BIJLAGE 1
BIJLAGE 1
OVEREENKOMST TOT VERLENEN VAN DOMEINCONCESSIE
TUSSEN:
De Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door haar College met burelen te 0000 Xxxxxxx, Jacqmainlaan 135, opgericht overeenkomstig artikel 136 van de Grondwet,
In deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxx, in zijn hoedanigheid van Collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk Beleid, hierna genoemd: ‘VGC’
EN
De VZW Gemeenschapscentrum De Markten, met zetel te 0000 Xxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxx 0, ingeschreven bij de kruispuntbank der ondernemingen onder het ondernemingsnummer 448.654.692, RPR Brussel.
In deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxx Xxxx in hun hoedanigheid van voorzitter en penningmeester, hierna genoemd: ‘Gemeenschapscentrum’
EN
De ..., (indien rechtspersoon) met zetel te ..., ingeschreven bij de kruispuntbank der ondernemingen onder het ondernemingsnummer ..., RPR ..., OF (indien natuurlijke persoon) met adres te ..., in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …, in zijn/haar/hun hoedanigheid van ..., hierna genoemd: ‘de Uitbater’
Voornoemden worden hierna tevens afzonderlijk ‘Partij’ of gezamenlijk ‘Partijen’ genoemd.
WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET WAT VOLGT:
AANGEZIEN tot het openbaar domein van de VGC een gebouw gelegen te Xxxx Xxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx behoort, hierna het Gebouw, waarin het Gemeenschapscentrum in het kader van de haar toevertrouwde missie allerlei activiteiten uitoefent,
AANGEZIEN tot het gebouw een drankgelegenheid met bijbehoren behoort,
AANGEZIEN de VGC de uitbating van deze drankgelegenheid wenst toe te vertrouwen aan de Uitbater,
AANGEZIEN met het oog op de uitbating van de drankgelegenheid aan de Uitbater een gedeelte van het Gebouw, zoals hierna bepaald, in domeinconcessie wordt gegeven,
AANGEZIEN Partijen met deze overeenkomst (hierna: de Overeenkomst) hun wederzijdse rechten en verplichtingen inzake deze domeinconcessie wensen te regelen,
OM DEZE REDENEN WORDT OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1 : Voorwerp
1.1. De VGC geeft in concessie aan de Uitbater een gedeelte van het Gebouw, bestaande uit de lokalen beschreven in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst en zoals aangeduid op het plan gevoegd als bijlage 1 bij de Overeenkomst (hierna: het Goed).
Deze concessie wordt uitsluitend verleend met het oog op de uitbating van een drankgelegenheid zoals bedoeld in artikel 1.2.
Louter met het oog op de uitbating van deze drankgelegenheid is de Uitbater gerechtigd om gebruik te (laten) maken van de gemeenschappelijke delen van het Gebouw zoals beschreven in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst. De Uitbater respecteert de bestemming van deze gemeenschappelijke delen. De Uitbater heeft geen enkele zeggenschap over de inrichting en het gebruik van deze gemeenschappelijke delen. De Uitbater staat in voor en ziet toe op het behoorlijk gebruik van deze gemeenschappelijke delen door zijn personeel, zijn contractanten en hun personeel en de bezoekers van de drankgelegenheid.
Het Gemeenschapscentrum verleent een recht van toegang aan de Uitbater, zijn personeel, zijn contractanten en hun personeel en de bezoekers van de drankgelegenheid via de gemeenschappelijke delen van het Gebouw zoals bepaald overeenkomstig het voorgaande lid.
Naast de concessie van het Goed stelt de VGC de uitrusting en het meubilair, zoals beschreven in de boedelbeschrijving opgenomen in bijlage 2 bij de Overeenkomst, ter beschikking van de Uitbater.
1.2. De Uitbater staat in voor de uitbating in het Goed van een drankgelegenheid. Het voorwerp van deze uitbating evenals de daarmee verband houdende activiteiten worden beschreven in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
De uitoefening van alle andere activiteiten in het Goed dan de uitbating van de drankgelegenheid zoals bepaald overeenkomstig het voorgaande lid is uitdrukkelijk verboden.
Onverminderd de mogelijkheid van controle en inspraak in hoofde van de VGC en/of het Gemeenschapscentrum overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst geschiedt de uitbating van de drankgelegenheid op zelfstandige basis en zonder gezagsverhouding. Partijen erkennen uitdrukkelijk dat de Overeenkomst niet kan gekwalificeerd worden als een arbeids-, aannemings-, lastgevingsovereenkomst of enige andere gelijkaardige overeenkomst.
De kosten en de risico’s verbonden aan de uitbating van de drankgelegenheid zijn uitsluitend ten laste van de Uitbater.
