Voorwaardenblad 361-91
Polisvoorwaarden
Artikel 270-90.1504
Datum 1 april 2015
pagina | ||
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Maatschappij
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.
1.2 Polisblad
Het bij deze polis behorende blad met de gegevens en de nadere bepalingen ten aanzien van de voorwaarden van deze verzekering;
1.3 Het motorrijtuig
Elk op het polisblad omschreven motorrijtuig;
1.4 Inzittenden
Als inzittenden worden beschouwd degenen die zich in een motorrijtuig, trein of tram bevinden, dan wel:
a. daarin of daaruit stappen;
b. gedurende de rit langs de weg aan het desbetreffende motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn;
c. zich ophouden bij een tankstation waar het des- betreffende motorrijtuig wordt voorzien van brandstof.
1.5 Schade
Onder schade wordt verstaan:
a. schade tengevolge van letsel of benadeling van de gezondheid van verzekerden, al dan niet de dood tot gevolg hebbend;
b. schade tengevolge van beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde, met uitzondering van schade aan motorrijtuigen.
1.6 Ongeval
Onder een ongeval wordt verstaan een plotseling onverwacht van buiten af, op het lichaam van de verzekerde, inwerkend geweld waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen letsel is ontstaan.
1.7 Verkeersongeval
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij tenminste één motorrijtuig is betrokken.
Artikel 2 Verzekerden
2.1 Gezinsdekking
Verzekerden zijn degenen die tot het gezin van de verzekeringnemer behoren en bij hem inwonen of – voor
zover het zijn kinderen betreft – voor studie of militaire dienst tijdelijk elders wonen.
2.2 Inzittendendekking
Verzekerden zijn degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer in het motorrijtuig bevinden.
Artikel 3 Omvang van de dekking
Tot ten hoogste de op het polisblad daarvoor genoemde som per schadegeval geeft de verzekering dekking:
3.1 aan degenen die krachtens de gezinsdekking als verzekerden worden beschouwd voor schade die zij oplopen bij;
a. verkeersongevallen;
b. ongevallen waarbij zij zijn betrokken als inzittenden;
3.2 aan degenen die krachtens de inzittendendekking als verzekerden worden beschouwd voor schade die zij oplopen bij (verkeers-)ongevallen waarbij zij zijn betrokken als inzittenden.
Artikel 4 Uitsluitingen
Een verzekerde heeft geen aanspraak op dekking indien:
4.1 de schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen, met een motorrijtuig, aan snelheidswedstrijden of -ritten;
4.2 de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan prive´-vervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
4.3 de schade is veroorzaakt terwijl hij als feitelijke bestuurder van een motorrijtuig:
a. door een vonnis de bevoegdheid heeft verloren een motorrijtuig te besturen;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij die bestuurder
• heeft verzuimd het rijbewijs te laten verlengen, maar de rijbevoegdheid nog wel bezit, dan wel
• minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
4.4 Hij een van de in artikel 5.1 en/of artikel 6 genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
4.5 Het ongeval mogelijk is geworden door het onder invloed zijn van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel;
4.6 Hij als inzittende gebruik maakt van een – niet op het polisblad vermeld – motorrijtuig waarvan het kenteken op zijn naam staat;
4.7 Hij, als verzekerde krachtens de gezinsdekking, onrechtmatig gebruik maakt van een motorrijtuig;
4.8 Hij als bestuurder of passagier gebruik maakt van een motor, brom- of snorfiets;
4.9 De schade is veroorzaakt door of is ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij; de 6 genoemde vormen van molest alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 onder nummer 136/1981 ter Griffie
van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd;
4.10 De schade is veroorzaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid was gevorderd;
4.11 De schade is veroorzaakt door, is opgetreden bij of is voortgevloeid uit een atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan;
4.12 Artikel 5.2 op hem van toepassing is.
De uitsluitingen 4.1, 4.3, 4.5 en 4.6 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde
omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 5 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
5.1 Aansprakelijkheidsverzekering
Zodra een verzekerde kennis draagt van een schade- geval waarvoor hij burgerrechtelijk aansprakelijk
kan worden gehouden, dient hij daarvan, conform de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) tevens melding te maken bij de desbetreffende WAM-verzekeraar. De maatschappij zal alsdan zo spoedig mogelijk in overleg treden met de betrokken verzekeraar(s).
