STATUTENWIJZIGING STICHTING
290214.01/JG/MB - 1 -
STATUTENWIJZIGING STICHTING
Xxxxx, tien mei tweeduizend tweeëntwintig, verscheen voor mij, mr. Xxxxxx Xxxx Xxxx Goes, notaris te Molenlanden:
xxxxxxx Xxxxx Xxxx, geboren te Ottoland op vijftien december negentienhonderd tweeënzeventig, werkzaam en te dezer zake domicilie kiezende te 0000 XX Xxxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx-xxxx 00 x, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx xx Xxxx, geboren te Harmelen op zes oktober negentienhonderd tweeënzestig (zich gelegitimeerd hebbende met een paspoort, afgegeven te Woerden, op vierentwintig juli tweeduizend achttien, nummer: NY5K04D32), wonende te 3446 XX Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 0, gehuwd,
die bij het geven van deze volmacht handelde als voorzitter van het College van Bestuur van de stichting: Fluenta Stichting voor Protestants-Christelijk Onderwijs in de regio Utrecht, statutair gevestigd te Nieuwegein, xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 30203875, hierna te noemen: ‘de stichting’, en deze stichting conform het bepaalde in artikel 8 lid 6 van haar statuten rechtsgeldig vertegenwoordigende.
Blijkende van gemelde volmachtgeving uit een onderhandse machtiging, welke machtiging aan deze akte is gehecht.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde dat de stichting werd opgericht bij akte van oprichting op eenendertig maart tweeduizend vijf en dat de statuten van de stichting laatstelijk zijn gewijzigd bij akte van statutenwijziging op negenentwintig maart tweeduizend zeventien, voor mr. W.C. Xxxxx, destijds notaris te Vianen, verleden.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde verder dat blijkens een aan deze akte gehechte kopie van het besluit van de Raad van Toezicht van de stichting is besloten de statuten te wijzigen en deze statuten geheel opnieuw vast te stellen.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde voorts dat ter zake deze statutenwijziging is voldaan aan alle statutaire voorschriften ter zake, zulks blijkende uit voornoemd besluit en bijgevoegde kopie van het advies over deze statutenwijziging van het College van Bestuur van de stichting, voornoemd, de dato acht april tweeduizend tweeëntwintig. Ter uitvoering van het bovenstaande verklaarde de verschenen persoon, handelend als gemeld, dat de huidige statuten bij deze komen te vervallen en thans zullen gelden de navolgende STATUTEN:
Naam en zetel Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Fluenta Stichting voor Protestants-Christelijk Onderwijs in de regio Utrecht. De stichting wordt ook ‘Fluenta’ genoemd.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Nieuwegein.
3. De stichting heeft haar werkgebied in de gemeenten Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Vijfheerenlanden en Utrechtse Heuvelrug.
4. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Grondslag Artikel 2
De stichting biedt vanuit haar (protestants-)christelijke identiteit kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan kinderen. De missie en visie worden uitgewerkt in het door het bestuur vast te stellen strategisch beleidsplan als bedoeld in artikel 13 lid 5 onder c.
Doel Artikel 3
De stichting stelt zich ten doel de bevordering van het (protestants-)christelijk primair onderwijs in de regio Utrecht. Zij tracht dit doel te bereiken door:
- oprichting en instandhouding van scholen voor primair onderwijs in het werkgebied van de stichting;
- het zoeken van samenwerking in alles wat tot de plaatselijke en algemene belangen van het
(protestants-)christelijk onderwijs behoort;
- het houden van vergaderingen;
en voorts met alle andere wettige middelen die tot het gestelde doel dienstig kunnen zijn.
Middelen Artikel 4
1. De geldmiddelen van de stichting worden verkregen uit bijdragen, subsidies, leningen, legaten, schenkingen, giften, erfstellingen en andere haar rechtmatig toekomende baten.
