Hoofdindex AutoCAD Protocol

Hoofdindex AutoCAD Protocol

Versie 4.1 – januari 2016

1

INHOUD

AutoCAD protocol

release 2008 en hoger

1-1 Inhoudsopgave

1-2 Inleiding

Mapverantwoordelijke : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Akkoord d.d.: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . .

Paraaf : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Alle rechten voorbehouden. Verveelvoudiging of openbaarmaking, geheel of gedeeltelijk, is niet toegestaan dan met schriftelijke toestemming van de auteursrecht hebbende, Universiteit Leiden

Versie 4.1 – januari 2016

1-1

INHOUDSOPGAVE

1 Inhoud	1.0.0	18-01-2016
1-1 Inhoudsopgave	1.1.0 ÷ 1.1.6	18-01-2016
1-2 Inleiding	1.2.0	18-01-2016
Voorwoord	1.2.1	18-01-2016
Literatuurlijst	1.2.2	18-01-2016

Procedures 2.0.0		18-01-2016
2-1 Werkprocedures	2.1.0	18-01-2016
Afdeling vastgoed	2.1.1	18-01-2016
Processchema’s	2.1.2	18-01-2016
Projecten -Renovatie + Nieuwbouw (1-1)	2.1.3 ÷ 2.1.4	18-01-2016
Rode Revisie (1-2)	2.1.5	18-01-2016
Werkzaamheden TIS (1-3)	2.1.6	18-01-2016
Controle rapport (1-4)	2.1.7	18-01-2016
Ruimtebeheer (1-5)	2.1.8	18-01-2016
2-2 Controlerapport	2.2.0	18-01-2016
Controlerapport	2.2.1	18-01-2016

2

3	Algemene afspraken	3.0.0	18-01-2016
3-1 File managent		3.1.0	18-01-2016
File-management tekeningen		3.1.1÷ 3.1.5	18-01-2016
Bestandsnaam Plattegrond tekeningen		3.1.6÷ 3.1.9	18-01-2016
File-management blocks		3.1.10÷ 3.1.13	18-01-2016
3-2 Onderhoek Universiteit Leiden		3.2.0	18-01-2016
Onderhoek + invulling		3.2.1	18-01-2016
3-3 Teken afspraken algemeen		3.3.0	18-01-2016
Algemene afspraken		3.3.1÷ 3.3.5	18-01-2016
3-4 Teken afspraken Plattegrond tekeningen		3.4.0	18-01-2016
De reference-file		3.4.1÷ 3.4.2	18-01-2016
De parenttekening		3.4.3÷ 3.4.5	18-01-2016
3-5 Peninstellingen en lijntypen		3.5.0	18-01-2016
Gebruik van lijndikte		3.5.1÷ 3-5.4	18-01-2016

4	Bouwkunde	4.0.0	18-01-2016
4-1 Tekeningsoort		4.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort		4.1.1	18-01-2016
4-2 Lagenindeling		4.2.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling		4.2.1÷ 4.2.2	18-01-2016
Lagenindeling		4.2.3÷ 4.2.4	18-01-2016
4-3 Blocks		4.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		4.3.1	18-01-2016
Wandopeningen, deuren		4.3.2÷ 4.3.9	18-01-2016
Wandopeningen, diversen		4.3.10	18-01-2016
Wandopeningen, ramen		4.3.11	18-01-2016
Constructieve onderdelen		4.3.12÷ 4.3.16	18-01-2016
Trappen en hellingen		4.3.17÷ 4.3.18	18-01-2016
Algemeen, vervoermiddelen		4.3.19÷ 4.3.20	18-01-2016
Algemeen, beplanting		4.3.21÷ 4.3.23	18-01-2016
Algemeen, personen		4.3.24÷ 4.3.26	18-01-2016
Algemeen, diversen		4.3.27	18-01-2016
4-4 Bouwkundige CAD-afspraken		4.4.0	18-01-2016
Bouwkundige CAD-afspraken		4.4.1	18-01-2016
Bouwkundige Arceringen		4.4.2	18-01-2016
Leidingschachten		4.4.3	18-01-2016
Bouwkundige lagen daken		4.4.4	18-01-2016
Bouwkundige lagen DO fase		4.4.5	18-01-2016

5	Elektrotechniek	5.0.0	18-01-2016
5-1 Tekeningsoort installaties		5.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort		5.1.1	18-01-2016
5-2 Lagenindeling installaties		5.2.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling		5.2.1÷ 5.2.2	18-01-2016
Lagenindeling		5.2.3÷ 5.2.4	18-01-2016
5-3 Blocks installaties		5.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		5.3.1	18-01-2016
Installaties, kasten		5.3.2	18-01-2016
Installaties, armaturen		5.3.3	18-01-2016
Installaties, wandarmaturen		5.3.4	18-01-2016
Installaties, schakelaars		5.3.5÷ 5.3.6	18-01-2016
Installaties, w.c.d. en aansluitpunten		5.3.7÷ 5.3.8	18-01-2016
Installaties, noodverlichting centraal		5.3.9	18-01-2016
Installaties, noodverlichting decentraal		5.3.10	18-01-2016
Installaties, uitgangen		5.3.11	18-01-2016
Installaties, aarding		5.3.12	18-01-2016
Installaties, telefoon		5.3.13	18-01-2016
Installaties, zusteroproep		5.3.14	18-01-2016
Installaties, zwakstroom geluid c.a.		5.3.15	18-01-2016
Installaties, klokken		5.3.16	18-01-2016
Installaties, brandmelding		5.3.17	18-01-2016
Installaties, beveiliging		5.3.18	18-01-2016
Installaties, diversen		5.3.19	18-01-2016
Installaties, c.a.		5.3.20	18-01-2016
5-4 Tekeningsoort installatie schema’s		5.4.0	18-01-2016
Tekeningsoort		5.4.1	18-01-2016
5-5 Lagenindeling installaties		5.5.0	18-01-2016
Lagenindeling		5.5.1	18-01-2016
5-6 Blocks installatie schema’s		5.6.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		5.6.1	18-01-2016
Kasten schema’s		5.6.2÷ 5.6.12	18-01-2016
5-7 CAD-afspraken voor elektrotechnische installatie schema’s		5.7.0	18-01-2016
Elektrotechniesche CAD-afspraken		5.7.1	18-01-2016

6	Werktuigbouwkunde	6.0.0	18-01-2016
6-1 Tekeningsoort installaties		6.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort		6.1.1	18-01-2016
6-2 Lagenindeling installaties		6.2.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling		6.2.1÷ 6.2.2	18-01-2016
Lagenindeling		6.2.3÷ 6.2.4	18-01-2016
6-3 Blocks		6.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		6.3.1	18-01-2016
Installaties, appendages		6.3.2÷ 6.3.4	18-01-2016
Installaties, tappunten		6.3.5÷ 6.3.6	18-01-2016
Installaties, leidingen		6.3.7÷ 6.3.8	18-01-2016
Installaties, centrale verwarming		6.3.9÷ 6.3.10	18-01-2016
Installaties, koeling-opwekking		6.3.11	18-01-2016
Installaties, luchtbehandeling (apparaten)		6.3.12÷ 6.3.14	18-01-2016
Installaties, riolering		6.3.15	18-01-2016
Installaties, brandbeveiliging		5.3.16	18-01-2016
Installaties, perslucht		6.3.17	18-01-2016
Installaties, meet- en regeltechniek		6.3.18	18-01-2016
6-4 CAD-afspraken voor werktuigbouwkundige installaties		6.4.0	18-01-2016
Lijntypen		6.4.1	18-01-2016

7	Vaste en losse inventaris	7.0.0	18-01-2016
7-1 Tekeningsoort		7.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort		7.1.1	18-01-2016
7-2 Lagenindeling		7.2.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling		7.2.1÷ 7.2.2	18-01-2016
Lagenindeling		7.2.3	18-01-2016
7-3 Blocks		7.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		7.4.1	18-01-2016
Sanitair		7.4.2÷ 7.4.4	18-01-2016
Meubilair		7.4.5	18-01-2016
Computers		7.4.6	18-01-2016
7-4 CAD-afspraken voor vaste en losse inventaris		7.4.0	18-01-2016
Lijntypen		7.4.1	18-01-2016

8	Veiligheid	8.0.0	18-01-2016
8-1 Tekeningsoort		8.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort		8.1.1	18-01-2016
8-2 Lagenindeling		8.2.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling		8.2.1÷ 8.2.2	18-01-2016
Lagenindeling		8.2.3	18-01-2016
8-3 Blocks		8.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam		8.3.1	18-01-2016
Veiligheid algemeen Brandblusmateriaal		8.3.2÷ 8.3.3	18-01-2016
Brandmelding		8.3.4	18-01-2016
Brandbestrijding		8.3.5÷ 8.3.7	18-01-2016
Waarschuwing		8.3.8÷ 8.3.9	18-01-2016
Verbod		8.3.10	18-01-2016
Redding / informatie		8.3.11÷ 8.3.12	18-01-2016
Gebod		8.3.13	18-01-2016
Brandbestrijdingsborden		8.3.14	18-01-2016
Overige borden		8.3.15	18-01-2016
Algemeen		8.3.16÷ 8.3.17	18-01-2016
Veiligheid NEN 1414 Brandveiligheid		8.3.18÷ 8.3.19	18-01-2016
Bouwkundig		8.3.20	18-01-2016
Waarschuwing		8.3.21	18-01-2016
Verbod		8.3.22	18-01-2016
Detectievoorzieningen		8.3.23	18-01-2016
Reddingsmiddelen		8.3.24	18-01-2016
Vluchtroute aanduiding		8.3.25	18-01-2016
8-4 CAD-afspraken voor veiligheid		8.4.0	18-01-2016
Layouts ontruimingsplattegrond		8.4.1	18-01-2016
Regeling ruitensignalering		8.4.2	18-01-2016

9 Terrein	9.0.0	18-01-2016
9-1 Tekeningsoort	9.1.0	18-01-2016
Tekeningsoort civiele infrastruktuur (T)	9.1.1	18-01-2016
Tekeningsoort leidingloop (L)	9.1.2	18-01-2016
Tekeningsoort diverse (D)	9.1.3	18-01-2016
9-2 Lagenindeling	9.2.0 ÷ 9.2.1	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling	9.2.2	18-01-2016
Lagenindeling civiele infrastruktuur (T)	9.2.3	18-01-2016
Lagenindeling leidingloop (L)	9.2.4	18-01-2016
Lagenindeling diverse (D)	9.2.5 ÷ 9.2.6	18-01-2016
9-3 Blocks	9.3.0	18-01-2016
Verklaring blocknaam	9.3.1	18-01-2016
Blocks	9.3.2	18-01-2016
10 Ruimtebeheer	10.0.0	18-01-2016
10-1 StabiCAD / Ruimtedefinities	10.1.0	18-01-2016
Onderverdeling lagenindeling	10.1.1	18-01-2016
10-2 Blocks	10.2.0	18-01-2016
Blocks	10.2.1	18-01-2016
11 Het UL-AutoCAD menu	11.0.0	18-01-2016
11-1 Algemeen en installatie	11.1.0	18-01-2016
Algemeen, systeemeisen en installatie	11.1.1	18-01-2016
11-2 Toolbar en Toolpalettes	11.2.0	18-01-2016
De Toolbar	11.2.1	18-01-2016
De Toolpalettes	11.2.2	18-01-2016
Overzicht Toolpalettes	11.2.3	18-01-2016
Overzicht Toolpalettes (vervolg)	11.2.4	18-01-2016

1-2

INLEIDING

"To have a perfect system is impossible; to have a system is indispensable".

X.X.Xxxxxxxxxx

Voor u treft u aan het "AutoCAD protocol" van de Universiteit te Leiden. In deze map zijn afspraken vastgelegd voor het gebruik van CAD t.b.v. Universiteit te Leiden voor de belanghebbende disciplines. Naast de toepassing voor intern gebruik kunnen de afspraken als leidraad dienen voor nog op te zetten projecten.

Doelstelling van de afspraken is dat door de disciplines optimaal van CAD gebruik gemaakt kan worden, zowel binnen de eigen discipline als voor de afstemming tussen de disciplines onderling.

Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen is ervoor gekozen de afspraken te koppelen aan de "nl/sfb elementenmethode 1991" codering. Daarnaast is ervoor gezorgd dat de afspraken het vervaardigingproces niet vertragen of dat extra toepassingssoftware noodzakelijk is.

De nadruk ligt op afspraken voor integraal gebruik van CAD voor de diverse disciplines. M.b.t. schema's en details zijn de afspraken beperkt om onnodige "regelzucht" te voorkomen.

Het tekenen met de applicatie pakketten StabiCAD en Nordined is toegestaan mits voldaan wordt aan de afspraken omschreven in dit “AutoCAD protocol”.

De afspraken betreffen regels voor het gebruik van AutoCAD en toepassing hiervan voor tekeningen

t.b.v. Universiteit te Leiden. Voor gebruikte symboliek verwijzen wij naar de desbetreffende normen.