De Uitbater is uitsluitend aansprakelijk voor elke schade veroorzaakt in het kader van de uitbating van de drankgelegenheid. De Uitbater vrijwaart de VGC en/of het Gemeenschapscentrum voor elke vordering of aanspraak die verband houdt met de uitbating van de drankgelegenheid.
De VGC en/of het Gemeenschapscentrum zijn geen enkele vergoeding verschuldigd aan de Uitbater omwille van de uitbating van de drankgelegenheid.
1.3. Partijen erkennen uitdrukkelijk dat de Overeenkomst uitsluitend onderworpen is aan de regels inzake domeinconcessie en geenszins onderworpen is aan de Handelshuurwet van 30 april 1951 noch aan enige andere overeenkomst van burgerrechterlijke aard.
De Uitbater erkent uitdrukkelijk kennis te hebben van het openbaar domeinstatuut van het Gebouw en van alle daaruit voortvloeiende gevolgen waaronder het precair karakter van de verleende domeinconcessie.
1.4. Partijen erkennen uitdrukkelijk dat het handelsfonds verbonden aan de drankgelegenheid de uitsluitende eigendom van de VGC blijft.
Bij de beëindiging van de Overeenkomst om welke reden ook is de Uitbater niet gerechtigd op enige vergoeding voor het handelsfonds.
Artikel 2 : Plaats- en boedelbeschrijving
2.1. Het Goed wordt in concessie gegeven in de staat waarin het zich bevindt en zoals vastgesteld in de plaatsbeschrijving bedoeld in artikel 2.2.
De Uitbater verklaart het Goed bezichtigd te hebben en het goed te kennen.
2.2. Uiterlijk bij de aanvang van de Overeenkomst zoals bepaald in artikel 3.1. van de Overeenkomst zal een gedetailleerde en tegensprekelijke plaatsbeschrijving worden opgemaakt van het Goed. Deze plaatsbeschrijving zal worden opgemaakt door een vertegenwoordiger van de VGC in aanwezigheid van de Uitbater, voor zover de Uitbater hiermee akkoord gaat. Bij gebreke van akkoord van de Uitbater, zal de plaatsbeschrijving worden opgemaakt door een deskundige die op verzoek van de meest gerede partij, door de Vrederechter van het kanton waar het Goed gelegen is, zal worden aangesteld. Het ereloon van de deskundige wordt door de Uitbater gedragen.
Bij het einde om welke reden ook van de Overeenkomst geeft de Uitbater het Goed terug in de staat waarin hij het ontvangen heeft, zoals vastgesteld in de plaatsbeschrijving opgemaakt overeenkomstig artikel 2.2. en rekening houdend met de eventueel in de loop van de Overeenkomst opgestelde plaatsbeschrijvingen.
Het voorgaande geldt evenwel niet voor:
- datgene dat is tenietgegaan of beschadigd door slijtage, ouderdom of overmacht,
- de werken en installaties die overeenkomstig artikel 10.5 bij het einde van de Overeenkomst niet dienen weggenomen te worden.
Bij het einde van de Overeenkomst zal een gedetailleerde en tegensprekelijke plaatsbeschrijving worden opgemaakt ten laatste op de laatste dag van de Overeenkomst. Daartoe zullen de VGC en de Uitbater uiterlijk één maand voordien in gemeen akkoord een deskundige aanstellen. Bij gebreke van akkoord zal op verzoek van de meest gerede partij een deskundige worden aangesteld door de Vrederechter van het kanton waar het Goed gelegen is.
De deskundige zal het bedrag van de schade aan het Goed en de eventuele vergoeding wegens onbeschikbaarheid ervan bepalen.
2.3. In geval van wijziging van de aanwezige uitrusting en meubilair zal de Uitbater de andere Partijen uitnodigen een tegensprekelijke boedelbeschrijving op te maken. Voor de eerste boedelbeschrijving wordt uitgegaan van de boedelbeschrijving opgenomen in bijlage 2 bij de Overeenkomst. Voor de daaropvolgende boedelbeschrijvingen wordt telkens uitgegaan van de vorige boedelbeschrijving.
Deze boedelbeschrijving bevat een aanduiding van de aanwezige uitrusting en meubilair, de toestand ervan en het eigendomsstatuut.
Het bewijs van het eigendomsstatuut wordt bewezen aan de hand van aankoopfacturen, bij gebreke waarvan ze vermoed worden eigendom te zijn van de VGC en/of het Gemeenschapscentrum.
Bij het einde om welke reden ook van de Overeenkomst geeft de Uitbater de uitrusting en het meubilair die eigendom is van de VGC en/of het Gemeenschapscentrum, terug in de staat waarin hij het ontvangen heeft, zoals vastgesteld in de eerste boedelbeschrijving waarin de uitrusting of het meubilair beschreven werd.
