Cao Regeling Vervroegd Uittreden MN Services
Cao Regeling Vervroegd Uittreden MN Services
1 januari 2022 – 31 december 2025
Partijen
De ondergetekenden
MN Services NV, gevestigd te Den Haag, enerzijds
en
De Unie, gevestigd te Culemborg, FNV, gevestigd te Utrecht,
hierna te noemen vakorganisaties, anderzijds
verklaren de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst ten aanzien van de RVU regeling te hebben gesloten.
Inleiding
In het landelijk Pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt om meer maatwerk mogelijk te maken in het arbeidsvoorwaardelijk pensioen. Onderdeel van deze maatwerkafspraken is het bieden van meer keuzemogelijkheden om eerder te kunnen stoppen met werken. Dit is onder andere vastgelegd in de
‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ (hierna: “de wet”). In de wet is tijdelijk de pseudo eindheffing bij vervroegd uittreden versoepeld.
MN en vakorganisaties FNV en de Unie hebben op basis van de bovenstaande wet afspraken met elkaar gemaakt en vastgelegd in deze RVU regeling. De RVU regeling is bedoeld als tijdelijke overgangsmaatregel om werknemers die niet of niet tijdig hebben kunnen anticiperen op de stijgende AOW leeftijd een keuzemogelijkheid te geven. Deze werknemers kunnen (maximaal) 36 maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken met een financiële tegemoetkoming van de MN.
Omdat de RVU regeling een afwijkende (langere) looptijd heeft dan de Cao MN, wordt deze apart aangemeld als Cao. In deze RVU regeling is beschreven wanneer de werknemer aanspraak kan maken op de RVU regeling, hoe hoog de uitkering is en welke voorwaarden verder gelden.
Artikel 1 – Definities
In deze RVU regeling worden geacht te zijn opgenomen de definities als omschreven in de cao van MN Services. Verder wordt ter verduidelijking en/of in afwijking van en in aanvulling op die definities verstaan onder:
1. RVU regeling: de RVU- cao van MN Services
2. AOW-gerechtigde leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd, zoals bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
3. Werknemer: de werknemer in de zin van de cao van MN Services met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd ;
4. RVU-regeling: In afwijking van de wettelijke definitie (Wet op de loonbelasting 1964) wordt voor toepassing van deze cao onder een regeling voor vervroegde uittreding verstaan: de tijdelijke regeling die voorziet in een of meer uitkeringen in de periode van 36 maanden vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die in totaal niet hoger zijn dan het bedrag genoemd in artikel 32ba lid Wet op de loonbelasting 1964 (in 2022 € 1.874,- bruto per maand) vermenigvuldigd met het op hele maanden naar boven afgeronde aantal maanden tussen de eerste uitkering in die periode en het bereiken van die AOW- gerechtigde leeftijd.
5. RVU Uitkering: het bedrag dat werknemer maandelijks van de werkgever ontvangt en wat werknemer en de werkgever vastleggen in de vaststellingsovereenkomst.
6. Vaststellingsovereenkomst: overeenkomst waarin afspraken worden vastgelegd over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de voorwaarden waaronder de werknemer deelneemt aan de tijdelijke RVU regeling.
7. Geschillencommissie: Samengesteld uit één vertegenwoordiging vanuit werkgever, één vanuit werknemer en één vertegenwoordiging aangewezen door cao-partijen.
8. De werkgever: MN Services NV
Artikel 2 - Deelname regeling
1. Deelname aan de RVU regeling staat open op basis van afspraken tussen werknemer en de werkgever waarbij wederzijdse vrijwilligheid en geen onaanvaardbare risico’s voor bedrijfscontinuïteit is onderkend om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toepassing van deze regeling. De minimale eisen waaraan de werknemer moet voldoen zijn:
1. in de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 heeft de werknemer op de datum van deelname aan de RVU regeling een leeftijd bereikt die maximaal 36 maanden en minimaal 1 maand voor zijn AOW-gerechtigde leeftijd ligt, en;
2. de werknemer is direct voorafgaand aan de einddatum tenminste tien jaar in een dienstbetrekking bij de werkgever werkzaam geweest, en;
3. de werknemer doet tijdens de periode van deelname aan de RVU regeling geen beroep op een loon vervangende uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW).
2. Geen recht op een uitkering heeft de werknemer die recht heeft op een WGA- en/of een IVA- en/of een ZW-uitkering en daarnaast geen loon uit arbeid ontvangt of een RVU uitkering via een andere werkgever heeft.
3. Deelname aan de RVU regeling is vrijwillig. De werknemer bepaalt zelf hoeveel maanden hij wil deelnemen aan de RVU regeling met een minimum van 6 maanden, tenzij de wettelijke periode korter is, en een maximum van 36 maanden.
4. De werkgever vindt het van belang dat de werknemer die deelneemt aan de RVU regeling zich bewust is van de financiële gevolgen daarvan. De werkgever adviseert de werknemer zich, voorafgaand aan de deelname, goed te laten voorlichten over de financiële gevolgen van deelname aan de regeling middels een financieel planningsgesprek met een deskundige / financieel adviseur. De door de werknemer benaderde financieel adviseur kan tot een bedrag van maximaal € 500,- exclusief BTW bij de werkgever declareren.
5. Uitgangspunt is dat de aanvraag van de werknemer wordt goedgekeurd. Als dit naar het oordeel van de werkgever leidt tot onaanvaardbare risico's voor (continuïteit in) de bedrijfsvoering kan de ingangsdatum in overleg met de werknemer naar een later moment worden verplaatst.
Artikel 3 - Duur, hoogte en uitbetaling uitkering
1. Aan de werknemer wordt een maandelijkse uitkering in de zin van deze regeling toegekend met ingang van de datum van deelname aan de RVU regeling. De uitkering wordt voor maximaal 36 maanden toegekend. Het aantal maanden waarop de werknemer recht heeft op een uitkering is aantal maanden tussen de eerste uitkering en het bereiken van die AOW-gerechtigde leeftijd, afgerond op hele maanden naar boven.
2. De maandelijkse bruto uitkering over een volle maand is gelijk aan het wettelijk van RVU-heffing vrijgestelde bedrag op het moment van betaling van de RVU uitkering.
3. Het toekennen van de RVU uitkering in de zin van deze regeling kan niet met terugwerkende kracht.
4. De uitkering wordt maandelijks door de werkgever aan de werknemer betaald, onder aftrek van de wettelijk verplichte inhoudingen, zoals de loonheffingen (loonbelasting en premies volksverzekeringen);
5. De werknemer ontvangt maandelijks een (digitale) specificatie van de betaalde uitkering en eenmaal per jaar een (digitale) jaaropgave.
6. In het geval dat deelname aan de overgangsmaatregel minder dan drie jaar vóór AOW-leeftijd in gaat, dan wordt het heffingsvrije bedrag naar rato (jaarbedrag) aangepast.
7. Het staat de werknemer vrij de uitkering naar eigen inzicht aan te vullen, bijvoorbeeld met eigen spaargeld of door zijn/haar ouderdomspensioen eerder te laten in gaan.
Artikel 4 – Anti-cumulatie
De arbeidsovereenkomst eindigt door deelname aan de RVU regeling. Er vindt geen cumulatie plaats met andere uitkeringen en betalingen vanwege de werkgever. De werknemer die deelneemt aan de RVU regeling heeft geen recht op:
- Transitievergoeding;
- Uitkeringen of verstrekkingen op basis van het geldende sociaal plan van de werkgever
- Gelijktijdige opname van xxxxxx in het kader van verlofsparen;
- Voortzetting van pensioenopbouw.
Cumulatie met de RVU-uitkering is mogelijk met ouderdomspensioen
Artikel 5 - Einde recht op uitkering
1. Het recht op RVU uitkering eindigt met ingang van de dag waarop de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
2. Het recht op RVU-uitkering eindigt vóór de in het eerste lid bedoelde datum als de werknemer:
a. Overlijdt, met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin het overlijden plaatsvond. De werkgever keert nog twee maanden de RVU uitkering ineens uit aan de nabestaanden;
b. tijdens de periode van deelname aan de RVU regeling een loon vervangende uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) of Ziektewet (ZW) ontvangt;
c. tijdens de duur van deelname aan de RVU regeling opnieuw een dienstbetrekking aanvaardt en wel met ingang van de eerste dag waarop hij in die dienstbetrekking werkzaam is, met uitzondering van vrijwilligerswerk waarvoor maximaal een vrijwilligersvergoeding wordt ontvangen als genoemd in artikel 2 lid 6 Wet op de loonbelasting 1964 (2021: € 1.800 bruto per jaar);
d. zich tijdens de duur van deelname aan de RVU regeling vestigt als ondernemer en inkomsten als zelfstandige uit deze onderneming verkrijgt, dan wel reeds voorafgaand aan deze datum was gevestigd als ondernemer, er inkomsten als zelfstandige uit deze onderneming worden verkregen en het aantal uren waarop werkzaamheden als zelfstandige worden verricht wordt verhoogd op of na de datum van vrijstelling van werk.