2. Erfstellingen kunnen slechts onder het recht van boedelbeschrijving worden aanvaard. Schenkingen en giften kunnen voorts alleen worden aanvaard indien daaraan geen voorwaarden verbonden zijn die bezwarend zijn voor het doel van de stichting of strijdig met de grondslag daarvan.
Organen Artikel 5
De stichting kent de volgende organen:
1. a. het College van Bestuur, zijnde het ‘bevoegd gezag’ in de zin van de Wet op het Primair Onderwijs, van de door de stichting in stand gehouden scholen, tevens het bestuur van de stichting.
x. xx Xxxx van Toezicht.
2. Het College van Bestuur, de Raad van Toezicht, alsmede de leden van deze organen, richten zich bij de vervulling van hun functie op het belang van de stichting en de scholen die daar onderdeel van zijn. De in de vorige volzin genoemde organen en personen richten zich voorts op het algemeen maatschappelijk belang dat het onderwijs heeft en de positie die dit onderwijs in de samenleving inneemt.
College van Bestuur Artikel 6
1. het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en van de door de stichting in stand gehouden scholen.
2. Het College van Bestuur bestaat uit een door de Raad van Toezicht met algemene stemmen vast te stellen aantal natuurlijke personen.
3. De leden van het College van Bestuur zijn op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst van de stichting, onverminderd het bepaalde in het achtste lid. Zij worden benoemd voor een periode als omschreven in hun overeenkomst.
4. De leden van het College van Bestuur worden door de Raad van Toezicht benoemd, waarbij één van de bestuursleden tot voorzitter van het College van Bestuur wordt benoemd. De leden van het College van Bestuur dienen grondslag en doel - als neergelegd in de artikelen 2 en 3 van deze statuten - van de stichting te onderschrijven.
5. Men houdt op lid van het College van Bestuur te zijn door overlijden, schriftelijke ontslagneming, ontslag en in alle gevallen waarin het betrokken lid het vrije beheer over zijn vermogen verliest.
6. De Raad van Toezicht voorziet zo spoedig mogelijk in een vacature binnen het College van Bestuur, conform een door de Raad van Toezicht vast te stellen procedure.
7. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van het College van Bestuur of van het enige lid daarvan, berust het bestuur van de stichting tijdelijk bij één of meer door de Raad van Toezicht - niet uit diens midden - aan te wijzen persoon of personen.
8. De Raad van Toezicht is bevoegd om, indien de situatie bedoeld in het zevende lid zich voordoet, een persoon of personen te benoemen die slechts voor bepaalde tijd als zodanig zal functioneren en dat doet op basis van een andere overeenkomst dan een arbeidsovereenkomst.
Onverenigbaarheden Artikel 7
De volgende personen kunnen niet worden benoemd als lid van het College van Bestuur:
a. personen die lid zijn van de Raad van Toezicht van de stichting of dat in een periode van vier jaar voorafgaande aan de benoeming zijn geweest;
b. personen die toezichthouder zijn bij een organisatie in een aanpalende onderwijssector die
actief is in hetzelfde voedingsgebied als waarin de stichting actief is;
c. echtgenoten of andere personen waarmee een in dienstverband bij de stichting werkzame persoon een duurzame huishouding voert;
d. personen die deel uitmaken van een medezeggenschapsraad van een school van de stichting of van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de stichting;
e. echtgenoten of andere personen waarmee een lid van een medezeggenschapsraad van een school van de stichting of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de stichting een duurzame huishouding voert;
f. personen die goederen en/of diensten leveren aan de stichting of een school van de stichting, dan wel in een managementfunctie werkzaam zijn bij een organisatie of instelling die dergelijke goederen en/of diensten levert;
g. personen waarvoor anderszins op grond van de Code goed bestuur een benoemingsonmogelijkheid geldt.
Vergaderingen en besluitvorming College van bestuur Artikel 8
1 Het College van Bestuur bestaat uit één lid of meerdere leden.
2 Indien het College van Bestuur uit slechts één lid bestaat (een éénhoofdig College van Bestuur) zijn van dit artikel onderstaand lid 3 tot en met lid 6 niet van toepassing. Van besluitvorming vanwege een éénhoofdig College van Bestuur wordt periodiek verslag opgemaakt.