Het voorgaande geldt evenwel niet voor datgene dat is tenietgegaan of beschadigd door slijtage, ouderdom of overmacht.
Artikel 3 : Inwerkingtreding en duur
3.1. De Overeenkomst treedt in werking op de datum bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst
3.2. De Overeenkomst wordt aangegaan voor een duur bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
3.3. De Overeenkomst eindigt van rechtswege zonder verdere formaliteiten bij het verstrijken van de duur bedoeld in artikel 3.2. De Overeenkomst kan evenwel eenmalig stilzwijgend verlengd worden voor de helft van de oorspronkelijke duurtijd.
Het verdere gebruik van het Goed na het verstrijken van de duur doet geen enkel recht ontstaan in hoofde van de Uitbater. In dat geval kan de VGC de Uitbater zonder enige formaliteit en zonder enige opzegtermijn of –vergoeding op ieder ogenblik (doen) uitzetten.
3.4. De VGC en de Uitbater kunnen op elk ogenblik de Overeenkomst om welke reden ook opzeggen middels een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs te richten aan de Uitbater of de VGC.
De opzegtermijn bedraagt drie maanden in geval van opzegging door de VGC en zes maanden in geval van opzegging door de Uitbater. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand volgend op datum van ontvangst van het aangetekend schrijven bedoeld in het voorgaande lid. In geval van opzegging door de Uitbater is deze laatste een forfaitaire vergoeding zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst verschuldigd aan de VGC.
3.5. Onverminderd artikel 3.4 van de Overeenkomst kan de VGC om redenen van algemeen belang of van openbare dienst evenals omwille van eender welke bestemmingswijziging van het Gebouw de Overeenkomst op elk ogenblik opzeggen zonder enige opzegtermijn of –vergoeding middels een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs te richten aan de Uitbater.
3.6. De Overeenkomst wordt van rechtswege beëindigd zonder enige formaliteit en zonder enige vergoeding, wanneer het Gebouw op welke wijze ook en om welke reden ook uit het openbaar domein van de VGC verdwijnt.
3.7. Na de beëindiging van de Overeenkomst om welke reden ook heeft de Uitbater geen enkel recht of aanspraak op een hernieuwing van de domeinconcessie.
Artikel 4 : Concessievergoeding
4.1. De concessievergoeding bestaat uit een maandelijkse, forfaitaire prijs zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
De concessievergoeding omvat eveneens de vergoeding voor het gebruik van de gemeenschappelijke delen van het Gebouw zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Overeenkomst, evenals de kosten en lasten met betrekking tot deze gemeenschappelijke delen van het Gebouw.
4.2. De concessievergoeding is maandelijks vooraf betaalbaar in Euro. De eerste concessievergoeding is verschuldigd op datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst. De volgende concessievergoedingen dienen uiterlijk op de dag van de daaropvolgende maand betaald te worden.
De betaling geschiedt via overschrijving op het rekeningnummer bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst of een ander nummer, waarvan VGC de Uitbater schriftelijk in kennis heeft gesteld.
Bij gebreke van betaling van de verschuldigde concessievergoeding binnen 10 dagen na de vervaldatum is zonder voorafgaande ingebrekestelling en van rechtswege een intrest verschuldigd gelijk aan de wettelijke intrestvoet vermeerderd met 5 % verschuldigd.
Artikel 5 : Aanpassing van de concessievergoeding
5.1. De concessievergoeding bedoeld in artikel 4.1. van de Overeenkomst wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals bekendgemaakt door het ministerie van economische zaken.
De aanpassing aan het indexcijfer gebeurt éénmaal per jaar op de verjaardag van de inwerkingtreding van de Overeenkomst.
De aanpassing wordt automatisch toegepast volgens de volgende formule:
Nieuwe concessievergoeding = basisconcessievergoeding x nieuw indexcijfer
aanvangsindexcijfer
Waarbij:
- de basisconcessievergoeding: de eerste concessievergoeding bekomen met toepassing van artikel 4.1, met uitsluiting van alle lasten en kosten,
- het nieuwe indexcijfer: het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand die de verjaardag van de inwerkingtreding van de Overeenkomst voorafgaat,
- het aanvangsindexcijfer: het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand die de inwerkingtreding van de Overeenkomst voorafgaat.
5.2. De niet-toepassing van de aanpassing van de concessievergoeding aan het indexcijfer der consumptieprijzen kan in geen geval beschouwd worden als een afstand in hoofde van de VGC.
5.3. In geen geval kan de aanpassing van de concessievergoeding aan het indexcijfer der consumptieprijzen aanleiding geven tot een lagere concessievergoeding dan de initiële concessievergoeding.
