ALGEMENE VOORWAARDEN HUUR EN VERHUUR LIG- EN/OF BERGPLAATSEN
ALGEMENE VOORWAARDEN HUUR EN VERHUUR LIG- EN/OF BERGPLAATSEN
voor vaartuigen en aanverwante artikelen
ARTIKEL 1 - DEFINITIES
De in deze Algemene Voorwaarden genoemde bedragen zijn inclusief BTW. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
a. Ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst sluit betreffende het tegen betaling ter beschikking stellen van een lig- en/of bergplaats voor een vaartuig en/of deel van een vaartuig. In dit geval Stadshavens Medemblik B.V..
b. Huurder: natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die een overeenkomst aangaat met betrekking tot het gebruik van een lig- en/of bergplaats voor een vaartuig en/of deel van een vaartuig.
c. Vaartuig: een voorwerp dat is ingericht om op het water te verblijven en te bewegen bestemd voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding, inclusief de daarvan deeluitmakende uitrustingstukken en inventaris, alsmede een casco of een vaartuig in aanbouw.
d. Lig- en/of bergplaats: een door de ondernemer aan de huurder of de passant ter beschikking gestelde ruimte op de wal of in het water ten behoeve van de plaatsing van een vaartuig en/of een deel van een vaartuig.
e. Passant: een derde die met de ondernemer een huurovereenkomst met betrekking tot een ligplaats aangaat waarbij de huurprijs per dag in rekening wordt gebracht en op wie de artikelen 4, 5 lid 1, en de artikelen 6 en 7 van deze voorwaarden niet van toepassing zijn.
f. Huurovereenkomst: de overeenkomst waarbij de ondernemer zich verbindt om de Huurder of de passant tegen betaling een lig- en/of bergplaats in gebruik te geven.
g. Elektronisch: per e-mail of website.
h. Bezoeker: een derde, geen contractant, die het haventerrein bezoekt dan wel bij een contractant van de ondernemer op bezoek is.
i. Xxxxxxxx: de huurperiode van 1 april van een bepaald jaar tot 1 april van het daarop volgende jaar (tenzij anders overeengekomen).
j. Zomerseizoen: de periode van 1 april tot 1 oktober in een bepaald jaar.
k. Winterseizoen: de periode van 1 oktober van een bepaald jaar tot 1 april van het daarop volgende jaar.
l. Winterberging: de al dan niet overdekte berging op de wal gedurende de winterperiode van tenminste 15 november van een bepaald jaar tot 15 maart van het daarop volgende jaar; de winterberging omvat tevens het hellingen, het in de winterberging plaatsen alsmede het te water laten van het vaartuig, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
m. Haventerrein: de haven en de bijbehorende (parkeer)terreinen en gebouwen.
n. Havenreglement: regels van huishouding, gedrag en orde.
ARTIKEL 2 - DE TOEPASSELIJKHEID
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten van huur en verhuur van lig- en/of bergplaatsen voor vaartuigen en aanverwante artikelen.
2. In de overeenkomst van huur en verhuur is tevens begrepen de ruimte die nodig is om maximaal één bij het vaartuig behorende bijboot of zeilplank te stallen, mits daardoor niet meer ruimte wordt ingenomen dan door de ondernemer aan de desbetreffende huurder wordt verhuurd.
3. Deze voorwaarden kunnen zijn vertaald vanuit de Nederlandse taal in een vreemde taal. In geval van mogelijke verschillen in de teksten, die het gevolg van deze vertaling zijn, prevaleert de Nederlandse tekst.
ARTIKEL 3 - DE OVEREENKOMST
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod door de huurder. In geval van een elektronische opdrachtverlening stuurt de ondernemer een elektronische bevestiging naar de huurder.
