VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN VAN OBLIGATIELENING
VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN VAN OBLIGATIELENING
Ter financiering van het project BRANDWEERKAZERNE
1. De xxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00 geboren te Oosterhout op 27 juli 1971
2. De xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx 000 geboren te Amsterdam op 24 december 1948
3. De xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxxxxxx, Drenkkuil 5 geboren te Eindhoven op 18 juli 1952
Ten deze handelend als bestuurders van de statutair te Oosterhout NB (feitelijk adres: Xxxxxxxxxxx 00, 0000XX Xxxxxxxxxx) gevestigde Oosterhoutse Nieuwe Energie coöperatie
u.a. ingeschreven in het handelsregister beheerd door de Kamer van Koophandel onder nummer 59335025 en als zodanig de coöperatie rechtsgeldig vertegenwoordigende.
De comparanten, handelend als gemeld, verklaren dat het bestuur van de coöperatie in haar vergadering van 25 maart 2021 heeft besloten een obligatielening uit te geven voor een totaal nominaal bedrag van eenhonderdentwintigduizend euro. (€ 120.000,00). Er worden vierhonderdentachtig (480) obligaties in coupures van tweehonderdenvijftig euro (€ 250,00) a pari geplaatst.
De looptijd van de obligatielening is 15 (vijftien) jaar te rekenen vanaf 1 mei 2021
Ter uitvoering van gemeld besluit wenst het bestuur van de coöperatie de voorwaarden, waaronder bedoelde obligatielening wordt uitgegeven, vast te leggen in een onderhandse akte als volgt:
DOEL
De obligatielening wordt uitgeschreven ter verruiming van de financiële middelen van de Oosterhoutse Nieuwe Energie coöperatie u.a. (hierna aangeduid als “de coöperatie”) ten behoeve van de realisatie van het project Brandweerkazerne in Oosterhout.
Leningsvoorwaarden
Artikel 1: Deelnemers (obligatiehouders)
Ingeschreven kan worden door bij voorkeur (wettelijke vertegenwoordigers van) burgers en ondernemingen in de gemeente Oosterhout.
Artikel 2: Inschrijving op de obligatielening
Inschrijven op de obligatielening vindt plaats aan de hand van een deelnameformulier.
De inschrijver zorgt ervoor dat het deelnameformulier volledig ingevuld voor de sluitingsdatum van de inschrijving (uiterlijk dinsdag 6 april tweeduizendeenentwintig) in het bezit is van het bestuur van de coöperatie.
Artikel 3: Toewijzing
Toewijzing van de obligaties zal plaatsvinden aan de hand van de bij het bestuur van de coöperatie ontvangen deelnameformulieren en de daarbij kenbaar gemaakte aantallen obligaties. Het bestuur behoudt zich het recht voor om niet alle gevraagde obligaties toe te wijzen. De toewijzing zal rond 10 april tweeduizend eenentwintig schriftelijk aan de inschrijvers worden bekend gemaakt. De behandeling van de deelnameformulieren en de toewijzing zijn vertrouwelijk.
Artikel 4: Onherroepelijke plicht tot volstorting
Toewijzing na inschrijving doet de onherroepelijke plicht tot volstorting ontstaan. Volstorting dient plaats te vinden door storting van de inschrijver op: IBAN
NL 92RABO 000.00.00.000 ten name van de Oosterhoutse Nieuwe Energie Coöperatie u.a. te Oosterhout onder vermelding van “obligatielening 2021” Artikel6: levering van de obligaties
De levering van de obligaties geschiedt op basis van de toegewezen aantallen obligaties, die op nummer worden vastgelegd in een door de coöperatie te houden obligatieregister.
De inschrijvers krijgen schriftelijk bericht over hun inschrijving en over de toegewezen nummering in het obligatieregister.
Er worden geen obligatiebewijzen uitgegeven. Artikel 7: Overdracht
De obligaties kunnen worden overgedragen aan kinderen of derden.
De overdragende partij is dan verplicht de overdracht te laten registreren bij de coöperatie. De gegevens van de nieuwe obligatiehouder worden dan in het obligatieregister opgenomen. Obligaties kunnen ook aan de coöperatie worden geschonken.
Artikel 8: Obligatieregister
Het obligatieregister en de verdere administratie wordt gevoerd door het bestuur van de coöperatie. Het bestuur kan hiervoor, naar haar keuze, een commissaris of administrateur aanstellen.
Obligatiehouders dienen verhuizingen of andere contactgegevens (o.a. NAW, telefoon, e-mail) kenbaar te maken bij het coöperatie bestuur. Het obligatieregister kan door de obligatiehouder, diens vertegenwoordigers of rechtsopvolgers, na voorafgaande afspraak met de penningmeester ten kantore van de coöperatie worden ingezien, met dien verstande dat uitsluitend inzage wordt gegeven in de gegevens van de desbetreffende obligatiehouder.
Artikel 9: Renteberekening en rentebetaling
Er wordt rente vergoed van drie (3) procent per jaar, over het niet-afgeloste deel van de obligatie, vanaf 1 mei tweeduizend eenentwintig, indien de storting op de bankrekening van de coöperatie een feit is.
