Voorwaarden
Voorwaarden
voor Beleggingsadvies
U belegt of wilt gaan beleggen bij Van Lanschot waarbij wij u adviseren. Hiervoor hebt of sluit u een Overeenkomst voor Beleggingsadvies met Van Lanschot Kempen NV, ook handelend onder de naam Van Lanschot. Bij deze overeenkomst horen afspraken. Deze afspraken noemen we voorwaarden. Deze vindt u in deze brochure ‘Voorwaarden voor Beleggingsadvies’. Hierin leest u alles over onze dienstverlening Beleggingsadvies, de beleggingen waarover wij adviseren en de beleggingsrisico’s die hieraan verbonden zijn. Xxxx deze voorwaarden goed. Als u akkoord gaat
met de Overeenkomst voor Beleggingsadvies, dan gelden vanaf dat moment deze voorwaarden.
Van Lanschot
’s-Hertogenbosch, augustus 2022
Inhoud
Inleiding
6. Kenmerken en risico’s van beleggen en verschillende beleggingen
P A G I N A 3
P A G I N A 5 1
1. Algemene afspraken en afspraken over uw effectenrekening
P A G I N A 5
2. Beleggingsadvies
P A G I N A 9
3. Wat is een beleggingsprofiel en hoe werkt het?
P A G I N A 2 0
4. Kosten
P A G I N A 2 8
5. Overige voorwaarden
7. Beleidsstukken voor beleggen
P A G I N A 6 7
Bijlage 1. Begrippenlijst
P A G I N A 7 2
Bijlage 2. Afkortingen
P A G I N A 7 3
Bijlage 3. Informatieblad over het depositogarantiestelsel (DGS)
P A G I N A 7 5
Bijlage 4. Verplichte informatie over uw keuze mogelijkheden in de wijze van aanhouden van uw beleggingen
P A G I N A 3 8
P A G I N A 7 7
Inleiding
1 Wie is van Lanschot?
2. Welke beleggingsdiensten verleent Van Lanschot?
3. Welke voorwaarden gelden er nog meer voor u?
4. Hoe werken deze voorwaarden en andere voorwaarden die horen bij beleggen?
5. Staat er een bepaling in deze voorwaarden die door een uitspraak van de rechter niet meer geldig is?
In dit document staan de voorwaarden die horen bij de overeenkomst voor Beleggingsadvies (overeenkomst).
Elk hoofdstuk begint met een korte toelichting op wat er in dat hoofdstuk staat beschreven.
In de overeenkomst en deze voorwaarden gebruiken wij begrippen. In de tekst van de overeenkomst en deze voorwaarden staan deze begrippen schuingedrukt. Deze begrippen hebben we achterin deze voorwaarden in een lijst opgenomen (Bijlage 1 Begrippenlijst) met een toelichting.
1. Wie is Van Lanschot?
U sluit of hebt een overeenkomst met Xxx Xxxxxxxx Kempen NV. We noemen ons ook Van Lanschot. Wij zijn de oudste onafhankelijke bank in Nederland. Ons adres is:
Xxxxx Xxxxxxxx 00
0000 XX ’s-Hertogenbosch.
U kunt ons ook bereiken via onze website, xxx.xxxxxxxxxxx.xx. Ook kunt u bellen met Van Lanschot Client Services. Deze afdeling is bereikbaar op werkdagen van 8.00 uur tot 21.00 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur, telefoon 0800 1737.
Wij zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel ’s-Hertogenbosch, nummer 00000000, btw-identificatienummer NL0011.45.770.B01.
Wij zijn als bank geregistreerd in het register van de Wet op het financieel toezicht (wet). Daardoor staan wij onder toezicht van:
De Nederlandsche Bank NV (DNB) Xxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxxxxx
en van de:
Autoriteit Financiële Markten (AFM) Xxxxxxx 00000 0000 XX Xxxxxxxxx.
Informatie over onze inschrijving in de registers kunt u vinden op de websites xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx/ en xxx.xxx.xx/xxxxxxxxx.
2. Welke beleggingsdiensten verleent Van Lanschot?
Wij verlenen de volgende beleggingsdiensten.
− Vermogensbeheer en Xxx Xxxxxx
− Beleggingsadvies
– Xxxx Xxxxxxxx en Evi Go
Als wij u een beleggingsdienst verlenen, verlenen wij u vaak ook een of meer andere diensten die met uw beleggingen te maken hebben. Deze voorwaarden gelden ook voor die andere diensten. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het wisselen van valuta voor het aankopen van beleggingen of het bewaren en beheren van uw beleggingen. Dit noemen wij onze dienstverlening voor Beleggingsadvies.
3. Welke voorwaarden gelden er nog meer voor u?
De Algemene Voorwaarden Van Lanschot (Algemene Voorwaarden) gelden ook voor u. Dit zijn de algemene voorwaarden die gelden voor alle diensten en producten die u van ons afneemt.
Onze Algemene Voorwaarden zijn door de Nederlandse Vereniging van Banken gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Wij gaan ervan uit dat u van de inhoud kennisneemt.
Daarnaast kunnen er nog aanvullende voorwaarden gelden voor of kan er nog aanvullende informatie horen bij:
– bepaalde diensten die we u verlenen,
– de manier waarop wij contact met u hebben,
– bepaalde beleggingen waarin u belegt.
Zo hoort bij sommige beleggingen een prospectus, de Essentiële Beleggersinformatie (EBi) of het Essentiëleinformatiedocument (Eid).
Als wij niet de opsteller van die voorwaarden of prospectus zijn, zijn wij voor de inhoud niet verantwoordelijk.
En hoewel wij met u in het Nederlands contact hebben, kan de tekst van die voorwaarden of informatie in het Engels zijn. Als u de Engelse taal niet begrijpt, dan moet u dat bij ons aangeven.
4. Hoe werken deze voorwaarden en andere voorwaarden die horen bij beleggen?
Leest u over hetzelfde onderwerp iets in de Algemene Voorwaarden en in andere voorwaarden wat tegenstrijdig is? Dan geldt de volgende rangorde. De voorwaarden die horen bij een product of dienst gaan vóór op de Algemene Voorwaarden, behalve als de Algemene Voorwaarden u als consument meer rechten of bescherming geven. De afspraken in een overeenkomst gaan weer vóór op de voorwaarden bij die overeenkomst. De inhoud van uw overeenkomst gaat bijvoorbeeld vóór op hoofdstuk 5 van deze voorwaarden. En deze voorwaarden gaan weer vóór op de Algemene Voorwaarden die u al hebt.
5. Staat er een bepaling in deze voorwaarden die door een uitspraak van de rechter niet meer geldig is?
Dan blijven alle andere afspraken in deze voorwaarden wel geldig.
1. Algemene afspraken en afspraken over uw effectenrekening
Inleiding
Algemene afspraken
1. Wat doen wij met uw gegevens?
2. Xxxx u het niet eens met ons?
3. Hebt u een klacht?
4. Welke garantiestelsels zijn er?
5. Zijn uw beleggingen beschermd als Van Lanschot failliet gaat?
Afspraken over uw effectenrekening
6. Hoe kunt u geld overschrijven naar en opnemen van uw effectenrekening?
7. Welke rentepercentages gelden er?
8. Wat gebeurt er als er te weinig geld op uw effectenrekening staat?
9. Xxxxx informatie ontvangt u van ons over uw effectenrekening?
10. Wat gebeurt er als u een effectenrekening hebt samen met andere personen?
11. Hebt u vragen?
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt u de afspraken die een aanvulling zijn op onze Algemene Voorwaarden die u al hebt ontvangen. Hierin spreken wij af hoe wij met elkaar omgaan.
Algemene afspraken
1. Wat doen wij met uw gegevens?
Uw privacy is belangrijk voor ons. Wij behandelen uw persoonsgegevens daarom verantwoord en zorgvuldig. Persoonsgegevens vertellen tenslotte van alles over u. Het is voor ons essentieel dat uw informatie bij ons veilig is. Wij verwerken persoonsgegevens voor klanten. Wij hebben uw persoonsgegevens om allerlei redenen nodig. Om een klant te accepteren, maar ook om producten en diensten aan te kunnen bieden. Wij zijn graag transparant over wat wij met uw persoonsgegevens doen en vinden het belangrijk dat deze kloppen. Wij gebruiken uw persoonsgegevens voor onze dienstverlening. Het komt voor dat we uw persoonsgegevens aan derden verstrekken. Dit doen we alleen als dat nodig is voor het uitvoeren van de overeenkomst met u of om onze bedrijfsvoering efficiënt te houden. Wilt u precies weten wat wij doen met uw persoonsgegevens? Xxxx dan alle informatie daarover in ons Privacy Statement op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx.
Wij nemen telefoongesprekken met u bijna altijd op. Dit doen we omdat we dit wettelijk verplicht zijn, maar ook om mogelijke klachten goed te kunnen afwikkelen. Wij hoeven u niet bij elk telefoongesprek te vertellen dat
wij het opnemen. Wij bewaren de opnames tien jaar. Na deze tien jaar vernietigen we ze. Als u een opgenomen telefoongesprek van uzelf wilt beluisteren, dan kan dat.
2. Xxxx u het niet eens met ons?
Xxxx u het niet eens met ons over iets wat te maken heeft met beleggingen die nog op uw effectenrekening zijn geadministreerd? Dan bent u verplicht om de eventuele schade te beperken. U moet bijvoorbeeld uw posities verkopen of uw optieposities sluiten. Dat moet u ook doen als u op dat moment nog niet weet wat de uitkomst is van het geschil of als u nog niet weet of wij verantwoordelijk zijn voor de schade.
3. Hebt u een klacht?
Als u een klacht hebt, dan kunt u dat aan ons laten weten. Wij hebben een klachtenprocedure. Die vindt u op onze website, xxx.xxxxxxxxxxx.xx. U kunt uw klacht schriftelijk of mondeling indienen bij uw beleggings- specialist. Een klacht moet worden ingediend binnen één jaar nadat het feit zich heeft voorgedaan of nadat u redelijkerwijs kennis hebt kunnen nemen van het feit.
Vermeld in ieder geval uw naam, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres. Geef een duidelijke omschrijving van uw klacht. Voeg eventueel de belangrijkste documenten toe om uw klacht te ondersteunen.
Bent u niet tevreden? Of stuurt u uw klacht liever niet naar het kantoor waar u bankiert? Dan kunt u uw klacht voorleggen aan onze afdeling Klachtenmanagement. Stuurt u dan:
– een e-mail naar xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xxx of
– een brief naar:
Van Lanschot
Afdeling Klachtenmanagement Xxxxxxx 0000
0000 XX ’x-Xxxxxxxxxxxxx.
Komt u er met ons niet uit? Dan kunt u uw klacht mogelijk voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Dit moet u doen binnen drie maanden nadat u van ons reactie hebt gehad. Hoe u dit doet en de criteria die daarvoor gelden, leest u op xxx.xxxxx.xx. U kunt ook eerst bellen met het Kifid, telefoon (000) 000 00 00. In plaats daarvan kunt u met uw klacht ook naar de rechtbank in Amsterdam gaan.
4. Welke garantiestelsels zijn er?
Als De Nederlandsche Bank constateert dat Van Lanschot niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, dan gelden het beleggerscompensatiestelsel en het depositogarantiestelsel zoals vastgesteld in de wet. Op grond hiervan kunnen klanten die voldoen aan bepaalde criteria worden gecompenseerd. Beide compensatiestelsels zijn uitdrukkelijk niet bedoeld voor de compensatie van verliezen die voortvloeien uit beleggingen.
Uw beleggingen vallen onder het beleggerscompensatiestelsel. Het geld op uw effectenrekening valt onder het depositogarantiestelsel. Het depositogarantiestelsel geldt per rekeninghouder per bank. Hebt u naast de effectenrekening nog andere rekeningen bij Van Lanschot? Dan wordt het saldo op al deze rekeningen bij elkaar geteld om te beoordelen of u recht hebt op compensatie uit het depositogarantiestelsel. Meer informatie over het depositogarantiestelsel vindt u in Bijlage 3. ‘Informatieblad over het depositogarantiestelsel (DGS)’. Ook vindt u meer informatie over de garantiestelsels op onze website, xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
5. Zijn uw beleggingen beschermd als Van Lanschot failliet gaat?
De meeste van uw beleggingen zijn beschermd door de Wet giraal effectenverkeer. Door deze wet vallen de meeste beleggingen niet in ons vermogen bij een faillissement. Sinds 1 april 2016 worden ook derivaten zoals opties door deze wet beschermd. Daarnaast kunt u nog posities hebben in girale edelmetalen. Deze worden niet gezien als een effect en zijn daarom ook niet beschermd door de Wet giraal effectenverkeer.
Meer informatie over uw keuzemogelijkheden in de wijze van aanhouden van beleggingen vindt u in Bijlage 4 ‘Verplichte informatie over uw keuze mogelijkheden in de wijze van aanhouden van uw beleggingen’ van deze voorwaarden.
Afspraken over uw effectenrekening
6. Hoe kunt u geld overschrijven naar en opnemen van uw effectenrekening?
U kunt u geld van en naar uw effectenrekening overschrijven via uw vaste tegenrekening. De tegenrekening is een betaal- rekening in euro’s die u bij ons aanhoudt of een betaalrekening in euro’s bij een andere bank in Nederland. De kosten voor het aanhouden van een betaalrekening bij ons vindt u op onze website www.vanlanschot/tarieven/betalen.
Wilt u geld overschrijven vanaf uw tegenrekening bij ons naar uw effectenrekening? U kunt het gewenste bedrag overschrijven via online bankieren. Ook als u geld wilt opnemen van uw effectenrekening, dan kunt u in online bankieren geld overmaken naar uw tegenrekening. Vanuit deze rekening kunt u het geld opnemen. Heeft u geen online bankieren, dan kunt u uw banker opdracht geven het gewenste bedrag over te schrijven van of naar uw effectenrekening.
Wilt u geld overschrijven naar uw effectenrekening vanaf uw tegenrekening bij een andere bank? Dan kunt u de overschrijving zelf verzorgen.
7. Welke rentepercentages gelden er?
Voor de effectenrekening hanteren wij een rentetrap met rentetreden. Dit betekent dat de hoogte van het rente- percentage waarmee wij het rentebedrag berekenen afhankelijk is van het saldo dat op uw effectenrekening staat. Voor iedere rentetrede geldt een afzonderlijk rentepercentage. De rentepercentages kunnen ook negatief zijn. Dit betekent dat u geld aan ons moet betalen. Brengen wij negatieve rente in rekening? Dan mogen wij het rentebedrag afschrijven van het saldo op uw effectenrekening.
De rentepercentages en de rentetreden zijn variabel. Dit betekent dat wij de rentepercentages en de rentetreden altijd kunnen aanpassen. Wij informeren u altijd vooraf over een aanpassing. De hoogte van de rentepercentages en de rentetreden kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx. U kunt het rentepercentage ook opvragen bij uw banker.
Wij berekenen op dagbasis het rentebedrag waar u recht op hebt. Wij bepalen hoe wij het rentebedrag berekenen. Op de eerste dag van elk kalenderkwartaal schrijven wij het rentebedrag bij op uw effectenrekening. Dit is het rentebedrag over het saldo van het voorgaande kwartaal.
8. Wat gebeurt er als er te weinig geld op uw effectenrekening staat?
U spreekt met ons af of u op uw effectenrekening rood mag staan en hoeveel. Als u rood staat, hanteren wij een rentepercentage en betaalt u ons een rentebedrag. U mag niet méér rood staan dan we hebben afgesproken. U mag niet rood staan, als wij dat niet hebben afgesproken. Gebeurt dit toch, dan moet u een hoger rentebedrag aan ons betalen. Wij bepalen het rentepercentage. We mogen dit rentepercentage altijd aanpassen. U betaalt het rentebedrag aan het eind van elk kwartaal. De hoogte van het rentepercentage kunt u vinden op www. xxxxxxxxxxx.xx bij tarieven/sparen. Ook kunt u het actuele rentepercentage opvragen bij uw beleggingsspecialist.
9. Xxxxx informatie ontvangt u van ons over uw effectenrekening?
U kunt de actuele verdeling van uw vermogen en de resultaten van uw beleggingen op uw effectenrekening dagelijks inzien via online bankieren en de Beleggen App.
U krijgt ook één keer per jaar een Financieel Jaaroverzicht. Dit overzicht ontvangt u van ons digitaal, tenzij wij andere afspraken met u maken. Het Financieel Jaaroverzicht kunt u uitsluitend gebruiken voor uw belasting- aangifte in Nederland. Doet u aangifte in een ander land? Dan raden wij u aan om advies in te winnen bij een fiscale adviseur die de lokale vereisten van dat andere land kent zodat u op een juiste manier belastingaangifte kunt doen.
10. Wat gebeurt er als u een effectenrekening hebt samen met andere personen?
U kunt samen met andere personen een effectenrekening bij ons hebben. U bepaalt dan samen wat er gebeurt met het geld en uw beleggingen op de effectenrekening.
Hebt u een en/of-rekening? Dan mag u ook ieder apart bepalen wat er gebeurt met het geld en de beleggingen op de effectenrekening. We kunnen hierover een andere afspraak maken. Wanneer we een bericht sturen naar één van u, dan gaan we er vanuit dat we dit bericht hebben gestuurd aan u allemaal. Behalve als we hierover iets anders hebben afgesproken met u. Geeft een van u aan ons een opdracht of deelt een van u ons iets mee? Dan gaan wij ervan uit dat deze persoon dit doet namens u allen.
Wil één van u dat u niet meer ieder apart kunt bepalen wat er gebeurt met het geld en de beleggingen op de effectenrekening? Dan kan deze persoon dit in een brief aan ons vragen. U mag vanaf dan alleen nog samen bepalen wat er gebeurt met het geld en de beleggingen op de effectenrekening. Soms mogen wij beslissen dat u niet meer ieder apart kunt bepalen wat er gebeurt met het geld en de beleggingen op de effectenrekening. Bijvoorbeeld als u van plan bent te scheiden van uw partner en u hebt samen bij ons een effectenrekening. Wij sturen ieder van u dan zo snel mogelijk een brief hierover.
Staat u rood op uw effectenrekening terwijl dat niet mag? Of staat u meer rood dan mag? Dan bent u ieder apart ervoor verantwoordelijk dat u het tekort zo snel mogelijk weer terugbetaalt. Ieder van u is verantwoordelijk om het hele bedrag terug te betalen.
Als één van u overlijdt, dan mogen de andere personen ieder apart de effectenrekening blijven gebruiken op de manier zoals wij met u hebben afgesproken in de overeenkomst.
Deze bepaling geldt niet als u een rechtspersoon bent.
11. Hebt u vragen?
Hebt u vragen of zoekt u andere informatie? Ga dan naar onze website, xxx.xxxxxxxxxxx.xx of bel met uw beleggingsspecialist. U kunt ook bellen met Van Lanschot Client Services, telefoon 0800 1737. Deze afdeling kunt u op werkdagen bereiken van 8.00 uur tot 21.00 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur.
Inleiding Beleggingsadvies
1. Wat is Beleggingsadvies?
2. Wanneer is de dienstverlening voor Beleggingsadvies passend voor u?
3. Hoe integreren wij duurzaamheid inclusief de kansen en risico’s die hier mee samenhangen in ons beleggingsproces?
4. Welke duurzaamheidsclassificaties zijn er?
5. Welke duurzaamheidsclassificatie heeft Beleggingsadvies?
Beleggingsconcepten
6. Welke beleggingsconcepten kennen wij bij Beleggingsadvies?
7. Wanneer kunt u het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies?
8. Wanneer kunt u het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief?
9. Wanneer kunt u het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek?
10. Hoe kiest u een beleggingsconcept?
11. Wat moet u doen als u uw beleggingsconcept wilt wijzigen?
Overig
12. Wat moet u doen als u wilt overstappen naar een andere dienstverlening of een ander soort beleggingsdienst bij ons?
13. Wanneer eindigt de overeenkomst?
14. Wat gebeurt er als u overlijdt?
15. Wat gebeurt er als u onder bewind of curatele wordt gesteld?
16. Wat gebeurt er als u naar de Verenigde Staten van Amerika verhuisd?
Inleiding
In dit hoofdstuk leggen we uit wat de dienstverlening Beleggingsadvies bij ons inhoudt. Daarnaast leggen we uit welke beleggingsconcepten we bij Beleggingsadvies kennen. We geven per beleggingsconcept aan wat u van ons kunt verwachten en wat wij van u verwachten. U kunt deze uitleg gebruiken om de, voor u, meest passende vorm van dienstverlening te kiezen. Als laatste geven we aan wat u moet doen als u van beleggingsconcept of dienstverlening wilt wijzigen.
Beleggingsadvies
1. Wat is beleggingsadvies?
U krijgt van ons advies over uw beleggingen op afhankelijke basis. Dit betekent dat wij ons advies baseren op een beperkte analyse van verschillende soorten beleggingen. In de praktijk betekent dit dat wij u beleggingsadviezen geven over aandelen, obligaties, derivaten, beleggingsfondsen en gestructureerde producten. Dit kunnen producten zijn van onszelf of een aan ons gelieerde onderneming zoals Kempen of een aantal geselecteerde derden partijen. Welke partijen dit zijn kunt u altijd bij ons opvragen. Uiteraard houden wij hierbij rekening met uw persoonlijke wensen en doelstellingen. De uiteindelijke aan- en verkoopbeslissingen neemt u zelf. Wij doen uit eigen beweging geen transacties voor uw rekening en risico.
Een beleggingsspecialist begeleidt u. Aan de basis van ons beleggingsadvies liggen uw doelstellingen en uitgangspunten, uw kennis en ervaring met beleggen, uw bereidheid tot acceptatie van risico’s en uw financiële situatie ten grondslag. Na de inventarisatie van deze onderdelen bepalen wij samen met u welk beleggings- profiel passend is voor u. Dit overeengekomen beleggingsprofiel vormt de basis voor ons advies aan u.
Bij het beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek maken we geen gebruik van beleggingsprofielen. Na de inventarisatie van bovengenoemde onderdelen bepalen wij samen met u welke beleggingen passend zijn voor u.
De beleggingsadviezen die wij u geven, zijn nooit een garantie voor een positief resultaat. Bij ons beleggings- advies maken we gebruik van onze eigen inschatting en verwachting van de manier waarop uw beleggingen zich zullen ontwikkelen. Het zijn inschattingen en verwachtingen, daarom mag u er niet van uitgaan dat
ze zeker uitkomen. Hebt u schade doordat u een besluit hebt genomen op basis van ons advies? Of hebt u schade doordat de opbrengst van uw beleggingen niet overeenkomt met onze inschatting of verwachting? Dan zijn wij niet aansprakelijk voor deze schade. Behalve als we het beleggingsadvies redelijkerwijs niet hadden mogen geven. Voor ons beleggingsadvies gebruiken wij beleggingsinformatie van andere organisaties die we zorgvuldig hebben uitgekozen. Toch zijn wij er niet aansprakelijk voor als de informatie van deze partijen niet juist of onvolledig is.
Bij onze advisering maken we gebruik van onze eigen ervaring en deskundigheid en die van onze dochteronder- neming Kempen Capital Management NV (Kempen). Jaarlijks stellen de specialisten xxx Xxxxxx voor elk beleggingsprofiel een strategische vermogensverdeling samen. Dit doen zij op basis van hun verwachtingen voor de lange termijn. Gedurende het jaar toetsen zij hun visie aan ontwikkelingen in de markt. Op die manier kunnen zij inspelen op de actuele economische marktomstandigheden (tactische aanpassingen in de vermogens- verdeling). Daarnaast maken we gebruik van onderzoek van Kempen en van derde partijen naar aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en andere soorten beleggingen. Dit onderzoek noemen wij research. Deze research gebruiken we om een mening (opinie) te vormen over beleggingen. Hoe wij daarbij rekening houden met duurzaamheid kunt u hieronder lezen. Op basis daarvan geven wij u dan advies over die beleggingen.
2. Wanneer is de dienstverlening beleggingsadvies passend voor u?
Of beleggingsadvies passend is voor u, kunt u het beste bespreken met uw beleggingsspecialist. In het algemeen is beleggingsadvies passend voor klanten die graag zelf de aan- en verkoopbeslissingen willen nemen maar daarbij wel ondersteuning wensen.
Klanten die zelf de beslissingen nemen:
– zijn op de hoogte van de economische ontwikkelingen,
– hebben interesse in en ervaring met beleggen,
– begrijpen de risico’s en kunnen de risico’s financieel en emotioneel dragen,
– willen door ons op de hoogte gehouden worden van onze beleggingsvisie.
Voor het beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek gelden aanvullende passendheidscriteria. Beleggings- advies Specifiek is passend voor u als:
– u vermogen vrij beschikbaar hebt om te beleggen in individuele specifieke beleggingen,
– u met dit vermogen geen concrete vermogens- of inkomensdoelstellingen hebt voor de eerstkomende 10 jaar,
– u gebruik wilt maken van onze selectie van beleggingen en u geadviseerd wilt worden bij opiniewijzigingen van deze beleggingen in uw portefeuille,
– u geen advisering wenst over de vermogensverdeling en spreiding van uw portefeuille,
– u uitgebreide kennis en ervaring van de specifieke beleggingen hebt waarin u wilt gaan beleggen,
– u niet wilt beleggen met een effectenkrediet,
– u ook niet gespreid wilt beleggen om de risico’s te beperken en een bepaald doelvermogen te behalen,
– u heeft een te beleggen vermogen voor deze dienstverlening van minimaal € 100.000.
U moet bij de keuze rekening houden met het minimumbedrag aan vaste kosten van een beleggingsconcept in relatie tot de omvang van uw vermogen en de verwachte rendementen. Als deze in verhouding zijn en als u zich grotendeels herkent in dit algemene profiel, dan is beleggingsadvies meestal passend. Beleggingsadvies kan bijvoorbeeld niet passend zijn als u een beleggingsconcept kiest met een hoog minimumbedrag aan vaste kosten en uw vermogen relatief klein is.
3. Hoe integreren wij duurzaamheid inclusief de kansen en risico’s die hier mee samenhangen in ons beleggingsproces?
Van Lanschot weegt naast financiële ook duurzame (oftewel niet-financiële) criteria mee in haar
beleggingsproces. Dit houdt in dat als onderdeel van het duurzaamheidsbeleid criteria op het gebied van Environment (E), Social (S) en Governance (G); oftewel, milieu, mens en goed bestuur worden meegenomen. Dit betekent dat:
– ESG-Criteria worden meegenomen bij het beoordelen van lange termijn risico gewogen rendements- verwachtingen voor verschillende markten waarbij Xxxxxx op verzoek van Van Lanschot in het bijzonder let op klimaatverandering. Het tempo van klimaatverandering heeft invloed op de verwachte economische groei. Daarom onderzoekt Xxxxxx verschillende economische scenario’s, waarbij het tempo van de klimaatverandering per scenario kan verschillen. Deze verschillende scenario’s resulteren elk in een eigen rendementsverwachting.
– We spreiden de beleggingen op onze advieslijsten en in de modelportefeuilles over verschillende markten, sectoren en landen. Wij zijn ervan overtuigd dat de vermogensverdeling de grootste impact op het lange termijn rendement heeft. Wij verwachten dat het risico verwaarloosbaar is dat de uitsluitingen voor de modelportefeuilles van de beleggingsconcepten gevolgen hebben voor het gewogen rendement van deze modelportefeuilles. Wij denken dit omdat de omvang van de beleggingen die wij uitsluiten beperkt is en als we een belegging moeten vervangen wij dan kiezen voor een belegging uit dezelfde vermogenscategorie.
– De beheerders van fondsen die wij voor u selecteren analyseren ESG-informatie grondig en wegen materiële ESG-risico’s en kansen mee met de vertaling naar beleggingsrisico’s en kansen in het beleggingsbeleid.
– De beheerders van fondsen die wij voor u selecteren hebben ook de United Nations Principles for Responsible Investing (UNPRI of PRI) ondertekend. Dat is een in 2006 door de Verenigde Naties opgestelde gedragscode voor duurzaam beleggen door professionele beleggers zoals vermogensbeheerders en pensioenfondsen.
Advieslijsten
Voor de dienstverlening Beleggingsadvies onderhouden wij Advieslijsten voor Beleggingsfondsen, Individuele Aandelen, Individuele Obligaties en Gestructureerde Producten. Beleggingen die op Advieslijsten (en daarvan afgeleid het Adviesuniversum) zijn opgenomen kunnen door een beleggingsspecialist proactief worden geadviseerd. Het duurzaamheidsbeleid voor Beleggingsadvies heeft betrekking op dit Adviesuniversum.
Hieronder leggen wij dit duurzaamheidsbeleid verder uit per soort belegging.
Advieslijst Beleggingsfondsen
Actieve aandelen- en bedrijfsobligatiefondsen
Wij streven ernaar om actieve aandelen- en bedrijfsobligatiebeleggingsfondsen op de Advieslijst Beleggingsfondsen aan de onderstaande minimale duurzaamheidscriteria te laten voldoen. Na opname op de Advieslijst beleggings- fondsen toetst Kempen voor ons de beleggingen van de geselecteerde beheerders van fondsen elk kwartaal op ESG- criteria. Hierbij wordt zowel het gedrag van in de fondsen opgenomen ondernemingen beoordeeld (omgang met
milieu, arbeidsrechten, anti-corruptie en goed bestuur), als de betrokkenheid bij de productie, distributie en verkoop van controversiële producten. Onderstaand treft u een nadere uitwerking hiervan aan:
1. Dialoog met bedrijven (engagement):
Indien uit de toetsing naar voren komt dat bedrijven zijn opgenomen door de beheerders van de fondsen op de Advieslijst die niet passen binnen onze bovengenoemde ESG-criteria, gaan we in dialoog met de
beheerders. Indien deze dialoog met de beheerder niet effectief is, kan dit resulteren in het verwijderen van deze belegging van de Advieslijst Beleggingsfondsen.