3 Het College van Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander bestuurslid dit wenselijk acht. Een vergadering van het College van Bestuur vindt plaats op een wijze waarbij de deelnemers fysiek in persoon aanwezig zijn dan wel langs digitale weg hieraan deel kunnen nemen.
4 Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt in de volgende vergadering door het College van Bestuur vastgesteld.
5 Voor zover in de statuten niet anders wordt bepaald, worden alle besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen wordt over het betreffende voorstel, nadat de Raad van Toezicht is gehoord, in een volgende vergadering gestemd. Bij een herhaalde staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter van het College van Bestuur de doorslag.
6 Besluitvorming kan ook buiten de vergadering plaatsvinden, mits alle bestuursleden daarmee instemmen. Van de besluitvorming wordt zo spoedig mogelijk verslag opgemaakt, welk verslag in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld.
7 Het College van Bestuur neemt alle besluiten op in een register van besluiten.
8 Het College van Bestuur overlegt met de directeuren van de door de stichting in stand gehouden scholen in een periodiek te houden gezamenlijk directie-overleg alsmede in een periodiek te houden bilateraal overleg met de directeuren.
9 Een lid van het College van Bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging of besluitvorming over een aangelegenheid waarbij hij een persoonlijk belang heeft dat direct of indirect tegenstrijdig is met het belang bedoeld in artikel 5 lid 2. Indien het College van Bestuur als gevolg hiervan geen besluit kan nemen, wordt dat besluit genomen door de Raad van Toezicht.
Bestuurstaken en vertegenwoordigingsbevoegdheid College van Bestuur Artikel 9
1. Het College van Bestuur is bevoegd tot alle daden van beheer en bestuur, voor zover deze niet krachtens deze statuten bij de Raad van Toezicht berusten of aan enig goedkeuringsrecht van de Raad van Toezicht zijn onderworpen. In het bestuurs- en toezichtsreglement van de stichting kunnen hieromtrent nadere regels worden opgenomen.
2. Het College van Bestuur ziet erop toe dat het onderwijs overeenkomstig de grondslag van de stichting wordt gegeven. Het onderwijs omvat naast de wettelijk voorgeschreven vakken in elk geval levensbeschouwelijk onderwijs.
3. Het College van Bestuur ziet erop toe dat de te benoemen personeelsleden doel en grondslag van de stichting onderschrijven, en dat de taken in overeenstemming met doel en
grondslag worden verricht.
4. Wanneer het College van Bestuur uit meerdere personen bestaat worden de aandachtsgebieden onderling verdeeld. Deze verdeling wordt door het College van Bestuur openbaar gemaakt en toegevoegd aan de inschrijving in het Handelsregister.
5. Het College van Bestuur is bevoegd taken en bevoegdheden op of over te dragen aan personen binnen of buiten de in stand gehouden scholen respectievelijk locaties.
6. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 van deze statuten, vertegenwoordigt het College van Bestuur de stichting in en buiten rechte.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:
- de voorzitter van het College van Bestuur;
- twee gezamenlijk handelende leden van het College van Bestuur;
- degene die van de voorzitter van het College van Bestuur een volmacht (mandaat) daartoe heeft ontvangen.
7. Het College van Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt, met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Raad van Toezicht Artikel 10
1. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf tot zeven natuurlijke personen. De Raad van Toezicht stelt het aantal leden van deze raad vast.
2. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Raad van Toezicht met inachtneming van hetgeen de wet daarbij dwingend voorschrijft. In een door de Raad van Toezicht vast te stellen reglement worden ter zake nadere regels gesteld.
3. Voorwaarde voor benoeming is het onderschrijven van grondslag en doelstelling van de stichting, als omschreven in de artikelen 2 en 3 van deze statuten.