Artikel 6 : Lasten
6.1. Alle belastingen, taksen en heffingen die geheven worden op het Goed of in verband met de activiteiten van de Uitbater door eender welke overheid, zijn uitsluitend ten laste van de Uitbater.
In geval van een belasting, taks of heffing op het Gebouw waarin het Goed zich bevindt, is de Uitbater enkel gehouden tot betaling van het deel van de belasting, taks of heffing dat pro rata overeenstemt met de door hem in concessie genomen oppervlakte.
De VGC bezorgt aan de Uitbater de aanslagbiljetten die aan haar worden toegezonden, met opgave van het bedrag dat de Uitbater overeenkomstig het vorige lid verschuldigd is. De Uitbater maakt het verschuldigde bedrag over aan de VGC binnen de termijn en op het rekeningnummer opgegeven door de VGC in haar begeleidend schrijven.
In geval van betaling door de Uitbater van een belasting, taks of heffing op het Goed (en niet verband houdend met de activiteiten van de Uitbater) die omwille van de beëindiging om eender welke reden van de Overeenkomst, betrekking heeft op een periode die de duur van de Overeenkomst overschrijdt, is de Uitbater gerechtigd om het pro rata teveel betaalde terug te vorderen van de VGC.
6.2. Behoudens andersluidende regeling in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst worden de verbruikskosten (gas, water, elektriciteit, verwarming) van het Goed verrekend op grond van een afrekening opgesteld op basis van de gegevens van de individuele meters.
Bij wijze van voorafbetaling zal de Uitbater maandelijks een forfait betalen voor de verbruikskosten. Het bedrag van het maandelijks forfait wordt bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst. Dit bedrag wordt uitgesplitst per verbruikskost. De betaling ervan geschiedt tesamen met de betaling van de maandelijkse concessievergoeding bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst op de wijze bepaald in artikel 4.2. van de Overeenkomst.
Jaarlijks wordt per verbruikskost een afrekening gemaakt. De VGC bezorgt de Uitbater een afschrift van deze afrekening met de nodige bewijsstukken.
De betaling ervan geschiedt tesamen met de betaling van de eerstvolgende maandelijkse concessievergoeding volgend op de ontvangst van de afrekening. Voor het overige geldt artikel 4.2. van de Overeenkomst.
Artikel 7 : Waarborg
Ter garantie van de naleving van de verplichtingen in hoofde van de Uitbater uit de Overeenkomst stelt de Uitbater uiterlijk op datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst een bankwaarborg voor een bedrag bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst ten gunste van de VGC. Het bedrag van de bankwaarborg wordt jaarlijks aangepast op datum van de aanpassing van de concessievergoeding overeenkomstig artikel 5.1.
De bankwaarborg dient verstrekt te worden door een erkende bankinstelling, waarin deze laatste er zich toe verbindt de in uitvoering van de Overeenkomst aan de VGC verschuldigde bedragen te betalen op éénzijdig verzoek van de VGC.
De bankwaarborg dient behouden te blijven gedurende drie maanden na de beëindiging om welke reden ook van de Overeenkomst.
In geval van niet-naleving van enige verplichting uit de Overeenkomst door de Uitbater is de VGC steeds gerechtigd de op eender welke grond verschuldigde bedragen te verhalen op de bankwaarborg. In dat geval deelt de VGC dit per aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs mee aan de Uitbater.
De bankwaarborg kan niet gebruikt worden door de Uitbater ter betaling van de concessievergoeding of lasten.
Artikel 8 : Bestemming en gebruik van het Goed
8.1. De Uitbater gebruikt het Goed als een goed huisvader en overeenkomstig de bestemming ervan als drankgelegenheid.
De wijziging van de bestemming is verboden. De Uitbater erkent uitdrukkelijk dat deze bestemming een essentiële voorwaarde van de Overeenkomst uitmaakt zonder dewelke de VGC niet zou gecontracteerd hebben.
8.2. De Uitbater gebruikt het Goed uitsluitend in het kader van de activiteiten zoals omschreven in artikel 1.2.
Het gebruik van het Goed voor kantoor-, kleinhandel of enige andere doeleinde is strikt verboden.
8.3. De Uitbater staat in voor het bekomen van de benodigde vergunningen, machtigingen, attesten en toelatingen die vereist zijn in het kader van de uitbating van een drankgelegenheid en/of het verrichten van activiteiten verband houdend met de uitbating van een drankgelegenheid.
De Uitbater staat in voor de naleving van alle reglementeringen en voorschriften die verband houden met de uitbating van een drankgelegenheid.
Elke boete van welke aard ook wegens de niet-naleving van enige verplichting die verband houdt met de uitbating van een drankgelegenheid is ten laste van de Uitbater zonder enige verhaalsmogelijkheid op de VGC en/of het Gemeenschapscentrum.
