Contract
41 (2000) Nr. 5
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2006 Nr. 207
A. TITEL
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds;
(met Bijlagen en Protocollen) Cotonou, 23 juni 2000
B. TEKST
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Bijlagen en Proto- collen, is geplaatst in Trb. 2001, 57.
Voor de Nederlandse tekst van het Besluit van de ACS-EG-Raad van 30 juni 2004, zie Trb. 2005, 295, blz. 1.e.v.
Voor de Nederlandse tekst van de wijzigingsovereenkomst van 25 juni 2005, zie Trb. 2005, 295, blz. 3. e.v.
Voor de de Nederlandse tekst van het Besluit van de ACS-EG-Raad van 25 juni 2005, zie Trb. 2005, 295, blz. 48 e.v.
In dat Tractatenblad dient de volgende correctie te worden aange- bracht: in Rubriek B dienen de woorden ,,Engelse tekst’’ van pagina 48 vervangen te worden door ,,Nederlandse tekst’’.
De ACS-EG-Raad van Ministers heeft op 2 juni 2006 te Brussel een besluit genomen tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG- partnerschapsovereenkomst. De Nederlandse tekst van dat besluit luidt als volgt:
Besluit Nr. 1/2006 VAN DE ACS-EG-Raad van Ministers van
2 juni 2006 tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst
De ACS-EG-Raad van Ministers,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 20001), als herzien te Luxemburg op 25 juni 20052) (hierna ,,de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst’’ genoemd), en met name op punt 3 van bijlage I bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In bijlage I bis van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, die betrekking heeft op het meerjarig financieel kader voor de samenwer- king in het kader van de herziene ACS-EG-Overeenkomst na afloop van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (hierna ,,EOF’’ genoemd), is bepaald dat de Europese Unie haar steuninspanningen ten gunste van de ACS-staten in het kader van de herziene ACS-EG-Partnerschapsover- eenkomst handhaaft op ten minste hetzelfde peil als dat van het negende EOF waaraan het effect van de inflatie, de groei in de Europese Unie en de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004 worden toegevoegd, maar wordt niets gezegd over de exacte looptijd (vijf of zes jaar), het bedrag of het financieringsinstrument (algemene begroting of nieuw EOF).
(2) Bij de afronding van de onderhandelingen over de herziene ACS- EG-Partnerschapsovereenkomst in Brussel op 23 februari 2005 beloofde de Europese Unie zo snel mogelijk een voorstel te doen over het exacte bedrag en de toepassingsperiode.
(3) De Europese Raad van 16 december 2005 heeft besluiten geno- men over de exacte looptijd (zes jaar), het bedrag (22 682 miljard EUR in lopende prijzen) en het financieringsinstrument (tiende EOF).
(4) De staten van de ACS-groep dienen aanvullende steun te kunnen blijven ontvangen uit andere middelen uit hoofde van andere financiële instrumenten als bepaald in de desbetreffende instrumenten, overeen- komstig Verklaring XV bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst. Wanneer de staten van de ACS-groep via het EOF bijdragen aan inter- nationale of interregionale initiatieven van het EOF, dient ervoor te wor- den gezorgd dat deze bijdrage zichtbaar is,
Besluit:
Artikel 1
De ACS-EG-Raad van Ministers hecht zijn goedkeuring aan de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen in de Partnerschaps- overeenkomst tussen de leden van de ACS-groep van staten enerzijds,
1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
2) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 26.
en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, als herzien te Luxemburg op 25 juni 2005.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. GEDAAN te Port Moresby, 2 juni 2006.
Voor de ACS-EG-Raad van ministers De voorzitter
X. XXXXX
Bijlage
Aan de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst wordt de volgende bij- lage toegevoegd:
,,Bijlage 1 ter
Meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013
1. Voor de doelstellingen vermeld in deze overeenkomst en voor de periode vanaf 1 januari 2008 bedraagt de totale financiële steun aan de ACS-staten binnen dit meerjarig financieel kader 23,966 miljard EUR, zoals bepaald in de punten 2 en 3.
2. Het bedrag van 21,966 miljard EUR uit hoofde van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) komt beschikbaar op het moment van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader. Het bedrag wordt verdeeld over de volgende samenwerkingsinstrumenten:
a. 17,766 miljard EUR voor de financiering van nationale en regio- nale indicatieve programma’s. Hiermee worden gefinancierd:
i. de nationale indicatieve programma’s van de ACS-staten, over- eenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;
ii. regionale indicatieve programma’s ter ondersteuning van de re- gionale en interregionale samenwerking en integratie van de ACS- staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11, artikel 13, lid 1, en artikel 14 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;
b. 2,7 miljard EUR voor de financiering van intra-ACS- en inter- regionale samenwerking tussen veel of alle ACS-staten, overeenkomstig artikel 12, artikel 13, lid 2, en artikel 14 van bijlage IV bij deze over-
eenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer. Dit bedrag omvat structurele steun aan de gezamenlijke instellingen: het COB en het TCLP, zoals bedoeld in bijlage III bij deze overeenkomst en overeenkomstig de in die bijlage bepaalde regels en procedures aan toe- zicht onderworpen, en de Paritaire Parlementaire Vergadering, zoals bedoeld in artikel 17 van de overeenkomst. Het omvat tevens de finan- ciering van de huishoudelijke uitgaven van het in protocol 1, punten 1 en 2, bij deze overeenkomst bedoelde ACS-secretariaat;
c. 1,5 miljard EUR voor de financiering van de investeringsfaciliteit, overeenkomstig de in bijlage II (financieringsvoorwaarden) bij deze overeenkomst omschreven procedures en voorwaarden, waaronder een aanvullende bijdrage van 1,1 miljard EUR aan de investeringsfaciliteit in de vorm van een roterend fonds en 0,4 miljard EUR voor de finan- ciering van rentesubsidies zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van die bijlage, gedurende de looptijd van het tiende EOF.
3. De in het kader van de investeringsfaciliteit gefinancierde acties en de daarmee verband houdende rentesubsidies worden beheerd door de Europese Investeringsbank (EIB). In aanvulling op het tiende EOF zal de EIB een bedrag van ten hoogste 2 miljard EUR beschikbaar stellen in de vorm van leningen uit eigen middelen. Deze middelen worden ver- strekt voor de doeleinden die uiteen worden gezet in bijlage II bij deze overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden van de statuten van de EIB en de desbetreffende bepalingen van de voorwaarden voor de finan- ciering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bovengenoemde bijlage. Alle andere middelen in het kader van dit meerjarig financieel kader worden door de Commissie beheerd.
4. De resterende bedragen van het negende EOF en de eerdere EOF’s kunnen na 31 december 2007 of na de inwerkintreding van het onder- havige meerjarig financieel kader (als dat later is) niet meer worden vast- gelegd tenzij de Raad van de Europese Unie met eenparigheid van stem- men een andersluidend besluit neemt, hetzelfde geldt voor middelen die onder deze EOF’s aan projecten waren toegewezen, maar na de ge- noemde datum worden geannuleerd, met uitzondering van de resterende middelen en de na die datum geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STA- BEX) in verband met EOF’s voorafgaand aan het negende EOF en res- terende bedragen en terugbetalingen van middelen die waren toegewe- zen aan de investeringsfaciliteit, met uitzondering van de daarmee verband houdende rentesubsidies. De middelen die eventueel worden vastgelegd na 31 december 2007 doch voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, zoals hierboven bedoeld, worden uitsluitend ge- bruikt om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het tiende EOF.
5. Het totaalbedrag voor het onderhavige meerjarig financieel kader is bestemd voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december
2013. Tenzij de Raad van de Europese Unie, op voorstel van de Com- missie, met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt, kunnen de middelen uit hoofde van het tiende EOF, met uitzondering van middelen voor de investeringsfaciliteit, daarmee verband houdende rentesubsidies niet inbegrepen, niet na 31 december 2013 worden vast- gelegd.
6. Het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs kan namens de ACS-EG- Raad van Ministers binnen het totaalbedrag van het meerjarig financieel kader passende maatregelen nemen om te voldoen aan de programmeringsbehoeften van de in punt 2 beschreven samenwerkings- instrumenten, waaronder de herverdeling van middelen tussen de ver- schillende toewijzingen.
7. De partijen voeren een prestatie-evaluatie uit om te beoordelen in hoeverre de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd en wat het resultaat en het effect van de steun zijn. Die evaluatie wordt uitgevoerd op grond van een door de Commissie in 2010 op te stellen voorstel. De prestatie-evaluatie vormt de grondslag voor het besluit over het bedrag van de financiële samenwerking na 2013.
8. Elke lidstaat kan de Commissie of de EIB vrijwillige bijdragen verschaffen om de doelstellingen van de ACS-EG-Partnerschaps- overeenkomst te ondersteunen. De lidstaten kunnen ook projecten of programma’s cofinancieren, bijvoorbeeld in het kader van speciale ini- tiatieven onder auspiciën van de Commissie of de EIB. Het ACS- eigendom op het nationale niveau van deze initiatieven dient gewaar- borgd te zijn.’’.
Verklaringen
Verklaringen betreffende het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013, overeengekomen tijdens de 31e zitting van de ACS-EG-Raad van Ministers, Port Moresby, Papoea-Nieuw- Guinea, 1 en 2 juni 2006
1. EPO’s: verklaring van de EU:
De economische partnerschapsovereenkomsten zijn, als ontwikkelingsinstrumenten, bedoeld om de soepele en geleidelijke inte- gratie van de ACS-staten in de mondiale economie te bevorderen, vooral door volledig gebruik te maken van het potentieel van de regionale inte- gratie en de zuid-zuidhandel.
De Commissie bevestigt opnieuw dat het van belang is verdere stap- pen op weg naar samenhangende regionale integratie en sectorale beleidshervormingen te ondernemen en dat er met de behoeften die geleidelijk uit de uitvoering van de EPO’s zullen voortvloeien rekening
zal worden gehouden in de programmeringsdialoog met de ACS over de eindevaluatie van het negende EOF en over de middelen van het tiende EOF voor de periode na de inwerkingtreding op 1 januari 2008.
Bovendien herinnert de Europese Unie aan haar verbintenissen om, afgezien van de EOF-middelen, de hulp voor handel vóór 2010 wezen- lijk te verhogen.
2. Vrijgemaakte middelen: verklaring van de Gemeenschap:
Op basis van de prestatie-evaluatie in 2010 en een voorstel van de Commissie zal de Raad van de Europese Unie een besluit met eenparig- heid van stemmen overwegen over de overschrijving naar de reserves van het tiende EOF van vrijgekomen middelen uit ACS-projecten die krachtens het negende EOF en eerdere EOF’s zijn gefinancierd. Gezien de belangrijke ontwikkelingsdoelstellingen van de EPO’s zal de Raad van de Europese Unie, bij zijn beraad, ook aandacht besteden aan ver- dere steunverlening voor kosten van structurele aanpassing en andere ontwikkelingsbehoeften bij de uitvoering van de EPA’s.
3. Rentesubsidies: verklaring van de Gemeenschap:
De EIB is zich bewust van de hoge aanpassingskosten waarmee de landen van het suikerprotocol als gevolg van de suikerhervormingen van de EG worden geconfronteerd en streeft ernaar een deel van de midde- len van de investeringsfaciliteit en van haar eigen middelen naar inves- teringen in de suikersector van de ACS-landen van het suikerprotocol toe te leiden. Waar van toepassing en op basis van de selectiecriteria in bijlage II bij de Overeenkomst van Cotonou wordt een bedrag van maxi- maal 100 miljoen EUR uit de begroting voor subsidies uitgetrokken voor de financiering van de rentesubsidies als genoemd in punt 2, onder c, van bijlage I ter bij de Overeenkomst van Cotonou.
Op 17 juli 2006 is te Brussel een Intern Akkoord gesloten tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeen- schap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn. De Nederlandse tekst van dat Intern Akkoord luidt als volgt:
Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn
De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, in het kader van de Raad bijeen,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Na raadpleging van de Commissie,
Na raadpleging van de Europese Investeringsbank, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op grond van bijlage I bis, punt 3, van de Partnerschaps- overeenkomst tussen de leden van de groep Staten in Afrika, het Cari- bisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeen- schap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 20001) (hierna ,,de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst’’ ge- noemd) worden alle noodzakelijke wijzigingen van het meerjarige finan- ciële kader of de daarmee samenhangende delen van de Overeenkomst, in afwijking van het bepaalde in artikel 95 van de Overeenkomst, vast- gesteld door de Raad van Ministers.
(2) De ACS-EG-Raad van Ministers hechtte tijdens zijn vergadering in Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea) op 1 en 2 juni 2006 zijn goed- keuring aan bijlage I ter bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en stelde daarbij het totaalbedrag aan communautaire steun voor de ACS- staten binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 in het kader van de ACS-EG-overeenkomst vast op 21,966 miljard EUR uit hoofde van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (hierna ,,het tiende EOF’’ genoemd), waaraan wordt bijgedragen door de lidstaten.
(3) Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betref- fende de associatie van de LGO met de Europese Economische Gemeen- schap (hierna ,,het LGO-besluit’’ genoemd)2) is van kracht tot 31 decem- ber 2011. Een nieuw besluit op basis van artikel 187 van het Verdrag wordt vóór die datum goedgekeurd. Vóór 31 december 2007 zal de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie de finan- ciële bijstand uit hoofde van het tiende EOF aan de LGO waarop deel vier van het Verdrag van toepassing is gedurende de periode 2008-2013, vaststellen op 286 miljoen EUR.
1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
Overeenkomst gewijzigd bij de op 25juni2005 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst (PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4).
2) PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1.
(4) Op grond van Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalings- verplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan1) mogen middelen uit hoofde van het negende EOF die door de Commissie worden beheerd, de door de Euro- pese Investeringsbank (EIB) beheerde rentesubsidies en de inkomsten uit deze middelen uiterlijk tot 31 december 2007 worden vastgelegd. Indien nodig kan deze datum worden gewijzigd.
(5) Met het oog op de tenuitvoerlegging van de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst en het LGO-besluit moet een tiende EOF worden ingesteld en moet een procedure worden bepaald voor de toe- wijzing van middelen en voor de bijdragen van de lidstaten.
