worden gesuperviseerd door de verantwoordelijke arts.
Ze gaan met name over:
• het onderzoek van individuele zorggebruikers: voor elke rechthebbende geeft elk bilan aanleiding tot een gesprek onder de betrokken therapeuten, zoals voorzien in artikel 5, §2,
• de theoretische grondslagen en de revalidatiemethodes en, meer algemeen, elke materie die betrekking heeft op de tenlasteneming van gezichtsgestoorde zorggebruikers en belangwekkend is voor het multidisciplinaire team.
5.3 Wetenschappelijke en medische omkadering van de revalidatie
Artikel 28. De verantwoordelijke arts staat in voor
• de wetenschappelijke validiteit en het actueel karakter van de basisbeginselen van de revalidatie en hun toepassingsmodaliteiten op globaal niveau van de revalidatievoorziening,
• de gegrondheid, coherentie en goede toepassing, op medisch vlak, van elk individueel programma.
5.4 Infrastructuur, uitrusting en logistiek
Artikel 29. §1. De revalidatievoorziening beschikt over de geschikte infrastructuur voor de goede uitvoering van de individuele programma's en voor hun omkadering, met name over
1° een praktijkkamer voor oftalmologie,
2° lokalen geschikt om de revalidatiezittingen goed te laten verlopen, in het bijzonder wat betreft hun inrichting, verlichtingsomstandigheden en/of afmetingen ervan,
3° een ruimte buiten geschikt voor het verloop in optimale veiligheidsomstandigheden van zittingen gericht op de ontwikkeling van de bekwaamheid betreffende oriëntatie en mobiliteit van de rechthebbenden,
4° minstens een kamer die kan worden gebruikt door de psycholoog of de sociaal assistent, 5° een vergaderruimte.
§2. De revalidatievoorziening beschikt over de geschikte uitrusting voor de goede uitvoering van de individuele programma's en hun omkadering, met name over
1° alle uitrusting nodig voor de volledige en medisch valabele uitvoering van de bilans,
2° optisch materiaal dat een voldoende geheel van hulpmiddelen omvat die de rechthebbende kan nodig hebben (brillen, loepen, telescopen, lenzen, ...),
3° ten minste 3 gewone TV loepen in verschillende modellen en een TV loep uitgerust met een splitsbaar scherm en een camera,
4° ten minste een PC van minder dan 5 jaar oud, met vergrotingssoftware, stemsynthese en brailleregel.
§3. De revalidatievoorziening beschikt over voldoende administratief personeel om een goed administratief beheer te waarborgen. De leden van het administratief personeel die de rechthebbenden ontvangen zijn daartoe opgeleid.
Artikel 30. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe steeds de regels inzake brandbeveiliging na te leven. Ze laat de naleving van die regels controleren door een bevoegde dienst, conform de geldende reglementering. Ze neemt onverwijld maatregelen en voert de werken uit die door die dienst worden aanbevolen.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele revalidatieverstrekking uit te voeren in kamers of gebouwen waarvoor ze geen geldig certificaat heeft die hun conformiteit met de regels inzake brandveiligheid aantoont.
Hoofdstuk VI. DE TEGEMOETKOMING VOOR DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
6.1 Bedragen
Artikel 31. §1. Het bedrag van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen (of prijs) van de in artikel 6, §2 bepaalde “zitting in” wordt vastgesteld op xxx Euro.
De prijs van de “zitting in” wordt als eenheidsprijs beschouwd, waaruit de prijs van de overige revalidatieprestaties kan worden afgeleid:
- Bilan: 207 % of xxx Euro
- Zitting out: 140 % of xxx Euro
- Groepszitting: 25 % of xxx Euro.
§2. Het indexeerbare gedeelte van de prijs van de “zitting in”, namelijk 95% (xxx Euro) wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 op 01.06.2017 (basis 2013) van de consumptieprijzen. Het wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen artikel 192 van het besluit.
