SAMENWERKINGSOVEREENKOMST “LIVE DIJK UTRECHT”
2011RGW110 bijlage 2
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST “LIVE DIJK UTRECHT”
De ondergetekenden,
1. De publiekrechtelijke rechtspersoon HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN, gevestigd en kantoorhoudende aan Xxxxxxxxxxx 0, 0000 XX xx Xxxxxx, hierna te noemen “Waterschap”, te dezer zake ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet en het Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003 rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf, de heer P.J.M. Xxxxxxxx, handelend ter uitvoering van het besluit (DM nummer ) van het waterschap;
en:
2. RIJKSWATERSTAAT (Dienst Utrecht), gevestigd en kantoorhoudende aan Xxxxxxx 00000, 0000 XX xx Xxxxxxx hierna te noemen “Rijkswaterstaat” of “RWS”, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Hoofd Ingenieur Directeur, xxxxxxx xx. X. Xxxxxx;
en:
3. De publiekrechtelijke rechtspersoon, de PROVINCIE UTRECHT, gevestigd en kantoorhoudende aan Xxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 XX xx Xxxxxxx, te dezen krachtens volmacht van de commissaris van de Koningin de heer R.C. Xxxxxxxxxx rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. xx Xxxxx, gedeputeerde voor Water, handelend ter uitvoering van het besluit
d.d. 13 september 2011 van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, tevens handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen; de provincie."
en:
4. de STICHTING IJKDIJK, gevestigd aan de Xxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 XX xx Xxxxxxxxx, hierna te noemen “IJkdijk”, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur, de heer ing. W.S. Zomer X.Xx.;
en:
5. de STICHTING TOEGEPAST ONDERZOEK WATERBEHEER, gevestigd en kantoorhoudende aan Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxxxxxxxxx,
hierna te noemen “STOWA”, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer mr. J.H. Xxxxxxx en door haar directeur, dhr. ir. J.M.J. Leenen;
hierna gezamenlijk en individueel te noemen “Partijen” respectievelijk “Partij”;
in aanmerking nemende dat:
A. Partijen Waterschap en Rijkswaterstaat op grond van de aan hen toevertrouwde publieke taken verantwoordelijk zijn voor het beheer van de in hun werkgebied gelegen waterkeringen;
B. Partijen Waterschap, Rijkswaterstaat en Provincie een actieve bijdrage wensen te leveren aan innovatie en de ontwikkeling van nieuwe technieken op het gebied van hoogwaterkering en de gevolgen van droogte voor waterkeringen, hiermee ervaring wensen op te doen voor de
inspectiepraktijk, en de resultaten hiervan, in samenwerking met partijen, willen uitdragen aan derden (Public Relations);
C. Partij IJkdijk als doelstelling heeft dijk- en sensortechnologie te ontwikkelen, te integreren en te valideren en zij hiertoe, in samenwerking met haar partners, grootschalige praktijkexperimenten uitvoert en optreedt in het project LiveDijk Utrecht als penvoerder namens Partijen;
D. Partij STOWA zich onder meer ten doel stelt om de ontwikkeling en implementatie van innovatieve kennis en kunde op het gebied van hoogwaterkeringbeheer te stimuleren, zij wil laten zien dat de verkregen kennis en kunde een praktijktoepassing krijgt en dit, in samenwerking met partijen, wenst uit te dragen naar andere waterschappen;
overwegende dat:
A. Partij IJkdijk, in samenwerking met Rijkswaterstaat en overige partijen, in 2008 en 2009 met succes de zogeheten “Macrostabiliteits-, respectievelijk pipingexperimenten” heeft uitgevoerd;
B. De “Macrostabiliteits- en pipingexperimenten” cruciaal waren als een eerste validatiestap van een monitoringsysteem voor waterkeringen, omdat de experimenten de gelegenheid hebben gegeven om sensortechnologie toe te passen in een waterkering en de ontwikkelingen te volgen die plaatsvonden bij belasting van het waterkerend lichaam;
C. Partijen het erover eens zijn, dat het van belang is om de betreffende technologie op een grotere schaal toe te passen en gedurende meerdere jaren onder natuurlijke omstandigheden te laten functioneren, teneinde te komen tot een compleet monitoringsysteem voor waterkeringen dat aansluit op de beheerpraktijk van Waterschap en Rijkswaterstaat en dat onder uiteenlopende omstandigheden kan blijven werken;