(6) Op basis van een verslag van de Commissie zullen in 2008–2009 alle aspecten van de uitgaven en de middelen van de Europese Unie wor- den geëvalueerd.
(7) De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, zijn overeengekomen om uit hoofde van het tiende EOF 430 miljoen EUR extra te reserveren voor de financiering van de ondersteunende uitgaven van de Commissie in verband met de programmering en uitvoering van het EOF.
(8) Er moeten regels worden vastgesteld voor het beheer van de financiële samenwerking.
(9) Op 12 september 2000 hechtten de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hun goed- keuring aan het interne akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Financieel Pro- tocol bij de ACS-EG-Overeenkomst en de toewijzing van financiële bij- stand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop deel vier van het EG-Verdrag van toepassing is (hierna ,,intern akkoord voor het 9e EOF’’ genoemd)2).
(10) Bij de Commissie wordt een comité van vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten gevestigd (hierna ,,het EOF-comité’’ genoemd) en bij de EIB wordt een soortgelijk comité gevestigd. De werkzaamheden die door de Commissie en de EIB worden verricht voor de toepassing van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en de over- eenkomstige bepalingen van het LGO-besluit dienen te worden gehar- moniseerd.
(11) Verwacht wordt dat Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2008 tot de EU zullen zijn toegetreden, en dat zij tot de ACS-EG-Overeenkomst en tot dit interne akkoord zullen toetreden overeenkomstig de verbinte-
1) PB L 156 van 18.6.2005, blz. 19.
2) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.
nissen die zij uit hoofde van het Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië en het bijbehorende protocol zullen zijn aangegaan.
(12) In hun conclusies van 24 mei 2005 hebben de Raad en de ver- tegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, ,,Sneller vorderingen boeken om de milleniumdoelstellin- gen voor de ontwikkeling te bereiken’’ toegezegd de tijdens de vergade- ring van het forum op hoog niveau te Parijs op 2 maart 2005 aangeno- men verklaring van Parijs inzake doeltreffendheid van de OESO-hulp en van de specifieke toezeggingen die de EU bij die gelegenheid heeft gedaan, tijdig te doen uitvoeren en daarop toe te zien.
(13) Herinnerd wordt aan de ODA-doelstellingen die werden vermeld in bovengenoemde conclusies. Wanneer de Commissie de lidstaten en de OESO/DAC verslag uitbrengt over uitgaven binnen het EOF, zal zij een onderscheid maken tussen ODA- en niet-ODA-activiteiten.
(14) De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lid- staten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie hebben op 22 december 2005 een gemeenschappelijke ver- klaring betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: de Europese Consensus aangenomen.1)
(15) Het EOF zal voorrang zal blijven verlenen aan de ondersteuning van de minst ontwikkelde landen en andere lage-inkomenslanden.
(16) De Raad heeft op 11 april 2006 het beginsel vastgesteld dat de Vredesfaciliteit voor Afrika voor de eerste periode (2008-2010) wordt gefinancierd voor een bedrag van 300 miljoen EUR uit het intra-ACS- fonds. In de loop van het derde jaar zal een algehele evaluatie worden verricht, waarbij de modaliteiten van de financiering en de mogelijkhe- den voor alternatieve financieringsbronnen in de toekomst, inclusief financiering uit de GBVB-begroting, zullen worden getoetst,
Zijn als volgt overeengekomen:
HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE MIDDELEN
Artikel 1
Middelen van het tiende EOF
1. De lidstaten stellen een Tiende Europees Ontwikkelingsfonds in, hierna ,,het tiende EOF’’ genoemd.
2. Het tiende EOF is als volgt samengesteld:
1) PB C 46 van 24.2.2006, blz. 1.
a. een bedrag van maximaal 22,682 miljard EUR, waaraan de lidsta- ten als volgt bijdragen:
Lidstaat | Verdeelsleutel | Bijdrage in miljoen EUR |
België | 3,53 | 800,6746 |
Bulgarije* | 0,14 | 31,7548 |
Tsjechië | 0,51 | 115,6782 |
Denemarken | 2,00 | 453,6400 |
Duitsland | 20,50 | 4 649,8100 |
Estland | 0,05 | 11,3410 |
Griekenland | 1,47 | 333,4254 |
Spanje | 7,85 | 1 780,5370 |
Frankrijk | 19,55 | 4 434,3310 |
Ierland | 0,91 | 206,4062 |
Italië | 12,86 | 2 916,9052 |
Cyprus | 0,09 | 20,4138 |
Letland | 0,07 | 15,8774 |
Litouwen | 0,12 | 27,2184 |
Luxemburg | 0,27 | 61,2414 |
Hongarije | 0,55 | 124,7510 |
Malta | 0,03 | 6,8046 |
Nederland | 4,85 | 1 100,0770 |
Oostenrijk | 2,41 | 546,6362 |
Polen | 1,30 | 294,8660 |
Portugal | 1,15 | 260,8430 |
Lidstaat | Verdeelsleutel | Bijdrage in miljoen EUR |
Roemenië* | 0,37 | 83,9234 |
Slovenië | 0,18 | 40,8276 |
Slowakije | 0,21 | 47,6322 |
Finland | 1,47 | 333,4254 |
Zweden | 2,74 | 621,4868 |
Verenigd Koninkrijk | 14,82 | 3 361,4724 |
22 682 000 |
* Geraamd bedrag
Dit bedrag van 22,682 miljard EUR is beschikbaar vanaf het moment van inwerkingtreding van het financiële meerjarenkader en wordt als volgt verdeeld:
i. 21,966 miljard EUR voor de ACS-staten;
ii. 286 miljoen EUR voor de LGO;
iii. 430 miljoen EUR voor de Commissie voor de in artikel 6 be- doelde ondersteunende uitgaven in verband met de programme- ring en uitvoering van het EOF door de Commissie.
b. de in bijlage I bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en in bijlage II A van het LGO-besluit vermelde middelen, die uit hoofde van het negende EOF werden toegewezen aan de Investeringsfaciliteit, ge- noemd in bijlage II C van het Associatiebesluit (hierna ,,Investerings- faciliteit’’ te noemen), vallen niet onder Besluit 2005/446/EG, waarin de datum wordt bepaald waarna de middelen van het negende EOF niet lan- ger kunnen worden vastgelegd. Deze middelen worden overgedragen naar het tiende EOF en worden beheerd overeenkomstig de uitvoerings- regeling voor het tiende EOF vanaf de datum van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 met betrek- king tot de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en van de besluiten van de Raad inzake de financiële bijstand aan de LGO voor de periode 2008- 2013.
3. Na 31 december 2007, of na de datum van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013, indien deze datum later valt, worden de resterende middelen uit hoofde van het negende EOF of uit eerdere EOF’s niet langer vastgelegd, met uitzon- dering van saldi en middelen die na deze datum van inwerkingtreding zijn geannuleerd uit hoofde van het stelsel voor de stabilisatie van de
exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen (STABEX) in het kader van EOF’s voorafgaand aan het negende en met uitzondering van de in lid 2, onder b, bedoelde middelen. De middelen die mogelijk worden vastgelegd na 31 december 2007 doch voor de inwerkingtreding van dit akkoord, zoals hierboven bedoeld, worden uitsluitend gebruikt om er- voor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het tiende EOF.
4. Na 31 december 2007 worden geannuleerde middelen voor projec- ten in het kader van het negende EOF of voorgaande EOF’s niet langer vastgelegd, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit, met uitzondering van de middelen die na deze datum van inwerkingtre- ding zijn geannuleerd uit hoofde van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen (STABEX) in het ka- der van EOF’s voorafgaand aan het negende EOF, die automatisch wor- den overgedragen naar de respectieve nationale indicatieve programma’s, bedoeld in artikel 2, onder a, i, en artikel 3, lid 1, en van de middelen, bedoeld in lid 2, onder b.
5. Het totaalbedrag voor het tiende EOF is bestemd voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013. De middelen van het tiende EOF mogen worden vastgelegd tot en met 31 december 2013, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie anders besluit.
6. De rentebaten uit in het kader van eerdere EOF’s gefinancierde maatregelen en uit de middelen van het tiende EOF die door de Com- missie worden beheerd en bij de betalingsgemachtigden in Europa als bedoeld in artikel 37, lid 1, van bijlage IV bij de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst zijn gedeponeerd, worden gecrediteerd op een of meerdere ten name van de Commissie geopende rekeningen, en worden gebruikt overeenkomstig artikel 6. In het kader van het in arti- kel 10, lid 2, onder a, bedoelde financieel reglement wordt bepaald hoe de rentebaten uit de door de EIB beheerde middelen van het tiende EOF zullen worden gebruikt.
7. In geval van toetreding van een nieuwe staat tot de EU kan de in lid 2 bedoelde verdeling worden gewijzigd op voorstel van de Commis- sie bij een door de Raad met eenparigheid van stemmen genomen besluit.
8. De financiële middelen kunnen voorts worden aangepast bij een door de Raad met eenparigheid van stemmen genomen besluit, overeen- komstig artikel 62, lid 2, van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst.
9. Iedere lidstaat kan, onverminderd de besluitvormingsvoorschriften en -procedures van artikel 8, vrijwillige bijdragen ter beschikking van de Commissie of de EIB stellen ter ondersteuning van de doelstellingen van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst. De lidstaten mogen ook pro-
jecten of programma’s medefinancieren, bijvoorbeeld in het kader van specifieke initiatieven die door de Commissie of de EIB moeten worden beheerd. Gegarandeerd moet worden dat de ACS-staten op nationaal niveau de verantwoordelijkheid dragen in dergelijke initiatieven.
De uitvoeringsverordening en het financieel reglement bedoeld in arti- kel 10 bevatten de nodige bepalingen voor medefinanciering door het EOF en voor medefinancieringsactiviteiten die door de lidstaten worden uitgevoerd. De lidstaten stellen de Raad vooraf in kennis van hun vrij- willige bijdragen.
10. De Raad zal, overeenkomstig punt 7 van het Financieel Protocol bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, tezamen met de ACS-staten een prestatie-evaluatie uitvoeren, waarbij zal worden nagegaan in welke mate de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd en wat het resul- taat en het effect zijn van de steun. De evaluatie zal worden uitgevoerd op basis van een voorstel dat de Commissie in 2010 zal opstellen. Deze prestatie-evaluatie draagt bij aan een besluit over het bedrag van de financiële samenwerking na 2013.
Artikel 2
Middelen voor de ACS-staten
Het in artikel 1, lid 2, onder a, onder i, vermelde bedrag van 21,966 miljard EUR wordt als volgt over de samenwerkingsinstrumenten ver- deeld:
a. 17,766 miljard EUR ter financiering van nationale en regionale indicatieve programma’s. Dit bedrag zal worden gebruikt voor de finan- ciering van
i. de nationale indicatieve programma’s van de ACS-staten, over- eenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV bij de ACS- EG-Partnerschapsovereenkomst;
ii. de regionale indicatieve programma’s ter ondersteuning van de regionale en interregionale samenwerking en integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11, artikel 13, lid 1, en artikel 14 van bijlage IV bij de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst.
b. 2,7 miljard EUR ter financiering van intra-ACS- en interregionale samenwerking met veel of alle ACS-staten, overeenkomstig artikel 12, artikel 13, lid 2, en artikel 14 van bijlage IV bij de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst inzake uitvoerings- en beheersprocedures. Dit bedrag omvat structurele steun aan de gemeenschappelijke instellin- gen: het COB en het TCL, bedoeld in bijlage III bij de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst en gecontroleerd volgens de daarin vervatte regels en procedures, alsmede de Paritaire Parlementaire Vergadering, bedoeld in artikel 17 van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst. Dit bedrag omvat tevens financiering van de huishoudelijke uitgaven van het in de punten 1 en 2 van protocol 1 bij de ACS-EG-Partnerschapsover- eenkomst bedoelde ACS-secretariaat.
c. Een deel van de onder a en b bedoelde middelen kan worden gebruikt om externe schokken en onvoorziene behoeften op te vangen, waaronder eventueel aanvullende humanitaire kortetermijn- of noodhulp wanneer deze niet uit de EU-begroting kan worden gefinancierd, om de nadelige gevolgen van kortdurende fluctuaties van de exportopbrengsten te verzachten.
d. 1,5 miljard EUR in de vorm van een toewijzing aan de EIB voor de financiering van de Investeringsfaciliteit, overeenkomstig de in bij- lage II bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst beschreven voor- waarden, waaronder een aanvullende bijdrage van 1,1 miljard EUR aan de Investeringsfaciliteit in de vorm van een roterend fonds en van 400 miljoen EUR in de vorm van leningen voor de financiering van ren- tesubsidies zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van bijlage II bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, gedurende de looptijd van het tiende EOF.
Artikel 3
Middelen voor de LGO
1. Het in artikel 1, lid 2, onder a, ii, vermelde bedrag van 286 mil- joen EUR zal worden toegewezen volgens een voor 31 december 2007 vast te stellen besluit van de Raad tot wijziging van het LGO-besluit, overeenkomstig artikel 187 van het Verdrag, waarvan 256 miljoen EUR voor de financiering van nationale en regionale indicatieve programma’s en 30 miljoen EUR in de vorm van een toewijzing aan de EIB voor de financiering van de Investeringsfaciliteit overeenkomstig het LGO- besluit.
2. Indien een LGO onafhankelijk wordt en tot de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst toetreedt, wordt het in lid 1 vermelde bedrag verlaagd en worden de in artikel 2, onder a, i, genoemde bedragen dien- overeenkomstig verhoogd bij besluit van de Raad, met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie.
Artikel 4
Leningen uit de eigen middelen van de EIB
1. Aan het in artikel 1, lid 2, onder b, bedoelde bedrag voor de Investeringsfaciliteit in het kader van het negende EOF en het in arti- kel 2, onder d, bedoelde bedrag wordt een indicatief bedrag van 2,03 miljard EUR toegevoegd in de vorm van leningen van de EIB uit eigen middelen. Daarvan wordt een bedrag van 2 miljard EUR verstrekt voor de doeleinden als vervat in bijlage II bij de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst en een bedrag van 30 miljoen EUR voor de doeleinden als vervat in het LGO-besluit, overeenkomstig de voorwaar- den zoals vastgelegd in de statuten en de desbetreffende bepalingen van
de voorwaarden voor de financiering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bijlage II bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en het LGO-besluit.