2. Uitsluiten van controversiële wapens:
Een aantal bedrijven en sectoren waarvan het product of de dienst schadelijk is voor mensen en/of het milieu willen we u per definitie niet adviseren. Alle actieve aandelen- en bedrijfsobligatiefondsen op
de Advieslijst sluiten daarom controversiële wapens uit. Onder controversiële wapens worden kern-, chemische en biologische wapens, clusterbommen en anti-persoonsmijnen verstaan.
3. Uitsluitingsbeleid voor bedrijven met een “falen” classificatie van de Global Compact van de Verenigde Naties:
Het actief beheerde fonds mijdt de slechtste ondernemingen op ESG-gebied. Hieronder vallen bedrijven met een “falen” classificatie van de Global Compact van de Verenigde Naties. Dit betekent dat deze bedrijven betrokken zijn bij controversiële zaken, zoals het schenden van mensenrechten,
arbeidsomstandigheden, het milieu of corruptie. Daarnaast sluiten de door ons uitgekozen actief beheerde fondsen ook bedrijven uit die binnen hun sector de laagste mogelijke ESG-score ontvangen. Deze ESG- score wordt toegekend door externe partijen die speciaal voor dit doel dergelijke scores bijhouden.
4. Uitsluitingsbeleid voor tabak:
Het beleggingsfonds belegt niet in producenten van tabak. Verkopers van tabak zoals supermarkten zijn wel toegestaan mits maximaal 20% van de omzet uit de verkoop van tabak komt. Kempen houdt een specifieke uitsluitingslijst bij van bedrijven die deze grens overschrijden.
5. Actief stembeleid:
Wij vinden het belangrijk dat de beheerders van fondsen die wij aan u adviseren beschikken over een stembeleid voor aandeelhoudersvergaderingen en een strategie hebben van actief aandeelhouderschap (engagement ofwel in dialoog gaan met bedrijven) om een verbetering op gebied van ESG te realiseren.
Passieve aandelen- en bedrijfsobligatiefondsen
Voor passief beheerde aandelen- en bedrijfsobligatiebeleggingsfondsen (ETF’s en indexfondsen) gelden de duurzaamheidscriteria ook en hebben wij hetzelfde streven, echter kent de implementatie enige afwijking. Voor ETF’s en indexfondsen gelden dezelfde uitsluitingscriteria voor controversiële wapens en tabak. Als ze de
Global Compact principes van de Verenigde Naties niet in hun beleggingsbeleid hebben opgenomen dan nemen wij ze enkel op de Advieslijst op als deze fondsen op het moment van opname geen blootstelling aan bedrijven met een “falen” classificatie van de UNGC hebben of daarna de drempel (threshold) van 5% blootstelling niet overstijgen. Omdat deze fondsen een index volgen heeft het beleggingsfonds geen directe mogelijkheid om
zelf de samenstelling van de portefeuille (die wordt immers door de index bepaald) aan te passen. Daarnaast gaan beheerders van ETF’s en indexfondsen geen dialoog met bedrijven aan om hun duurzame prestaties te verbeteren (engagement).
Staatsobligatiefondsen
Ons duurzaamheidsbeleid voor staatsobligatiefondsen bestaat uit een combinatie van uitsluiting, positieve screening en ‘engagement’, waarbij de volgende minimale criteria gelden:
1. Uitsluiting en indien noodzakelijk engagement:
De beheerder van een staatsobligatiefonds sluit obligaties uitgegeven door overheden/ landen op de EU of VN sanctielijst uit. Hierbij maakt de beheerder gebruik van een gerenommeerde ESG-dataproviders
zoals MSCI ESG Research of Sustainalytics. Enkel in uitzonderingsgevallen kan hiervan af worden geweken.
Hiervoor is dan akkoord nodig van het VLK Sustainability Investment Council. Dit is een ESG-beleidsorgaan binnen Van Lanschot Kempen. We gaan dan in gesprek met de fondsbeheerder (engagement) om te kijken of ze de betreffende obligaties willen verwijderen.
2. Positieve screening:
De beheerder van een staatsobligatiefonds wordt tijdens de selectiefase ook beoordeeld op duurzaamheidsbeleid en de implementatie hiervan, waarbij we de voorkeur hebben voor een beheerder die obligaties opneemt van landen die goed scoren op ESG-factoren.
Duurzaamheidsbeleid met betrekking tot overige vermogenscategorieën
Voor de overige vermogenscategorieën zoals Grondstoffen, Alternatieven en Overige hanteren wij nog geen minimale duurzaamheidscriteria. Hieronder vallen onder meer Hedgefondsen en Goudbeleggingen. Deze beleggingen kenmerken zich door een hoge mate van diversiteit van de onderliggende strategieën. Hierdoor is er nog geen gestandaardiseerd duurzaamheidsbeleid op categorieniveau mogelijk.
Advieslijsten Aandelen en Obligaties
Ten aanzien van de Advieslijsten Individuele Aandelen en Individuele Obligaties hanteert Van Lanschot de volgende minimale duurzaamheidscriteria conform de bovenstaande criteria 3, 4 en 5 die ook gelden voor Actieve Aandelen en bedrijfsobligatiefondsen:
1. Uitsluiten van controverses (Global Compact principes van de Verenigde Naties) met een drempel van 5%
2. Uitsluiten van controversiële wapens
3. Uitsluitingsbeleid voor tabak
Op de Advieslijst Obligaties nemen wij tevens geen obligaties op van landen die op de sanctielijsten staan van de Europese Unie en de Verenigde Naties.
De Advieslijsten Individuele Aandelen en Individuele Obligaties kennen nog een klein aantal bedrijven die niet voldoen aan de Global Compact principes van de Verenigde Naties. Ons streven naar de toekomst toe is geen bedrijven met een “falen” classificatie van de Global Compact van de Verenigde Naties meer te hebben op de Advieslijsten.
Advieslijst Gestructureerde Producten
Ten aanzien van de Advieslijst Gestructureerde Producten hanteren wij nog geen minimale duurzaamheids- criteria. De markt voor derivaten die worden gebruikt bij het maken van gestructureerde producten heeft nog onvoldoende duurzame indices.
Ideeënlijsten en modelportefeuilles
Binnen Beleggingsadvies voeren wij centraal modelportefeuilles en ideeënlijsten aan als aanbevelingen voor klanten in Beleggingsadvies. De beleggingsfondsen en/of bedrijven opgenomen in deze modelportefeuilles en ideeënlijsten voldoen aan de 5 minimale duurzaamheidscriteria per beleggingscategorie zoals hierboven weergegeven bij actieve aandelen- en bedrijfsobligatiefondsen.
Voor klanten in Beleggingsadvies die op het vlak van duurzaamheid verder willen gaan hanteren we de modelportefeuille Duurzaam. Beheerders van de verschillende soorten aandelen- en bedrijfsobligatiefondsen die in de modelportefeuille Duurzaam worden opgenomen dienen naast de hierboven genoemde ESG-criteria ook aan de volgende ESG-criteria te voldoen:
1. Uitsluiten van conventionele wapens:
Wij selecteren alleen actieve en passieve beheerders van bedrijfsobligatie- en aandelenfondsen die naast controversiële wapens en tabak ook fabrikanten van conventionele wapens uitsluiten. Dit zijn bedrijven die meer dan 10% van de bedrijfsomzet behalen uit de productie van conventionele wapensystemen zoals tanks, gevechtsvliegtuigen, bommen en raketten.
2. “Best-in-class” benadering:
Wij selecteren alleen actieve beheerders van een aandelenfonds indien de fondsbeheerder gebruik maakt van een “best-in-class benadering”. Dit betekent dat ze zelf actief bedrijven selecteren op ESG-criteria en daarbij de minst duurzame bedrijven uitsluiten.
3. Vergelijkbare uitsluiting voor passieve fondsen:
Indien wij een passief aandelenfonds voor u selecteren, dan dient dit fonds te beleggen in aandelen van bedrijven die behoren tot 50% meest duurzame bedrijven in hun sector zoals bepaald door gerenommeerde ESG-dataproviders zoals MSCI ESG Research of Sustainalytics.
4. Additionele uitsluiting op basis van sector:
Indien wij een passief aandelenfonds voor u selecteren, dan dient dit fonds niet te beleggen in bedrijven die hun bedrijfsomzet grotendeels halen uit bijvoorbeeld gokken, alcohol, kolen, adult entertainment, genetische manipulatie van gewassen of kernenergie. Voor deze additionele uitsluitingen en de drempelwaarde wanneer een onderneming wordt uitgesloten wordt zoveel mogelijk aangesloten bij algemeen bekende indices zoals de MSCI SRI indices.
5. Uitsluiting vermogenscategorieën:
Wij beleggen in dit beleggingsconcept niet voor u in de vermogenscategorieën Grondstoffen, Alternatieven en Overige. Voor deze vermogenscategorieën is nog geen gestandaardiseerd duurzaamheidsbeleid op categorieniveau mogelijk.
4. Welke duurzaamheidsclassificaties zijn er?
Op basis van de Verordening betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico’s (‘SFDR’) kunnen beleggingsfondsen op basis van duurzame criteria worden ingedeeld in 3 categorieën:
1. Artikel 6 beleggingsfonds: beleggingsfonds heeft geen of beperkt duurzaamheidsbeleid. Wij maken voor artikel 6 fondsen het volgende onderscheid:
6(a) Het beleggingsfonds houdt geen rekening met duurzaamheidsrisico’s 6(b) Het beleggingsfonds houdt wel rekening met duurzaamheidsrisico’s
2. Artikel 8 beleggingsfonds: beleggingsfonds promoot ecologische (E) of sociale (S) kenmerken of een combinatie van die kenmerken, waarbij ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur volgen.
Om als “artikel 8 beleggingsfonds” te worden geclassificeerd dient het beleggingsfonds een duurzaamheidsbeleid te hebben waarin minimaal beleid met betrekking tot uitsluitingen, ESG-integratie en actief aandeelhouderschap is opgenomen.
3. Artikel 9 beleggingsfonds: beleggingsfonds heeft duurzame beleggingen als doel.
Om als artikel 9 beleggingsfonds te worden geclassificeerd dient een beleggingsfonds naast het duurzaamheidsbeleid minimaal één duurzame beleggingsdoelstelling te hebben.
Om de duurzaamheidsclassificatie van alle beleggingen op onze Advieslijsten vast te stellen maken wij gebruik van derde partijen zoals gerenommeerde ESG-dataproviders MSCI ESG Research en Sustainalytics. Wie kiezen deze derden altijd zorgvuldig uit. Wij zijn er echter niet voor verantwoordelijk als de informatie van deze partijen niet juist of onvolledig is.
5. Welke duurzaamheidsclassificatie heeft Beleggingsadvies?
Beleggingsadvies als dienst zelf kent geen duurzaamheidsclassificatie. Deze is ook niet vereist. De Advieslijst Beleggingsfondsen kent zowel beleggingsfondsen in categorie 6(a), 6(b), 8 als 9. Van Lanschot streeft ernaar de minimale duurzaamheidscriteria voor de Advieslijst Beleggingsfondsen aan te laten sluiten bij de criteria voor categorisering in het kader van ‘SFDR’. Wij streven er tevens naar de Advieslijst beleggingsfondsen naar de toekomst toe voor het merendeel te laten bestaan uit beleggingsfondsen conform artikel 8 en 9. Echter als wij, op uw verzoek, u adviseren conform modelportefeuille Duurzaam, zal er vaak al sprake zijn van een hogere duurzaamheidsclassificatie.
Beleggingsconcepten
6. Welke beleggingsconcepten kennen wij bij Beleggingsadvies?
Bij Beleggingsadvies kunt u kiezen uit drie beleggingsconcepten. De beleggingsconcepten onderscheiden zich onder andere in de beleggingen die wij u adviseren, hoe vaak wij contact met u hebben en ook in de kosten die u ons betaalt. Hierna leest u meer over de verschillen tussen de beleggingsconcepten. De kosten van de verschillende beleggingsconcepten vindt u in hoofdstuk 4 van deze brochure.
1. Beleggingsadvies
2. Beleggingsadvies Actief
3. Beleggingsadvies Specifiek
Bij punten 4, 5 en 6 treft u de beschrijvingen aan van onze beleggingsconcepten. Alle beleggingsconcepten bieden de volgende basisdienstverlening.
– Aanhouden van een effectenrekening,
– Administreren en bewaren van uw beleggingen,
– Een zorgvuldige inventarisatie en analyse van uw financiële positie, uw inkomens- en vermogensdoel- stellingen, uw bereidheid tot acceptatie van risico’s, uw kennis van en ervaring met beleggen en uw duurzaamheidsvoorkeuren,
– Verstrekken van een geschiktheidsverklaring en een kostenindicatie na het verrichten van een transactie als u gebruikt maakt van telefonisch advies. Op uw verzoek ontvangt u een geschiktheidsverklaring en kostenindicatie voorafgaand aan de transactie.
– Toegang tot de belangrijkste informatie en overzichten van uw portefeuille via online bankieren en de Beleggen App,
– Verstrekken van periodieke portefeuillerapportages,
– Toegang tot dagelijks beleggingsnieuws, factsheets, prospectussen, de Essentiële Beleggersinformatie (EBi) en het Essentiële-informatiedocument (Eid) via de website Beleggingsinformatie en via xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
7. Wanneer kunt u het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies?
U kunt het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies als u behoefte aan beleggingsadvies hebt en enkele keren per jaar contact met een beleggingsspecialist wilt.
Het beleggingsconcept Beleggingsadvies biedt de volgende dienstverlening.
– U krijgt toegang tot een team van beleggingsspecialisten dat u adviseert.
– U hebt gedurende het jaar een aantal keer contact met een beleggingsspecialist. De frequentie is afhankelijk van de marktomstandigheden en de opinie op beleggingen. U kunt ook zelf contact opnemen met het team van beleggingsspecialisten.
– Inventarisatie van uw beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel.
– U krijgt advies over een gedegen portefeuilleopbouw als afgeleide van het overeengekomen beleggingsprofiel.
– Portefeuillebewaking waarbij wij uw portefeuille controleren op vermogensverdeling en voldoende spreiding.
– U krijgt advies over individuele aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, indextrackers, alternatieve beleggingen, gestructureerde producten en derivaten.
– Wij toetsen periodiek uw doelstellingen en uitgangspunten.
– U ontvangt jaarlijks een portefeuille-analyse inclusief een beleggingsvoorstel.
– Zoals met u is overeengekomen, brengen wij u via een e-mail op de hoogte als uw portefeuille met 10% of meer is gedaald ten opzichte van de waarde aan het einde van het voorgaande kwartaal (startwaarde). Dit meten we aan het einde van elke beursdag met een correctie voor eventuele tussentijdse bijstortingen of opnames. We kijken niet gedurende de dag of er sprake is van een daling van 10% of meer. In het bericht noemen we ook de peildatum. Dit is de datum waarop uw portefeuille met 10% of meer is gedaald. Als uw portefeuille in hetzelfde kwartaal nog verder daalt ten opzichte van de startwaarde, dan ontvangt u bij elke volgende 10% daling opnieuw een bericht. U ontvangt dit bericht op de dag na de peildatum.
8. Wanneer kunt u het beste kiezen voor de beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief?
U kunt het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief als u zelf actief met uw beleggingen
bezig wilt zijn en regelmatig contact xxxx met een persoonlijke beleggingsspecialist.
Het beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief biedt de volgende dienstverlening.
– U krijgt een persoonlijke beleggingsspecialist die u adviseert.
– U hebt gedurende het jaar frequent contact met uw beleggingsspecialist. De frequentie is afhankelijk van de marktomstandigheden en de opinie op beleggingen. U kunt ook zelf contact opnemen met uw beleggingsspecialist.
– Inventarisatie van uw beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel.
– U krijgt advies over een gedegen portefeuilleopbouw als afgeleide van het overeengekomen beleggingsprofiel.
– Portefeuillebewaking waarbij wij uw portefeuille controleren op vermogensverdeling en voldoende spreiding.
– U krijgt advies over individuele aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, indextrackers, alternatieve beleggingen, gestructureerde producten en derivaten.
– Wij toetsen periodiek uw doelstellingen en uitgangspunten in een persoonlijk gesprek.
– U ontvangt jaarlijks een portefeuille-analyse en gedurende het jaar proactieve beleggingsvoorstellen.
– Zoals met u is overeengekomen, brengen wij u via een e-mail op de hoogte als uw portefeuille met 10% of meer is gedaald ten opzichte van de waarde aan het einde van het voorgaande kwartaal (startwaarde). Dit meten we aan het einde van elke beursdag met een correctie voor eventuele tussentijdse bijstortingen of opnames. We kijken niet gedurende de dag of er sprake is van een daling van 10% of meer. In het bericht noemen we ook de peildatum. Dit is de datum waarop uw portefeuille met 10% of meer is gedaald. Als uw portefeuille in hetzelfde kwartaal nog verder daalt ten opzichte van de startwaarde, ontvangt u bij elke volgende 10% daling opnieuw een bericht. U ontvangt dit bericht op de dag na de peildatum.
9. Wanneer kunt u het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek?
U kunt het beste kiezen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek als u geen concrete vermogens- of inkomensdoelstelling hebt, maar wel gebruik wilt maken van onze selectie van beleggingen en hierover geadviseerd wilt worden.
Met onze onderscheidende kern-satelliet benadering laten wij uw beleggingen optimaal aansluiten bij uw persoonlijke wensen en doelstellingen. De kernportefeuille is een breed gespreide, liquide beleggingsportefeuille, gericht op het behalen van uw belangrijkste doelstelling(en). Satellieten zijn
aanvullende beleggingen die een verdieping bieden, bijvoorbeeld op een bepaalde beleggingscategorie, sector of thema. Het is mogelijk om met de satellieten persoonlijke accenten aan te brengen.
Satellieten kunt u aanhouden via een Beleggingsadvies Specifiek rekening. Van Lanschot adviseert u daarbij enkel op productniveau.
Het beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek biedt de volgende dienstverlening.
– U hebt gedurende het jaar een aantal keer contact met een beleggingsspecialist. De frequentie is afhankelijk van de marktomstandigheden en research op uw beleggingen. U kunt ook zelf contact opnemen met uw beleggingsspecialist of het team van beleggingsspecialisten.
– U krijgt advies over individuele aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, indextrackers, alternatieve
beleggingen, gestructureerde producten en derivaten.
– Portefeuillebewaking waarbij wij uw beleggingen controleren op verkoopopinies.
– Zoals met u overeengekomen, brengen wij u via een e-mail op de hoogte als uw belegging in een optie of turbo met 10% of meer is gedaald. In het bericht noemen we ook de peildatum. Dit is de datum waarop uw belegging met 10% of meer is gedaald. De 10% daling meten we ten opzichte van de initiële waarde van de belegging op het moment van aankoop of - als de aankoop in een vorige rapportageperiode plaatsvond - de slotkoers aan het einde van het vorige kwartaal (startwaarde). Wij kijken niet gedurende de dag of er sprake is van een 10%-daling. Wij kijken alleen op het einde van de dag of er sprake is van 10%-daling of meer ten opzichte van de slotkoers van de voorgaande beursdag. Als uw belegging in hetzelfde kwartaal nog verder daalt ten opzichte van de startwaarde, ontvangt u bij elke volgende 10%-daling wederom een bericht. Wij sturen u dit bericht op de dag na de peildatum.
10. Hoe kiest u een beleggingsconcept?
Het beleggingsconcept kiest u in overleg met uw banker of uw beleggingsspecialist. Dit doet u op het moment dat u hebt besloten uw vermogen bij ons in Beleggingsadvies onder te brengen.
11. Wat moet u doen als u uw beleggingsconcept wilt wijzigen?
U kunt het beleggingsconcept aan het einde van een kwartaal aanpassen. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Dit kan het geval zijn bij grote veranderingen in uw persoonlijke en/of financiële situatie.
Voor het aanpassen van uw beleggingsconcept neemt u contact op met uw banker of uw beleggingsspecialist. Deze laat de aanpassing administratief verwerken. U krijgt een bevestiging van de nieuwe afspraken. Deze moet u bewaren bij uw overeenkomst. In de bevestiging nemen wij op per wanneer de dienstverlening en de kosten van het nieuwe beleggingsconcept ingaan.
Overig
12. Wat moet u doen als u wilt overstappen naar een andere dienstverlening of een ander soort beleggingsdienst bij ons? U neemt daarvoor contact op met uw uw banker of uw beleggingsspecialist. Deze laat u weten op welke manier u kunt overstappen naar Vermogensbeheer, Van Lanschot Xxxx Xxxxxxxx, Evi Xxxxxx of Evi Go.
13. Wanneer eindigt de overeenkomst?
Zowel u als wij kunnen de overeenkomst opzeggen door de ander een ondertekende brief of e-mail te sturen. U stuurt deze naar het kantooradres van uw banker of beleggingsspecialist. In sommige gevallen (bijvoorbeeld bij een en/of-rekening) kunnen wij u vragen ons alsnog een ondertekende brief te sturen.
In de volgende situaties eindigt onze relatie per direct en geheel, zonder dat wij u een brief moeten sturen.
– U bent failliet, valt onder een wettelijke regeling voor schuldsanering of vraagt surséance van xxxxxxxx aan.
– U houdt zich niet aan de afspraken die in de voorwaarden staan.
– U verhuist naar de Verenigde Staten van Amerika.
In uw brief of e-mail moet u aangeven wat u met uw beleggingen en geld wilt doen. U kunt ons bijvoorbeeld opdracht geven uw beleggingen en geld te verkopen of over te boeken naar een andere rekening bij ons of bij een andere partij. Voor het verkopen of overboeken van uw beleggingen betaalt u kosten. Deze kosten vindt u in hoofdstuk 4 van deze voorwaarden.
Geeft u in uw brief of e-mail niet aan wat u met uw beleggingen wilt doen? Of is het ons niet duidelijk wat u bedoelt? Dan kunnen we de overeenkomst niet beëindigen. Wij nemen dan contact met u op om te vragen wat uw bedoeling is. U kunt in hoofdstuk 4 lezen welke kosten u tot beëindiging nog moet betalen.
14. Wat gebeurt er als u overlijdt?
Als u overlijdt, treden uw erfgenamen tijdelijk in uw plaats als partij bij de overeenkomst. Deze bepaling geldt niet als u een rechtspersoon bent. Wij geven geen beleggingsadvies zolang uw erfgenamen niet formeel bij ons bekend zijn.
Wij weten pas formeel wie uw erfgenamen zijn, nadat wij een verklaring van erfrecht hebben ontvangen. Wij houden uw portefeuille ongewijzigd in stand tot wij deze verklaring hebben. Mocht u hierover andere afspraken met ons willen maken, omdat u voornemens bent om opties of alternatieve beleggingen in uw portefeuille op te nemen, neemt u dan contact met ons op. Wij bevestigen deze afspraken dan schriftelijk aan u en deze afspraken zijn vanaf dan onderdeel van de overeenkomst.
Wij geven uw erfgenamen beleggingsadvies totdat totdat de nalatenschap is verdeeld. Het kan zijn dat na verdeling van de nalatenschap de erfgenaam de effectenrekening wenst aan te houden. Dan sluiten wij een nieuwe Overeenkomst voor Beleggingsadvies met die erfgenaam.
Hebben wij negen maanden na uw overlijden niet kunnen vaststellen wie formeel uw erfgenamen zijn of wie uw executeur is? Dan kunnen we de overeenkomst beëindigen. In dat geval verkopen wij alle beleggingen op uw effectenrekening. De opbrengst schrijven wij over naar uw tegenrekening ten behoeve van uw erfgenamen.
Hebt u een en/of-effectenrekening en overlijdt één van u? Dan wordt de overeenkomst tijdelijk voortgezet met de ander, totdat bekend is of er ook andere erfgenamen zijn. Dat moet blijken uit een verklaring van erfrecht. Blijkt daaruit dat er ook andere erfgenamen zijn? Dan kunnen zij ons samen een opdracht geven wat er moet gebeuren met uw vermogen. Als er geen andere erfgenamen zijn, dan zetten wij de overeenkomst voor onbepaalde tijd voort met de andere persoon. Wel moeten we met de ander opnieuw een beleggingsprofiel overeenkomen.
15. Wat gebeurt er als u onder bewind of curatele wordt gesteld?
Als u onder bewind of curatele wordt gesteld, xxxxxx uw bewindvoerder of curator in uw plaats als partij bij deze overeenkomst. Wij geven geen beleggingsadvies zolang de bewindvoerder of curator niet formeel bij ons bekend is. Ook moeten wij eerst met de bewindvoerder of curator een nieuw beleggingsprofiel overeenkomen zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze brochure. Wij weten pas formeel wie de bewindvoerder of curator is, nadat wij de benoeming door de rechtbank hebben ontvangen.
Uw bewindvoerder of curator is zelf verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en om te kijken of er toestemming noodzakelijk is van de rechtbank voor het door hem of haar gevoerde beleid. Dit kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als er sprake is van een niet-defensief beleggingsprofiel.
Zolang u de effectenrekening aanhoudt, schrijven wij de kosten automatisch van de effectenrekening af.
Hebben wij gedurende een periode van zes maanden na uw onderbewind- of curatelestelling niet kunnen vaststellen wie formeel uw bewindvoerder of curator is? Of zijn wij binnen deze periode nog geen nieuw
beleggingsprofiel overeengekomen met de bewindvoerder of curator? Dan mogen wij alle beleggingen op uw
effectenrekening verkopen. De opbrengst houden we aan op uw effectenrekening.
16. Wat gebeurt er als u naar de Verenigde Staten verhuist?
Wij kunnen u dan niet meer adviseren. Wij mogen dan alle beleggingen verkopen waarna wij de opbrengst overboeken naar uw tegenrekening. Wij nemen daarna contact met u op om andere mogelijkheden te bespreken.
3. Wat is een beleggingsprofiel en hoe werkt het?
Inleiding
Onze beleggingsprofielen
1. Wat is een beleggingsprofiel?
2. Wat zijn vermogenscategorieën?
3. Welke beleggingsprofielen gebruiken wij?
Uw beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel
4. Hoe komen wij met u een passend beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel overeen?
5. Wat zijn de rendementsverwachtingen van uw overeengekomen beleggingsprofiel?
6. Hoe berekenen wij de rendementen en risico’s?
7. Welke gevolgen heeft het opnemen van geld uit uw belegde vermogen?
Gebruik van uw beleggingsprofiel
8. Uw beleggingsprofiel als basis voor de advisering
9. Hoe gebruiken wij uw beleggingsprofiel voor de bewaking van uw portefeuille?
10. Wat is het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille?
11. Wat moet u doen als het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille afwijkt van het overeengekomen beleggingsprofiel?
12. Wat moet u doen als uw persoonlijke situatie verandert?
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u wat een beleggingsprofiel is en welke beleggingsprofielen wij gebruiken. Ook leest u hoe wij met u een geschikt beleggingsprofiel overeenkomen. Wij laten u per beleggingsprofiel de kenmerken zien, zodat u kunt bepalen of u zich voldoende herkent in het overeengekomen beleggingsprofiel. Ook laten wij voor de verschillende beleggingsprofielen de rendementen en risico’s zien die wij verwachten. Vervolgens informeren wij u hoe wij uw beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel gebruiken bij onze advisering en bij bewaking van de risico’s in uw portefeuille. Ten slotte leest u hoe u ervoor kunt zorgen dat uw portefeuille blijft passen bij uw beleggingsprofiel. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 maken wij bij Beleggingsadvies Specifiek geen gebruik van beleggingsprofielen.
Onze beleggingsprofielen
1. Wat is een beleggingsprofiel?
Een beleggingsprofiel geeft een indicatie van het risico dat u met uw beleggingen loopt. Het geeft ook een indicatie van het rendement dat u met uw beleggingen kunt behalen. De grootste invloed op het risico en het rendement van de portefeuille zijn de verhoudingen tussen de verschillende vermogenscategorieën binnen uw portefeuille.
Voordat u uw portefeuille gaat invullen, bepalen wij samen met u het beleggingsprofiel dat het beste bij u past. Gaat u beleggen volgens dit beleggingsprofiel? Dan wordt de kans kleiner dat eventuele tegenvallende
beleggingsresultaten onaanvaardbare gevolgen hebben voor uw haalbaarheid van uw persoonlijke doelstellingen.
2. Wat zijn vermogenscategorieën?
De beleggingen in uw portefeuille delen wij in vermogenscategorieën in. De risicomijdende beleggingen zijn onder- verdeeld in de vermogenscategorieën geldmarkt en obligaties investment grade. De risicodragende beleggingen zijn onderverdeeld in de vermogenscategorieën obligaties high yield, obligaties opkomende landen, aandelen, onroerend goed, grondstoffen en de meeste alternatieve beleggingen. Hebt u geld staan op een spaarrekening of deposito? Dan kunt u met uw beleggingsspecialist afspreken of u dat geld deel wilt laten uitmaken van uw belegd vermogen.
Vermogenscategorieën kunnen verschillend en soms tegengesteld reageren op economische bewegingen. Spreiding over verschillende vermogenscategorieën is daarom een krachtig middel om risico’s te verminderen. Zo kan bijvoorbeeld het toevoegen van één risicodragende vermogenscategorie aan een portefeuille die uit- sluitend bestaat uit risicomijdende vermogenscategorieën, het risico van deze portefeuille juist verlagen. Elk beleggingsprofiel kent een eigen samenstelling van vermogenscategorieën.
Bandbreedtes per vermogenscategorie per beleggingsprofiel
Zeer defensief | Defensief | Neutraal | Gematigd offensief | Offensief | Zeer offensief | |
Geldmarkt | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% |
Obligaties investment grade | 60%-100% | 40%-80% | 25%-65% | 10%-40% | 0%-25% | 0%-20% |
Obligaties high yield | 0%-10% | 0%-15% | 0%-15% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% |
Obligaties opkomende landen | 0%-10% | 0%-15% | 0%-15% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-20% |
Aandelen | 0%-30% | 10%-45% | 20%-65% | 30%-80% | 40%-95% | 70%-100% |
Onroerend goed | 0%-5% | 0%-10% | 0%-10% | 0%-15% | 0%-15% | 0%-20% |
Grondstoffen | 0%-5% | 0%-10% | 0%-10% | 0%-15% | 0%-15% | 0%-15% |
Alternatieve beleggingen (optioneel) | 0%-15% | 0%-20% | 0%-20% | 0%-25% | 0%-25% | 0%-15% |
In de tabel ziet u over welke vermogenscategorieën u uw vermogen kunt verdelen. Ook ziet u per vermogens- categorie voorbeelden van beleggingen die tot die categorie gerekend kunnen worden. Meer informatie over de kenmerken en risico’s van beleggingen vindt u in hoofdstuk 6 van deze voorwaarden.
