Bovenregionaal] Convenant MULTIsignaal [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] Overwegende
[Bovenregionaal] Convenant MULTIsignaal
[Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio]
[Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio] [Naam Regio]
Overwegende
Dat alle convenantpartijen werkzaam zijn in de domeinen: jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg, gezondheidszorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen en politie en justitie, en mede tot taak hebben om het welzijn van jongeren te bevorderen;
Dat het in het kader van deze taak voor tijdige en effectieve hulp noodzakelijk is dat signalen van verschillende professionals en instellingen die bij kinderen en jongeren betrokken zijn bij elkaar worden gebracht om zo tot afstemming en een gezamenlijk plan van aanpak te komen.
In aanmerking nemende
De Algemene Verordening Gegevensbescherming;
De Uitvoeringswet AVG;
De Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst;
De Jeugdwet 2015;
De Wet Publieke Gezondheidszorg;
De Wet en het Besluit politiegegevens;
De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, alsmede de Aanwijzing Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning;
De Leerplichtwet;
De Beroepscode van de maatschappelijk werkende van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers;
De Beroepscode voor Psychologen van het Nederlands Instituut van Psychologen;
De Beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen;
Informatieverstrekking na de match van KNMG.
Begripsbepalingen
Actief signaal |
Signaal in MULTIsignaal waarvan de afloopdatum nog niet is bereikt en dat niet is beëindigd/verwijderd; |
Afloopdatum |
Datum waarop een actief signaal automatisch wordt beëindigd dan wel door de signaleringsbevoegde handmatig wordt beëindigd; |
Afstemming |
Overleg, na een match, tussen signaleringsbevoegden die een signaal hebben afgegeven over een of meer jongeren, over de benodigde hulp, de wenselijkheid van gezamenlijk optreden en het benoemen van een matchregisseur; |
Betrokkene |
De jongere op wie een persoonsgegeven betrekking heeft, en/of zijn of haar wettelijk vertegenwoordiger(s); |
Bewaartermijn |
De termijn van bewaring van een signaal in MULTIsignaal. Deze termijn kan per organisatie verschillen, maar is maximaal twee jaar; |
BSN |
Burgerservicenummer; |
College van B&W |
Het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente van de woon – of verblijfplaats van de jongere; |
Communicatieplan |
Plan waarin beschreven staat op welke manieren (bijv. folders, website) de gezamenlijke informatie en communicatie over MULTIsignaal gestalte krijgt, gericht op alle betrokkenen bij MULTIsignaal. Dit betreft jongeren, ouder/opvoeders, professionals, convenantpartijen en gemeenten; |
Convenantpartij |
De organisatie, instelling of praktijk die dit convenant heeft ondertekend en daardoor bevoegd is om te signaleren in MULTIsignaal en om informatie over signaleringen van anderen uit MULTIsignaal te ontvangen; |
Convenantbeheerder |
De functionaris die in opdracht en onder verantwoordelijkheid van alle colleges van B&W uit een regio toeziet op de processen binnen MULTIsignaal van die regio |
Functioneel beheerder |
De functionaris of persoon belast met het functioneel beheer van het systeem. De functioneel beheerder heeft het hoogste autorisatierecht in MULTIsignaal, draagt zorg voor een goede werking van het systeem en de verwerking van gegevens binnen het systeem. De functioneel beheerder voert tevens de helpdeskfunctie van MULTIsignaal uit, die signaleringsbevoegden bijstaat in het afgeven van signalen en het reageren op matches en accounts aanmaakt; |
Gezamenlijke aanpak |
Samenhangend geheel van hulp, in reactie op een match, ontworpen en uitgevoerd door de bij de match betrokken signaleringsbevoegden; |
Gemeentelijk coördinator |
De functionaris die in opdracht en onder verantwoordelijkheid van het college van B&W toeziet op de processen binnen MULTIsignaal van een gemeente; |
Helpdesk |
Functie die convenantpartijen bijstaat in het gebruik van MULTIsignaal; |
Historisch signalenarchief |
Opslag, gedurende vijf jaar, van signalen die zijn verwijderd uit het systeem en daarmee inactief zijn geworden overeenkomstig artikel 7.1.4.5 van de Jeugdwet; |
Instellingscoördinator of Instantiebeheerder |
De door het bevoegd gezag van een convenantpartij aangewezen functionaris die binnen de instelling werkzaam is, met als taak de contactgegevens van de signaleringsbevoegden te beheren en zo nodig, aan te passen en de signalen uit MULTIsignaal te beheren (ook wel genoemd instantiebeheerder); |
Inverhuisbericht |
Bericht van MULTIsignaal aan de gemeentelijk coördinator of een functioneel beheerder dat een jongere, over wie in MULTIsignaal een of meer actieve signalen zijn afgegeven, naar een van de gemeenten in de betreffende regio is verhuisd; |
Isverhuisdsignaal |
Bericht van MULTIsignaal aan signaleringsbevoegden dat een jongere over wie zij een actief signaal hebben afgegeven, is verhuisd binnen een gemeente, naar een andere gemeente in de regio [ naam regio] dan wel naar een gemeente daarbuiten; |
Jongere |
Personen tussen 0 en 23 jaar; |
Landelijke verwijsindex |
Landelijk elektronisch systeem waarin partijen een signaal afgeven over een jongere bij wie zorgen bestaan over de lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling. Bij een match ontvangen alle bij de jongere betrokken signaleerders hierover bericht. MULTIsignaal (een signaleringssysteem conform art. 7.2.1 besluit Jeugdwet) is aangesloten op de landelijke verwijsindex; |
MULTIsignaal |
MULTIsignaal is de regionale verwijsindex, conform artikel 7.2.1 Besluit Jeugdwet, die is aangesloten op de landelijke verwijsindex; |
Match of matchsignaal |
