Algemene voorwaarden voor kinderopvang, dagopvang en buitenschoolse opvang
Algemene voorwaarden voor kinderopvang, dagopvang en buitenschoolse opvang
Deze algemene voorwaarden bestaan uit twee hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de algemene voorwaarden zoals opgesteld door de branchevereniging ondernemers in de kinderopvang. Omdat deze algemene voorwaarden de rechtsverhouding tussen SKSG en de afnemers niet volledig regelen is in hoofdstuk 2 een aanvulling op deze voorwaarden opgenomen.
HOOFDSTUK 1
ARTIKEL 1 – Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Aanvangsdatum
De overeengekomen datum waarop de Kinderopvang aanvangt.
Buitenschoolse opvang
Kinderopvang verzorgd door een kinder- centrum voor kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na dagelijkse schooltijd, evenals gedu- rende vrije dagen of middagen en in de schoolvakanties.
Dagopvang
Kinderopvang verzorgd door een kin- dercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Geschillencommissie
De geschillencommissie kinderopvang.
Ingangsdatum
De datum waarop de overeenkomst is aangegaan.
Kindercentrum
Een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt (anders dan gastouder- opvang).
Kinderopvang
Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortge- zet onderwijs voor de kinderen begint.
Ondernemer
Natuurlijke of rechtspersoon die een kindercentrum exploiteert.
Ouder
De bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder van het kind op wie de kinderopvang betrekking heeft.
Oudercommissie
Advies- en overlegorgaan ingesteld door de ondernemer, bestaande uit een vertegenwoordiging van ouders wiens kinderen in het kindercentrum worden opgevangen.
Overeenkomst
De overeenkomst van de kinderopvang tussen de ouder en de ondernemer.
Partijen
De ondernemer en de ouder.
Schriftelijk
Onder schriftelijk wordt ook ‘elektro- nisch’ verstaan, tenzij de wet zich daartegen verzet.
ARTIKEL 2 – Toepasselijkheid
1. Deze Algemene Voorwaarden zijn
van toepassing op de totstandkoming en uitvoering van de Overeenkomst.
2. De Overeenkomst wordt gesloten tussen de Ondernemer en de Ouder.
ARTIKEL 3 – Informatieverstrekking
1. Indien een Ouder interesse heeft in de mogelijke plaatsing van zijn kind in een Kindercentrum, verstrekt de Ondernemer de Ouder een informa- tiepakket, waarin de Ondernemer een omschrijving van de dienstverlening in het Kindercentrum verstrekt, die voldoende gedetailleerd is om de Ouder bij zijn oriëntatie op de markt in staat te stellen een nadere keus te maken tussen verschillende Kinder- centra.
2. Het informatiepakket wordt Schrif- telijk verstrekt en bevat ten minste de elementen genoemd in bijlage 1 bij deze Algemene Voorwaarden, dan wel een verwijzing naar de plaats waar de stukken ter inzage liggen.
3. Na kennisname van het informatie- pakket heeft de Ouder de mogelijkheid zich aan te melden bij de Ondernemer als geïnteresseerde voor Kinderop- vang.
ARTIKEL 4 – Aanmelding
1. De Ouder meldt zich via een inschrijf- formulier aan bij de Ondernemer
als geïnteresseerde voor Dagopvang of Buitenschoolse opvang voor zijn
kind(eren) voor een bepaalde tijdsduur.
2. Op het inschrijfformulier geeft de Consument aan of hij ermee instemt dat het in artikel 5 bedoelde aanbod en/of de Algemene Voorwaarden even- tueel elektronisch aan hem worden verstrekt.
3. De Ondernemer bevestigt Schriftelijk de ontvangst van de aanmelding.
4. Op de aanmelding zijn de inschrijf- voorwaarden van de Ondernemer van toepassing.
5. De aanmelding verplicht nog de Ouder noch de Ondernemer tot het aangaan van een Overeenkomst. De aanmel- ding moet slechts worden gezien
als het verzoek van de Ouder aan de Ondernemer om een aanbod te doen met betrekking tot een overeenkomst tot het verlenen van Kinderopvang.
6. Na ontvangst van de aanmelding kan de Ondernemer de Ouder direct een aanbod doen. Het is ook mogelijk
dat de Ondernemer de Ouder op een wachtlijst plaatst.