Wij vertrouwen erop dat door de individuele inspanning de afspraken te hanteren een optimaal gezamenlijk resultaat zal worden behaald.

Algemene referentie

NL/SfB elementenmethode

NEN-EN-ISO 128 algemene principes voor de weergave

NEN 5455 technische tekeningen

Specifieke referentie bouwkunde

NEN 3116 technisch tekenen in de bouw

NEN 114 technisch tekenen in de bouw

NPR 2570 coördinatie van gegevens op tekeningen voor gebouwen

NEN-EN-ISO 8560 bouwkundige tekeningen, weergave van modulaire maten, lijnen en rasters

NEN-EN-ISO 9431 bouwkundige tekeningen, inrichting van tekenbladen

Elektrotechniek

NEN 11082 het opstellen van documenten voor gebruik in de elektrotechniek

NEN-IEC 60027 lettersymbolen voor de elektrotechniek

NEN 10387 symbolen voor elektriciteitsmeters voor wissel- en draaistroom

NEN-EN IEC 60417 pictogrammen op elektrische toestellen

NEN 5152 grafische symbolen voor elektrotechnische tekeningen

NPR 5153 elektrotechnische opschriftsymbolen

NEN 5154 / IEC 60617 schemasymbolen

NEN 5155 / IEC 617 schemasymbolen

Werktuigbouwkundige installaties

NEN 2322 symbolen voor warmte- en luchttechnische installaties

NEN-EN 3048 symbolen voor pijpleidingen en toebehoren

NEN 3157 symbolen voor de meet- en regeltechniek

NEN 3214 binnenriolering in woningen en woongebouwen

NEN 3219 buitenriolering

NEN 3347 symbolen voor de meet- en regeltechniek

NEN-EN 1861 koel- en warmtepompen

NEN-ISO 3511 symbolen voor de meet- en regeltechniek

CD521 symbolen voor werktuigbouwkundige schema’s

Werktuigbouwkunde mechanisch

NEN-ISO 128 algemene principes voor de weergave

NEN-EN-ISO 1101 vorm- en plaatstoleranties

NEN-ISO 1660 het inschrijven van maten en toleranties van profiellijnen en – vlakken

NEN-ISO 5459 referenties en referentiesystemen voor vorm- en plaatstoleranties

NEN-ISO 7083 symbolen voor vorm- en plaatstoleranties

NEN-ISO 10578 geometrische toleranties, toleranties van richting en plaats

Veiligheid

NEN 6088 brandveiligheid van gebouwen

NEN 1413 symbolen voor brandveiligheid op tekeningen en schema’s

NEN 1414 symbolen voor veiligheidsvoorzieningen op ontruimings- en

aanvalsplattegronden

2

PROCEDURES

2-1 Werkprocedures

2-2 Controlerapport

2-1

WERKPROCEDURES

Taakgebied

De afdeling Vastgoed van de Universiteit Leiden is verantwoordelijk voor het beheer van alle technische informatie van de terreinen en gebouwen de Universiteit. De afdeling Planning en financieel beheer is belast met het beheer van de tekeningen van alle bouwkundige plattegronden, elektrotechnische- en werktuigbouwkundige installaties, brandveiligheids informatie, infrastructuren en technische gebruikers- manuals. Daarnaast is de afdeling verantwoordelijk voor het (functioneel) beheer van het Facilitair Management Informatie Systeem (Planon).

Alle tekeningen worden getekend conform de AutoCAD Protocol versie 3 (26 maart 2010) van de Universiteit. Alle opdrachtnemers (architecten, adviseurs, installateurs enz.) conformeren zich aan deze tekenvoorschriften door het aanvaarden van een opdracht.

Historie

Het beheerbestand van de Universiteit kent een historie waardoor niet alle AutoCAD bestanden voldoen aan de voorgeschreven AutoCAD Protocol. De Afdeling Planning en financieel beheer van de Universiteit heeft echter zichzelf tot doel gesteld om, projectmatig en met de weg der geleidelijkheid, uiteindelijk het beheerbestand op het gewenste niveau te krijgen.

Afdeling Planning en financieel beheer

Coördinator Informatiemanagement en Energiebeheer

Ing. R. Boom,

tel. 000-000 0000 Vragen kunt u rechtstreeks mailen aan xx.xxxx@xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx

Functioneel beheerder informatiesystemen

De xxxx X. Xxxxxxxxx,

tel. 000-000 0000 Vragen kunt u rechtstreeks mailen aan x.x.xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx

Tekeningenbeheer / tekenaar

De xxxx X. Xxxxxxxxx,

tel. 000-000 0000 Vragen kunt u rechtstreeks mailen aan xx-xxx@xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx

Doel.

Om vlekkeloos revisiebescheiden van gerealiseerde projecten over te dragen en op te nemen in het beheerbestand van AutoCAD tekeningen dienen zaken goed te worden vastgelegd. Voor dit doel zijn processchema’s opgezet om duidelijkheid te verschaffen in deze procedures.

Deze afspraken gelden voor alle betrokken partijen in het project, zoals architecten, ingenieursbureaus en aannemers (verder te noemen “opdrachtnemers”) werkzaam in de hoofddisciplines, infrastructuur, bouwkunde, elektrotechniek, werktuigbouw, inrichting en andere bij de Universiteit aanwezige disciplines.

Overdracht van informatie tussen de partijen is de kritieke fase in de tijdslijn. In het schema “informatiestroom CAD-tekeningen” is dit algemeen weergegeven.

BEHEER BEHEER

IV

I

II

III

UITVOERING

ENGINEERING

ARCHITECT

PROJECTORGANISATIE

INFORMATIESTROOM CAD-TEKENINGEN

Alleen met gezamenlijke inspanning van zowel de opdrachtnemers als de Universiteit is een optimaal, efficiënt en betrouwbaar beheerbestand van tekeningen te realiseren.

Opdrachtnemers:

Gegevens “as built” afleveren conform procedures van de Universiteit.

Universiteit Leiden:

• Controleren gegevens.

• Informatie implementeren in beheerbestand.

AutoCAD Protocol Universiteit Leiden

• Onafhankelijk van applicatie-software en applicatie-versiebeheer (m.u.v. AutoCAD). De Universiteit bepaalt het formaat (software en versie) waarin de tekeningen aangeleverd worden.

• Projectmatige mutaties in beheerbestand.

• Duidelijke en eenduidige communicatie t.a.v. CAD procedures tussen alle partijen.

• Optimaal en eenduidig beheerbestand.

Resultaat:

Optimaal beheerbestand, met gezamelijke inspanning opdrachtnemer en de Universiteit.

Algemeen

• Alle in projectuitvoering verstrekte en vervaardigde informatie dient vertrouwelijk te worden behandeld en mag alleen ten behoeve van de Universiteit Leiden worden gebruikt. De verstrekte en vervaardigde informatie blijft te allen tijde eigendom van de Universiteit.

• Bij projectuitvoering verzorgt de opdrachtnemer het CAD-tekenwerk voor die technische voorzieningen die zijn opdracht betreffen. Bij aanpassing aan bestaande voorzieningen verzoekt opdrachtnemer bij de Universiteit tot beschikbaarstelling van CAD-tekeningen van de bestaande situatie. Om steeds de meest actuele gegevens als basis te gebruiken, doet de opdrachtnemer dit verzoek projectgebonden.

• Tijdens de projectfase ontwerp tot en met uitvoering maken opdrachtnemers voor hun tekenwerk gebruik van de in deze afsprakenmap voorgeschreven versie van AutoCAD.

• De Universiteit en opdrachtnemers stellen binnen een projectuitvoering in hun bezit zijnde CAD-tekenwerk in DWG-formaat, onderling kosteloos beschikbaar voor zover dat voor een goede uitvoering van de opdracht noodzakelijk is.

• Het bij oplevering aan de Universiteit te verstrekken “as built” CAD-tekenwerk dient aan deze afsprakenmap te voldoen. De goedkeuringsprocedure is in volgend schema nader aangegeven.

• Tijdens de afbouwfase in de uitvoering zal de architect de bouwkundige plattegronden ombouwen tot gebouwtechnische beheertekeningen conform deze afsprakenmap. Deze tekeningen worden door de Universiteit aan opdrachtnemers in DWG-formaat beschikbaar gesteld. De opdrachtnemer gebruikt deze tekeningen als onderlegger voor de uitwerking van de “as built” situatie van de technische voorzieningen

in relatie tot de opdracht.

• De controle op technisch inhoudelijke zaken van de “as built” tekeningen wordt gedaan door de projectorganisatie van de Universiteit.

• De controle op de CAD-technische aspecten wordt gedaan door de Universiteit.

1. Het project wordt geïnitieerd aan de hand van een Plan van Aanpak en/of een Programma van Eisen en opgestart door een Projectleider.

2. Tekeningen “bestaande situatie” (digitaal of analoog / B- E-W) worden opgevraagd bij de afdeling Informatie Beheer. Deze worden verstuurd naar de adviseur (t.b.v. afstemmen “Ontwerpfase”) en/of worden verstuurd naar de Architect. In Planon wordt de status van de tekeningen veranderd naar Ontwerpfase.

3. De projectleider (directie) geeft goedkeuring ja / nee op ontwerpfase, totdat de tekeningen de status “Eindfase” krijgen.

4. Nadat de tekeningen van de architect de status “Definitief Ontwerp” hebben, dienen ze worden aangeleverd als AutoCAD tekeningen. Deze tekeningen moeten voldoen aan de “minimale eisen” van het AutoCAD protocol. (Hfst 4 – blad 4.4.5). De tekeningen en status worden in Planon aangepast.

5. Projectleider geeft opdracht tot het maken van een bestek en “Bestekstekeningen”. Tekeningen “bestaande situatie” (digitaal of analoog / E-W) worden opgevraagd bij de afdeling Informatie Beheer, Deze worden verstuurd naar de adviseur t.b.v. “Bestekstekeningen” of rechtstreeks naar de aannemer / installateur t.b.v. “Werktekeningen”. Adviseur maakt bestek en “bestekstekeningen”. De tekeningen en status worden in Planon aangepast.

6. Aannemer / installateur maakt “Werktekeningen” voor uitvoering werkzaamheden. De tekeningen en status worden in Planon aangepast.

7. Na oplevering van de werkzaamheden worden de tekeningen verwerkt tot “As-Built” status. De tekeningen dienen te voldoen aan het AutoCAD protocol. De aannemer / Installateur dient tevens zelf het controlerapport (Hfst 2 – blad 2.2.1). in te vullen en aan te leveren.

8. De tekeningen worden technisch inhoudelijk gecontroleerd door de adviseur. Bij goedkeuring geeft hij een akkoord bij de Projectleider en stuurt de tekeningen door naar de afdeling Informatie Beheer. Indien niet akkoord worden de tekeningen retour gezonden naar de aannemer / installateur.

9. De digitale "Revisietekeningen" worden CAD inhoudelijk gecontroleerd door de afdeling Informatie Beheer a.d.h.v. dit AutoCAD-protocol en controlerapport (Hfst 2 – blad 2.2.1). Indien niet akkoord worden te tekeningen retour gezonden naar de aannemer / installateur.

10. Indien de tekeningen worden goedgekeurd wordt dit gemeld bij de projectleider zodat deze het project kan

xxxxxx xxxxxx voor eindfacturering. De tekeningen

worden verwerkt via procedure Werkzaamheden TIS (1.3).

1. Bij de clustercoördinators van de Vastgoedclusters Binnenstad en Leeuwenhoek wordt één set witdrukken beheerd van de bouwkundige plattegronden, de werktuigbouwkundige- en elektrotechnische installaties, incl. de elektrische verdeelschema’s bij de verdeelkasten.

2. Bij onderhoud aan de gebouwen of aan de gebouwgebonden installaties (kleine aanpassingen) dient de aannemer / installateur de revisie te verwerken (handmatig = “rode” revisie) op de witdrukken aanwezig op het Vastgoedcluster, of als separate “kladrevisie” in te dienen bij de clustercoördinator.

3. De werkzaamheden aan de installatie en de verwerkte “rode” revisie dienen te worden gecontroleerd door de clustercoördinator.

4. De cluster coördinator neemt periodiek contact met de afdeling Informatie Beheer om de “rode” revisie te laten verwerken.

5. De“rode” revisie wordt opgehaald door de afdeling Informatie Beheer en doorgesproken met de clustercoördinator.

6. De afdeling Informatie Xxxxxx controleert eerst of er nog andere werkzaamheden worden verricht via lopende projecten bij de projectleiders (procedure 1.1 Projecten).

7. De revisie wordt verwerkt in het tekeningenbestand volgens het AutoCAD protocol.

8. De tekeningen worden verder verwerkt via procedure Werkzaamheden TIS (1.3).

1. Nadat projecten zijn afgerond of de rode revisie is verwerkt dienen de tekeningen verder geïmplementeerd te worden in het moederbestand.