2. De overeenkomsten worden bij voorkeur schriftelijk danwel elektronisch vastgelegd.
3. Van een schriftelijke overeenkomst dient een afschrift aan de huurder te worden verstrekt.
ARTIKEL 4 - DE VERSCHULDIGDHEID VAN DE HUURSOM
1. Bij het sluiten van de overeenkomst kan de ondernemer met de huurder een vooruitbetaling overeenkomen van:
- ten hoogste 50 procent van de huursom bij een boeking binnen 3 maanden vóór aanvangsdatum van de huurperiode;
- ten hoogste 25 procent van de huursom bij een boeking langer dan 3 maanden vóór aanvangsdatum van de huurperiode.
2. De huurder blijft de totale huursom verschuldigd ook al maakt hij tijdelijk geen gebruik van het gehuurde.
3. Wanneer een vaartuig na de periode van de winterberging niet te water behoeft te worden gelaten, is een tussen partijen nader overeen te komen huursom verschuldigd voor de ingenomen ruimte. Dit geldt onverminderd de vergoeding van noodzakelijk te maken verplaatsingskosten.
ARTIKEL 5 - BETALINGSVOORWAARDEN
1. Betaling van de huursom moet binnen tien werkdagen na ontvangst van de factuur, doch uiterlijk op de aanvangsdatum van de overeengekomen huurperiode, op het kantoor van de ondernemer of door overmaking naar een door de ondernemer aan te wijzen bankrekening geschieden.
2. De huurder is in verzuim vanaf het verstrijken van de betalingsdatum. De ondernemer zendt na het verstrijken van die datum een betalingsherinnering
en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering te betalen. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald en de huurder zich niet op overmacht kan beroepen, is de ondernemer gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het verstrijken van de betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente plus 3% op jaarbasis over het verschuldigde bedrag.
3. Indien de huurder na verzending van de betalingsherinnering in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de ondernemer bovendien gerechtigd het in lid 2 genoemde bedrag met de incassokosten te verhogen. Buitengerechtelijke kosten zijn alle kosten die door de ondernemer in rekening moeten worden gebracht voor advocaten, deurwaarders en ieder ander van wie hij zich bedient voor de invordering van het verschuldigde bedrag.
De buitengerechtelijke kosten worden vastgesteld op:
15% over de eerste € 2.500,-- van het verschuldigde bedrag; 10% over de volgende € 2.500,-- van het verschuldigde bedrag;
5% over de daarop volgende € 5.000,-- van het verschuldigde bedrag; 1% over de daarop volgende € 15.000,-- van het verschuldigde bedrag.
4. Klachten over facturen dienen, bij voorkeur schriftelijk en behoorlijk omschreven en toegelicht, binnen bekwame tijd na ontvangst van de desbetreffende factuur, bij de ondernemer te worden ingediend.
ARTIKEL 6 - ANNULERING
1. Indien de éérste huurovereenkomst meer dan drie maanden vóór aan- vang van de huurperiode tot stand is gekomen, kan de huurder de overeenkomst annuleren tot drie maanden vóór aanvang van de huurperiode. In dat geval is de huurder 25% van de overeengekomen huursom verschuldigd.
2. In geval van annuleren binnen een periode van drie maanden tot twee weken vóór aanvang van de huurperiode is de huurder 50% van de overeengekomen huursom verschuldigd.
3. In geval van annuleren binnen twee weken vóór aanvang van de huurperiode is de huurder de volledige overeengekomen huursom verschuldigd.
4. De in de voorgaande leden bedoelde annulering dient schriftelijk of per e-mail te geschieden.
ARTIKEL 7 - DUUR EN VERLENGING VAN DE HUUR
1. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van één jaar en wel van 1 april van een bepaald jaar tot 1 april van het daarop volgende jaar, tenzij anders door partijen wordt overeengekomen.
2. De huurovereenkomst die voor één jaar dan wel voor het zomer of winterseizoen geldt, wordt geacht stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden - behoudens het in lid 3 gestelde - en voor dezelfde periode te zijn verlengd, tenzij uiterlijk drie maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de overeenkomst schriftelijk of per e-mail door één van beide partijen is opgezegd.
3. De ondernemer kan uiterlijk drie maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de huursom wijzigen. In dat geval heeft de huurder het recht om binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het bericht alsnog de huurovereenkomst op te zeggen. Dit laatste geldt niet indien de huursom wordt gewijzigd naar aanleiding van een lastenverzwaring aan de zijde van de ondernemer als gevolg van een wijziging van belastingen, heffingen en dergelijke die mede de huurder betreffen.
ARTIKEL 8 - RETENTIERECHT EN HET RECHT VAN VERKOOP
1. De ondernemer is gerechtigd het vaartuig van de in verzuim zijnde huurder onder zich te houden, totdat deze het totaal verschuldigde bedrag heeft voldaan. Hiertoe worden ook gerekend de kosten die voortvloeien uit dit retentierecht.
2. Het retentierecht van de ondernemer vervalt, indien sprake is van een geschil als bedoeld in artikel 15, de huurder dit geschil aanhangig heeft gemaakt bij de in dat artikel genoemde Geschillencommissie en voorts de huurder aan de ondernemer heeft bevestigd dat hij het verschuldigde bedrag bij de Geschillencommissie in depot heeft gestort.
3. Indien de huurder na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te voldoen en de waarde van het vaartuig en alle daarvoor bestemde materialen en toebehoren niet meer bedraagt dan € 10.000,-- heeft de ondernemer, zonder gerechtelijke tussenkomst, het recht van verkoop en levering mits:
- de ondernemer de huurder bij aangetekend schrijven tot betaling heeft aangemaand en de huurder zes maanden na datum van dit aangetekende schrijven het verschuldigde bedrag nog niet heeft voldaan of de vordering schriftelijk en gemotiveerd heeft betwist, en
- de ondernemer na het verstrijken van voornoemde periode van zes maanden de huurder bij deurwaardersexploot wederom heeft aangemaand het verschuldigde bedrag binnen vijftien werkdagen te voldoen en betaling wederom uitblijft.
4. Het recht van verkoop vervalt indien de huurder zich tot de in artikel 15 genoemde Geschillencommissie heeft gewend en het door hem verschuldigde bedrag bij deze commissie in depot heeft gestort.
5. Op de ondernemer rust de verplichting om het eventuele verschil tussen de verkoopopbrengst en het door de huurder verschuldigde bedrag, indien mogelijk, aan de huurder te voldoen.
6. De huurder is in voorkomende gevallen verplicht om, indien het vaartuig op zijn naam te boek is gesteld, medewerking te verlenen aan doorhaling van deze teboekstelling.
ARTIKEL 9 - BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
1. De huurder moet het haven- en werf reglement en de aanwijzingen wat betreft de huurovereenkomst van of namens de ondernemer nakomen.
2. De huurder is verplicht zijn vaartuig in een goede staat van onderhoud te houden.
3. In het geval van mogelijke verschillen in de tekst tussen deze voorwaarden en het havenreglement prevaleren deze algemene voorwaarden.
4. Op het haventerrein mogen werkzaamheden die niet het dagelijks onderhoud betreffen alleen met toestemming van de ondernemer door de huurder worden verricht. De ondernemer moet, na kennisgeving, toelaten dat derden werkzaamheden ter plaatse verrichten voor zover het garantiewerkzaamheden van of namens de leverancier betreft. Voor alle andere werkzaamheden van derden is toestemming nodig van de ondernemer.
5. Onderhuur of bruikleen van het gehuurde is niet toegestaan.
6. Het is de huurder verboden het in de haven afgemeerde vaartuig of de ligplaats tot een voorwerp van commerciële activiteit te maken. Onder dit laatste wordt mede verstaan het aanbrengen van daartoe strekkende borden, mededelingen, aanduidingen enz. in de haven en/of op het vaartuig en het in de haven te koop aanbieden van het vaartuig.
7. De huurder is verplicht zijn vaartuig en toebehoren tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren gedurende de tijd dat hij gebruik maakt van de lig- en/of bergplaats. De ondernemer heeft het recht van xxxxxx in de desbetreffende polis van de huurder.
