BESLUIT (EU) 2021/2102 VAN DE RAAD
(Niet-wetgevingshandelingen)
INTERNaTIONaLE OVEREENKOMSTEN
BESLUIT (EU) 2021/2102 VAN DE RAAD
van 28 juni 2021
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte
DE RaaD VaN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 7,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 1 december 2016 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met de Republiek armenië voor een overeenkomst inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte. De onderhandelingen werden succesvol afgerond met de parafering van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en
de Republiek armenië, anderzijds, inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte (“de overeenkomst”) op
24 november 2017.
(2) De ondertekening van de overeenkomst namens de Unie en de voorlopige toepassing ervan laten de bevoegdheids verdeling tussen de Unie en haar lidstaten onverlet. Dit besluit mag niet zodanig worden geïnterpreteerd dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van de Unie om haar externe bevoegdheid uit te oefenen op gebieden waarop de overeenkomst betrekking heeft en die onder gedeelde bevoegdheid vallen, in zoverre de Unie die bevoegdheid nog niet intern heeft uitgeoefend.
(3) De overeenkomst moet ondertekend worden en moet voorlopig toegepast worden in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.
(4) Het is passend de te volgen procedure vast te stellen met betrekking tot het standpunt dat namens de Unie ingenomen moet worden over besluiten die het gemengd comité uit hoofde van artikel 27, lid 7, van de overeenkomst neemt en waarbij wetgeving van de Unie wordt opgenomen in bijlage II bij die overeenkomst,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VaSTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek armenië, anderzijds, inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst (1).
(1) Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 3
De overeenkomst wordt overeenkomstig artikel 30, leden 4 en 5, van de overeenkomst voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.
Artikel 4
De Commissie is gemachtigd om, na ruim van tevoren te hebben overlegd met de Raad of — naar goeddunken van de Raad — met zijn voorbereidende instanties, het standpunt vast te stellen dat namens de Unie ingenomen moet worden over besluiten die het gemengd comité uit hoofde van artikel 27, lid 7, van de overeenkomst neemt om bijlage II bij de overeenkomst te herzien, voor zover het de opneming van wetgeving van de Unie in die bijlage betreft, onder voorbehoud van de nodige technische aanpassingen.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2021.
Voor de Raad De voorzitter
M. do X. xXXXXXX