2. Naar rato van hun intekening op het kapitaal van de EIB verplich- ten de lidstaten zich ertoe zich tegenover de Bank borg te stellen, onder afstand van het voorrecht van uitwinning, voor alle financiële verplich- tingen die voor de leningnemers van de EIB voortvloeien uit de door de EIB uit eigen middelen op grond van artikel 1 van bijlage II bij de ACS- EG-Partnerschapsovereenkomst en de overeenkomstige bepalingen van het LGO-besluit verstrekte leningen.
3. De in lid 2 bedoelde borgstelling blijft beperkt tot 75% van het totale bedrag van de door de EIB uit hoofde van alle lenings- overeenkomsten geopende kredieten, maar geldt ter dekking van alle risico’s.
4. De uit lid 2 voortvloeiende verplichtingen van de lidstaten worden vastgelegd in borgstellingsovereenkomsten tussen elk der lidstaten en de EIB.
Artikel 5
Door de EIB beheerde operaties
1. De bedragen die aan de EIB worden betaald uit hoofde van aan de ACS-staten, de LGO en de Franse overzeese departementen verstrekte speciale leningen, alsmede de opbrengsten en inkomsten uit operaties met risicodragend kapitaal die krachtens aan het negende EOF vooraf- gaande EOF’s hebben plaatsgevonden, komen aan de lidstaten toe naar rato van hun bijdragen aan het EOF waaruit deze middelen afkomstig zijn, tenzij de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluit deze bedragen te reserveren of aan andere maatregelen toe te wijzen.
2. De provisies die voor het beheer van de in lid 1 bedoelde leningen en verrichtingen aan de EIB verschuldigd zijn, worden vooraf in minde- ring gebracht op de aan de lidstaten toekomende bedragen.
3. Opbrengsten en inkomsten die door de EIB worden ontvangen uit operaties in het kader van de Investeringsfaciliteit uit hoofde van het negende en het tiende EOF, worden door de EIB aangewend voor andere operaties in het kader van deze faciliteit, overeenkomstig artikel 3 van bijlage II bij de overeenkomst, na aftrek voor uitzonderlijke uitgaven en verplichtingen die zijn ontstaan in verband met de Investeringsfaciliteit.
4. De kosten van de EIB voor het beheer van de in lid 3 bedoelde verrichtingen in het kader van de Investeringsfaciliteit worden volledig vergoed, overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a, van bijlage II bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst.
Artikel 6
Middelen voor ondersteunende uitgaven in verband met het EOF
1. De middelen van het EOF omvatten de kosten voor ondersteu- nende uitgaven. De middelen bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a, iii, en in artikel 1, lid 5, omvatten kosten in verband met de programmering en uitvoering van het EOF die niet worden gedekt door de nationale strategiedocumenten en de indicatieve meerjarenprogramma’s zoals be- doeld in de in artikel 10, lid 1, genoemde uitvoeringsverordening.
2. De middelen voor de ondersteunende uitgaven kunnen betrekking hebben op de activiteiten in verband met:
a. voorbereiding, follow-up, toezicht, boekhouding, verslaglegging en evaluatie die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de programmering en uitvoering van de door de Commissie beheerde EOF-middelen;
b. de verwezenlijking van deze doelstellingen, zoals kosten voor onderzoek met betrekking tot ontwikkelingsbeleid, studies, vergaderin- gen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, publicaties;
c. computernetwerken voor informatie-uitwisseling en andere be- stuurlijke of technische bijstand die de Commissie moet maken in ver- band met het beheer van het EOF.
Ook vallen hieronder de kosten voor de administratieve ondersteuning bij de Commissie in Brussel en bij de delegaties in verband met het beheer van operaties die worden gefinancierd in het kader van de ACS- EG-Partnerschapsovereenkomst en het LGO-besluit.
Deze middelen mogen niet worden gebruikt voor de kernactiviteiten van de Europese overheid, bijvoorbeeld het vaste personeel van de Com- missie.
HOOFDSTUK II TOEPASSING EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 7
Bijdragen aan het tiende EOF
1. Rekening houdend met de verwachtingen van de EIB betreffende het beheer en de verrichtingen van de Investeringsfaciliteit, stelt de Commissie jaarlijks de staat vast van de vastleggingen, de betalingen en het jaarlijkse bedrag van de afroepen van de bijdragen voor het lopende en de volgende twee begrotingsjaren, en zij stelt de Raad hiervan vóór 15 oktober in kennis. Bij deze bedragen wordt uitgegaan van het vermo- gen om de voorgestelde middelen daadwerkelijk te besteden.
2. Op een voorstel van de Commissie waarin wordt gespecificeerd welk deel voor de Commissie is bestemd en welk deel voor de EIB, stelt de Raad met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde
meerderheid van stemmen het maximum vast voor het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor het tweede jaar volgend op het voorstel van de Commissie (n+2) en, met inachtneming van het maximum van het voor- gaande jaar, het jaarlijkse bedrag van het verzoek om een bijdrage voor het eerste jaar volgend op het voorstel van de Commissie (n+1).
3. Als de overeenkomstig lid 2 vastgestelde bijdragen afwijken van de werkelijke behoeften van het EOF gedurende het desbetreffende boekjaar, dient de Commissie bij de Raad voorstellen in tot wijziging van de omvang van de bijdragen, met inachtneming van het in lid 2 bedoelde maximum. De Raad neemt hierover met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde meerderheid van stemmen een be- sluit.
4. De verzoeken om een bijdrage mogen het in lid 2 bedoelde maxi- mum niet overschrijden en het maximum mag niet worden verhoogd, behalve wanneer de Raad hiertoe met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit in geval van speciale behoeften ten gevolge van uitzonderlijke of niet voorziene omstandigheden zoals situaties na een crisis. De Commissie en de Raad zien er in dit geval op toe dat de bijdragen overeenkomen met de ver- wachte betalingen.
5. Rekening houdend met de verwachtingen van de EIB deelt de Commissie de Raad jaarlijks vóór 15 oktober haar ramingen van de vastleggingen, betalingen en bijdragen mee voor elk van de drie jaar vol- gend op de in lid 1 bedoelde jaren.
6. Wat betreft middelen die uit eerdere EOF’s zijn overgebracht naar het tiende EOF overeenkomstig artikel 1, lid 2, onder b, en artikel 1, lid 3, worden de bijdragen van iedere lidstaat berekend naar rato van de bijdrage van elke lidstaat aan het betreffende EOF.
Wat betreft middelen van het negende EOF en eerdere EOF’s die niet worden overgeboekt naar het tiende EOF, wordt het effect daarvan op de bijdrage van iedere lidstaat berekend naar rato van de bijdrage van elke lidstaat aan het negende EOF.
7. De wijze van storting van de bijdragen door de lidstaten wordt vastgesteld bij het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement.
Artikel 8
Het Comité van het Europees Ontwikkelingsfonds
1. Voor de door de Commissie beheerde middelen van het tiende EOF wordt bij de Commissie een comité ingesteld (hierna ,,het EOF-comité’’ genoemd), dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de regerin- gen van de lidstaten. Het EOF-comité staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie en het secretariaat wordt
gevoerd door de Commissie. Een vertegenwoordiger van de EIB neemt deel aan de werkzaamheden van het comité.