2. Indien akkoord worden de tekeningen verwerkt in het tekeningenbestand in Planon.

3. Na implementatie tekeningen wordt gecontroleerd of er wijzigingen moeten plaatsvinden. Acties m.b.t. :

- Aanpassen Planon Wijzigingsdatum.

- Aanpassen PDF bouwkundig / printen 20 stuks plattegrond.

- Ruimtebeheer – aanpassen m² Stabiplan / kostenplaats Planon.

- Aanpassen veiligheidsplattegronden – incl. PDF. (gebruiksvergunningen/ontruimingsplattegronden)

4. Eventuele wijzigingen doorvoeren in overleg met de projectleiders. Gewijzigde tekeningen zoals veiligheidsplattegronden, schema’s t.b.v. NEN 3140 e.d. vervangen in de gebouwen. Oude bestanden: Concept tekeningen, Werktekeningen, As-build verplaatsen naar “archief”.

5. Nieuwe tekeningen in tweevoud afdrukken en deze distribueren, 1 exemplaar in de kasten Rapenburg 70,3e & 4e verdieping en 1 exemplaar bij het betreffende Vastgoedcluster.

6. Project gereed, archiveren en afsluiten.

1.1 Projecten Renov. + Nieuwb.

Controle rapport

AutoCAD Protocol

hst. 2 – bl 2.4.5

AutoCAD Protocol

Nee

CAD contr.

Afwijkings rapportage

Controle Installatie Adviseur

CAD Controle rapport Installateur

“As Built”

Werktekeningen

Ombouwen Definitief ontwerp Architect

1. Het controle rapport dient om de tekeningen die vervaardigd worden in de uitvoeringsfases dusdanig te stoomlijnen, zodat deze tijdens de uitvoering van een project en nadien in de beheersfase een goed en betrouwbaar informatie geven van het betreffende gebouw.

2. De bouwkundige plattegronden dienen na het definitief ontwerp te worden aangepast zodat de diverse installateurs de tekeningen kunnen gebruiken als onderlegger voor de betreffende installaties, de minimale eisen staan omschreven in Hfst 4 – blad 4.4.5

3. Uitvoeringsfase (werktekeningen).

4. Na oplevering van de werkzaamheden worden de tekeningen verwerkt tot “As-Built” status. De tekeningen dienen te voldoen aan het AutoCAD protocol.

5. De aannemer / installateur dient zelf het controlerapport (Hfst 2 – blad 2.2.1)in te vullen en de tekeningen (witdrukken en digitaal) aan te leveren aan de Adviseur.

6. Bij goedkeuring van de technische installatie geeft de adviseur een akkoord en stuurt de tekeningen / digitale gegevens door naar de afdeling Informatie Beheer. Indien niet akkoord worden de tekeningen retour gezonden naar de aannemer / installateur.

7. De digitale "Revisietekeningen" worden CAD inhoudelijk gecontroleerd door de afdeling Informatie Beheer a.d.h.v. het ingeleverde controlerapport (Hfst 2 – blad 2.2.1) van de aannemer / installateur. Indien niet akkoord worden te tekeningen retour gezonden naar de aannemer / installateur a.d.h.v. een afwijkingsrapportage.

Ja

8

Einde project

1.3

Werkzaamheden TIS

8. De tekeningen worden verder verwerkt via procedure Werkzaamheden TIS (1.3).

1.1 Projecten Renov. + Nieuwb.

Ruimtebeheer

AutoCAD Protocol

hst. 2 – bl 2.4.5

AutoCAD Protocol hst. 8 Ruimtebeheer

Planon

Ja

1.3

Werkzaamheden TIS

Aanpassingen Ruimtes

Planon

Planon Ruimtebeheer

Stabi – Planon conversie

(def. peil datum)

Definitieve Revisie

Stabi – Planon Conversie (peil datum)

Intekenen Ruimtelijnen

Toekennen Ruimtenummers

Ombouwen Definitief ontwerp (Architect)

1. Het aanpassen van ruimteoppervlakte vind plaats indien er verbouwingen, renovaties plaats vind van bestaande gebouwen van de Universiteit, bij nieuwbouw en bij aankoop van nieuwe panden.

2. Architect en/of de afdeling Informatie Beheer maken bouwkundige plattegronden (definitief ontwerp) volgens het AutoCAD protocol,Indien de bouwkundige tekeningen niet zijn getekend in AutoCAD, en worden geconverteerd moeten de tekeningen aan de minimale eisen voldoen van het protocol zoals omschreven in Hfst 4 – blad 4.4.5.

3. De ruimtenummers worden toegekend en/of gewijzigd door de afdeling Vastgoedontwikkeling en -beheer (VOB) zodat de ruimtenummers worden opgezet conform de “procedure ruimtenummering”.

4. Nadat de ruimtenummers bekent zijn wordt met de applicatie Stabiplan de ruimtelijnen en ruimtenummers gezet in AutoCAD. Volgens het protocol hoofdstuk 8.

5. Hierna worden de gegevens geëxporteerd d.m.v. de “Stabi-Planon conversie tool” (xml-file) zodat ze kunnen worden ingelezen in Planon. Hierbij wordt de peildatum ingevuld van de (verwachte) opleveringsdatum vermeld.

6. Na de oplevering worden de definitieve revisietekeningen aangeleverd volgens het AutoCAD protcol.

7. De afdeling Informatie Xxxxxx controleert of er nog ruimtes zijn gewijzigd. De StabiCAD lagen m.b.t. het ruimtebeheer worden overgeheveld naar de nieuwe (definitieve) tekening. En worden eventueel aangepast.

8. De ruimtegegevens worden na de definitieve peildatum (1e dag van de maand na oplevering) automatisch in Planon gelezen voor gebruik van de module Ruimtebeheer.

9. Planon Ruimtebeheer

2-2

CONTROLERAPPORT

Controlerapport AutoCAD tekeningen – Universiteit Leiden

Controle Universiteit Leiden door:

Naam :

Datum : Projectnr. : Paraaf :

Betreft:

Project :

Projectnummer :

Bouwdeel / Verdieping :

Discipline / Onderdeel :

Aangeleverd door:

Toeleverancier :

Contactpersoon : Tel. E-mail :

Controle elementen  

Controle Universiteit Leiden

1. Algemeen: Opmerkingen

1.1	“Goed vakmanschap”
1.2	Overzicht symbolen t.b.v. toevoeging in AutoCAD protocol
1.3	Correcte AutoCAD release gebruikt.
1.4	Applicatie pakket gebruikt

Release: 2008

Applicatie: n.v.t.

2. Tekentechnisch, Algemeen:

2.1	Naamgeving tekening (a.h.v. AutoCAD protocol)
2.2	Tekening voorzien van correcte cadnaam
2.3	Kleurengebruik
2.4	Nulpunt goed toegepast (schema's, plattegronden etc.)
2.5	Correcte eenheden toegepast (1 eenheid = 1mm)
2.6	Maatbalk geplaatst en aangepast conform de schaal v.d. tekening
2.7	Schaal correct toegepast
2.8	Base point van de tekening is 0,0,0
2.9	Hulplijnen/punten verwijderd
2.10	Tekening correct gepositioneerd t.o.v. het formaat
2.11	Afstanden maatvoering t.o.v. het object
2.12	"Verdwaalde" attribute definitions verwijderd
2.13	Aangrijpings punten teksten en/of attribute definitions goed gekozen
2.14	Op Snap gewerkt
2.15	Modellijnen niet onderbroken (b.v. bij installaties)

3. Tekentechnisch, Blocks:

3.1	Naamgeving Blocks (a.h.v. AutoCAD protocol)
3.2	Blocks aangemaakt in laag 0 en met de juiste schaal
3.3	Blocks aangemaakt met juiste kleuren, linetype en lineweight
3.4	Aangrijpings punten blocks (insertion points) logisch gekozen

4. Tekentechnisch, lagengebruik:

4.1	Lagenindeling (a.h.v. AutoCAD protocol)
4.2	Lagen in xref’s bevroren
4.3	Path bij xref's goed toegepast (schijf-onafhankelijk)
4.4	Xref's in correcte lagen geplaatst

5. Tekentechnisch, Model space & Paper space:

5.1	Correcte opzet m.b.t. objecten in Model en Layout
5.2	Schaal correct toegepast bij viewports
5.3	Schaal gelocked bij viewports (display locked)

6. Tekentechnisch, Tekening instellingen (afsluiten):

6.1	Tekening opgeslagen met Zoom Extents
6.2	Global Scale Factor van lijntypen ingesteld in relatie tot schaal
6.3	Overall Scale van dimensies ingesteld in relatie tot schaal
6.4	Bij verlaten tekening: Laag 0 current gemaakt
6.5	Color ingesteld op bylayer
6.6	Linetype ingesteld op bylayer
6.7	Lineweight ingesteld op bylayer
6.8	Purge / Grid uit

3

ALGEMENE AFSPRAKEN

3-1 File management

3-2 Onderhoek Universiteit Leiden 3-3 Teken afspraken algemeen

3-4 Teken afspraken terrein & gebouw gerelateerde tekeningen

3-5 Peninstellingen en lijntypen

3-1

FILE MANAGEMENT

Opslag van AutoCAD tekeningen

Alle AutoCAD files van de Universiteit Leiden worden op schijf   van de Fileserver(s) opgeslagen.

Directorystruktuur (voorbeeld) t.b.v. beheer-tekeningen (terrein & gebouwgerelateerde tekeningen)

X: \ Gedeeld \ Tekeningen \ 03 \ 0301 \ dwg \ layout \ xxxxxxxxxxxxx.DWG

Bestandsnaam

       Xxx.xxxxxxxxx (xxx.xxxxx, layout of schema)

            AutoCAD dir.

Object code Complex code. Tekeningen Gedeeld

Schijf gedeelte

Object codes Gebouwen

Object code	Objectnaam	Adres	Plaats
01	(01) Xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx
0000	Academiegebouw	Xxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	X.X. Veth	Xxxxxxxxxxx 0 – 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx 63	Xxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx 59	Xxxxxxxxx 00	Xxxxxx
010601	→ Garage Xxxxxxxxxxxx	Xxxxxxxxxxxx	Xxxxxx
000000	→ Bergingen Nonnensteeg	Xxxxxxxxxxx 0-00-00	Xxxxxx
02	(02) Hortus Botanicus
0201	Wintertuin	Xxxxxxxxx 00X	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxxxx	Xxxxxxxxx 00X	Xxxxxx
0000	Plantenkassen	Xxxxxxxxx 00X	Xxxxxx
0000	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 0/0x	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 7/7a	Leiden
020401	→ Woning hortulana	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 0x	Xxxxxx
020402	→ University lodge	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
020501	→ Tuinhuis
020502	→ Bankenloods
0206	Tuinen Hortus Botanicus
020601	→ Hortus	Xxxxxxxxx 00X	Xxxxxx
020602	→ Clusius tuin	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 0x	Xxxxxx
0207	5e Binnenvestgracht 8	0x Xxxxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx

Object code	Objectnaam	Adres	Plaats
03	(03) Sterrewacht / Xxxxxxxxxxxx
0000	van der Klaauwlaboratorium	Xxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxxxxxxxx 0-0	Xxxxxxxxxxxx 1-3	Leiden
0303	Xxxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0304	de Sterrewacht	Xxxxxxxxxxxx 0-0	Xxxxxx
030501	→ Zundermankoepel	Xxxxxxxxxxxx x.x. 0	Xxxxxx
030502	→ Fotografische koepel	Xxxxxxxxxxxx x.x. 0	Xxxxxx
030503	→ Trafo en kas Biologie	Xxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
030504	→ Biologie - spiritusgebouw	Xxxxxxxxxxxx 0x	Xxxxxx
030505	→ Chemicalienberging	Xxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx Sterrewachtcomplex
04	(04) Plexus
0401	Plexus	Xxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Regens Collegii	Xxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
05	(05) Oude UB
0501	Oude UB	Xxxxxxxxx 00-00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx 0	Xxxxxxxxx 0	Xxxxxx
06	(06) Xxxxxxxxxxx x.x.
0000	Xxxxxxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx 32	Xxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxx 38	Xxxxxxxxx 00	Xxxxxx
07	(07) Xxxxxxxxxx Xxxxx
0000	Kamerlingh Onnes	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
09	(09) Doelencomplex
0901	Lipsius	Cleveringaplaats 1	Leiden
0902	Xxxxx Xxxxxxxx	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxx 0-0	Xxxxxx
0904	Xxxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
10	(10) Witte singel complex
1001	Van Eyckhof / Van Wijkplaats
100101	→ Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
100102	→ Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
100103	→ X.X. xxx Xxxxxxx 0	X.X. xxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
100104	→ X.X. xxx Xxxxxxx 0	X.X. xxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
100105	→ Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxx Xxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
100106	→ X.X. xxx Xxxxxxx 0	X.X. xxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
100107	→ P.N. van Eyckhof 4	P.N. van Eyckhof 4	Leiden
1002	Universiteitsbibliotheek	Xxxxx Xxxxxx 00x00	Xxxxxx
1003	Matthias de Vrieshof
100301	→ Matth. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxx. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxxx
100302	→ Matth. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxx. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxxx
100303	→ Matth. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxx. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxxx
100304	→ Matth. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxx. Xx Xxxxxxxx 0	Xxxxxx
1004	Parkeergarages	Maliebaan	Leiden
100401	→ P-garage noord
100402	→ P-garage zuid
0000	Xxxxxxx Witte Singel	Witte Singel	Leiden