8.4. Onverminderd artikel 10 van de Overeenkomst en enig verbod of beperking voortvloeiend uit artikel 11 van de Overeenkomst, is de Uitbater gerechtigd om op haar kosten in het Goed mits het voorafgaand schriftelijk akkoord van de VGC telefoon, internet- en andere telecommunicatieaansluitingen en andere technische apparaten te plaatsen in het Goed. De VGC kan haar akkoord louter weigeren wegens een redelijkerwijs aanvaardbare reden. In dat laatste geval doet de VGC middels een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van twee weken na de ontvangst van het verzoek van de Uitbater opgave van de reden van weigering aan de Uitbater.
Artikel 9 : Onderhoud en herstellingen
9.1. De Uitbater is ertoe gehouden het Goed te onderhouden in zijn normale staat van onderhoud volgens het criterium van de goede huisvader.
Tot het onderhoud behoort (maar niet beperkt hiertoe) het schoonmaken van de lokalen van het Goed, evenals de bestrijding van ongedierte in de lokalen van het Goed.
9.2. De herstellingen bedoeld in artikel 1754 van het Burgerlijk Wetboek worden uitgevoerd door en zijn ten laste van Uitbater. Wanneer deze herstellingen evenwel te wijten zijn aan ouderdom, overmacht of slijtage, worden zij uitgevoerd door en ten laste genomen door de VGC.
Alle andere herstellingen en onderhoudswerken worden uitgevoerd door en zijn ten laste van de VGC.
De Uitbater verwittigt zo spoedig mogelijk de VGC van elke herstelling en onderhoudswerk dat ten laste valt van deze laatste.
9.3. In geval van herstellingen neemt de VGC voorafgaandelijk contact op met de Uitbater en het Gemeenschapscentrum teneinde in de mate van het mogelijke een oplossing uit te werken die het gebruik van het Goed door de Uitbater en de uitoefening van haar activiteiten zo min mogelijk hindert. Dit geldt in de mate van het mogelijke ook voor dringende herstellingen.
9.4. In geen geval is de VGC en/of het Gemeenschapscentrum enige vergoeding verschuldigd aan de Uitbater wegens hinder, het verlies aan inkomsten of de tijdelijke sluiting van de drankgelegenheid ten gevolge van de uitvoering van herstellingen en onderhoudswerken.
Onverminderd het voorgaande is de Uitbater in geval van tijdelijke sluiting van de drankgelegenheid ten gevolge van de uitvoering van herstellingen en onderhoudswerken door de VGC en/of het Gemeenschapscentrum geen concessievergoeding verschuldigd pro rata de periode van de tijdelijke sluiting.
Artikel 10 : Verbouwingen en wijzigingen
10.1. De Uitbater mag geen wijzigingen, veranderingen, verbouwingen en afbraakwerken andere dan loutere verfraaiingswerken uitvoeren aan het Goed. Werken, handelingen en wijzigingen die overeenkomstig artikel 98, § 1 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (ook al zijn ze overeenkomstig artikel 98, § 2 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening vrijgesteld van de vergunningsplicht) of op grond van een stedenbouwkundige verordening bedoeld in artikel 98, § 3 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning, worden niet beschouwd als loutere verfraaiingswerken.
De uitvoering van deze loutere verfraaiingswerken is onderworpen aan de voorafgaande, schriftelijke toestemming van de VGC. De Uitbater bezorgt daartoe de VGC voorafgaandelijk een beknopte omschrijving van de werken en vraagt tegelijk de voorafgaande schriftelijke toestemming van de VGC. De beslissing van de VGC wordt genomen na raadpleging van het Gemeenschapscentrum.
In geval van een weigering tot het verlenen van een toestemming brengt de VGC middels een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van twee weken na de ontvangst van het verzoek van de Uitbater deze laatste hiervan op de hoogte.
10.2. De uitvoering van de loutere verfraaiingswerken bedoeld in het voorgaande artikel worden uitgevoerd op kosten en op risico van de Uitbater zonder enige verhaalsmogelijkheid ten aanzien van de VGC en/of het Gemeenschapscentrum. De Uitbater vrijwaart de VGC en/of het Gemeenschapscentrum voor elke vordering en aanspraak ten gevolge van de uitvoering van de wijzigingen, veranderingen, verbouwingen en afbraakwerken.
10.3. Op verzoek van de meest gerede partij wordt vóór en na de uitvoering van de werken een plaatsbeschrijving opgemaakt. Deze plaatsbeschrijvingen zullen worden opgemaakt door een deskundige, aangesteld bij gemeen akkoord tussen de VGC en de Uitbater, en bij gebreke aan akkoord, op verzoek van de meest gerede partij, door de Vrederechter van het kanton waar het Goed gelegen is.