Als twee of meer signalen zijn afgegeven over een zelfde jongere, dan wel over verschillende jongeren die eenzelfde ouder hebben; |
Matchregisseur |
Xxxxxxx die door de gemeente of door signaleringsbevoegden onderling is aangewezen en verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van een gezamenlijk plan van aanpak na een match en uitvoer van dit plan (ook wel genoemd matchcoördinator, zorgcoördinator, regievoerder of regisseur); |
Meldcode |
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; |
Niet – actief signaal |
Signaal dat is opgeslagen in het historisch signalenarchief; |
Ontvanger inverhuisberichten |
Persoon of instantie die door een gemeente is aangewezen om inverhuisberichten te ontvangen en in MULTIsignaal te verwerken, te weten de gemeentelijk coördinator of de functioneel beheerder; |
Organisatieprofiel |
Per organisatie of organisatieonderdeel wordt een organisatieprofiel opgemaakt met daarin een uitwerking van de bepalingen van het convenant op de onderdelen doelgroep, wetgeving die op de organisatie, instelling of praktijk van toepassing is, signaleringscriteria, interne procedure en borging. Daarnaast wordt in het organisatieprofiel opgenomen hoe en wanneer ouders / jongere geïnformeerd worden over het signaleren, gegevensuitwisseling na een match, en de werkwijze rond matchregie. (Zie toolkit MULTIsignaal); |
Persoonsgegevens |
Alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de betrokkene”); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon; |
Plan van aanpak |
Beschrijving van afspraken die signaleerders maken na een matchoverleg of afstemming t.b.v. een gezamenlijke aanpak van de zorgverlening aan de jongere; |
Gemeentelijk coördinator |
Functionaris aangewezen door de gezamenlijke colleges van B&W, met als taak om in een bepaalde gemeente de processen rond de signalen te bewaken: dat de signaleringsbevoegden overleg voeren, een gezamenlijke aanpak vaststellen en deze uitvoeren en indien hem blijkt dat dit niet het geval is, de maatregelen neemt die noodzakelijk zijn om de hulp aan de jongere op gang te brengen en de convenantpartijen daartoe zo nodig aanwijzingen geeft.
In een gemeente kunnen meerdere gemeentelijk coördinatoren benoemd zijn.
Indien een match bovenlokaal is, bepaalt de woonplaats van de jongere wie primair de taak van gemeentelijk coördinator vervult; |
Professional |
Medewerker van een convenantpartij die een beroepsmatige relatie heeft met jongeren en of diens ouder(s)/verzorger(s); |
Regionale verwijsindex |
De regionale verwijsindex is MULTIsignaal, conform artikel 7.2.1 Besluit Jeugdwet, en is aangesloten op de landelijke verwijsindex; |
Regisseur |
Persoon die door de gemeente of door signaleringsbevoegden onderling is aangewezen en verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van een gezamenlijk plan van aanpak na een match en uitvoer van dit plan (ook wel genoemd matchcoördinator, zorgcoördinator, regievoerder of matchregisseur); |
Signaal |
Bericht van een signaleringsbevoegde aan MULTIsignaal over zijn betrokkenheid bij een jongere. In de landelijke wetgeving wordt dit een melding genoemd; |
Signaleerder |
Medewerker van een convenantpartij die bevoegd is over een jongere een signaal af te geven in MULTIsignaal; |
Signaleren |
Het afgeven van een signaal in MULTIsignaal; |
Signaleringsbevoegde |
De beroepskracht die zelf convenantpartij is, of die werkzaam is voor een organisatie, instelling of praktijk die convenantpartij is, en die hem bevoegd heeft verklaard tot het afgeven van een signaal in MULTIsignaal; |
Signaleringscriteria |
Criteria die per convenantpartij worden vastgesteld aan de hand waarvan signaleerders de afweging maken om een jongere al dan niet te signaleren in MULTIsignaal; |
Toestemming |
Elke vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de betrokkene door middel van een verklaring of een ondubbelzinnige actieve handeling hem betreffende verwerking van persoonsgegevens aanvaardt in de zin van artikel 4 lid 11 Algemene Verordening Gegevensbescherming; |
Verwerkingsverantwoordelijke |
Verwerkingsverantwoordelijke zoals genoemd in artikel 4 lid 7 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming is het college van B&W van de woon- of verblijfplaats van de jongere. Deze stelt het doel van en de middelen voor de verwerking van de gegevens van MULTIsignaal vast; |
Verstrekken van persoonsgegevens |
Het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens; |
Verwerking van persoonsgegevens |
Verwerking in de zin van artikel 4 lid 2 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens; |
Wettelijk vertegenwoordiger(s) |
De ouder(s) of de voogd(en) die het gezag over een minderjarige uitoefent; |
Artikel 1. Begripsbepalingen
Zie
hierboven.
Artikel 2. Doel van de samenwerking en van de verwerking van persoonsgegevens
De landelijke verwijsindex heeft tot doel vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen signaleringsbevoegden te vergemakkelijken, zodat zij jongeren op tijd passende hulp, zorg of bijsturing kunnen bieden om ze gezond en veilig te laten opgroeien.
Verwerking van persoonsgegevens in MULTIsignaal is noodzakelijk om te voldoen aan de taken gesteld aan het college van B&W in artikel 7.1.3.1 e.v. van de Jeugdwet. Het doel van de regionale MULTIsignaal komt overeen met het doel van de landelijke Verwijsindex zoals genoemd in lid 1. Door voldoende op tijd gebruik te maken van MULTIsignaal, wordt er een overzicht van het volledige netwerk van betrokken professionals gecreëerd. Professionals worden eerder geïnformeerd over elkaars betrokkenheid en zodoende in staat gesteld in een vroeg stadium de samenwerking met elkaar aan te gaan. Zo worden situaties of omstandigheden die de ontwikkeling van de jongere naar volwassenheid bemoeilijken gesignaleerd en kan adequaat hulp worden geboden.
MULTIsignaal sluit aan op de landelijke verwijsindex.
X.Xxxxx, functies en verantwoordelijkheden (zie bijlage I)
Artikel 3. Convenantbeheerder, gemeentelijk coördinator, matchregisseur, instellingscoördinator
De colleges van B&W bevorderen ieder in hun eigen gemeente, vanuit de wettelijke regietaken in het jeugdbeleid, het gebruik van MULTIsignaal door de convenantpartijen en houden vanuit dezelfde rol toezicht op de naleving van het convenant. Hiertoe stellen zij een gemeentelijk coördinator (binnen de gemeente) en een convenantbeheerder (voor de gehele regio) aan.
Verantwoordelijk voor de wettelijke regietaken, het gebruik van MULTIsignaal en het toezicht op de naleving van het convenant in een concreet geval, is het college van B&W van de feitelijke woon- of verblijfplaats van de jongere.
Het college van B&W van de feitelijke woon – of verblijfplaats van de jongere treedt op als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens van de betreffende jongere in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, en draagt in deze hoedanigheid zorg voor een veilige en zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens, conform de wet en dit convenant. Betrokkenen kunnen zich voor het uitoefenen van hun wettelijke rechten, zoals omschreven in de artikelen 16, 17 en 18 van dit convenant, wenden tot dit college.
De colleges van B&W binnen een regio wijzen een gemeentelijk coördinator en een convenantbeheerder aan die de taken voortvloeiend uit lid 1 uitvoert. Deze functionarissen zijn:
Primair aanspreekpunt voor partijen inzake het convenant;
Verantwoordelijk voor de toetreding van nieuwe convenantpartijen;
Verantwoordelijk voor het doen van gevraagd en ongevraagd verslag aan het college/de colleges van B&W over het gebruik van MULTIsignaal en van de resultaten die met MULTIsignaal worden behaald;
Verantwoordelijk voor het functioneel beheer van de persoonsgegevens die ten behoeve van MULTIsignaal worden verwerkt;
Verantwoordelijk voor het verschaffen van toegang tot MULTIsignaal van (nieuwe) gebruikers en wijst de daarvoor benodigde autorisaties toe;
Verantwoordelijk voor de controle op het opstellen van organisatieprofielen door convenantpartijen en bewaakt deze met het oog op veranderingen in accounts, rollen, etc.;
Ontvanger van inverhuisberichten en verantwoordelijk voor het opnemen van de verhuisgegevens van de jongere in MULTIsignaal;
Verantwoordelijk voor het opstellen van een communicatieplan waarin beschreven staat op welke manieren de gezamenlijke informatie en communicatie over MULTIsignaal gestalte krijgt. De convenantbeheerder onderhoudt de website voor de gehele regio.
Indien er meerdere convenantbeheerders worden aangewezen, dragen zij zorg voor het organiseren van een periodiek overleg om het gebruik van MULTIsignaal in de diverse regio’s op elkaar af te stemmen.
De convenantbeheerder kan de uitvoering van (een deel van) de taken genoemd in lid 4 van dit artikel delegeren aan een functioneel beheerder. De colleges van B&W wijzen gezamenlijk een functioneel beheerder aan. De functioneel beheerder draagt zorg voor een goede werking van het systeem en de verwerking van gegevens binnen het systeem. De functioneel beheerder voert tevens de helpdeskfunctie van de regionale MULTIsignaal uit, die signaleringsbevoegden bijstaat in het afgeven van signalen en het reageren op matches.
De colleges van B&W wijzen per gemeente een of meerdere gemeentelijk coördinatoren aan die, indien de signaleringsbevoegden na een match geen overleg met elkaar plegen, of er niet in voldoende mate in slagen om tot een gezamenlijk aanpak te komen, de maatregelen neemt die noodzakelijk zijn om de hulp aan de jongere op gang te brengen en de convenantpartijen daartoe zo nodig aanwijzingen geeft. Indien een match bovenlokaal is, bepaalt de woonplaats van de jongere wie de gemeentelijk coördinator is.
De colleges van B&W wijzen de matchregisseur aan middels een regiemodel, met als taak om er, op casusniveau, na een match, op toe te zien dat de signaleringsbevoegden overleg voeren, afspraken maken over een samenhangend geheel van hulpverlening en deze ook daadwerkelijk uitvoeren. Indien de colleges van B&W besluiten geen regiemodel op te stellen, bepalen signaleringsbevoegden onderling wie de matchregie heeft.
Indien een match meerdere jongeren betreft, beoordelen de betrokken signaleringsbevoegden of het noodzakelijk is om een matchregisseur op gezinsniveau te benoemen.
Artikel 4. Verantwoordelijkheden van het college van B&W als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens
De colleges van B&W zijn verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen in dit convenant met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en voor alle wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van jongeren wiens persoonsgegevens worden opgenomen in MULTIsignaal.
De colleges van B&W treffen voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de opgenomen persoonsgegevens. Elke deelnemende gemeente aan dit convenant zorgt ervoor dat aansluiting op de Beheersvoorziening BSN wordt verkregen.
De colleges van B&W zien er tevens op toe dat uitsluitend de voor het doel noodzakelijke persoonsgegevens worden verwerkt en dat zij niet langer worden verwerkt of bewaard dan voor dit doel noodzakelijk is.
Artikel 5. Verantwoordelijkheden convenantpartijen
Convenantpartijen zorgen dat een organisatieprofiel van de eigen organisatie wordt gemaakt met daarin een uitwerking van de bepalingen van het convenant op de onderdelen van de doelgroep, wetgeving die op de convenantpartij van toepassing is, signaleringscriteria, interne procedure en borging. Daarnaast wordt in het organisatieprofiel opgenomen hoe en wanneer ouders / jongere geïnformeerd worden over het signaleren, toestemming en informatieplicht, gegevensuitwisseling na een match, en de werkwijze rond matchregie. Het ingevulde organisatieprofiel maakt integraal onderdeel uit van het convenant en kan worden ingezien op de website van MULTIsignaal.
Convenantpartijen bepalen in overleg met de gemeentelijk coördinator of, indien van toepassing, de convenantbeheerder, in welke gevallen zij hun betrokkenheid zullen tonen bij kinderen en jongeren in MULTIsignaal. De criteria op basis waarvan gesignaleerd wordt in MULTIsignaal zijn gebaseerd op artikel 7.1.4.1 van de Jeugdwet en gestandaardiseerd per domein. xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx kan worden gebruikt bij het verder invullen van de signaleringscriteria.
De convenantpartijen bevorderen binnen de eigen organisatie, instelling of praktijk het doelmatig gebruik van MULTIsignaal en een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van jongeren en leven daartoe de bepalingen van de wet en van dit convenant na.
De convenantpartijen zorgen ervoor dat zijzelf en hun medewerkers:
op de hoogte zijn van het doel en de werkwijze van de (regionale) MULTIsignaal;
in staat zijn een verantwoord besluit te nemen over het tonen van hun betrokkenheid door een signaal af te geven in MULTIsignaal;
in geval van een match met andere signaleerders tot een gezamenlijke aanpak kunnen komen en de eigen verantwoordelijkheden binnen dit gezamenlijk plan van aanpak in goed overleg kunnen uitvoeren.
Convenantpartijen kunnen deze taak delegeren aan de instellingscoördinator.
De convenantpartijen wijzen in verband met de borging van MULTIsignaal binnen de eigen organisatie, instelling of praktijk een instellingscoördinator aan. Deze instellingscoördinator heeft, naast de taken genoemd in het vorige lid, in ieder geval tot taak het beheer van de contactgegevens van de signalen die vanuit de eigen organisatie, instelling of praktijk zijn afgegeven en het zo nodig aanpassen daarvan. De aanwijzing van een instellingscoördinator wordt gemeld aan de convenantbeheerder en de functioneel beheerder.
De convenantpartijen hebben een Meldcode huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De meldcode huiselijk geweld en/of kindermishandeling heeft als doel het signaleren en melden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te bevorderen. MULTIsignaal heeft als doel vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen signaleringsbevoegden te vergemakkelijken, zodat zij jongeren op tijd passende hulp, zorg of bijsturing kunnen bieden om ze gezond en veilig te laten opgroeien. Als er gezien de meldcode geen noodzaak is om (een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling te melden, kan er wel noodzaak zijn de jongere te signaleren in MULTIsignaal. Jongeren waarbij sprake is van (een vermoeden van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling dienen per definitie te worden gesignaleerd in MULTIsignaal. Convenantpartijen nemen het werken met MULTIsignaal op in hun meldcode huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
Als er bij ouders en jongeren sprake is van meervoudige problemen op diverse leefgebieden zoals opgroei- en opvoedproblematiek, financiële problemen, problemen met huisvesting, gezondheidsproblemen, dienen de jeugdhulp, de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering zoveel mogelijk in samenhang met andere hulp te worden verleend vanuit het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Het signaleren in MULTIsignaal kan indien wordt voldaan aan de voorwaarden daarvoor leiden tot het werken vanuit het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Andersom dienen jongeren die hulp ontvangen conform het principe 1 gezin, 1 plan1 één regisseur (of wiens ouders hulp ontvangen conform dit principe) te worden gesignaleerd in MULTIsignaal.
II.Het gebruik van MULTIsignaal en de daarmee verband houdende verwerking van persoonsgegevens
Artikel 6. Signaleringsbevoegd
De convenantpartijen zijn, met uitsluiting van anderen, bevoegd om te signaleren in MULTIsignaal.
Convenantpartijen wijzen binnen hun organisatie, instelling of praktijk de medewerkers aan die signaleringsbevoegd zijn. Aan –en afmeldingen van deze signaleringsbevoegden worden door de instellingscoördinator aan de functioneel beheerder doorgegeven.
De signaleringsbevoegden werkzaam bij een convenantpartij zijn zowel bevoegd om een signaal af te geven aan MULTIsignaal als om op de hoogte te worden gesteld van signalen van andere signaleerders. Deze signalen kunnen dezelfde jongere betreffen, of jongeren met eenzelfde ouder conform artikel 7.1.2.3 sub e Jeugdwet.
Een signaleerder is alleen bevoegd tot signaleren wanneer hij zelf, of een medewerker van zijn organisatie, instelling of praktijk, rechtstreekse contacten onderhoudt met de jongere en/of met de ouders/verzorgers van de jongere en hij op basis van deze contacten meent dat er een situatie of omstandigheden bestaan die de gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid van de jongere bemoeilijken.