Object code	Objectnaam	Adres	Plaats
20	(20) Xxxxxx xx xx Court
2001	Xxxxxx de la Court gebouw	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
200201	→ Fietsenstallingen
200202	→ Trafostation 5	Xxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx Xxxxxx de la Court	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	XXX xx Xxxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
21	(21) Boerhaave
2101	Pathologie	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Anatomie	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxx Xxxxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Clusius laboratorium	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Opslag en trafo nabij Clusius / Hogeschool	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
210701	→ Portiersloge Wassenaarseweg	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
210702	→ Chemicaliendepot Clusius	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
210703	→ Gasflessenberging	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
210704	→ Fietsenstalling bij Clusius
210706	→ Trafo 10 kV bij Boerhaave	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
210707	→ Rioolgemaal Boerhaave	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Boerhaave Terrein
2110	Wassenaarseweg 60	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
22	(22) Sylvius
2201	Sylvius hoofdgebouw	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Sylvius – gebouw 3	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Bijgebouwen Xxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
220301	→ Opslag gasfl./oplosm.	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
220302	→ Fietsenstallingen (3)	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
220303	→ Waterscheidingsunit Sylvius	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
220304	→ Rioolgemaal Sylvius	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx Xxxxxxx	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
23	(23) Van Steenis
2301	Van Steenis gebouw	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Kantoorvleugel	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Depotvleugel	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxx Xxxxxxx xxxxxxx	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxxxx Van Steenis	Einsteinweg 2	Leiden
230301	→ Trafostation bij Xxx Xxxxxxx xxxxxx	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Fietsenstallingen	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
24	(24) Universitair Sport Xxxxxxx
0000	Sporthal	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Kleedruimte sportvelden	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Sportvelden	Xxxxxxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Tennisbanen
240302	→ Voetbalvelden
240303	→ Overig terrein

Object code	Objectnaam	Adres	Plaats
25	(25) Gorlaeus / Huygens / Oort
2501	Gorlaeus – Hoogbouw	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
000000	→ Hoogbouw	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
000000	→ Beheersgang	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Huygenslaboratoruim	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
250201	→ Huygens hoogbouw	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
250202	→ Huygens meethal	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Verbindingsgang Huygens / Gorlaeus	Niels Bohrweg 2	Leiden
2503	Oortgebouw	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxxxxxxxxxxx	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Voorkandidaatslab – LMUY	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Practicagebouw - LCP	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Technisch Beheer Vastgoed Leeuwenhoek	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Oplosmiddelenmagazijn	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Plantengroeivoorzieningen	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxxxx Gorlaeus
251001	→ Leidinggangen	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
000000	→ Waterscheidingsgeb. Xxxxxxxx	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
000000	→ Rioolgemaal Xxxxxxxx	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx Gorlaeus complex	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
26	(26) Snellius
2601	Xxxxxxxx	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
000000	→ Fietsenstalling	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
260202	→ Kassen biologie	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
260203	→ Berging biologie	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
260204	→ Berging pharmacie	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
260301	→ Xxxxxxx Xxxxxxxx	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
260302	→ Proeftuinen biologie	Xxxxx Xxxxxxx 0	Xxxxxx
27	(27) O&O-Gebouw Geneeskunde
2701	O&O-gebouw
40	(40) Campus Den Haag
4003	Xxxxx Xxxxxxxxxx 0-0	Xxxxx Xxxxxxxxxx 0	Xxx Xxxx
400301	Xxxxx Xxxxxxxxxx 0
400302	Xxxxx Xxxxxxxxxx 0
0000	Xxxxx Xxxxxxxx 44	Xxxxx Xxxxxxxx 00	Xxx Xxxx
4006	Stichthage	Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00	Xxx Xxxx
50	(50) Overige objecten
5001	Xxxxxxxxxxxxx 000	Xxxxxxxxxxxxx 000	Xxxxxx
0000	Visitors’ Center	Xxxxxxxxxxxxx 0x	Xxxxxx
5014	Groenvoorziening	Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxxxxxx
0000	Poortgebouw	Xxxxxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx

Object code	Objectnaam	Adres	Plaats
60	(60) Infrastructuur
6001	Ketelhuis / Hoogspanningsstation	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
0000	Hoofdgemaal	Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx	Xxxxxxxxx
0000	Telefooncentrale	Sandifortdreef 1	Leiden
6004	Ondergrondse infra Binnenstad
6005	Overige infra Xxxxxxxxxxx
0000	XXX	Xxxxxxxxxxx 00	Xxxxxx
70	(70) Gronden onbebouwd
7001	Gronden Leeuwenhoek	Wassenaarseweg	Leiden
700101	→ tussen Clusius en Sylvius	Wassenaarseweg	Leiden
700102	→ tussen Sylvius en Gorlaeus	Wassenaarseweg	Leiden
700103	→ tussen Gorlaeus en A44	Xxxxx Xxxxxxx	Xxxxxx
0000	Xxxxxxx Oestgeest	Rhijnhofweg	Oestgeest
7003	Gronden Leiderdorp	Dwarsweteringkade	Leiderdorp

ALGEMENE AFSPRAKEN

BESTANDSNAAM TERREIN & GEBOUW GERELATEERDE TEKENINGEN (1)

18-01-2016

Opbouw bestandsbenaming voorbeeld

Bladnummer

Tekeningsoort

Discipline

Verdiepingsoort

Bouwdeel Nivo/verdieping

AAAAAA BB CC D E FF .DWG

Bestandsextensie

Bouwdeel AAAAAA BB CC D E FF.DWG

Eerste 6 karakters van het gebouw- cq. terrein. Zie file-mangement / object codes

Nivo/verdieping AAAAAA BB CC D E FF.DWG

99	=	99e verdieping
02	=	2e verdieping
01	=	1ste verdieping
00	=	Begane grond
-1	=	1ste onderverdieping
-2	=	2e onderverdieping
-9	=	9e onderverdieping

Verdiepingsoort AAAAAA BB CC D E FF.DWG

1e karakter

N	=	Normale verdieping
A	=	1ste tussenverdieping
B	=	2de tussenverdieping
C	=	3de tussenverdieping
D	=	4de tussenverdieping
2e karakter
-	=	Standaard
P	=	Boven verlaagd Plafond
V	=	Onder verhoogde Vloer

Bij terreintekeningen worden de karakters van nivo/verdieping en verdiepingsoort niet gebruikt, hiervoor in de plaats 4x underscore plaatsen.

Bij overige tekeningen (bijv.: installatie schema’s) waarbij het nivo niet relevant is worden de vier karakters

t.b.v. nivo/verdieping en verdiepingsoort weggelaten. AAAAAA D E FF.DWG

Volgdiagram: nivo/verdieping en verdiepingsoort Voorbeeld

Discipline AAAAAA BB CC D E FF.DWG

Terreintekeningen

A = Afstemming (coördinatie tekeningen) T = Terreintekening (civiele infrastruktuur)

L = Leidingloop (W + E infrastruktuur)

B	=	Bouwkundig voorzieningen
E	=	Elektrotechnische installatie’s
W	=	Werktuigbouwkundige installatie’s
I	=	Vaste en losse Inventaris
V	=	Veiligheid
R	=	Ruimte beheer

D = Diversen (terreininrichtingen en/of veiligheid) Gebouwtekeningen

Combinatietekeningen (gebouw- en terreintekeningen)

0 = Totale file met alle disciplines (T, L, D of B, E, W, I, V, R) 1

meerdere disciplines in een file (combinatie van disciplines) bij toepassing documenteren in Leitzmapje.

9

Tekeningsoort AAAAAA BB CC D E FF.DWG

0 = Alleen toepassen bij parenttekeningen gecombineerd! In dit geval krijgen de tabs voor de verschillende installatiesoorten als naam alleen de letter van de tekeningsoort.

zie afspraken per discipline

A = Tekeninglijst voor alle tekeningsoorten binnen een discipline B

zie afspraken per discipline

Z

Combinatietekeningen (gebouw- en terreintekeningen)

0 = Totale file met alle tekeningsoorten van een discipline 1

Meerdere tekeningsoorten in een file (combinatie van tekeningsoorten) bij toepassing documenteren in Leitzmapje.

9

Bladnummer AAAAAA BB CC D E FF.DWG

01

Schema’s e.d.

99

Uitvoerings- of als uitgevoerde tekening

R0 P0

Reference files Parenttekeningen

R9 P9

Voorstel tekening

RA PA

Reference files Parenttekeningen

RZ PZ

Indien een gebouw opgedeeld wordt van noord naar zuid dan is het volgnummer P1 bestemd voor het noordelijkste deel van het gebouw (figuur A).

Indien een gebouw opgedeeld wordt van west naar oost dan is het volgnummer P1 bestemd voor het westelijkste deel van het gebouw (figuur B).

figuur A figuur B

Opslag van AutoCAD blocks

Blocks die niet vanuit de applicaties Nordined of Stabiplan en de aangeleverde blocks van de Universiteit Leiden worden aangeroepen (standaard blocks), worden bij de betreffende complex in een aparte folder opgeslagen de diverse mogelijkheden worden hieronder uiteen gezet.

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-A\BLKXXXXX.DWG

(Algemene blocks)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-E\BLKXXXXX.DWG

(Elektrotechnische blocks)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\.BLOCKS-B\BLKXXXXX.DWG

(Bouwkundige blocks)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-W\BLKXXXXX.DWG

(Werktuigbouwkundige blocks)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-I\BLKXXXXX.DWG

(blocks t.b.v. losse Inventaris)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-V\BLKXXXXX.DWG

(blocks t.b.v. Veiligheid)

..\AUTOCAD\REVISIE\03\BLOCKS-R\BLKXXXXX.DWG

(blocks t.b.v. Ruimte beheer)

Achter het desbetreffende complex worden meerdere folders gebruikt voor alle blocks. Er is gekozen voor een opsplitsing, om de blocks beter te kunnen beheren en documenteren. De folders BLOCKS-E, -B en -W bevatten Elektrotechnische, Bouwkundige en Werktuigbouwkundige blocks die voor dit project wordt gebruikt. BLOCKS-A kan alle Algemene blocks bevatten zoals formaten, onderhoek en logo.

Opmerking

Indien voor het bovenstaande een andere procedure gebruikt wordt, dient dit te gebeuren in overleg met de projectleider van de Universiteit Leiden, tevens moet dit duidelijk als afwijkende procedure gedocumenteerd worden voor de betreffende complex.

Algemeen

Als regel geldt dat blocknamen met de letters STD, BLK, of WEG beginnen, dit om een duidelijk verschil te zien (in filenaam) tussen tekeningen en blocks. Achter de letters volgt een codering om duidelijker de inhoud of de functie van het block in de filenaam weer te geven.

Type block

Een project kan blocks bevatten die vanuit het menu aan te roepen zijn (menu-blocks) en blocks die specifiek voor een klant gemaakt zijn (user defined blocks). Menu-blocks beginnen met de letters STD, user defined blocks met de letters BLK. Voor de resterende 5 karakters v.d. benaming is een block op dezelfde manier opgebouwd.

Als regel geldt dat tijdelijke blocks, die als Wblock weggeschreven worden en na insertion in een andere tekening van schijf verwijderd kunnen worden, beginnen met de letters WEG gevolgd door de initialen van de tekenaar en een volgnummer. De naam van een block kan als volgt opgebouwd zijn:

Menu block

STD B G 001.DWG

VOLGNUMMER

   ONDERDEEL

     DISCIPLINE

        TYPE

User defined block

BLK B G 001.DWG

VOLGNUMMER

   ONDERDEEL

     DISCIPLINE

        TYPE

Tijdelijk block

WEG UE 001.DWG

VOLGNR.

    INITIALEN

       TYPE

Opmerking

Indien blocks aangemaakt worden volgens een NEN/IEC norm, dan is het toegestaan om deze codering over te nemen in de bestandsbenaming van het block.