Het ereloon van de deskundige wordt gedragen door de Partij die om een plaatsbeschrijving verzocht heeft. Deze plaatsbeschrijvingen vormen een annex aan de plaatsbeschrijving opgesteld bij de aanvang van de Overeenkomst overeenkomstig artikel 2.2.
10.4. De Uitbater staat in voor het naleven van de stedenbouwkundige vergunning, voor zover vereist, de toepasselijke normen en reglementering en de instructies van welke overheid ook.
10.5. Bij het einde van de Overeenkomst heeft de Uitbater de keuze de aangebrachte werken weg te nemen dan wel te laten staan, behoudens wanneer de werken niet kunnen weggenomen worden zonder het toebrengen van schade aan het Goed.
Indien de Uitbater verkiest ze te laten staan, dan worden ze van rechtswege en zonder enige vergoeding eigendom van de VGC.
De voorgaande bepaling geldt ook voor de werken en handelingen uitgevoerd overeenkomstig artikel
8.4 van de Overeenkomst.
Artikel 11 : Uitbatingsvoorwaarden
11.1. Openingsdagen en -uren
De Uitbater staat in voor de opening van de drankgelegenheid tijdens de openingsdagen en –uren zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst (hierna: ‘vaste openingsdagen en –uren’).
Naast de vaste openingsdagen en –uren dient de Uitbater de drankgelegenheid te openen wanneer het Gemeenschapscentrum hierom verzoekt. Dit verzoek gebeurt zo spoedig mogelijk en bepaalt nader de dag en het uur van opening.
Van de vaste openingsdagen en –uren kan uitsluitend worden afgeweken mits voorafgaand schriftelijk akkoord van het Gemeenschapscentrum. De Uitbater richt een met redenen gemotiveerd verzoek aan het Gemeenschapscentrum die zijn akkoord uitsluitend kan weigeren wegens redelijkerwijs aanvaardbare redenen. De goede werking van het Gemeenschapscentrum is steeds een reden tot weigering.
Het Gemeenschapscentrum brengt de Uitbater één maand op voorhand op de hoogte van de sluitingsdata van het Gemeenschapscentrum.
De Uitbater hangt op een duidelijk zichtbare plaats de vaste openingsdagen en –uren op. De Uitbater hangt op dezelfde plaats een bericht met opgave van eventueel afwijkende openingsdagen en –uren of van de sluitingsdata.
11.2. Drankafname
De Uitbater kiest de brouwer of leverancier. Hij krijgt een kopie van de bestaande overeenkomst.
11.3 Tarieven
De tarieven van de geserveerde producten worden bepaald conform de voorschriften voorzien in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
11.4. Persoonlijke uitbating
De Uitbater staat persoonlijk in voor de uitbating van de drankgelegenheid. Indien de Uitbater een rechtspersoon is, wordt de uitbating waargenomen door een natuurlijke persoon die zaakvoerder of werknemer van de rechtspersoon is en die de Nederlandse taal beheerst. De Uitbater deelt de naam van deze persoon mee aan de VGC voor de aanvatting van zijn taak.
Het is verboden de uitbating geheel of gedeeltelijk en in welke vorm ook aan derden toe te vertrouwen.
11.5. Personeel
De Uitbater staat in voor de aanwerving van het personeel benodigd voor de uitbating van de drankgelegenheid, evenals voor de naleving van alle sociale en fiscale verplichtingen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het duurzaam karakter van de aanwerving. De Uitbating kan een vorm van werkplekleren hanteren.
De Uitbater kan geen beroep doen op personeel van de VGC en/of het Gemeenschapscentrum.
De Uitbater draagt er zorg voor dat zijn personeel de Nederlandse taal beheerst, voldoet aan alle professionele kwalificaties en vaardigheden vereist in het kader van de uit te oefenen activiteiten, evenals aan de kwalificaties en vaardigheden opgesomd in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
De Uitbater informeert zijn personeel over de uitbatingsvoorwaarden, evenals over elke wijziging hieraan. De Uitbater staat in voor de naleving ervan door zijn personeel.
11.6. Verstandhouding met het Gemeenschapscentrum
De Uitbater verklaart kennis te hebben van de missie en taken van het Gemeenschapscentrum zoals bepaald in het document opgenomen in bijlage 3 bij de Overeenkomst. In geval van wijziging van de missie en taken van het Gemeenschapscentrum bezorgt het Gemeenschapscentrum een nieuw document aan de Uitbater. Vanaf de ontvangst van dit document door de Uitbater, vervangt dit document het document opgenomen in bijlage 3 bij de Overeenkomst.