D. Partijen, als vervolg op het “Macrostabiliteits- en pipingexperiment”, xxxxxx samen te werken aan een project waarbij een real-time-monitoringssysteem voor een langere periode geïnstalleerd zal worden in een primaire en regionale waterkering in de provincie Utrecht;
E. Waterschap, Rijkswaterstaat, Provincie en IJkdijk zich, ten behoeve van het welslagen van het Project, ieder bereid hebben verklaard een financiële bijdrage in de installatiekosten van het real-time-monitoringssysteem te leveren, zoals nader omschreven in deze overeenkomst;
F. De financiële bijdrage van XXXXX in de installatiekosten van het real-time- monitoringssysteem, op daartoe strekkende aanvraag van de overige partijen, gestalte krijgt via co-financiering van het Project uit de beschikbare middelen in het kader van het Programma Verbetering Inspecties Waterkeringen 2 (VIW-2);
G. Door Partijen de verstrekking ingevolge deze overeenkomst van de onder E. respectievelijk F. bedoelde financiële bijdragen is toegezegd;
H. Partijen ten bewijze van het gestelde onder G. de daartoe strekkende besluiten als bijlage aan deze overeenkomst zullen hechten;
I. In het kader van het project voor de installatie van het real-time-monitoringssysteem opdrachten zullen worden verstrekt aan derden;
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Definities
In deze Overeenkomst en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Plan van aanpak: het document “Plan van Aanpak LiveDijk Utrecht, versie 25 juli 2011, waarvan de inhoud in onderlinge overeenstemming tussen Partijen is vastgesteld;
b. Project: het geheel van door Partijen in gezamenlijkheid te realiseren voorzieningen en te verrichten werkzaamheden, zoals opgenomen in het Plan van aanpak;
c. Kostenraming: de kostenraming, zoals opgenomen in Annex B van het Plan van aanpak. De bedragen in de kostenraming luiden exclusief B.T.W.;
d. Bijlage: iedere bijlage, behorende bij danwel gehecht aan deze Overeenkomst, waaronder het Plan van aanpak;
e. Overeenkomst: deze overeenkomst inclusief de Bijlagen;
f. Background knowhow: alle door Partijen tijdens en uitsluitend ten behoeve van deze Overeenkomst ter beschikking te stellen en/of te gebruiken bestaande informatie, gegevens, materialen, know-how/kennis, werkwijzen/technieken en expertise;
g. Foreground knowhow: alle ten behoeve en in het kader van deze Overeenkomst te vervaardigen en te ontwikkelen en/of ontwikkelde informatie, gegevens, materialen, know- how/kennis, werkwijzen/technieken, expertise, tussentijdse- en/of eindresultaten;
h. Penvoerder: Stichting IJkdijk in haar rol van ontvanger - mede namens partijen - en distributeur van de financiering in het kader van deze overeenkomst;
i. Projectleider: De persoon die is aangewezen om de uitvoering van het Project te leiden.
j. Financier: Derde die een inbreng, geldelijk of in personeel, aan dit project levert;
k. Inbrengende partij: Partij die Background inbrengt
Artikel 2 Samenwerking
2.1
Partijen zullen gezamenlijk uitvoering geven aan het Project, zulks met inachtneming van de bepalingen, bedingen en/of voorwaarden zoals in deze Overeenkomst omschreven.
2.2
Het Plan van aanpak maakt een integraal onderdeel uit van deze Overeenkomst. Bij verschillen of onderlinge tegenstrijdigheden tussen het Plan van aanpak en deze Overeenkomst, prevaleren de bepalingen van deze Overeenkomst.
2.3
De uitvoering van het Project zal worden gecoördineerd door de Projectleider, welke in onderling overleg, en met goedvinden van de Partijen, wordt aangewezen.
De Projectleider heeft regelmatig overleg over de voortgang van het Project met de daartoe door elk der Partijen aan te wijzen functionarissen.
2.4
Partij IJkdijk wordt door het ondertekenen van deze Overeenkomst door Partijen gemachtigd om in overleg met hen en vervolgens namens hen alle noodzakelijke handelingen te verrichten met betrekking tot de afwikkeling van verplichtingen. Ten aanzien van de uitvoering en rapportage treedt partij IJkdijk namens Partijen tevens als Penvoerder op.