2. De stemmen van de lidstaten in het EOF-comité worden als volgt gewogen:
Lidstaat | Stemmen EU-27 |
België | 35 |
Bulgarije* | [1] |
Tsjechië | 5 |
Denemarken | 20 |
Duitsland | 205 |
Estland | 1 |
Griekenland | 15 |
Spanje | 79 |
Frankrijk | 196 |
Ierland | 9 |
Italië | 129 |
Cyprus | 1 |
Letland | 1 |
Litouwen | 1 |
Luxemburg | 3 |
Hongarije | 6 |
Malta | 1 |
Nederland | 49 |
Oostenrijk | 24 |
Lidstaat | Stemmen EU-27 |
Polen | 13 |
Portugal | 12 |
Roemenië* | [4] |
Slovenië | 2 |
Slowakije | 2 |
Finland | 15 |
Zweden | 27 |
Verenigd Koninkrijk | 148 |
Totaal EU-25 | 999 |
Totaal EU-27* | [1004] |
* Geraamd bedrag
3. Het EOF-comité spreekt zich uit met een gekwalificeerde meerder- heid van 720 stemmen op 999 stemmen, waarbij ten minste 13 lidstaten vóór moeten stemmen. De blokkerende minderheid bedraagt 280 stem- men.
4. In geval van toetreding van een nieuwe staat tot de EU kunnen de in lid 2 genoemde weging alsmede de in lid 3 vermelde gekwalificeerde meerderheid van stemmen bij eenparig besluit van de Raad worden gewijzigd.
5. De Raad stelt met eenparigheid van stemmen het reglement van orde van het EOF-comité vast.
Artikel 9
Het Comité van de Investeringsfaciliteit
1. Onder auspiciën van de EIB wordt een comité (hierna ,,het Comité van de Investeringsfaciliteit’’ genoemd) ingesteld, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten en een verte- genwoordiger van de Commissie. De EIB draagt zorg voor het secreta- riaat en de ondersteunende dienstverlening van het comité. De voorzitter van het Comité voor de Investeringsfaciliteit wordt gekozen door en onder de leden van het Comité van de Investeringsfaciliteit.
2. De Raad stelt met eenparigheid van stemmen het reglement van orde van het Comité van de Investeringsfaciliteit vast.
3. Het Comité van de Investeringsfaciliteit besluit met gekwalifi- ceerde meerderheid van stemmen. De stemmen worden gewogen zoals bepaald in artikel 8, leden 2 en 3.
Artikel 10
Uitvoeringsbepalingen
1. Onverminderd artikel 8 van dit akkoord en de stemregeling voor de lidstaten uit hoofde van dat artikel, blijven alle relevante bepalingen van de artikelen 14 tot en met 30 van het intern akkoord voor het negende EOF van kracht totdat de Raad een besluit neemt over een uitvoeringsverordening voor het tiende EOF. Het besluit over deze uitvoeringsverordening wordt na overleg met de EIB met eenparigheid van stemmen genomen en is gebaseerd op een voorstel van de Commis- sie.
De uitvoeringsverordening bevat passende wijzigingen en verbeterin- gen van de bestaande programmerings- en besluitvormingsprocedures, en harmoniseert zoveel mogelijk de communautaire en EOF-procedures, inclusief wat betreft medefinancieringsaspecten. Voorts bevat de veror- dening specifieke beheersprocedures voor de Vredesfaciliteit. Aangezien de financiële en technische steun voor de uitvoering van artikel 11, lid 6, de artikelen 11 bis en de artikelen 11 ter van de ACS-EG-Partnerschaps- overeenkomst zal worden gefinancierd uit andere specifieke instrumen- ten dan de voor de financiering van de ACS-EG-samenwerking be- stemde instrumenten, moeten volgens deze bepalingen ontwikkelde activiteiten op grond van vooraf gespecificeerde begrotingsbeheers- procedures worden goedgekeurd.
2. Vóór de inwerkingtreding van de ACS-EG-Partnerschapsover- eenkomst stelt de Raad met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde meerderheid een financieel reglement vast op basis van een voorstel van de Commissie en na advies van de EIB inzake de voor haar relevante bepalingen, en van de Rekenkamer.
3. De in de leden 1 en 2 genoemde verordeningen voorzien in de mogelijkheid om, wanneer opportuun, de uitvoeringstaken te delegeren aan derden, die voldoende financiële garanties bieden.
Artikel 11
Financiële uitvoering, boekhouding, controle en kwijting
1. De Commissie draagt zorg voor de financiële uitvoering van de middelen die zij beheert op basis van artikel 1, lid 8, artikel 2, onder a, b en c, artikel 3, lid 1, en artikel 6, en voor de financiële uitvoering van
de projecten en programma’s overeenkomstig het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement. De besluiten van de Commissie met betrekking tot de terugvordering van te veel betaalde bedragen vormen executoriale titel, zoals bepaald in artikel 256 van het EG-Verdrag.
2. Namens de Gemeenschap beheert de EIB de Investeringsfaciliteit en voert zij in dat kader verrichtingen uit, overeenkomstig het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement. De EIB handelt hierbij uit naam en voor risico van de Gemeenschap. Alle daaruit voortvloeiende rechten komen de lidstaten toe, met name in de hoedanigheid van schuldeiser of eigenaar.
3. De EIB draagt overeenkomstig haar statuten en beste bank- praktijken zorg voor de financiële uitvoering van de verrichtingen in ver- band met de in artikel 4 bedoelde leningen uit eigen middelen, in voor- komend geval gecombineerd met rentesubsidies uit de subsidiemiddelen van het EOF.
4. Voor elk boekjaar stelt de Commissie de rekeningen van het EOF op, keurt deze goed en stuurt ze naar het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
5. De in artikel 9 bedoelde gegevens worden door de Commissie ter beschikking van de Rekenkamer gehouden, zodat deze de uit de midde- len van het EOF verleende steun aan de hand van de stukken kan con- troleren.
6. De EIB doet jaarlijks aan de Commissie en de Raad haar jaarver- slag toekomen over de uitvoering van de verrichtingen die zijn gefinan- cierd uit de door de EIB beheerde middelen van het EOF.
7. Overeenkomstig lid 9 oefent de Rekenkamer ten aanzien van de verrichtingen van het EOF haar bevoegdheden op grond van artikel 248 van het EG-Verdrag uit. De wijze waarop dit geschiedt, wordt in het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement bepaald.
8. Voor het financiële beheer van het EOF, met uitzondering van door de EIB beheerde verrichtingen, wordt de Commissie kwijting verleend door het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die daarover besluit met een overeenkomstig artikel 8 bepaalde gekwalificeerde meer- derheid van stemmen.
9. Voor de uit de middelen van het EOF gefinancierde verrichtingen die door de EIB worden beheerd gelden de controle- en kwijtings- procedures zoals die voor alle verrichtingen van de EIB in haar statuten zijn vastgelegd.
