Contract
279 . 4.
Goedkeuring van de o]> 10 Februari 1937 te Berlijn gesloten internationale overeenkomst betreflende het vervoer van lijken.
275). 4. VEKTALING.
BIJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING.
Internationale Overeenkomst betr•effende het vervoer van lijken.
In het verlangen de bezwaren te vermijden, die voortvloeien uit de verschillen in de regelingen, betrekking hebbende op het vervoer van lijken, gezien ook het belang dat zou kunnen be- staan bij het vaststellen van een gelijkvormige regeling te dien aanzien, verbinden zich de Eegeeringen, die deze Overeenkomst hebben onderteekend, den invoer en den doorvoer op hun onder- scheiden grondgebied toe te laten van lijken van personen, die op het grondgebied van een der andere Verdragsluitende landen zijn overleden, onder voorwaarde, dat de volgende voorschriften in acht zullen worden eenomen.
A. Algemeene voorschriften.
Artikel 1.
Voor elk vervoer van een lijk, door welk middel en onder welke omstandigheden dit ook moge zijn, zal een bijzonder doorvoerbewijs (laissez-passer mortuaire) noodig zijn, zooveel mogelijk overeenkomstig het hieraan toegevoegde model en be- vattende in ieder geval den naam, voornaam en leeftijd van den overledene, de plaats van overlijden, den datum en de doods- oorzaak; dit doorvoerbewijs dient te worden uitgereikt door het bevoegde gezag van de plaats van overlijden of de plaats van de teraardebestelling, wanneer het opgegraven overblijfselen betreft.
Het verdient aanbeveling, dat het doorvoerbewijs, behalve in de taal van het land, waar het afgegeven wordt, gesteld wordt in ten minste een der talen, die in de internationale betrek- kingen het meest worden gebruikt.
Artikel 2.
Er zal, door het land van bestemming of door de landen van doorvoer, behalve de bescheiden, genoemd in de Internationale Verdragen, betrekking hebbende op het vervoer in het algemeen, geen ander stuk dan het doorvoerbewijs, bedoeld in het vorige artikel, worden geëiseht. Dit bewijs zal slechts kunnen worden uitgereikt door het verantwoordelijke gezag indien overgelegd worden:
a) een gewaarmerkt afschrift van de akte van overlijden;
fa) officieele verklaringen, vaststellende dat het vervoer geen enkel bezwaar oplevert, noch uit gezondheidsoogpunt, noch uit het oogpunt der gerechtelijke geneeskunde en dat het lijk gekist is overeenkomstig de voorschriften van deze overeenkomst.
Artikel 3.
lb t lijk zal geplaatst moeten worden in een metalen kist, waarvan de bodem bedekt zal moeten zijn met een laag van ongeveer 5 centimeter van een opslorpende stof (turf, hout- zaagsel, houtskool in jioedervorm, enz.) waaraan een rotting- werende stof is toegevoegd.
Indien het overlijden een gevolg van een besmettelijke ziekte is, zal het lijk zelf in een lijklaken, dat bevochtigd is met een rottingwerende oplossing, gehuld moeten worden.
De metalen lijkkist zal daarna hermetisch gesloten moeten worden (gesoldeerd) en op zoodanige wijze geplaatst moeten worden in een houten omhulsel, dat zij daarin niet verschuiven kan. Dit houten omhulsel zal een dikte moeten hebben van ten minste 3 centimeter, de voegen zullen goed moeten worden gedicht en de sluiting zal verzekerd moeten zijn door schroeven, die ten hoogste 20 centimeter van elkaar verwijderd zijn, zij zal versterkt moeten worden door strooken van metaal.
Artikel 4.
Het vervoer tusschen de landen van ieder der Verdragslui- tende Eegeeringen van personen, overleden ten gevolge van pest, cholera, pokken en vlektyphus, is op zijn vroegst eerst een jaar na het overlijden geoorloofd.
B. Bijzondere voorschriften.
Artikel ó.
Op het vervoer per spoor zijn, behalve de algemeene voor- schriften van de artt. 1 t/m 4 boven bedoeld, de volgende be- palingen van toepassing:
a) De lijkkist zal vervoerd moeten worden in een gesloten wagon. Niettemin zal een open wagon gebruikt mogen worden, indien de kist afgeleverd wordt in een gesloten lijkwagen en daarin geplaatst blijft.
b) Ieder land is bevoegd te bepalen binnen welken tijd het lijk bij de aankomst gehaald zal moeten worden. Indien de afzender met voldoende zekerheid kan verklaren, dat het lijk in den aangegeven tijd zal worden gehaald, zal het niet noodig zijn, dat de lijkkist wordt begeleid.
c) Met de lijkkist mogen geen andere voorwerpen vervoerd worden dan kransen, bloemstukken, enz.
d) De lijkkist zal verzonden moeten worden per sneltrein en overlading zal zooveel mogelijk vermeden moeten worden.
Artikel G.
Op het vervoer per automobiel zijn, behalve de algemeene voorschriften van de artt. 1 t/m 4, de volgende bepalingen van toepassing:
a) De lijkkist zal vervoerd moeten worden, hetzij, bij voor- keur, in een tot lijkwagen ingerichte automobiel, hetzij in een gesloten gewone vrachtwagen.
fa) Met de lijkkist mogen geen andere voorwerpen vervoerd worden dan kransen, bloemstukken, enz.
Artikel 7.
Op het vervoer door de lucht zijn, behalve de algemeene voor- schriften van de artt. 1 t/m 4, de volgende bepalingen van toepassing.
a) De lijkkist zal overgebracht worden hetzij in een vlieg- tuig, dat daarvoor in het bijzonder wordt gebruikt en uitsluitend
Bijlagen. 279 . 4. Tweede Kamer.
Goedkeuring van de op 10 Februari 1937 te Berlijn gesloten internationale overeenkomst betreffende bet vervoer van lijken.
daarvoor is ingericht, hetzij in een uitsluitend voor dit doel afgezonderd gedeelte van een gewoon vliegtuig.
b) Met de lijkkist mogen in het vliegtuig of in het afgezon- derde gedeelte daarvan geen andere voorwerpen vervoerd worden dan kransen, bloemstukken, enz.
Artikel 8.
Op het vervoer over zee zijn, behalve de algemeene voor- schriften van de artt. 1 t/m 4, de volgende bepalingen van toepassing:
a) De houten lijkkist, die de metalen kist volgens de be- palingen van artikel 3 bevat, zal zelve gesloten moeten worden in een gewone houten kist, op zoodanige wijze dat zij niet ver- schuiven kan.
b) Bedoelde kist met haar inhoud zal zoodanig geplaatst moeten worden, dat iedere aanraking met voedings- of gebruiks- middelen uitgesloten is en dat zij geen last veroorzaakt aan de passagiers en de bemanning.
Artikel 9.
Indien het een lijk betreft van een persoon, die aan boord is overleden, zal het lichaam bewaard mogen blijven onder dezelfde voorwaarden als in het voorgaande artikel 8 genoemd. De acten en verklaringen, die volgens artikel 2 noodig zijn, zullen opgemaakt worden in overeenstemming met de wetten van het land, welks vlag het schip voert en het vervoer zal geschieden alsof het een lijk betreft, dat aan boord is gebracht. Indien de dood is ingetreden minder dan 48 uren voor de
aankomst van het schip in de haven, waar de teraardebestelling moet plaats hebben, en indien het -materiaal dat noodig is voor de nauwkeurige toepassing van de voorschriften, genoemd onder
o) van het voorgaande artikel 8, aan boord ontbreekt, zal het lichaam in een lijklaken, gedrenkt in een rottingwerende oplos- sing, geplaatst kunnen worden in een lijkkist van stevig hout, samengesteld uit planken van ten minste 3 centimeter dikte, met gedichte voegen en gesloten door schroeven, en waarvan de bodem van te voren bedekt zal moeten zijn met een laag van ongeveer 5 centimeter van een opslorpende stof (turf, hout- zaagsel, houtskool in poedervorm, enz.) waaraan een rotting- werende stof is toegevoegd en die op zoodanige wijze in een houten omhulsel geplaatst zal moeten zijn, dat zij niet ver- schuiven kan. De bepalingen, genoemd in deze alinea, zijn echter niet van toepassing, indien de dood door een der ziekten, bedoeld in artikel 4, veroorzaakt is.
Dit artikel is niet van toepassing op schepen, waarvan de reis een duur van 24 uren niet overschrijdt en die, indien zich een sterfgeval aan boord voordoet, het lijk afgeven aan het be- voegd gezag, zoodra zij de haven hebben bereikt, waar deze afgifte geschieden moet.
C. Slotbepalingen.
Artikel 10.
De algemeene zoowel als de bijzondere bepalingen van deze Overeenkomst, geven het maximum aan van de voorwaarden, die, uitgezonderd de tarieven, gesteld kunnen worden voor het toelaten van lijken, afkomstig uit een der Verdragsluitende landen.
Deze landen blijven vrij, grootere faciliteiten toe te staan hetzij voor toepassing van wederzijdsche overeenkomsten, hetzij op grond van beslissingen van deskundigen, die in gemeen overleg zijn genomen.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op het vervoer van lijken, dat plaats heeft binnen de grensgebieden.
Artikel 11.
Deze Overeenkomst is van toepassing op het internationale vervoer van lijken onmiddellijk na het overlijden en na op- Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1939—1940.
graving. De bepalingen er van gelden onverminderd de rege- lingen, die van kracht zijn in de verschillende landen wat be- treft het begraven en het weder opgraven van lijken.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op het vervoer van asch.
D. 1'rotocolaire bepalingen.
Artikel 12.
Deze Overeenkomst zal de dagteekening van heden dragen en te rekenen van dezen datum tot zes maanden daarna onder- teekend kunnen worden.
Artikel 13.
Deze Overeenkomst zal worden bekrachtigd en de bekrach- tigingsoorkonden zullen zoo spoedig mogelijk worden overhan- digd aan de Duitsche Regeering. Zoodra 5 bekrachtigingen zijn nedergelegd zal de Duitsche Begeering daarvan Proces- Verbaal opmaken. Zij zal afschriften van dat Proces-Verbaal toezenden aan de Begeeringen der Hooge Verdragsluitende Partijen en aan het Internationaal Gezondheidsbureau.
Deze Overeenkomst treedt in werking op den honderd twin- tigsten dag na de dagteekening van het Proces-Verbaal.
Het later nederleggen van bekrachtigingen zal worden vast- gesteld door een Proces-Verbaal, dat volgens den hierboven aan- gegeven gang van zaken is opgemaakt en medegedeeld.
Deze Overeenkomst treedt ten aanzien van ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen in werking op den honderd twintig- sten dag na de dagteekening van het Proces- Verbaal, waarbij het nederleggen van hare bekrachtigingen is vastgesteld.
Artikel 14.
De landen, die deze Overeenkomst niet onderteekend hebben, zullen te rekenen van de dagteekening van het Proces-Verbaal van nederlegging van de eerste vijf bekrachtigingen, te allen tijde tot toetreding worden toegelaten.
Iedere toetreding zal plaats hebben door een kennisgeving langs diplomatieken weg aan de Duitsche Kegeering. Deze zal de akte van toetreding nederleggen in Haar archieven en ter- stond de Begeeringen van alle landen, die aan de Overeenkomst deelnemen, zoomede het Internationaal Gezondheidsbureau op de hoogte brengen, onder mededeeling van de dagteekening der nederlegging. ledere toetreding zal in werking treden den hon- derd twintigsten dag na die dagteekening.
Artikel 15.
leder der Hooge Verdragsluitende Partijen kan op het oogen- blik der onderteekening verklaren, dat zij, door deze Overeen- komst te aanvaarden, geen enkele verplichting op zich neemt wat betreft het geheel of een deel van hare koloniën, protec- toraten, overzeesche gebieden of gebieden, die onder Haar Suzereiniteit of mandaat zijn geplaatst. In dat geval zal deze Overeenkomst niet van toepassing zijn op de grondgebieden, die in een dergelijke verklaring zijn genoemd.
Ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen zal naderhand aan de Duitsche Begeering kennis kunnen geven, dat Zij deze Over- eenkomst van toepassing wil verklaren op het geheel of op een deel van de gebieden, die in de verklaring, bedoeld in de vorige alinea, zijn genoemd. In dat geval zal de Overeenkomst van toepassing zijn op de gebieden, genoemd in de kennisgeving, den honderd twintigsten dag na de dagteekening van de neder- legging der kennisgeving in het Archief der Duitsche Begeering.