Discipline

De indeling voor de diverse disciplines t.b.v. block benamingen is als volgt:

A B	= =	Algemeen Bouwkunde	N O	= =
C	=		P	=
D	=		Q	=
E	=	Elektrotechnische installaties Europa	R	=
F	=		S	=	IEC 60617 reeks, elektrotechn. schema's
G	=		T	=	Topografie
H	=	(HOLEC) laagsp. verdeelsysteem	U	=	Elektrotechnische installaties Amerika
I	=	Vaste voorzieningen, losse inventaris	V	=	Veiligheid / brandpreventie
J	=		W	=	Werktuigbouwkundige installaties
K	=		X	=	Werktuigbouwkunde mechanisch
L	=	Elektronica	Y	=
M	=		Z	=

De indeling voor de diverse discipline onderdelen t.b.v. block benamingen ziet er als volgt uit:

Discipline A - algemeen

A	=	Algemeen / diverse	L	=	Logo
F	=	Formaten	O	=	Onderhoek

Discipline B - bouwkunde

A	=	Algemeen / diverse	M	=	Muren (buiten)
C	=	Constructieve onderdelen	R	=	Riolering
D	=	Daken	T	=	Trappen, hellingen
F	=	Funderingen	V	=	Vloeren
G	=	Galerijen	W	=	Wanden (binnen)
K	=	Kozijnen, deuren en ramen

Discipline E - elektrotechnische installaties Europa

A B	= =	Algemeen / diverse Brandmeld	M N	= =	Klok Noodverlichting
C	=	Communicatie	P	=	PTT
D	=	Data	T	=	Telefoon
E	=	Licht	V	=	Beveiliging
G	=	Geluid	W	=	Bliksembeveiliging
H	=	Hoofd- en aardleidingen	X	=	Alarm
I	=	Intercom	Y	=	Zonwering
J	=	Hoogspanning	Z	=	Zwakstroom
K	=	Kracht
L	=	Kabelwegen

Discipline I - vaste voorzieningen, losse inventaris

A	=	Algemeen / diverse
B	=	Meubilair
C	=	Toestellen
S	=	Sanitair

Discipline L - elektronica

A = Algemeen / diverse

Discipline V - veiligheid / brandpreventie

A	=	Algemeen / diverse	G	=	Gebod
B	=	Brandblusmateriaal	R	=	Redding / informatie
C	=	Brandmelding	V	=	Verbod
D	=	Brandbestrijding	W	=	Waarschuwing

Discipline S - IEC 60617 reeks, elektrotechnische schema’s

A	=	Algemeen / diverse
B	=	Bedieningsorganen
C	=	Kontakten
K	=	Kasten schema’s
L	=	Klemmen
R	=	Relais
S	=	Signaalapparatuur

Discipline T - topografie

A = Algemeen / diverse

Discipline U - elektrotechnische installaties Amerika

A B	= =	Algemeen / diverse Brandmeld	M N	= =	Klok Noodverlichting
C	=	Communicatie	P	=	PTT
D	=	Data	T	=	Telefoon
E	=	Licht	V	=	Beveiliging
G	=	Geluid	W	=	Bliksembeveiliging
H	=	Hoofd- en aardleidingen	X	=	Alarm
I	=	Intercom	Y	=	Zonwering
J	=	Hoogspanning	Z	=	Zwakstroom
K	=	Kracht
L	=	Kabelwegen

Discipline W - werktuigbouwkundige installaties

A	=	Algemeen / diverse	L	=	Koeling
B	=	Brandblus	M	=	Meet-& regeltechniek
C	=	Centrale verwarming	P	=	Perslucht / pneumatiek
D	=	Water	R	=	Riolering
E	=	Brandstof	T	=	Transport
G	=	Gassen	V	=	Mechanische ventilatie
K	=	Koelwater	Z	=	Luchtbehandeling

Discipline X - werktuigbouwkunde mechanisch

A = Algemeen / diverse

18-01-2016

3-2

ONDERHOEK

Universiteit Leiden

ALGEMENE AFSPRAKEN

UNIVERSITEIT LEIDEN ONDERHOEK + INVULLING

18-01-2016

B	11-01-2005	HERINDELING VERDEELINSRICHTING	CL	RB
A	20-11-2003	REVISIE GROEP 12/13/14	CL	RB
NR.	GEWIJZIGD	OMSCHRIJVING	GETEKEND	GEZIEN
PIETER DE LA COURT GEBOUW Wassenaarseweg 52 BEGANE GROND HOOFDVERDEELINRICHTING HLK 1/1			OBJECT	2001
			Getekend	CL
			Datum	15-09-2003
			Schaal	1:100
			Formaat	A0
			Bladnr.	1
			Aantal bl.	1
			CAD applicatie	Nordined
VASTGOEDBEDRIJF UNIVERSITEIT LEIDEN POSTBUS 9500 TELEFOON 071 - 000 00 00 0000 XX XXXXXX FAX 071 - 000 00 00 E-MAIL XXX@XXXXXXXX.XXXXXXXXXX.XX			Tekening nr. 20010000N-E0P0

001	002	003	004	005
001	002	003	004	005
NR.	GEWIJZIGD	OMSCHRIJVING	GETEKEND	GEZIEN
001 002 003 004 005			OBJECT 006
			Getekend 007
			Datum 008
			Schaal 009
			Formaat 010
			Bladnr. 011
			Aantal bl. 012
			CAD applicatie 013
VASTGOEDBEDRIJF UNIVERSITEIT LEIDEN XXXXXXX 0000 TELEFOON 071 - 000 00 00 0000 XX XXXXXX FAX 071 - 000 00 00 E-MAIL XXX@XXXXXXXX.XXXXXXXXXX.XX			Tekening nr. 014

formaten, onderhoeken etc.kunnen geplaatst worden vanuit het UniLeiden menu.

Invulling attributes “onderhoek” (A): Invulling attributes “gewijzigd-balk” (B):

001 = Objectnaam

002 = Adres

003 = Verdieping

Invullen att. Zie File-management Blz 3.1.1 t/m 3.1.5

001 = Wijzigingsnummer

002 = Gewijzigd

003 = Omschrijving

004 = Tekeningsoort (1) 004 = Getekend

005 = Tekeningsoort (2) 005 = Gezien

006 = Objectcode Invulling attributes “gewijzigd-balk vervolg” (C):

007 = Getekend 001 = Wijzigingsnummer

008 = Datum 002 = Gewijzigd

009 = Schaal 003 = Omschrijving

010 = Formaat 004 = Getekend

011 = Bladnummer 005 = Gezien 012 = Aantal bladen

013 = Applicatie pakket 014 = Tekeningnummer

18-01-2016

3-3

TEKEN AFSPRAKEN ALGEMEEN

Opstarttekening (template-file)

Bij de Universiteit Leiden wordt gebruik gemaakt van de template-files Uni-leiden.dwt (algemeen),

Uni-leiden-B.dwt (bouwkundig) Uni-leiden-E.dwt (elektrotechnisch), Uni-leiden-W.dwt (werktuigbouwkundig) in deze opstarttekeningen zijn een aantal instellingen conform de procedures ingesteld.

Gebruik van de schaalfactor

In tegenstelling tot een Layout-tab, waarin alles 1 op 1 getekend wordt, wordt in een Model-tab ten alle tijden in werkelijke wereldmaten getekend. Dit wil zeggen dat in een Model-tab alles getekend wordt met maten en afstanden zoals het in werkelijkheid is (werkelijke wereldmaten), waarbij 1 eenheid in AutoCAD overeenkomt met 1 mm.

De schaalfactor wordt bepaald door de schaalinstelling van het belangrijkste Viewport in de Layout-tab. Schaalafhankelijke factoren, zoals b.v. teksthoogte en de Overall Scale (Dimscale) worden bepaald door de schaalinstelling van het Viewport waarin ze weergegeven worden.

Blocks die niet wereldmaat afhankelijk zijn, zoals b.v. formaat, onderhoek, maatbalk, noordpijl, etc.,worden geplaatst in een Layout-tab met een schaalfactor van 1.

Alle wereldmaat afhankelijke blocks, zoals b.v. deuren, ramen, kolommen etc., worden met een schaalfactor van 1 geplaatst.

De Global scale factor (Linetype scale) staat standaard ingesteld op 4.

Maatbalk

Op iedere tekening waarop een schaal vermeld staat dient ook een maatbalk geplaatst te worden, dit in verband met het maken van eventuele verschaalde afdrukken van de output.

De maatbalk is voorzien van attributes, de invulling hiervan is afhankelijk van de schaalfactor van de tekening.

De maatbalk kan geplaatst worden vanuit het UniLeiden menu.

Model / Layout

Een tekening wordt opgebouwd in Model / Layout, uitzondering hierop zijn elektrotechnische schema’s welke volledig in een Layout-tab opgezet worden. Al datgene wat los staat van het model, zoals b.v. formaat en onderhoek, wordt in de Layout-tab getekend en deze blocks worden met een schaalfactor van 1 geplaatst.

Daarna wordt in de Layout-tab een Viewport aangemaakt, hierin kan men het getekende model dusdanig met het Pan en Zoom commando plaatsen dat het geheel binnen het Viewport past. D.m.v. de toolbar viewports of het Zoom XP commando kan het model op de goede schaal t.o.v. de Layout-tab gebracht worden.

Door het Viewport te selecteren kan rechtstreeks in de toolbar viewports een schaalfactor ingegeven worden. Staat de benodigde schaalfactor er niet standaard bij, dan kan deze alsnog aangemaakt worden door het betreffende Viewport actief te maken (Floating Modelspace) en vervolgens het Zoom commando met subcommando b.v. 1/50XP uit te voeren.

Eventueel kunnen meerdere Viewports aangemaakt worden t.b.v. verschillende schaalfactoren of details. M.b.v. de optie "display locked" (Properties van het modelviewkader) kan een bepaalde zoominstelling opslagen worden. De instelling van de systeemvariabele PSLTscale dient bij gebruik van Model en Layout op 1 te staan (i.v.m. Global scale factor).

Oriëntatiewijziging van het model in het Viewport

Wanneer de oriëntatie van het model gewijzigd moet worden gebruik dan het commando Dview (optie twist) vanuit floating modelspace. Het icon wijzigt ook, zie onderstaand voorbeeld.

De mogelijkheden van Xxxxx en Layout zijn zeer uitgebreid, zorg er daarom voor dat je deze materie beheerst alvorens op deze manier een tekening op te bouwen, raadpleeg de AutoCad reference manual of de AutoCAD help functie.

Model

werkelijke wereldmaten de tekening

Layout schaal 1:1 de layout

Meerdere Layout-tabs

AutoCAD kan met meerdere Layout-tabs werken, binnen Universiteit Leiden hanteren we hiervoor twee toepassingen, te weten:

A. Detail bladen

Hierdoor is het mogelijk om in één file meerdere Layout-tabs aan te maken t.b.v. details in afwijkende schaalfactoren

B. Tekeningsoorten

Hierdoor is het mogelijk om in één file meerdere tekeningsoorten (b.v. licht, kracht etc.) in verschillende Layout-tabs te combineren.

Voor een uitgebreide toelichting van deze opzet zie de parenttekening-gecombineerd.

Een combinatie van deze twee methodieken is toegestaan, waarbij de benaming van de detail Layout-tab een combinatie is van bovenstaande mogelijkheden.

Cadnaam

Een tekening wordt voorzien van een cadnaam, die als volgt opgebouwd wordt.

..\AUTOCAD\REVISIE\03\LAYOUT\xxxxxxxxxxxxx.DWG(LAYOUT1)

   naam Layout-tab

Layer 0

Alle blocks moeten worden aangemaakt in layer 0, zodat ze later in iedere gewenste laag te plaatsen zijn. Indien een block, wat aangemaakt is in layer 0, in een andere laag geplaatst wordt en dit block wordt geëxplode dan komen alle elementen in layer 0 te staan..

Layer 0 is een referentie laag voor attributes van blocks en diverse andere informatie t.b.v. AutoCAD, deze laag mag dan ook nooit bevroren of uitgezet worden, doet men dit wel dan bestaat er de mogelijkheid dat attributes van blocks, geplaatst in een andere laag, niet weergegeven worden op de plot maar wel op het scherm.

Aanmaken van blocks

Blocks dienen aangemaakt te worden in layer 0, het insertion point (aangrijpingspunt) en het basepoint komt op 0,0 te liggen.

Voor alle disiplines (m.u.v. veiligheid) geldt dat bij het aanmaken van de blocks deze een vaste Lineweight krijgen en dat de kleur en het lijntype Byblock zijn. De blocks t.b.v. veiligheid worden aangemaakt met een vaste kleur, vaste linetype en de lineweight op 0,25.

Attribute Defenition

Tags van Attribute Defenitions die in een block geplaatst worden dienen een logische nummering te krijgen, oftewel het eerste attribute wat na insertion gevraagd wordt heeft als tag 01, het tweede 02, het derde 03, etc.

Indien er attributes tussengevoegd worden dient de nummering van de tags aangepast te worden. De manier om de volgorde van vragen te beïnvloeden is door eerst de Attribute Defenitions afzonderlijk in de volgorde zoals ze gevraagd moeten worden te selecteren, daarna het geheel m.b.v. de window of crossing selectie en als Block of Wblock weg te schrijven.

Tekst

TEKSTHOOGTE	DIKTE
1.8	0.18
2.5	0.25
3.5	0.35
5	0.5
7	0.7

Als standaard lettertype wordt de fontname Isocp gebruikt (style= Standard, font= Isocp)

Bij het aanmaken van een nieuwe Text Style dient de naam van de style gelijk te zijn aan de fontbenaming. Worden er meerdere styles gebruikt met eenzelfde font dan dient de stylename genummerd te worden (b.v. simplex 01, simplex 02 etc.).

De height (van een style) moet altijd 0 zijn en de width factor bij voorkeur 1.

Bij voorkeur in de tekening geen true type font (ttf) gebruiken, deze beïnvloeden de performance (vooral bij grote tekeningen) negatief, gebruik indien mogelijk alleen shx fonts van AutoCAD.

Functioneel kleurgebruik

AutoCAD kent 255 kleuren, echter bij vele kleuren is het kleurverloop zo klein dat het maken van onderscheid problemen op kan leveren. Bij voorkeur worden in deze afsprakenmap de volgende kleuren gehanteerd.

18-01-2016

3-4

TEKEN AFSPRAKEN

TERREIN & GEBOUW GERELATEERDE TEKENINGEN

De reference-file

Een referece-file kan zijn: een bouwkundige plattegrond, terreintekening, elektrotechnische installatie, een werktuigbouwkundige installatie etc.

Formaat, onderhoek, maatbalk, situatie enz. worden niet in de reference-file maar in de parenttekening getekend. Voor het tekenen/reviseren van een reference-file gelden de onderstaande afspraken.

Inhoud reference-file

Bij voorkeur bestaat een reference-file uit één discipline (zie hoofdstuk 3.1). Het is echter toegestaan om disciplines te combineren, de opzet van lagenindeling maakt dit mogelijk omdat we per discipline een unieke lagencodering hanteren.

Lageninstelling van de reference-file

In de reference-file staan standaard alle lagen onzichtbaar (freeze), de lageninstelling van een discipline wordt gemaakt in de parenttekening door de benodigde lagen aan te zetten (thaw).

Bij het verlaten van de reference-file dienen alle lagen bevroren te worden m.u.v. laag 0, hiermee voorkomt men dat eventueel nieuwe aangemaakte lagen, in de reference-file, zichtbaar worden in een al bestaande parenttekening.

Layout informatie

De Layout-tab van een reference-file wordt alleen gebruikt ter informatie. In deze Layout-tab is standaard het “info-block reference-file” zichtbaar.

Het “info-block reference-file” kan geplaatst worden vanuit het UniLeiden menu.

Nulpunt

OBJECT

Getekend Datum Schaal Formaat Bladnr.

Aantal bl.

CAD app licatie Tekening nr.

VASTGOEDBEDRIJF UNIVERSITEIT LEIDEN

POSTBUS 9500 TELEFOON 071 - 527 30 60

0000 XX XXXXXX FAX 071 - 000 00 00 E-MAIL XXXX@XXXXXXXX.XXXXXXXXXX.XX

Alle tekeningen zijn gepositioneerd vanuit een vast nulpunt, dit nulpunt bevindt zich op een vast afgesproken plaats op het terrein of in het gebouw.

Indien er geen specifieke afspraak gemaakt is t.a.v. het nulpunt gaat de voorkeur uit naar de kruising tussen stramien A en stramien 1.

Voor schema's en detailtekeningen ligt het nulpunt links-onder op het formaat

De bouwkundige reference-file

De bouwkundige reference-file wordt als reference-file met de optie overlay achter een installatie reference-file geplaatst. Wanneer de bouwkundige reference-file dienst doet als

onderlegger, kunnen de lagen van deze bouwkundige reference-file veranderd worden naar color 8 in de parenttekening!.

Wanneer de bouwkundige onderlegger met één pendikte geplot moet worden kan in de ctb-file bij color 8 een vaste lineweight i.p.v. “use object lineweight” geselecteerd worden. Ook de kleur kan hier veranderd worden.

Lagenindeling

De lagenindeling is opgezet zodat in AutoCAD getekend moet worden met één van de volgende 3 toepassingen: - Applicatie pakket Nordined.

- Applicatie pakket Stabiplan.

- Lagenindeling omschreven in dit protocol.

Als men gebruik maakt van de applicatiepakketten Nordined of Stabiplan worden bij het plaatsen van de symbolen, lijnen, teksten e.d. de lagen automatisch aangemaakt.

De lagenindeling is opgezet volgens het CAD-afsprakenstelsel 2.0. Deze is voorzien van een Discipline codering, een Entiteit codering, de elementen methode NL/SfB met onderverdeling en eventuele Omschrijving

NL/SfB is een classificatiesysteem voor alle in het bouwproces relevante informatie. Dit systeem is in 1950 in Zweden ontwikkeld en is internationaal aanvaard, diverse systemen waaronder de Nederlandse Bouw Documentatie zijn volgens dit systeem opgezet.

Opbouw parenttekening

De parenttekening is een lege tekening die bestaat uit een kader, stempel, maatbalk, situatie, noordpijl, renvooi en Viewport(s).

Achter deze tekening worden de betreffende disciplines als reference-file in Model (in een laag gelijknamig aan de reference-file) ge-attached op de coördinaten 0,0. De lagen kunnen ingesteld worden d.m.v. freeze/thaw of freeze/thaw current Viewport.

De variabele retain changes to Xref layers (Options), dient bij gebruik van reference-files aan te staan zodat lageninstellingen in de parenttekening voorrang krijgen t.o.v. die van de achterliggende reference files.

Opslag en wijzigingen

De parenttekening kan onder de juiste naam opgeslagen worden. Wijzigingen op de diverse disciplines worden gedaan in de betreffende reference-files, de parenttekening wordt alleen gewijzigd m.b.t. formaat, onderhoek etc.

Lagenindeling parenttekening

LAAG CODERING	KLEUR LAAGGEBRUIK	OMSCHRIJVING
BL$2----_kader BL$3----_viewport BL$4----_stempel BL$5----_noordpijl BL$6----_schaalbalk	(color 7) (color 6) (color 7) (color 7) (color 7)	Kader Viewports Stempels Noordpijl Schaalbalk
BL$9----_renvooi	(color 7)	Renvooi + Situatie -

Lagengebruik

Viewports worden in een Layout-tab aangemaakt, aan ieder Viewport kan een afzonderlijke laag toegekend worden (BL$31---, BL$32---, ect) of indien dit niet nodig is kunnen ze gezamenlijk in een laag geplaatst worden (BL$3 ). Alvorens te plotten moeten deze lagen op "no-plot" ingesteld worden, wenst

men het kader van een viewport toch te plotten dan dient men het kader een lineweight van 0.25 te geven.

Werkwijze opbouw parenttekening

Kaders, Stempels, Noordpijl, Schaalbalk t.b.v. de diverse disciplines plaatsen in respectievelijk laag BL$2----

_kader, BL$4----_stempel, BL$5----_Noordpijl en BL$6----_schaalbalk, legenda of renvooi en situatie paatsen in laag BL$9----_renvooi. Laag 0 wordt niet gebruikt.

Het is niet verplicht om de legenda boven de onderhoek te plaatsen, hier wordt echter wel de voorkeur aan gegeven.

Voorbeeld bladindeling (m.u.v. indelingstekeningen t.b.v. veiligheid en ruimtebeheer)

In een A3 en A4 formaat wordt de noordpijl geplaatst met een schaal van 0.7 op een afstand van 20,20 vanuit de binnenste rechterboven hoek van het formaat.

Opbouw gecombineerde parenttekening

In een gecombineerde parenttekening kunnen alle tekeningsoorten van één discipline ondergebracht worden in verschillende Layout-tabs binnen één parenttekening. De informatie van één discipline komt uit één enkele reference-file welke ge-attached wordt aan deze parenttekening.

attach

De file-benaming is bijvoorbeeld: 22010100N-E0P0, waarbij het tekeningnr. in de onderhoek wordt aangevuld met de tab codering bijvoorbeeld: 22010100 N-E0P0/H.

22010100N-E0R0.DWG

overlay

attach

Reference-file elektrotechnisch

22010100N-E0P0.DWG

Elektrotechnische parenttekening: tab goten: Kanalisatie

tab licht: Licht- en noodverlichtingsinstallatie

attach

22010100N-B0R0.DWG

Reference-file bouwkundig

overlay

attach

22010100N-W0R0.DWG

Reference-file werktuigbouwkundig

22010100N-W0P0.DWG

Werktuigbouwkundige parenttekening: tab afvoer: Afvoeren

tab verw. tapwater: Drinkwater, verwarmd tapwater

18-01-2016

3-5

PENINSTELLINGEN EN

LIJNTYPEN

Gebruik van lijndikte

In het verleden (pre-R2000) was het niet mogelijk om objecten met dezelfde kleur in verschillende pendikte uit te plotten. Men moest vooraf bepalen of de tekening als kleuren of zwart/wit illustratie gebruikt ging worden (zie werkwijze A).

Vanaf R2000 is het mogelijk om aan ieder object een lineweight mee te geven, hierdoor is het mogelijk geworden een combinatie te maken van kleur en lijndikte (zie werkwijze B).

Door bovengenoemde historie is het nu echter nog niet mogelijk om de eerstgenoemde werkwijze te negeren.

Werkwijze

A. Kleuren vertegenwoordigen pendikte

Door historie bepaalde werkwijze, verdient niet de voorkeur. Deze werkwijze wordt echter nog vaak toegepast binnen lopende projecten.

Binnen deze werkwijze dient vooraf bepaald te worden of men uiteindelijk een zwart/wit of kleuren illustratie wil.

B. Lineweights in combinatie met kleur of zwart/wit

Door toepassing van Lineweights is het mogelijk om zowel voor kleur als voor zwart/wit toepassingen in lijndikte en/of kleur te werken. .

Het is mogelijk om aan objecten, ongeacht de kleur, ook een Lineweight mee te geven

De werkwijze is identiek als het koppelen van een kleur of lijntype aan een object, ook hier heeft men de mogelijkheden: vaste Lineweight, Lineweight bylayer en Lineweight byblock.

Blocks kunnen nu een uniforme kleur hebben (byblock) en toch uit verschillende lijndikte opgebouwd zijn.

Let op: lineweights alleen toepassen als het werken hiermee overeenkomstig de procedure van de klant is.

In een pre-R2000 versie is het gebruik van Lineweight niet mogelijk en wordt daardoor niet weergegeven.

De optie Scale lineweights wordt niet door alle plotters ondersteund en werkt niet als men plot vanuit model.

Onderstaand overzicht geeft de verhouding van pendikte weer welke in de plot style tables (CTB-files) aangepast kunnen worden.

Verschaling van pendikte

PEN	MEERPENS 100% 70% 50%			35%	100%	EENPENS 70% 50%		35%
1	0.18	0.12	0.09	0.06	0.25	0.18	0.12	0.09
2	0.35	0.25	0.17	0.12	0.25	0.18	0.12	0.09
3	0.50	0.35	0.25	0.18	0.25	0.18	0.12	0.09
4	0.70	0.50	0.35	0.25	0.25	0.18	0.12	0.09
5	1.00	0.70	0.50	0.35	0.25	0.18	0.12	0.09
6	1.20	0.84	0.60	0.42	0.25	0.18	0.12	0.09
7	0.25	0.18	0.12	0.09	0.25	0.18	0.12	0.09
255	0.25	0.18	0.12	0.09	0.25	0.18	0.12	0.09

VERKLEINING

100%=A4>A4 A3>A3

70%=A3>A4

A2>A3 50%=A2>A4

A1>A3 35%=A1>A4

A0>A3

ALGEMENE AFSPRAKEN

LIJNTYPEN

18-01-2016

Lijntype benaming

CONTINUOUS

DASHED CENTER BORDER DASHDOT DIVIDE

DOT HIDDEN PHANTOM

Opmerking

Voor de bovenstaande lijntypen wordt gebruik gemaakt van de standaard bij AutoCAD bijgeleverde lijntypefile: ACAD.XXX en voor de werktuigbouwkundige installatie tekeningen de door Universiteit Leiden aangemaakte lijntypefile: UNI-LEIDEN.LIN. De applicatie pakketten Nordined en Stabiplan maken gebruik van eigen lijntypefiles. Andere lijntypen dan hierboven vastgelegd, zijn niet toegestaan.

De Global scale factor(LTscale) is in dit voorbeeld ingesteld op 4.

Bij gebruik van lijntypen anders dan continuous dient de Global scale factor ingesteld te worden op 4 (1:1) en de PaperSpace Linetype Scale (PSLTscale) op 1.

Als men in een tekening gebruik wil maken van verschillende schalen van een bepaalt linetype, dan maakt men gebruik van de (CELTscale) LTscale per Current Element (Current object scale in de linetype manager). De factoren die gebruikt mogen worden voor deze CELTscales zijn: 0.5, 0.7, 1 <default>, 1.5 en 2.

De voorkeur gaat uit naar een default instelling van 1..

4

BOUWKUNDE

4-1 Tekeningsoort

4-2 Lagenindeling

4-3 Blocks

4-4 Bouwkundige CAD-afspraken

4-1

TEKENINGSOORT

BOUWKUNDE			TEKENINGSOORT	18-01-2016
TEKENING SOORT	LAYOUT NAAM	OMSCHRIJVING
A	Tekeninglijst	Tekeninglijst
B	1_100	Plattegrond (1:20	1:50	1:100)
C	1_200	Plattegrond (1:200	1:500	1:1000)
D	Doorsnede	Doorsnede
E	Gevelaanz.	Gevelaanzichten
F	Detail	Detail
G	Sloopplan	Sloopplan
H	Brandw.voorz.	Brandwerende voorzieningen
I	Fund.plan	Funderingsplan
J	Vloeren	Vloeren
K	Kapplan	Kapplan
L	Wandafw.	Wandafwerkingen
M	Vloerafw	Vloerafwerkingen
N	Plafondafw	Plafondafwerkingen (systeemplafonds)
O
P	Ind.plattegrond	Indelingsplattegronden / huisvestingstekeningen
Q
R
S	Asbest	Asbestinventarisatie
T
U
V
W
X
Y
Z

18-01-2016

4-2

LAGENINDELING

Lagenindeling

De lagenindeling is opgezet zodat in AutoCAD getekend moet worden met één van de volgende 3 toepassingen: - Applicatie pakket Nordined.

- Applicatie pakket Stabiplan.

- Lagenindeling omschreven in deze Afsprakenmap.

Als gebruik maakt wordt van de applicatiepakketten Nordined of Stabiplan wordt bij het plaatsen van de symbolen, lijnen, teksten e.d. de lagen automatisch aangemaakt.

De gekozen laagbenaming is volgens het CAD-afspraken-stelsel 2.0.

A B CCCC DD _ EEEEEEEEEEEEEEE

Discipline Soort entiteit             Codering volgens NL-SfB         Onderverdeling                  Underscore (optioneel)          

Omschrijving               (optioneel)               

Discipline A B CCCC DD _ EEEEEEEEEEEEEEE

E = Elektrotechniek

W = Werktuigbouwkunde

A = Architect (Bouwkunde) B = Basis (algemene lagen)

Soort entiteit (tekenelement) A B CCCC DD _ EEEEEEEEEEEEEEE

L	=	Tekenobjecten (lijnen, cirkels, etc.)
B	=	Blocks
M	=	Maten
T	=	Tekst
A	=	Arcering

Codering volgens NL-SfB A B CCCC DD_ EEEEEEEEEEEEEEE

Deze codering is gebaseerd op de “elementen methode ‘91” versie januari 1997 van BNA (Bond van Nederlandse Architecten).

Indien een code is voorzien van een “$” is dit een aanduiding voor snijlijnen, hartlijnen, stramienen, etc.

Onderverdeling A B CCCC DD _ EEEEEEEEEEEEEEE

Deze 2 karakters worden gebruikt om een extra onderverdeling dit omdat niet alle opsplitsingen voor lagenindeling zijn voorzien in de NL-SfB codering.

Omschrijving A B CCCC DD _ EEEEEEEEEEEEEEE

Achter de vaste codering van 8 karakters kan een vrij op te geven omschrijving opgegeven worden, de totale laagbenaming mag echter niet meer dan 24 karakters bevatten (inclusief underscore)

Lagen van andere disciplines dan bouwkunde, die ook in de bouwkundige reference-file aanwezig moeten zijn, zoals bijv. vaste voorzieningen (I), brandpreventie (E) etc. kunnen in de laagindeling van de desbetreffende discipline opgezocht worden.

BOUWKUNDE LAGENINDELING (1) 18-01-16
LAAG CODE	OMSCHRIJVING	KLEUR LAAGGEB.	TEKENING SOORT
AT1001--_tekst AM1002--_maatv AM1003--_stramien AA1004--_arcering AT1005--_ruimteben AT1007--_detailnr AT1008--_sloop	Algemeen Tekst alg emeen Maatvoering algemeen Stramienen en maatvoering Arcering algemeen Ruimtebenaming Detailnummers Sloop		B/C/D/F/G
A#1100--_bodemv A#1300--_vloeren A#1600--_fund-alg A#1610--_fund-balk A#1700--_paalfund	Funderingen Bodemvoorziening Vloeren en opslag Funderingskonstrukties: algemeen Funderingskonstrukties: voeten en balken (poeren) Paalfunderingen		F/I
A#2100--_bu-alg A#2110--_bu-nietcon A#2200--_binnenw A#2201--_brandkom A#2300--_vloeren A#2400--_trap-alg A#24001-_trap-liften A#2430--_trap-ladder A#2600--_kolom A#2700--_daken A#2800--_constr-alg A#2810--_constr-kolom	Ruwbouw Buitenwanden: algemeen Buitenwanden: niet constructief (o.a. spouwisolatie) Binnenwanden Brandkompartimentering Vloeren en galerijen Trappen en hellingen: algemeen Trappen en hellingen: liften Trappen en hellingen: ladders/klimijzers (hangsteiger) Kolomkoppen en randbalken Daken Hoofddraagconstructie: algemeen Hoofddraagconstructie: kolommen en liggers		B/C/D/E/F/ H/J/K
A#3100--_bu-alg A#3110--_bu-nietgev A#3200--_bi-alg A#3210--_bi-nietgev A#3300--_vloeropen X#0000--_xxxxxxxxxxx X#0000--_xxxxxxx X#0000--_xxxxx-xxx A#3720--_dakop-gevuld A#3800--_inbouwpak	Afbouw Buitenwandopeningen: algemeen Buitenw.openingen: niet gevuld (o.a. t.b.v. techn. Inst.) Binnenwandopeningen: algemeen Binnenw.openingen: niet gevuld (o.a. t.b.v. techn. Inst.) Vloeropeningen Balustrades en leuningen Plafonds (hangend) Dakopeningen: algemeen Dakopeningen: gevuld (o.a. lichtkoepels etc.) Inbouwpakketten (o.a. systeemwanden)		B/C/D/E/F/ J
#	Variabel karakter: zie “Soort entiteit (tekenelement)”
	ALLE OBJECTEN COLOR BYLAYER! (DIENT ALS ONDERLEGGER) LINETYPE VAST EN LINEWEIGHT VAST ER DIENT TEN ALLE TIJDEN EEN SUB-CODE AAN EEN LAAG TOEGEKEND TE WORDEN

BOUWKUNDE LAGENINDELING (2) 18-01-16
LAAG CODE	OMSCHRIJVING	KLEUR LAAGGEB.	TEKENING SOORT
A#4100--_wandafw-bu A#4200--_wandafw-bi A#4300--_vloerafw A#4400--_trap-afw A#4500--_plafond-afw A#4600--_asbest A#4710--_dakafw A#4715--_dakafw-beloop A#4800--_afwerking	Afwerkingen Wandafwerkingen buiten Wandafwerkingen binnen Vloerafwerkingen Trap-en hellingafwerkingen Plafondafwerkingen Asbestinventarisatie Dakafwerkingen Beloopbare dakafwerkingen Afwerkingspakketten		E/H/L/M/N
BL$8---- BL$8----_Tekst	Ruimtebeheer Ruimtelijnen NVO (StabiCAD) Ruimtenummers (StabiCAD)		freeze B/C/D/F/G
#	Variabel karakter: zie “Soort entiteit (tekenelement)”
	ALLE OBJECTEN COLOR BYLAYER! (DIENT ALS ONDERLEGGER) LINETYPE VAST EN LINEWEIGHT VAST ER DIENT TEN ALLE TIJDEN EEN SUB-CODE AAN EEN LAAG TOEGEKEND TE WORDEN

18-01-2016

4-3

BLOCKS

BOUWKUNDE VERKLARING BLOCKNAAM 18-01-2016

Verklaring blocknaam :

123 4 5 6 78.DWG

VOLGNUMMER

  OPSPLITSING BINNEN ONDERDEEL

   ONDERDEEL

     DISCIPLINE

TYPE BLOCK (STD)

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	enkele deur dagmaat 400 muuropening 510 enkele deur dagmaat 450 muuropening 560 enkele deur dagmaat 500 muuropening 610 enkele deur dagmaat 550 muuropening 660 enkele deur dagmaat 600 muuropening 710 enkele deur dagmaat 650 muuropening 760 enkele deur dagmaat 700 muuropening 810 enkele deur dagmaat 750 muuropening 860 enkele deur dagmaat 800 muuropening 910 enkele deur dagmaat 850 muuropening 960 enkele deur dagmaat 900 muuropening 1010 enkele deur dagmaat 950 muuropening 1060 enkele deur dagmaat 1000 muuropening 1110	STDBKE01 STDBKE02 STDBKE03 STDBKE04 STDBKE05 STDBKE06 STDBKE07 STDBKE08 STDBKE09 STDBKE10 STDBKE11 STDBKE12 STDBKE13	N N N N N N N N N N N N N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK		OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
		dubbele deur dagmaat 1200 muuropening 1310 dubbele deur dagmaat 1500 muuropening 1610 dubbele deur dagmaat 1800 muuropening 1910	STDBKA01 STDBKA02 STDBKA03	N N N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	oneven dubbele deur dagmaat 1200 muuropening 1310	STDBKB01	N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK		OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
		doorslaande dubbele deur dagmaat 1200 muuropening 1310 doorslaande dubbele deur dagmaat 1500 muuropening 1610 doorslaande dubbele deur dagmaat 1800 muuropening 1910	STDBKC01 STDBKC02 STDBKC03	N N N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	doorslaande oneven dubbele deur dagmaat 1200 muuropening 1310	STDBKD01	N

BOUWKUNDE	WANDOPENINGEN, DEUREN (0)		00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING		BLOCKNAAM	ATT.
	schuifdeur dagmaat 1800	muuropening 1910	STDBKG01	N
	schuifdeur dagmaat 2100	muuropening 2210	STDBKG02	N
	schuifdeur dagmaat 2400	muuropening 2510	STDBKG03	N
	schuifdeur dagmaat 2700	muuropening 2810	STDBKG04	N
	schuifdeur dagmaat 3000	muuropening 3110	STDBKG05	N

BOUWKUNDE	WANDOPENINGEN, DEUREN (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	kantel garagedeur dagmaat 2250	STDBKF01	N
	kantel garagedeur dagmaat 2375	STDBKF02	N
	kantel garagedeur dagmaat 2500	STDBKF03	N
	kantel garagedeur dagmaat 2750	STDBKF04	N
	kantel garagedeur dagmaat 3000	STDBKF05	N
	kantel garagedeur dagmaat 4000	STDBKF06	N
	kantel garagedeur dagmaat 4500	STDBKF07	N
	kantel garagedeur dagmaat 5000	STDBKF08	N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DEUREN (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	tourniquet ø2000 vouwdeur	STDBKI01 STDBKI02	N N

BOUWKUNDE WANDOPENINGEN, DIVERSEN 18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zelfsluiten brandwerend	STDBKJ01 STDBKJ02	N N

BOUWKUNDE	WANDOPENINGEN, RAMEN	18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	raam (460)	STDBKH01	N
	raam (488)	STDBKH02	N
	raam (610)	STDBKH03	N
	raam (630)	STDBKH04	N
	raam (910)	STDBKH05	N
	raam (915)	STDBKH06	N
	raam (1050)	STDBKH07	N
	raam (1200)	STDBKH08	N
	raam (1210)	STDBKH09	N
	raam (1342)	STDBKH10	N
	raam (1360)	STDBKH11	N
	raam (1510)	STDBKH12	N
	raam (1524)	STDBKH13	N
	raam (1770)	STDBKH14	N
	raam (1810)	STDBKH15	N
	raam (2110)	STDBKH16	N
	raam (2260)	STDBKH17	N
	raam (2339)	STDBKH18	N
	raam (2410)	STDBKH19	N

BOUWKUNDE	CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN, HEA	18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	breedflensbalk HEA 100 (100x96) breedflensbalk HEA 120 (120x114) breedflensbalk HEA 140 (140x133) breedflensbalk HEA 160 (160x152) breedflensbalk HEA 180 (180x171) breedflensbalk HEA 200 (200x190) breedflensbalk HEA 220 (220x210) breedflensbalk HEA 240 (240x230) breedflensbalk HEA 260 (260x250) breedflensbalk HEA 280 (280x270) breedflensbalk HEA 300 (300x290) breedflensbalk HEA 320 (300x310) breedflensbalk HEA 340 (300x330) breedflensbalk HEA 360 (300x350) breedflensbalk HEA 400 (300x390) breedflensbalk HEA 450 (300x440) breedflensbalk HEA 500 (300x490)	STDBCA01 STDBCA02 STDBCA03 STDBCA04 STDBCA05 STDBCA06 STDBCA07 STDBCA08 STDBCA09 STDBCA10 STDBCA11 STDBCA12 STDBCA13 STDBCA14 STDBCA15 STDBCA16 STDBCA17	N N N N N N N N N N N N N N N N N
	breedflensbalk HEA 550 (300x540)	STDBCA18	N
	breedflensbalk HEA 600 (300x590)	STDBCA19	N
	breedflensbalk HEA 650 (300x640)	STDBCA20	N
	breedflensbalk HEA 700 (300x690)	STDBCA21	N
	breedflensbalk HEA 800 (300x790)	STDBCA22	N
	breedflensbalk HEA 900 (300x890)	STDBCA23	N
	breedflensbalk HEA 1000 (300x990)	STDBCA24	N