8. De huurder wordt geadviseerd zijn vaartuig en toebehoren ook tegen cascoschade te verzekeren.
ARTIKEL 10 - BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE ONDERNEMER
1. De ondernemer is verplicht behoorlijk toezicht te houden om de goede gang van zaken op het haventerrein en op de vaartuigen te handhaven.
2. Indien gevaar voor schade dreigt of de veiligheid in gevaar zou kunnen worden gebracht, is de ondernemer gerechtigd om op kosten van de huurder de noodzakelijke voorzieningen te treffen. In spoedgevallen mag de ondernemer dit doen zonder waarschuwing; in alle andere gevallen indien de huurder niet binnen een redelijke termijn aan zijn waarschuwing gehoor heeft gegeven.
3. De ondernemer is gerechtigd om een vrijgekomen ligplaats te verhuren, mits de huurder hierdoor op geen enkele wijze in zijn huurrechten wordt gestoord.
4. De ondernemer dient zich te houden aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De ondernemer zal aan de huurder/passant de Privacy Policy verstrekken.
ARTIKEL 11 - AANSPRAKELIJKHEID EN RISICO
1. De ondernemer verleent aan de huurder de mogelijkheid om zijn vaartuig en/of aanverwante artikelen te plaatsen bij de ondernemer. De
ondernemer is jegens de huurder slechts aansprakelijk voor schade aan het vaartuig of andere zaken indien die schade het gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen aan de ondernemer, aan personen in zijn dienst, dan wel aan personen die door hem zijn aangesteld voor de uitvoering van werkzaamheden.
2. Ten aanzien van de wederzijdse verplichtingen, de aansprakelijkheid en het risico conformeren partijen zich over en weer - voor zover in deze voorwaarden daarvoor geen afwijkende bepaling is opgenomen - aan de wettelijke bepalingen van Boek 7 titel 4 Burgerlijk Wetboek, welke bepalingen betrekking hebben op de huurovereenkomst. Dit geldt ongeacht de kwalificatie van de overeenkomst.
3. De vaartuigen zijn/worden niet door de ondernemer verzekerd. De huurder dient zelf zorg te dragen voor een afdoende verzekering. Het door de huurder niet afdoende verzekeren van het vaartuig tegen cascoschade komt voor risico van de huurder.
4. De huurder is jegens de ondernemer aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen aan hemzelf, aan zijn gezinsleden, aan personeelsleden dan wel aan door de huurder genodigden.
ARTIKEL 12 - KLACHTEN
1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten schriftelijk of elektronisch en behoorlijk omschreven en toegelicht, binnen bekwame tijd nadat de huurder de onvolkomenheid heeft geconstateerd of heeft kunnen constateren, ter kennis worden gebracht van de ondernemer.
2. Niet-tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de huurder zijn rechten ter zake verliest, tenzij de overschrijding van de termijn in redelijkheid niet aan de huurder kan worden tegengeworpen.
3. Als duidelijk is geworden dat de klacht niet in onderling overleg kan worden opgelost, is er sprake van een geschil.
ARTIKEL 13 - ONTBINDING OVEREENKOMST
Onverminderd het recht om nakoming te vorderen geeft een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming van de huurder dan wel van de ondernemer in de nakoming van één van hun verbintenissen aan de ondernemer respectievelijk de huurder de bevoegdheid om zonder gerechtelijke tussenkomst de huurovereenkomst terstond te ontbinden. In geval van ontbinding van de huurovereenkomst als gevolg van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle, ook niet direct opeisbare, vorderingen.
ARTIKEL 14 - RECHTSKEUZE
Op alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingende regels ander nationaal recht van toepassing is.
ARTIKEL 15 - GESCHILLENREGELING
1. Geschillen tussen huurder en ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze ondernemer
te leveren of geleverde diensten en zaken, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, kunnen zowel door de huurder als door de ondernemer aanhangig worden gemaakt.