Evenzoo kan ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen na het verstrijken van den termijn, genoemd in artikel 16, te allen tijde verklaren, dat Zij de toepassing van deze Overeenkomst op het geheel of op een deel van haar koloniën, protectoraten, overzeesche gebieden of gebieden, die onder Hare Suzereiniteit of mandaat geplaatst zijn, wil zien eindigen. In dat geval zal een jaar na den datum van de nederlegging dezer verklaring de Overeenkomst ophouden van toepassing te zijn op de bieden, die in de verklaring zijn genoemd.
279 . 4.
Goedkeuring van de op 10 Februari 1937 te Berlijn gesloten internationale overeenkomst betreffende het vervoer van lijken.
De Duitsche Regeering zal de Regeeringen van alle landen, die aan deze Overeenkomst deelnemen, alsmede het Internatio- naal Gezondheidsbureau op de hoogte brengen van de kennis- gevingen en de verklaringen, hierboven genoemd, onder opgave van den datum van de nederlegging van deze in Haar Archieven.
Artikel lü.
De Regeering van ieder land, dat aan deze Overeenkomst deelneemt, zal deze, nadat zij te haren aanzien gedurende vijf jaar van kracht is geweest, te allen tijde kunnen opzeggen bij schriftelijke kennisgeving langs diplomatieken weg gericht tot de Duitsche Regeering. Deze zal de akte van opzegging neder- leggen in Haar Archieven. Zij zal onverwijld de Regeeringen
Voor Frankrijk: Voor Italië:
Voor Zwitserland:
Voor Tsjechoslowakije: Voor Turkije:
Voor Nederland:
XXXXX XXXXXXXX-XXXXXX X. XXXXXXXX
XXXX XXXXXXXX T Xx. X. XXXXXX
M. H. ARPAG
0 . XXX XXXXXXX
Alleen voor het Rijk in Europa en niet toepasselijk op Neder] andsch-lndië, Suri- name en Curacao.
van alle landen, die aan de Overeenkomst deelnemen, alsmede het Internationaal Gezondheidsbureau, op de hoogte brengen onder opgave van den daturn van nederlegging; een jaar na dien datum zal de opzegging in werking treden.
Artikel 17.
De onderteekening van deze Overeenkomst kan slechts clan van eenig voorbehoud vergezeld gaan. indien dit vooraf door de Hooge Verdragsluitende Partijen, die reeds geteekend heb- ben, is goedgekeurd. Eveneens zal geen acte worden genomen van bekrachtigingen of toetredingen, die vergezeld zijn van bepalingen van een voorbehoud, dat niet vooraf goedgekeurd is door alle landen, die aan de Overeenkomst deelnemen.
Ter oorkonde waarvan de onderscheidene Gevolmachtigden deze Overeenkomst hebben onderteekend.
Gedaan te Berlijn, den lOden Februari 1937 in één enkel exemplaar, dat bewaard zal blijven in de archieven van de Duitsche Regeering en waarvan voor eensluidend gewaarmerkte afschriften langs diplomatieken weg zullen worden toegezonden aan ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen.
Voor Duitschland: DIECKHOFF
Voor België: XXXXXXX XXXXXXXX
Voor Chili: LUI S V. DEPORTO-SEGURO
T'oor Denemarken: H. HOFFMEYEK
Voor Egypte: H. NACHAT
AANHANGSEL.
Doorvoerbewijs, bedoeld in art. 1.
Alle wettelijke voorschriften betreffende het kisten in acht genomen zijnde, zal het lijk van
(naam, voornaam en beroep van den overledene; voor de kin- deren, beroep van vader en moeder), overleden den
, te ten gevolge van
(oorzaak van den dood), op den leeftijd
van (juiste datum van de geboorte, zoo mogelijk) overgebracht moeten worden
(opgave van vervoermiddel), van (plaats van vertrek), langs (weg), naar
(plaats van bestemming).
Het vervoer van dit lijk toegelaten zijnde, worden alle ge- zaghebbenden van de landen, op welker grondgebied het ver- voer moet plaats hebben, uitgenoodigd het vrijelijk en zonder hindernis te laten doorgaan.
V