7. Bij plaatsing op een wachtlijst stelt de Ondernemer de Ouder hiervan Schrif- telijk in kennis. Zodra een Ouder in verband met zijn rang op de wachtlijst daarvoor in aanmerking komt, zal de Ondernemer de Ouder alsnog een aanbod als bedoeld in artikel 5 doen.
ARTIKEL 5 – Aanbod
1. Naar aanleiding van de aanmelding kan de Ondernemer de Ouder een aanbod doen.
2. Het aanbod bevat gegevens over de Ondernemer, een omschrijving van zijn dienstverlening, alle elementen genoemd in bijlage 1 bij de Algemene Voorwaarden, dan wel een verwijzing naar de plaats waar de stukken ter inzage liggen, alsmede:
• De (vermoedelijke) naam en (vermoe- delijke) geboortedatum van het kind;
• De beschikbare Aanvangsdatum;
• De beschikbare opvangsoort en de beschikbare locatie;
• De aangeboden handelingen op het gebied van de individuele gezonds- heidszorg, mits de Ouder daarom
bij de aanmelding heeft verzocht en de Ondernemer beschikt over de mogelijkheden daartoe;
• De prijs behorende aanbod;
• De wijze van betaling en eventuele meer kosten van afwijkende betalingswijzen;
• De annuleringsvoorwaarden, waar- onder de annuleringskosten;
• De looptijd van de Overeenkomst;
• De geldende opzegtermijnen;
• De reactietermijn met betrekking tot het aanbod;
• Een verwijzing naar de toepasselijk- heid van deze Algemene Voorwaar- den;
• Een dagtekening.
3. Het aanbod vindt Schriftelijk plaats en gaat vergezeld van de Algemene Voor- waarden.
4. Het aanbod, voor aanvaarding waar van de Ondernemer de Ouder een redelijk termijn stelt, is gedurende de reactietermijn onherroepelijk. Indien de reactietermijn is verstreken vervalt het aanbod.
ARTIKEL 6 – De Overeenkomst
1. De Overeenkomst komt tot stand door aanvaarding door de Ouder van het door de Ondernemer gedane aanbod.
2. Xx Xxxxx aanvaardt het aanbod Schriftelijk. De datum waarop de aanvaarding door de Ondernemer is ontvangen, is de Ingangsdatum van de Overeenkomst.
3. De Ondernemer bevestigt de ontvangst van de aanvaarding Schriftelijk.
4. Binnen het kader van de Overeen- komst komt de Ondernemer de vrij- heid toe de Kinderopvang naar eigen inzicht in te vullen.
ARTIKEL 7 – Annulering
1. De Ouder heeft het recht de Overeen- komst te annuleren vanaf de Ingangs- datum tot de Aanvangsdatum.
2. De Ouder is voor annulering kosten verschuldigd.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschul- digde betaling over de voor Ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in artikel 10 lid 4 sub a.
ARTIKEL 8 – Plaatsingsgesprek
1. De Ondernemer nodigt de Ouder tijdig voor de Aanvangsdatum uit voor een gesprek.
2. In dit gesprek komt het volgende aan de orde:
a. De voor de Kinderopvang benodigde specifieke gegevens van de Ouder en
zijn kind; waaronder de benodigde Burger Service Nummer(s).
b. De aanvang en duur van de wenperiode;
c. De algemene of tijdelijke aandachts- punten en bijzonderheden voor de specifieke opvang van het kind (dag- ritme, voeding, ziekte, medicatie, ontwikkeling en dergelijke);
d. De individuele wensen van de Ouder en dat daarmee rekening gehouden wordt voor zover dit redelijk mogelijk is;
e. De wijze van communicatie;
f. Het maken van uitstapjes;
g. Het maken van foto’s en/of video’s van het kind;
h. De wettelijke aansprakelijkheid van de Ouder voor schade veroorzaakt door zijn kind. En daarnaast, in geval van Buitenschoolse opvang:
i. De elementen genoemd in bijlage 1 bij deze Algemene Voorwaarden, onder 5 sub h.