5.2 Uitsluiting in verband met artikel 4 van de WAM
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien een verzekerde burgerrechtelijk aansprakelijk is voor schade als bedoeld in artikel 1.5.a, toegebracht aan:
a. de verzekeringnemer, de bezitter, de houder en de bestuurder van het schadeveroorzakende motorrijtuig;
b. de echtgenoot/echtgenote van bovengenoemde personen alsmede hun bloed- en aanverwanten in de rechte lijn die bij hen inwonen en door hen worden onderhouden. Ter zake van deze schade is de WAM- verzekeraar van het desbetreffende motorrijtuig tot uitkering gehouden. Indien de WAM-verzekeraar krachtens zijn polisvoorwaarden voor de schade van de hiervoor genoemde personen geen dekking biedt,
zal de maatschappij, overeenkomstig de voorwaarden van deze polis, dekking verlenen.
Artikel 6 Aanmelding van schade en verdere verplichtingen bij schade
Zodra een verzekerde kennis draagt van een schadegeval is hij verplicht:
• de maatschappij zo spoedig mogelijk in te lichten;
• de maatschappij alle gegevens daarover te verstrekken;
• alle stukken die hij daarover ontvangt direct aan de maatschappij door te zenden;
• zijn volle medewerking bij de afhandeling te verlenen;
• alle informatie naar waarheid te verstrekken;
• al hetgeen de belangen van de maatschappij kan schaden na te laten.
Artikel 7 Schaderegeling
7.1 Vaststelling vergoeding
Xxxxx een verzekerde gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van degenen die recht hebben op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek dienovereenkomstig van kracht zijn.
7.2 Rechthebbenden
Op deze verzekering kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen.
7.3 Autogordels
Onverlet het bepaalde in artikel 10 kan het niet dragen van in een motorrijtuig aanwezige autogordels eigen schuld aan de schade opleveren. Die eigen schuld zal, naar de maatstaven van het burgerlijk recht, bij de vaststelling van de schade worden toegerekend.
Artikel 8 Premie
8.1 Premiebetaling
De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en /of de assurantiebelasting vooruit te betalen, uiterlijk
op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden. Indien deze termijn is verstreken zonder dat de verzekering- nemer heeft betaald of wanneer de verzekeringnemer weigert het verschuldigde te voldoen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van daarna plaats- vindende schadegevallen. Een ingebrekestelling
door de maatschappij is daarvoor niet vereist. De verzekeringnemer dient het verschuldigde alsnog te betalen. De dekking begint weer na de dag waarop het verschuldigde door de maatschappij is ontvangen.
8.2 Terugbetaling van premie
Bij de beëindiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van de verzekeringnemer, heeft de verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is.
Artikel 9 Wijziging van premie en/of voorwaarden
De maatschappij heeft het recht de premies en /of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of de voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel met ingang van de eerste premievervaldag na de invoering hiervan.
De verzekeringnemer wordt voor de premievervaldag van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na de premievervaldag schriftelijk het tegendeel heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de desbetreffende vervaldag of – indien de weigering van de aanpassing daarna plaatsvindt – op het tijdstip van de weigering.
Artikel 10 Opzet
Op artikel 276 van het Wetboek van Koophandel (eigen schuld van de verzekerde) zal door de maatschappij slechts een beroep worden gedaan tegenover de verzekerde voor wie de schade het beoogde of zekere gevolg was van zijn handelen of nalaten.
Artikel 11 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
11.1 Bij de afloop van het contract indien de verzekering- nemer of de maatschappij uiterlijk 2 maanden tevoren per brief aan de contractspartij heeft opgezegd;
11.2 Overeenkomstig het in artikel 9 bepaalde indien de verzekeringnemer weigert de wijziging van premie en/of voorwaarden te accepteren, die de maatschappij op grond van dat artikel kan verlangen;
11.3 Zodra de verzekeringnemer of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig
en tevens de feitelijke macht erover verliezen; de verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar hiervan ten spoedigste, doch in ieder geval binnen 30 dagen, kennis te geven;
11.4 Indien het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren; de verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar hiervan ten spoedigste, doch in ieder geval binnen 30 dagen, kennis te geven;
11.5 Na schriftelijk opzegging door de maatschappij:
a. binnen 30 dagen nadat een schadegeval dat voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, hem ter kennis is gekomen;
b. binnen 30 dagen nadat hij een onder deze verzekering gereclameerde uitkering heeft verleend, dan wel heeft afgewezen;
c. indien de verzekeringnemer xxxxxx dan 3 maanden in gebreke is de premie, de kosten of de assurantie- belasting te betalen;
d. indien de verzekerde bij een beroep op de polis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. De verzekering eindigt in de onder 11.5 genoemde gevallen op de in de opzeggingsbrief genoemde datum. De maatschappij zal in deze gevallen een opzeggingstermijn van tenminste
14 dagen in acht nemen.
N.B. De in het kader van deze verzekering verstrekte persoonsgegevens en de eventueel nader over te leggen persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in de door de maatschappij gevoerde persoonsregistratie.
270-90.1504
Op deze registratie is een privacy-reglement van toepassing.