2.5
De Penvoerder onderhoudt, mede namens Partijen, de contacten met de Financier(s) en zal daartoe aan Partijen naar beste vermogen inlichtingen verschaffen.
2.6
Van alle relevante correspondentie met betrekking tot het Project, tussen de Penvoerder en derden, zal de Penvoerder binnen 5 werkdagen digitaal dan wel per post afschriften doen toekomen aan de andere Partijen.
2.7
Iedere Partij verschaft tijdig aan de Penvoerder de informatie die de Penvoerder nodig heeft om haar verplichtingen uit deze Overeenkomst na te komen, alsmede de inlichtingen waarom door derden wordt verzocht.
Artikel 3. Doelstelling van het Project
3.1
De samenwerking tussen partijen, als bedoeld in artikel 2, is gericht op:
a. Inzicht krijgen in welke mechanismen welk effect hebben op dijklichamen. Het gaat daarbij om de mechanismen: (macro)stabiliteit, piping en zetting.
b. Kennis verkrijgen over welke monitoringssystemen met succes toe te passen zijn bij welk mechanisme.
c. Kennis krijgen over hoe gegevens uit de monitoring geïnterpreteerd moeten/kunnen worden en daaraan beheersprocessen te koppelen. Hieronder valt ook de implementatie in de beheerorganisatie en de kennisborging.
d. Invloed hebben op de aanpak en de randvoorwaarden voor het gebruik van meettechnieken en meetopstellingen.
e. Invloed hebben op de uitvoering van meettechnieken en meetopstellingen.
f. Op termijn voldoende kennis (+ uitvoering), techniek en materiaal in huis te hebben om zelf te monitoren, bij gebleken nut voor het beheer van de waterkering.
g. Bewaken van de veiligheid (early detection) van de dijken tot deze zijn verbeterd;
h. Leveren van aanvullende informatie over de opbouw van bodem en dijk, ten behoeve van de verbeterwerken;
i. Bewaken van de veiligheid tijdens en na de verbeterwerken;
j. De werking van een geavanceerd systeem voor dijk monitoring te demonstreren
k. Een nieuwe aanpak te onderzoeken van uitvoerings- en onderhoudsprocedures van dijken evenals de effecten hiervan op informatievoorziening voor rampenbestrijding;
Artikel 4. Randvoorwaarden bij de uitvoering van het Project
4.1
Bij de uitvoering van het Project zijn Partijen te allen tijde gehouden de navolgende randvoorwaarden in acht te nemen:
a. de installatie en aanwezigheid van de sensortechnologie mag de waterkerende functie van de dijk niet aantasten;
b. het monitoringssysteem moet voor een periode van 10 jaar kunnen functioneren waarbij er steeds actuele (real-time) informatie beschikbaar is over de toestand van de dijk op de werkplek van Partij Waterschap en RWS;
c. voor de installatie en het gebruik van de sensortechnologie moeten de benodigde vergunningsprocedures worden doorlopen;
d. de geldende wet en regelgeving
Artikel 5. Rollen en verantwoordelijkheden van Partijen
5.1
Partijen Waterschap en RWS stellen ten behoeve van de uitvoering van het Project waterkering(en) beschikbaar en dragen met Partijen zorg voor het voorbereiden en opdrachtverstrekking aan derden. Partijen dragen gezamenlijk risico en verantwoordelijkheid voor het welslagen van het Project.
Tijdens de uitvoering van het Project dragen Partijen Waterschap en RWS, in samenspraak met de marktpartij die de apparatuur geïnstalleerd heeft, zorg voor een aangepast inspectieregime op de betreffende waterkering(en), waarbij de invloed van de geïnstalleerde apparatuur in relatie tot het behoud van de bestaande kwaliteit van de waterkering wordt bewaakt. Daarnaast leveren partijen Waterschap en RWS ten behoeve van het Project een financiële bijdrage overeenkomstig de Kostenraming. Ook levert partij Waterschap 0,2 fte ten behoeve van het project.
5.2
Partij Provincie treedt in het kader van de samenwerking op als financier en adviseur. De partij Provincie levert ten behoeve van het Project een financiële bijdrage overeenkomstig de Kostenraming.
5.3
Partij IJkdijk treedt in het kader van de samenwerking op als adviseur en programmamanager en spant zich met Partijen in om aanvullende financiering voor de uitvoering van het Project te verkrijgen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Als zodanig draagt zij in de ontwerpfase bij aan het opzetten, ontwerpen en inrichten van het praktijkexperiment en levert zij na realisatie een bijdrage aan de evaluatie van het Project, alsmede aan de duiding en interpretatie van de verkregen meetresultaten. Daarnaast levert partij IJkdijk ten behoeve van het Project een financiële en in-kind bijdrage overeenkomstig de Kostenraming.
5.4
Partij STOWA levert een bijdrage aan het Project overeenkomstig de Kostenraming in mensuren en draagt zorg voor de organisatie van de verspreiding van de uit het Project verworven kennis naar andere waterschappen.
Artikel 6. Geheimhouding Backgrond Knowhow
6.1
Partijen verplichten zich over en weer om jegens derden alle Background, die zij van elkaar ten behoeve en in het kader van deze Overeenkomst hebben verkregen en nog zullen verkrijgen volledig geheim te houden en deze voor geen ander doel te gebruiken dan voor de uitvoering van de Overeenkomst, zulks met uitzondering van Background die:
a. reeds openbaar was op het moment van ontvangst daarvan of daarna buiten toedoen van de ontvangende Partij(en) openbaar is geworden;
b. op grond van wettelijke verplichtingen openbaar gemaakt dient te worden;
c. reeds van daartoe gerechtigde derden zonder geheimhouding is verkregen;
en voorts met uitzondering van die gevallen, welke in afwijking hiervan uitdrukkelijk tussen Partijen in deze Overeenkomst mochten zijn overeengekomen.
6.2
Partijen staan over en weer ieder jegens de andere Partij er voor in dat de eigen
bestuurders, medewerkers en de door ieder van hen c.q. de door hen gezamenlijk in te schakelen c.q.
ingeschakelde derden de in artikel 6.1 genoemde geheimhouding eveneens volledig in acht nemen.
6.3
Indien en voor zover Partijen ten behoeve van het Project materiaal, dat aan één of meer Partijen in eigendom (intellectueel danwel anderszins) toebehoort, aan de andere Partij(en) ter beschikking stellen, geven de andere Partijen dat materiaal niet vrij aan derden en treffen die Partijen redelijke
maatregelen ter vermijding dat het ter beschikking gestelde materiaal wordt gebruikt buiten de werkzaamheden nodig voor de uitvoering van het Project, tenzij daartoe voorafgaand schriftelijk toestemming is verleend door de rechthebbende Partij.
Artikel 7. Intellectuele eigendomsrechten en publicatie
7.1
Alle door Partijen tijdens en uitsluitend ten behoeve van het Project ter beschikking te stellen en/of te gebruiken Background is en blijft (intellectueel) eigendom van c.q. behoort toe aan uitsluitend die Partij die deze Background heeft ingebracht.
7.2
De Inbrengende Partij garandeert dat, voor zover op de door haar in te brengen Background intellectueel eigendom, octrooirechten en/of auteursrechten van derde(n) rusten, de Inbrengende Partij toestemming heeft van deze derde(n) om de betreffende Background ten behoeve van het Project in te brengen en te gebruiken.
7.3
Partijen verkrijgen gezamenlijk de (intellectuele) eigendomsrechten van de Foreground. Indien de Partijen in gezamenlijk overleg besluiten om tot het vestigen (deponeren) van intellectuele eigendomsrechten over te gaan, zullen Partijen in een separate overeenkomst hun afspraken hieromtrent vastleggen.
7.4
Partijen Waterschap, RWS en Provincie hebben het recht om de in het Project ontwikkelde Foreground om niet vrij te gebruiken voor alle niet-commerciële toepassingen. Partijen Waterschap, RWS en Provincie zullen bij toepassing van de Foreground de inbreng aan het tot stand komen van de Foreground door Partijen en overige betrokkenen vermelden.
7.5
Partijen Waterschap, Rijkswaterstaat, Provincie, IJkdijk en STOWA hebben het recht om de in het Project ontwikkelde Foreground om niet vrij te gebruiken voor alle toepassingen, voor zover Partijen in de separate overeenkomst, bedoeld in artikel 7.3, ten aanzien van de exploitatie van (intellectuele) eigendomsrechten buiten het project, in goed onderling overleg geen andersluidende regeling zijn overeengekomen. Partij IJkdijk en Partij STOWA zullen bij toepassing van de Foreground de inbreng aan het tot stand komen van de Foreground door Partijen en overige betrokkenen vermelden. Overige partijen verlenen Partij IJkdijk en Partij STOWA in het kader van dit artikel schriftelijke toestemming na verzoek van Partij IJkdijk en Partij STOWA om Foreground om niet te gebruiken. Informatie over de feitelijke toestand van de waterkering valt hierbuiten. Partijen Rijkswaterstaat en Waterschap moeten zich voor publicatie over de feitelijke toestand van de waterkeringen te allen tijde schriftelijk akkoord verklaren wil publicatie mogen geschieden.
7.6
Partijen kunnen terzake de eventuele revenuen voortvloeiend uit de exploitatie van intellectuele eigendomsrechten op de Foreground in goed onderling overleg nadere afspraken maken.
7.7
Partijen zijn gerechtigd om te publiceren over de Foreground, gezamenlijk of ieder voor zich. In dat laatste geval geldt dat een Partij daartoe alleen gerechtigd is indien deze uiterlijk drie (3) weken voorafgaand aan de beoogde publicatiedatum de beoogde publicatie digitaal en/of per post aan de overige Partijen heeft toegezonden en geen van de overige Partijen daar niet uiterlijk één week voor de beoogde publicatiedatum bezwaar tegen heeft gemaakt. Ingeval een Partij bezwaar maakt tegen een beoogde publicatie door een Partij zullen Partijen in onderling overleg de beoogde publicatie
aanpassen teneinde deze alsnog te publiceren uiterlijk binnen drie (3) maanden na de beoogde publicatiedatum, met dien verstande dat de maatschappelijke en/of wetenschappelijke waarde ervan door het aanpassen c.q. later uitbrengen niet zal worden geschaad.
Artikel 8. Administratie
8.1
Partijen houden ieder voor zich hun urenadministratie van hun aandeel in het Project bij en hun betaling voor het Project aan de Stichting IJkdijk.
Artikel 9. Financiering
9.1
Partijen verklaren zich volledig en onvoorwaardelijk akkoord met de financiële opstelling zoals deze op het tijdstip van aangaan van deze Overeenkomst is opgenomen in de Kostenraming.
Partijen realiseren zich dat op het tijdstip van aangaan van deze overeenkomst nog niet voor alle onderdelen van het Project financiële dekking beschikbaar is. Zij dragen gezamenlijk het risico en de verantwoording dat voor alle onderdelen van het Project tijdig de noodzakelijke financiële middelen beschikbaar zullen zijn. Indien benodigde financiële middelen niet tijdig beschikbaar zijn, kan in overleg met Partijen een oplossing worden geformuleerd, waaronder uitstel of afstel van het project. Iedere partij kan hoogstens de risico’s dragen voor het door die partij toegezegde bedrag.
Partijen aanvaarden in dit verband dat het ontbreken van volledige financiering op het tijdstip van aangaan van deze Overeenkomst van invloed kan zijn op de planning en resultaten van het Project.
9.2
De Penvoerder zal indien meerkosten worden voorzien, tijdig in overleg treden met Partijen hoe hiermee moet worden omgegaan. Totdat overeenstemming over de wijze waarop meerkosten worden gefinancierd, zal Penvoerder voor werkzaamheden die meerkosten tot gevolg hebben geen opdracht verlenen.
9.3
Partijen zullen na afloop van het Project een inhoudelijke en financiële eindrapportage opmaken en bij de Penvoerder indienen. Uitsluitend indien een Financier uitdrukkelijk verzoekt om een goedgekeurde accountantsverklaring zal penvoerder Partijen verzoeken om een accountantsverklaring voor het gedeelte van de financiële rapportage dat niet door de Penvoerder kan worden geleverd, zoals de urenadministratie. In een dergelijk geval zijn Partijen gehouden deze accountantsverklaring te leveren. Indien minderkosten zijn gerealiseerd, worden deze verdeeld naar rato van de investeringen van Partijen in het project.
Artikel 10 Risico en aansprakelijkheid
10.1
De aansprakelijkheid van Partijen jegens elkaar, behoudens opzet of grove schuld, wordt beperkt tot maximaal de bijdrage van een partij aan het Project zoals beschreven in artikel 5.
10.2
Voor zover een Financier jegens één of meer Partijen aanspraak maakt op terugbetaling van de verstrekte middelen, danwel vrijwaring of schadevergoeding, zal iedere Partij aan wiens tekortkoming die aanspraak valt toe te rekenen of op wiens bijdrage aan het Project zoals beschreven in artikel 5 die aanspraak betrekking heeft, elk van de andere Partijen daartegen vrijwaren, met dien verstande dat de aansprakelijkheid van die Partij te allen tijde is beperkt tot zijn bijdrage aan het Project..
Voor zover niet kan worden vastgesteld dat de aanspraak valt toe te rekenen aan de tekortkoming van één of meer Partijen, zal het bedrag waarop de financier in overeenstemming met het besluit Verbetering Inspecties Waterkeringen 2 aanspraak maakt, door alle Partijen worden gedragen in verhouding tot de financiële omvang van hun bijdrage aan het Project.
10.3
Partijen zijn in geen geval aansprakelijk voor indirecte schade of gevolgschade.
Artikel 11. Looptijd en beëindiging van deze overeenkomst
11.1
De beoogde looptijd van het Project vangt aan op 1 oktober 2011 en eindigt op 30 september 2013, dan wel zoveel eerder of later als partijen overeenkomen.. Partijen zullen zich inspannen om het Project binnen deze termijn uit te voeren. Partijen kunnen in onderling overleg besluiten de looptijd van het Project verlengen.
11.2
Indien de vereiste financiering voor het Project onverhoopt niet mocht worden verkregen zullen Partijen in overleg treden om te bezien of er binnen de gestelde (begrotings-)kaders bepaalde nader overeen te komen onderdelen van het Project uitgevoerd kunnen worden, respectievelijk aanvullende financiering gezocht kan worden voor andere delen van het Project. In beide gevallen zullen de Partijen de nieuwe afspraken als Bijlage bij deze Overeenkomst opnemen.
11.3
In geval overschrijding dreigt van de in artikel 12.1 genoemde periode waarin het Project wordt uitgevoerd, anders dan op grond van aan een der Partijen toe te rekenen of verwijtbare omstandigheden, zullen Partijen met elkaar overleggen en bezien of een voor Partijen acceptabel alternatief beschikbaar en uitvoerbaar is. Indien geen alternatief beschikbaar of uitvoerbaar blijkt te zijn, zijn Partijen jegens elkaar niet tot enige schadevergoeding gehouden dan wel is subsidiair de aansprakelijkheid van iedere Partij beperkt tot het bedrag dat tussen Partijen is overeengekomen.
11.4
Deze Overeenkomst kan niet tussentijds door één der Partijen éénzijdig worden opgezegd.
11.5
Indien en zodra één van de Partijen:
a. in staat van faillissement wordt verklaard;
b. (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt;
x. xxxxxxxxxx dan wel de exploitatie van de onderneming staakt of tot vrijwillige en/of gedwongen verkoop en overdracht van de onderneming overgaat;
hebben de overige Partijen gezamenlijk het recht deze Overeenkomst schriftelijk en met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk jegens die Partij te ontbinden.
11.6
Indien en zodra een Partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen onder deze Overeenkomst en deze tekortkoming niet ongedaan kan worden gemaakt of niet ongedaan wordt gemaakt binnen zestig (60) dagen nadat hij door de andere Partijen schriftelijk in gebreke is gesteld, hebben de andere Partijen het gezamenlijk recht om deze Overeenkomst schriftelijk en met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk jegens die Partij te ontbinden. Dergelijke ontbinding laat onverminderd het recht van Partijen om vergoeding van geleden of nog te lijden schade te vorderen.
11.7
Indien en voor zover deze Overeenkomst in de gevallen, bedoeld in de artikelen 12.5 of 12.6, jegens een Partij wordt ontbonden dan hebben de overige Partijen het recht de rechten en verplichtingen van die Partij conform de alsdan in goed onderling overleg te maken afspraken over te nemen, te herverdelen en/of aan een derde over te dragen.