Vermogenscategorie | Voorbeelden van beleggingen |
Geldmarkt | Het saldo op uw effectenrekening en/of spaarrekening, geldmarktfondsen |
Obligaties investment grade | Obligaties (of beleggingsfondsen die beleggen in obligaties) van overheden en/of bedrijven met een hoge kredietkwaliteit |
Obligaties high yield | Obligaties (of beleggingsfondsen die beleggen in obligaties) van bedrijven met een lage kredietwaardigheid |
Obligaties opkomende landen | Obligaties (of beleggingsfondsen die beleggen in obligaties) van overheden of bedrijven uit opkomende landen |
Aandelen | Aandelen (of beleggingsfondsen die beleggen in aandelen) van ondernemingen uit ontwikkelde landen en opkomende landen |
Onroerend goed | (Beursgenoteerde) vastgoedfondsen |
Grondstoffen | Beleggingsfondsen die beleggen in grondstoffen zoals goud, olie, metalen etc. |
Alternatieve beleggingen | Beleggingsfondsen die beleggen in hedge funds, private equity of private debt |
Gemengd | Beleggingsfondsen die beleggen in meerdere vermogenscategorieën |
3. Welke beleggingsprofielen gebruiken wij?
Wij gebruiken zes beleggingsprofielen. Van elk beleggingsprofiel vindt u een beschrijving van de ‘gemiddelde’ belegger voor wie dat beleggingsprofiel passend is. Met behulp van deze beschrijving kunt u controleren of uw keuze bij u past. Niet alle kenmerken hoeven op uw persoonlijke situatie van toepassing te zijn.
Zeer defensief
Een zeer defensief beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die zeer sterk hechten aan vermogensbehoud op de korte termijn en veel minder aan vermogensgroei op de lange termijn. Als belegger met een zeer defensief beleggingsprofiel belegt u grotendeels in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade, en veel minder in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield, onroerend goed en grondstoffen. U accepteert een beperkt negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een beperkte kans op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn.
Defensief
Een defensief beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die hechten aan vermogensbehoud op de korte termijn en in mindere mate aan vermogensgroei op de lange termijn. Als belegger met een defensief beleggingsprofiel belegt u vooral in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade, en in mindere mate in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield, onroerend goed en grondstoffen. U accepteert een gematigd negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een beperkte kans op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn.
Neutraal
Een neutraal beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die zowel hechten aan vermogensbehoud op de korte termijn alsmede aan vermogensgroei op de lange termijn. Als belegger met een neutraal beleggingsprofiel belegt u zowel in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade, alsmede in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield, onroerend goed en grondstoffen. U accepteert een negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een kans op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn en heeft kennis van en ervaring met risicodragende beleggingen.
Gematigd offensief
Een gematigd offensief beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die hechten aan vermogensgroei op de lange termijn en in mindere mate aan vermogensbehoud op de korte termijn. Als belegger met een gematigd offensief beleggingsprofiel belegt u vooral in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield, onroerend goed en grondstoffen, en in mindere mate in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade. U accepteert een aanzienlijk negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een kans op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn en heeft kennis van en ervaring met risicodragende beleggingen.
Offensief
Een offensief beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die sterk hechten aan vermogensgroei op de lange termijn en veel minder aan vermogensbehoud op de korte termijn. Als belegger met een offensief beleggings- profiel belegt u grotendeels in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield, onroerend goed en grondstoffen, en veel minder in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade. U accepteert een zeer aanzienlijk negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een grote kans
op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich zeer bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn en heeft veel kennis van en ervaring met risicodragende beleggingen.
Zeer offensief
Een zeer offensief beleggingsprofiel is geschikt voor beleggers die zeer sterk hechten aan vermogensgroei op de lange termijn en vrijwel niet aan vermogensbehoud op de korte termijn. Als belegger met een zeer offensief beleggingsprofiel belegt u vrijwel volledig in risicodragende beleggingen zoals aandelen, obligaties high yield,
onroerend goed en grondstoffen, en vrijwel niet in risicomijdende beleggingen zoals geldmarktinstrumenten en obligaties investment grade. U accepteert een zeer aanzienlijk negatief rendement in een slecht beleggingsjaar en een zeer grote kans op vermogensverlies aan het einde van uw beleggingshorizon. U bent zich zeer bewust van de risico’s die aan beleggen verbonden zijn en heeft zeer veel kennis van en ervaring met risicodragende beleggingen.
Behalve deze zes beleggingsprofielen bestaat er nog een zevende beleggingsprofiel: ‘high risk’. Het beleggings- profiel van uw portefeuille kan ‘high risk’ worden door een debetstand op uw effectenrekening of door een marginverplichting (hierover leest u meer in de Complexe BeleggingenWijzer). In onze dienstverlening Beleg- gingsadvies voeren wij een behoudend beleid. Dit betekent onder meer dat wij het beleggingsprofiel ‘high risk’ niet adviseren. Hieronder staan de kenmerken van een belegger met een ‘high risk’ profiel.
High Risk
Als belegger met een high risk profiel belegt u regelmatig met geleend geld. Ook kan het zijn dat u belegt door middel van het ongedekt schrijven van putopties waarvoor u een marginverplichting aanhoudt. U bent een doorgewinterde belegger. U bent zich zeer goed bewust van de extra risico’s (zoals de hefboomwerking) die verbonden zijn aan het beleggen met geleend geld en/of het schrijven van (put)opties. U accepteert dat de neerwaartse risico’s in principe onbegrensd zijn. Dit betekent dat u zich terdege realiseert dat u meer dan uw belegde vermogen kunt verliezen.
Uw beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel
4. Hoe komen wij met u een passend beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel overeen?
Wij komen met u een passend beleggingsprofiel en duurzaanheidsprofiel overeen op basis van een zorgvuldige inventarisatie en analyse van uw financiële positie, uw inkomens- en vermogensdoelstellingen, uw bereidheid tot acceptatie van risico’s, uw kennis van en ervaring met beleggen en uw duurzaamheids- voorkeuren. Deze inventarisatie noemen wij de Intake Beleggen of ook wel de geschiktheidstoets. In deze toets geven wij u inzicht in rendement en risico. Dit kan u helpen bij het bepalen welk beleggingsprofiel het beste bij u past. Het gaat daarbij om een afweging tussen de beleggingsrisico’s (koersdalingen op de korte en lange termijn) en de haalbaarheid van uw financiële doelstellingen.
Uw duurzaamheidsvoorkeuren zijn geen onderdeel van dit beleggingsprofiel. Hiervoor geldt een ander profiel, namelijk uw duurzaamheidsprofiel. Wij vragen of u duurzaamheid wilt meenemen in de keuze voor uw beleggingen binnen beleggingsadvies. U kunt aangeven of u dit wel of niet belangrijk vindt. Uw keuze leggen wij vast. Als u duurzaamheid niet wilt meenemen in de keuze voor uw beleggingen, dan leidt dat tot een profiel Duurzaam Neutraal. In dat geval mogen wij zowel duurzame beleggingen als niet duurzame beleggingen adviseren. Vindt u duurzaamheid wel belangrijk? Dan leidt tot dat tot een profiel Duurzaam Bewust.
Bij de uitvraag van uw duurzaamheidsvoorkeuren hanteert de wetgever drie categorieën voor duurzaam beleggen:
– Principle Adverse Impacts (PAI): hierbij wordt rekening gehouden met nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren.
– Duurzame beleggingen: producten met beleggingen in economische activiteiten die bijdragen aan ESG-doelen.
– Taxonomie-beleggingen: beleggingsproducten die in een bepaalde mate voldoen aan de Europese Taxonomie.
De informatievoorziening in bovenstaande categorieën is op dit moment nog zeer beperkt. Wij hanteren een gefaseerde aanpak voor de uitvraag van uw duurzaamheidsvoorkeuren en wat passende beleggingen voor
u zijn. Daarbij kijken we hoe de productontwikkelaars van beleggingsfondsen hun producten zelf hebben geclassificeerd op basis van de Verordening betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico’s (‘SFDR’):
– Artikel 6 SFDR: deze fondsen hebben geen of beperkt duurzaamheidsbeleid.
– Artikel 8 SFDR: deze fondsen promoten ecologische en/of sociale kenmerken, waarbij de bedrijven waarin wordt belegd over ‘good governance’ beschikken.
– Artikel 9 SFDR: deze fondsen hebben duurzame beleggingen als doel.
Als u ervoor kiest om duurzaamheid mee te nemen in de keuze voor uw beleggingen, dan vinden wij in de categorie aandelen- en bedrijfsobligaties nu alleen fondsen passend voor u die voldoen aan artikel 8 of 9 SFDR . Bij de keuze voor overige beleggingen houden wij nog geen rekening met duurzaamheidsvoorkeuren.
Xxxxx u voor verschillende doeleinden portefeuilles aan? Dan komen wij voor iedere portefeuille (effectenrekening) een passend beleggingsprofiel en duurzaamheidsprofiel met u overeen. U kunt beide profielen altijd weer aanpassen. Neemt u in dat geval contact op met uw beleggingsspecialist.
Soms lukt het niet om een beleggingsprofiel met u overeen te komen. Bijvoorbeeld omdat wij over onvoldoende gegevens van u beschikken. Als dit voor u het geval is, dan kunt u ons alsnog van de benodigde informatie voorzien. Zonder overeengekomen beleggingsprofiel kunnen wij u niet adviseren. U kunt dan wel kiezen voor Xxxx Xxxxxxxx. Daarbij belegt u volledig zelfstandig en krijgt u van ons geen beleggingsadvies.
5. Wat zijn de rendementsverwachtingen van uw overeengekomen beleggingsprofiel?
Rendementen en risicoverhoudingen zijn voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in rendement en risico maken wij gebruik van scenarioanalyse. Hierbij wordt een groot aantal economische scenario’s gesimuleerd.
In de grafiek hierna staan de resultaten van een scenarioanalyse waarmee u een beeld kunt vormen hoe de waarde van uw beleggingen zich in enig jaar kan ontwikkelen. De waardeontwikkeling is weergegeven in percentages van uw belegbare vermogen.
Rendementsverwachtingen per beleggingsprofiel
50 % 47,2%
41,1%
40 % 35,1%
30 %
20 %
10 %
0 %
-10 %
18,3%
29,2%
22,7%
3,0%
3,5% 4,1%
4,5%
4,7%
4,9%
-20 %
-30 %
-40 %
-10,6%
-13,8%
-18,4%
-22,4% -26,8%
-31,1%
Zeer defensief Defensief Neutraal Gematigd offensief Offensief Zeer offensief
Goed scenario in enig jaar Middelste scenario 10 jaar Slecht scenario in enig jaar
Bron: Ortec Finance, mei 2022
De rendementen in de grafiek zijn prognoses. Prognoses vormen geen betrouwbare indicator voor toekomstige resultaten. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
U ziet in de grafiek dat er op korte termijn grote verschillen kunnen ontstaan tussen goede en slechte scenario’s. De grafieken geven de bandbreedtes weer van de rendementen zoals deze zich in het eerste jaar voor kunnen doen op basis van 95% waarschijnlijkheid. Dit wil zeggen dat onder normale omstandigheden 95% van de scenario’s na het eerste jaar binnen de vermelde bandbreedtes uitkomt. Er kunnen zich dus nog slechtere of betere scenario’s voordoen. In 5% van de scenario’s komt de vermogensontwikkeling na het eerste jaar buiten de vermelde bandbreedte uit (ofwel 50 van de 1.000 scenario’s). De bandbreedtes zijn gebaseerd op de scenario’s voor het gehele eerste jaar. Van kortere perioden kan niet gezegd worden dat de bandbreedtes proportioneel kleiner zijn.
Het rendement in het middelste scenario neemt toe naarmate het een profiel met meer risico (lees meer aandelen) betreft. Naarmate een beleggingsprofiel meer naar rechts staat neemt ook het verschil tussen goede en slechte economische scenario’s toe. Er zijn 1.000 verschillende economische scenario’s doorgerekend.
Deze scenario’s zijn vooral gebaseerd op historische data. Daarnaast is er rekening gehouden met economische trends op lange termijn, het beleid van centrale banken en de vooruitzichten voor inflatie. De resultaten van een scenarioanalyse worden behalve door de scenario’s ook bepaald door de samenstelling van een portefeuille.
De getoonde rendementen zijn bruto rendementen. Dit betekent dat er geen rekening is gehouden met kosten van beleggen. De werkelijke kosten van beleggen zijn vooraf niet precies vast te stellen. Als wij voor u een scenario-analyse maken, houden we wel rekening met beleggingskosten. Deze kosten zijn dan een aanname voor de optelsom van kosten die wij in rekening brengen (directe kosten) en de kosten van de beleggingen in
de portefeuille (indirecte kosten). Uit voorzichtigheid houden we er rekening mee dat niet alle kosten worden goedgemaakt met extra rendement.
Bij scenarioanalyse gaan wij er vanuit dat portefeuilles goed gespreid zijn, zoals behorend bij het beleggingsprofiel. Als uw eigen portefeuille niet volgens die verdeling gespreid is, kunnen de resultaten aanzienlijk afwijken.
6. Hoe berekenen wij de rendementen en risico’s?
Voor scenarioanalyse maken wij gebruik van de simulatiemodellen van OPAL Wealth Planner van Ortec Finance. In dit systeem worden onze modelportefeuilles doorgerekend met de scenario’s van Ortec. Deze worden maan- delijks door Ortec aangepast aan de laatste economische cijfers. Dit betekent dat de percentages van maand tot maand anders kunnen zijn. De resultaten helpen ons om u inzicht te geven in de verhoudingen tussen rendement en risico bij beleggen en sparen. Meer informatie over Ortec vindt u op xxxx://xxx.xxxxx-xxxxxxx.xxx/xx-xx.
7. Welke gevolgen heeft het onttrekken van geld uit uw belegde vermogen?
Als u regelmatig geld onttrekt uit uw belegde vermogen, heeft dit grote invloed op de kans op het behalen van uw doelstellingen. En daarmee ook op uw keuze van het beleggingsprofiel. Vaak wordt de invloed van
deze onttrekkingen onderschat. De invloed van onttrekkingen verschilt per beleggingsprofiel. Bent u van plan om periodiek bedragen aan uw portefeuille te onttrekken? Bespreekt u dit dan met uw beleggingsspecialist, zodat u samen de juiste keuze voor uw beleggingsprofiel kunt maken. Met Opal Wealth Planner®, zoals toegelicht bij punt 6, houden wij rekening met de invloed van vooraf besproken onttrekkingen van geld uit
uw belegde vermogen op de haalbaarheid van uw doelstellingen.
Gebruik van uw beleggingsprofiel
8. Uw beleggingsprofiel als basis voor de advisering
Voor een optimale invulling van uw portefeuille zijn expertise en maatwerk essentieel. Op basis van uw beleggings- profiel adviseren wij u over de verdeling van uw portefeuille en over de verschillende vermogenscategorieën en beleggingen. Wij houden hierbij rekening met de bandbreedtes per vermogenscategorie per beleggingsprofiel. En binnen de bandbreedtes spelen de strategische en tactische keuzes een rol bij de invulling van uw portefeuille.
9. Hoe gebruiken wij uw beleggingsprofiel voor de bewaking van uw portefeuille?
De samenstelling en de waarde van de beleggingen in uw portefeuille kunnen veranderen. Dit kan gebeuren doordat u transacties hebt gedaan. Maar ook omdat de financiële markten voortdurend in beweging zijn en koersen schommelen. Deze veranderingen zijn van invloed op het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille. Wij controleren daarom periodiek of de samenstelling van uw portefeuille wat risico betreft nog aansluit bij uw beleggingsprofiel.
Met het overeengekomen beleggingsprofiel als uitgangspunt hebben wij minimum- en maximumgrenzen vast- gesteld voor de risicodragende beleggingen in portefeuilles. Deze zogenoemde bandbreedtes geven u voldoende ruimte om in te spelen op gewijzigde omstandigheden op de financiële markten. Tegelijkertijd zorgen zij ervoor dat u niet meer risico neemt dan past bij uw beleggingsprofiel.
In onderstaande tabel ziet u per beleggingsprofiel welke bandbreedtes wij hebben vastgesteld. Wij adviseren het beleggingsprofiel ‘high risk’ niet. Daarom hebben wij hiervoor geen bandbreedte vastgesteld.
Bandbreedtes voor risicodragende beleggingen per beleggingsprofiel
Beleggingsprofiel | Bandbreedtes voor risicodragende beleggingen |
Zeer defensief | 0% - 30% |
Defensief | 15% - 45% |
Neutraal | 35% - 65% |
Gematigd offensief | 60% - 85% |
Offensief | 70% - 100% |
Zeer offensief | 70% - 100% |
10. Wat is het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille?
Het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille geeft weer hoe de verdeling van uw beleggingen over de verschillende vermogenscategorieën op enig moment is. Blijft de waarde van de risicodragende beleggingen tussen de vastgestelde bandbreedtes? Dan sluit de samenstelling van uw portefeuille nog aan bij het met
u overeengekomen beleggingsprofiel. Via online bankieren kunt u het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille inzien. U ziet dit beleggingsprofiel ook terug op het positieoverzicht dat u periodiek van ons ontvangt. Natuurlijk kunt u ook altijd aan uw beleggingsspecialist vragen wat uw actuele beleggingsprofiel is.
11. Wat moet u doen als het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille afwijkt van het overeengekomen beleggingsprofiel?
Het kan zijn dat het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille afwijkt van het beleggingsprofiel dat wij
met u zijn overeengekomen. Als dit gedurende langere tijd het geval is, adviseren wij u om samen met uw beleggingsspecialist afspraken te maken over vervolgstappen. Past een ander beleggingsprofiel beter bij u? Dan wijzen wij u op de consequenties daarvan en komen met u een nieuw beleggingsprofiel overeen.
Dit leggen we vast in onze administratie. Vanzelfsprekend zorgen wij daarna voor de bewaking van uw portefeuille volgens het nieuwe overeengekomen beleggingsprofiel.
In de praktijk zijn er drie situaties mogelijk.
1. Het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille en uw overeengekomen beleggingsprofiel zijn hetzelfde. Dit betekent dat de vermogensverdeling van uw portefeuille past binnen het overeengekomen profiel.
2. Met het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille loopt u minder risico dan met uw overeengekomen beleggingsprofiel. Dit betekent dat uw portefeuille minder risicovol is ingericht dan wij met u zijn overeen- gekomen. Maar u moet mogelijk ook genoegen nemen met een lager rendement dan verwacht. Hierdoor neemt het risico toe dat u uw financiële doelstellingen niet haalt. In deze situatie adviseren wij u het belang in risicodragende beleggingen te verhogen en/of het belang in risicomijdende beleggingen te verlagen. Op die manier komt uw portefeuille uit op een samenstelling die past bij het overeengekomen beleggingsprofiel.
3. Met het actuele beleggingsprofiel van uw portefeuille loopt u meer risico dan met uw overeengekomen beleggingsprofiel. Dit betekent dat uw portefeuille risicovoller is ingericht dan wij met u zijn overeen- gekomen. Hierdoor hebt u meer kans op positieve rendementen, maar loopt u ook meer risico op negatieve rendementen. In deze situatie adviseren wij u het belang in risicodragende beleggingen te verlagen ten gunste van risicomijdende beleggingen. De samenstelling van uw portefeuille past dan weer bij het overeen- gekomen beleggingsprofiel.
12. Wat moet u doen als uw persoonlijke situatie verandert?
Verandert er iets in uw financiële of persoonlijke situatie? Dan moet u dit meteen doorgeven aan uw beleggings- specialist. Elke vijf jaar vragen wij u of er wijzigingen zijn geweest in uw persoonlijke situatie. Wij verwachten dat u ons de gevraagde informatie verstrekt om de geschiktheid van het beleggingsprofiel opnieuw te kunnen beoordelen, anders kunnen wij onze dienstverlening aan u niet continueren. Een verandering in uw situatie kan invloed hebben op de manier waarop u belegt of op het doel waarmee u belegt. U kunt bij een verandering denken aan bijvoorbeeld een echtscheiding, ontslag, verhuizing naar de Verenigde Staten van Amerika.
Wijzigingen in uw persoonlijke situatie hebben vaak gevolgen voor uw doelstellingen en daardoor ook voor uw gekozen beleggingsprofiel. Als u ons niets laat weten over een verandering in uw situatie, dan kan het zijn dat wij u een advies geven dat niet bij u past. Zolang u ons geen informatie geeft over een verandering in uw situatie, gaan wij ervan uit dat de manier waarop u belegt en het doel waarmee u belegt nog steeds onveranderd zijn.
Inleiding Algemeen
1. Welke kosten betaalt u voor Beleggingsadvies?
Vaste directe kosten
2. Hoe berekenen wij de vaste directe kosten die u moet betalen?
3. Welke beleggingen nemen wij in de berekening niet mee als belegd vermogen?
4. Hoe ziet u welke vaste directe kosten u moet betalen?
5. Welke kosten zijn onderdeel van de vaste directe kosten?
Variabele directe kosten
6. Wat zijn de kosten voor aan- en verkooptransacties?
7. Hoe berekenen wij de waarde van een transactie?
8. Wat zijn variabele directe kosten bij emissies?
9. Wat zijn de variabele directe kosten bij reguliere optietransacties?
10. Hoeveel zijn de variabele directe kosten bij overige opties, zoals valutaopties, indexopties of special products?
11. Waar kunt u zien hoeveel variabele directe kosten u aan ons moet betalen?
Andere variabele directe kosten
12. Welke andere variabele directe kosten moet u ons nog meer betalen?
13. Wat zijn de belastinggerelateerde kosten?
14. Wat zijn handelskosten?
15. Welke kosten moet u betalen om uw portefeuille bij ons weg te boeken?
16. Hoe rekenen wij uw orders in buitenlandse valuta af?
Indirecte kosten
17. Welke kosten berekent een productontwikkelaar van een belegging?
18. Wat zijn market-spreadkosten?
Overig
19. Welke btw-regels gelden er voor beleggingsdiensten?
20. Wat gebeurt er als wij kosten aanpassen?
21. Wat moet u nog betalen als de overeenkomst eindigt?
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u alles over de kosten die wij u in rekening brengen als u kiest voor onze dienstverlening Beleggingsadvies. Dit zijn de directe kosten. De belangrijkste directe kosten zijn de vaste kosten (adviesvergoeding) en de variabele kosten voor transacties. Daarnaast kan het voorkomen dat u nog andere variabele kosten moet betalen.
Naast de directe kosten die wij in rekening brengen, zijn er ook indirecte kosten. Dit zijn de kosten die een productontwikkelaar van een belegging in rekening brengt. De indirecte kosten betaalt u niet rechtstreeks, maar zijn verwerkt in het rendement of de koers van de belegging. Een verdere uitleg van de kosten en een illustratie
van de invloed van de kosten op uw rendement kunt u vinden in uw portefeuillerapportage.
Algemeen
1. Welke kosten betaalt u voor Beleggingsadvies?
U maakt gebruik of gaat gebruik maken van Beleggingsadvies. Dat betekent dat wij u (gaan) adviseren over beleggingen. Voor deze dienstverlening brengen wij u kosten in rekening. Kosten beïnvloeden het netto rende- ment van uw beleggingen. Daarom is het belangrijk dat u een goed inzicht hebt in die kosten. U ontvangt per kwartaal een overzicht van ons met zowel de directe kosten voor onze dienstverlening als een inschatting van de indirecte kosten van de beleggingen op uw effectenrekening.
Hierna ziet u een tabel met onze belangrijkste kosten. Dit zijn de vaste kosten (adviesvergoeding) en de variabele kosten voor transacties (de directe kosten voor onze dienstverlening). Daarna geven wij een beschrijving van deze kosten en andere variabele kosten.
Kosten per beleggingsconcept
Beleggingsadvies | Beleggingsadvies Actief | Beleggingsadvies Specifiek | ||||
Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | |
Vaste kosten per jaar 0 - 500.000 500.000 - 1.500.000 1.500.000> | 0,50% 0,50% 0,35% | 0,61%* 0,61%* 0,42%* | 0,70% 0,60% 0,55% | 0,85%* 0,73%* 0,67%* | 0,35% | 0,42%* |
Minimum bedrag | € 500 | € 605 | ||||
Variabele kosten per transactie (vrijgesteld van btw) | 0,45% | 0,30% | 0,45% |
* deze percentages zijn op twee cijfers achter de komma afgerond
Maakt u gebruik van het oude ‘serviceniveau Profielfondsen’? Dan hebben we met u afwijkende afspraken gemaakt. Deze afspraken kunt u vinden in uw overeenkomst.
Vaste directe kosten
2. Hoe berekenen wij de vaste directe kosten die u moet betalen?
De vaste kosten betaalt u per kwartaal, achteraf. Ze worden berekend over uw gemiddelde belegde vermogen in dat kwartaal. Het belegde vermogen is de totale waarde van alle beleggingen (inclusief opgelopen rente bij uw obligaties) op uw effectenrekening. Wij hanteren geen minimumbedragen. Het geld op uw effectenrekening tellen wij niet mee. Uw gemiddelde belegde vermogen berekenen wij als volgt:
– Aan het eind van iedere maand bepalen wij de waarde van uw belegde vermogen. Aan het eind van ieder kwartaal tellen we de waarden van de vier laatste maanden bij elkaar op en delen deze door vier.
– Voor beleggingsconcept Beleggingsadvies en Beleggingsadvies Actief: U betaalt over het vermogen in de eerste schaal de bijbehorende vaste kosten. Over het meerdere vermogen betaalt u het percentage in de volgende schaal. Hieronder ziet u een rekenvoorbeeld.
– De vaste kosten die u ons betaalt, worden belast met 21% btw.
Voorbeeld
U maakt gebruik van beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief en heeft op deze rekening een gemiddeld belegd vermogen van
€ 1.800.000. De vaste kosten voor beleggingsadvies inclusief btw zijn dan per jaar:
Over de eerste € 500.000 | 0,85% | € 4.250 |
Over het meerdere tot € 1.500.000 | 0,73% | € 7.300 |
Over de € 300.000 boven €1.500.000 | 0,67% | € 2.010 |
0,77% | € 13.560 |
3. Welke beleggingen nemen wij in de berekening niet mee als belegd vermogen?
– De premiewaarden van uw optiebeleggingen en de waarden van stockdividenden en claims
– De waarde van uw beleggingen in private-equity fondsen Egeria en/of Gilde
– De waarde van uw beleggingen in bestaande structured products (in 2013 of eerder) uitgegeven door ons of Kempen Capital Management
– De waarde van uw beleggingen in Cadogan
4. Hoe ziet u welke vaste directe kosten u moet betalen?
Aan het begin van elk kwartaal ontvangt u een beleggingsadviesnota over het vorige kwartaal. Wij streven ernaar om deze nota binnen twee weken na het einde van een kwartaal naar u te sturen. Het verstrekken van de nota kan schriftelijk of door de nota op te nemen in uw digitale dossier binnen online Bankieren.
Op deze nota kunt u zien hoe wij de vaste kosten hebben berekend. Daarnaast ziet u op de nota het bedrag dat u moet betalen. Dit bedrag schrijven wij automatisch af van uw effectenrekening. Op het rekeningafschrift of het online overzicht van uw effectenrekening ziet u de afschrijving van het bedrag. De vaste kosten nemen wij mee bij de berekening van het nettorendement van uw portefeuille.
5. Welke kosten zijn onderdeel van de vaste directe kosten?
De vaste directe kosten berekenen wij voor onze dienstverlening voor Beleggingsadvies. Hierbij hoort de dienstverlening op basis van de beleggingsconcepten zoals uitgelegd in hoofdstuk 2 van deze brochure. Daarbij horen ook de administratie en het bewaren van beleggingen zoals uitgelegd in hoofdstuk 5.
Hierbij moet u denken aan de volgende kosten.
– Kosten voor het bewaren van beleggingen (bewaarloon)
– Kosten voor het incasseren van coupons en dividenden
– De aanvullende kosten bij het contant uitbetalen van coupons en dividenden
– Kosten bij het aflossen van betaalbaar gestelde obligaties door een debiteur
– De aanvullende kosten bij het contant uitbetalen van betaalbaar gestelde obligaties
– Kosten voor het terugvorderen van buitenlandse dividendbelasting over dividenden die betaalbaar zijn gesteld vanaf 1 januari 2014. Voor het terugvorderen van buitenlandse dividendbelasting, betaalbaar gesteld voor 1 januari 2014 moet u wel kosten betalen. Deze kosten zijn dan 5% over het terug te vorderen bedrag, met een minimum van € 20 per regel. Voor extra activiteiten berekenen wij een uurtarief van € 150. Meer informatie over het terugvorderen van buitenlandse dividendbelasting kunt u lezen in hoofdstuk 5.
– Kosten voor een opgave van de successiewaarde van een portefeuille. U of uw erfgenamen kunnen bij ons een opgave voor een portefeuille opvragen waarbij wij de successiewaarden aangeven. Deze hebt u nodig voor uw aangifte.
– Broker- en verwerkingskosten. Brokerkosten zijn de kosten die wij aan een broker moeten betalen om uw transactie uit te laten voeren. Verwerkingskosten zijn de overige kosten die wij moeten betalen aan derden of intern om uw transacties te laten uitvoeren.
– Kosten voor corporate actions. Voor de administratieve afhandeling van corporate actions berekenen wij geen aanvullende kosten. Als de corporate action leidt tot aan- of verkooptransacties, berekenen wij wel de reguliere variabele kosten.
Variabele directe kosten
6. Wat zijn de kosten voor aan- en verkooptransacties?
Bij een aan- of verkooptransactie betaalt u variabele kosten. Dit is een percentage over de totale waarde van een transactie. Het percentage is afhankelijk van uw keuze voor een beleggingsconcept. In de tabel ‘Kosten per beleggingsconcept’ aan het begin van dit hoofdstuk ziet u welk percentage er voor u geldt.