4. Elk lid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, volgens een door de Raad van Toezicht op te stellen rooster van aftreden. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaren; een tweede herbenoeming kan alleen indien een betrokkene een onvolledige periode in de raad heeft geparticipeerd. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt in elk geval indien een lid acht jaar zitting heeft gehad in deze raad, ongeacht wat diens plaats op het rooster van aftreden is of wat de reeds verstreken duur is van zijn zittingstermijn.
5. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt voorts door overlijden, schriftelijke ontslagneming, ontslag en in alle gevallen waarin het betrokken lid het vrije beheer over zijn vermogen verliest.
6. De Raad van Toezicht voorziet zo spoedig mogelijk in de vacatures. In geval van een of meer vacatures blijft de overblijvende Raad van Toezicht niettemin een geldige Raad van Toezicht.
7. De Raad van Toezicht kan, onder opgave van redenen en met een meerderheid van stemmen, besluiten een lid van de Raad van Toezicht te schorsen of te ontslaan. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen in een vergadering waarin alle leden die geen belet hebben aanwezig zijn, het te schorsen of te ontslane lid daarbij niet meegerekend.
8. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de Raad van Toezicht verzoekt het College van Bestuur binnen twee weken aan de rechtbank in welks rechtsgebied de stichting is gevestigd tot aanwijzing van een beletfunctionaris of meerdere beletfunctionarissen. De aangewezen beletfunctionaris of -functionarissen vervult of vervullen alle taken van de Raad van Toezicht.
9. In geval van ontstentenis van alle leden van de Raad van Toezicht heeft de aangewezen beletfunctionaris of hebben de aangewezen beletfunctionarissen voorts tot taak een Raad van Toezicht te benoemen met inachtneming van alle bepalingen ter zake uit deze statuten.
10. De Raad van Toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter.
Onverenigbaarheden lidmaatschap Raad van Toezicht
Artikel 11
1. De volgende personen worden uitgezonderd van het lidmaatschap van de Raad van Toezicht:
a. personen die in dienstverband bij de stichting werkzaam zijn, of dat de laatste vijf jaar zijn geweest;
b. echtgenoten of andere personen waarmee een in dienstverband bij de stichting werkzame persoon een duurzame huishouding voert;
c. personen die deel uitmaken van een medezeggenschapsraad van een school van de stichting of van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de stichting;
d. echtgenoten of andere personen waarmee een lid van een medezeggenschapsraad van een school van de stichting of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de stichting een duurzame huishouding voert;
e. personen die goederen en/of diensten leveren aan de stichting of een school van de stichting, dan wel in een managementfunctie werkzaam zijn bij een organisatie of instelling die dergelijke goederen en/of diensten levert;
f. personen waarvoor anderszins op grond van de Code goed bestuur een benoemingsonmogelijkheid geldt.
2. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat ten minste één lid geen kind heeft dat op een school zit die tot de stichting behoort.
Vergaderingen en besluitvorming Raad van Toezicht Artikel 12
1. De Raad van Toezicht vergadert ten minste viermaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt. Een vergadering van de Raad van Toezicht vindt plaats op een wijze waarbij de deelnemers fysiek in persoon aanwezig zijn dan wel langs digitale weg hieraan deel kunnen nemen.
2. De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden in de regel bijgewoond door (de voorzitter van) het College van Bestuur.
3. De Raad van Toezicht kan besluiten tot een vergadering buiten aanwezigheid van (de voorzitter van) het College van Bestuur.
4. De agenda van de vergaderingen worden door de voorzitter na overleg met het College van Bestuur vastgesteld.
5. De oproeping tot de vergadering wordt uit naam van, en in overleg met de voorzitter verzorgd door het College van Bestuur, tenzij de voorzitter anders besluit. De oproeping geschiedt - behoudens spoedeisende gevallen - schriftelijk en ten minste zeven dagen (de dag van de vergadering en de dag van de versturing van de stukken niet meegerekend) voor de vergadering en gaat vergezeld van de agenda en van de eventueel te bespreken stukken. Versturing van stukken geschiedt, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is, langs digitale weg.