Artikel 12
Herzieningsclausule
Artikel 1, lid 3, en de artikelen van hoofdstuk II, met uitzondering van wijzigingen van artikel 8, kunnen door de Raad met eenparigheid van
stemmen en op voorstel van de Commissie worden gewijzigd. De EIB sluit zich aan bij het voorstel van de Commissie betreffende aangelegen- heden die verband houden met haar activiteiten en die van de Investeringsfaciliteit.
Artikel 13
Ratificatie, inwerkingtreding en looptijd
1. Dit akkoord wordt door elke lidstaat goedgekeurd overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke voorschriften. De regering van elke lidstaat stelt het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie in ken- nis van de voltooiing van de procedures die voor de inwerkingtreding van dit akkoord zijn vereist.
2. Dit akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste lidstaat kennis geeft van goedkeuring van dit akkoord.
3. Dit akkoord wordt gesloten voor dezelfde duur als het in bijlage I ter bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst vastgelegde financiële meerjarenkader. Onverminderd artikel 1, lid 4, blijft dit akkoord echter van kracht voorzover dit nodig is voor de volledige uitvoering van alle uit hoofde van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en het LGO- besluit en binnen het genoemde financiële meerjarenkader gefinancierde verrichtingen.
Artikel 14
Authentieke talen
Dit akkoord, opgesteld in een exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ita- liaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd in het archief van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toe- zendt aan de regering van elk der ondertekenende lidstaten.
GEDAAN te Brussel, de zeventiende juli tweeduizend zes.
Op 17 juli 2006 is te Brussel tot stand gekomen een Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de voorlopige toepassing van het Intern Akkoord van 17 juli 2006. De Nederlandse tekst van dat Besluit luidt als volgt:
Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen,
van 17 juli 2006
betreffende de voorlopige toepassing van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het financiële meerjarenkader voor de periode 2008-2013, overeenkomstig de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing is
(2006/610/EG)
De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, in het kader van de Raad bijeen,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 20001) (hierna ,,de ACS-EG-Partnerschaps- overeenkomst’’ genoemd) en gewijzigd bij de op 25 juni 2005 te Luxem- burg ondertekende overeenkomst2) (hierna ,,de overeenkomst tot wijzi- ging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst’’ genoemd),
Gelet op Besluit 2001/822/EG van de Raad3) betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (,,LGO’’) met de Europese Gemeen- schap,
Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
1. Overeenkomstig artikel 93 van de ACS-EG-Partnerschapsover- eenkomst treedt de overeenkomst tot wijziging van de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst in werking wanneer alle lidstaten aan hun grondwettelijke verplichtingen hebben voldaan.
2. De ACS-EG-Raad van Ministers heeft bij Besluit nr. 5/20054) overgangsmaatregelen goedgekeurd die van kracht zullen zijn vanaf het moment van ondertekening tot de inwerkingtreding van de overeen- komst tot wijziging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst.
1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
2) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27.
3) PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1.
4) PB L 287 van 28.10.2005, blz. 1.
3. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit nr. 5/2005 wordt de lidstaten en de Gemeenschap verzocht de maatregelen te nemen die nodig wor- den geacht voor de uitvoering van de overgangsmaatregelen.
4. Op 2 juni 2006 hechtte de ACS-EG-Raad van Ministers zijn goed- keuring aan het financiële meerjarenkader voor 2008-2013, zoals vast- gelegd in bijlage Ib van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst.
5. De lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben overeenstem- ming bereikt over een Intern Akkoord inzake de financiering van de steun van de Gemeenschap ten behoeve van de ACS-landen en de LGO binnen het financiële meerjarenkader voor de periode 2008-2013. Dit akkoord treedt pas in werking wanneer alle lidstaten het overeenkomstig hun grondwettelijke voorschriften hebben goedgekeurd.
6. Sommige bepalingen van het Intern Akkoord moeten op voorlo- pige basis worden toegepast in afwachting van de inwerkingtreding,
Besluiten:
Artikel 1
De volgende bepalingen van het Intern Akkoord met betrekking tot het Tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden vanaf de datum van goedkeuring van dit besluit op voorlopige basis toegepast:
1. Artikel 1, lid 7, in samenhang met de artikelen 8 en 9, wat betreft de goedkeuring door de Raad van een definitief schema voor de bijdra- gen van Roemenië en Bulgarije, alsmede hun gewicht in de stem- verdeling en de nieuwe regels met betrekking tot de gekwalificeerde meerderheid en de blokkerende minderheid na hun toetreding tot de Europese Unie, overeenkomstig het Intern Akkoord.
2. Artikel 10 wat betreft de goedkeuring van de uitvoerings- verordening en het Financieel Reglement en de oprichting van het EOF- comité en het Comité investeringsfaciliteit, in samenhang met de artike- len 8 en 9.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het blijft van kracht tot de inwer- kingtreding van het Intern Akkoord, tenzij de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten besluiten de geldigheidsduur te verlengen.
GEDAAN te Brussel, 17 juli 2006.
Namens de regeringen van de lidstaten De voorzitter
X. XXXXXXXX
D. PARLEMENT
Zie Trb. 2002, 14, Trb. 2003, 89 en Trb. 2005, 295.
De voorlopige toepassing van de wijzigingsovereenkomst van 25 juni 2005 (zie rubriek F van Trb. 2005, 295) is medegedeeld aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 29 juni 2006.
Het Intern Akkoord van 17 juli 2006 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Ko- ninkrijk aan het Akkoord kan worden gebonden.
E. PARTIJGEGEVENS
Overeenkomst van 23 juni 2000
Zie Trb. 2001, 57 en Trb. 2005, 295.
Sinds dat laatste Tractatenblad is e´e´n staat aan de partijlijst toegevoegd:
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Oost-Timor | 19-12-05 | T | 19-12-05 |
1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Be- krachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend
Overeenkomst van 25 juni 2005
Zie Trb. 2005, 295.