3. Het is niet mogelijk dat de werknemer die deelneemt aan de RVU regeling tijdens of na deelname aan de regeling weer werkzaamheden gaat verrichten voor de werkgever.
Artikel 6 - Aanvragen uitkering en verstrekken van gegevens
1. De werknemer die in aanmerking wenst te komen voor een uitkering op grond van deze regeling dient, indien mogelijk, minimaal zes maanden vóór de datum van deelname aan de RVU regeling een daartoe strekkende aanvraag in bij de werkgever. Als de werknemer opgebouwde en nog niet genoten verlofdagen heeft, dan neemt hij deze direct voorgaand aan deelname aan een RVU regeling op. Als een werknemer verlofdagen spaart in het kader van de verlofspaarregeling, dan neemt hij deze dagen direct voorafgaand aan deelname aan de RVU regeling op.
2. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij de werkgever die de aanvraag binnen vier weken honoreert, waarna de deelname aan de RVU regeling wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst die door de werkgever en de werknemer wordt ondertekend. Een kopie van de vaststellingsovereenkomst wordt in het personeelsdossier van de werknemer bewaard.
3. De werknemer en de werkgever verklaren zich akkoord met de op hen van toepassing zijnde rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze regeling.
4. Gedurende de looptijd van de uitkering is de werknemer verplicht om uit zichzelf dan wel op eerste verzoek van de werkgever alle informatie aan de werkgever te verstrekken waarvan hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat die van invloed is op het voortbestaan van het recht, de hoogte en de duur van de uitkering (zoals het aanvaarden van een dienstbetrekking en/of het verrichten van werkzaamheden als zelfstandige en/of het ontvangen van een (loon vervangende) uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) na de datum van deelname aan de RVU regeling).
Artikel 7 - Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering
1. De werkgever is bevoegd de uitkering in te trekken of te wijzigen indien de werknemer of zijn nabestaanden niet tijdig of volledige informatie verstrekken die gevolgen kan hebben voor hun uitkering, zoals een verandering in inkomen of door overlijden.
2. De werkgever is, onder andere bij het overtreden van artikel 6 lid 4, bevoegd de geheel of gedeeltelijk onverschuldigde uitkering terug te vorderen bij werknemer of zijn nabestaanden.
3. De werkgever stuurt de werknemer of nabestaanden bij wijziging, intrekken of terugvorderen van de uitkering een schriftelijk gemotiveerd besluit.
Artikel 8 - Hardheidsclausule
Indien de uitvoering van deze regeling naar oordeel van de werkgever in een afzonderlijk geval zou leiden tot een onbillijke situatie, kan de werkgever besluiten van de regeling af te wijken ten gunste van de betreffende werknemer.
In die gevallen waarin het reglement niet voorziet, handelt de werkgever naar de geest van de regeling (waarbij enig besluit van haar kant geen precedent zal scheppen voor andere situaties).
Artikel 9 - Looptijd
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2022 en eindigt van rechtswege op 31 december 2025 zonder dat opzegging is vereist. De doorlooptijd van de regeling is maximaal drie jaar na de einddatum, derhalve 31 december 2028.
Indien de RVU regeling afwijkt van de reguliere arbeidsvoorwaarden en regelingen, zoals opgenomen in de cao MN Services, prevaleert de RVU regeling. In gevallen waarin de RVU regeling niet voorziet, gelden de reguliere arbeidsvoorwaarden en regelingen van de cao MN Services. Indien deze daarin ook niet voorziet in betreffende situatie, treden partijen met elkaar in overleg.
Den Haag, januari 2022,
X. Xxxxxxxxx
Ah
De Unie De Unie
X. Xxxxxxx
Voorzitter Manager Ledenbelang
FNV Mn Services N.V.
W. Beens T.A.M. xxx Xxxxxx
Bestuurder HR Directeur