6. De Raad van Toezicht kan rechtsgeldige besluiten nemen wanneer ten minste twee/derde (2/3e) van het aantal leden ter vergadering aanwezig is. Besluiten worden genomen met een gewone meerderheid van stemmen, behoudens de situaties bedoeld in artikel 17 lid 3 en 4 en artikel 18 lid 1.
7. Een lid van de Raad van Toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en/of besluitvorming binnen deze raad over een aangelegenheid waarbij hij een persoonlijk belang heeft dat direct of indirect tegenstrijdig is met het belang bedoeld in artikel 5, lid 2 van de statuten. Indien als gevolg hiervan door de Raad van Toezicht geen besluit kan worden genomen, neemt deze raad dit besluit toch, onder vermelding in het verslag van alle overwegingen die hieraan ten grondslag liggen.
8. Over zaken wordt mondeling en over personen schriftelijk gestemd. Ieder lid van de Raad van Toezicht heeft één stem. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan. Deelnemers die digitaal aan een vergadering deelnemen kunnen mondeling stemmen over aangelegenheden waarover schriftelijk wordt gestemd door de deelnemers die in persoon bij deze vergadering aanwezig zijn.
9. Bij het herhaald staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter van de Raad van
Toezicht de doorslag.
10. Verslaglegging van de vergaderingen van de Raad van Toezicht vindt plaats vanuit het secretariaat van de stichting door middel van een verslag op hoofdpunten en een besluitenlijst. De Raad van Toezicht kan hiervan afwijken. De Raad van Toezicht houdt voorts een register bij waarin alle besluiten van deze raad, met inbegrip van de verleende goedkeuringen aan het College van Bestuur, opgenomen zijn.
11. De Raad van Toezicht vergadert in beslotenheid. Alleen op uitnodiging van de voorzitter kunnen derden aanwezig zijn bij de vergadering of een deel daarvan.
Taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht Artikel 13
1. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van grondslag en doelstelling van de stichting, alsmede op het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht adviseert het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 9 lid 6 van deze statuten, wordt de stichting door de Raad van Toezicht vertegenwoordigd in geval de positie of betrokkenheid van één of meer leden van het College van Bestuur zich verzet tegen vertegenwoordiging door of vanuit het College van Bestuur. De Raad van Toezicht vertegenwoordigt de stichting voorts in die situaties waarbij deze raad handelt als de werkgever van het College van Bestuur of de leden daarvan.
3. De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van het College van Bestuur, en stelt hun arbeidsvoorwaarden vast.
4. De Raad van Toezicht stelt na verkregen schriftelijk advies van het College van Bestuur het bestuurs- en toezichtsreglement van de stichting vast. Dit reglement bevat nadere regels over de inrichting van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, alsmede over de wijze waarop het bestuur over de stichting wordt gevoerd en het toezicht daarop wordt uitgeoefend.
5. Goedkeuring door de Raad van Toezicht is vereist voor besluiten van het College van Bestuur met betrekking tot:
a. het vaststellen van de begroting en van wijzigingen van de begroting;
b. het vaststellen van de jaarrekening, het treasurystatuut en het jaarverslag;
c. het vaststellen van het strategisch beleidsplan, de meerjarenbeleidsplannen en het jaarplan;
d. het stichten, opheffen, fuseren of afsplitsen van delen van scholen, daaronder mede verstaan het aangaan/beëindigen van duurzame samenwerkingsrelaties met derden;
e. ingrijpende reorganisaties, waaronder in ieder geval moet worden verstaan het gelijktijdig of binnen een kort tijdbestek beëindigen van de arbeidsovereenkomsten dan wel ingrijpend wijzigen van de arbeidsvoorwaarden van meer dan tien procent (10%) van het in dienst van de stichting zijnde personeel, niet volgend uit de collectieve arbeidsovereenkomst (cao);
f. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;
g. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt;
h. aangaan van geldleningen, conform de geldende procuratieregeling, vast te stellen door de Raad van Toezicht;
i. een aanvraag van faillissement of surséance van betaling.
6. De Raad van Toezicht benoemt de accountant.
Informatieverschaffing Artikel 14
1. Het College van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. De informatieverstrekking omvat in ieder geval:
- jaarlijks de opbrengsten (resultaten) zoals gedefinieerd worden in overleg tussen College van Bestuur en Raad van Toezicht;
- de meerjarenbegroting met inbegrip van de meerjarenpersoneelsbegroting en de meerjaren-investeringsbegroting;
- de begroting;
- de jaarrekening en het jaarverslag waarin opgenomen het bestuursverslag;
- periodieke rapportages ten aanzien van de hoofdlijnen van beleid en voor de stichting relevant geachte kengetallen;
en voorts alle informatie die de Raad nodig acht om zijn functie goed te kunnen uitoefenen.
2. De Raad van Toezicht kan zich, voor rekening van de stichting, doen bijstaan door derden, of zich door derden laten adviseren.
Boekjaar en jaarstukken Artikel 15
1. Het boekjaar en het stichtingsjaar van de stichting zijn gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het College van Bestuur brengt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een financieel jaarverslag uit. Deze omvat ten minste een balans en een staat van baten en lasten.
3. De jaarrekening wordt vergezeld van een verklaring van een door de Raad van Toezicht aangewezen accountant.
Huishoudelijk reglement Artikel 16
Het College van Bestuur is bevoegd ten behoeve van de stichting een huishoudelijk reglement vast te stellen. Dit reglement behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht en mag niet strijdig zijn met de wet of deze statuten.
Wijziging statuten Artikel 17
1. Het College van Bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen, na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht.
2. Een voorstel tot goedkeuring van een statutenwijziging dient door het College van Bestuur ten minste drie weken voor de beslissende vergadering te worden gedaan aan de Raad van Toezicht.
3. Behoudens het bepaalde in het vierde lid dient een besluit tot goedkeuring van een statutenwijziging door de Raad van Toezicht te worden genomen met een meerderheid van twee/derde deel der uitgebrachte geldige stemmen in een speciaal tot dit doel bijeengeroepen vergadering, waarin ten minste twee/derde van de leden van de Raad van Toezicht die geen belet hebben aanwezig zijn.
4. Tot wijziging van de artikelen 2, 3 en 4 van deze statuten alsmede van dit lid kan slechts worden besloten met goedkeuring van de Raad van Toezicht, waarbij dit goedkeuringsbesluit is genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle leden van de Raad van Toezicht die geen belet hebben aanwezig zijn. In zodanig geval mag er geen sprake zijn van vacatures in de Raad van Toezicht.
5. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
Het College van Bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel.
Ontbinding en vereffening Artikel 18
1. De stichting kan worden ontbonden bij besluit van het College van Bestuur na voorafgaand verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht. Een goedkeuringsbesluit als bedoeld in de vorige volzin wordt met algemene stemmen genomen in een vergadering waarin alle leden van de Raad van Toezicht die geen belet hebben aanwezig zijn.
2. Een besluit tot ontbinding wordt tevens geacht een besluit tot vereffening te zijn.
3. De vereffening geschiedt door het College van Bestuur.
4. Het College van Bestuur stelt, na verkregen goedkeuring van de Raad van Toezicht, de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast, met dien verstande dat dit saldo bestemd is voor een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als de stichting.
Artikel 19
1. De Raad van Toezicht kan één of meer reglementen vaststellen waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
Slotbepaling Artikel 20
In gevallen waarin de wet, de statuten, het bestuurs- en toezichtsreglement of enig ander reglement van de stichting niet voorzien, beslist het College van Bestuur, na verkregen advies van de Raad van Toezicht.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Deze akte is in minuut verleden te Molenlanden op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is aan haar opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de akte een concept-akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en te zijn gewezen op de gevolgen die voor partijen uit de akte voortvloeien.
Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT