OVEREENKOMST
Bijlage bij raadsvoorstel inzake Huisvestingsmiddelen Het Nieuwe Lyceum.
OVEREENKOMST
Budgetovereenkomst ex art 76v Wet op het voortgezet onderwijs Projectfinanciering Renovatie Het Nieuwe Lyceum
Ondergetekenden:
de gemeente De Bilt , vertegenwoordigd door de heer A. J. Xxxxxxxxx, Burgemeester, die daartoe is gemachtigd op grond van het bepaalde in artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet en die handelt ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. 24 september 2015, hierna te noemen “de gemeente”,
en
de Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven gevestigd in De Bilt, ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel nr. 41186216 , bevoegd gezag van Het Nieuwe Lyceum, in De Bilt, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxx, rector/bestuurder, hierna te noemen “bevoegd gezag”,
Hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen”
Partijen overwegen het volgende:
1. de gemeente draagt ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo), Staatsblad 402, 1996, de zorg voor de onderwijshuisvesting op het grondgebied van de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder het bevoegd gezag vallende school voor voortgezet onderwijs Het Nieuwe Lyceum;
2. de gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 24 september 2015, mede op verzoek van het bevoegd gezag, besloten ten behoeve van de huisvestingsvoorziening van Het Nieuwe Lyceum met ingang van het jaar 2017 een jaarlijks bedrag voor de huisvestingskosten beschikbaar te stellen, zoals bedoeld in artikel 76v Wvo;
3. partijen hebben de huisvestingsbehoefte van Het Nieuwe Lyceum nader onderzocht en hebben overeenstemming bereikt over een investeringsplan, dat voorziet in een gedeeltelijke vervanging, uitbreiding en gedeeltelijke renovatie van het bestaande gebouwencomplex. De uitvoering van dit plan zal naar het oordeel van partijen kunnen voorzien in de huisvestingsbehoefte van Het Nieuwe Lyceum voor de middellange termijn;
4. partijen hebben bij de bepaling van de jaarlijkse vergoeding als bedoeld in art 76v Wvo afstand willen nemen van de uitkeringsmethodiek van het Rijk, die aan de gemeente een vergoeding voor de onderwijshuisvesting verstrekt als onderdeel van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Voor de tussen partijen overeengekomen vergoeding is als maatstaf gehanteerd de financieringslast van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van het onder 3. bedoelde investeringsplan;
5. partijen wensen bij deze overeenkomst te komen tot een nadere afspraak over de wijze van uitvoering van het investeringsplan, de onderlinge rolverdeling daarbij, alsmede de wijze van financieren van de met deze plannen gemoeide kosten. Zij geven daarbij voor dit project toepassing aan de mogelijkheid zoals bedoeld in artikel 76v Wvo, welke ook wel wordt aangeduid met de term 'doordecentralisatie' of ‘budgetovereenkomst’;
Partijen komen het volgende overeen:
Artikel 1. Definities en interpretatie
Onder de volgende begrippen in deze overeenkomst wordt verstaan:
“ Bevoegd gezag” : de rechtspersoon, die ingevolge art 49 eerste lid Wvo verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit en de continuïteit van het aan de school verzorgde onderwijs; voor deze overeenkomst: Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven;
“ School” : de instelling voor op grond van de Wvo bekostigd onderwijs; voor deze overeenkomst: Het Nieuwe Lyceum;
“ Terrein” : het in juridisch eigendom aan de gemeente en het in economisch eigendom aan het bevoegd gezag toebehorende terrein , waarop het schoolgebouw is gevestigd, gelegen aan de Xxx Xxxxxxxxx te Bilthoven en zoals nader omschreven in bijlage 1 van deze overeenkomst;
“ Gebouwen” : de voor de huisvesting van de leerlingen van de school bestaande en nog op te richten opstallen en inrichtingen, gelegen op het terrein ten behoeve van Het Nieuwe Lyceum;
“ Vergoeding” : de jaarlijks door de gemeente aan het bevoegd gezag te betalen financiële bijdrage in de investeringskosten,
“Project”: het ontwerp en realisatie van de uitbreiding, gedeeltelijke vervanging en gedeeltelijke renovatie van de gebouwen ten behoeve van Het Nieuwe Lyceum;
Artikel 2. Doel overeenkomst
1. Door middel van deze overeenkomst leggen partijen de voorwaarden vast, waaronder zij bereid zijn tot gedeeltelijke renovatie, gedeeltelijke vervanging en uitbreiding van Het Nieuwe Lyceum te Bilthoven, alsmede de financiering hiervan.