§3. Een persoonlijk aandeel wordt aangerekend, conform de bepalingen van artikel 219 van het besluit. Voor revalidatieverstrekkingen die worden uitgevoerd voor een zorggebruiker die is
gehospitaliseerd in een ziekenhuis of revalidatieziekenhuis, wordt geen persoonlijk aandeel aangerekend.
6.2 Aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen
Artikel 32. §1. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, voor zorggebruikers die jonger dan 18 jaar zijn of zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring heeft genomen.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die gepaard gaan met deze revalidatieverstrekkingen voor zorggebruikers die jonger dan 18 jaar zijn of zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 en 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier is opgenomen als bijlage 2 bij deze overeenkomst.
§2. Een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die gepaard gaan met deze revalidatieverstrekkingen voor zorggebruikers die jonger dan 18 jaar zijn of zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, vermeldt de periode waarin de revalidatieverstrekkingen kunnen worden verleend. De duur van de revalidatieperiode kan de maximale duur van de effectieve revalidatieperiode die is aangevat door de rechthebbende, bepaald conform de bepalingen van artikel 18 van deze overeenkomst, niet overschrijden.
§3. Elke vraag tot verlenging van de periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en elke vraag tot bepalen van een nieuwe periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen moet ingediend worden volgens de modaliteiten voorzien in §1.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de rechthebbende te informeren over de beslissing over de aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, in de reiskosten.
Artikel 32bis. In het geval een beslissing tot goedkeuring voor een tegemoetkoming voor de reiskosten voor zorggebruikers die jonger dan 18 jaar zijn werd verleend, levert de revalidatievoorziening, voor iedere dag waarop op ambulante basis een of meerdere revalidatieverstrekkingen in de revalidatievoorziening zijn geleverd, een attest aan de rechthebbende, waaruit blijkt dat aan de rechthebbende een revalidatieverstrekking op ambulante basis werd verleend. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de rechthebbende te informeren over de stappen die moeten worden ondernomen om, op basis van dit attest, de tegemoetkoming voor de reiskosten te bekomen.
6.3 De facturering van de revalidatieverstrekkingen
Artikel 33. §1. Er is een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen verschuldigd voor elke revalidatieverstrekking die aan een rechthebbende wordt verstrekt als ze beantwoordt aan alle in deze overeenkomst bepaalde voorwaarden. In de andere gevallen is geen enkele tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen verschuldigd.
§2. De revalidatievoorziening factureert aan de verzekeringsinstellingen de kosten van de in artikel 31,
§1 vermelde revalidatieverstrekkingen conform de vigerende facturatie-instructies.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de verzekeringsinstellingen geen kosten te factureren voor diensten die aan de rechthebbende zijn verstrekt en geen recht geven op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, conform de bepalingen van §1 hiervoor.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de rechthebbende geen enkele revalidatieactiviteit te factureren waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is geweigerd, wat ook de reden van de weigering moge zijn.
Artikel 34. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe elke ten onrechte verkregen tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen terug te betalen volgens de beschikkingen van artikel 45 van het besluit.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen die zij heeft moeten terugbetalen aan te rekenen aan de rechthebbende.
Hoofdstuk VII. DE JAARLIJKSE EVALUATE
Artikel 35. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe voor het eind van het eerste kwartaal van elk jaar, een jaarverslag over het voorgaande jaar te bezorgen aan het agentschap. De aard en de voorstelling van de gegevens die in dat verslag vervat zijn, worden vastgesteld door het agentschap en eventueel aangepast volgens de technische eisen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele kost aan te rekenen aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbende voor revalidatieverstrekkingen uitgevoerd vanaf 1 april van ieder jaar, zolang de verplichtingen bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf niet zijn nagekomen.
§2. De verzamelde gegevens gaan over
1° de revalidatievoorziening, en met name
• haar Raad van Bestuur,
• het therapeutische en logistieke personeel dat er daadwerkelijk is tewerkgesteld,
• de vergaderingen van het therapeutische team,
• het werkelijk beschikbaar materiaal;
2° elke rechthebbende die in het beschouwde jaar minstens een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen heeft ontvangen voor een revalidatieverstrekking, en met name
• zijn administratief en sociaal profiel,
• zijn medisch profiel
• de eventuele andere vormen van tenlasteneming (in het bijzonder tegemoetkomingen van instanties die worden gefinancierd door de Gemeenschappen of de Gewesten, door caritatieve organisaties, ...),
• zijn individueel programma:
- de specifieke doelstellingen die door zijn programma worden beoogd en zijn initiële vaardigheden voor elk van de bedoelde doelstellingen,
- de eventueel bereikte doelstellingen (en de verworven vaardigheden) in de loop van het programma,
- de doelstellingen die eventueel zijn opgegeven in de loop van het programma,
- de concrete uitvoeringsmodaliteiten van het programma.
§3. De statistische analyse van de gegevens wordt uitgevoerd door het agentschap. Het is vooral de bedoeling om voor elke specifieke doelstelling het volgende aan te tonen:
1° de differentiële evolutie van de rechthebbenden volgens hun profiel en volgens de revalidatievoorzieningen die hun revalidatie verzekeren *,
2° de kosten van de individuele programma's volgens het profiel van de rechthebbenden en volgens de revalidatievoorzieningen *.
(* de vergelijking gebeurt tussen alle revalidatievoorzieningen die een overeenkomst hebben gesloten met de Vlaamse Gemeenschap voor de revalidatie van rechthebbenden met een gezichtsstoornis)
§4. Eens de statistische analyse uitgevoerd, ontvangt de revalidatievoorziening enerzijds de algemene besluiten, waarin de resultaten derwijze worden voorgesteld dat de anonimiteit van elke rechthebbende en elke revalidatievoorziening wordt gewaarborgd, en anderzijds haar eigen profiel.
Hoofdstuk VIII. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 36. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening voert een boekhouding die zoveel mogelijk gebaseerd is op enerzijds het genormaliseerd minimaal boekhoudkundig plan voor de ziekenhuizen (KB van 14.8.1987) en op anderzijds de beslissingen die ter zake zijn aanvaard door het agentschap. Indien de revalidatievoorziening deel uitmaakt van een instelling of een groep van instellingen die door dezelfde Raad van Bestuur worden beheerd, worden de boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst verzameld onder een afzonderlijke rubriek, zodat de uitgaven en inkomsten onmiddellijk kunnen worden gekend. Voor het einde van de maand juni van elk jaar, stuurt de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening de boekhoudkundige gegevens die verbonden zijn aan de toepassing van deze overeenkomst en die over het voorgaande kalenderjaar gaan, naar het agentschap.
Artikel 37. §1. De revalidatievoorziening houdt een aanwezigheidsregister bij volgens een door het agentschap aanvaard model, waarin hij voor het einde van elke dag voor elke rechthebbende voor wie in de loop van die dag een of meerdere revalidatieprestaties zijn uitgevoerd, zijn identiteit en de gedetailleerde lijst met uitgevoerde revalidatieprestaties noteert.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe op vraag van het agentschap de aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen (in het kader van deze overeenkomst).
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en de instructies inzake het correct bijhouden van de productiecijfers strikt na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die zijn gerealiseerd op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§2. Elk lid van het therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening houdt een activiteitenboek bij waarin hij, voor het einde van elke dag, voor elke rechthebbende voor wie in de loop van die dag, een of meerdere revalidatieprestaties zijn uitgevoerd zijn identiteit en de volledige en precieze lijst met uitgevoerde revalidatieprestaties noteert, evenals de uren waarop ze zijn uitgevoerd.
§3. De handelingen uitgevoerd ten bate van een rechthebbende die niet worden vermeld in het aanwezigheidsregister en het activiteitenboek van het betrokken lid van het therapeutische personeel, kunnen geen aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieprestaties.
