BIJLAGE II
BIJLAGE II
Beginselen inzake de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten
1. DEFINITIE
Publicatieblad van de Europese Unie d.d. 24-04-2007
In het kader van deze overeenkomst heeft „intellectuele eigendom” de betekenis die het heeft in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor het intellectuele eigendom, gesloten in Stockholm op 14 juli 1967.
2. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN VAN DE PARTIJEN BIJ DIRECTE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN
a) Tenzij door de partijen specifiek anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op intellectuele- eigendomsrechten, met uitzondering van auteursrechten en gerelateerde rechten, die door de partijen zijn gegene- reerd in de loop van op grond van artikel 3, lid 1, van deze overeenkomst uitgevoerde directe samenwerkings- activiteiten.
1. De partij die intellectueel eigendom genereert, heeft de volle eigendom. In het geval dat het intellectuele eigen- dom gezamenlijk is gegenereerd en het respectieve aandeel in de werkzaamheden van de twee partijen niet kan worden vastgesteld, hebben de partijen de gezamenlijke eigendom van het intellectuele eigendom.
2. De partij die het intellectuele eigendom bezit, verleent de andere partij toegangsrechten om alle directe samen- werkingsactiviteiten uit te voeren. Dergelijke toegangsrechten worden vrij van auteursrechten verleend.
b) Tenzij door de partijen specifiek anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op auteursrechten en gerelateerde rechten van de partijen.
1. Wanneer een partij door middel van tijdschriften, artikels, rapporten, boeken of in een andere vorm, inclusief videobanden en software, wetenschappelijke en technische gegevens, informatie of resultaten publiceert die voortkomen uit en betrekking hebben op samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst, spant de partij zich tot het uiterste in om voor de andere partij in alle landen waar auteursrechtelijke bescherming voorhanden is niet-exclusieve, onherroepelijke, auteursrechtenvrije licenties te verkrijgen om dergelijke werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, over te dragen en publiek te verspreiden.
2. Op alle publiek verspreide kopieën van een auteursrechtelijk beschermd werk als bedoeld onder b), punt 1, dient(dienen) de naam(namen) van de auteur(s) van het werk te worden vermeld tenzij de auteur(s) expliciet daarvan afziet(afzien). Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats een vermelding worden opgenomen met betrekking tot de samenwerkingssteun van de partijen.
c) Tenzij door de partijen specifiek anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op niet openbaar gemaakte informatie van de partijen.
1. Bij het doorgeven aan de andere partij van informatie die nodig is voor het uitvoeren van directe samen- werkingsactiviteiten geeft elke partij aan welke informatie zij niet openbaar gemaakt wil zien.
2. De partij die de informatie ontvangt kan voor specifieke doeleinden in verband met de uitvoering van deze overeenkomst onder eigen verantwoordelijkheid niet openbaar gemaakte informatie mededelen aan haar orga- nen of de personen die via deze organen in dienst zijn.
3. Met voorafgaande schriftelijke toestemming van de partij die de niet openbaar gemaakte informatie verstrekt, kan de andere partij dergelijke niet openbaar gemaakte informatie op grotere schaal verspreiden dan anders op grond van onder c), punt 2, toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor een dergelijke verspreiding op grotere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring in de mate waarin dit door haar wet- en regelgeving is toegestaan.
4. Informatie die voortkomt uit seminars, bijeenkomsten, op grond van deze overeenkomst geregelde overdrachten van personeel en van het gebruik van voorzieningen blijft vertrouwelijk wanneer aan de ontvanger van deze informatie op het moment dat deze wordt medegedeeld door de verstrekker ervan wordt gevraagd het ver- trouwelijke of bevoorrechte karakter ervan te beschermen, overeenkomstig onder c), punt 1.
5. Indien een van de partijen zich rekenschap ervan geeft dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in punt 2, onder c), vervatte beperkingen en voorwaarden inzake de verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis. De partijen plegen vervolgens overleg om een passende gedragslijn te bepalen.
3. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN VAN JURIDISCHE ENTITEITEN VAN DE PARTIJEN BIJ INDIRECTE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN
Publicatieblad van de Europese Unie d.d. 24-04-2007
a) Elke partij verzekert dat de intellectuele-eigendomsrechten van juridische entiteiten van de ene partij die deelnemen aan door de andere partij geleide programma's voor onderzoek en ontwikkeling, en de gerelateerde rechten en verplich- tingen die voortkomen uit deze deelname, verenigbaar zijn met de relevante wet- en regelgeving en internationale verdragen, inclusief de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van het intellectuele eigendom, bijlage 1C van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie alsmede de Akte van Parijs van 24 juli 1971 van de Conventie van Bern voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en de Akte van Stockholm van 14 juli 1967 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van het industriële eigendom.
b) Elke partij verzekert dat op grond van haar geldende wet- en regelgeving juridische entiteiten van de ene partij die deelnemen aan door de andere partij geleide programma's voor onderzoek en ontwikkeling bij dezelfde indirecte samenwerkingsactiviteit ten aanzien van het intellectuele eigendom dezelfde rechten en verplichtingen genieten als de juridische entiteiten van de andere partij.