11.8
Beëindiging van de Overeenkomst laat onverminderd van kracht de rechten en verplichtingen van elk der Partijen op grond van de artikelen 6, 7, 10, 11 en 12.
Artikel 12. Wijzigingen en toevoegingen
12.1
Afwijkingen van het Plan van aanpak of een gewijzigde voortgang of uitvoering van het Project zal slechts kunnen plaatsvinden in overleg tussen en met schriftelijke instemming van
Partijen.
12.2
Amendementen, toevoegingen aan en/of wijzigingen in deze Overeenkomst zijn uitsluitend mogelijk en geldig na schriftelijke bevestiging door alle Partijen.
12.3
Indien en voor zover enige bepaling c.q. enig onderdeel van deze Overeenkomst in strijd
mocht blijken te zijn met enige dwingend rechtelijke bepaling van nationale of internationale wetgeving, zal deze als niet overeengekomen worden beschouwd en zal deze Overeenkomst voor Partijen overigens verbindend blijven.
Partijen zullen alsdan gehouden zijn en verbinden zich over en weer jegens elkaar zodanig nietige bepaling te vervangen door zodanige bepaling als met de bedoeling van Partijen overeenstemt en als zodanig ook door hen overeengekomen kan worden.
12.4
Vernietiging of nietigheid van één of meerdere artikelen van deze Overeenkomst laat de rechtsgeldigheid van de andere bepalingen onaangetast.
Artikel 13 Algemene bepalingen
13.1
Deze Overeenkomst wordt niet door eerdere en/of andere afspraken en/of overeenkomsten beheerst, tenzij door Partijen schriftelijk anders wordt overeengekomen.
De toepasselijkheid van eventuele Algemene Voorwaarden van ieder der Partijen is uitdrukkelijk uitgesloten.
13.2
Partijen dragen er zorg voor dat de bij de uitvoering van het Project betrokken personen op de hoogte zijn van de in deze Overeenkomst genoemde bepalingen en zich daaraan zullen houden.
Artikel 14 Toepasselijk recht
14.1
Op deze Overeenkomst en de uitvoering daarvan is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
Artikel 15 Geschillenregeling
15.1
Alle geschillen die uit deze Overeenkomst mochten voortvloeien, daaronder mede begrepen alle geschillen die in verband met, danwel naar aanleiding van, de totstandkoming, inhoud, uitleg of uitvoering van deze Overeenkomst mochten ontstaan, zullen Partijen eerst onderling op minnelijke wijze trachten op te lossen.
15.2
Indien en voor zover Partijen in minnelijk overleg niet tot een voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing mochten komen, heeft ieder der Partijen het recht het geschil betreffende deze Overeenkomst ter finale beslechting voor te leggen aan de bevoegde burgerlijke rechter te Utrecht, zulks met uitsluiting van iedere andere rechtsgang.
15.3
Van een geschil, als bedoeld in artikel 16.2, is sprake wanneer tenminste één van de Partijen zulks stelt en de overige Partijen hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gebracht.
15.4
Het enkele feit, dat een geschil, als bedoeld in artikel 16.2, aanhangig is gemaakt, ontslaat de Partij, die dat geschil bij de rechter aangebracht heeft, niet van de verplichting om, ter beperking van schade en kosten en in het belang van een spoedige oplossing van het gerezen conflict, een aanbod van de overige Partijen om opnieuw in minnelijk overleg te treden overeenkomstig artikel 16.1, serieus in overweging te nemen.
BIJLAGE(N):
- Plan van aanpak LiveDijk Utrecht d.d. 29 augustus 2011
Aldus overeengekomen en in VIJFvoud opgemaakt
te: Utrecht
op: (datum)
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Dijkgraaf en Hoogheemraden namens deze,
P.J.M. Xxxxxxxx, Dijkgraaf
Namens Rijkswaterstaat,
ir. X.X. xx Xxxx, Hoofd Ingenieur Directeur
Namens de Provincie Utrecht,
X. X. xx Xxxxx, Gedeputeerde
Namens de Stichting IJkdijk,
ing. W.S. Zomer X.Xx., directeur
Namens de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer,
mr. J.H. Xxxxxxx, voorzitter
ir. J.M.J. Xxxxxx, directeur