GRF2010
OOM Grafmonumenten verzekering
GRF2010
Inhoudsopgave
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3
Artikel 2. Omvang van de dekking 4
Artikel 3. Uitsluitingen 5
Artikel 4. Omvang van de schade 6
Artikel 5. Verplichtingen van verzekerde bij schade 6
Artikel 6. Vaststelling van de grootte van de schade 7
Artikel 7. Schade- erkenning en onderverzekering 7
Artikel 8. Subrogatie 7
Artikel 9. Premiebetaling, -restitutie en schorsing 8
Artikel 10. Grondslag van de verzekering 8
Artikel 11. Bekendheid en de risicowijziging 9
Artikel 12. Overgang van het verzekerd belang 9
Artikel 13. Duur en einde van de verzekering 9
Artikel 14. Herziening van de premie en/of de voorwaarden 10
Artikel 15. Mededelingen 10
Artikel 16. Persoonsgegevens 10
Artikel 17. Fraude 11
Artikel 18. Klachten en geschillen 11
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1.1 Atoomkernreacties
a. Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
b. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijs- kundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits aan de verzekerde van overheidswege een vergunning, voorzover vereist voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio- actieve stoffen is verleend.
c. Voorzover volgens enig verdrag of enige wet, bijvoorbeeld de W.A.K., een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de atoomkernreactie-uitsluiting volledig van kracht.
- Onder W.A.K. wordt verstaan: de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kern- energie.
- Onder kerninstallatie wordt verstaan: een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
1.2 Bereddingskosten
Kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzeke- ringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden in gezet.
1.3 Consument
De verzekeringnemer die natuurlijk persoon is en die de verzekeringsoverkomst anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten.
1.4 Fraude
Het plegen of het trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden en/of verduistering door bij de totstandkoming en/of bij de uitvoering van de verzekering betrokken personen en/of organisaties, met als doel het onder valse voorwendsels verkrijgen van een verzekeringsdekking of een uitkering of prestatie waarop geen recht bestaat.
1.5 Grafmonument
Het op het polisblad of certificaat omschreven grafmonument.
1.6 Maatschappij
OOM Schadeverzekering N.V. Deze maatschappij is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder nummer 12.000.624.
1.7 Molest: Gewapend conflict. burgeroorlog, binnenlandse onlusten, opstand. oproer en muiterij.
• Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapende optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
• Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
• Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
• Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
• Oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
• Muiterij: een min of meer georganiseerde, gewelddadige beweging van leden van enige gewapen- de macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Deze molestbegrippen maken deel uit van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s Gravenhage is gedeponeerd.
1.8 Nieuwwaarde
Het bedrag dat onmiddellijk voor het voorval nodig zou zijn geweest om nieuwe elementen van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
1.9 Opruimingskosten
De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde zaken, die niet reeds in de schadevaststelling zijn begrepen en het noodzakelijk gevolg zijn van een gebeurtenis waartegen verzekerd is.
Onder opruimingskosten wordt niet verstaan het ongedaan maken van bodem-, water- en luchtverontreiniging.
1.10 Van buiten komend onheil
Ongewilde evenementen, die zich plotseling voordoen.
1.11 Verzekerd belang
Het belang van verzekerde bij het behoud van de verzekerde zaak uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht, dan wel het dragen van het risico voor het behoud daarvan of de aansprakelijk- heid daarvoor.
1.12 Verzekerde
Degene, die als zodanig op het polisblad is vermeld. Verzekerde wordt geacht tevens verzekering- nemer te zijn tenzij in het polisblad een ander als verzekeringnemer wordt genoemd.
1.13 Verzekeringnemer
Degene die de verzekeringsovereenkomst met de maatschappij is aangegaan en als zodanig op het polisblad vermeld staat.
Artikel 2. Omvang van de dekking
2.1 Verzekerde schade
Voor rekening van de maatschappij komt alle verzekerde schade aan het verzekerde grafmonument, welke door enig van buiten komend onheil wordt veroorzaakt, mits direct tot daadwerkelijk herstel of vervanging wordt overgegaan.
2.2 Onzeker voorval
De verzekering biedt uitsluitend dekking indien en voor zover is voldaan aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW. Aan dit vereiste van onzekerheid is voldaan indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekeringnemer/verzekerde, dan wel voor een derde, schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van de omstandigheden nog zou ontstaan.
2.3 Terrorisme
De gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, zijn verzekerd, overeenkomstig de dekking en de definities zoals die zijn neergelegd in het “Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)” en het “Protocol afwikkeling claims Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)” alsmede de toelichting daarop. De tekst van bedoeld Xxxxxxxxxxxx en Protocol alsmede de toelichting daarop kan geraadpleegd of gedownload worden via de website van het NHT, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx, of opgevraagd worden bij de maatschappij.