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Angola | 25-06-05 | |||||
Antigua en Barbuda | 21-12-05 | |||||
Bahama’s | 23-12-05 | |||||
Barbados | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
België | 25-06-05 | |||||
Belize | 25-06-05 | |||||
Benin | 25-06-05 | |||||
Botswana | 25-06-05 | 12-09-06 | R | |||
Burkina Faso | 25-06-05 | |||||
Burundi | 25-06-05 | |||||
Centraal Afrikaanse Republiek | 25-06-05 | |||||
Comoren, de | 14-11-05 | |||||
Congo, Democratische Republiek | 25-06-05 | |||||
Congo, Republiek | 25-06-05 | |||||
Cook-eilanden | 25-06-05 | |||||
Cyprus | 01-07-05 | |||||
Denemarken | 25-06-05 | |||||
Djibouti | 25-06-05 | |||||
Dominica | 25-06-05 | |||||
Dominicaanse Republiek, de | 25-06-05 | |||||
Duitsland | 25-06-05 | |||||
EG (Europese Gemeenschap) | 25-06-05 | |||||
Equatoriaal Guinee | 19-12-05 | |||||
Eritrea | 25-06-05 | |||||
Estland | 25-06-05 | |||||
Ethiopië | 25-06-05 | |||||
Fiji-eilanden | 25-06-05 | |||||
Finland | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Frankrijk | 25-06-05 | |||||
Gabon | 25-06-05 | |||||
Gambia | 25-06-05 | |||||
Ghana | 25-06-05 | |||||
Grenada | 25-06-05 | |||||
Griekenland | 25-06-05 | |||||
Guinee | 25-06-05 | |||||
Guinee-Bissau | 22-12-05 | |||||
Guyana | 25-06-05 | |||||
Haïti | 25-06-05 | |||||
Hongarije | 25-06-05 | 18-01-05 | R | |||
Ierland | 25-06-05 | |||||
Italië | 25-06-05 | |||||
Ivoorkust | 25-06-05 | |||||
Jamaica | 25-06-05 | |||||
Kaapverdië | 25-06-05 | |||||
Kameroen | 25-06-05 | |||||
Kenia | 25-06-05 | |||||
Kiribati | 22-12-05 | |||||
Lesotho | 25-06-05 | |||||
Letland | 25-06-05 | |||||
Liberia | 25-06-05 | |||||
Litouwen | 25-06-05 | |||||
Luxemburg | 25-06-05 | |||||
Madagascar | 25-06-05 | |||||
Malawi | 25-06-05 | |||||
Mali | 25-06-05 | |||||
Malta | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Marshall- eilanden, de | 28-12-05 | |||||
Mauritanië | 25-06-05 | |||||
Mauritius | 25-06-05 | |||||
Micronesia | 22-12-05 | |||||
Mozambique | 25-06-05 | |||||
Namibië | 22-12-05 | |||||
Nauru | 28-12-05 | |||||
Nederlanden, het Koninkrijk der | 25-06-05 | |||||
Niger | 25-06-05 | |||||
Nigeria | 25-06-05 | |||||
Niue | 25-06-05 | |||||
Oost-Timor | 19-12-05 | |||||
Oostenrijk | 25-06-05 | |||||
Palau | 28-12-05 | |||||
Papua-Nieuw Guinea | 25-06-05 | |||||
Polen | 25-06-05 | |||||
Portugal | 25-06-05 | |||||
Rwanda | 25-06-05 | |||||
Salomons- eilanden | 25-06-05 | |||||
Samoa | 25-06-05 | |||||
Sao Tomé en Principe | 19-12-05 | |||||
Senegal | 25-06-05 | |||||
Seychellen, de | 25-06-05 | |||||
Sierra Leone | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Sint Kitts en Nevis | 25-06-05 | |||||
Sint Lucia | 25-06-05 | |||||
Sint Vincent en de Grenadines | 25-06-05 | |||||
Slovenië | 25-06-05 | 10-08-06 | R | |||
Slowakije | 25-06-05 | |||||
Soedan | 25-06-05 | |||||
Spanje | 25-06-05 | |||||
Suriname | 25-06-05 | |||||
Swaziland | 25-06-05 | |||||
Tanzania | 25-06-05 | |||||
Togo | 25-06-05 | |||||
Tonga | 22-12-05 | |||||
Trinidad en Tobago | 25-06-05 | |||||
Tsjaad | 25-06-05 | |||||
Tsjechië | 25-06-05 | |||||
Tuvalu | 22-12-05 | |||||
Uganda | 25-06-05 | |||||
Vanuatu | 25-06-05 | |||||
Verenigd Koninkrijk, het | 25-06-05 | |||||
Zambia | 25-06-05 | |||||
Zimbabwe | 22-12-05 | |||||
Zuid-Afrika | 25-06-05 | |||||
Zweden | 25-06-05 |
1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Be- krachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend
Intern Akkoord van 17 juli 2006
Bekrachtiging is voorzien in artikel 13.
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
België | 17-07-06 | |||||
Cyprus | 17-07-06 | |||||
Denemarken | 17-07-06 | |||||
Duitsland | 17-07-06 | |||||
Estland | 17-07-06 | |||||
Finland | 17-07-06 | |||||
Frankrijk | 17-07-06 | |||||
Griekenland | 17-07-06 | |||||
Hongarije | 17-07-06 | |||||
Ierland | 17-07-06 | |||||
Italië | 17-07-06 | |||||
Letland | 17-07-06 | |||||
Litouwen | 17-07-06 | |||||
Luxemburg | 17-07-06 | |||||
Malta | 17-07-06 | |||||
Nederlanden, het Koninkrijk der | 17-07-06 | |||||
Oostenrijk | 17-07-06 | |||||
Polen | 17-07-06 | |||||
Portugal | 17-07-06 | |||||
Slovenië | 17-07-06 | |||||
Slowakije | 17-07-06 | 04-08-06 | R | |||
Spanje | 17-07-06 | |||||
Tsjechië | 17-07-06 | |||||
Verenigd Koninkrijk, het | 17-07-06 | |||||
Zweden | 17-07-06 |
1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Be- krachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend
F. VOORLOPIGE TOEPASSING
Zie Trb. 2005, 295.
Ingevolge artikel 1 van het Besluit van 17 juli 2006 worden artikel 1,
lid 7, en artikel 10 van het Intern Akkoord van 17 juli 2006 vanaf 17 juli
2006 voorlopig toegepast.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de voorlopige toe- passing alleen voor Nederland.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 2002, 14, Trb. 2003, 89 en Trb. 2005, 295.
Het Besluit van 30 juni 2004 is ingevolge artikel 2 van dat Besluit op diezelfde datum in werking getreden.
Voor het Besluit van 25 juni 2005, zie Trb. 2005, 295.
Het Besluit tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG- partnerschapsovereenkomst van 2 juni 2006 is ingevolge artikel 2 van het Besluit op diezelfde datum in werking getreden.
De bepalingen van het Intern Akkoord van 17 juli 2006 zullen inge- volge zijn artikel 13 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de laatste lidstaat kennis geeft van goedkeuring van dit Akkoord.
Het Besluit betreffende de voorlopige toepassing van het Intern Ak- koord van 17 juli 2006 is ingevolge artikel 2 op 9 september 2006 in werking getreden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, gelden de Besluiten alleen voor Nederland.
J. VERWIJZINGEN
Voor verwijzingen en andere verdragsgegevens zie Trb. 2001, 57,
Trb. 2002, 14, Trb. 2003, 89 en Trb. 2005, 295.
Titel : Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. : Trb. 2006, 130
Titel : Verdrag van Parijs tot bescherming van de indus- triële eigendom van 20 maart 1883, zoals herzien te Brussel op 14 december 1900, te Washington op 2 juni 1911, te ’s-Gravenhage op 6 november 1925, te Londen op 2 juni 1934, te Lissabon op 31 oktober 1958 en te Stockholm op 14 juli 1967 en gewijzigd te Stockholm op 28 september 1979; Stockholm, 14 juli 1967
Laatste Trb. : Trb. 2006, 157
Titel : Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;
Basel, 22 maart 1989
Laatste Trb. : Trb. 2006, 12
Titel : Wijziging op het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbren- ging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, aangenomen op de derde vergadering van de Conferentie der Partijen, gehouden te Genève op 22 september 1995;
Genève, 22 september 1995
Laatste Trb. : Trb. 2006, 12
Titel : Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid- Afrika, anderzijds;
Pretoria, 11 oktober 1999
Laatste Trb. : Trb. 2006, 86
TRB4281
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2006
Uitgegeven de tweede oktober 2006.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. BOT