BOUWKUNDE	CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN, HEB	18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	breedflensbalk HEB 100 (100x100) breedflensbalk HEB 120 (120x120) breedflensbalk HEB 140 (140x140) breedflensbalk HEB 160 (160x160) breedflensbalk HEB 180 (180x180) breedflensbalk HEB 200 (200x200) breedflensbalk HEB 220 (220x220) breedflensbalk HEB 240 (240x240) breedflensbalk HEB 260 (260x260) breedflensbalk HEB 280 (280x280) breedflensbalk HEB 300 (300x300) breedflensbalk HEB 320 (300x320) breedflensbalk HEB 340 (300x340)	STDBCB01 STDBCB02 STDBCB03 STDBCB04 STDBCB05 STDBCB06 STDBCB07 STDBCB08 STDBCB09 STDBCB10 STDBCB11 STDBCB12 STDBCB13	N N N N N N N N N N N N N
	breedflensbalk HEB 360 (300x360)	STDBCB14	N
	breedflensbalk HEB 400 (300x400)	STDBCB15	N
	breedflensbalk HEB 450 (300x450)	STDBCB16	N
	breedflensbalk HEB 500 (300x500)	STDBCB17	N
	breedflensbalk HEB 550 (300x550)	STDBCB18	N
	breedflensbalk HEB 600 (300x600)	STDBCB19	N

BOUWKUNDE	CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN, UNP	18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	balkstaal UNP 80 (45x80) balkstaal UNP 100 (50x100) balkstaal UNP 120 (55x120) balkstaal UNP 140 (60x140) balkstaal UNP 160 (65x160) balkstaal UNP 180 (70x180) balkstaal UNP 200 (75x200) balkstaal UNP 220 (80x220)	STDBCC01 STDBCC02 STDBCC03 STDBCC04 STDBCC05 STDBCC06 STDBCC07 STDBCC08	N N N N N N N N
	balkstaal UNP 240 (85x240)	STDBCC09	N
	balkstaal UNP 260 (90x260)	STDBCC10	N
	balkstaal UNP 280 (95x280)	STDBCC11	N
	balkstaal UNP 300 (100x300)	STDBCC12	N
	balkstaal UNP 320 (100x320)	STDBCC13	N
	balkstaal UNP 350 (100x350)	STDBCC14	N
	balkstaal UNP 380 (102x380)	STDBCC15	N
	balkstaal UNP 400 (110x400)	STDBCC16	N

BOUWKUNDE	CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN, IPE	18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	balkstaal IPE 80 (46x80) balkstaal IPE 100 (55x100) balkstaal IPE 120 (64x120) balkstaal IPE 140 (73x140) balkstaal IPE 160 (82x160) balkstaal IPE 180 (91x180) balkstaal IPE 200 (100x200) balkstaal IPE 220 (110x220) balkstaal IPE 240 (120x240) balkstaal IPE 270 (135x270)	STDBCD01 STDBCD02 STDBCD03 STDBCD04 STDBCD05 STDBCD06 STDBCD07 STDBCD08 STDBCD09 STDBCD10	N N N N N N N N N N
	balkstaal IPE 300 (150x300)	STDBCD11	N
	balkstaal IPE 330 (160x330)	STDBCD12	N
	balkstaal IPE 360 (170x360)	STDBCD13	N
	balkstaal IPE 400 (180x400)	STDBCD14	N
	balkstaal IPE 450 (190x450)	STDBCD15	N
	balkstaal IPE 500 (200x500)	STDBCD16	N
	balkstaal IPE 550 (210x550)	STDBCD17	N
	balkstaal IPE 600 (220x600)	STDBCD18	N

BOUWKUNDE	CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN, BUISPROFIELEN 18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	vierkant buisprofiel 40x40x4 vierkant buisprofiel 50x50x5 vierkant buisprofiel 60x60x5 vierkant buisprofiel 70x70x5 vierkant buisprofiel 80x80x5 vierkant buisprofiel 90x90x5 vierkant buisprofiel 100x100x8 vierkant buisprofiel 120x120x8 vierkant buisprofiel 140x140x8 vierkant buisprofiel 150x150x10 vierkant buisprofiel 180x180x10 vierkant buisprofiel 200x200x10 vierkant buisprofiel 250x250x10 vierkant buisprofiel 300x300x10 vierkant buisprofiel 350x350x10	STDBCE01 STDBCE02 STDBCE03 STDBCE04 STDBCE05 STDBCE06 STDBCE07 STDBCE08 STDBCE09 STDBCE10 STDBCE11 STDBCE12 STDBCE13 STDBCE14 STDBCE15	N N N N N N N N N N N N N N N
	vierkant buisprofiel 400x400x10	STDBCE16	N

BOUWKUNDE TRAPPEN EN HELLINGEN 18-01-2016

BLOCK OMSCHRIJVING BLOCKNAAM ATT.

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

bovenaanzicht trap

STDBTB01 N

STDBTB02 N

STDBTB03 N

STDBTB04 N

STDBTB05 N

STDBTB06 N

STDBTB07 N

BOUWKUNDE TRAPPEN, HELLINGEN EN GEVELS 18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	bovenaanzicht noodladder bovenaanzicht noodladder	STDBTA01 STDBTA02	N N

BOUWKUNDE	ALGEMEEN, VERVOERMIDDELEN (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zijaanzicht personenauto	STDBAA01	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA02	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA03	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA04	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA05	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA06	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA07	N
	zijaanzicht personenauto	STDBAA08	N
	zijaanzicht bus	STDBAA09	N
	vooraanzicht personenauto	STDBAA10	N
	vooraanzicht personenauto	STDBAA11	N
	vooraanzicht personenauto	STDBAA12	N
	vooraanzicht personenauto	STDBAA13	N
	vooraanzicht personenauto	STDBAA14	N

BOUWKUNDE ALGEMEEN, VERVOERMIDDELEN (0) 00-00-0000
BLOCK				OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
				bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto bovenaanzicht personenauto zijaanzicht vrachtwagen vooraanzicht vrachtwagen bovenaanzicht vrachtwagen bovenaanzicht vrachtwagen zijaanzicht vrachtwagen bovenaanzicht vrachtwagen	STDBAA15 STDBAA16 STDBAA17 STDBAA18 STDBAA19 STDBAA20 STDBAA21 STDBAA22 STDBAA23 STDBAA24 STDBAA25 STDBAA26 STDBAA27 STDBAA28	N N N N N N N N N N N N N N

BOUWKUNDE ALGEMEEN, BEPLANTING (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zijaanzicht boom zijaanzicht boom zijaanzicht boom zijaanzicht boom zijaanzicht boom zijaanzicht boom zijaanzicht boom	STDBAB01 STDBAB02 STDBAB03 STDBAB04 STDBAB05 STDBAB06 STDBAB07	N N N N N N N

BOUWKUNDE	ALGEMEEN, BEPLANTING (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zijaanzicht boom	STDBAB08	N
	zijaanzicht boom	STDBAB09	N
	zijaanzicht stenen en struik zijaanzicht struikgewas	STDBAB10 STDBAB11	N N
	bovenaanzicht boom	STDBAB12	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB13	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB14	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB15	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB16	N

BOUWKUNDE	ALGEMEEN, BEPLANTING (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	bovenaanzicht boom	STDBAB17	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB18	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB19	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB20	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB21	N
	bovenaanzicht boom	STDBAB22	N
	bovenaanzicht boom bovenaanzicht boom bovenaanzicht boom bovenaanzicht boom	STDBAB23 STDBAB24 STDBAB25 STDBAB26	N N N N

BOUWKUNDE	ALGEMEEN, PERSONEN (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	achteraanzicht persoon	STDBAC01	N
	achteraanzicht persoon	STDBAC02	N
	vooraanzicht persoon	STDBAC03	N
	vooraanzicht personen	STDBAC04	N
	zijaanzicht persoon	STDBAC05	N
	zijaanzicht persoon	STDBAC06	N
	zijaanzicht persoon	STDBAC07	N
	zijaanzicht persoon	STDBAC08	N
	zijaanzicht personen	STDBAC09	N

BOUWKUNDE	ALGEMEEN, PERSONEN (0)	00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zijaanzicht persoon vooraanzicht persoon vooraanzicht personen vooraanzicht persoon achteraanzicht persoon achteraanzicht persoon	STDBAC10 STDBAC11 STDBAC12 STDBAC13 STDBAC14 STDBAC15	N N N N N N
	vooraanzicht persoon	STDBAC16	N
	zijaanzicht persoon	STDBAC17	N
	vooraanzicht personen	STDBAC18	N

BOUWKUNDE ALGEMEEN, PERSONEN (0) 00-00-0000
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	zijaanzicht personen pictogram rolstoel bovenaanzicht persoon bovenaanzicht persoon bovenaanzicht persoon	STDBAC19 STDBAC20 STDBAC21 STDBAC22 STDBAC23	N N N N N

BOUWKUNDE ALGEMEEN, DIVERSEN 18-01-2016
BLOCK	OMSCHRIJVING	BLOCKNAAM	ATT.
	hoogtemaat doorsnede hoogtemaat plattegrond stramienballon ruimtenummerballon noordpijl stijgrichting trap begin van een trapstijging	STDBAD01 STDBAD02 STDBAD03 STDBAD04 STDBAD05 STDBAD06 STDBAD07	N N N N N N N

18-01-2016

4-4

BOUWKUNDIGE CAD-AFSPRAKEN

BOUWKUNDE BOUWKUNDIGE CAD-AFSPRAKEN 18-01-2016

Plattegrondtekeningen

De maten van 10 en 7 zijn afhankelijk van de schaal van het viewport, ook de Overall Scale t.b.v. dimensies moet in relatie liggen tot deze schaal voor het plaatsen van de dimensies.

Arceringen

Voor het arceren van bouwkundige wanden dienen de volgende instellingen gebruikt te worden:

Beton wanden	Arc-Conc	Kleur Rood-1	Schaal 50
Buiten wanden	ANSI32	Kleur Rood-1	Schaal 500
Binnen wanden	ANSI31	Kleur Rood-1	Schaal 1000
Systeemwanden	Niet Arceren	-----------	------------
Onbekende wanden	ANSI37	Kleur Rood-1	Schaal 1000

Binnen wand

Beton wand

Xxxxxx xxxx

Xxxxxxxxxxxxxxxx

Xx XXX 0000 maakt onderscheid in 2 soorten leidingschachten, toegankelijke en niet-toegankelijke leidingschachten. Voor het berekenen van de netto-vloeroppervlakte staat in de NEN 2580 de volgende omschrijving:

Hoofdstuk 4.3 Netto-vloeroppervlakte

4.3.1.

Bij de bepaling van de netto-vloeroppervlakte wordt niet meegerekend:

− de oppervlakte van een vrijstaande niet-toegankelijke leidingschacht, indien het grondoppervlak daarvan groter is dan 0,5m².

4.3.2.

De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de netto-vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend.

In de bouwkundige tekeningen dient onderscheid gemaakt te worden voor het aangeven van toegankelijke en niet-toegankelijke leidingschachten. Deze dienen getekend te worden zoals weergegeven in onderstaand voorbeeld.

Niet-toegankelijke leidingschacht

Toegankelijke leidingschacht

Laagbenaming daktekening

Voor het tekenen van daktekeningen is de onderstaande lagen detaillering vastgesteld (Figuur 1).

In deze bouwkundige tekeningen staan ook niet

bouwkundige lagen zoals regenwater (WL5210--

_regenw) en vaste inrichting (AL7610--_vast-opslag).

Voor deze opbouw is gekozen zodat een bouwkundige daktekening uit niet meer dan één referentie file bestaat.

Voor lage codering zie:

Hoofdstuk 4 ⇒ blz 4.2.3 & blz 4.2.4

Hoofdstuk 6 ⇒ blz 6.2.3 & blz 6.2.4

Hoofdstuk 7 ⇒ blz 7.2.3

Figuur 1

Voorbeeld lagenindeling daktekening

AL2700--_daken

AL3720--_dakop-gevuld

WL5210--_regenw

AL2400--_trap-alg AL2810--_contr-kolom

AT2810--_contr-kolom

AL4710--_dakafw AL2800--_contr-alg

AM1002--_maatv

AL4715--_dakafw-beloop AL7610--_vast-opslag