Artikel 7. Het afgeven van een signaal
De signaleringsbevoegde geeft over een jongere een signaal af in MULTIsignaal, indien hij, alle belangen afwegend, het redelijke vermoeden heeft dat een of meer van de hierna genoemde omstandigheden leiden tot bemoeilijking van de gezonde en veilige ontwikkeling van de jongere naar volwassenheid:
De jongere staat bloot aan geestelijk, lichamelijk of seksueel geweld, enige andere vernederende behandeling, of verwaarlozing;
De jongere heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen;
De jongere heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende ernstige opgroei – of opvoedingsproblemen;
De jongere is minderjarig en moeder of zwanger;
De jongere verzuimt veelvuldig van school of van een andere onderwijsinstelling, dan wel verlaat die voortijdig of dreigt die voortijdig te verlaten;
De jongere is niet gemotiveerd om door legale arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien;
De jongere heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen;
De jongere heeft geen vaste woon – of verblijfplaats;
De jongere is een gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag;
De jongere laat zich in met activiteiten die strafbaar zijn gesteld;
De ouders of andere verzorgers van de jongere schieten ernstig tekort in de verzorging of opvoeding van de jongere, of;
De jongere staat bloot aan risico’s die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak voorkomen.
De signaleringsbevoegde maakt een aantekening in het dossier van de jongere van een signaal zoals bedoeld in lid 1, met daarbij een beschrijving van de feiten en omstandigheden waardoor de signaleerder ervoor gekozen heeft zijn betrokkenheid bij de jongere te tonen in MULTIsignaal. Indien er geen signaal wordt afgegeven in MULTIsignaal, wordt hiervan tevens de reden genoteerd in het dossier.
Artikel 8. Inhoud van het signaal
Een signaal in MULTIsignaal wordt gedaan met behulp van het BSN of met een combinatie van enkele persoonsgegevens van de jongere.
Indien de signaleringsbevoegde het BSN invoert, vult het systeem daarna
(via de Beheersvoorziening BSN) naam, geslacht, geboortedatum, postcode en huisnummer van de jongere in.
Indien de signaleringsbevoegde het BSN niet mag of kan gebruiken, kan de signaleringsbevoegde ook een combinatie van bekende gegevens invoeren, waarna het systeem (via de Beheersvoorziening BSN) naam, geslacht, geboortedatum, postcode en huisnummer van de jongere invult.
Het signaal bevat geen gegevens over de aard van de contacten tussen de jongere en de signaleringsbevoegde, of enige andere inhoudelijke gegevens.
Aan het signaal voegt de signaleringsbevoegde toe zijn identificatie – en contactgegevens, de datum en het tijdstip van het signaal.
Artikel 9. Mededeling over het signaal aan de jongere en / of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s)
De signaleringsbevoegde informeert de jongere en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) voorafgaand aan het afgeven van een signaal over de signalering. Hij licht de omstandigheden die aanleiding vormen tot het afgeven van een signaal mondeling toe en geeft hierbij de folder en/of informatiebrief mee waarin informatie staat over het doel en de werkwijze van MULTIsignaal, de rechtsgrond voor de verwerking en de betreffende categorieën van persoonsgegevens, de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke, en de rechten die de jongere en zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) uit kunnen oefenen. Tevens vraagt hij naar de zienswijze van de jongere en/of diens ouder(s)/verzorger(s), op grond van en overeenkomstig artikel 14 Algemene Verordening Gegevensbescherming.
De informatie zoals bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstrekt aan:
de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jongere nog geen 12 jaar oud is;
de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jongere indien de jongere tussen 12 en 16 jaar oud is;
de jongere indien hij 16 jaar of ouder is.
Het verstrekken van informatie, zoals bedoeld in lid 1 tot en met 2, kan worden uitgesteld indien:
de bescherming van de belangen van de jongere dit uitstel noodzakelijk maakt;
de mededeling onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning vraagt1.
In geval van uitstel op grond van lid 3, draagt de signaleringsbevoegde er zorg voor dat de jongere en of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) zo spoedig als de situatie toelaat alsnog over het signaal wordt of worden geïnformeerd. Over het informeren van de jongere en of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) maakt de signaleringsbevoegde een aantekening in het dossier van de jongere (of het dossier van de ouder(s)/verzorger(s)). Indien hij heeft besloten om het informeren uit te stellen, bevat deze aantekening ook de redenen die tot dit besluit hebben geleid, welke functionaris hij hierover heeft geraadpleegd, alsmede de datum waarop de jongere en of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) alsnog zijn geïnformeerd.
Artikel 10. Overleg nadat een match is ontstaan
Een signaleringsbevoegde die vanuit MULTIsignaal een bericht ontvangt dat een match is ontstaan, voert zo spoedig mogelijk, maar ten hoogste binnen vijf werkdagen overleg met de andere signaleringsbevoegde(n) over de jongere die zij hebben gesignaleerd, nadat hiervoor toestemming van betrokkene(n) is verkregen overeenkomstig artikel 6 lid 1 sub a Algemene Verordening Gegevensbescherming. De convenantpartij draagt de verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van deze toestemming, en het informeren van betrokkene dat deze toestemming te allen tijde kan worden ingetrokken.
Het bedoelde overleg uit lid 1 heeft tot doel het zo efficiënt en productief organiseren van de hulp om het kind of de jongere zo goed mogelijk te ondersteunen in een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid. Dit doel wordt bereikt door:
De omstandigheden en eventueel zorgelijke situatie gezamenlijk te overleggen en beoordelen;
op basis van deze beoordeling te bezien welk geheel van hulpverlening, in een gezamenlijke aanpak, nodig zijn om de signalen en de daarmee verbonden zorgen over de ontwikkeling van de jongere naar volwassenheid weg te nemen of zoveel mogelijk terug te brengen;
het maken van afspraken over de gezamenlijke aanpak en over de wijze waarop de betrokken signaleringsbevoegden elkaar zullen informeren over de voortgang van hun hulp;
het aanwijzen van een matchregisseur die de uitvoering van het plan bewaakt. Dit aanwijzen wordt doorgegeven aan de coördinator van de gemeente waar de jongere zijn woon- of verblijfplaats heeft.