3. De Ondernemer bevestigt de tijdens het plaatsingsgesprek gemaakte afspraken Schriftelijk aan de Ouder.
ARTIKEL 9 – Duur en verlenging van de Overeenkomst
1. De Overeenkomst wordt aangegaan voor de maximale termijn van het overeengekomen type Kinderopvang.
2. De maximale termijn voor Dagopvang duurt tot de leeftijd waarop het kind basisonderwijs volgt.
3. De maximale termijn voor Buiten- schoolse opvang duurt van de leeftijd dat het kind basisonderwijs kan vol- gen, tot de dag waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen Partijen een kortere duur overeenkomen van maximaal één jaar.
5. Na afloop van de Overeenkomst die conform lid 4 is aangegaan voor een kortere duur dan de maximale termijn, kunnen Partijen de Overeenkomst verlengen. Verlenging vind niet stil- zwijgend plaats.
6. Een verlenging van de Overeenkomst wordt Schriftelijk overeengekomen.
ARTIKEL 10 – Einde van de Overeenkomst
1. De Overeenkomst eindigt van rechts- wege door het verstrijken van de in de Overeenkomst opgenomen termijn.
2. Daarnaast eindigt de Overeenkomst door (tussentijdse) opzegging door één van partijen.
3. De Ondernemer is slechts bevoegd de Overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als
zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt:
a. De situatie dat de Ouder gedurende één maand in verzuim is ten aanzien van zijn betalingsverplichting;
b. Voortduring van situaties als genoemd in artikel 11 lid 2 sub a en c;
c. De situatie genoemd in artikel 11 lid 2 sub b;
d. De omstandigheid dat de Onder- nemervanwege een niet aan hem toerekenbare oorzaak langdurig of blijvend niet meer in staat is de Overeenkomst uit te voeren;
e. Een bedrijfseconomische noodzaak die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengt.
4. Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere Partij gerichte gemotiveerde Schriftelijke verklaring en
a. Met inachtneming van een opzeg- termijn van één maand, in geval van opzegging door de Ouder;
b. Met inachtneming van een redelijke termijn, welke minimaal één maand bedraagt, in geval van opzegging door de Ondernemer;
c. Met onmiddellijke ingang in geval van opzegging door de Ondernemer op grond van artikel 10 lid 3 onder a.
5. Gedurende de opzegtermijn duurt
de betalingsverplichting van de Ouder voort. De opzegtermijn gaat in op de datum waarop de Ouder of de Onder- nemer de verklaring van opzegging heeft ontvangen. De verklaring wordt geacht te zijn ontvangen op de datum van het poststempel op de enveloppe van de opzeggingsbrief, op de datum van de e-mail waarmee de verklaring is verstuurd of op de datum waarop de elektronische verklaring is verstuurd, tenzij in de verklaring een latere datum is genoemd.
6. Anders dan door het verstrijken van de overeengekomen termijn en anders dan door opzegging, eindigt de Over- eenkomst met onmiddellijke ingang in geval van overlijden van het kind.
ARTIKEL 11 – Toegankelijkheid
1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder.
2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze
kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat:
a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is;
b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de gees- telijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waar- schuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht;
c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen on- evenredig verzwaart of belemmert.
3. Ingeval de Ondernemer het kind en/ of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele op- lossing voor de situatie.
4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommis- sie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen.
5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.
ARTIKEL 12 – Wederzijdse verplichtingen
1. Partijen dragen samen zorg voor een adequate informatie-uitwisseling over het kind.
2. Partijen dragen de verantwoordelijk heid voor het kind op de volgende wijze aan elkaar over:
a. Bij Dagopvang: de Ouder is bij het brengen verantwoordelijk voor het kind en de Ondernemer bij het op- halen, tot het moment dat partijen er redelijkerwijs van uit mogen gaan dat de overdracht van verantwoor- delijkheid daadwerkelijk heeft plaats gevonden.
b. Bij Buitenschoolse opvang: de wijze waarop het kind naar de Buiten- schoolse opvang komt en deze verlaat, bepaalt de overgang van verantwoordelijkheid voor het kind. Partijen maken hierover Schriftelijk afspraken.
ARTIKEL 13 – Verplichtingen van de Ondernemer
1. De Ondernemer is op grond van de Overeenkomst gehouden om Kinder- opvang te leveren onder de overeenge- komen voorwaarden.
2. De Ondernemer staat er voor in dat:
a. De Kinderopvang die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt:
• Overeenstemt met de geldende wet- en regelgeving;
• Verricht wordt overeenkomstig
de eisen van goed vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijk materiaal;
b. Een Kindercentrum dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, geschikt is voor een verantwoorde opvang van kinderen, zowel wat betreft per- sonele als materiële voorzieningen. Een nadere regeling van de wijze waarop de Ondernemer voldoet
aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 13 lid 1 is vastgesteld in bij- lage 1. Deze bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze Algemene Voorwaarden.
2. De Ondernemer houdt rekening met de individuele wensen van de Ouder voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is.
ARTIKEL 14 – Verplichtingen van de Ouder
1. De Ouder meldt bijzonderheden van medische aard of in de ontwikkeling van het kind reeds bij de aanmelding.
2. De Ouder draagt zorg dat de Onder- nemer beschikt over alle gegevens die van belang zijn voor de bereikbaarheid van de Ouder.
3. De Ouder houdt zich aan de regels die binnen het Kindercentrum gelden.
4. De Ouder onthoudt zich van enige gedraging die de uitvoering van de Overeenkomst van de zijde van de Ondernemer verzwaart en draagt zorg dat zijn kind zich hiervan ook onthoudt.
5. De Ouder brengt en haalt het kind op tijd en draagt zorg voor de nakoming van deze verplichting door anderen die het kind namens hem brengen en halen.
6. De Ondernemer legt de bevoegdheid van anderen dan de Ouders om het kind van de Kinderopvang te halen schriftelijk vast indien de Ouder daarom verzoekt.
7. De Ouder betaalt de Ondernemer conform de daarover gemaakte afspra- ken en binnen de betalingstermijn, althans draagt hiervoor de verant- woordelijkheid.
ARTIKEL 15 – Wijziging van de Overeenkomst
1. De Ondernemer heeft het recht om de Overeenkomst eenzijdig te wijzigen op de grond van zwaarwegende redenen.
Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijziging van wet-regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstan- digheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar te brengen.
2. Wijzigingen van de Overeenkomst kondigt de ondernemer tijdig van te voren aan, met een termijn die mini- maal één maand bedraagt.
3. In het geval dat de wijziging van de Overeenkomst leidt tot een wezenlijke wijziging van de te verlenen Kinderop- vang, dan heeft de Ouder de bevoegd- heid om de Overeenkomst te ontbin- den met ingang van de dag waarop de wijziging in werking treedt.
ARTIKEL 16 – De prijs en wijziging van de prijs
1. De prijs die de Ouder voor de Kinder opvang moet betalen wordt vooraf overeengekomen.
2. De Ondernemer is bevoegd om de overeengekomen prijs na drie maan- den na de Ingangsdatum aan te pas- sen, waaronder te verhogen.
De Ondernemer kondigt dergelijke prijswijzigingen van te voren aan. De prijswijziging gaat niet eerder in dan één kalendermaand, vermeerderd met één week na de aankondiging.
ARTIKEL 17 – De betaling/Niet-tijdige betaling
1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De fac- tuur wordt kosteloos verstrekt.
2. Indien een Ouder betaalt aan een door de Ondernemer aangewezen derde geldt dit die voor het doen van beta- lingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de Ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de Ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die Ouder.
3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim.
4 De Ondernemer xxxxx na het ver- strijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze be- talingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet
minimaal 14 dagen vóór de datum waarop de bevoegdheid ontstaat zijn verzonden zijn.
5. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de Ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur ge- noemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.
6. Door de Ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om beta- ling van een schuld van de Ouder af te dwingen, kunnen aan de Ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incasso- kosten is onderworpen aan wettelijke grenzen.
7. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschul- digde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst open- staande schulden.
ARTIKEL 18 – Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Nederlands recht is van toepassing op de Overeenkomst.
2. De bevoegde Nederlandse rechter is bevoegd te oordelen over de Overeen- komst, niet tegenstaande de bevoegd- heid van de Geschillencommissie, zoals bedoeld in artikel 20 om van een in dat artikel genoemd geschil kennis te nemen.
ARTIKEL 19 – Klachtenprocedure
1. Klachten over de uitvoering van de Overeenkomst moeten Schriftelijk,
ARTIKEL 20 – Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang
1. Geschillen tussen Ouder en Onder- nemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst
kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang, Bordewijklaan 46,
Postbus 90 600, 2509 LP Den Haag, (xxx.xxx.xx)
2. Geschillen die betrekking hebben op dood, lichamelijk letsel of ziekte zijn uitgesloten van behandeling door de Geschillencommissie. Indien letsel- schade of ziekte aantoonbaar het ge- volg is van het handelen of de nalatig- heid van de Ondernemer, is een geschil over de gevolgen daarvan in relatie tot deze Algemene Voorwaarden (bijvoor- beeld een doorbetalingsverplichting) wel ontvankelijk; de letselschade zelf niet. Voor de letselschade zelf staat de gang naar de rechter open.
3. Een geschil wordt door de Geschillen- commissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft in- gediend.
4. Uiterlijk drie maanden nadat een klacht een geschil is geworden, (zie artikel 19 lid 3), moet het geschil bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.
5. Wanneer de Ouder een geschil aan- hangig maakt bij de Geschillencom- missie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Onderne-
7. Uitsluitend de rechter dan wel de hier- boven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
8. Indien de Ouder zulks wenselijk acht, kan hij een klacht indienen bij een klachtencommissie volgens de wette- lijke klachtenregeling voor Kinderop- vang. Het is in dat geval niet vereist, in afwijking van artikel 20 lid 3, dat de klacht eerst bij de Ondernemer wordt ingediend.
ARTIKEL 21 – Nakomingsgarantie
1. De Brancheorganisatie Kinderopvang staat volgens de nadere regeling na- komingsgarantie (bijlage 2) garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie Kinderopvang, die betrekking hebben op geschillen met een bij hen aange- sloten Ondernemer, tenzij deze het bindend advies binnen twee maanden na verzending daarvan ter toetsing voorlegt aan de rechter en het vonnis, waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart, in kracht van gewijsde gegaan is.
2. Deze nakomingsgarantie van Branche-
organisatie Kinderopvang geldt alleen voor uitspraken jegens haar leden.
ARTIKEL 22 – Aanvullingen Individuele aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene
Voorwaarden, moeten Schriftelijk tussen de Ondernemer en de Ouder overeen- gekomen worden.
volledig en duidelijk omschreven mer een geschil aanhangig wil maken
worden ingediend bij de Ondernemer én tijdig, doch uiterlijk binnen twee maanden nadat de Ouder de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren. De Ouder moet de klacht indienen binnen be- kwame tijd nadat hij het gebrek in prestatie heeft ontdekt of redelijker- wijze had behoren te ontdekken, waar- bij een klacht binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is.
2. De Ondernemer behandelt de klacht overeenkomstig haar interne klach- tenprocedure. Bij het opstellen of wijzigen van deze procedure heeft de Oudercommissie adviesrecht conform het bepaalde in de Wet Kinderopvang.
3. Indien de klacht niet in der minne kan worden opgelost ontstaat een geschil dat vatbaar is voor de geschillenrege- ling van artikel 20.
bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of
hij daarmee akkoord gaat. De Onder- nemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.
6. De Geschillencommissie doet uit- spraak met inachtneming van de be- palingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de ge- schillencommissie wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor margi- nale toetsing van dit bindend advies staat de gang naar de rechter open.
HOOFDSTUK 2
ARTIKEL 23 – Aanvulling
1. Deze artikelen hebben te gelden als aanvulling op de Algemene Voor- waarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang 2014 in de zin van art. 22, welke van toepassing zijn op de overeenkomst tussen SKSG als Onder- nemer en Ouder.
2. De inhoud van deze aanvullende arti- kelen prevaleert in geval van afwijking boven de inhoud van de voorgaande artikelen.
ARTIKEL 24 – Wijzigingen in overeenkomst
1. Indien partijen overeenkomen dat er sprake is van verlenging van de Overeenkomst, wordt dit door beide partijen schriftelijk dan wel elektro- nisch bevestigd. Besluiten partijen tot verlenging van de Overeenkomst na- dat de Ouder de Overeenkomst reeds
heeft opgezegd maar voordat de Over- eenkomst beëindigd is, zal de Over- eenkomst alsnog worden verlengd met de door Ouder gewenste periode. De Overeenkomst en de onderhavige Algemene Voorwaarden blijven in dat geval van toepassing.
2. Na een schriftelijk of elektronisch verzoek van de Ouder danwel een in- dicatie van het CJG tot wijziging van de Overeenkomst wat betreft (aantal) dagdelen, stuurt de Ondernemer een schriftelijke of elektronische wijzi- gingsbevestiging van de Overeen- komst aan de Ouder. De Ouder kan tegen de wijzigingsbevestiging binnen 5 werkdagen reclameren indien de inhoud hiervan niet overeenkomt met het wijzigingsverzoek, bij gebreke waarvan de inhoud van de wijzigings- bevestiging, voor zover van belang, het (aantal) dagdelen in de oorspronkelijke Overeenkomst vervangt. De inhoud van de (laatste) wijziging prevaleert boven de oorspronkelijke Overeen- komst en is hiermee onlosmakelijk verbonden.
ARTIKEL 25 – Wijzigingen in opvang
1. Indien niet-essentiële gegevens ontbreken aan de ondertekende Over- eenkomst kunnen deze gegevens later schriftelijk of elektronisch worden aangevuld en maken onlosmakelijk deel uit van de Overeenkomst.
2. Wijzigingen door de Ondernemer laten de Overeenkomst onverlet. Deze wijzigingen betreffen onder andere, maar niet uitsluitend, het (tijdelijk) wijzigen van de locatie van de opvang tussen Kerst en Oud en Nieuw en/of tijdens vakanties. De Ondernemer licht de Ouder over de wijziging in en geeft de duur van de wijziging aan.
3. In verband met het bedrijfsbelang behoudt de Ondernemer zich het recht voor om een locatie te wijzigen van- wege het sluiten of verhuizen van de locatie. De Ondernemer licht de Ouder over de permanente wijziging in.
ARTIKEL 26 – Betaling
1. In afwijking van art. 17 lid 1 ontvangt de Ouder op verzoek een schriftelijke factuur.
2. Xxxxxxxx geschiedt door middel van een verleende machtiging tot auto- matische incasso in de Overeenkomst, tenzij anders overeengekomen.
3. Afschrijving vindt plaats in de maand waarin van de Opvang gebruik wordt gemaakt door de Ouder. Bij wijziging van de standaard betalingstermijn zal de Ondernemer dit ruim van te voren,
in ieder geval een maand, kenbaar maken aan de Ouder. Indien automa- tische afschrijving niet mogelijk is door weigering, bijvoorbeeld door onvoldoende saldo of een opgeheven bankrekening, kan de Ondernemer administratiekosten en/of een boete in rekening brengen bij de Ouder.
4. De Ondernemer is bevoegd de Ouder te verplichten de fiscale tegemoet- koming van de overheid in de kosten van kinderopvang rechtstreeks aan de Ondernemer te doen laten overmaken. Met het oog op de opzegtermijn van de Overeenkomst, zal de Ondernemer deze verplichting een maand na aan- kondiging doorvoeren.
ARTIKEL 27 – Afwijkingen
1. In aanvulling op art. 7 lid 3 hanteert de Ondernemer bij annulering korter dan een maand voor de ingangsdatum, annuleringskosten van een keer het maandtarief met een maximum van
€ 150.
2. In aanvulling op art. 9 duurt de ter- mijn van Peuterspeelzaal van de leef- tijd van twee jaar tot vier jaar van het kind.
ARTIKEL 28 – Ontbinding
De Ondernemer is bevoegd de overeen- komst zonder nadere ingebrekestelling door middel van een brief met bericht van ontvangst met onmiddellijke ingang te ontbinden indien de Ouder in staat van faillissement en/of surseance van betaling verkeert of diens faillissement en/of surseance van betaling is aan- gevraagd of indien de Ouder wordt toe- gelaten tot de wettelijke schuldsanering.
ARTIKEL 29 – Aansprakelijkheid
1. Behoudens opzet of grove schuld van de Ondernemer is de totale aanspra- kelijkheid van de Ondernemer wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst
en/of onrechtmatig handelen van de Ondernemer beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval door de verzekeraar van de Ondernemer wordt uitgekeerd. Tegen de kosten van gebitsbeschadiging en/of tand- heelkundige behandeling is de Onder- nemer niet verzekerd en dergelijke schade valt derhalve buiten de aan- sprakelijkheid van de Ondernemer.
2. De Ouder dient over een WA-verzeke- ring te beschikken om aanspraak te kunnen maken op vergoeding als het kind schade toebrengt aan een ander of diens spullen.
3. Behoudens opzet of grove schuld van de Ondernemer ontstaat aanspra- kelijkheid van de Ondernemer slechts indien de Ouder ten tijde van het ont- staan daarvan niet in de ruimte van het kinderdagopvang waarbinnen
het kind verblijft aanwezig is.
4. Behoudens opzet of grove schuld van de Ondernemer aanvaardt de Ondernemer geen aansprakelijkheid
voor schade of verlies ontstaan of ten gevolge van door de Ouder zelf mee- gebrachte spullen, zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend kinderwagen, maxi cosi, speelgoed en dergelijke.
5. De aansprakelijkheid van de Onder- nemer wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst ontstaat slechts indien de Ouder de Ondernemer onverwijld, doch uiterlijk binnen twee maanden na het ontstaan daarvan, deugdelijk schriftelijk in gebreke stelt, stellende daarbij een redelijke termijn ter zuivering van de tekortkoming en de Ondernemer na die termijn toereken- baar in de nakoming van zijn ver- plichtingen tekort blijft schieten.
ARTIKEL 30 – Overmacht
1. In geval van overmacht is de Onder- nemer bevoegd de nakoming van de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen op te schorten voor de duur van de overmacht hetzij de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden zonder dat hij tot enige schadevergoeding gehouden zal zijn.
2. Onder overmacht dient te worden ver- staan, al die omstandigheden die bij het tot stand komen van de Overeen- komst niet waren te voorzien en die niet aan de Ondernemer zijn toe te rekenen waardoor de nakoming van de Overeenkomst onmogelijk wordt of zo bezwaarlijk wordt dat die nakoming redelijkerwijs niet van de Ondernemer kan worden verlangd. Onder over- macht wordt onder andere maar niet uitsluitend verstaan staking, bedrijfs- brand en natuurrampen.
ARTIKEL 31 – Slot
1. Bij het uitkomen van een nieuwe versie algemene voorwaarden, komt van rechtswege de oudere versie te vervallen en treedt de nieuwste versie in plaats van de voorgaande versie.
2. De toepasselijke algemene voorwaar- den zijn te vinden op de website van de Ondernemer en worden tevens op verzoek kosteloos schriftelijk toe- gezonden.
BIJLAGE 1
Nadere regeling van de verplichtingen van de ondernemer uit artikel 13 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderop- vang – Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2014. De ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in arti- kel 13 lid 2 door er onder meer voor zorg te dragen dat de onderneming beschikt over:
1. Een pedagogisch beleidsplan dat de kenmerkende wijze van omgang met kinderen en hun ouders omschrijft;
2. Reglementen/stukken die het beleid weergeven met betrekking tot hygi- ene, veiligheid, kindermishandeling, medisch handelen, ziekte en privacy;
- De opvang tijdens vakantiedagen en extra vrije dagen van de school.
i. De plaatsingsprocedure;
j. De aard en omvang van de wen- periode;
k. Een eventueel reglement waarin de huisregels van het Kindercentrum zijn vastgelegd;
l. De geldende prijs;
m. De wijze van betaling en eventuele meerkosten bij afwijkende betalingswijzen;
n. De annuleringsvoorwaarden, waaronder de annuleringskosten;
o. De inschrijfvoorwaarden, waaronder de inschrijmosten;
p. De geldende opzegtermijnen.
nakomingsgarantie, zal Stichting Nakoming Kinderopvang (SNK) actie ondernemen om in het kader van de nakomingsgarantie voor het resterend deel van het bedrag (het meerdere) een incassoprocedure c.q. gerechtelijke procedure te starten ten behoeve van de consument. Het incassotraject dat ten behoeve van de consument wordt uitgevoerd en de mogelijk daarop vol- gende juridische stappen komen voor rekening van SNK. De incassokosten en andere juridische kosten zullen door SNK verhaald worden op de ondernemer.