2. Hoewel partijen bij de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst eigen taken hebben, zullen ze bij het vervullen daarvan zoveel mogelijk rekening houden met de gerechtvaardigde belangen en wensen van de wederpartij.
3. Partijen informeren elkaar gevraagd en ongevraagd zonder uitstel over zaken die verband kunnen houden met het project.
Artikel 3. Uitgangspunten
1. De ontwikkeling en realisatie van het investeringsplan, zoals bedoeld in artikel 5, zal plaatsvinden met inachtneming van:
- de Wet voortgezet onderwijs
- de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente De Bilt 2014
- de bepalingen van deze overeenkomst en bijlagen;
- het voor de locatie van de school geldende bestemmingsplan
- het raadsbesluit van 24 september 2015 en bijbehorende moties en openbare toezeggingen.
Ingeval van tegenstrijdigheid prevaleren de in dit artikel genoemde documenten in volgorde van vermelding. Tenzij in een lagere prioriteit aangegeven het uitgangspunt van dwingendrechtelijke aard is waarvan niet kan worden afgeweken.
2. Partijen zijn van oordeel dat de afspraken, gemaakt met deze overeenkomst, niet in strijd zijn met wet en regelgeving in het bijzonder de aanbestedings- en mededingingsregelgeving, alsmede de Wet voortgezet onderwijs en de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs De Bilt 2014. Mocht op enig moment vast komen te staan dat één of meerdere afspraken wel hiermee in strijd zijn en een partij dan wel partijen gezamenlijk, gelet op deze strijdigheid door derden, genoodzaakt worden de overeenkomst aan te passen, zullen partijen hun afspraken zodanig wijzigen dat een situatie wordt bereikt die zo veel mogelijk overeenkomt als geregeld en beoogd met deze overeenkomst.
Artikel 4 Bouwheerschap
Het bevoegd gezag draagt het bouwheerschap voor het investeringsplan in overeenstemming met het bepaalde in artikel 76n WVO niet over aan de gemeente. Het bevoegd gezag zal het investeringsplan ten behoeve van het Nieuwe Lyceum als bouwheer voor eigen rekening en risico realiseren.
Artikel 5 Investeringsplan, planning realisatie
1. Het investeringsplan omvat de volgende onderdelen, gebaseerd op het ontwerp van Architectenbureau Sluijmer en van Leeuwen BV:
a) vervanging van de bestaande gymzaal exclusief kleedruimten (BVO 424 m2)
b) renovatie en hernieuwbouw van het middengebied (BVO 2344 m2)
c) gevelrenovatie
d) revitalisatie oudbouw (BVO 3258 m2)
In dit investeringsplan zijn geen werkzaamheden opgenomen voor de vleugel 50 (bouwjaar 1995- 1997) het muzieklokaal en het Junior Studiehuis uit 2008.
2. De realisatie van het investeringsplan verloopt in de volgende fasering: bouwvoorbereiding (ca 19 maanden) en bouwtijd (15 maanden); de beoogde planning:
1) start voorbereiding: 1 november 2015
2) start bouw: 1 juni 2017
3) oplevering: 1 september 2018
De bouwactiviteiten vinden plaats bij “going concern”: de lessen gaan in de overige gebouwdelen gewoon door. Bij de planning van de werkzaamheden spelen de schoolvakanties een belangrijke rol en om die reden zal het bouwproces strak geprogrammeerd worden. In de bouwperiode blijven de huidige noodlokalen gewoon in gebruik; daarnaast is een extra tijdelijke huisvesting met 6 lokalen nodig om de bouwwerkzaamheden te kunnen uitvoeren. De Gemeente zal de tijdelijke huisvesting van 6 lokalen ter beschikking stellen aan de Melkweg te Bilthoven, dan wel in andere beschikbare bestaande onderwijshuisvesting. Indien het bevoegd gezag kiest voor een andere optie dan de door de gemeente beschikbaar gestelde bestaande tijdelijke huisvesting, komen deze kosten voor rekening van het bevoegd gezag.
3. Het bevoegd gezag zal de gemeente informeren indien wordt afgeweken van de in het vorige lid genoemde mijlpalen en zal de gemeente tevens informeren over de te nemen of reeds genomen acties bij (dreigende) vertraging.