De Uitbater erkent het belang van een goede verstandhouding met het Gemeenschapscentrum. De Uitbater is er toe gehouden:
- het huishoudelijk reglement van het Gemeenschapscentrum te respecteren. Dit huishoudelijk reglement is gevoegd in bijlage 4 bij de Overeenkomst. In geval van wijziging van dit huishoudelijk reglement bezorgt het Gemeenschapscentrum het gewijzigde huishoudelijk reglement aan de Uitbater. Dit gewijzigde huishoudelijk reglement geldt vanaf de ontvangst ervan door de Uitbater, behoudens andersluidende regeling.
- de missie en taken van het Gemeenschapscentrum zoals bepaald in het document opgenomen in bijlage 3 bij de Overeenkomst te respecteren en bij de uitbating van de drankgelegenheid te implementeren.
- de werking van het Gemeenschapscentrum op geen enkele wijze te hinderen, beperken of beletten.
- af te zien van elke activiteit of handeling die concurreert met of indruist tegen de activiteiten van het Gemeenschapscentrum.
- het Gemeenschapscentrum overeenkomstig de modaliteiten bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst gebruik te laten maken van het Goed.
Het Gemeenschapscentrum informeert de Uitbater vooraf over de geplande activiteiten in het centrum. Het Gemeenschapscentrum bezorgt wekelijks een kalender van de activiteiten van de daaropvolgende week aan de Uitbater. In de mate van het mogelijke informeert het Gemeenschapscentrum de Uitbater over elke wijziging in de kalender.
11.7. Wijze van uitbating
De dienstverlening en de geserveerde producten dienen van onberispelijke kwaliteit te zijn en te voldoen aan de geldende professionele standaarden.
11.8. Uitrusting en meubilair
De Uitbater draagt zorg voor de uitrusting en het meubilair opgenomen in bijlage 2 bij de Overeenkomst volgens het criterium van de goed huisvader.
De Uitbater is verantwoordelijk voor het onderhoud, de herstelling en de vervanging van de uitrusting en het meubilair opgenomen in bijlage 2.
De Uitbater staat in op zijn kosten voor de aankoop van andere uitrusting en meubilair dan deze opgenomen in bijlage 2. Alvorens tot de aankoop van deze uitrusting of meubilair over te gaan, vraagt de Uitbater het voorafgaande schriftelijke akkoord van de VGC die zijn akkoord uitsluitend kan weigeren wegens redelijkerwijs aanvaardbare redenen.
11.9. Reclame en publiciteit
Het is verboden uithangborden, reclame of andere publiciteitsinrichtingen aan te brengen zonder het voorafgaande schriftelijke akkoord van de VGC.
11.10. Bijzondere uitbatingsvoorwaarden
De bijzondere uitbatingsvoorwaarden worden opgenomen in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
Artikel 12 : Verzekering
12.1. De door de Uitbater af te sluiten verzekeringen evenals de inhoud ervan worden nader bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
12.2. De Uitbater bezorgt de VGC op diens verzoek het bewijs van de verzekeringspolis evenals het bewijs van de betaling van de premie.
Artikel 13 : Intuitu personae – overdracht - onderconcessie
13.1 De Overeenkomst wordt intuitu personae in hoofde van de Uitbater aangegaan. Behoudens de mogelijkheid voorzien in artikel 11.4. tot aanstelling van een gerant, dient de Uitbater persoonlijk in te staan voor de uitvoering en de naleving ervan.
13.2 De Uitbater kan zijn rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst niet geheel of gedeeltelijk afstaan of overdragen aan een derde noch het Goed geheel of gedeeltelijk in onderconcessie geven aan een derde.
13.3 De Uitbater mag het Goed niet geheel of gedeeltelijk verhuren of onderverhuren. Evenmin mag de Uitbater enig ander recht van gebruik op het Goed verlenen aan een derde.
Artikel 14 : Controle – Sancties
14.1. De VGC en/of het Gemeenschapscentrum of een door hen aangestelde persoon kan te allen tijde het Goed bezichtigen en de naleving van de verplichtingen van de Overeenkomst in hoofde van de Uitbater controleren.
14.2. Onverminderd het recht in hoofde van de VGC om de uitbater aan te manen overeenkomstig artikel 14.3. van de Overeenkomst, kan in geval van niet-naleving van enige verplichting of voorwaarde uit de Overeenkomst het Gemeenschapscentrum steeds een schriftelijke waarschuwing geven aan de Uitbater.
14.3 Behoudens in geval van een ernstige wanprestatie zoals bedoeld in artikel 14.4. van de Overeenkomst, maant de VGC de Uitbater in geval van niet-naleving van enige verplichting of
voorwaarde uit de Overeenkomst bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs aan om binnen de door de VGC vooropgestelde termijn deze verplichting of voorwaarde na te leven.