3. Bij het van start gaan van de Geschil-
lencommissie geldt de nakomingsga- rantie voor alle geschillen binnen de
3. Een reglement dat het functioneren twee hiervoor genoemde voorwaarden
van de Oudercommissie regelt;
4. Een reglement dat de klachten- procedure regelt;
5. Een overzicht van, dan wel informatie over, de volgende elementen van de Kinderopvang:
a. Soort opvang, mogelijkheden voor flexibele opvang en eventuele extra diensten;
b. Informatie aangaande de groep, de getalsverhouding tussen groeps- leiding en het aantal kinderen per leeftijdscategorie, en de beschikbare ruimte;
c. Informatie-uitwisseling, vorm en frequentie, waaronder het aantal oudergesprekken dat in principe per jaar plaatsvindt;
d. De te verstrekken voeding;
e. Mogelijkheden voor het maken van specifieke afspraken over ontwikke- ling, verzorging en voeding;
f. Openingstijden en –dagen en even- tueel verplichte minimumafname;
g. De tijden waarop de kinderen worden ontvangen en de opvang verlaten;
h. In geval van Buitenschoolse opvang:
• De mogelijkheden tot het deel- nemen aan externe activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van sport of muziek.
• De mogelijkheden voor overbrug- ging van de afstand tussen school en Kindercentrum of school en externe activiteit, zoals de wijze van vervoer, al dan niet onder begeleiding.
• De mogelijkheden voor overbrug- ging van de afstand tussen Kinder- centrum en thuis, of externe activiteit en thuis, zoals het al dan niet zelfstandig naar huis gaan.
BIJLAGE 2
Nadere regeling van de nakomingsga- rantie uit artikel 21 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang – Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2014 Geldig tot 1 juli 2015.
Brancheorganisatie Kinderopvang heeft een geschillenregeling tot stand willen brengen met een nakomingsgarantie die enerzijds aangeeft welke zekerhe- den de consument uit die regeling mag verwachten en die anderzijds de conti- nuïteit van de brancheorganisatie niet in gevaar brengt. Als uitgangspunt geldt dat de consument een beroep kan doen op de nakomingsgarantie van de Bran- cheorganisatie Kinderopvang indien de ondernemer door een uitspraak van de Geschillencommissie in het ongelijk is gesteld en tot betaling aan de consu- ment moet overgaan, maar dit om welke reden dan ook niet doet. Deze nako- mingsgarantie van Brancheorganisatie Kinderopvang geldt niet alleen jegens haar leden.
1. Er wordt een maximum bedrag ge-
steld voor de nakoming per uitspraak van € 10.000. Ook wordt een maxi- mumbedrag van de nakoming geteld voor een totaal van meerdere uitspra- ken bij één ondernemer, die hetzelfde inhoudelijk geschil naar aanleiding van dezelfde gebeurtenis betreffen. Het gaat dus om een individuele geschillen als gevolg van eenzelfde gebeurtenis bij dezelfde ondernemer. De maximale financiële nakoming in die situatie bedraagt € 50.000 per ondernemer.
2. Als de uitspraak van de Geschillen- commissie een hoger bedrag toekent dan het maximumbedrag van de
(maximumbedrag en garantie van een invorderingsverplichting bij een hoger bedrag). In die gevallen behoudt SNK een vordering op het desbetreffende lid. Het is aan SNK deze vordering te innen. Het hiermee gepaard gaande incassotraject en de mogelijk daarop volgende juridische stappen komen voor rekening van SNK. De incasso- kosten en andere juridische kosten zullen door SNK verhaald worden op de ondernemer.
4. Indien de situatie van faillissement, surseance van betaling en/of be- drijfsbeëindiging zich voordoet, is de nakomingsgarantie niet van kracht zolang het geschil nog niet ter zitting is behandeld. Dus: indien vóór indie- ning van het geschil of vóór de zitting sprake is van één van deze situaties, dan doet de Geschillencommissie geen uitspraak. Als deze situatie ontstaat nadat het geschil ter zitting is behan- deld, dan geldt de nakomingsgarantie zoals geformuleerd onder 1 en 2.
5. Als aantoonbaar is gebleken dat de Ondernemer het bindend advies niet zelf nakomt, noch het bindend advies binnen twee maanden na de verzen- ding ervan ter toetsing voorlegt aan de rechter, dan kan de consument een beroep doen op de nakomingsgarantie. De uitbetaling van SNK tot het maxi- maal door haar uit te keren bedrag (zie punt 1) geschiedt binnen een termijn van één kalendermaand. Het verhaal traject voor het eventueel resterende bedrag wordt binnen diezelfde termijn van één kalendermaand gestart en zo spoedig mogelijk afgerond.