De kosten in deze tabel gelden per transactie voor:
– de aan- en verkoop van beleggingsfondsen, aandelen, obligaties en gestructureerde producten;
– de aan- en verkooptransacties van stockdividenden, warrants, claims;
– de uitoefening (exercises) of aanwijzing (assignments) van aandelen- en obligatieopties;
– de aan- en verkooptransacties van edelmetalen;
– de aan- of verkooptransacties die als gevolg van een corporate action plaatsvinden.
Voor optietransacties hanteren wij andere variabele kosten. Deze staan bij 9 en 10 van dit hoofdstuk. Bij de berekening van de nettoperformance van uw portefeuille nemen wij de variabele kosten mee.
Na het bevestigen van een order ontvangt u een kosteninschatting via een notificatiebericht in Online Bankieren. Indien u geen toegang hebt tot Online Bankieren ontvangt u een notificatie per e-mail.
De daadwerkelijke kosten die u uiteindelijk moet betalen voor uw transactie ziet u op uw transactienota.
Meer informatie hierover kunt u nalezen in de Handleiding Xxxx Xxxxxxxx onder “Uitleg Notificatiebericht kosteninzicht”.
7. Hoe berekenen wij de waarde van een transactie?
– Bij een aan- en verkoop van obligaties berekenen wij de waarde van de transactie door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de coupure en de koers waartegen de transactie is uitgevoerd, inclusief de meege- kochte en meeverkochte rente.
– Bij een aan- en verkoop van alle overige beleggingen berekenen wij de waarde door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de koers waartegen de transactie is uitgevoerd.
– Bij de variabele kosten van transacties zoals genoemd bij punt 6 hanteren wij geen minimumbedrag en ze zijn vrijgesteld van btw.
In een aantal voorbeelden lichten wij de berekening van de variabele kosten toe.
Voorbeeld 1
U koopt 100 aandelen in het Kempen Orange Fund à € 45 (genoteerd aan de beurs in Amsterdam). U hebt gekozen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief. Uw transactiewaarde bedraagt € 4.500. Uw variabele kosten bedragen (€ 4.500,- x 0,30% =) € 13,50.
Voorbeeld 2
U koopt 200 aandelen Yahoo à $ 30 (genoteerd aan de beurs in de Verenigde Staten). U hebt gekozen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Specifiek. Stel de dollarkoers is € 0,80. De transactiewaarde bedraagt $ 6.000. Omgerekend naar euro’s is de transac- tiewaarde € 4.800. Uw variabele kosten bedragen (€ 4.800 x 0,45%. =) € 21,60
Voorbeeld 3
U wilt op 1 augustus voor een bedrag van circa € 20.000 een vierjarige Nederlandse staatsobligatie aankopen. U hebt gekozen voor beleggingsconcept Beleggingsadvies Actief. De coupon is 2,75% en is betaalbaar op 1 februari van ieder jaar gedurende de looptijd. De huidige koers bedraagt 102%. U koopt € 275 rente mee over de periode van 1 februari tot 1 augustus. Deze rente ontvangt u terug op de eerstvolgende coupondatum. Uw transactiewaarde is € 20.675 (aankoop x koers + meegekochte rente van 20.000 x 102% + € 275). Uw variabele kosten bedragen (€ 20.675 x 0,3% =) € 62,03.
8. Wat zijn de variabele kosten bij emissies?
In de meeste gevallen betaalt u bij de introductie van een nieuwe belegging (een emissie) de reguliere variabele kosten. In sommige gevallen betaalt u aan de uitgevende instelling op de toegewezen stukken een bepaalde opslag op de uitgiftekoers. Deze opslag is een vergoeding voor de kosten die verband houden met de distributie van de belegging en de marketinginspanningen. Als een dergelijke opslag geldt, staat dat vermeld in het prospectus van de belegging en berekenen wij geen variabele kosten bij de emissie. U kunt bij uw private banker per emissie opvragen of een opslag moet worden betaald en hoe deze wordt berekend.
9. Wat zijn de variabele directe kosten bij reguliere optietransacties?
Hieronder vindt u een overzicht van de variabele kosten bij reguliere optietransacties. Deze variabele kosten zijn vrijgesteld van btw.
Openings- en sluitingstransacties
Bij openings- en sluitingstransacties betaalt u ons € 3 kosten per contract met een minimum van € 20 per transactie. Als de provisie op uw transactie meer is dan de helft van de effectieve waarde dan berekenen wij uitsluitend de helft van de effectieve waarde als provisie. Doet u een sluitingstransactie (closing buy of closing sell) op de markt en is de premie per contract € 0,05 of lager? Dan hoeft u ons geen kosten te betalen. Wij lichten dit toe aan de hand van drie voorbeelden.
Voorbeeld 1
U koopt (open buy) drie callopties op de AEX-index en u betaalt € 6,50 premie per contract. De kosten zijn 3 x € 3,- = € 9 Uw variabele kosten bedragen € 20. Dit zijn de minimale kosten voor deze transactie.
Voorbeeld 2
U verkoopt/schrijft (open sell) 20 callopties op Unilever en u ontvangt € 0,75 premie per contract. De kosten zijn 20 x € 3. Uw variabele kosten bedragen € 60.
Voorbeeld 3
U sluit uw positie callopties Unilever uit voorbeeld 2 (closing buy) en u betaalt € 0,50 premie per contract. De kosten zijn 20 x € 3. Uw variabele kosten bedragen € 60.
10. Hoeveel zijn de variabele directe kosten bij overige opties, zoals valutaopties, indexopties of special products? De variabele kosten die u ons moet betalen voor openings- en sluitingstransacties, zijn hetzelfde bij overige opties als bij reguliere optietransacties. Dit hebben wij bij punt 9 in dit hoofdstuk uitgelegd.
Uitoefenings- en aanwijzingstransacties
Bij de uitoefening (exercise) of aanwijzing (assignment) van overige opties betaalt u € 10 per contract. U betaalt geen variabele kosten.
11. Waar kunt u zien hoeveel variabele directe kosten u aan ons moet betalen?
Op de transactienota die u na elke uitgevoerde transactie ontvangt, nemen wij de berekende kosten apart op.
Andere variabele directe kosten
12. Welke andere variabele directe kosten moet u ons nog meer betalen?
Naast de variabele kosten voor transacties moet u soms nog een aantal andere variabele kosten betalen.
– Belastinggerelateerde kosten
– Kosten die wij apart aan productontwikkelaars van beleggingen moeten betalen, zoals handelskosten
– Leveringskosten bij overboeken op uw verzoek van uw portefeuille naar een andere bank
– Kosten voor het omrekenen van buitenlandse valuta naar euro (valutakosten).
In de punten hieronder lichten we de handelskosten, belastinggerelateerde kosten en de valutakosten verder toe.
13. Wat zijn belastinggerelateerde kosten?
Hieronder vindt u een overzicht van de meest voorkomende belastinggerelateerde kosten van een aantal landen. Belastinggerelateerde kosten zijn vrijgesteld van btw. Bij transacties in sommige buitenlandse beleggingen wordt transactiebelasting gerekend. Dit wordt ook wel Financial Transaction Tax (FTT) of Stamp duty genoemd.
Stamp duty
Stamp duty is een belasting die geheven wordt in Engeland, Ierland en Hong Kong. Hierop hebben wij geen invloed. De ingehouden stamp duty moet u aan ons betalen.
– Engeland: 0,5% over het gehele aankoopbedrag
– Ierland: 1,0% over het gehele aankoopbedrag
– Hong Kong: 0,1% over het gehele verkoopbedrag voor beleggingen genoteerd aan HK Stock Connect (China A shares); 0,13% over het gehele aan- of verkoopbedrag voor financiële instrumenten lokaal genoteerd in Hong Kong
Financiële transactiebelasting (FTT)
Financiele transactiebelasting geldt momenteel voor onderstaande landen. Het kan zijn dat meer landen deze belasting invoeren. Uiteraard informeren wij u hierover en passen deze voorwaarden zo snel mogelijk (daarna) aan.
Frankrijk
Bij aankoop van beleggingen van Franse bedrijven met een hoofdkantoor in Frankrijk en een marktkapitalisatie van minimaal 1 miljard euro, betaalt u 0,3% over de aankoopwaarde.
Spanje
Bij aankoop van beleggingen op de Spaanse beurs van bedrijven met een marktkapitalisatie van minimaal 1 miljard euro, betaalt u 0,2% over de aankoopwaarde.
Italië
Bij aankopen op een beurs van aandelen of op aandelen lijkende beleggingen moet u 0,12% betalen over het gehele aankoopbedrag. Doet u een aankoop buiten een beurs om? Dan betaalt u kosten van 0,22% over het gehele aankoopbedrag. In ons Orderuitvoeringsbeleid staat dat wij aandelen via een beurs kopen. Deze hogere kosten zijn daardoor niet op uw transacties van toepassing. De beleggingen waar deze belasting over wordt geheven zijn onder meer:
– aandelen van ondernemingen die hun hoofdvestiging in Italië hebben en een marktwaarde van meer dan 500 miljoen euro (gemeten op 1 december in het voorgaande jaar); en
– andere op bovengenoemde aandelen lijkende beleggingen, zoals certificaten van aandelen, stemrechtcertificaten en converteerbare obligaties.
Voor derivaten moeten u en uw tegenpartij kosten betalen. Daarnaast wordt in het geval u een optie uitoefent, de verkrijging van de beleggingen ook belast voor 0,12% over het gehele verkrijgingsbedrag (aantal beleggingen x beurskoers).
14. Wat zijn handelskosten?
Handelskosten zijn kosten (waaronder toe- en uittreedkosten) die wij moeten betalen aan productontwikke- laars van beleggingen, zoals bijvoorbeeld beleggingsfondsen en gestructureerde producten. Deze kosten zijn opgenomen in de prospectus van het beleggingsfonds of gestructureerde product.
Meestal zijn deze kosten verwerkt in de aan- of verkoopkoers van de belegging. Brengt de productontwikkelaar deze kosten apart in rekening? Dan berekenen wij deze afzonderlijk aan u door. Handelskosten zijn vrijgesteld van btw.
15. Welke kosten moet u betalen om uw portefeuille bij ons weg te boeken?
Wilt u uw portefeuille overboeken naar een andere bank of naar een andere cliënt binnen de bank? Dan moet u daarvoor betalen. U moet betalen voor de girale leveringen van beleggingen van uw beleggingsdepot bij ons naar een beleggingsdepot bij een andere bank. Deze kosten berekenen wij per belegging (titel). Het maakt daarbij niet uit of de levering naar een bank binnen of buiten Europa plaatsvindt. De kosten bedragen:
– € 18,15 (incl. btw) voor een belegging die op een beurs binnen Europa genoteerd is,
– € 24,20 (incl. btw) voor een belegging die op een beurs buiten Europa genoteerd is,
– € 60,50 (incl. btw) voor een belegging die niet-beursgenoteerd is.
Voor een overboeking van uw beleggingsdepot naar een ander beleggingsdepot bij Van Lanschot of haar dochterondernemingen betaalt u geen kosten.
16. Hoe rekenen wij uw orders in buitenlandse valuta af?
Geeft u een order op voor een belegging die een andere valuta heeft dan de euro? En hebt u bij ons geen rekening in deze valuta? Dan rekenen wij uw order om naar de euro. U ziet op uw transactienota de valutakoers die wij gebruiken om uw order af te rekenen. De valutakoers die we gebruiken bij de afrekening van uw koop- of verkooporder wordt een aantal keer per dag vastgesteld en is de actuele koers die in het systeem op dat moment beschikbaar is, plus of min een aantal pips.
Pip is de afkorting van ‘percentage in point’. De meeste valutakoersen noteren in vier cijfers achter de komma. De kleinst mogelijke verandering van een valutakoers is de verandering van één punt van het laatste cijfer achter de komma. Die verandering wordt pip genoemd. Als voorbeeld een verandering van de USD koers van 1.0641 naar 1.0640 is 1 pip. Een verandering in de SEK koers van 9.4260 naar 9.4270 is 10 pips.
Bij een kooporder trekken wij het aantal pips van de koers af. Bij een verkooporder tellen wij het aantal pips bij de koers op. Het aantal pips dat wij aftrekken of optellen is een vergoeding voor het risico dat wij lopen bij de valutatransactie, de kosten en het onderhoud van het systeem dat we gebruiken en een winstopslag.
In de tabel ziet u per buitenlandse valuta hoeveel pips we bij de koers aftrekken of optellen. Dit zijn de valuta die we op dit moment het meest gebruiken.
Aantal pips per buitenlandse valuta
Valuta | Aantal pips |
AUD | 50 |
CAD | 50 |
CHF | 40 |
DKK | 280 |
GBP | 32 |
Valuta | Aantal pips |
HKD | 330 |
JPY | 4750 |
NOK | 350 |
SEK | 350 |
USD | 40 |
Bij een valutatransactie lopen wij risico, omdat we achteraf de buitenlandse valuta zelf nog moeten kopen of verkopen. De koers die wij daarbij krijgen, wijkt vaak af van de koers waartegen wij voor u de koop of verkoop hebben afgerekend.
Indien Van Lanschot geen correspondentbank aanhoudt in een bepaald land dan zal de omrekenkoers van de vreemde valuta worden vastgesteld door de depotbank waar uw belegging op dat moment wordt bewaard.
Als u vaker transacties in een vreemde muntsoort doet, kunt u gebruikmaken van de effectenrekening Multicurrency. U moet dan ook bij ons een rekeningcourant in die vreemde muntsoort hebben als tegenrekening. U kunt een effectenrekening Multicurrency aanvragen bij uw beleggingsspecialist. Als u beschikt over een effectenrekening Multicurrency, dan kunt u contact opnemen met uw beleggingsspecialist of banker om de mogelijkheden voor een separate koers te bespreken.
De valutakosten die wij in rekening brengen ziet u terug op uw transactienota. Ook ziet u de valutakosten in uw portefeuillerapportage.
Indirecte kosten
17. Welke kosten berekent een productontwikkelaar van een belegging?
De makers of productontwikkelaars van beleggingen berekenen ook kosten. Het gaat hier vooral om beleggings- fondsen en gestructureerde producten. Deze kosten worden niet rechtstreeks bij u in rekening gebracht,
maar zijn verwerkt in het rendement of de koers van de belegging. Deze indirecte kosten bij beleggingen bestaan onder meer uit de management fee, administratiekosten, accountantskosten, vergunningen, belastingen, transactiekosten van beleggingen en de bewaarvergoeding.
Productontwikkelaars zijn verplicht om alle kosten van een belegging te tonen in een officieel document, een EBi of een Eid. In het Eid kunt u de totale kosten zien die gedurende de looptijd van de belegging in rekening worden gebracht. U ziet de kosten uitgedrukt in een geldbedrag en in procenten. In de EBi ziet u de lopende kosten van een beleggingsfonds in procenten op jaarbasis. De lopende kosten van een beleggingsfonds worden ook wel Ongoing charges figure (OCF) genoemd. Wij tonen deze indirecte kosten in uw portefeuillerapportage. Ook laten wij de invloed zien van de kosten op het rendement van uw portefeuille. De procentuele kosten op jaarbasis van iedere belegging kunt u zien in uw positieoverzicht. Met behulp van deze kosten per belegging berekenen we ook de indirecte kosten over de gehele portefeuille op jaarbasis. Voor die berekening hanteren we de aanname dat de samenstelling van de portefeuille vanaf rapportagedatum het hele jaar ongewijzigd blijft. Daarom blijft de opgave van de indirecte kosten altijd een schatting. Een verdere toelichting vindt u in de portefeuillerapportage zelf.
18. Wat zijn market-spreadkosten?
Als u een transactie doet is de koers die u betaalt de koers die wij voor u op de markt hebben gerealiseerd. Echter, bij transacties kunnen op het moment van handel de bied- en de laatkoers op de markt van elkaar verschillen. Er kan dan sprake zijn van impliciete transactiekosten. Dit is niet hetzelfde als de valutakosten beschreven onder punt 16. van dit hoofdstuk. Of er sprake is van impliciete transactiekosten is afhankelijk van onder andere de markt, de verhouding tussen vraag en aanbod en de relatieve omvang van de transactie. Wij verantwoorden deze kosten onder market-spreadkosten op uw transactie nota en portefeuille overzichten.
Overig
19. Welke btw-regels gelden er voor beleggingsdiensten?
Over diensten die een bank levert in Nederland is in principe btw verschuldigd. Uitzondering hierop zijn de diensten die zijn vrijgesteld van btw, zoals bepaalde diensten met betrekking tot beleggingen, collectieve
fondsen, kredietverlening en betalingsverkeer. Als in deze voorwaarden achter een kostenpost staat dat het inclusief btw is, dan zijn de kosten in beginsel belast met 21% btw en de btw is dan bij de prijs inbegrepen.
Nederlandse btw is in beginsel alleen verschuldigd als de dienst in Nederland plaatsvindt. In bepaalde gevallen is de dienst ook belast als deze binnen de EU wordt verricht aan een particulier. In geval van internationale dienstverlening moet voor de toepassing van de btw-wetgeving daarom nader worden beoordeeld waar de dienst plaatsvindt. Om te bepalen of een dienst volgens de btw-wetgeving in Nederland plaatsvindt (en de bank dus btw in rekening moet brengen), gelden de volgende hoofdregels.
Diensten business-to-business
Als de bank de dienst verleent aan een ondernemer met een btw-identificatienummer, dan is de plaats van dienst het land waar deze ondernemer is gevestigd. De btw-wetgeving van dat land is dan van toepassing. Stel, wij verlenen een btw-plichtige dienst aan een ondernemer in Engeland. Dan is de btw-wetgeving van Engeland van toepassing. Op de factuur staat dan ‘reverse charge’. Dit betekent dat door de ondernemer in Engeland Engelse btw moet worden afgedragen.
Diensten business-to-consumer
Verleent een bank een dienst aan een particuliere klant of vennootschap die zich voor de btw niet als onder- nemer kwalificeert (geen btw-identificatienummer)? Dan is de plaats van dienst het land waar de dienstverlener is gevestigd van toepassing. In dit geval vindt de dienst plaats in Nederland en brengen wij Nederlandse btw
in rekening. Deze regel geldt alleen als de (particuliere) afnemer van de dienst in de Europese Unie woont of is gevestigd. Woont de afnemer niet in de Europese Unie? Dan is er geen Nederlandse btw verschuldigd.
Xxxx, wij verlenen een btw-plichtige dienst aan een particuliere klant die in Frankrijk woont. Dan is de plaats van dienst Nederland en wordt Nederlandse btw in rekening gebracht.
Xxxx, wij verlenen een btw-plichtige dienst aan een particuliere klant die in Canada woont. Dan is de plaats van dienst Canada en wordt geen Nederlandse btw in rekening gebracht.
20. Wat gebeurt er als wij kosten aanpassen?
Wij mogen de kosten voor onze dienstverlening voor beleggingsadvies op elk moment aanpassen. Wij laten u dat minimaal 30 dagen voordat de aanpassing ingaat weten. Xxxx u het niet eens met een aanpassing? Dan kunt u de beleggingsrelatie met ons beëindigen door ons een ondertekende brief of een e-mail te sturen.
21. Wat moet u nog betalen als de overeenkomst eindigt?
Is de overeenkomst beëindigd? En hebt u vooraf kosten betaald voor ná de datum van beëindiging? Dan zijn wij niet verplicht om die kosten aan u terug te betalen. Moest u nog kosten betalen over de periode tot aan de
datum waarop de overeenkomst is beëindigd? Dan moet u die nog steeds aan ons betalen. U moet na beëindiging nog wel variabele kosten betalen, bijvoorbeeld voor het verkopen van bepaalde beleggingen. De vaste kosten voor onze dienstverlening Beleggingsadvies blijven wij alleen afschrijven als sprake is van een situatie zoals omschreven in de overeenkomst of voorwaarden. Dit is bijvoorbeeld het geval als wij de andere rekeninghouder of uw erfgenamen na uw overlijden blijven adviseren.
Inleiding
Soorten beleggers
1. Welke verschillende soorten beleggers kennen wij?
Bewaring en administratie
2. De bewaring en administratie van uw beleggingen
3. Hoe kunt u buitenlandse bronbelasting terugvorderen?
4. Waardering van uw beleggingen
5. Bewaart een derde namens ons uw beleggingen?
6. Wij mogen weigeren om bepaalde beleggingen voor u te bewaren
7. Wat is een class action?
Geven en uitvoeren van opdrachten
8. Xxx geeft u ons een opdracht?
9. Geeft u ons een opdracht op een manier die wij niet hebben afgesproken met u?
10. Welk type orders kunt u opgeven?
11. Hoe voeren wij uw opdrachten uit?
12. Hoe verwerken wij uw opdrachten?
13. Welke informatie over uw beleggingen krijgt u van ons?
14. Welke opdrachten kunt u geven via de Beleggen App?
Geven en uitvoeren van opdrachten voor beursopties
15. Xxx geeft u ons een opdracht voor een beursoptie?
16. Wat is de looptijd van mijn opdracht voor een beursoptie?
17. Wat zijn de regels voor positielimieten en uitoefenlimieten?
18. Hoe kunnen uw opties worden afgewikkeld?
19. Wat doen wij als uw opties worden afgewikkeld?
20. Wat is een marginverplichting?
21. Hoe kunt u aan uw marginverplichting voldoen?
22. Kunt u ongedekt call opties schrijven?
23. Welke procedure hanteren wij bij een dekkingstekort?
24. Is Van Lanschot uw tegenpartij bij handel in beursopties?
Overige informatie
25. Wie is er verantwoordelijk?
26. Wat houdt ons pandrecht in?
27. Informatie over beurskoersen
28. Wat moet u doen als u belegt in Amerikaanse beleggingen?
29. Kunt u bij ons beleggen als u een ‘US-person’ bent?
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u welke afspraken wij nog meer met elkaar maken. Deze gaan onder meer over het soort belegger dat u bent. Verder kunt u lezen hoe wij uw beleggingen administreren en bewaren. Ook spreken wij af hoe wij contact hebben met elkaar en hoe u orders aan ons door kunt geven.
Soorten beleggers
1. Welke verschillende soorten beleggers kennen wij?
In de wet staan verschillende soorten beleggers genoemd. Per soort is voorgeschreven welk niveau van bescherming de belegger moet krijgen. Deze bescherming houdt niet in dat de belegger wordt beschermd tegen koersverlies. De wet gaat vooral over de hoeveelheid en inhoud van de informatie die wij moeten geven aan de belegger. Volgens de wet definiëren wij de volgende soorten beleggers:
– niet-professioneel,
– professioneel,
– in aanmerking komende tegenpartij, zoals sommige verzekeraars, beleggingsfondsen of banken.
Als u geen bericht van ons ontvangt, hebben wij u aangemerkt als ‘niet-professionele belegger’. U valt daarmee in de categorie waarvoor de hoogste bescherming geldt. Valt u in de categorie professionele belegger of in
aanmerking komende tegenpartij? Dan hebt u minder bescherming. Wij bevestigen dat aan u met een brief. U kunt maar in één categorie worden ingedeeld. Het maakt daarbij niet uit of u meer rekeningen hebt. Wij kunnen u niet per beleggingsdienst die we u verlenen, per opdracht of per soort belegging in een andere categorie indelen.
Als u meer of minder bescherming wilt, dan kunt u ons één keer vragen om u in te delen in een andere categorie. Wij mogen zelf beslissen of we wel of niet akkoord gaan met uw verzoek. We keuren een verzoek om minder bescherming alleen goed, als u aan alle voorwaarden voldoet die worden genoemd in de wet. Wij bevestigen dat aan u met een brief.
Wij vragen u om informatie om te beoordelen of de dienstverlening voor beleggingsadvies voor u passend is en om u goed beleggingsadvies te geven. Zo vragen we hoeveel u weet van beleggen, hoeveel ervaring u met
beleggen hebt, hoeveel risico u kunt en wilt nemen, wat uw financiële positie is en wat u met uw beleggingen wilt bereiken (uw doelstelling). Het is uw verantwoordelijkheid om ons de juiste informatie te geven. Wij hoeven niet te controleren of alle informatie die u ons geeft klopt. Geeft u ons niet alle relevante informatie die wij nodig hebben, of is de informatie die u ons geeft niet juist? Dan kan het zijn dat wij u geen beleggingsadvies kunnen geven of u zelfs verkeerd advies geven.
Bewaring en administratie
2. De bewaring en administratie van uw beleggingen
Wanneer u een effectenrekening opent, geeft u ons de opdracht om:
– uw beleggingen voor u te bewaren,
– administratieve beheerhandelingen te verrichten die met uw beleggingen te maken hebben,
– uw beleggingen op uw effectenrekening te administreren en bewaren.
Er zijn verschillende administratieve beheerhandelingen (wij noemen dit ‘corporate actions’) die met uw beleggingen
te maken hebben.
– Het innen van rentebedragen, aflossingen en dividenden.
– Het uitoefenen en verkopen van claimrechten (ook wel claims genoemd) in het geval van een claimemissie.
– Het verrichten van conversiehandelingen; dit zijn handelingen die wij voor u kunnen uitvoeren in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij het ingaan op een openbaar bod, het omwisselen van warrants of converteerbare obligaties in aandelen, het laten uitkeren van keuzedividend in aandelen of in geld en dergelijke.
– Het administratief verwerken van de gevolgen van een overname of fusie van de uitgever van uw belegging.
– Het registreren van uw belegging, waardoor u bijvoorbeeld kunt deelnemen aan een aandeelhoudersvergadering.
Aandeelhoudersvergaderingen, eenvoudige en ingewikkelde corporate actions
Wij maken onderscheid tussen aandeelhoudersvergaderingen, eenvoudige en ingewikkelde corporate actions. Bij eenvoudige corporate actions vindt er alleen een afwikkeling van de corporate action plaats, bijvoorbeeld uitkering van dividend, naamswijziging of aflossing van een obligatie. Bij ingewikkelde corporate actions kunnen wij u vragen om een keuze te maken, bijvoorbeeld een openbaar bod, claimemissie of een overname of fusie met een keuzemogelijkheid.
Informatievoorziening bij aandeelhoudersvergaderingen, eenvoudige en ingewikkelde corporate actions
In onze informatievoorziening maken wij onderscheid tussen aandelen van Europese beursgenoteerde vennootschappen en overige beleggingen. Onder overige beleggingen vallen bijvoorbeeld aandelen van vennootschappen van buiten de Europese Unie, obligaties en beleggingsfondsen.
Aandelen van Europese beursgenoteerde vennootschappen
Xxx informeren u actief over aandeelhoudersvergaderingen, eenvoudige en ingewikkelde corporate actions met betrekking tot aandelen van Europese beursgenoteerde vennootschappen, zoals voortvloeit uit Europese regelgeving inzake aandeelhoudersrechten. Wij informeren u, voor alle Europese beursgenoteerde vennootschappen waar u direct aandeelhouder van bent, zo snel als mogelijk nadat wij informatie over de corporate action ontvangen. Wij informeren u via een notificatie per email met een verwijzing naar online bankieren voor meer informatie. Wilt u deze notificaties liever niet ontvangen? U kunt de berichtgeving hiervoor uitzetten in online bankieren. Er wordt dan ook geen informatie opgeslagen in online bankieren.
Beschikt u nog niet over online bankieren en wenst u de notificaties en bijbehorende berichten wel te ontvangen? Dan dient u online bankieren aan te vragen. Als u dat niet doet dan gaan wij er vanuit dat u deze berichten niet wenst te ontvangen. Wanneer er sprake is van een ingewikkelde corporate action, bijvoorbeeld wanneer een onderneming u de mogelijkheid biedt om een keuze te maken, ontvangt u naast de notificatie ook nog een aparte brief. Deze kunnen wij u ook digitaal versturen.
Aandelen van niet-Europese beursgenoteerde vennootschappen en overige beleggingen
Voor corporate actions van niet-Europese beursgenoteerde vennootschappen en overige beleggingen geldt dat wij u in de meeste gevallen alleen informeren bij meer ingewikkelde corporate actions, mits wij de informatie via onze kanalen tijdig en volledig ontvangen. U ontvangt hierover een brief. Deze kunnen wij u ook digitaal versturen. Wij zijn alleen verplicht u de informatie te geven die wij via onze eigen informatiekanalen krijgen over uw belegging.
Uitoefening van uw rechten
Als u een keuze kunt maken dan kunnen wij u vragen om een instructie. Wij kunnen dan aangeven wat wij doen als u vóór een bepaalde datum niets laat weten. Hebben wij uw instructie niet vóór de aangegeven datum ontvangen? Dan voeren wij de corporate action uit op de manier waarvan wij denken dat die voor u het beste
is en die wij aan u hebben aangegeven. Wij houden daarbij rekening met vergelijkbare gevallen. Wij gaan er in dat geval vanuit dat u ons daarvoor toestemming hebt gegeven. Er wordt bijvoorbeeld een openbaar bod
uitgebracht op één van uw beleggingen en wij hebben aangegeven dat wij uw beleggingen aanmelden. Dan mogen wij dat doen, tenzij u vóór een bepaalde datum hebt aangegeven dat niet te willen. Wij zijn overigens niet verplicht om dat te doen.
Bij eenvoudige corporate actions kunt u ervoor kiezen om ons een standaardinstructie te geven, zodat u niet voor elke corporate action apart uw keuze hoeft door te geven. Bij een keuzedividend van buitenlandse
beleggingen hanteren wij altijd een uitbetaling in geld. Bij ingewikkelde corporate actions is het niet mogelijk om een standaardinstructie op te geven en vragen wij u apart om uw keuze aan ons door te geven.
Verwerking van corporate actions
Als wij corporate actions voor u verwerken, dan ontvangt u altijd een nota waarin we de detailgegevens bevestigen. Afhankelijk van uw voorkeur ontvangt u deze via online bankieren of per post.