De rente wordt jaarlijks op of rond 1 juni, na kennisgeving aan de obligatiehouder, uitbetaald op de door hem aangegeven en in het obligatieregister genoteerde bankrekening. De eerste rentebetaling zal plaats vinden op of rond 1 juni tweeduizend tweeëntwintig en daarna elk jaar tot en met 1 juni tweeduizendzesendertig.
Artikel 10: Aflossing
a) De vorderingen uit hoofde van de obligatielening zijn niet opeisbaar
b) De obligatielening wordt jaarlijks in 15 gelijke delen afgelost (lineair) De eerste aflossing zal plaatsvinden op of rond 1 juni tweeduizend tweeëntwintig. Uitbetaling van rente en aflossing geschiedt op de rekening zoals bekend en vermeld in het obligatieregister.
c) De obligatiehouder is gerechtigd de terugbetaling van de obligatie te schenken aan de coöperatie.
d) De coöperatie is te allen tijde bevoegd, onverlet het bovenstaande, de obligatielening geheel of gedeeltelijk af te lossen.
Artikel 11: Overlijden obligatiehouder
In geval van overlijden van een obligatiehouder dienen diens nabestaanden dit te melden bij het bestuur en zal het bestuur in het obligatieregister de erfgenamen tezamen noteren als rechthebbenden. Het bestuur zal de erfgenamen vragen om bewijs, zoals een verklaring van erfrecht, om te kunnen beoordelen of de erfgenamen inderdaad rechthebbenden zijn in de obligatielening.
Artikel 12: Kwijtschelding
Obligaties die na 1 juni tweeduizendzesendertig niet kunnen worden uitbetaald en waarvan de houder redelijkerwijs niet meer te achterhalen is, worden geacht te zijn kwijtgescholden.
Artikel 13: Kennisgevingen
Kennisgevingen aan de obligatiehouders kunnen, steeds ter keuze van het bestuur, worden gedaan door middel van een e-mail aan het e-mailadres zoals bekend en vermeld in het obligatieregister.
Artikel 14: Belastingen
Alle betalingen van de hoofdsom en de rente die door de coöperatie worden voldaan, vinden plaats zonder inhouding of aftrek van bestaande of toekomstige belastingen of heffingen van welke aard ook.
Artikel15: Fiscale aspecten
De houders van obligaties van de coöperatie dienen er rekening mee te houden dat in verband met hun verdere vermogenspositie hiervan mogelijk aangifte bij de Belastingdienst moet worden gedaan. Bij schenking van het bedrag van de obligatie aan de coöperatie is onder bepaalde voorwaarden dit bedrag aftrekbaar als gift in de inkomstenbelasting voor de obligatiehouder.
Artikel 16: Het toezicht
a) De financiële administratie van het project staat onder toezicht van een accountant, via controle op de jaarrekening van de coöperatie.
b) De toepasselijke regelgeving bij uitgiften van effecten zoals obligaties is geregeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft). De aanbieder en de uitgifte van deze obligatie valt onder de Vrijstellingsregeling Wet toezicht Effectenverkeer 1995. Derhalve oefent de Autoriteit Financiële Markten geen toezicht uit op deze obligatielening. De aanbieder van de obligatielening is niet prospectus-plichtig.
Artikel 17: De risico’s
De risico’s die de deelnemers aan de obligatielening van de coöperatie kunnen lopen, houden verband met een aantal factoren:
a) De rentebetalingen en aflossingen worden voldaan uit de exploitatie van de coöperatie. De prognose van de toekomstige exploitatie is gebaseerd op reële aannames en schattingen en onderbouwd met gegevens over kosten en baten van de coöperatie.
b) De exploitatiebegrotingen (samengevat in het separaat gepresenteerde overzicht) geven aan dat de rente- en aflossingsverplichting goed te dragen zijn door de coöperatie.
Artikel 18: beëindiging
De obligatielening eindigt van rechtswege en het door de coöperatie als dan verschuldigde bedrag is terstond opeisbaar als:
a) De coöperatie surseance van betaling aanvraagt dan wel in geval van ontbinding of faillissement van de coöperatie;
b) Op het vermogen van de coöperatie geheel of gedeeltelijk beslag wordt gelegd of het vermogen van de coöperatie geheel of gedeeltelijk
onder bewind wordt gesteld.
Artikel 19: Kosten
a) Alle kosten die op enigerlei wijze verband houden met deze overeenkomst, daaronder mede begrepen door de obligatiehouder gemaakte kosten ter uitoefening of bescherming van haar rechten, transacties en eventuele belastingen die aan de coöperatie worden opgelegd, komen voor rekening van de obligatiehouder.
b) Betaling van de op de verbintenis toe te rekenen geldsom strekt in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschuldigde rente en tenslotte in mindering van de hoofdsom.
Artikel 20: Toepasselijk recht
De obligatielening en de verdere obligatievoorwaarden worden beheerst door Nederlands recht. Geschillen met betrekking daartoe zullen uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Breda.
Artikel 21: Onvoorziene omstandigheden
Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, zijn partijen verplicht te overleggen over aanpassingen c.q. wijziging van de overeenkomst van obligatielening, die zoveel mogelijk aan de onvoorziene omstandigheden tegemoetkomt. In alle zaken, die ontbreken in de informatiebrochure op website beslist het bestuur van de coöperatie.
Aldus vastgesteld te Oosterhout, op 31 maart 2021