14.4. In geval van een ernstige wanprestatie kan de VGC naar vrije keuze beslissen hetzij de Uitbater aan te manen overeenkomstig artikel 14.3. hetzij de Overeenkomst te ontbinden.
In geval de VGC kiest voor de ontbinding, richt de VGC een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs aan de Uitbater waarin opgave wordt gedaan van de ernstige wanprestatie. De Overeenkomst wordt van rechtswege en met onmiddellijke ingang beëindigd.
Worden in ieder geval beschouwd als een ernstige wanprestatie:
- het zonder gevolg laten van een schriftelijke waarschuwing bedoeld in artikel 14.2. van de Overeenkomst,
- het niet-respecteren van een aanmaning bedoeld in artikel 14.3. van de Overeenkomst,
- het opnieuw overtreden van een verplichting of voorwaarde waarvoor de Uitbater voordien reeds een waarschuwing heeft gekregen overeenkomstig artikel 14.2. van de Overeenkomst of werd aangemaand overeenkomstig artikel 14.3. van de Overeenkomst.
14.5. In geval van ontbinding is de VGC gerechtigd op een schadevergoeding gelijk aan een bedrag bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
Artikel 15 : Eénzijdige wijziging
15.1. De VGC kan steeds éénzijdig de voorwaarden van de Overeenkomst wijzigen om redenen van algemeen belang of van openbare dienst.
15.2. De Uitbater is in geen geval gerechtigd op enige vergoeding.
Artikel 16 : Tussenkomst van het Gemeenschapscentrum
16.1. Behoudens andersluidende regeling in de Overeenkomst kan het Gemeenschapscentrum geen rechten putten uit de Overeenkomst.
16.2. In geval het Gemeenschapscentrum om eender welke reden vervangen wordt door een andere rechtspersoon brengt de VGC de Uitbater hiervan schriftelijk op de hoogte. Vanaf deze kennisgeving treedt de andere rechtspersoon zonder verdere formaliteiten in de plaats van het Gemeenschapscentrum.
Artikel 17 : Voorrang
In geval van strijdigheid tussen een bepaling van de Overeenkomst en een bepaling van de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst heeft de bepaling van de bijzondere voorwaarden voorrang.
Artikel 18 : Datum van betekening
Elke betekening via aangetekende brief wordt geacht te zijn gedaan op de dag dat de aangetekende brief op het postkantoor werd aangeboden waarbij de datum op het ontvangstbewijs geldt.
Artikel 19 : Communicatie
19.1. Alle betekeningen en andere mededelingen in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst dienen te gebeuren op de adressen bepaald in de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst.
19.2. Behoudens wanneer uitdrukkelijk voorzien wordt in een kennisgeving bij aangetekend schrijven al dan niet tegen ontvangstbewijs, geschiedt elke kennisgeving overeenkomstig 2281 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 20 : Deelbaarheid
Indien een bepaling van deze Overeenkomst ongeldig zou zijn dan wel nietig verklaard wordt, zal dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aantasten. Wanneer dergelijke ongeldigheid of nietigheid vastgesteld wordt, zal de betrokken bepaling worden vervangen door een geoorloofde bepaling die de oorspronkelijke zo dicht mogelijk benadert.
Artikel 21 : Wijzigingen aan de overeenkomst
Elke aanvulling of afwijking van deze Overeenkomst of van de bijzondere voorwaarden bij de Overeenkomst zal steeds de vorm aannemen van een door de Partijen ondertekend geschrift.
Artikel 22 : Toepasselijk recht
Deze Overeenkomst wordt beheerst door het Belgische recht.
Artikel 23 : Geschillen
Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie of de uitvoering van deze Overeenkomst, alsook elk ander geschil betreffende of verband houdend met deze Overeenkomst, zal tot de uitsluitende bevoegdheid behoren van de rechtbanken van Brussel.
Alvorens een geschil voor te leggen aan de bevoegde rechtbanken, zullen Partijen een minnelijke oplossing trachten te vinden. De meest gerede Partij zal daartoe de andere Partij schriftelijk kennis geven van het geschil en hem uitnodigen voor een bespreking binnen een termijn van 10 werkdagen. Behoudens verlenging in gemeen akkoord komt aan deze poging tot minnelijke oplossing een einde, indien binnen een termijn van 30 werkdagen na de eerste bespreking geen minnelijke oplossing gevonden werd.
Opgesteld te … op … in evenveel exemplaren als er partijen zijn, waarvan elke Partij erkent één origineel ontvangen te hebben.
Voor de VGC Voor de Uitbater
[naam] [naam]
Voor het Gemeenschapscentrum
[naam]