Bewaring
Wij mogen voor uw rekening en risico derden inschakelen bij de bewaring van uw beleggingen, zoals een (buitenlandse) bank of centrale bewaarinstelling. Wij kiezen die derden zorgvuldig. Als die keuze zorgvuldig is gedaan en u lijdt toch schade, dan zijn wij daarvoor niet verantwoordelijk. Natuurlijk helpen wij u de schade
zoveel mogelijk te beperken. Wilt u beleggen in een land waar we geen buitenlandse bank als partner hebben? En worden we door uw keuze voor een belegging gedwongen tot het aangaan van een relatie met een niet door ons geselecteerde derde? Dan zijn wij daarvoor niet verantwoordelijk.
3. Hoe kunt u buitenlandse bronbelasting terugvorderen?
U kunt ons machtigen om voor bepaalde landen bronbelasting terug te vorderen.
Bronbelasting wordt geheven op dividend en couponinkomsten in het land waarin de uitgevende instelling gevestigd is. Deze bronbelasting wordt direct bij uitbetaling afgedragen aan de belastingdienst in het land van de uitgevende instelling. Ter voorkoming van dubbele belastingheffing heeft Nederland met diverse landen belastingverdragen afgesloten. Als een dergelijk belastingverdrag hierin voorziet kan het tarief van de geheven bronbelasting verminderd worden.
In de praktijk komt het nogal eens voor dat in het buitenland meer belasting wordt ingehouden dan op basis van het verdrag tussen Nederland en het desbetreffende land is toegestaan. Afgesproken is bijvoorbeeld dat het desbetreffende land de dividenden voor 15% mag belasten. Dit land houdt echter geen rekening met het verdrag en houdt 30% dividendbelasting in. Hiervan kan 15% verrekend worden zoals afgesproken in het verdrag. Het overige percentage kunt u, of wij namens u, terugvragen bij de belastingautoriteiten van het desbetreffende land.
Er zijn verschillende vormen van belastingvermindering:
a. Volledige of gedeeltelijke vrijstelling aan de bron van belasting op dividend- en couponuitkeringen.
b. Terugvorderen van bronbelasting voor zover het betaalde bedrag aan bronbelasting hoger is dan het verdragspercentage.
U kunt ons machtigen om jaarlijks de belasting voor u terug te vorderen. Waar mogelijk realiseren wij vrijstelling of gedeeltelijke vrijstelling aan de bron. Indien dit niet mogelijk is dan proberen wij voor u de belasting terug te vorderen die boven het verdragstarief is ingehouden. De machtiging komt te vervallen bij het beëindigen van de overeenkomst. Wij vorderen na het beëindigen van de overeenkomst nog 1 keer de bronbelasting voor u terug. Daarna verrichten wij geen verdere werkzaamheden meer voor u. Wel storten wij de eerder teruggevorderde bronbelasting die wij nog ontvangen aan u door, als uw tegenrekening nog bij ons bekend is.
Wij vorderen pas geld terug als u minimaal EUR 100 (na aftrek van externe kosten) per dividend of couponbetaling kan vorderen.
Per land gelden er specifieke regels en/of uitzonderingen. Deze wijzigen ook regelmatig vandaar dat wij hiervoor een aparte TaxServicesWijzer voor u hebben gemaakt. Deze kunt u vinden op onze website xxx.xxxxxxxxxxx.xx onder voorwaarden.
Het terugvorderen van bronbelasting kan vaak moeizaam verlopen. Soms vraagt de buitenlandse fiscale autoriteit aanvullende informatie of verzwaart zij condities. Al wij de terugvordering opstarten, dan kunnen wij geen garantie geven voor het slagen ervan. Terugvordering is slechts mogelijk als derden bij de bewaring van fondsen dit ondersteunen.
Vrijstelling aan de bron
Voor de Verenigde Staten en Canada hebben wij vrijstelling aan de bron verkregen. Dat betekent dat u op het dividend voor deze landen minder of geen belasting hoeft af te dragen, afhankelijk van o.a. het belastingverdrag, uw (fiscale) status en ingezetenschap. Voor andere landen kennen wij geen vrijstelling. Voor Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, België en Spanje geldt dat wij uitsluitend bronbelasting kunnen terugvorderen op basis van het belastingverdrag. Terugvordering is alleen mogelijk als derden bij de bewaring van fondsen dit ondersteunen.
4. Waardering van uw beleggingen
Wij gebruiken bij de waardering van de beleggingen in uw portefeuille, als deze beschikbaar is, de slotkoers van de laatste handelsdag op de beurs waar het product officieel genoteerd staat. Als deze slotkoers niet beschikbaar is, maken we gebruik van de biedkoers van dezelfde beursplaats. Is ook de biedkoers niet bekend? Dan raadplegen wij alternatieve bronnen, zoals andere beurzen of de uitgevende instelling. De bron is niet zichtbaar op uw positieoverzichten.
5. Bewaart een derde namens ons uw beleggingen?
Bij bewaring van uw beleggingen door een derde worden die beleggingen voor uw rekening en risico bewaard in een algemeen effectendepot op onze naam. Deze derde doet ook voor uw rekening en risico de administratie van uw beleggingen. Ook die derde is niet verplicht de nummers van uw beleggingen te administreren. Rente en uitkeringen over uw beleggingen die wij van de derde ontvangen, geven we aan u.
6. Wij mogen weigeren om bepaalde beleggingen voor u te bewaren
Wij mogen weigeren om bepaalde beleggingen voor u te bewaren. Wij hoeven hier geen reden voor te geven. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als u uw beleggingen van een andere bank wilt overboeken naar ons. Heeft die andere bank uw beleggingen naar ons overgeboekt om deze voor u te bewaren en hebt u op dat moment nog geen overeenkomst getekend? Dan retourneren we al uw beleggingen na vijf werkdagen aan de leverende bank. Tenzij u binnen die termijn alsnog een overeenkomst hebt ondertekend.
7. Wat is een class action?
Een class action is een juridische procedure die gevoerd wordt door een groep beleggers die belegd hebben in een bepaalde belegging. Meestal wordt een class action gevoerd tegen de uitgevende instelling van die belegging. Is er een class action of een (juridische) procedure die vergelijkbaar is met een belegging die u hebt? Dan hoeven wij u dit niet te laten weten. Wij bepalen zelf wanneer we deze informatie wel aan u doorgeven. We zijn niet verantwoordelijk voor schade die hierdoor ontstaat, behalve als we zelf een grote fout hebben gemaakt of als we de schade met opzet hebben veroorzaakt.
Geven en uitvoeren van opdrachten
8. Xxx geeft u ons een opdracht?
We verwerken uw opdrachten die te maken hebben met uw beleggingen alleen als u ze op één van de volgende manieren aan ons doorgeeft.
– Schriftelijk
– Telefonisch
– Het accepteren van een transactievoorstel in de Van Lanschot Beleggen App
Wilt u een opdracht op een andere manier aan ons doorgeven, bijvoorbeeld per e-mail? Dan moet u daarvoor eerst toestemming aan ons vragen. Als we uw aanvraag bij uitzondering goedkeuren, dan bevestigen wij dit aan
u. Voor het doorgeven van opdrachten per e-mail geldt dat u de risico’s die verbonden zijn aan het doorgeven van opdrachten op deze manier voor uw rekening neemt. U kunt hierbij denken aan het risico dat wij uw orders niet tijdig opmerken, waardoor u mogelijk een gunstig aan- of verkoopmoment mist.
9. Geeft u ons een opdracht op een manier die wij niet hebben afgesproken met u?
Dan voeren wij de opdracht niet uit. Het kan ook zijn dat de opdracht om een andere reden niet acceptabel is, bijvoorbeeld omdat ze onvolledig is. Ook in dat geval voeren wij uw opdracht niet uit. Wij nemen in deze gevallen contact met u op.
10. Welk type orders kunt u opgeven?
U kunt op drie manieren orders aan ons doorgeven. Wij leggen de drie ordertypen hieronder uit. Deze order- typen zijn overigens niet voor alle beleggingen en alle manieren van doorgeven mogelijk.
Bestens-orders
Als u een bestens-order opgeeft, dan geeft u aan dat de order tegen de eerstvolgende koers tot en met volledige uitvoering uitgevoerd moet worden. Beleggingsfondsen kunnen alleen bestens opgegeven worden.
Limietorders
Als u een limietorder opgeeft, dan geeft u aan welke koers u minimaal wilt ontvangen bij verkoop of maximaal wilt betalen bij aankoop. Als u een limiet meegeeft aan uw order, dan kan het zijn dat wij uw opdracht niet direct uitvoeren. Zo’n opdracht blijft geldig tot het moment dat wij deze kunnen uitvoeren. Als de opdracht na een bepaalde periode nog niet is uitgevoerd, dan vervalt deze. Die periode bepaalt de bank. Toekenning van dividend of claimrechten kan ervoor zorgen dat de koers van het financiële instrument wijzigt. Houdt u daarmee bij het opgeven van uw limiet geen rekening? Dan kunt u contact met ons opnemen om de limiet die u hebt opgegeven daarvoor aan te passen. In sommige gevallen nemen wij daarover contact met u op. U kunt natuurlijk ook besluiten om uw opdracht in te trekken. U kunt limietorders opgeven voor de beursdag waarop u de order opgeeft. Ook kunt u een limietorder opgeven voor een langere termijn (doorlopende order). Als u een dagorder opgeeft, geldt de order alleen voor die dag. Tenzij we iets anders met u hebben afgesproken.
Stop loss orders
Als u een ‘stop loss’ order opgeeft, dan geeft u aan bij welke prijs uw order moet ingaan en niet eerder. Bij een verkooporder geeft u een ‘trigger’limiet op die lager ligt dan de huidige koers. Op het moment dat de koers van het aandeel daalt tot de door u opgegeven ‘trigger’ wordt de order een bestens-order. Als het een aankooporder betreft geeft u een ‘trigger’limiet op die hoger ligt dan de huidige koers. Pas vanaf het moment dat de koers van het aandeel stijgt tot de door u opgegeven ‘trigger’ handelt u en wordt de order een bestens-order. Wij mogen op elk moment ordertypes toevoegen of ordertypes niet meer toestaan. Wij sturen u dan van tevoren daarover een bericht.
11. Hoe voeren wij uw opdrachten uit?
Wij willen voor onze klanten het best mogelijke resultaat bereiken als zij opdracht geven voor het aan- of verkopen van een bepaalde belegging. Hiervoor hebben wij een beleid opgesteld. Wij noemen dit het Orderuit- voeringsbeleid. U kunt dit beleid lezen in hoofdstuk 7 van deze brochure.
Als wij opdrachten voor u uitvoeren, zijn de kosten en de risico’s voor u. Behalve als we met u hebben afge- sproken dat dat niet zo is. Vinden we uw opdracht niet duidelijk genoeg? Dan vragen we om meer informatie. We mogen intussen wachten met het uitvoeren van uw opdracht, totdat we de gevraagde informatie hebben gekregen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade die hierdoor kan ontstaan.
Wij mogen uw opdracht combineren met de opdrachten van andere klanten. Wij doen dit alleen als het niet nadelig is voor u, maar dit kunnen we niet garanderen. Het kan zijn dat een gecombineerde opdracht maar voor een deel wordt uitgevoerd. In dat geval verdelen we het resultaat over de verschillende klanten. U krijgt dan het percentage van dat deel van de opdracht dat we wel hebben uitgevoerd, tegen de gemiddelde koers.
Wij houden bij welke opdrachten u ons hebt gegeven. Dat doen we schriftelijk, digitaal of allebei.
Op het moment dat u ons een opdracht geeft, moet u ervoor zorgen dat u voldoende bestedingsruimte hebt om de opdracht te kunnen uitvoeren. Als uw bestedingsruimte te klein is, voeren we uw opdracht niet uit. Ook niet gedeeltelijk. Gebruikt u een effectenkrediet, dan houden we rekening met de dekkingswaarde. We laten het u zo snel mogelijk weten als we besluiten uw opdracht niet uit te voeren. We zijn niet verantwoordelijk voor schade die hierdoor ontstaat, alleen als we zelf een grote fout maken of als we de schade met opzet hebben veroorzaakt.
Merken of vermoeden wij dat u bij het geven van uw opdracht gebruik hebt gemaakt van voorkennis? Of vermoeden wij dat u op een andere manier handelt in strijd met de regelgeving voor marktmisbruik? Dan zijn wij verplicht dit door te geven aan de Autoriteit Financiële Markten. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade die hierdoor kan ontstaan. Wij stellen u van dergelijke meldingen niet op de hoogte.
12. Hoe verwerken wij uw opdrachten?
Uw beleggingen staan geadministreerd op uw effectenrekening. Door het uitvoeren van uw opdracht om beleg gingen te kopen of verkopen, worden beleggingen van uw effectenrekening bij- of afgeschreven. Het moment dat wij beleggingen bij- of afschrijven valt samen met het moment dat we het geld van of op uw effectenrekening
overschrijven voor het bedrag waarop u recht hebt of dat u moet betalen. Dat bedrag staat op uw transactienota.
Vindt er een wijziging plaats in uw beleggingen die niet het gevolg is van de uitvoering van uw opdracht om beleggingen te kopen of te verkopen? Dan verwerken wij die ook op uw effectenrekening. Bijvoorbeeld een wijziging die het gevolg is van uw opdracht om beleggingen weg te boeken naar een andere bank of die te maken heeft met administratieve beheerhandelingen die we voor u verrichten.
U geeft ons toestemming om af te boeken van uw effectenrekening:
– alle kosten die u moet betalen en
– alle beleggingen die u moet leveren als uw opdracht tot verkoop van beleggingen wordt uitgevoerd.
U zorgt ervoor dat er altijd genoeg geld op uw effectenrekening staat om uw opdrachten te kunnen uitvoeren of om andere werkzaamheden uit te voeren die horen bij uw beleggingen.
13. Welke informatie over uw uitgevoerde opdracht krijgt u van ons?
Van iedere opdracht die voor u is uitgevoerd, ontvangt u een transactienota. Deze nota kunt u schriftelijk of digitaal binnen online bankieren ontvangen, afhankelijk van wat we met u hebben afgesproken. U krijgt deze transactienota op de eerste werkdag nadat de opdracht is uitgevoerd. Hierop staan de belangrijkste gegevens van de transactie. U moet iedere transactienota en ieder ander bericht dat u van ons krijgt over uw beleggingen meteen controleren op juistheid. Als het om een transactienota gaat, controleert u in ieder geval het volgende.
– Hebt u de opdracht inderdaad aan ons gegeven?
– Hebben we de opdracht uitgevoerd zoals u hem aan ons gegeven hebt?
Denkt u dat er iets niet klopt? Xxx moet u ons dit meteen laten weten. Wij kunnen u vragen om een schriftelijke bevestiging hiervan. U moet dit doen binnen twee maanden nadat u ons bericht hebt ontvangen. Daarna gaan we ervan uit dat u het eens bent met ons bericht.
Alle relevante informatie over uw beleggingsportefeuille en de mutaties in uw beleggingsportefeuille stellen wij beschikbaar via online bankieren en de Beleggen App. In uw persoonlijke online archief binnen online bankieren kunt u berichten vinden over mutaties in de portefeuille. Wij adviseren u deze berichten te downloaden en op een veilige plek te bewaren. In de Beleggen App kunt u aangeven om middels notificaties op de hoogte te worden gebracht indien uw order volledig is uitgevoerd.
14. Welke opdrachten kunt u geven via de Beleggen App?
In de Beleggen App dient u notificaties aan te zetten om een transactievoorstel van uw adviseur te ontvangen. Hierdoor kan uw adviseur u voorstellen sturen om bepaalde beleggingen die wij volgen te kopen of te verkopen. Uw adviseur stuurt u een concreet voorstel met hierin de argumentatie voor deze transactie, orderdetails, fondsinformatie en verplichte informatie. In het voorstel ziet u tot wanneer deze geldig is. Na deze datum is het niet meer mogelijk het voorstel te accepteren. U kunt ervoor kiezen om dit voorstel te accepteren of af te wijzen. Uiteraard kunt u het voorstel ook telefonisch bespreken met uw adviseur. Indien u in de Beleggen App het voorstel accepteert dient u deze opdracht te bevestigen middels het invoeren van uw toegangscode. Vervolgens wordt gecontroleerd of u op dat moment voldoende bestedingsruimte heeft. Gebruikt u een effectenkrediet, dan houden we rekening met de dekkingswaarde.
Is het voorstel verlopen en wilt u toch graag nog opvolging geven aan het voorstel of wilt u het voorstel in gewijzigde vorm laten uitvoeren? Xxx moet uw telefonisch contact opnemen met uw adviseur. Het is ook mogelijk dat een voorstel reeds is ingetrokken door uw beleggingsspecialist. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er sprake is van gewijzigde marktomstandigheden. Heeft u een en/of rekening? Als u beiden gebruik maakt van de Beleggen App kan het zijn dat u mede-rekeninghouder een voorstel van uw adviseur al heeft geaccepteerd of afgewezen. Het transactievoorstel kunt u dan niet langer accepteren.
Heeft u een en/en rekening? Dan kunt u geen opdrachten geven via de Beleggen App.
Geven en uitvoeren van opdrachten voor beursopties
15. Xxx geeft u ons een opdracht voor een beursoptie?
De regels voor het verwerken van uw opdrachten onder het kopje ‘Geven en uitvoeren van opdrachten’ gelden ook voor opties verhandeld via de beurs. In aanvulling hierop gelden de regels zoals opgenomen in dit deel van de voor waarden. Van belang bij beursopties is dat u rekening houdt met de handelstijden, positielimieten, uitoefenlimieten, looptijden en marginverplichting. Al deze punten kunnen per optie verschillend zijn en zijn afhankelijk van de beurs waar de optie wordt verhandeld.
Voordat u opdrachten geeft voor opties is het belangrijk dat u de kenmerken en risico’s van opties en optie strategieën begrijpt. Daartoe dient u de Complexe BeleggingenWijzer goed te lezen. Deze kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx of u kunt de Wijzer bij ons opvragen.
Tevens dient u voordat u een opdracht voor opties kunt geven in het bezit te zijn van een actieve Legal Entity Identifier-nummer (LEI). U kunt deze opvragen bij de Kamer van Koophandel. Meer informatie over LEI vindt u op xxxxxxxxxxx.xx/xxx-xxxxxx.
16. Wat is de looptijd van mijn opdracht voor een beursoptie?
Bestens-orders voor beursopties hebben een looptijd van één dag, tenzij u een andere datum opgeeft. Orders met een limiet hebben een looptijd van 14 dagen, tenzij u een andere looptijd opgeeft. Deze uiterste datum kan altijd maar maximaal 14 kalenderdagen na de opdrachtdatum liggen. De looptijd van uw order eindigt ook als de optie expireert. Niet alle beursopties expireren op hetzelfde tijdstip. Dat kan per beurs verschillen. Indien de beurs waarop uw optie wordt verhandeld de handelseenheden en/of uitoefenprijzen van een optieserie wijzigt, dan royeren wij lopende orders in deze serie. U dient dan zelf een nieuwe order in te leggen.
17. Wat zijn de regels voor positielimieten en uitoefenlimieten?
Door te beleggen in opties die verhandeld worden via een beurs, accepteert u de regels van die beurs over positielimieten en uitoefenlimieten. Als de betreffende beurs deze regels of andere regels wijzigt dan gelden die ook voor uw optie. Bijvoorbeeld als er een verandering is in de onderliggende waarde van een optie.
Als de beurs maatregelen neemt in buitengewone situaties dan gelden deze maatregelen ook voor u. Dit geldt ook voor onze eigen maatregelen die wij moeten nemen in buitengewone situaties. Deze maatregelen dienen ter bescherming van uzelf, van ons, onze andere klanten en/of een adequate marktwerking. Wij zijn voor de gevolgen van deze maatregelen niet aansprakelijk.
Deze regels kunnen per beurs en land verschillend zijn. U vindt de regels meestal op de website van de betref- fende beurs. De wettelijke regels van het land waar de beurs gevestigd is hebben ook invloed op de regels. U kunt informatie over beide ook aan ons vragen. Deze regels wijzigen regelmatig. Het is daarom verstandig om deze regels regelmatig te raadplegen of op te vragen.
18. Hoe kunnen uw opties worden afgewikkeld?
U kunt
– opties laten aflopen (expireren)
– opties sluiten
– tussentijds worden aangewezen (assignment) of
– uw recht uitoefenen (exercisen).
Een optie loopt af (expireert) als u niets doet. De gevolgen daarvan kunnen verschillen afhankelijk van of uw optie ‘in-’ of ‘out-of-the-money’ is en of u een beursoptie heeft geschreven (verkocht) of gekocht.
U kunt ook besluiten om zelf uw optie voor expiratie te sluiten. Xxx geeft u zelf een koop of verkoop opdracht. Daarmee voorkomt u dat de beurs u mogelijk aanwijst op expiratie. Het kan echter ook zijn dat u tussentijds al wordt aangewezen. Hierover vindt u hieronder meer informatie.
19. Wat doen wij als uw opties worden afgewikkeld?
Wat wij doen is afhankelijk van welk type optie u heeft en of u wordt aangewezen. Hieronder ziet u een overzicht.
Welke opties sluiten wij voor u?
Wij sluiten longposities voor u. Dit doen wij niet als u voor Nederlandse beursopties op de laatste handelsdag vóór 10.00 uur en voor buitenlandse beursopties op de voorlaatste dag van handel vóór 16.00 uur een anders- luidende opdracht aan ons geeft. Daarmee kiest u ervoor om de afwikkeling van deze longposities in eigen hand te nemen. U kunt tot 16.00 uur op de betreffende handelsdag alsnog een opdracht geven om de posities te sluiten. In het geval u dat niet doet, dient u zich bewust te zijn van de mogelijke gevolgen. Wanneer een longpositie ‘in-the- money’ is, zal deze expireren. Als dit leidt tot een tekort aan geld op uw effectenrekening, dan zullen wij in overleg met u deze situatie oplossen. In het geval dat er een shortpositie ontstaat in uw portefeuille, gaan wij op de eerst mogelijke gelegenheid over tot aankoop van de onderliggende waarde voor uw rekening en risico.
Welke opties sluiten wij niet voor u ?
Shortposities worden zonder uw uitdrukkelijke opdracht niet gesloten. Openingstransacties die op de laatste dag van handel worden opgegeven, worden niet voor u automatisch door ons gesloten. Evenmin sluiten wij index- opties voor u. Dit doen wij niet omdat deze automatisch afgewikkeld worden, de zogenaamde cash-settlement.
Wilt u uw optie uitoefenen/exercisen?
Dan dient u zelf voor Nederlandse beursopties op de laatste handelsdag vóór 10.00 uur en voor buitenlandse beursopties op de voorlaatste dag van handel vóór 16.00 uur een opdracht aan ons te geven.
Wat doen wij als u tussentijds of bij expiratie wordt aangewezen?
Als u beursopties heeft geschreven (verkocht) dan heeft u een plicht en kunt u worden aangewezen. Een dergelijke aanwijzing houdt in dat degene die de beursoptie heeft gekocht (de houder van het recht) zijn recht uitoefent. U bent dan verplicht om de onderliggende waarde, bijvoorbeeld aandelen, te verkopen (bij een calloptie) of te kopen (bij een putoptie). Voor de verplichting tot het leveren/afnemen van de onderliggende waarde hanteren wij het at random-systeem (willekeurig). Dit betekent dat wij zonder voorkeur een beursoptie van een van onze klanten met die beursoptie aanwijzen. Wij informeren u zo snel mogelijk als u bent aangewezen.
Wij maken onmiddellijk voor uw rekening een verkoop/aankoopnota voor de onderliggende waarde op basis van de uitoefenprijs. Is de door u aangehouden onderliggende waarde niet of niet in voldoende mate als dekking voor de geschreven call opties aanwezig dan gaan wij over tot aankoop van de onderliggende waarde voor uw rekening en risico om te zorgen dat u aan uw verplichtingen kunt voldoen.
U betaalt de kosten die aan de assignment en daaropvolgende afwikkeling verbonden zijn. Deze kosten kunnen hoger zijn dan de waarde of de opbrengst. Een dergelijk verlies is voor uw rekening. Wij zijn niet verplicht om u voorafgaand aan de expiratiedatum te waarschuwen voor dat risico.
20. Wat is een marginverplichting?
Dit is de zekerheid die u bij ons moet aanhouden voor de verplichting die voortvloeit uit een geschreven (verkochte) beursoptie. Deze marginverplichting is uitgedrukt in geld. Wij bepalen de hoogte van de margin die u moet aanhouden. Wij mogen dit bedrag op ieder moment als wij dit noodzakelijk vinden, voor uw of onze bescherming, aanpassen. U kunt de marginpercentages die wij hanteren vinden op de website onder de
productvoorwaarden van Beleggingsadvies. Wilt u weten hoe wij de margin berekenen? Dan kunt u dit nalezen in de Complexe BeleggingenWijzer.
21. Hoe kunt u aan uw marginverplichting voldoen?
U kunt geld aanhouden op uw effectenrekening of een krediet opnemen op basis van uw beleggingen of een combinatie van beide. U dient altijd direct margin bij te storten als wij hier om vragen. U kunt zelf kijken hoe hoog uw margin is door uw portefeuille te raadplegen via Online Bankieren. U kunt het ook aan ons vragen.
Lukt het u niet om margin bij te storten? Dan sluiten wij (een gedeelte van) uw posities. Hiervoor hebben wij geen toestemming van u nodig.
22. Kunt u ongedekt call opties schrijven?
Nee, u kunt bij ons alleen een call optie schrijven als deze gedekt is. Dat willen zeggen dat u over voldoende onderliggende waarde (stukken of margin bij indexopties) beschikt.
23. Welke procedure hanteren wij bij een dekkingstekort?
Als wij hebben vastgesteld dat u een dekkingstekort heeft, dan waarschuwen wij u. Dit doen wij schriftelijk, maar dat mogen wij ook per e-mail of telefonisch doen. U moet er voor zorgen dat het dekkingstekort binnen vijf werkdagen is opgeheven. De periode start op de eerste werkdag die vermeld staat in de brief of e-mail waarin wij u waarschuwen voor het dekkingstekort of de werkdag waarop wij u bellen. U dient het dekkingstekort op te lossen door zelf opdracht te geven om beleggingen te verkopen, geld bij te storten en/
of lopende opties te sluiten. U kunt geen nieuwe kooporders of andere optie opdrachten geven waardoor het dekkingstekort toeneemt. Heeft u op de vijfde werkdag nog een dekkingstekort? Dan mogen wij zelf beslissen welke maatregelen wij nemen en in welke volgorde wij dat doen. Bijvoorbeeld het sluiten van optieposities, het verkopen van uw beleggingen of een deel daarvan of het laten vervallen van uw lopende koop opdrachten.
24. Is Van Lanschot uw tegenpartij bij handel in beursopties?
Nee, wij zijn niet uw tegenpartij. Wij zijn bij de uitvoering van beursopties uw tussenpersoon. Dit begrip en de bescherming van uw opties staan in hoofdstuk 3b van de Wet giraal effectenverkeer. Welke bescherming deze wet u biedt kunt u verder nalezen op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxx.
Overige informatie
25. Wie is er verantwoordelijk?
De werkzaamheden die wij verrichten in verband met de beleggingsdiensten die wij aan u verlenen, zijn voor uw risico en komen voor uw rekening. Dat geldt niet als we iets anders met u hebben afgesproken. Wij zijn verplicht ons best te doen om aan alle verplichtingen te voldoen die staan beschreven in deze voorwaarden en de overeenkomsten die daarmee te maken hebben.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade die u lijdt doordat u belegt, zoals waardedaling van uw beleggingen of winst die u misloopt. Behalve als vast komt te staan dat wij de schade met opzet hebben veroorzaakt of als u schade hebt door een fout waarvoor wij verantwoordelijk zijn (toerekenbare tekortkoming). Is er een andere partij aan wie wij schade moeten vergoeden die zij geleden heeft als gevolg van beleggingsdiensten die we aan u hebben verleend? Dan moet u ons die schade betalen. Dat geldt alleen als juridisch komt vast te staan dat wij die schade aan een derde moeten vergoeden.
Soms kunnen we uw opdracht niet meteen uitvoeren, bijvoorbeeld als het ordersysteem of de Beleggen App het niet doet of als er een andere technische storing is. Wij zijn dan niet verantwoordelijk voor schade die daardoor ontstaat, behalve als wij de schade met opzet hebben veroorzaakt of als de schade ontstaat door een grote fout van ons.
26. Wat houdt ons pandrecht in?
U geeft ons de zekerheid dat u ons alles betaalt wat u aan ons verschuldigd bent. Dat doet u door middel van het vestigen van een pandrecht op bepaalde goederen. U geeft ons dat pandrecht voor alle schulden die u aan ons nu hebt en in de toekomst zult hebben. Als u akkoord gaat met deze voorwaarden, wordt het pandrecht automatisch gevestigd. U hoeft daarvoor niet steeds een aparte akte te tekenen. Leest u ook artikel 24 van de Algemene Voorwaarden Van Lanschot.
U vestigt een pandrecht op de volgende goederen.
– Alle beleggingen die wij voor u bewaren of in de toekomst gaan bewaren.
– Alle vorderingen uit hoofde van beleggingen die u hebt op de beleggersgiro.
– Al het geld op uw effectenrekening, op andere rekeningen en al het andere dat u nog van ons krijgt of zult krijgen. Onder het pandrecht vallen ook alle goederen die in de plaats komen van en de vorderingen die u krijgt in verband met de beleggingen die hierboven zijn genoemd. Bijvoorbeeld nieuwe aandelen na een splitsing, dividenden of claim- rechten. Door het toevoegen van die goederen aan uw beleggingen wordt het pandrecht gevestigd. Ook wordt daarmee mededeling van het pandrecht gedaan aan ons of de beleggersgiro. De beleggingen in uw portefeuille zijn geen voorwerp van een effectenfinancieringstransactie.
Niet onder het pandrecht vallen de beleggingen die u bij ons alleen voor bepaalde bijzondere doelen in bewaring hebt gegeven. Bijvoorbeeld voor:
– het innen van rentebedragen, aflossingen en dividenden,
– het krijgen van nieuwe couponbladen of dividendbladen,
– het doen van conversiehandelingen,
– het bijwonen van vergaderingen, zoals een jaarvergadering.