Artikel 6 Randvoorwaarden renovatie, gedeeltelijke vervanging en uitbreiding
Het bevoegd gezag zal met de uitvoering van het investeringsplan de capaciteit van het gebouw brengen op een omvang waarmee het geschikt is voor de huisvesting van 1050 leerlingen. Het gebouw omvat na oplevering in elk geval het met dit leerlingaantal corresponderende aantal vierkante meters, zoals bepaald in de toepasselijke ruimtenormering in Bijlage III, Deel B van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs De Bilt 2014.
Artikel 7 Samenwerking; toetsing bouwplan
Het bevoegd gezag zal de in de fase van de bouwvoorbereiding op te stellen documenten, zoals het programma van eisen, het schetsontwerp, het voorlopig en definitief ontwerp, ter beoordeling voorleggen aan de gemeente. De gemeente adviseert de voorgelegde plannen aan de in de voorgaande artikelen genoemde uitgangspunten en randvoorwaarden. Deze advisering laat onverlet de beoordeling door de gemeente in verband met de benodigde omgevingsvergunning of eventuele andere benodigde publiekrechtelijke vergunningen, toestemmingen of ontheffingen. Het advies van de gemeente is niet bindend en doet niet af aan hetgeen gesteld in artikel 4 van deze overeenkomst dat het bevoegd gezag het project voor eigen rekening en risico realiseert.
Artikel 8 Doordecentralisatie
1. Partijen geven middels deze overeenkomst toepassing aan het bepaalde in artikel 76v Wet voortgezet onderwijs. De gemeente zal derhalve aan het bevoegd gezag jaarlijks een bedrag aan huisvestingskosten betalen ten behoeve van een aantal huisvestingsvoorzieningen. Met het jaarlijkse bedrag zal het bevoegd gezag kunnen voorzien in haar huisvestingsbehoefte gedurende de looptijd van deze overeenkomst, hetgeen tot gevolg heeft dat het bevoegd gezag gedurende de looptijd geen aanvragen meer kan doen voor huisvestingsvoorzieningen met uitzondering van de voorzieningen genoemd in lid 4 van dit artikel.
2. De in het eerste lid bedoelde huisvestingsvoorzieningen, zoals omschreven in artikel 2 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente de Bilt, betreffen:
a. nieuwbouw van een gebouw waarin een school is gehuisvest, al dan niet op dezelfde locatie;
b. gehele of gedeeltelijke ingebruikneming van een bestaand gebouw ten behoeve van de huisvesting van een school;
c. terrein voor zover benodigd voor de realisering van de hierboven omschreven voorzieningen;
d. herstel van een constructiefout bestaande uit schade aan de gebouwen na oplevering van het in artikel 6 bedoelde investeringsplan veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf, evenals uit kosten gemoeid met het voorkomen van nog niet manifest geworden materiële schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie;
3. Het bevoegd gezag maakt voor de in het tweede lid bedoelde voorzieningen voor Het Nieuwe Lyceum gedurende de looptijd van deze overeenkomst geen aanspraak op vergoedingen van de gemeente op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente de Bilt zoals genoemd in het vorige lid onder a, b, c, en d.
4. Ten aanzien van de volgende huisvestingsvoorzieningen kan het bevoegd gezag bekostiging aanvragen bij de gemeente, een en ander conform de procedure zoals deze is voorgeschreven in de vigerende Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente de Bilt:
a. uitbreiding van een gebouw waarin een school is gehuisvest;
b. verplaatsing van een of meer bestaande noodlokalen ten behoeve van de huisvesting van een school;
c. herstel en vervanging in verband met schade aan het gebouw, onderwijsleerpakket of leer en hulpmiddelen en meubilair ingeval van bijzondere omstandigheden;
d. inrichting met onderwijsleerpakket voor vwo, avo en vbo: of met leer- en hulpmiddelen voor zover deze nog niet eerder voor bekostiging van rijks- of gemeentewege in aanmerking is gebracht;
e. inrichting met meubilair voor zover deze nog niet eerder voor bekostiging van rijks- of gemeentewege in aanmerking is gebracht.
f. herstel van een constructiefout bestaande uit schade aan de gebouwen voorafgaande aan oplevering van het in artikel 6 bedoelde investeringsplan en te allen tijden betreffende de gebouwdelen die niet in het investeringsplan betrokken zijn, veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf, evenals uit kosten gemoeid met het voorkomen van nog niet manifest geworden
4
materiële schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie; aanspraken van het bevoegd gezag op vergoeding van asbestsanering laat deze overeenkomst onverlet. In het geval dat het bevoegd gezag de aanwezigheid van asbest constateert zal zij een spoedaanvraag conform het bepaalde in hoofdstuk 3 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente De Bilt doen. De gemeente zal op basis van het bepaalde in de Wet Voortgezet onderwijs en de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente De Bilt een besluit nemen op deze spoedaanvraag;
g. herstel en vervanging in verband met schade aan een gebouw ingeval van bijzondere omstandigheden.
5. Partijen komen overeen dat zij met uitvoering van deze overeenkomst afzien van elke vordering/claim op grond van achterstallig onderhoud aan het terrein en/of de gebouwen. Voor zover sprake van achterstallig onderhoud komen Partijen overeen dat dit door middel van uitvoering van het Project afdoende wordt opgelost. Dit laat onverlet de wettelijke verplichting van het bevoegd gezag op grond van artikel 76q WVO het gebouw en het terrein behoorlijk te gebruiken en te onderhouden.
Artikel 9 Verplichtingen gemeente: beschikbaarstelling vergoedingen
1. Ter dekking van de in het investeringsplan begrote kosten, verplicht de gemeente zich tot betaling van een jaarlijks bedrag aan het bevoegd gezag volgens de systematiek zoals omschreven in de door partijen geaccordeerde bijlage 2 bij deze overeenkomst.
2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt voor periode van 2017 tot en met 2046 vastgesteld volgens een reeks vaste vergoedingen. De bedragen zijn naar het oordeel van partijen zodanig vastgesteld dat het bevoegd gezag daarmee financiering kan vinden voor de rente- en aflossingsverplichtingen van een door het bevoegd gezag aan te gane geldlening.
3. De gemeente verstrekt op eerste verzoek van het bevoegd gezag een gemeentegarantie voor de totale door het bevoegd gezag aan te gane lening. Het bevoegd gezag legt de offerte van de door hem aan te gane lening ter goedkeuring voor aan de gemeente. Partijen hanteren daarbij als leenplafond het bedrag dat geleend kan worden op grond van de in de bijlage genoemde jaarlijkse vergoeding.
5. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt in vier gelijke termijnen jaarlijks, uiterlijk op de twintigste van de maand, voor het eerst op 20 januari 2017 beschikbaar gesteld door storting op het bankrekeningnummer van het bevoegd gezag.
6. Indien de gemeente niet tijdig betaalt, is zij zonder nadere ingebrekestelling een vertragingsrente verschuldigd ter hoogte van de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag dat het bedrag verschuldigd is. Betalingen geschieden door de gemeente zonder enig beroep op verrekening, korting of schuldvergelijking.
Artikel 10 Duur van de overeenkomst; evaluatie en aanpassing jaarlijkse vergoeding
1. Deze overeenkomst geldt voor bepaalde tijd en treedt in werking op 1 januari 2016 en loopt tot en met 31 december 2046.
2. De jaarlijkse vergoeding als bedoeld in artikel 9 zal door de gemeente in elk geval in de omvang en de periode worden uitgekeerd, zoals vastgelegd in de bij deze overeenkomst behorende bijlage. De omvang van deze vergoeding kan in overleg en met schriftelijke instemming van partijen worden aangepast, indien en voor zover partijen nieuwe investeringen voor de adequate huisvesting van de school noodzakelijke achten. De jaarlijkse vergoeding zal alsdan worden bepaald aan de hand van de investeringslasten op basis van een door het bevoegd gezag op te stellen investeringsplan. Een overleg tot een aanpassing van de jaarlijkse vergoeding zal in elk geval plaats vinden na ommekomst van een periode van 25 jaar na het aangaan van deze overeenkomst.
Artikel 11 Ontbinding vanwege gebrek aan financiering en vanwege aanbestedingsresultaat
1. Indien het bevoegd gezag niet binnen 12 maanden na het aangaan van deze overeenkomst een naar zijn oordeel passend aanbod van een geldverstrekker heeft gevonden, kan het bevoegd gezag de ontbinding van deze overeenkomst inroepen.
2. Indien na aanbesteding van het investeringsplan geen gunning kan plaatsvinden, die naar oordeel van het bevoegd gezag past binnen de beschikbare financieringsruimte, kan het bevoegd gezag de ontbinding van deze overeenkomst inroepen.
3. In het geval het bevoegd gezag ontbinding zoals in voorgaande leden bedoeld overweegt, maakt het bevoegd gezag dit kenbaar aan de gemeente. Partijen treden daarop in overleg om te bezien of door een aanpassing van de in de overeenkomst neergelegde afspraken alsnog de met het investeringsplan beoogde doelstelling kan worden bereikt. Ontbinding wordt slechts ingeroepen, indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt.
Artikel 12 Beëindiging van de overeenkomst; afrekening restantboekwaarde
1. Partijen sluiten de tussentijdse beëindiging van de overeenkomst uit, behoudens ontbinding wegens tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en onverminderd dwingendrechtelijke bepalingen, waaronder de art 6:2, 6:248, 6: 258, 6:259, 6:260 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Indien partijen toepassing geven aan het bepaalde in artikel 76u Wvo (onttrekking onderwijsbestemming) zal het bevoegd gezag het terrein en de gebouwen in eigendom overdragen aan de gemeente, voor zover de gemeente daarop ingevolge de onderwijswetgeving en het bepaalde in artikel 8 van deze overeenkomst aanspraak kan maken (zgn economisch claimrecht).
3. De gemeente zal bij de overdracht van de eigendom als bedoeld in het vorige lid aan het bevoegd gezag de restantboekwaarde vergoeden, uitgaande van de in bijlage genoemde investeringskosten en een annuïtaire afschrijving over 40 jaren.
Artikel 13 Toepasselijkheid zgn. ‘economisch claimrecht’
Met deze overeenkomst beogen partijen geen wijziging te brengen in de in de wet en daarop steunende verordening opgenomen bepalingen ten aanzien van de eigendom en beschikkingsmacht van gebouwen en terreinen, als bedoeld in de artikelen 76q, 76r, 76s en 76u Wvo (zgn. economisch claimrecht). Partijen stellen vast dat de in bijlage van deze overeenkomst beschreven eigendomsrechten getrouw en volledig zijn beschreven.
Artikel 14 Verbod overdracht aan derden
Partijen zijn niet gerechtigd de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst aan een derde over te dragen, behoudens schriftelijke toestemming van alle partijen.
Artikel 15 Communicatie en publiciteit
1. Partijen zijn ermee bekend dat deze overeenkomst in het kader van de aanbesteding financieel gevoelige informatie bevat. Partijen zullen deze informatie geheim houden. Partijen zijn bekend met het belang van de opinie van de omgeving en zullen zich tot het uiterste inspannen deze opinie positief te beïnvloeden.
2. Partijen verstrekken geen informatie aan derden over de inhoud van deze overeenkomst.
3. Partijen zullen slechts, na voorafgaand onderling overleg, overgaan tot communicatie over of publicatie van de totstandkoming en/of de inhoud van deze overeenkomst.
4. Communicatie over het investeringsplan loopt via het bevoegd gezag. Een partij die wordt benaderd enige uitlating te doen over het investeringsplan, zal het bevoegd gezag onverwijld betrekken bij deze communicatie en geen uitlating doen zonder dat het bevoegd gezag daarbij betrokken is of daarvoor toestemming heeft verleend.
Artikel 16 Ontbinding bij faillissement
De gemeente heeft het recht de ontbinding van de overeenkomst in te roepen, indien het bevoegd gezag in staat van faillissement is komen te verkeren dan wel aan het bevoegd gezag surseance van betaling is verleend.
Artikel 17 Binding partijen
Afspraken zoals weergegeven in deze overeenkomst zijn eerst bindend na ondertekening en goedkeuring van het bestuur en de raad van toezicht van het bevoegd gezag en het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de Gemeente de Bilt.
Artikel 18 Geschillen
1. Bij strijdigheid van de inhoud van deze overeenkomst met geldende wet- en regelgeving prevaleert de in de overeenkomst opgenomen regeling, tenzij hierdoor strijd met dwingend recht zou ontstaan.
2. Op deze overeenkomst is enkel Nederlands recht van toepassing. Geschillen die uit hoofde van deze overeenkomst mochten ontstaan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij partijen kiezen voor een andere wijze van geschilbeslechting.
Bijlagen
De volgende bijlagen maken onlosmakelijk deel uit van deze overeenkomst:
1. Overzicht schoolgebouw- en terrein
2. Jaarlijkse vergoeding
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend, De Bilt 2015
Namens de gemeente De Bilt.,
.........................
Namens het bestuur van de Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven,
.......................
7
Bijlage 1 Overzicht schoolgebouw- en terrein
Door gemeente nader aan te leveren kadastrale tekening
Bijlage 2 Bepaling jaarlijkse vergoeding
Nader aan te leveren aan de hand van over te leggen offertes