Artikel 3. Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten:
3.1 schade die is ontstaan binnen 48 uur nadat het grafmonument definitief is geplaatst;
3.2 schade die ook ontstaan zou zijn als de schade aan of het verlies van de verzekerde zaken door een gedekt gevaar/ gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden;
3.3 schade als gevolg van dierlijke ontlasting;
3.4 zich al dan niet openbarende schade als gevolg van ondeugdelijke constructie, voegwerken of bouw- elementen van het verzekerde grafmonument, dan wel klimatologische of temperatuursinvloeden, of enig ander langdurig inwerkend proces;
3.5 schade bestaande uit achteruitgang in waarde, anders dan door beschadiging van het verzekerde grafmonument.
Verder is van de verzekering uitgesloten schade veroorzaakt door of ontstaan uit:
3.6 molest;
3.7 atoomkernreacties;
3.8 aardbeving en vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de verzekerde zaken de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven;
3.9 overstroming tengevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen, ongeacht of dit werd veroorzaakt door storm. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming;
3.10 milieuschade. Hieronder wordt verstaan kosten voor het ongedaan maken van een verontreiniging van de bodem, het oppervlaktewater en/of enig(e) al dan niet ondergrondse water(gang). Onder ongedaan maken wordt verstaan onderzoek, reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond en/of (grond)water en/of isolatie van een verontreiniging;
3.11 overspanning/inductie tenzij andere sporen van blikseminslag in of aan het object, waarin de verzekerde zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen;
3.12 het nalaten door de verzekeringnemer van het nemen van maatregelen ter voorkoming of verminde- ring van schade als bedoeld in artikel 1.2, waardoor de maatschappij in haar belangen is geschaad;
3.13 opzettelijke misleiding van de maatschappij door verzekeringnemer, verzekerde en/of tot uitkering gerechtigde door voor de beoordeling van de aanspraak voor de maatschappij van belang zijnde feiten en omstandigheden te verzwijgen en/of valse opgaven te verstrekken, tenzij de misleiding deze uitsluiting niet rechtvaardigt.
Tevens is vergoeding van schade uitgesloten:
3.14 als deze verzekering niet zou bestaan, aanspraak gemaakt zou kunnen worden op een vergoeding, uitkering en/of hulpverlening op grond van een andere verzekering, wet of voorziening, al dan niet van oudere datum. Deze verzekering is dan pas in de laatste plaats geldig. In dat geval komt uitsluitend de schade voor vergoeding, uitkering en/of hulpverlening in aanmerking, die het bedrag te boven gaat waarop elders aanspraak gemaakt kan worden of gemaakt zou kunnen worden indien deze verzeke- ring niet zou bestaan. Art. 7:961 lid 1 BW is niet van toepassing;
3.15 indien door de verzekeringnemer/verzekerde, of de tot uitkering gerechtigde een verkeerde voorstel- ling van zaken is gegeven of een onware opgave is gedaan en de maatschappij daardoor in haar belangen is geschaad. Indien de belangenschending niet zodanig is dat deze uitsluiting rechtvaardigt, zal de maatschappij de schade als gevolg van de verkeerde voorstelling van zaken of een onware opgave van de verzekeringnemer, verzekerde en/of tot uitkering gerechtigde in mindering brengen op de eventuele uitkering dan wel, wanneer uitkering reeds heeft plaatsgevonden, verhalen op degene die de verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven of onware opgave heeft gedaan. Indien de verkeerde voorstelling van zaken is gegeven of een onware opgave is gedaan met de opzet de maatschappij te misleiden, bestaat nooit aanspraak op vergoeding van kosten.
Artikel 4. Omvang van de schade
4.1 Na ontvangst van de schademelding zal de maatschappij de schade (laten) vaststellen.
4.2 De schadevaststelling omvat:
a. de kosten van herstel, of – indien het grafmonument naar het oordeel van de maatschappij niet voor herstel vatbaar is – de nieuwwaarde;
b. het bedrag van de bereddingskosten;
c. het bedrag van de opruimingskosten.
Artikel 5. Verplichtingen van verzekerde bij schade
5.1 Maatregelen nemen
De verzekeringnemer is verplicht onmiddellijk maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van een eventuele uitbreiding van de schade.
5.2 Aangifte doen
De verzekeringnemer is verplicht na brandstichting, inbraak, vandalisme, afpersing of beroving hiervan binnen 3 x 24 uur aangifte te doen bij de politie en een afschrift van de bevestiging van aangifte bij de plaatselijke politie aan de maatschappij te zenden.