U geeft hierbij een volmacht aan ons om alle handelingen uit te voeren die nodig of wenselijk zijn om het pand- recht te vestigen. Deze volmacht geeft u zonder voorwaarden en kunt u niet intrekken. Daarnaast verleent
u uw medewerking om het hierboven beschreven pandrecht te vestigen als wij die medewerking van u nodig hebben en u daarom vragen.
27. Informatie over beurskoersen
Wij kunnen u informatie geven over beurskoersen, maar zijn niet verplicht om dat te doen. Krijgt u van ons informatie over xxxxxxxxxxxx en lijdt u of iemand anders daardoor schade? Dan zijn wij niet verantwoordelijk voor deze schade.
28. Wat moet u doen als u belegt in Amerikaanse beleggingen?
Wij hebben een overeenkomst gesloten met de Amerikaanse belastingdienst op basis waarvan wij een verlaagd belastingtarief in mogen houden op uitkeringen (dividenden en rentecoupons) door Amerikaanse beleggingen. Of dat verlaagde tarief kan worden ingehouden en de hoogte daarvan is afhankelijk van het land waar u woont en van de vraag of u gerechtigd bent tot de voordelen van het betreffende belastingverdrag.
Natuurlijke personen
Daarnaast is het van belang of u ‘US-person’ bent. Wilt u weten of u ‘US-person’ bent? Xxx adviseren wij u contact op te nemen met uw fiscaal adviseur. Op grond van de afspraken met de Amerikaanse belastingdienst zijn wij verplicht u als ‘US-person’ of als ‘niet-US-person’ te identificeren. Bent u een natuurlijk persoon en hebt u Amerikaanse beleggingen? Dan brengen wij het verlaagde belastingtarief automatisch bij u in rekening volgens het tarief dat van toepassing is op het land waar u volgens onze administratie woont. Wij adviseren u
altijd advies in te winnen bij een fiscaal adviseur als u twijfelt over uw fiscale woonplaats. Wij baseren uw fiscale status op basis van de door u verstrekte informatie.
Hebt u Amerikaanse beleggingen en bent u bij ons bekend als ‘US-person’? Dan brengen wij het verlaagde belastingtarief niet automatisch bij u in rekening. Om voor het verlaagde belastingtarief in aanmerking te komen moet u een formulier invullen dat de Amerikaanse belastingdienst heeft voorgeschreven (een W-9 formulier) of een vergelijkbare verklaring (formulier CRS FATCA self certification) en naar ons opsturen. Ook in dat geval adviseren wij u altijd advies in te winnen bij een fiscaal adviseur. Wij kunnen en zullen niet beoordelen of u een ‘US-person’ bent of niet.
U bent ook zelf verantwoordelijk voor de juiste invulling van dit formulier of het CRS FATCA formulier. U geeft ons toestemming om het W-9 formulier door te sturen aan de Amerikaanse belastingdienst en/of naar een instantie die voor ons optreedt om de bronbelasting op Amerikaanse beleggingen in te houden.
Rechtspersonen en niet transparante entiteiten
Ten aanzien van bepaalde rechtspersonen en niet transparante entiteiten zullen wij u vragen bepaalde formulieren in te vullen. Op basis van deze formulieren kunnen wij dan beoordelen of u gerechtigd bent tot een verlaagd bronbelasting tarief.
Transparante entiteiten
Xxxx u participant in een beleggingsvehikel zoals een fonds voor gemene rekening of een maatschap dat belegt in Amerikaanse beleggingen die bij ons een rekening aanhoudt? Dan vragen wij u bepaalde formulieren in te vullen. Op basis van deze formulieren kunnen wij dan beoordelen of u gerechtigd bent tot een verlaagd bronbelasting tarief. In deze situatie zullen wij op het niveau van de participanten in de transparante entiteit over de inkomsten rapporteren aan de Amerikaanse belastingdienst.
Stelt u ons onvoldoende in staat om te bepalen of u ‘US-person’ bent of kunnen wij aan de hand van de ont- vangen formulieren niet bepalen of u in aanmerking komt voor een verlaagd bronheffingstarief? Dan hebben wij het recht om het geldende hoge tarief aan belasting in te houden over de uitkeringen over Amerikaanse financiële instrumenten. Ook hebben wij in dat geval het recht uw Amerikaanse beleggingen te verkopen als
wij dat nodig vinden. De kosten en de risico’s in verband met zo’n verkoop zijn voor uw rekening.
Wij houden geen rekening met de bruto verkoopopbrengst en de belasting die u daarover moet betalen. Wij zijn verplicht de Amerikaanse belastingdienst op verzoek inzage te geven in uw dossier bij ons.
29. Kunt u bij ons beleggen als u een ‘US-person’ bent?
Indien u classificeert als US-person kunt u onder voorwaarden gebruik maken van onze dienstverlening Beleggingsadvies. Neem contact op met uw banker om de mogelijkheden te bespreken.
Iedere ‘US-person’ is altijd verplicht om aangifte te doen in de Verenigde Staten over zijn totale wereld inkomen. Uw persoonlijke situatie is bepalend voor belastingdruk op niet-Amerikaanse beleggingsfondsen. Wellicht kunt u gebruik maken van een vrijstelling. Als dit niet het geval is, kan de heffing hoger zijn dan bij reguliere Amerikaanse beleggingsfondsen. Het doen van een aangifte en de gevolgen van een eventuele hogere belastingdruk is uw eigen verantwoordelijkheid. Wij adviseren u altijd advies in te winnen bij een fiscaal adviseur.
6. Kenmerken en risico’s van beleggen en verschillende beleggingen
Inleiding Algemeen
1. Wat zijn de algemene risico’s van beleggen?
Kenmerken en risico’s van geldmarkt(instrumenten)
2. Wat zijn kenmerken van geldmarkt?
3. Wat zijn risico’s van geldmarkt?
4. Hoe kunt u beleggen in geldmarkt?
Kenmerken en risico’s van obligaties
5. Wat zijn kenmerken van obligaties?
6. Wat zijn risico’s van obligaties?
7. Hoe kunt u beleggen in obligaties?
8. Waarom is de kredietstatus (rating) belangrijk?
9. Complexe en niet-complexe obligaties
Kenmerken en risico’s van aandelen
10. Wat zijn kenmerken van aandelen?
11. Wat zijn risico’s van aandelen?
12. Hoe kunt u beleggen in aandelen?
13. Complexe en niet-complexe aandelen
Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen
14. Wat zijn kenmerken van beleggingsfondsen?
15. Wat zijn risico’s van beleggingsfondsen?
16. Hoe kunt u beleggen in beleggingsfondsen?
17. Complexe en niet-complexe beleggingsfondsen
Overig
18. Alternatieve beleggingen
19. Zijn er nog andere soorten beleggingen?
Inleiding
Bij het kiezen van beleggingen moet u een goede afweging maken welke beleggingen het beste bij u passen. Aan alle vormen van beleggen zijn in meer of mindere mate risico’s verbonden. U moet alleen in risicovolle beleggingen beleggen, als u het (eventuele) verlies kunt en wilt dragen en u zich echt goed bewust bent van de risico’s. Als u een belegging niet goed begrijpt, moet u deze niet kopen.
U vindt hier een beschrijving van de algemene risico’s van beleggen. Verder vindt u uitleg over de belangrijkste kenmerken en risico’s van bepaalde soorten niet-complexe beleggingen. Het is belangrijk dat u deze leest en begrijpt voordat u hierin gaat beleggen. Daarnaast moet u ook altijd de specifieke informatie lezen en begrijpen van de belegging waarin u wilt beleggen, zoals het prospectus, de Essentiële Beleggersinformatie (EBi), het Essentiële-informatiedocument (Eid) en de brochure. Tot slot wijzen wij u erop dat er naast de in dit hoofdstuk beschreven beleggingen nog veel meer soorten beleggingen zijn, waaronder verschillende complexe beleggingen. Voor complexe beleggingen hebben we een aparte Complexe BeleggingenWijzer.
Algemeen
1. Wat zijn de algemene risico’s van beleggen?
Aan alle vormen van beleggen zijn risico’s verbonden. Hieronder leest u wat de algemene risico’s van beleggen zijn.
Koersrisico
Koersrisico is het risico dat een belegging minder waard wordt. Dit risico is afhankelijk van veel omstandigheden en verschilt per belegging. De volgende zaken hebben invloed op dit risico.
– De resultaten van de belegging (onderliggende waarde of onderneming) zelf
– Vraag naar en aanbod van de belegging
– Het sentiment van de markt (dus is men positief of negatief)
– Macro-economische factoren
Over het algemeen geldt dat hoe beter u uw beleggingen spreidt, hoe minder afhankelijk u bent van het koers- risico van een specifieke belegging.
Debiteuren- of kredietrisico
Kredietrisico is het risico dat de onderneming of overheid waarin u belegt niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen of zelfs failliet gaat. Dit betekent bijvoorbeeld dat de debiteur of uitgevende instelling van uw obligatie de rente niet kan betalen of het geld aan het eind van de looptijd niet kan terugbetalen. Voor aandelen kan dit betekenen dat er geen dividend kan worden betaald of dat uw aandelen niets meer waard zijn. Het kredietrisico is kleiner als de uitgevende onderneming financieel gezond is.
Verwant aan het kredietrisico is de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Wordt de kredietwaar- digheid slechter? Dan heeft dit meestal een negatieve invloed op de koers van een obligatie van die uitgevende instelling. Een verbetering van de kredietwaardigheid leidt meestal tot een koersstijging.
Valutarisico
Is een belegging in een andere valuta uitgegeven? Dat wil zeggen in een andere muntsoort dan de euro? Dan loopt u een valutarisico. De andere valuta kan meer of minder waard worden ten opzichte van de euro. Als uw belegging in een andere valuta dan de euro is genoteerd en de koers van die andere valuta daalt in vergelijking met de euro, dan heeft dit een negatieve invloed op de waarde van uw belegging in die andere valuta.
Ook kan er valutarisico bestaan voor landen in de eurozone. Dit risico zit vaak verborgen in de koers van een aandeel. Dit is afhankelijk van:
– hoeveel activiteiten de onderneming die het aandeel heeft uitgegeven, heeft in landen buiten de eurozone of
– hoeveel resultaten die onderneming haalt in landen buiten de eurozone. Het kan zijn dat de onderneming dit risico zelf afdekt.
Marktrisico
Marktrisico is het risico dat beleggingen minder waard worden door ontwikkelingen in de algemene econo- mische situatie. Een verslechtering van de economische groei kan bijvoorbeeld een negatief effect hebben op de waarde van een onderneming. Het gevolg kan zijn dat de aandelen van een onderneming minder waard worden. Is de stemming op de markt positief? Dan kunnen de koersen van uw beleggingen stijgen. Negatieve stemmingen kunnen de koersen laten dalen. De beweeglijkheid van de effectenbeurzen als gevolg van wisselende stemmingen op de markt noemen we ook wel de volatiliteit van de markt.
Renterisico
Renterisico is het risico dat de waarde van beleggingen daalt als de rente op de kapitaalmarkt stijgt. Rente is de prijs voor het lenen van geld. Een stijgende rente kan tot minder consumptie leiden en hogere rentelasten bij een onderneming. Dit kan de winst van de onderneming onder druk zetten. Een renteverhoging kan daarom een negatieve invloed hebben op de waarde van aandelen en obligaties.
Overige algemene risico’s van beleggen
Er kunnen ook andere risico’s zijn voor uw beleggingen.
– Liquiditeitsrisico. Het risico dat beleggingen niet of nauwelijks verhandeld kunnen worden op de beurs of daarbuiten, omdat er geen of weinig vraag naar is. De beleggingen zijn dan niet ‘liquide’. Hierdoor kunt u uw beleggingen (tijdelijk) niet verkopen. U kunt dus niet vrij over uw inleg beschikken of u krijgt een slechtere prijs voor uw beleggingen als u deze verkoopt.
– Politieke risico’s. Het risico dat bepaalde maatregelen van de overheid negatief zijn voor u als belegger.
– Inflatierisico. Het risico dat de koopkracht van de euro afneemt. Dit betekent dat u voor 1 euro minder kunt kopen.
– Herbeleggingsrisico. Het risico dat u niet in een vergelijkbaar product kunt beleggen wanneer uw belegging
afloopt en u het geld dat u terugkrijgt weer wilt beleggen.
– Onvoorziene situaties. Hierbij kunt u denken aan een ingrijpende verandering in de wetgeving. Maar ook aan een terroristische aanslag. Deze onvoorziene situaties hebben bijna altijd grote invloed op het rendement van uw beleggingen.
Kenmerken en risico’s van geldmarkt(instrumenten)
2. Wat zijn kenmerken van geldmarkt?
Bij Van Lanschot definiëren wij geldmarkt als een aparte vermogenscategorie. De vermogenscategorie wordt binnen de beleggingsportefeuille gebruikt om het risico van uw portefeuille te beperken en/of voor de tijdelijke stalling van liquiditeiten.
Wat valt bij Van Lanschot onder geldmarkt?
Onder geldmarkt valt liquiditeiten, geldmarktfondsen en spaardeposito’s. Geldmarktfondsen beleggen in het algemeen in kortlopende, zeer liquide leningen aan financiële instellingen en/of (semi) overheidsinstellingen, die snel en tegen lage kosten zijn om te zetten in geld. Deze fondsen kunnen in diverse valuta luiden. De maximale looptijd bij liquiditeiten bedraagt twee jaar, waarbij vaak de portefeuille van een dergelijk geldmarktfonds aanzienlijk korter is.
3. Wat zijn risico’s van geldmarkt?
De risico’s van een belegging in geldmarkt zijn in het algemeen beperkter dan voor andere beleggingscategorieën.
Renterisico/inflatierisico
Bij beleggingen in geldmarkt ontvangt u een rentevergoeding die gekoppeld is aan de geldmarktrente (kortlopende rente). Deze geldmarktrente kan aanzienlijk onder de inflatie liggen, waardoor uw koopkracht wordt uitgehold.
Debiteurenrisico
Bij geldmarktbeleggingen loopt u ook debiteurenrisico. Zo krijgt u bij het stallen van liquiditeiten op een beleggings- of spaarrekening een vordering op de desbetreffende financiële instelling. U loopt hiermee het risico dat u bij faillissement van deze instelling uw gestalde vermogen in liquiditeiten deels of geheel kunt verliezen. Het deposito- garantiestelsel kan dit laatstgenoemde risico mogelijk deels of geheel wegnemen.
Valutarisico
Bij het aanhouden van geldmarktfondsen, spaarrekening of liquiditeiten in andere valuta loopt u wisselkoers- risico. Dit kan het rendement en de waarde van uw vermogen zowel positief als negatief beïnvloeden.
4. Hoe kunt u beleggen in geldmarkt?
U kunt op diverse manieren beleggen in de geldmarkt. Welke vorm het meest passend is voor u, is afhankelijk van uw specifieke wensen. Hieronder vindt u een aantal van de mogelijkheden:
– Aanhouden van saldo op een beleggingsrekening of een spaardeposito
– Beleggingen via actief of passief beheerde beleggingsfondsen
Verdere informatie over actief en passief beheerde beleggingsfondsen vindt u onder ‘Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen’.
Kenmerken en risico’s van obligaties
5. Wat zijn kenmerken van obligaties?
Een obligatie (O) is een verhandelbaar schuldbewijs uitgegeven door een overheid of onderneming. Deze noemen we ook wel de uitgevende instelling of debiteur. De uitgevende instelling leent in feite geld van de belegger.
Obligaties worden verhandeld op de kapitaalmarkt. Xxxxxxxxx kunnen obligaties op de kapitaalmarkt kopen en weer doorverkopen. Een niet-complexe obligatie heeft een vaste looptijd en een vaste rentebetaling (de coupon). De uitgevende instelling betaalt (meestal eens per jaar) de rente uit aan de houder van de obligatie. De rente wordt uitgedrukt in een percentage van de hoofdsom. Als de uitgevende instelling daartoe in staat is, wordt de hoofdsom aan het einde van de looptijd terugbetaald.
Aanvullende voorwaarden
Bij een obligatielening kan de uitgevende instelling bepaalde aanvullende condities of rechten afspreken. Voorbeelden hiervan zijn de mogelijkheid tot vervroegde aflossing, caps en floors.
– Vervroegde aflossing. Bij de mogelijkheid tot vervroegde aflossing kan de uitgevende instelling na een bepaalde datum de lening vervroegd aflossen. Hierbij wordt vaak een 5-jaarsperiode genomen waarin aflossing niet mogelijk is. Daarna kan aflossing mogelijk per kwartaal of per jaar plaatsvinden. De uitgevende instelling zal in de praktijk tot aflossing overgaan, bij goedkopere herfinancieringsmogelijkheden.
– Caps en floors. Andere voorkomende optiewaarden zijn caps en floors. Dit zijn vooraf afgesproken rente- plafonds en -bodems. Bij een lening met een variabele rente kan vooraf bepaald worden wat de maximale couponcap en de minimale couponfloor is.
Rendement op een obligatielening
Bij het tot stand komen van het totale rendement op een obligatielening spelen de volgende componenten een rol.
– Het couponrendement. De rentevergoeding op een obligatie uitgedrukt in de koers van de obligatie.
– Het aflossingsrendement. Het verschil tussen de aankoop- en de aflossingskoers. De laatste is doorgaans 100% (nominale waarde ofwel ‘pari’). Als de lening boven de 100% (boven pari) is aangekocht, betekent dit een aflossingsverlies. Bij aankoop onder de 100% (beneden pari) ontstaat er een aflossingswinst.
Deze twee componenten vormen gezamenlijk het effectieve rendement, de yield. Hiermee wordt het rendement bedoeld dat de belegger behaalt als de obligatie wordt aangehouden tot het moment van aflossing. Wordt de obligatielening tussentijds verkocht? Dan kan het werkelijk behaalde rendement afwijken van het effectieve rendement bij aflossing.
6. Wat zijn risico’s van obligaties?
Hieronder volgt een overzicht van de risico’s die de koers of het uiteindelijke rendement van een obligatie kunnen beïnvloeden. De mate waarin deze risico’s gelden voor uw belegging hangt af van de kenmerken van de obligatie.
Renterisico
Renterisico is het risico van veranderingen van de rente op de kapitaalmarkt. Rente is de prijs voor het lenen van geld. Verandert de rente in de markt? Dan kan dit gevolgen hebben voor de koersen van obligaties.
Daarom is het renterisico ook een koersrisico.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Daalt de rente op de kapitaalmarkt? Dan zullen de koersen van obligaties meestal stijgen. Als u tijdens de looptijd van de obligatie een vaste couponrente krijgt, hebt u geen nadeel van een rentedaling.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Stijgt de rente op de kapitaalmarkt? Dan zullen de koersen van obligaties meestal dalen. Hoe langer de obligatie nog loopt, hoe groter de daling van de koersen is bij obligaties met een vaste couponrente. U kunt dan namelijk geen gebruik maken van de stijging van de rente. U hebt met uw obligatie recht op een vaste maar minder aantrekkelijke rente.
Het renterisico bij obligaties kan ook een herbeleggingsrisico zijn. Herbeleggingsrisico is het risico dat u met het geld dat u terugkrijgt van uw aflopende belegging, niet kunt beleggen in een vergelijkbare belegging tegen hetzelfde rendement.
Duration
Een stijgende marktrente heeft als negatief effect dat de koers van de obligatie daalt. De mate waarin, hangt voornamelijk af van de looptijd van de obligatie. Duration of ‘gewogen gemiddelde looptijd’ van een obligatie is een maatstaf voor de rentegevoeligheid.
Voorbeelden
Een normale 10-jaarsobligatie heeft een duration van circa negen. Dit betekent dat de koers van een 10-jaarsobligatie naar schatting 9% daalt als de geldende marktrente met 1% stijgt. Een eeuwigdurende, ofwel perpetuele, obligatie daalt naar schatting 17% als de marktrente met 1% stijgt. Daardoor laten eeuwigdurende obligaties grotere koersschommelingen zien dan gewone 10-jaarsobligaties.
Debiteurenrisico/kredietrisico
Het kredietrisico wil zeggen dat de kans bestaat dat de uitgevende onderneming of instantie in de problemen raakt en uw lening en rente niet kan (terug)betalen. Het kredietrisico is kleiner als de uitgevende onderneming of instantie financieel gezond is.
– Gevolgen van een positieve ontwikkeling. Verkeert een onderneming in goede financiële gezondheid? Dan is de kans groot dat de uitgevende onderneming uw obligatie en rente kan (terug)betalen.
– Gevolgen van een negatieve ontwikkeling. Verkeert een onderneming in slechte financiële gezondheid? Dan is de kans aanwezig dat de uitgevende onderneming uw obligatie en rente niet kan (terug)betalen.
Ratingrisico
Verwant aan het kredietrisico is het ratingrisico, waarbij de kredietstatus (de rating) van de uitgevende instelling belangrijk is. Hierover kunt u meer lezen bij ‘Waarom is de kredietstatus (rating) belangrijk?’
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Als een van de vooraanstaande ratingbureaus (Moody’s, Fitch of Standard & Poor’s) de rating van een lening verhoogt, betekent dit dat zij verwachten dat de kans op een kredietrisico kleiner wordt. Als gevolg daarvan zal de markt voor deze lening een lagere rente vragen, waardoor de koers van de betreffende obligatie kan stijgen.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Als de rating van een lening wordt verlaagd, betekent dit dat zij verwachten dat de kans op een kredietrisico groter wordt. Als gevolg daarvan zal de markt voor deze lening een hogere rente vragen, waardoor de koers van de betreffende obligatie kan dalen.
Bail-in seniorbankobligaties
Op Europese Banken is de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) van toepassing. Een belangrijk onderdeel van de BRRD is het zogenaamde bail-inprincipe. Dit bail-inprincipe betekent dat als de financiële gezondheid van een bank verslechtert of als de toezichthouder hierom verzoekt, kapitaalverschaffers gevraagd kunnen worden een financiële bijdrage te leveren om de positie van de bank te verbeteren en/of om de impact van het falen tot een minimum te beperken. Deze bijdrage vindt plaats door afschrijving van de hoofdsom of omzetting naar aandelen en wordt niet alleen van aandeelhouders verlangd, maar ook van seniorobligatiehouders. Dit betekent een nieuwe situatie. Voorheen liep deze belegger alleen het risico een
deel van zijn inleg kwijt te raken in geval van faillissement van een bank. Nu kan hij al in een eerder stadium te maken krijgen met een verlies. Wel blijft de oorspronkelijke waterval van kracht. Dit betekent dat verschaffers van aandelenkapitaal en (additional) Tier 1-en Tier 2-vermogen de eerste verliezen dragen.
Couponrisico
Een normale obligatie heeft een vaste rente, ofwel coupon, gedurende de gehele looptijd. Daarnaast kan een obligatie ook een variabele coupon hebben. Deze wordt op van te voren vastgestelde herzieningsmomenten aangepast. Met deze obligaties hebt u een nauwe aansluiting bij de actuele marktrente.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Indien de waarde waaraan de variabele coupon is gelinkt stijgt, zal de variabele coupon meestijgen. De coupon die u kunt ontvangen zal dus hoger zijn. We gaan daarbij uit van een situatie zonder caps en floors.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Indien de waarde waaraan de variabele coupon is gelinkt daalt, zal de variabele coupon meedalen. De coupon die u kunt ontvangen zal dus lager zijn. We gaan daarbij uit van een situatie zonder caps en floors.
Liquiditeitsrisico
De stelregel is: hoe complexer een obligatie, des te minder liquide deze is. De professionele markt vindt hele complexe obligaties moeilijk te waarderen. Particuliere beleggers bepalen dan ook grotendeels de vraag en het aanbod. Zij vertonen een veel grilliger handelsgedrag dan professionele beleggers. In extreme marktomstandigheden kan het voorkomen dat er (tijdelijk) zelfs geen handel mogelijk is. De kans op een
mindere verhandelbaarheid omschrijven wij als het liquiditeitsrisico. Het liquiditeitsrisico is ook afhankelijk van de omvang van een obligatielening en doet zich eerder voor bij relatief kleine leningen.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Bij een verbetering van vraag en aanbod kan het zijn dat u uw
beleggingen gemakkelijker kunt verkopen of aankopen tegen een gunstigere prijs.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen.. Bij een verslechtering van vraag en aanbod kan het zijn dat u uw beleggingen moeilijker, en wellicht ook (tijdelijk) niet, kunt verkopen of aankopen. Ook is de kans groter dat de prijs waartegen u aankoopt of verkoopt ongunstiger zal zijn. In geval van een verkoop kan dit dus betekenen dat het langer duurt voordat u uw inleg terug hebt.
Overige risico’s
De aanschaf van obligaties met eigen middelen brengt geen hefboomwerking met zich mee. Wel loopt u het risico dat uw hele belegging verloren gaat.
7. Hoe kunt u beleggen in obligaties?
U kunt op diverse manieren beleggen. Welke vorm het meest passend is voor u, is afhankelijk van uw specifieke beleggingswensen. Hieronder vindt u een aantal van deze mogelijkheden.
1. Rechtstreeks aan- en verkopen van individuele obligaties
2. Obligatiebeleggingen via beleggingsfondsen
3. Obligatiebeleggingen via indextrackers
Verdere informatie over beleggingsfondsen en indextrackers vindt u onder ‘Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen’.
8. Waarom is de kredietstatus (rating) belangrijk?
Bij debiteuren- en kredietrisico spreekt men vaak over rating. Dit is een inschatting van de kredietwaardigheid van een debiteur door een kredietbeoordelaar en geeft een inschatting van de financiële gezondheid van een onderneming. Hoe hoger de rating, des te lager het kredietrisico en dus de te betalen rente. De koers van
een lopende obligatie wordt mede beïnvloed door (verwachte) wijzigingen in de rating. Bij een (verwachte) neerwaartse bijstelling van de kredietwaardigheid gaat de koers dalen. Verder is het van belang in welke sector een onderneming actief is. Een A-rating van een bank kan een heel andere rentevergoeding hebben dan een voedingsbedrijf met dezelfde rating. De inschatting hoeft niet overeen te stemmen met onze visie of die van andere instanties. Daarnaast is een rating een momentopname, die geen garanties geeft voor het rendement en de koersontwikkeling.
Obligaties die worden uitgegeven door debiteuren van wie de kwaliteit door de ratingbureaus als goed wordt beoordeeld, hebben een rating gelijk of hoger dan Baa3/BBB-. Deze obligaties worden investment grade obligaties genoemd. Obligaties met een lagere rating (Ba1/BB+ t/m D) kunnen worden aangemerkt als speculatief. Deze obligaties noemen we ook wel high-yieldobligaties of junkbonds.
Om het verschil in risico duidelijk te maken splitsen wij de vermogenscategorie obligaties in een risicomijdend en een risicodragend deel. Het risicomijdende deel noemen we obligaties investment grade (IG). Hierin nemen we obligaties op met een investment grade-rating.
Het risicodragende deel noemen we obligaties high yield. Door een veranderende rating van de debiteur kunnen obligaties in een hogere risicocategorie gaan vallen. Dat heeft mogelijk gevolgen voor het totale beleggingsprofiel van de beleggingsportefeuille. Binnen het obligatie-universum volgen wij alleen individuele obligaties met een investment grade-rating.
9. Complexe en niet-complexe obligaties
Van Lanschot maakt onderscheid tussen complexe en niet-complexe obligaties. Steeds meer obligaties hebben een meer complexe structuur dan ‘normale’ obligaties. Ze reageren meestal anders op veranderende markt- omstandigheden. Deze complexe obligaties bieden beleggers de mogelijkheid om actiever met obligatiebeleggingen om te gaan.
Niet-complexe obligaties Normaal/vast Kenmerken
Een normale obligatie heeft een vaste (eindige) looptijd en een vaste rentebetaling, de coupon. De uitgevende
instelling betaalt, meestal eens per jaar, de rente uit aan de houder van de obligatie. De rente wordt uitgedrukt in een percentage van de hoofdsom. De hoofdsom wordt, als de uitgevende instelling daartoe in staat is aan het einde van de looptijd terugbetaald.
Risico’s
Voor een normale vastrentende lening geldt dat hoe langer de resterende looptijd van de obligatielening hoe hoger het renterisico. Het kredietrisico is groter als de uitgevende instelling financieel minder gezond is. Kredietbeoordelaars geven een inschatting van het kredietrisico door middel van een rating.
Covered bonds (gedekte obligaties)
Kenmerken
Covered bonds zijn obligaties uitgegeven door een bank die een extra zekerheid heeft in de vorm van een bepaald onderpand. Dit onderpand bestaat vaak uit (eersteklas) hypotheken of publieke leningen. Deze zijn toegewezen aan de coverpool. Dankzij het onderpand, naast de zekerheid van de debiteur, hebben de meeste covered bonds een hogere kredietstatus/rating dan de bank zelf.
Risico’s
– Hoe langer de resterende looptijd van de lening hoe hoger het renterisico.
– Het kredietrisico voor een covered bond is meestal lager dan van een normale vastrentende lening uitgegeven door dezelfde bank, omdat het extra zekerheid geeft in de vorm van een bepaald onderpand.
Floating rate notes
Kenmerken
Een floating rate note (FRN) is een obligatie waarbij de coupon afhankelijk is van de korte interbancaire rente, meestal 3-maands of 6-maands Euribor. De coupon wordt iedere drie of zes maanden opnieuw vastgesteld op basis van de dan geldende korte rente.
Risico’s
– Het renterisico van een FRN blijft beperkt tot deze korte periode. Immers de rente wordt per periode aangepast.
– Het kredietrisico is net zo groot als bij een normale obligatie met dezelfde looptijd en van dezelfde debiteur.
– Het liquiditeitsrisico van een FRN kan groter zijn dan een normale obligatie.
– Een FRN heeft een duidelijk couponrisico. De invloed merkt u vooral op de inkomsten en daarmee op het uiteindelijke rendement. Door de daling of stijging van de rente in de loop der tijd kan de coupon significant gaan afwijken van het niveau bij opname.
Complex of niet-complex?
Voldoet de floating rate note aan alle van de onderstaande eigenschappen? Dan is die floating rate note niet- complex. De floating rate note obligatie heeft:
– een vaste renteformule (bijv. driemaands euribor)
– een vaste opslag
– een eindige looptijd
– geen achterstelling
Voldoet de floating rate note niet aan alle van de bovenstaande eigenschappen? Dan vinden wij de betreffende floating rate note complex.
Inflatiegerelateerde obligaties
Kenmerken
Bij inflatiegerelateerde obligaties (ILO) zijn de couponbetalingen en de hoofdsom gerelateerd aan de ontwikkeling van een bepaalde consumentenprijsindex. Bij de meest voorkomende vorm van inflatiegerelateerde obligaties is het rentepercentage laag in vergelijking met gewone obligaties. Maar de belegger krijgt gedurende de looptijd een compensatie uitgekeerd voor de inflatie tijdens de looptijd.
Cijfervoorbeeld
Stel de couponvergoeding van een ILO bedraagt 2,25% per jaar. U koopt de lening uit emissie op 100%. De inflatie bedraagt in jaar 1: 3%, in jaar 2: 4%. In jaar 3 is sprake van deflatie: -1%. In jaar 4 bedraagt de inflatie 2% en in jaar 5: 5%. De hoofdsom wordt jaarlijks aangepast aan de inflatie (indexatie). De cumulatieve inflatie gedurende de looptijd van de lening wordt weergegeven in de indexratio. De belegger ont- vangt 2,25% couponvergoeding over de hoofdsom en de hoofdsom wordt jaarlijks vermeerderd met de inflatie. Daardoor neemt ook de jaarlijkse couponvergoeding toe. Zo bedraagt in jaar 4 de coupon niet € 2,25, maar € 2,43. Aan het einde van de looptijd wordt de lening op 113,58% afgelost. Het jaarlijkse rendement bedraagt 4,9%. Dit is lager bij een lagere inflatie. In geval van deflatie kent de hoofdsom van Europese ILO’s een garantie op 100%.
Risico’s
– Het renterisico van een ILO is minder duidelijk dan bij een normale obligatie. Als de nominale rente stijgt door een hogere inflatieverwachting, dan houdt een ILO haar waarde. Maar stijgt de nominale rente om een andere reden (vraag/aanbod), dan daalt de koers van een ILO, net als bij een normale obligatie.
– In de markt voor ILO’s die zijn uitgegeven door overheden is over het algemeen voldoende vraag en aanbod. Het liquiditeitsrisico is dus beperkt, maar wel groter dan voor ‘normale’ obligaties uitgegeven door hetzelfde land.
Complex of niet-complex?
Voldoet de inflatiegerelateerde obligatie aan alle van de onderstaande eigenschappen? Dan is die inflatiegerela- teerde obligatie niet-complex. De inflatiegerelateerde obligatie heeft:
– Een eindige looptijd
– Geen achterstelling
– Een normale coupon (vaste rentecoupon en opslag voor inflatie)
Voldoet de inflatiegerelateerde obligatie niet aan alle van de bovenstaande eigenschappen? Dan vinden wij de betreffende inflatiegerelateerde obligatie complex.
Complexe Obligaties
Voorbeelden van complexe obligaties zijn High-yield obligaties, vreemde valuta obligaties en converteerbare obligaties. Een omschrijving van complexe obligaties leest u in onze Complexe BeleggingenWijzer. U vindt deze wijzer op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Kenmerken en risico’s van aandelen
10. Wat zijn kenmerken van aandelen?
Een aandeel (A) is een eigendomstitel van een bedrijf. De aandeelhouders zijn dus gezamenlijk eigenaar van een bedrijf. Een aandeel kent geen einddatum. De aandeelhouder kan zijn aandelen verkopen. De aandelen kunnen aan een beurs genoteerd zijn, maar dit hoeft niet. Als een aandeel niet beursgenoteerd is, gaat het om een complex aandeel.
U hebt met een aandeel meestal het recht om:
– dividenden te ontvangen. Dividend is het geld dat de onderneming aan de aandeelhouders kan uitkeren als het bedrijf winst heeft gemaakt en
– te stemmen op de vergadering van aandeelhouders.
Het koersverloop van een aandeel is afhankelijk van:
– de gang van zaken bij en de toekomstverwachtingen voor het bedrijf,
– de economische en monetaire ontwikkelingen in de voor het bedrijf relevante regio’s,
– het beursklimaat op de beurzen waar het aandeel genoteerd staat.
Deze factoren zijn ook van invloed op de beweeglijkheid van de koers van een aandeel. De koers van een aandeel is niet constant, maar kan in de loop van de tijd scherp bewegen. Het eventuele rendement op aandelen bestaat uit twee onderdelen: de waardestijging en het dividend. De aanschaf van aandelen met eigen middelen brengt geen hefboomwerking met zich mee.
Dividend
Aandeelhouders kunnen dividend uitgekeerd krijgen. Dit is een deel van de winst. Als u dividend ontvangt, dan moet u daarover in principe dividendbelasting betalen. De hoogte van het dividend wordt jaarlijks vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De hoogte van het dividend is in de regel stabiel, maar niet gegarandeerd. Als een bedrijf in het afgelopen jaar onvoldoende winst heeft gemaakt, dan wordt de hoogte van het dividend hierop aangepast. Het kan voorkomen dat een bedrijf dividend niet in contanten maar in de vorm van aandelen uitkeert. Dit noemen we stockdividend (STDV). Met stockdividend krijgt u nieuwe aandelen. Veel bedrijven bieden een keuzedividend aan. Voor deze gevallen geeft u ons de standaardinstructie of u dividend in contanten wilt ontvangen of in aandelen (stockdividend).
Het kan voorkomen dat een bedrijf bij ons aankondigt dat zij op korte termijn dividend gaat uitkeren. Wij verwerken dit dan door alvast het aangekondigde dividendbedrag te boeken op uw effectenrekening. Mocht door welke omstandigheden dan ook blijken dat het bedrijf toch geen dividend heeft uitgekeerd, dan hebben wij het recht om dit bedrag weer te debiteren van uw rekening.
11. Wat zijn risico’s van aandelen?
Aandelen hebben verschillende risico’s. De koers van een aandeel reageert daardoor verschillend bij positieve of negatieve ontwikkelingen. Ook loopt u het risico dat uw gehele belegging verloren gaat.
Koersrisico
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Doet een onderneming het goed, dan kan uw aandeel meer geld waard worden door een mogelijke stijging van de koers.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Doet een onderneming het minder goed, dan kan uw aandeel minder waard worden omdat de koers waarschijnlijk daalt. In het meest extreme geval is een aandeel zelfs niets waard als het bedrijf failliet gaat. Of u dividend ontvangt, hangt onder andere af van de vraag of de onderneming het goed doet. Maakt de onderneming geen winst, dan krijgt u meestal ook geen dividend.
Heeft de onderneming dividend uitgekeerd? Xxx heeft dat invloed op de koers. Op de dag dat het bedrijf het dividend uitkeert, daalt de koers meestal met ongeveer het bedrag van het dividend. Dat is dan de koers ex-dividend (de koers zonder dividend).
Marktrisico
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Bij positieve berichten in de markt, reageren de koersen van aandelen meestal door te stijgen.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Bij negatieve berichten in de markt, reageren de koersen van aandelen meestal door te dalen. Deze berichten kunnen gaan over de onderneming zelf of over algemene marktomstandigheden.
Of de koers van een aandeel stijgt of daalt, en hoe sterk, verschilt per onderneming. Diverse specifieke kenmerken zijn belangrijk voor het presteren van de onderneming onder bepaalde marktomstandigheden en beïnvloeden daarmee de beweeglijkheid van de koers. Hieronder bespreken we enkele van deze kenmerken:
– Sector: Sectoren bestaan uit vergelijkbare bedrijven op het gebied van producten en/of diensten. Voorbeelden van sectoren zijn energie, nuts en infrastructuur. Bepaalde ontwikkelingen in de markt kunnen grote impact hebben op de ene sector terwijl dezelfde marktontwikkeling een kleine impact kan hebben op de andere.
– Cyclisch/niet cyclisch: Cyclische bedrijven zijn sterk verbonden aan de conjunctuur terwijl niet-cyclische bedrijven meer onafhankelijk zijn van de conjunctuur. Dit betekent dat cyclische bedrijven sterker reageren op veranderingen in de conjunctuur ten opzichte van niet-cyclische bedrijven, die stabieler blijven tijdens veranderingen in conjunctuur.
– Regio: De locatie van de bedrijfsactiviteiten kan grote invloed hebben op de bedrijfsprestaties. Enkele regionale factoren die bedrijfsprestaties kunnen beïnvloeden zijn bijvoorbeeld economie, demografie, politiek, cultuur en klimaat.
– Individuele kenmerken: Specifieke bedrijfskenmerken kunnen prestaties beïnvloeden. Een voorbeeld is de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen (leverage of hefboom). Wanneer een bedrijf gebruik maakt van vreemd vermogen creëert het bedrijf een interne hefboom. Hoe groter het gedeelte aan vreemd vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe groter de hefboom. Onder goede markt- omstandigheden kan het bedrijf profiteren van de hefboom terwijl dit averechts werkt onder slechte marktomstandigheden. Het kan zelfs tot problemen leiden als de opbrengsten onvoldoende zijn om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het gebruik van vreemd vermogen.
Liquiditeitsrisico
Er zijn aandelen die u niet gemakkelijk kunt kopen of verkopen. Dit noemen we incourante aandelen. Ook op beurzen kunnen incourante aandelen voorkomen. Er is dan weinig vraag of aanbod. Hierdoor is het moeilijker om deze aandelen te kopen of te verkopen.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Bij een verbetering van vraag en aanbod kan het zijn dat u uw beleg gingen gemakkelijker kunt verkopen of aankopen tegen een gunstigere prijs. Koopt iemand een grote hoeveelheid incourante aandelen? Dan zorgt dat meestal voor een sterke stijging van de koers.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Bij een verslechtering van vraag en aanbod kan het zijn dat u uw beleggingen moeilijker, en wellicht ook (tijdelijk) niet, kunt verkopen of aankopen. Ook is de kans groter dat de prijs waartegen u aan- of verkoopt ongunstiger zal zijn. In geval van een verkoop kan dit dus betekenen dat het langer duurt voordat u uw inleg terug hebt. Verkoopt iemand een grote hoeveelheid incourante aandelen? Dan zorgt dat meestal voor een sterke daling van de koers.
Renterisico
Renterisico is het risico van veranderingen van de rente op de kapitaalmarkt. Rente is de prijs voor het lenen van geld. Verandert de rente in de markt? Dan kan dit gevolgen hebben voor de koersen van aandelen. Daarom is het renterisico ook een koersrisico.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Daalt de rente? Dan zullen de koersen van aandelen meestal stijgen.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Stijgt de rente? Dan zullen de koersen van aandelen meestal dalen. Het dividendrendement wordt dan minder aantrekkelijk ten opzichte van de rente. Het kan ook zijn dat bedrijven meer rente moeten betalen op hun leningen.
Dividendrisico
Bedrijven maken winst en keren dat uit in de vorm van dividend aan de aandeelhouders. Het gevoerde dividend- beleid kan aandelenkoersen beïnvloeden.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen. Een hoger dividend betekent veelal dat er meer beschikbare winst is voor uitkering bij de onderneming. Een stabiel tot licht hoger dividendbeleid stelt vertrouwen richting de toekomst. Dat pakt meestal positief uit voor de aandelenkoers.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen. Een dividendverlaging kan betekenen dat een onderneming minder vertrouwen heeft richting de toekomst en/of er minder financiële ruimte is voor het doen van uitkeringen of simpelweg het bedrijf andere keuzes maakt (overnames of schuldafbouw). Bij bedrijven waar beleggers rekenen op een stabiel tot groeiend dividend kan een neerwaartse aanpassing een flinke negatieve reactie veroorzaken.
12. Hoe kunt u beleggen in aandelen?
U kunt op diverse manieren beleggen. Welke vorm het meest passend is voor u, is afhankelijk van uw specifieke beleggingswensen. Hieronder vindt u een aantal van de mogelijkheden.
1. Rechtstreeks aan- en verkopen van individuele aandelen
2. Aandelenbeleggingen via actief beheerde beleggingsfondsen
3. Aandelenbeleggingen via passief beheerde beleggingsfondsen
Verdere informatie over actief en passief beheerde beleggingsfondsen vindt u onder ‘Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen’.
13. Complexe en niet-complexe aandelen Niet-complexe aandelen
Reguliere beursgenoteerde aandelen zijn niet-complex.
Complexe aandelen
Naast gewone reguliere aandelen zijn er ook complexe aandelen zoals preferente aandelen en aandelen die worden verhandeld op alternatieve handelsplatformen. Een omschrijving van deze beleggingen leest u in de Complexe BeleggingenWijzer. Deze wijzer vindt u op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen
14. Wat zijn kenmerken van beleggingsfondsen?
Een beleggingsfonds brengt beleggers samen. Een beleggingsfonds verzamelt middelen van individuen om deze vervolgens namens de groep te beleggen in een portefeuille van verschillende beleggingen, zoals aandelen of obligaties. Een belegger in een beleggingsfonds krijgt als het ware een gedeelte van de portefeuille. Wij selecteren beleggingsfondsen op basis van een uitgebreide analyse.
Verschillen tussen beleggingsfondsen en individuele beleggingen
– De meeste beleggingsfondsen hebben specifieke richtlijnen ten aanzien van hun beleggingsbeleid.
– Een beleggingsfonds wordt beheerd door een professionele partij. Het biedt u de mogelijkheid om uw inleg te spreiden. Door spreiding kunt u risico’s reduceren.
– Een beleggingsfonds biedt de mogelijkheid om ook in minder toegankelijke markten te beleggen.
Aandelenklassen
Fondsbeheerders bieden soms meer varianten van een beleggingsfonds aan. Ze doen dit in de vorm van verschillende aandelenklassen. Ze doen dit om tegemoet te komen aan verschillende voorkeuren van beleggers.
Zo kan er een aandelenklasse zijn die in dollars noteert en een andere in euro’s. Of een aandelenklasse waarop dividend automatisch wordt herbelegd in het fonds en een andere waar het dividend in geld aan u wordt uitgekeerd.
Aandelenklassen kunnen ook zijn afgestemd op verschillende doelgroepen, zoals particuliere of institutionele beleggers. Beleggingsinhoudelijk kennen de aandelenklassen geen verschillen. Het verschil zit in de kenmerken, zoals de valuta, de vorm van dividenduitkering, de managementfee of de minimaal vereiste inleg.
Voor particuliere klanten stellen wij doorgaans de particuliere aandelenklasse beschikbaar. Maar er zijn uitzon- deringen. Soms is er een institutionele aandelenklasse die voordelen biedt ten opzichte van de particuliere. Als de fondsbeheerder toestaat dat particuliere klanten in deze institutionele aandelenklasse mogen beleggen, stellen wij deze voor onze particuliere klanten beschikbaar. Aan het type aandelenklasse kunnen onze klanten geen rechten ontlenen. Het kan voorkomen dat u alleen via ons in een bepaalde institutionele aandelenklasse kunt beleggen. Daardoor kan het voorkomen dat deze aandelenklasse niet kan worden overgeboekt wanneer u uw portefeuille wilt overboeken naar een andere bank.
De handel in beleggingsfondsen
Fondsen kunt u niet allemaal op dezelfde manier aan- en verkopen. Sommige fondsen werken met een veilingsysteem. Dat betekent dat alle orders in een bepaald fonds die bijvoorbeeld voor 15.55 uur worden ingelegd, de volgende dag worden verhandeld om 10.00 uur (veilingmoment). Participaties worden dan verhandeld tegen één transactieprijs, de intrinsieke waarde. Dit kan inclusief een kleine op- of afslag zijn, ook wel handelskosten genoemd. Deze handelskosten zijn ter compensatie van transactiekosten binnen het
fonds in verband met de aan- of verkoop. Het kan soms ook voorkomen dat handelskosten niet in de vorm van een op- of afslag worden berekend, maar apart in rekening worden gebracht. De intrinsieke waarde wordt voorafgaand aan het veilingmoment berekend op basis van slotkoersen en dagelijks gepubliceerd op de website van de betreffende fondsbeheerder. De hoogte van de handelskosten staat vermeld in het prospectus en de EBi of het Eid van het betreffende beleggingsfonds. Bij sommige beleggingsfondsen kan het voorkomen dat
de handel niet dagelijks plaatsvindt, maar bijvoorbeeld maandelijks of zelfs jaarlijks. De beleggingsfondsen die niet via een veilingsysteem worden verhandeld, worden via de beurs verhandeld zoals bepaald in ons Orderuitvoeringsbeleid. Over dit beleid leest u meer in hoofdstuk 7 van deze voorwaarden.
Dividend
Er zijn beleggingsfondsen die als rechtsvorm een Naamloze Vennootschap (NV) of Besloten Vennootschap (BV) hebben. Dit type beleggingsfonds kan u de mogelijkheid bieden om uw ontvangen dividend weer om te zetten in nieuwe aandelen. U krijgt dan eerst het dividend en daarna belasten wij uw rekening voor de verkregen aandelen. Dat noemen we herbelegging. Voor keuzedividend geeft u ons de standaardinstructie of u dividend in contanten wilt ontvangen of in aandelen (stockdividend). Voor herbelegging geeft u ons de standaardinstructie dat u het ontvangen dividend wilt herbeleggen in nieuwe aandelen van het beleggingsfonds.
Soorten beleggingsfondsen
– Open-end en closed-end beleggingsfondsen. Bij closed-end beleggingsfondsen is (in tegenstelling tot open-end beleggingsfondsen) wettelijk vastgelegd dat zij na introductie géén extra participaties mogen uitgeven. De participaties van closed-end beleggingsfondsen worden verhandeld op de secundaire markt en de koers wordt mede door vraag en aanbod bepaald. Open-end beleggingsfondsen zijn echter wettelijk verplicht
om participaties te verkopen en in te kopen tegen hun intrinsieke waarde per aandeel. De meeste open-end beleggingsfondsen worden via een veilingsysteem verhandeld. Dat wil zeggen dat er slechts één keer per dag handel plaatsvindt. De tijd waarop deze handel plaatsvindt, verschilt per fonds.
– Fund of funds. Een fund of funds is een beleggingsfonds dat belegt in beleggingsfondsen. Koopt u een fund of funds? Dan houden zowel de beheerder van het fund of funds als de beheerders van de
onderliggende fondsen een managementfee in. Door deze structuur is er een stapeling van fondskosten waardoor de totale kosten hoger uit kunnen komen dan bij een regulier beleggingsfonds.
– Actieve en passieve beleggingsfondsen. Beleggingsfondsen kunnen ook worden onderverdeeld naar passieve en actieve beleggingsfondsen. Een actief beleggingsfonds wijkt bewust af van de voor het fonds relevante marktindex. Op die manier probeert het fonds een beter rendement te realiseren dan de index. Deze afwijking is doorgaans gebaseerd op een visie of strategie. Om deze visie te ontwikkelen, is analyse nodig. Dit zorgt voor hogere beheerkosten. Een passief beleggingsfonds heeft als doel om zoveel mogelijk het rendement na te bootsen van de marktindex die voor het fonds relevant is. De term passief heeft betrekking op het zoveel mogelijk volgen van de samenstelling van de index.
– Indexfondsen en exchange traded funds (ETF’s) zijn voorbeelden van passieve beleggingsfondsen. Bij zogenoemde indexfondsen en ETF’s is de Lopende Kosten Maatstaf (LKM) meestal juist lager. Dit komt doordat index- fondsen een index volgen. Het beheer hiervan is eenvoudiger dan van een actief beheerd fonds. De beheer- ders van indexfondsen ontvangen daardoor een lagere managementfee. Dit resulteert in een lagere LKM.
Bij exchange traded funds kan gedurende de hele handelsdag worden gehandeld. Voor meer uitgebreide informatie over de verschillen tussen indexfondsen en ETF’s kunt u het hoofdstuk Indexfondsen uit de Complexe BeleggingenWijzer lezen. U vindt deze wijzer op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx.
15. Wat zijn risico’s van beleggingsfondsen?
Alle risico’s van beleggingen die in dit hoofdstuk staan genoemd, gelden – afhankelijk van de samenstelling van de fondsportefeuille – ook voor beleggingsfondsen.
Omdat het vermogen binnen een beleggingsfonds is gespreid over verschillende beleggingen, is de beweeglijk- heid van de koers van een beleggingsfonds over het algemeen lager dan van individuele aandelen of obligaties. De risico’s van beleggingsfondsen worden bepaald door de onderliggende waarden en de gehanteerde beleg- gingsstrategie van het fonds. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waarde van een beleggingsfonds met een relatief grote positie in een bepaalde regio of sector gevoeliger is voor ontwikkelingen in die bepaalde sector of regio.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen in een sector. Wanneer de energiesector bovengemiddeld goed presteert dan kan een fonds met een relatief grote positie in de energiesector daarvan sterker profiteren dan fondsen met een relatief kleine positie in de energiesector.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen in een sector. Wanneer de energiesector bovengemiddeld slecht presteert dan zal een fonds met een relatief grote positie in de energiesector daaronder sterker lijden dan fondsen met een relatief kleine positie in de energiesector.
Heeft het fonds een relatief grote positie in een bepaalde regio dan betekent dit dat de waarde van het beleggingsfonds gevoeliger is voor ontwikkelingen in die bepaalde regio.
– Gevolgen van positieve ontwikkelingen in een regio. Wanneer de regio Europa bovengemiddeld goed presteert dan kan een fonds met een relatief grote positie in de regio Europa daarvan sterker profiteren dan fondsen met een relatief kleine positie in de regio Europa.
– Gevolgen van negatieve ontwikkelingen in een regio. Wanneer de regio Europa bovengemiddeld slecht presteert dan zal een fonds met een relatief grote positie in de regio Europa daaronder sterker lijden dan fondsen met een relatief kleine positie in de regio Europa. Er is een risico dat u uw gehele inleg in het beleggingsfonds kwijtraakt, bijvoorbeeld in geval van wanbeleid door de fondsbeheerder.
16. Hoe kunt u beleggen in beleggingsfondsen?
U kunt op diverse manieren beleggen in beleggingsfondsen. Welke vorm het meest passend is voor u, is afhankelijk van uw specifieke beleggingswensen. Hieronder vindt u een aantal van de mogelijkheden.
Aandelenbeleggingen via actief beheerde beleggingsfondsen
U kunt ook via een beleggingsfonds beleggen in aandelen. De meeste beleggingsfondsen hebben een helder afgebakend beleggingsbeleid. Bijvoorbeeld op gebied van regio, sector, actief of passief. Hierbij beleggen zij in diverse aandelen die gezamenlijk de portefeuille van het beleggingsfonds vormen.
Aandelenbeleggingen via passief beheerde beleggingsfondsen
Passief beheerde beleggingsfondsen worden ook wel ‘indexfondsen’ genoemd. Het doel is het volgen van een index (mandje beleggingen) en het genereren van hetzelfde rendement als deze index. Aanpassingen in de index worden direct doorvertaald naar het beleggingsbeleid van het indexfonds. Hieronder vindt u nog enige aanvullende informatie over indexfondsen.
– Specifieke beleggingsthema’s. De beleggingen van indexfondsen bestaan uit een portefeuille van aandelen.
Deze kunnen een specifiek deel van de aandelenmarkt bestrijken. Bijvoorbeeld fondsen die beleggen in een specifieke sector of binnen een specifieke regio.
– Beheerkosten en rendement. De beheerkosten van een indexfonds zijn doorgaans lager dan bij een beleggingsfonds. Daar staat tegenover dat u bij een indexfonds alléén het rendement van de index mag verwachten. Bij een beleggingsfonds wordt, door de expertise van de fondsbeheerder, geprobeerd een extra rendement te behalen ten opzichte van een index van de benchmark door bewust af te wijken. Voor een beschrijving van de werking van indexfondsen verwijzen we u naar het hoofdstuk Indexfondsen in onze Complexe BeleggingenWijzer. U vindt deze wijzer op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Obligatiebeleggingen via beleggingsfondsen
U kunt ook via een beleggingsfonds beleggen in obligaties. De meeste beleggingsfondsen hebben een helder afgebakend beleggingsbeleid. Bijvoorbeeld op gebied van kredietkwaliteit, obligatiesoorten, looptijden en valuta’s. Hierbij wordt belegd in diverse obligaties die gezamenlijk de portefeuille van het beleggingsfonds vormen.
Obligatiebeleggingen via indextrackers
Indextrackers hebben als doel het volgen van een bepaalde graadmeter (index) en het genereren van hetzelfde rendement als deze graadmeter. Aanpassingen in de graadmeter worden direct doorvertaald naar het beleggingsbeleid van een indextracker.
– Specifieke beleggingsthema’s. De beleggingen van indextrackers bestaan uit een portefeuille van obligatie- leningen. Deze kunnen een heel specifiek deel van de obligatiemarkt bestrijken. Bijvoorbeeld trackers die in Europese bedrijfsobligaties beleggen met uitsluiting van de financiële sector. Of die beleggen in een mandje eurostaatsleningen met een zeer specifieke looptijd.
17. Complexe en niet-complexe beleggingsfondsen Niet-complexe beleggingsfondsen
Open-end beleggingsfondsen (UCITS), ETF’s en indexfondsen met een ‘recht toe recht aan’ beleggingsbeleid
zijn niet-complex.
Complexe beleggingsfondsen
Naast gewone reguliere beleggingsfondsen zijn er ook Complexe beleggingsfondsen zoals beursgenoteerde private equity-, hedge-, infrastructuur- en vastgoedfondsen. Een omschrijving van deze beleggingen vindt u in de Complexe BeleggingenWijzer.
Hefboom
De aanschaf van participaties in een beleggingsfonds met eigen middelen brengt geen hefboomwerking met zich mee. Let wel, een beleggingsfonds kan soms met geleend geld beleggen. In dat geval is er binnen het fonds wel sprake van een hefboomwerking.
Voor niet-complexe beleggingsfondsen kan dit bijvoorbeeld zijn vanuit portefeuille efficiency overwegingen. Indien het beleggen met geleend geld onderdeel is van de fondsstrategie gaat het om complexe beleggings- fondsen. Voor de specifieke risico’s en overige informatie van beleggingsfondsen verwijzen wij naar de EBi, Eid en het prospectus van het desbetreffende beleggingsfonds.
Overig
18. Alternatieve beleggingen
Tot de categorie ‘alternatieve beleggingen’ rekenen wij onder meer hedgefondsen en niet-beursgenoteerde beleggingen, waaronder leningen aan bedrijven (private debt), investeringen in het aandelenkapitaal (private equity) of financieringen van ‘real assets’, zoals infrastructurele projecten, onroerend goed of landbouwgrond. In de Complexe BeleggingenWijzer leggen wij u de kenmerken en risico’s van deze beleggingen uit. U vindt deze wijzer op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Alternatieve beleggingen onderscheiden zich onder meer van de andere vermogenscategorieën door de beperkte mate van verhandelbaarheid op de korte termijn. Zo kan het bij het verkopen van hedgefondsen een aantal maanden duren voordat de opbrengsten voor u beschikbaar komen. Tussen het geven van de verkoopopdracht en het bepalen van de verkoopopbrengst blijft u onverminderd de bij het fonds behorende beleggingsrisico’s lopen. Bij private equity kan het geïnvesteerde vermogen zelfs een aantal jaren geblokkeerd zijn. Alternatieve beleggingen zijn daardoor per definitie niet geschikt voor beleggers die op elk gewenst moment hun belegging moeten of willen verkopen. Als de beperkte verhandelbaarheid geen probleem is,
kan het opnemen van alternatieve beleggingen een gewenste aanvulling voor uw portefeuille zijn. Doordat de rendementsbronnen bij alternatieve beleggingen anders zijn dan die van gewone vermogenscategorieën (aandelen en obligaties) kunnen deze beleggingen een toegevoegde waarde binnen de portefeuille bieden.
In het algemeen en over een langere termijn kunnen alternatieve beleggingen het risico-rendementsprofiel van een portefeuille verbeteren. Maar omdat alternatieve beleggingen complexe beleggingen zijn, is het belangrijk dat u, voordat u hierin gaat beleggen, weet wat de kenmerken en de verwachte risico’s zijn.
Er bestaan veel verschillende soorten alternatieve beleggingen. Er zijn alternatieve beleggingen die zeer risicodragend zijn, maar er zijn er ook die zeer risicomijdend zijn. Wij voeren altijd een grondig onderzoek uit naar fondsen in de vermogenscategorie alternatieve beleggingen. Alleen fondsen die onze toetsingen doorstaan, nemen wij mee in onze advisering. Of het voor u wenselijk is om in deze categorie te beleggen, kunt u bespreken met uw beleggingsspecialist.
19. Zijn er nog andere soorten beleggingen?
Naast de beleggingen die we in dit hoofdstuk hebben beschreven, zijn er nog veel meer soorten beleggingen. Ook voor deze beleggingen geldt dat u de kenmerken en risico’s ervan moet begrijpen voordat u daarin gaat beleggen. Voor de kenmerken en risico’s van bijvoorbeeld complexe beleggingen, zoals hedgefondsen, complexe obligaties, private equity, gestructureerde producten, opties, dient u kennis te nemen van onze
Complexe BeleggingenWijzer. Deze kunt u vinden op onze website of opvragen bij uw beleggingsspecialist. Hebt u bij de intake beleggen aangegeven te willen beleggen in dergelijke complexe beleggingen? Dan hebben wij u de Complexe BeleggingenWijzer al verstrekt.
Daarnaast moet u ook altijd de specifieke informatie lezen en begrijpen van de belegging waarin u wilt beleggen, zoals het prospectus, de Essentiële Beleggersinformatie (EBi), het Essentiële-informatiedocument (Eid) en de brochure.
7. Beleidsstukken voor beleggen
Inleiding Algemeen
1. Xxxxxx zijn beleidsstukken voor u belangrijk?
2. Waar kan ik de actuele versie van de beleidsstukken vinden?
Orderuitvoeringsbeleid
3. Hoe voeren wij uw orders uit?
4. Voor welke orders geldt het Orderuitvoeringsbeleid?
5. Wat is het gevolg als een ordertype niet onder het Orderuitvoeringsbeleid valt?
6. Voor welke beleggingen geldt het Orderuitvoeringsbeleid?
7. Met welke factoren houden wij rekening om te zorgen voor het beste resultaat?
8. Overzicht van factoren en plaatsen van uitvoering
9. Welke derde partij (broker) hebben wij geselecteerd?
10. Wat is een ‘smart order routing’ systeem?
11. Wat moet u doen als er een corporate action plaatsvindt bij een belegging waarvoor u een (limiet) order hebt ingelegd?
Belangenconflicten
12. Wanneer ontstaat er een belangenconflict?
13. Wat doen wij om belangenconflicten te beheersen?
14. Wat gebeurt er als wij een belangenconflict niet kunnen voorkomen?
15. Ontstaat er een belangenconflict doordat wij u op afhankelijke wijze adviseren?
16. Kunt u zelf ook een belangenconflict hebben?
Inleiding
In dit hoofdstuk kunt u lezen waarom wij beleidsstukken maken en waarom die belangrijk voor u zijn. U leest hier ons beleid over hoe wij orders uitvoeren. Daarna leggen wij uit hoe wij omgaan met belangenconflicten.
Algemeen
1. Xxxxxx zijn beleidsstukken voor u belangrijk?
Wij stellen beleidsstukken op om ervoor te zorgen dat wij uw belang altijd vooropstellen. Door ons Orderuitvoe- ringsbeleid zorgen wij ervoor dat wij bij de uitvoering van uw order voor u het best mogelijke resultaat bereiken. Door ons beleid voor belangenconflicten zorgen wij ervoor dat we belangenconflicten zoveel mogelijk voorkomen.
2. Waar kan ik de actuele versie van de beleidsstukken vinden?
Wij gaan regelmatig na of onze beleidsstukken en andere procedures en instructies nog steeds aan onze eisen voldoen. Als wij dat nodig vinden passen wij de beleidsstukken aan. Bij de beoordeling van ons Orderuit- voeringsbeleid stellen wij de volgende vragen.
1. Leiden de geselecteerde plaatsen van uitvoering en derde partijen nog steeds tot het best mogelijke resultaat voor u?
2. Zijn er gewijzigde marktomstandigheden, waardoor wij orders beter ergens anders kunnen laten uitvoeren? In het geval dat er belangrijke aanpassingen zijn voor u, dan informeren wij u daarover. De geldende versie van
dit document vindt u op onze website, xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx. Naast het actuele Orderuit- voeringsbeleid vindt u daar ook het actuele overzicht van de top 5 plaatsen van uitvoering en brokers. U kunt het ook opvragen bij uw private banker, beleggingsspecialist of inzien op een van onze kantoren.
Orderuitvoeringsbeleid
3. Hoe voeren wij uw orders uit?
Wij voeren uw orders uit zoals in dit Orderuitvoeringsbeleid omschreven. Het Orderuitvoeringsbeleid is van toepassing op vrijwel alle orders die wij voor u uitvoeren. Het is zowel van toepassing op orders die wij zelf uitvoeren bijvoorbeeld op een beurs of via een tegenpartij, als op orders die wij ter uitvoering doorgeven aan een andere partij. Wij beoordelen het Orderuitvoeringsbeleid van de derde die wij selecteren voordat wij een order doorgeven ter uitvoering aan deze derde.
4. Voor welke orders geldt het Orderuitvoeringsbeleid?
Niet alle soorten orders vallen onder het Orderuitvoeringsbeleid. De volgende ordertypen vallen er niet onder.
– Orders die wij volgens uw specifieke instructies moeten uitvoeren. Wij voeren deze orders dan uit volgens uw specifieke instructie.
– Dit doen wij niet als wij deze instructie niet kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van een instructie die wij niet kunnen uitvoeren, is een order die moet worden uitgevoerd op een beurs waarop wij of een andere partij waarmee wij samenwerken geen directe of indirecte aansluiting heeft.
– Orders waarbij wij op uw verzoek optreden als tegenpartij, een zogeheten ‘request for quote’. Daarbij verzoekt u ons eerst om een prijs en zijn wij uw tegenpartij. U hebt de keuze om al dan niet op basis van onze ‘quote’ een transactie met ons aan te gaan.
5. Wat is het gevolg als een ordertype niet onder het Orderuitvoeringsbeleid valt?
U loopt dan het risico dat wij niet het best mogelijk resultaat voor u kunnen behalen. Dit komt omdat wij dan niet de door ons vastgestelde en in ons uitvoeringsbeleid opgenomen maatregelen kunnen toepassen. Wij blijven ook bij de uitvoering van orders met specifieke instructies altijd in uw belang handelen.
6. Voor welke beleggingen geldt het Orderuitvoeringsbeleid?
Het Orderuitvoeringsbeleid is van toepassing op alle orders in onderstaande beleggingen.
– Aandelen en daaraan gerelateerde instrumenten, zoals claims, scrips, stockdividenden en beursgenoteerde en -verhandelde beleggingsfondsen
– Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten
– Derivaten, zoals opties en futures
– Gestructureerde producten, zoals garantie-, hefboom- en beschermingsproducten
– Niet-beursgenoteerde en -verhandelde beleggingsfondsen, waaronder fondsen beleggend in hedgefondsen en private equity
7. Met welke factoren houden wij rekening om te zorgen voor het beste resultaat?
Om het best mogelijke resultaat voor onze klanten te bereiken houden wij rekening met factoren zoals prijs, uitvoeringskosten, snelheid (van uitvoering), waarschijnlijkheid (van uitvoering en afwikkeling) en de omvang en aard van de order. In de tabel hierna vindt u de relevante factoren per soort belegging. De volgorde van de factoren geeft de mate van belangrijkheid van de factor aan bij de orderuitvoering. Deze volgorde wordt vooral bepaald door de kenmerken van de order, de soort belegging en de plaats van uitvoering.
Indien wij gebruik maken van derde partijen, dan vindt u op de website van de derde partijen (brokers) die namens ons uw orders uitvoeren per soort belegging een overzicht van de vijf meest gebruikte plaatsen van uitvoering. Zelf publiceren wij per soort belegging een top 5 meest gebruikte brokers en een top 5 plaatsen van uitvoering. Onderverdeeld in aandelen en certificaten, obligaties en overige schuldinstrumenten, derivaten, gestructureerde producten, beursgenoteerde beleggingsfondsen en niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen. U kunt deze informatie vinden op xxx.xxxxxx.xxx/xxxxxxxxxx/xxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxx en xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx of opvragen bij uw banker.
8. Overzicht van factoren en plaatsen van uitvoering
Beleggingen | Relevante factoren | Plaats van uitvoering recht- streeks of via een derde | Voorbeelden plaatsen van uitvoering en derde partijen |
Aandelen en daaraan gerelateerde instrumenten | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 3. Snelheid van uitvoering 4. Omvang en aard van de order | a. Gereglementeerde markt rechtstreeks b. Gereglementeerde markten of Multilaterale handels- platform via een derde c. Pools via een derde | Zie overzicht plaatsen van uitvoering onder ‘Execution Venues used by Kempen & Co’ op xxx.xxxxxx.xxx/xx/ securities/about-kempen- securities |
Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Omvang en aard van de order 3. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 4. Snelheid van uitvoering | a. Gereglementeerde markten rechtstreeks b. Multilaterale handelsplatform rechtstreeks | a. Euronext b. Bloomberg Trading Facility |
Derivaten | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 3. Snelheid van uitvoering 4. Omvang en aard van de order | a. Gereglementeerde markten rechtstreeks b. Gereglementeerde markten via een derde c. Geselecteerde professionele tegenpartijen | a. Euronext b. - c. NatWest Markets NV |
Gestructureerde producten | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 3. Snelheid van uitvoering 4. Omvang en aard van de order | a. Gereglementeerde markten rechtstreeks b. Gereglementeerde markten via een derde c. Uitgevende instelling/ aanbieder van het product rechtstreeks | a. Euronext x. Xxxxxxx Sachs International c. ING Bank NV, BNP Paribas NV of Van Lanschot Kempen NV |
Beursgenoteerde beleggingsfondsen | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 3. Snelheid van uitvoering 4.Omvang en aard van de order | a. Gereglementeerde markten rechtstreeks b. Gereglementeerde markten of Multilaterale handels- platform via een derde | a. Euronext b. - |
Niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen | 1. Prijs en uitvoeringskosten 2. Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 3. Snelheid van uitvoering 4. Omvang en aard van de order | a. Transfer Agents rechtstreeks b. Transfer Agents via een derde | a. Fundsettle, Clearstream b. Verschillende transfer agents bijvoorbeeld JP Morgan |
9. Welke derde partij (broker) hebben wij geselecteerd?
Wij hebben voor verschillende beleggingen zoals aandelen of derivaten brokers geselecteerd waar wij uw orders naar kunnen sturen. Wij publiceren jaarlijks een overzicht van top 5 brokers in termen van
handelsvolume. Deze informatie is beschikbaar op onze website xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx. Wij publiceren tevens een overzicht van de top 5 plaatsen van uitvoering per type belegging. Op uw (digitale) transactienota ziet u bij plaats van uitvoering ook “Broker” staan. Als u wilt precies wilt weten op welke plaatsen van uitvoering uw order is uitgevoerd kunt u contact opnemen met uw private banker of
beleggingsspecialist. U kunt ook bellen met Van Lanschot Client Services, telefoon 0800 1737. Deze afdeling kunt u op werkdagen bereiken van 8.00 uur tot 21.00 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur.
10. Wat is een ‘smart order routing’-systeem?
Wij kunnen, voor aandelen en daaraan gerelateerde instrumenten, gebruik maken van ‘smart order routing’- systemen van derden. Deze systemen vergelijken de verschillende prijzen voor hetzelfde aandeel op verschillende plaatsen van uitvoering (handelsplatformen). Het ‘smart order routing’-systeem stuurt de order naar het handelsplatform of de handelsplatformen die op dat moment de beste prijs biedt of bieden. Wij selecteren het ‘smart order routing’-systeem van een derde waar uitvoering tot het best mogelijke resultaat leidt op basis van professionele ervaring.
11. Wat moet u doen als er een corporate action plaatsvindt bij een belegging waarvoor u een (limiet) order hebt ingelegd?
Vanwege het feit dat uw order via een ‘smart order routing’-systeem wordt ingelegd bij diverse handelsplat-
formen, moet u zelf in de gaten houden of er corporate actions plaatsvinden die van invloed zijn op uw (limiet) orders. Corporate actions die van invloed kunnen zijn op uw order, zijn dividenduitkering, splitsing van een belegging, fusie of overname. U dient dan zelf te beslissen of u uw order wilt royeren en opnieuw wilt inleggen. Voor het royeren van een order moet u een lopende order verwijderen en niet laten uitvoeren.
Belangenconflicten
12. Wanneer ontstaat er een belangenconflict?
Wij hebben een regeling die gericht is op de preventie van de volgende situaties.
– Vermenging van zakelijke en persoonlijke belangen,
– Het door elkaar lopen van het eigen belang van de onderneming en dat van de klant,
– Aanwezigheid van een financiële of andere drijfveer om het belang van de ene (groep) klanten te laten prevaleren boven het belang van de andere (groep) klanten,
– Wij oefenen hetzelfde bedrijf uit als de klant waardoor een (potentieel) conflict ontstaat,
– Wij ontvangen een provisie of vergoeding van een derde die niet gebruikelijk is.
13. Wat doen wij om belangenconflicten te beheersen?
De beheersing van belangenconflicten is een essentieel onderdeel van het streven naar het versterken van de integriteit en reputatie van Van Lanschot Kempen NV (hierna Van Lanschot Kempen) en alle met haar verbonden ondernemingen. Uitgangspunt is dat wij alle redelijke maatregelen nemen om mogelijke
belangenconflicten binnen de organisatie te identificeren en indien mogelijk organisatorische-, administratieve- en fysieke maatregelen nemen om deze te voorkomen en te beheersen. Een zogenoemde ‘Chinese Wall’ tussen twee afdelingen kan zowel een fysieke maatregel zijn als een organisatorische. De plicht om een eventuele nevenfunctie vooraf te melden is een voorbeeld van een administratieve maatregel.
Binnen de organisatie zijn, onder andere, de volgende maatregelen genomen.
− Opstellen van een Algemene gedragscode en overige regelingen.
− Opstellen van een belangenconflicten organisatieschema.
− Inrichten van een belangenconflicten register.
− Inrichten van organisatorische-, administratieve- en fysieke maatregelen.
Het beheersen van belangenconflicten speelt een belangrijke rol op de werkvloer. Alle medewerkers van Van Lanschot Kempen zijn alert op het herkennen van belangenconflicten.
Verder streeft Van Lanschot Kempen er naar om belangenconflicten te beheersen door:
− het geven van het juiste voorbeeld door het management (bedrijfscultuur),
− opleiding en training van medewerkers om de awareness te vergroten.
14. Wat gebeurt er als wij een belangenconflict niet kunnen voorkomen?
Daar waar het niet mogelijk is belangenconflicten te voorkomen of te beheersen, maakt Van Lanschot Kempen deze belangenconflicten aan u of aan potentiële klanten kenbaar.
15. Ontstaat er een belangenconflict doordat wij u op afhankelijke wijze adviseren?
U krijgt van ons advies over uw beleggingen op afhankelijke basis. Dit betekent dat wij ons advies baseren op een beperkte analyse van verschillende soorten beleggingen. In de praktijk betekent dit dat wij u beleggingsadviezen geven over aandelen, obligaties, derivaten, beleggingsfondsen en gestructureerde producten. Dit kunnen producten zijn van
– onszelf of
– een aan ons gelieerde onderneming zoals Kempen of
– een aantal geselecteerde derden partijen.
Wij adviseren u ook over huisfondsen. Dit zijn beleggingsfondsen waarvan Xxxxxx de beheerder is. Xxxxxx is aan ons gelieerd. Daardoor kan er een belangenconflict ontstaan als wij u adviseren te beleggen in huis- fondsen. Wij kunnen dan bijvoorbeeld meer geld verdienen dan wanneer u ervoor kiest om te beleggen in fondsen van derden. Om te voorkomen dat u nadeel ondervindt van dit mogelijke belangenconflict, hebben wij de volgende maatregelen getroffen. Als wij beleggingsfondsen aan u adviseren stellen wij uw belang altijd
voorop. Wij nemen daarbij dezelfde selectie- en monitoringscriteria in acht, die wij ook toepassen voor externe beleggingsfondsen.Voor bijna alle huisfondsen staan er externe alternatieven op de advieslijst.
Ook kan Van Lanschot Kempen bij een verwachte initial public offering (IPO) van een Investment Banking klant verschillende rollen vervullen. Aan de ene kant adviseert ze de uitgevende instelling over de IPO en begeleidt een eventuele beursgang. Aan de andere kant kunt u als Private Banking klant via een effectenrekening van Van Lanschot inschrijven op de IPO en uw effecten laten bewaren. Indien een IPO event wordt georganiseerd, is de aangeboden informatie afkomstig van de uitgevende instelling en is deze informatie niet bedoeld om u aan te zetten tot het afnemen van een beleggingsdienst van Van Lanschot.
16. Kunt u zelf ook een belangenconflict hebben?
In het kader van onze dienstverlening aan u kan het zijn dat wij van onder de toepasselijke wetgeving toelaatbare geringe niet-geldelijke voordelen aan u kunnen verstrekken. U kunt hierbij denken aan:
– Giften en amusement tot een waarde die in het beleid van Xxx Xxxxxxxx Kempen wordt bepaald.
– Reclamemateriaal in het kader van de normale bedrijfsuitoefening (met uitzondering van reclamemateriaal dat onderzoek vormt).
– Conferenties, seminars en andere evenementen (georganiseerd door Van Lanschot Kempen of plaatsen voorzien op evenementen van derden).
– Overige diensten en/of voordelen die op grond van de toepasselijke wetgeving van als geringe niet-geldelijke voordelen kunnen worden beschouwd.
Begrippen | Uitleg |
Beleggersgiro | Dit is een beleggersgiro in de zin van de wet (meestal in de vorm van een stichting) die op ons initiatief is opgericht |
Belegging(en) | Alle financiële instrumenten |
Beurs | Gereglementeerde markt in de zin van de wet |
EBi | Essentiële Beleggersinformatie over een fonds. De Essentiële Beleggersinformatie is bedoeld om u meer inzicht te geven in de aard en de risico’s van beleggingen in beleggingsfondsen, ETF’s en trackers. |
Eid | Essentiële-informatiedocument. In het Eid kunt u de totale kosten zien die over de looptijd van de belegging in rekening worden gebracht. |
Effectenrekening | Uw effectenrekening waarop wij uw beleggingen en uw geld administreren; dit geld gebruikt u voor aankoop van uw beleggingen of ontvangt u in verband met uw beleggingen |
Financiële instrumenten | De soorten instrumenten die worden genoemd in artikel 1:1 van de wet, zoals aandelen (of certificaten daarvan), obligaties, deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen en opties |
Hefboomwerking | a) beleggen met geleend geld of b) de eigenschap dat de koers van de belegging relatief hoger stijgt of lager daalt dan de onderliggende waarde, bijvoorbeeld bij een optie In beide gevallen kan koersschommeling van de onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandeel) tot relatief grotere winsten of verliezen leiden bij een belegging in opties dan bij een belegging rechtstreeks in de onderliggende waarde |
Intrinsieke waarde | Wordt bepaald door het eigen vermogen van een beleggingsfonds (aandelenkapitaal plus reserves) te delen door het aantal uitstaande participaties in dat beleggingsfonds |
Overeenkomst | De Overeenkomst voor Beleggingsadvies waarbij deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard |
Tegenrekening | Een door u opgegeven betaalrekening op uw naam bij een bank in Nederland. De tegenrekening staat genoemd in de overeenkomst. |
Voorwaarden | Deze Voorwaarden voor Beleggingsadvies |
Vermogen | Het geld en de beleggingen op uw effectenrekening |
Wet | De Wet op het financieel toezicht (Wft) |
In de lijst hieronder staan de afkortingen per belegging die wij gebruiken in uw rapportages.
Afkortingen | Type | Fondstype |
A | Aandeel | Aandeel |
ACO | Convertible Achtergesteld | Achtergestelde Converteerbare Obligatie |
ALT | Alternatives | Alternatieve belegging |
AO | Achtergesteld | Achtergestelde Obligatie |
C | Calloptie | Calloptie |
CL | Claim | Claim |
CLO | Credit Linked | Credit Linked Obligatie |
CO | Convertible | Converteerbare Obligatie |
COCOA | Convertible Contingency | Achtergestelde Voorwaardelijk Converteerbare Obligatie |
COPA | Converteerbaar Preferent | Converteerbaar Preferent Aandeel |
CPA | Cumulatief Preferent | Cumulatief Preferent Aandeel |
CTA | Certificaat | Certificaat van een Aandeel |
CTPA | Perferent Certificaat | Certificaat van een Preferent Aandeel |
ETF | Exchange Traded Fund | Exchange Traded Fund (bijvoorbeeld een Tracker) |
FLRACO | Floating Conv Achtergesteld | Converteerbare Achtergestelde Floating Rate Obligatie |
FLRAO | Floating Rate Achtergesteld | Achtergestelde Floating Rate Obligatie |
FLRCO | Floating Rate Convertible | Converteerbare Floating Rate Obligatie |
FLRO | Floating Rate | Floating Rate Obligatie |
FLSAO | Float Steep Achtergesteld | Achtergestelde Floating Rate Steepener Obligatie |
FLSO | Floating Rate Steepener | Floating Steepener Obligatie |
FUT | Future | Future (Termijnconctract) |
GN | Garantieproducten >= 90% | Garantie Note |
ILO | Inflation Linked | Inflation Linked Obligatie |
INSR | Inschrijfrechten | Inschrijfrecht |
NCPA | Niet Cumulatief Preferent | Niet-Cumulatief Preferent Aandeel |
NED.HFDSM | Nederlandse Hoofdsom | Nederlandse Hoofdsom |
NED.RENTE | Nederlandse Rente | Nederlandse Rente |
NRCTA | Niet Royeerbaar Certificaat | Niet-Royeerbaar Certificaat v/e Aandeel |
O | Obligatie | Obligatie |
P | Putoptie | Putoptie |
PA | Preferent | Preferent Aandeel |
PBW | Participatiebewijs | Participatiebewijs |
RCO | Reverse Convertible | Reverse Converteerbare Obligatie |
STDV | Stockdividend | Stockdividend |
STRIP | Strip | Strip |
TL | Turbo Long | Turbo Long |
TS | Turbo Short | Turbo Short |
VGN | Garantieproducten < 90% | Voorwaardelijke Garantie Note |
WAR | Warrant | Warrant |
In de lijst hieronder staan de afkortingen van de handelsplaatsen die u ziet op uw transactienota.
Codering | Handelsplaats | Stad |
XAMS | Euronext - Euronext Amsterdam | Amsterdam |
XEUE | Euronext EQF, Equities and Indices Derivatives | Amsterdam |
XBRU | Euronext - Euronext Brussels | Brussel |
XBRD | Euronext - Euronext Brussels - Derivatives | Brussel |
XPAR | Euronext - Euronext Paris | Parijs |
XMON | Euronext Paris MONEP - Derivatives | Parijs |
XETR | Xetra | Frankfurt |
XEUR | Eurex Deutschland | Frankfurt |
XSWX | SIX Swiss Exchange | Zurich |
XLON | London Stock Exchange | Londen |
IFLO | ICE Futures Europe - Equity Products Division | Londen |
XNYS | New York Stock Exchange | New York |
XNAS | NASDAQ | New York |
OPRA | Options Price Reporting Authority | Chicago |
Een volledig overzicht van afkortingen van handelsplaatsen vindt u op xxx.xxx00000.xxx/XXX/xxxxxxxxXXX.xxx.
Bijlage 3. Informatieblad over het depositogarantiestelsel (DGS)
Basisinformatie over de bescherming van tegoeden
Tegoeden aangehouden bij Van Lanschot worden beschermd door
Het Nederlandse wettelijke Depositogarantiestelsel, uitgevoerd door De Nederlandsche Bank NV (DNB)1
Limiet van de bescherming
€ 100.000 per rekeninghouder per bank2. Uw bank maakt gebruik van de volgende merknamen:
– Van Lanschot
– Evi
– Kempen & Co
– Van Lanschot Kempen
Indien u meer rekeningen heeft bij dezelfde bank
Al uw tegoeden bij dezelfde bank worden bij elkaar opgeteld en op het totaal wordt de limiet van € 100.000 toegepast2
Indien u een gezamenlijke rekening heeft met een andere persoon/andere personen
De limiet van € 100.000 is op elke rekeninghouder afzonderlijk van toepassing3
Termijn voor terugbetaling indien een bank niet langer aan haar verplichtingen kan voldoen
10 werkdagen4
Munteenheid van terugbetaling
Euro
Contact
De Nederlandsche Bank NV Xxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx
Bezoekadres Telefoon (bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur)
Xxxxxxxxx 0 xxxxxx Xxxxxxxxx: 0800 0201068
0000 XX Xxxxxxxxx vanuit het buitenland: + 31 20 524 91 11
E-mail Meer informatie
xxxx@xxx.xx xxxx://xxx.xxx.xx onder ‘Depositogarantiestelsel’
Aanvullende informatie
Overige belangrijke informatie: In het algemeen vallen alle particuliere rekeninghouders en bedrijven onder het depositogarantiestelsel. Voor bepaalde tegoeden geldt een uitzondering. Deze worden op de website van het verantwoordelijke depositogarantiestelsel vermeld. Ook zal uw bank u op verzoek meedelen of bepaalde producten al dan niet zijn gedekt. Als een rekening onder de dekking valt, zal de bank dit ook bevestigen op het rekeningafschrift.
’s-Hertogenbosch, januari 2021
1 Uw tegoeden zijn gedekt door het Nederlandse wettelijke Depositogarantiestelsel. Indien uw bank failliet gaat, worden uw tegoeden terugbetaald tot € 100.000. 2 Algemene beschermingslimiet: Indien een tegoed niet beschikbaar is voor de rekeninghouder omdat een bank niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, worden de rekeninghouders terugbetaald door het Nederlandse depositogarantiestelsel. De terugbetaling bedraagt ten hoogste € 100.000
per bank. Dit betekent dat alle tegoeden bij dezelfde bank bij elkaar worden opgeteld om te bepalen welk bedrag wordt gedekt. Als een rekeninghouder bijvoorbeeld een spaarrekening met € 90.000 en een betaalrekening met € 20.000 heeft, dan ontvangt hij of zij een terugbetaling van slechts € 100.000. Dit geldt ook als een bank onder verschillende merknamen actief is. Van Lanschot NV handelt ook onder de namen Van Lanschot, Evi, Xxxxxx & Co en Van Lanschot Kempen. Heeft u tegoeden onder deze merknamen, dan zijn deze tegoeden samen gedekt tot € 100.000.
4 Terugbetaling: Het verantwoordelijke depositogarantiestelsel is het Nederlandse wettelijke Depositogarantiestelsel dat wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank N.V. (DNB); Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx; bezoekadres: Xxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx; telefoon (bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur): vanuit Nederland: 0800 0201068, vanuit het buitenland: + 31 20 524 91 11; e-mail: xxxx@xxx.xx; website: xxx.xxx.xx onder ‘Depositogarantiestelsel’. Het zal uw deposito’s (tot € 100.000) uiterlijk binnen 10 (tien) werkdagen terugbetalen. Als u binnen deze termijn geen terugbetaling heeft ontvangen, moet u zelf contact opnemen met het depositogarantiestelsel; het is namelijk mogelijk dat u uw geld niet meer kunt terugvragen na het verstrijken van een bepaalde termijn. De termijn van terugbetaling zal stapsgewijs worden teruggebracht tot 7 (zeven) werkdagen. Gedurende deze overgangstermijn kan
De Nederlandsche Bank (DNB) u op verzoek een passend bedrag toekennen om in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien. Verdere informatie kunt u vinden op: xxxx://xxx.xxx.xx onder ‘Depositogarantiestelsel’.
Wij kunnen voor u in Nederland een of meer effectenrekeningen aanhouden. Uw beleggingen worden door ons of door een andere sub-custodian in bewaring gegeven aan centrale effectenbewaarinstellingen (hierna: ‘CSDs’). Wij zijn voor sommige beleggingen, zoals bepaalde obligaties, beurs- en niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen zelf deelnemer bij CSDs. Wij hebben dan rekeningen geopend bij deze CSDs die de effectenposities weerspiegelen die u heeft bij ons.
Op grond van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (hierna: ‘CSD-verordening’) kunnen de door ons bij een CSD geopende rekening op twee manieren worden ingericht:
1. als een omnibus-effectenrekening, dat wil zeggen een rekening bij de CSD waarin beleggingen worden aangehouden die toebehoren aan meerdere klanten van ons, aangeduid met de Engelse term ‘omnibus segregated account’ (‘OSA’); of
2. als een individuele effectenrekening, dat wil zeggen een rekening bij de CSD waarin alleen de beleggingen
van één klant worden aangehouden, aangeduid met de Engelse term ‘individual segregated account’ (‘ISA’).
Wij zijn op grond van de CSD-verordening verplicht om u de keuze te bieden tussen deze twee opties (dat wil zeggen het aanhouden door ons van uw beleggingen in een OSA of een ISA bij de CSD). De CSD bepaalt de
precieze inrichting van OSAs en ISAs. Met deze verklaring willen wij u informeren over de twee mogelijkheden en u uitleggen welke beschermingsniveaus aan een OSA respectievelijk een ISA verbonden zijn.
Beschermingsniveau bij OSAs en ISAs
Als wij failliet gaan, is Nederlands recht op de faillissementsprocedure van toepassing. In het faillissement zijn uw beleggingen beschermd. Deze bescherming geniet u op grond van de Wet giraal effectenverkeer (afgekort: ‘Wge’). Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website xxx.xxxxxxxxxxx.xx onder wet giraal effectenverkeer. In het geval van een faillissement maakt het geen verschil of u heeft gekozen voor het aanhouden van uw beleggingen in een OSA of een ISA op CSD-niveau. In beide gevallen geniet u namelijk de bescherming van de Wge. Dit geldt ook in geval van tekorten in een verzameldepot.
Vaststelling effectentegoed
Het aanhouden van beleggingen in een ISA op CSD-niveau zou wellicht kunnen meebrengen dat in het geval wij failliet gaan sneller kan worden vastgesteld aan wie bepaalde beleggingen toebehoren. Dit betekent echter niet dat een curator ook eerder tot vrijgave van de in een ISA geadministreerde beleggingen zal kunnen overgaan. De curator zal namelijk ook rekening moeten houden met de regeling voor tekorten in een verzameldepot en de belangen van andere effectenrekeninghouders.
Faillissement CSD en sub-custodians
Dit document gaat niet over de situatie dat een CSD en sub-custodians failliet gaat. De CSD en sub-custodians publiceren zelf een informatiedocument over de vraag welke beschermingsniveaus aan een OSA respectievelijk een ISA verbonden zijn, wat er gebeurt wanneer bijvoorbeeld de CSD failliet gaat en of een OSA of een ISA voor u voordelen biedt in deze situatie.
Kosten
Wanneer u kiest voor een ISA, zijn hier voor u extra kosten aan verbonden ten opzichte van een OSA. Dat is het type rekening dat wij namelijk nu voor u aanhouden. Er zijn extra kosten aan verbonden omdat wij meer rekeningen moeten openen bij externe partijen en additionele administratieve handelingen moeten gaan verrichten. De extra kosten zijn in eerste instantie eenmalig en als volgt opgebouwd:
– een initiële setup fee voor iedere ISA die wordt geopend;
– migratie- en settlementkosten voor de migratie van uw bestaande posities van een OSA naar een ISA.
Voor een ISA geldt dat eventuele kosten die door een derde partij in rekening worden gebracht aan u worden doorberekend. Tevens worden doorlopende kosten in rekening gebracht als gevolg van toenemende complexiteit en extra kosten in de operationele verwerking. Als hier sprake van is, maken wij hierover met u extra afspraken.