De gemeentelijk coördinator zorgt voor een matchregisseur indien de signaleerders niet kunnen voorzien in matchregie en de situatie van de jongere hiervoor wel aanleiding geeft.
Artikel 11. Verantwoordelijkheid na het overleg
Iedere signaleringsbevoegde blijft, onverminderd de afspraken die tijdens het overleg worden gemaakt over een gezamenlijke aanpak, zelf verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitvoering van zijn eigen hulpverlening ten opzichte van de jongere, voor het volgen van de resultaten daarvan en voor het tijdig initiatief nemen voor nieuw overleg met de andere signaleerder(s), de matchregisseur of de gemeentelijk coördinator, indien blijkt dat zijn hulp, of het geheel van hulpverlening, de jongere niet voldoende blijkt te ondersteunen in de gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid.
De matchregisseur bewaakt de uitvoering van het plan van aanpak en neemt contact op met de gemeentelijk coördinator indien de uitvoering van het plan van aanpak stagneert.
Artikel 12. Matchregie en escalatiemodel nadat een match is ontstaan
De matchregisseur bewaakt of het overleg zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 daadwerkelijk en tijdig tot stand komt, of er duidelijke afspraken worden gemaakt over een gezamenlijke aanpak, of de verschillende hulp die deel uitmaakt van de gezamenlijke aanpak voldoende samenhang vertonen en of alle hulp die deel uitmaakt van deze aanpak daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Indien de matchregisseur vaststelt dat er geen tijdig overleg tot stand komt, dat er geen afspraken worden gemaakt of dat hulpverlening die deel uitmaakt van de gezamenlijke aanpak niet worden uitgevoerd, overlegt hij met de betrokken signaleringsbevoegden met het doel alsnog op korte termijn te komen tot afspraken, of tot uitvoering van de gezamenlijke aanpak.
Stelt de matchregisseur vast dat ook na het overleg zoals bedoeld in lid 2 de gezamenlijke aanpak niet, of in onvoldoende mate tot stand komt, of wordt uitgevoerd, dan meldt hij zijn bevindingen aan de gemeentelijk coördinator die de oorzaken van de stagnatie onderzoekt en bevordert dat de jongere alsnog de hulp wordt geboden die hij nodig heeft. Convenantpartijen binden zich aan de aanwijzingen van de gemeentelijk coördinator.
Betreft de match twee verschillende jongeren waarbij een matchregisseur is benoemd en doet de situatie in lid 2 zich voor, dan is lid 3 van overeenkomstige toepassing.
Indien er sprake is van een interregionale match, voert de coördinator van de gemeente waar de jongere zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft de regie van het overleg na de match. Betreft de match twee jongeren, woonachtig in verschillende gemeenten, dan stemmen de verantwoordelijke coördinatoren regelmatig af en leggen zij vast wie van hen primair de functie van gemeentelijk coördinator vervult. Deze kan een deel van zijn taken in de praktijk over laten aan de andere coördinator.
Artikel 13. Verhuizing van een jongere
De functioneel beheerder verwerkt het inverhuisbericht van de landelijke verwijsindex met betrekking tot een jongere waarover een of meer signalen zijn afgegeven.
In geval er met betrekking tot een jongere een isverhuisdsignaal wordt ontvangen, dragen de signaleringsbevoegden die betrokken zijn bij het overleg na een match en bij het maken van afspraken over een gezamenlijke aanpak, er zorg voor dat de voor effectieve hulp en ondersteuning aan de jongere noodzakelijke informatie hierover wordt overgedragen aan de signaleringsbevoegden in de nieuwe woonplaats van de jongere.
De signaleringsbevoegde informeert de jongere en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) over de overdracht zoals bedoeld in lid 2. Artikel 9 lid 3 tot en met 7 van dit convenant zijn daarbij van toepassing.
Artikel 14. Geheimhouding
Ieder die op grond van dit convenant kennis neemt van persoonsgegevens van een jongere en/of diens ouder(s)/verzorger(s) is verplicht tot geheimhouding hiervan, tenzij de wet of dit convenant hem noodzaakt tot verstrekking van deze gegevens.
Artikel 15. Verwijderen van gegevens uit de MULTIsignaal
Het signaal wordt als actief signaal niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel van MULTIsignaal zoals omschreven in artikel 2, maar nooit langer dan twee jaar na de datum van signalering. Een signaal kan vernieuwd worden in het geval dat zorgen blijven bestaan, of dit noodzakelijk is voor het bieden van passende hulp. In dit geval begint de verjaringstermijn van twee jaar opnieuw te lopen op het moment van hernieuwing van het signaal.
Een signaal dat wordt verwijderd uit de regionale MULTIsignaal wordt vervolgens tevens verwijderd uit de landelijke verwijsindex. Verwijderen betekent vernietigen of inactiveren. Indien een signaal wordt vernietigd worden alle digitale gegevens van het signaal gewist.
Een signaal kan ook worden geïnactiveerd. Een niet-actief signaal wordt maximaal vijf jaar bewaard in het historisch signalenarchief.
Een verzoek tot vernietiging van een signaal wordt door de signaleerder ingediend bij de convenantbeheerder. De convenantbeheerder besluit binnen vier weken over het verzoek tot vernietiging en geeft zo nodig opdracht tot vernietiging van een signaal.
Iedere signaleerder heeft het recht een verzoek tot vernietiging in te dienen conform lid 2 van dit artikel, inzake een signaal dat hij over een jongere heeft afgegeven, omdat naar zijn oordeel het signaal niet terecht is afgegeven2. Het signaal wordt in ieder geval vernietigd, indien:
de jongere de leeftijd van 23 jaar bereikt;
de jongere overlijdt.
Bezwaar zoals bedoeld in artikel 21 AVG en artikel 18 van dit convenant kan leiden tot het besluit van de verwerkingsverantwoordelijke om het signaal te vernietigen;
Een signaleringsbevoegde is bevoegd na het afgeven van een signaal een overzicht van inactieve signaleringen, gerelateerd aan het signaal over de jongere, te raadplegen. Deze bevoegdheid wordt toegekend voor de duur dat het betreffende signaal van de signaleringsbevoegde actief is.
III. Rechten van betrokkenen
Artikel 16. Recht op informatie, inzage en afschrift
Iedere betrokkene heeft het recht zich schriftelijk te wenden tot het College van B&W van de woon- of verblijfplaats van de jongere met het verzoek:
hem informatie te verschaffen over de verwerking van zijn persoonsgegevens in het kader van MULTIsignaal;
hem inzage in, en afschrift te geven van, zijn persoonsgegevens die in het kader van MULTIsignaal door of vanwege het college als de verwerkingsverantwoordelijke zijn verwerkt.
Het College van B&W reageert binnen vier weken op dit verzoek, door de gevraagde informatie te verschaffen dan wel xxxxxx en/of afschrift te verlenen. De reactie omvat in ieder geval:
het doel van MULTIsignaal;
de gegevens die m.b.t. de jongere zijn verwerkt;
de namen van de convenantpartijen of van anderen aan wie deze gegevens zijn verstrekt;
de herkomst van de gegevens;
de bewaartermijn(en);
een beschrijving van de rechten van betrokkene;
indien de verzoeker dit wenst, informatie over het elektronische systeem van de geautomatiseerde gegevensverwerking.
Informatie, inzage en afschrift kunnen alleen worden geweigerd, indien en voor zover dit noodzakelijk is in verband met:
de bescherming van de belangen van de jongere of van de rechten en vrijheden van anderen;
de veiligheid van de staat;
de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;
gewichtige economische en financiële belangen van de staat en van andere openbare lichamen;
het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften.
Artikel 17. Recht op verwijdering van gegevens
Xxxxxxxxxx heeft op grond van artikel 17 lid 3 van de AVG geen recht op verwijdering van de persoonsgegevens daar verwerking noodzakelijk is voor het nakomen van een in het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting.
Artikel 18. Bezwaar
De betrokkene kan bij de verwerkingsverantwoordelijke te allen tijde bezwaar maken tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens in MULTIsignaal in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden op grond van artikel 21 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Het bezwaar is slechts gegrond in geval verwerkingsverantwoordelijke niet kan aantonen dat er gerechtvaardigde gronden voor de verwerking bestaan die zwaarder wegen dan de gronden voor het bezwaar zoals aangevoerd door betrokkene
Het verantwoordelijke college geeft of de verantwoordelijke colleges geven binnen vier weken een gemotiveerd oordeel of het bezwaar gerechtvaardigd is. In het geval het bezwaar gerechtvaardigd is worden de gegevens van de betrokkene uit MULTIsignaal verwijderd. Indien betrokkene het niet eens is met het besluit op bezwaar, kan beroep worden ingesteld overeenkomstig Hoofdstuk 6 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Artikel 19. Uitoefening van de rechten door de jongere en zijn wettelijk vertegenwoordiger(s)
De rechten zoals beschreven in artikel 16, 17 en 18 worden uitgeoefend:
indien de jongere nog geen 12 jaar oud is, door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s);
indien de jongere al wel 12 maar nog geen 16 jaar oud is, door de jongere en de wettelijk vertegenwoordiger(s) gezamenlijk;
door de jongere zelf indien hij 16 jaar of ouder is.
Indien een jongere naar het oordeel van de signaleringsbevoegde, niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, worden de rechten die hem op grond van dit convenant toekomen, uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s).
Artikel 20. Kennisgevingsplicht van verwerkingsverantwoordelijke
Op grond van artikel 19 Algemene Verordening Gegevensbescherming heeft de verwerkingsverantwoordelijke de verplichting om de signaleringsbevoegden waarmee een match is ontstaan, op de hoogte te stellen van verwijdering van een signaal n.a.v. een gegrond bezwaar op grond van artikel 18 van dit convenant.
IV.Overige bepalingen
Artikel 21. Toetreding en opzegging
De bevoegdheid te beslissen over de toetreding van nieuwe convenantpartijen hebben de Colleges van B&W gedelegeerd aan de convenantbeheerder. Over de toetreding van een nieuwe convenantpartij beslist de convenantbeheerder, nadat hij in overleg is getreden met de betreffende gemeente(n).
Toetreding is slechts mogelijk indien de nieuwe convenantpartij werkzaam is in de domeinen jeugdhulp, gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, onderwijs of kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen, politie en justitie.
De convenantpartij wordt pas geacht te zijn toegetreden na ondertekening van de toetredingsovereenkomst tot dit convenant, en het opstellen van een organisatieprofiel.
Opzegging van het convenant door een convenantpartij of door een college van B&W geschiedt schriftelijk en met vermelding van de reden daarvan bij de convenantbeheerder(s) dan wel gemeentelijk coördinator(en). Hierbij geldt een opzegtermijn van een half jaar.
Indien de convenantmanager dat noodzakelijk acht kan worden besloten deelname van een convenantpartij te beëindigen. Beëindiging vindt gemotiveerd en schriftelijk plaats en is slechts mogelijk met instemming van alle colleges van B&W.
Art 22. Niet naleven verplichtingen verwijsindex
Indien een convenantpartij onvoldoende diens verplichtingen nakomt, voortvloeiend uit de geldende wet- en regelgeving en dit convenant, ten aanzien van het gebruik van MULTIsignaal, ontvangt deze convenantpartij een schriftelijke waarschuwing. Een dergelijke waarschuwing wordt enkel verzonden na instemming van het college van B&W van de gemeente waar de desbetreffende convenantpartij zijn hoofdvestiging heeft. In de waarschuwing wordt in ieder geval gemotiveerd vermeld het punt waarin de convenantpartij nalatig is. De convenantpartij krijgt in de waarschuwing minimaal 3 maanden de tijd te werken aan verbetering.
Indien de waarschuwing leidt tot onvoldoende verbetering kunnen de gezamenlijke colleges van B&W besluiten dit te melden bij de bevoegde toezichthouder van de gemeente(n) of regio(‘s). De betreffende convenantpartij wordt over deze melding schriftelijk geïnformeerd.
Artikel 23. Looptijd, wijziging en aanvulling van het convenant
Dit convenant wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Wijziging en aanvulling van dit convenant vindt schriftelijk plaats en is mogelijk met instemming van alle colleges van B&W. De wijziging wordt schriftelijk kenbaar gemaakt met vermelding van de beoogde ingangsdatum van de wijziging. Hierop geldt een bezwaartermijn van […]. Na het verstrijken van de bezwaartermijn maakt de wijziging onderdeel uit van het van toepassing zijnde convenant voor partijen. Indien de aanpassing een wetswijziging betreft dan is instemming op deze wijziging door de convenantpartijen niet nodig.
Periodiek vindt een evaluatie plaats om te bezien of bijstellingen van het convenant nodig zijn.
Bij wetswijzigingen beoordeelt de convenantbeheerder of het noodzakelijk is de tekst van het convenant aan te passen. Indien dit het geval is doet de convenantbeheerder de colleges en de convenantpartijen een voorstel tot aanpassing. Op deze aanpassing is lid 1 van toepassing.
Bijlage 1: Overzicht rollen en taken MULTIsignaal functionarissen
Het samenwerkingsconvenant maakt onderscheid in de volgende rollen m.b.t. MULTIsignaal:
Signaleerder
Matchregisseur
Instellingscoördinator / instantiebeheerder
Gemeentelijk coördinator
Convenantmanager
Functioneel Beheerder
Ad 1) Signaleerder
Een beroepskracht die zelf convenantpartij is (zzp), of die werkzaam is voor een organisatie, instelling of praktijk die convenantpartij is, en die hem bevoegd heeft verklaard tot het afgeven van een signaal in MULTIsignaal.
Ad 2) Matchregisseur
Een signaleerder met taak om er op toe te zien dat alle, bij de match betrokken, Signaleerders overleg voeren, afspraken maken over een samenhangend geheel van hulpverlening en deze ook daadwerkelijk uitvoeren. De matchregisseur is aangewezen door de gemeente of door signaleerders onderling.
Ad 3) Instellingscoördinator
De door het bevoegd gezag van een convenantpartij aangewezen functionaris die binnen de instelling werkzaam is, met als taak de contactgegevens van de signaleerders en afgegeven signalen te beheren en zo nodig aan te passen, zorgdragen voor een veilig en zorgvuldig gebruik van MULTIsignaal en het monitoren en bevorderen van het gebruik van MULTIsignaal.
Ad 4) Gemeentelijk coördinator
De gemeentelijk coördinator monitort en bevordert het gebruik van MULTIsignaal, onderhoudt de relatie met de lokale convenantpartijen, werft en doorloopt de aansluitprocedure bij de toetreding van nieuwe convenantpartijen en draagt zorg voor de beleidsmatige samenhang van MULTIsignaal met andere (lokale) initiatieven rondom vroegsignalering, preventie en multidisciplinaire samenwerking.
Ad 5) Convenantmanager
De functionaris die in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de colleges van B&W toeziet op de processen binnen MULTIsignaal, zo nodig voorstellen doet voor aanpassingen van de applicatie, is verantwoordelijk voor een eensluidende boodschap en communicatiemiddelen en onderhoudt contacten met; de beheerder van de Landelijke Verwijsindex, de Gebruikersvereniging van MULTIsignaal, gemeentelijk coördinatoren, gemeente-overstijgende convenantpartners en doorloopt de aansluitprocedure bij de toetreding van nieuwe regionale convenantpartners.
De Convenantmanager is tevens ontvanger van de door de Landelijke Verwijsindex gegenereerde Inverhuisberichten indien een jeugdige uit een andere convenantregio verhuist is naar een gemeente binnen de regio.
Ad 6) Functioneel Beheerder
De functionaris of persoon belast met het functioneel beheer van MULTIsignaal. De Functioneel Beheerder heeft het hoogste autorisatierecht in de regio, draagt middels een correcte configuratie zorg voor een goede werking van de applicatie en de verwerking van gegevens binnen de convenantregio. De Functioneel Beheerder voert op aanwijzing van de Convenantmanager wijzigingen door in de configuratie en is tevens voor de convenantregio eerstelijns helpdesk ten behoeve van alle verwijsindex functionarissen ter ondersteuning in het gebruik van de applicatie.
1 Dit zal zich bijvoorbeeld voordoen in de situatie dat de signaleringsbevoegde alleen contact heeft met ouders/verzorgers van de jongere en de signalering is gebaseerd op informatie verkregen uit die contacten.
2 De risico’s dan wel de daarmee verbonden belemmeringen blijken niet of in veel mindere mate aanwezig te zijn.