Artikel 38. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap en/of de betrokken verzekeringsinstellingen alle informatie te bezorgen die hen toelaat de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst in al haar aspecten te controleren.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe iedere vertegenwoordiger van het agentschap of van de verzekeringsinstellingen toe te laten de bezoeken uit te voeren die ze nuttig achten voor de uitvoering van hun opdracht om de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst te controleren.
Artikel 39. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle informatie waarvan in deze overeenkomst expliciet wordt bepaald dat ze moet worden bezorgd, desgevallend op informaticadrager te bezorgen volgens het formaat dat het agentschap vraagt.
Artikel 40. §1. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle voorwaarden te scheppen om deze laatste toe te laten de individuele revalidatieprogramma's in optimale omstandigheden te organiseren en alle bepalingen van deze overeenkomst na te leven.
§2. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de eventuele niet naleving van de bepalingen van deze overeenkomst door de revalidatievoorziening, en voor de gevolgen, met name op financieel vlak, die hieruit voortvloeien.
Hoofdstuk IX GELDIGHEIDSPERIODE EN OVERGANGSBEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST
Artikel 41. §1. Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren en door beide partijen behoorlijk ondertekend, heeft uitwerking op 1 oktober 2020.
Deze overeenkomst vervangt en vernietigt de overeenkomst d.d. 7 januari 2019 tussen de Vlaamse Gemeenschap en xxx.
§2. Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 t.e.m. 189 van het besluit, in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 t.e.m. 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Bijlagen:
- Bijlage 1: berekening van de normale en maximale facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening
- Bijlage 2: het aangepast standaard aanvraagformulier vermeld in artikel 209 van het besluit , dat moet gebruikt worden voor het aanvragen van een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen.
Artikel 42. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 7 januari 2019 tussen de Vlaamse Gemeenschap en xxx.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode of tot het maximum aantal verstrekkingen waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen, zijn uitgeput.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 32 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór 1 januari 2019 en moet de procedure zoals die geldig was vóór 1 januari 2019 worden doorlopen.
Nieuwe aanvragen tot goedkeuring van een eerste of volgende periode na 1 oktober 2020 (datum van het in werking treden van voorliggende overeenkomst) moeten beantwoorden aan de voorwaarden zoals gesteld in voorliggende overeenkomst. Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming vóór 1 oktober 2020 heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de goedgekeurde periode of tot het maximum aantal verstrekkingen zijn uitgeput, volgens de modaliteiten zoals die geldig waren vóór 1 oktober 2020. Het aantal resterende periodes waarvoor een nieuw akkoord tot tegemoetkoming kan worden bekomen is het resultaat van de bewerking: 10 – [het aantal periodes waarvoor vóór 1 oktober 2020 een tegemoetkoming werd verleend]. Schematisch kan deze overgangsbepaling als volgt worden voorgesteld:
Periode goedgekeurd vóór 1/10/2020 | Bij afronden vorige periode naar … | Aantal resterende prestaties | Periode goedgekeurd vóór 1/10/2020 | Bij afronden vorige periode naar … | Aantal resterende prestaties | |
Art 18 § 1 | P1 | P2 | 297 | P6 | P7 | 132 |
Normale | ||||||
P2 | P3 | 264 | P7 | P8 | 99 | |
aanmelding: | ||||||
330 | ||||||
P3 | P4 | 231 | P8 | P9 | 66 | |
prestaties | ||||||
10 periodes | ||||||
P4 | P5 | 198 | P9 | / | / | |
van 33 | ||||||
prestaties | P5 | P6 | 165 | P10 | / | / |
Art 18 § 3 | P1 | P2 | 594 | P6 | P7 | 264 |
DSI-patiënt: | ||||||
P2 | P3 | 528 | P7 | P8 | 198 | |
660 | ||||||
prestaties | ||||||
P3 | P4 | 462 | P8 | P9 | 132 | |
10 periodes | ||||||
van 66 | ||||||
P4 | P5 | 396 | P9 | / | / | |
prestaties | ||||||
P5 | P6 | 330 | P10 | / | / |
Gedaan in twee exemplaren te Brussel, op
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Xxxxxx Xxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening, | |