5.3 Schademeldingsplicht
Zodra verzekeringnemer op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor de maat- schappij tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de maatschappij te melden.
5.4 Schade-informatieplicht
Verzekeringnemer is verplicht binnen redelijke termijn aan de maatschappij of hen die met de controle zijn belast, alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de maatschappij van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen.
5.5 Medewerkingsplicht
a. Verzekeringnemer is verplicht zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden.
b. Dit betekent onder meer dat hij verplicht is de maatschappij opgave te doen van alle hem bekende overige verzekeringen die ten tijde van de gebeurtenis dekking geven tegen schade aan de verzekerde zaken.
c. Ook is hij verplicht de maatschappij behulpzaam te zijn bij het zoeken van verhaal (regres) op een aansprakelijke derde.
5.6 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
a. Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de maatschappij in haar belangen heeft geschaad.
b. Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekeringnemer de hiervoor genoemde ver- plichtingen niet is nagekomen met de opzet de maatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Artikel 6. Vaststelling van de grootte van de schade
6.1 Benoeming experts
a. Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade zal gelden een taxatie gemaakt door een gezamenlijk te benoemen expert of door twee experts, waarvan verzekerde en maatschappij er ieder één benoemen. In het laatste geval benoemen beide experts voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade overeenkomstig de poliscondities vast binnen de grenzen van de beide taxaties. De experts hebben het recht zich afzonderlijk of gezamenlijk door deskundigen te doen bijstaan.
b. Benoeming en aanvaarding van de opdracht moeten blijken uit een door verzekerde en expert(s) te ondertekenen akte, waarvan het model ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedeponeerd.
c. Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden te Den Haag gedaan worden en zal voor beide partijen bindend zijn. De partij van wie dit verzoek uitgaat, zal daarvan aan de wederpartij kennis geven.
d. Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor de maatschappij geen erkenning van vergoedingsplicht in.
6.2 Medewerking
Verzekerde en maatschappij zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die deze voor een juiste taakvervulling nodig oordelen, waaronder het ter inzage geven van de polis en het verschaffen van inlichtingen omtrent oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
6.3 Honoraria en kosten
Honoraria en kosten van experts en deskundigen zijn ten volle voor rekening van de maatschappij. Overtreft echter het totaal aan declaraties van de door verzekerde benoemde expert(s) en de door deze geraadpleegde deskundige(n) het overeenkomstige totaal van de kant van de maatschappij, dan is het meerdere voor rekening van verzekerde.
Artikel 7. Schade erkenning en onderverzekering
7.1 De maatschappij erkent de schade tot ten hoogste de verzekerde som. Indien door prijsstijgingen de werkelijke waarde hoger is dan de verzekerde som, dan zal de verzekerde som worden verhoogd met maximaal 25%.
7.2 Bereddingskosten worden zo nodig boven de verzekerde som erkend, echter tot een maximum van 100% daarvan.
7.3 Indien de verzekerde som lager is dan de waarde van het verzekerde grafmonument onmiddellijk voor het voorval, dan zal de schade naar evenredigheid worden erkend.
Artikel 8. Subrogatie
Door vergoeding van schade en/of kosten gaan alle rechten en vorderingen op derden ter zake van de betaalde schade en/of kosten op de maatschappij over, terwijl bij diefstal of verlies van de verzekerde zaken waarvoor vergoeding werd verleend – althans het recht om een zaak als eigendom op te vorderen (revindicatie) – overgaat op de maatschappij.
Artikel 9. Premiebetaling, restitutie en schorsing
9.1 De verzekeringnemer is verplicht voor aanvang van de verzekering de premie verschuldigd voor de gehele verzekerde periode, met inbegrip van de kosten en de assurantiebelasting, bij vooruitbetaling te voldoen.
9.2 a. Indien de verzekeringnemer de premie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt, of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door de maatschappij is vereist, geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op of na de ingangs- dan wel wijzigingsdatum.
b. Onder premie wordt mede verstaan: de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
9.3 Voor de kosten waartoe de noodzaak of de verwachting om die te maken zich geopenbaard heeft in de tijd dat de verzekering is of was geschorst, zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, is geen vergoeding verschuldigd.
9.4 De verzekeringnemer blijft gehouden de premie, alsmede de invorderingskosten, te voldoen. Onder invorderingskosten worden mede verstaan: de kosten die, al dan niet door een door de maatschappij ingeschakeld incassobureau, gemaakt worden ter voorkoming van een gerechtelijke procedure, ter voorbereiding van een gerechtelijke procedure en de kosten van de gerechtelijke procedure zelf.
9.5 De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd – onder andere premie, assurantiebelasting en (invorderings)kosten – is, voor het geheel door de maatschappij is ontvangen.
9.6 Indien de verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen, eindigt de verzekering door schriftelijke opzegging door de maatschappij. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, behoudens in geval van opzet tot misleiding, niet eerder dan na twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief. De opzegging laat de schorsing van de verzekering op basis van de voorgaande bepalingen tot de datum waarop de verzekering eindigt, onverlet.
9.7 Behalve bij opzegging wegens de opzet de maatschappij te misleiden, wordt bij tussentijdse opzeg- ging de lopende premie naar billijkheid verminderd.
Artikel 10. Grondslag van de verzekering
10.1 Het aanvraagformulier met de daarin door de verzekeringnemer of de verzekerde gedane, al dan niet eigenhandig geschreven mededelingen, alsmede eventuele schriftelijke gegevens daarbij afzonderlijk door de verzekeringnemer of de verzekerde verstrekt, gelden als grondslag van deze verzekering en worden geacht met de polis één geheel uit te maken.
10.2 a. Indien de verzekeringnemer niet heeft voldaan aan zijn mededelingsplicht als bedoeld in artikel 7:928 BW en daarbij heeft gehandeld met de opzet de maatschappij te misleiden of wanneer de maatschappij bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten, is de maatschappij bevoegd binnen twee maanden na ontdekking de verzekering te beëindigen op een door de maatschappij te bepalen tijdstip zonder inachtneming van een opzegtermijn.
b. De verzekeringnemer kan de verzekering met onmiddellijke ingang opzeggen binnen twee maanden nadat de maatschappij een beroep op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst heeft gedaan, daaronder begrepen de situatie waarbij de maatschappij zich bij verwezenlijking van het risico op de niet-nakoming van de mededelingsplicht beroept.
10.3 De maatschappij zal bij niet-nakoming door de verzekeringnemer van zijn mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst aan de verzekeringnemer een voorstel doen de ver- zekeringsovereenkomst tegen gewijzigde voorwaarden voort te zetten. Het recht op uitkering wordt beoordeeld aan de hand van artikel 7:930 BW.
Artikel 11. Bekendheid en risicowijziging
11.1 De omschrijving van het verzekerde grafmonument wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
11.2 Bij het begin van de overeenkomst is de maatschappij bekend met de ligging, bouwaard en inrichting van het verzekerde grafmonument en de locatie waar dit monument zich bevindt alsmede met de belendingen.
11.3 De verzekeringnemer is op straffe van verlies van het recht op uitkering verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van elke verzwaring van het risico waaronder in elk geval worden verstaan herbegraving op een andere begraafplaats en vervanging of uitbreiding van het graf- monument.
11.4 Risicowijzigingen als bedoeld in lid 3 dienen binnen 30 dagen aan de maatschappij gemeld te worden. De maatschappij zal vervolgens binnen 30 dagen aan de verzekerde berichten of, en zo ja op welke wijze, de verzekering zal worden voortgezet.
11.5 De bepalingen uit artikel 9 blijven onverminderd van kracht.
Artikel 12. Overgang van het verzekerd belang
Na overgang van het verzekerd belang door overlijden van de verzekeringnemer wordt de verzekering voortgezet op naam van de erven.
Artikel 13. Duur en einde van de verzekering
13.1 De verzekering is aangegaan voor de periode zoals op het polisblad of op het certificaat is vermeld.
13.2 Verlenging van de verzekeringsperiode is niet mogelijk.
13.3 Tussentijdse beëindiging van de verzekering is evenmin mogelijk, behalve in de gevallen als bedoeld onder a en b:
a. Na een totaalschade kan de verzekering tussentijds worden beëindigd. Desgewenst kan voor het vervangende grafmonument een nieuwe verzekering worden aangevraagd.
b. De maatschappij heeft het recht de verzekering onmiddellijk eenzijdig te beëindigen ingeval verzekeringnemer en/of verzekerde zich jegens de maatschappij schuldig maakt/maken aan (een poging tot) oplichting, bedrog, het opzettelijk doen van onjuiste mededeling(en) en/of andere ernstige misdragingen (zoals dwang en bedreiging). In die gevallen zal de verzekering met inbegrip van de eventuele aanvullende verzekeringen worden beëindigd met ingang van de dag waarop het bedoelde feit heeft plaatsgevonden of op een andere door de maatschappij te bepalen datum.
Artikel 14. Herziening van de premie en/of de voorwaarden
14.1 De maatschappij heeft het recht de voorwaarden van verzekering en de premies van de bij haar lopende polissen en bloc dan wel groepsgewijs te herzien. Een dergelijke herziening geschiedt voor iedere verzekering op een door de maatschappij vast te stellen datum.
14.2 De maatschappij doet van de voorgenomen herziening mededeling aan de verzekeringnemer.
14.3 De verzekeringnemer heeft het recht niet akkoord te gaan met een herziening die een vermindering van de dekking dan wel een verhoging van de premie tot gevolg heeft. Indien de verzekeringnemer dit uiterlijk binnen 1 maand na de in lid 1 genoemde datum aan de maatschappij heeft meegedeeld, eindigt de verzekering per de in lid 1 genoemde datum met restitutie van premie over de niet verstreken periode waarover de premie is betaald.
14.4 Heeft de maatschappij binnen de genoemde periode van uiterlijk 1 maand na de in lid 1 genoemde datum geen mededeling van de verzekeringnemer ontvangen, dan wordt de verzekering gecontinu- eerd op de nieuwe voorwaarden en/of tegen de nieuwe premie.
Artikel 15. Mededelingen
Alle mededelingen door de maatschappij kunnen rechtsgeldig geschieden aan de makelaar of andere tussenpersoon.
Artikel 16. Persoonsgegevens
16.1 a. Bij de aanvraag van een verzekering worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en inte- griteit van de financiële sector, voor statische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
b. Op de verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode “Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen” van toepassing.
16.2 In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan de maatschappij de gegevens van verzekering- nemer en/of verzekerde(n) raadplegen bij de Stichting CIS te Zeist. In dit kader kunnen deelnemers van Stichting CIS ook onderling gegevens uitwisselen. Doelstelling hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan.
Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
16.3 Een consumentenbrochure van de Gedragscode kan opgevraagd worden bij de maatschappij. De volledige tekst van de Gedragscode kan geraadpleegd worden via de website van het Verbond van Verzekeraars xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. De Gedragscode kan ook opgevraagd worden bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL Den Haag, telefoon 070 333 85 00).
Artikel 17. Fraude
Fraude (geheel of gedeeltelijk) heeft tot gevolg dat:
17.1 in het geheel geen verzekeringsuitkering plaatsvindt;
17.2 aangifte wordt gedaan bij de politie;
17.3 alle verzekering(en) waarbij de fraudeur als verzekeringnemer en/of als verzekerde is betrokken, wordt/worden beëindigd. Dit geldt voor de verzekeringen die afgesloten zijn bij OOM Schadeverzeke- ring N.V., alsmede bij OOM Global Care N.V. en “O.O.M.” Onderlinge Molestverzekering- Maatschappij
U.A. Indien sprake is van een tussentijdse opzegging zal de lopende premie overeenkomstig artikel 9.7 niet worden gerestitueerd;
17.4 er een registratie plaatsvindt in het tussen verzekeraars gangbare signaleringssysteem;
17.5 eventueel uitgekeerde schade en onderzoekskosten worden teruggevorderd.
Artikel 18. Klachten en geschillen
18.1 Op deze verzekering is het Nederlands recht van toepassing.
18.2 Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen schriftelijk worden ingediend bij de directie van de maat- schappij.
18.3 a. Wanneer het oordeel van de maatschappij voor hen niet bevredigend is, kunnen consumenten zich wenden tot:
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid)
Postbus 93257 2509 AG Den Haag xxx.xxxxx.xx
Tel. 000 000 00 00
b. Wanneer consumenten geen gebruik willen maken van deze klachtenbehandelingsmogelijkheden of de behandeling of uitkomst hiervan niet bevredigend vinden, kunnen zij het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter te Den Haag, tenzij anders overeengekomen of bepaald.
18.4 Niet-consumenten kunnen zich niet wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Zij kunnen het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter te Den Haag.
18.5 De uitgebreide “Klachten- en geschillenregeling OOM Verzekeringen” kan geraadpleegd en gedownload worden via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx of opgevraagd worden bij de maatschappij.
De handelsnaam OOM Verzekeringen wordt gebruikt door OOM Holding N.V. (KvK Den Haag 27194193), OOM Global Care N.V. (AFM 12000623, KvK Den Haag 27111654), OOM Schadeverzekering N.V. (AFM 12000624, KvK Den Haag 27155593) en “O.O.M.” Onderlinge Molestverzekering-Maatschappij U.A.
(KvK Den Haag 27117235). Deze ondernemingen zijn statutair gevestigd in Den Haag en houden gezamenlijk kantoor in Rijswijk.
OOM Verzekeringen
Postbus 3036
2280 GA Rijswijk Nederland
T x00 (0)00 000 00 00
F x00 (0)00 000 00 00
I xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx