OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Australië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
enerzijds, en
DE REGERING VAN AUSTRALIË,
anderzijds,
(hierna „de Overeenkomstsluitende Partijen” genoemd)
VASTSTELLEND dat het Europees Hof van Justitie tot de conclusie is gekomen dat sommige bepalingen van de tussen verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen gesloten bilaterale overeenkomsten in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap,
VASTSTELLEND dat dergelijke bepalingen zijn opgenomen in een aantal bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die tussen verscheidene lidstaten van de Europese Unie en Australië zijn gesloten, en dat de lidstaten verplicht zijn de nodige maatregelen te nemen om de onverenigbaarheden tussen deze overeenkomsten en het EG-Verdrag weg te werken,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor een aantal aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,
VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig het Europese Gemeen- schapsrecht het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Ge- meenschap en derde landen,
GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht,
ERKENNENDE dat samenhang tussen het Europese Gemeenschapsrecht en de bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Australië een solide rechtsgrond vormen voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en Australië, en de continuïteit van dergelijke luchtdiensten behouden,
VASTSTELLEND dat de bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Australië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die niet strijdig zijn met het Europese Gemeenschapsrecht, niet behoeven te worden gewijzigd of vervangen,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er met deze overeenkomst niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Australië te doen toenemen, noch om het evenwicht tussen commu- nautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit Australië te wijzigen, noch deze overeenkomst te laten prevaleren boven de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In deze Overeenkomst worden onder „lidstaten” lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan; onder „Overeenkomst- sluitende Partij” wordt een overeenkomstsluitende partij bij deze overeenkomst verstaan; onder „partij” wordt de overeenkomst- sluitende partij bij de desbetreffende bilaterale overeenkomst inzake luchtdiensten verstaan; onder „luchtvervoerder” wordt ook luchtvaartmaatschappij verstaan; onder „grondgebied van de Europese Gemeenschap” wordt verstaan het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is.
2. Wanneer in de in bijlage I vermelde Overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwij- zing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Ge- meenschap.
3. Wanneer in de in bijlage I vermelde Overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschap- pijen van de lidstaat die partij is bij de Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewe- zen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.
Artikel 2
Aanwijzing, vergunning en intrekking
1. De bepalingen van de leden 3 en 4 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat, de ver- gunningen en machtigingen die door Australië aan deze lucht- vervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschor- ting of beperking van de vergunningen of machtigingen van de luchtvervoerder.
2. De bepalingen van de leden 3 en 4 hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een lucht- vervoerder door Australië, de vergunningen en machtigingen die door de betrokken lidstaat aan deze luchtvervoerder zijn toege- kend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen of machtigingen van de luchtvervoerder.
3. Bij ontvangst van een aanwijzing of een aanvraag van aangewezen luchtvervoerders, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen en technische machtigingen, verleent elke partij overeenkomstig leden 4 en 5 zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigin- gen, mits:
a) indien de luchtvervoerder door een lidstaat is aangewezen:
i) de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot op- richting van de Europese Gemeenschap, op het grond- gebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en be- schikt over een geldige exploitatievergunning van een lidstaat overeenkomstig het Europese Gemeenschaps- recht; en
ii) de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate (bewijs luchtvaartexploitant) op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en
iii) de hoofdvestiging van de luchtvervoerder zich bevindt op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploita- tievergunning heeft verleend; en
iv) de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerder- heidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder;
b) indien de luchtvervoerder door Australië is aangewezen:
i) Australië op doeltreffende wijze controleert of de lucht- vervoerder de regelgeving naleeft; en
ii) de hoofdvestiging van de luchtvervoerder zich in Austra- lië bevindt.
4. Beide partijen mogen de exploitatievergunning of techni- sche machtigingen van een door de wederpartij aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, schorsen of beperken, mits:
a) indien de luchtvervoerder door een lidstaat is aangewezen:
i) de luchtvervoerder niet overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op het grond- gebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning van een lidstaat overeenkomstig het Europese Gemeenschaps- recht; of
ii) de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate niet op doeltreffende wijze con- troleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft of indien de bevoegde luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of
iii) de hoofdvestiging van de luchtvervoerder zich niet be- vindt op het grondgebied van de lidstaat die de exploita- tievergunning heeft verleend; of
iv) de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meer- derheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderda- nen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uit- oefenen over de luchtvervoerder; of
v) de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen Australië en een andere lidstaat, en Australië kan aanto- nen dat de luchtvervoerder, door krachtens de onderha- vige Overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere lidstaat omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkin- gen van de verkeersrechten van de derde, vierde of vijfde vrijheid omzeilt; of
vi) de luchtvervoerder houder is van een Air Operator's Cer- tificate dat is afgegeven door een lidstaat, en er geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten bestaat tussen Australië en die lidstaat, en Australië kan aantonen dat de noodzakelijke verkeersrechten om de voorgestelde ac- tie uit te voeren niet aan de door Australië aangewezen luchtvervoerder(s) zijn toegekend;
b) indien de luchtvervoerder door Australië is aangewezen:
i) Australië niet controleert of de luchtvervoerder de regel- geving naleeft; of
ii) de hoofdvestiging van de luchtvervoerder zich niet in Australië bevindt.
5. Bij de uitoefening van de rechten die krachtens lid 4 aan Australië zijn verleend, en onverminderd de rechten die het krachtens lid 4, onder a), punten v) en vi) heeft, maakt Australië geen onderscheid tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.
Artikel 3
Rechten met betrekking tot wettelijk toezicht
1. De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.
2. Wanneer een lidstaat (de eerste lidstaat) een luchtvervoer- der heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Australië uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de eerste lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Au- stralië zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.
Artikel 4
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap
1. De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.
2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door Australië is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde Overeen- komst die een in bijlage II, onder d), vermelde bepaling bevat, in rekening brengt voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, vallen onder het Europese Gemeen- schapsrecht.
Artikel 5
Bijlagen bij de Overeenkomst
De bijlagen bij deze Overeenkomst maken een integrerend deel uit van de overeenkomst.
Artikel 6
Herziening of wijziging
De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming herzien of wijzigen.
Artikel 7
Inwerkingtreding
1. Deze Overeenkomst treedt in werking wanneer de Over- eenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medege- deeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst hebben voltooid.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de Overeen- komstsluitende Partijen ermee in deze Overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar in ken- nis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.
3. De overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en Australië die, op de datum van de ondertekening van deze Overeenkomst, nog niet in werking zijn getreden en niet voor- lopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze Overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige Overeenkomst.
Artikel 8
Beëindiging
1. Wanneer een in bijlage I vermelde Overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige Overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde Overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
2. Wanneer alle in bijlage I vermelde Overeenkomsten wor- den beëindigd, wordt de onderhavige Overeenkomst tegelijker- tijd beëindigd.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar beho- ren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel in tweevoud, op negenentwintigste april twee- duizend acht in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal. In geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies is de Engelse tekst bindend.
За Европейската общност Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap W imieniu Wspólnoty Europejskiej Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta För Europeiska gemenskapen
За правителството на Австралия Por el Gobierno de Australia Za vládu Austrálie
For Australiens regering
Für die Regierung Australiens Austraalia valitsuse nimel
Για την Κυβέρνηση της Αυστραλίας For the Government of Australia Pour le gouvernement d'Australie Per il governo d'Australia Austrālijas valdības vārdā Australijos Vyriausybės vardu Ausztrália kormánya részéről Għall-Gvern ta' l-Awstralja
Voor de Regering van Australië W imieniu Rządu Australii Pelo Governo da Austrália Pentru Guvernul Australiei
Xx xxxxx Xxxxxxxxx Xx xxxxx Xxxxxxxxxx
Xxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx regering
BIJLAGE I
Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze Overeenkomst
a) Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen het Gemenebest Australië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast
— Overeenkomst tussen de Federale Regering van Oostenrijk en de Regering van het Gemenebest Australië met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Wenen op 22 maart 1967, (hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Oostenrijk” genoemd);
aangevuld bij de intentieverklaring die op 25 maart 1999 te Wenen is ondertekend;
— Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de Regering van het Koninkrijk Denemarken en de Regering van Australië, geparafeerd te Canberra op 16 oktober 1998; hierna de „Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Denemarken” genoemd;
aangevuld bij de intentieverklaring voor samenwerking tussen de Scandinavische landen met betrekking tot Scandinavian Airlines System (SAS), geparafeerd te Canberra op 16 oktober 1998;
aangevuld bij het overeengekomen proces-verbaal van 16 oktober 1998;
— Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Finland en de Regering van het Gemenebest Australië met betrekking tot luchtdiensten, geparafeerd op 15 juni 1999; hierna de „Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Finland” genoemd;
aangevuld bij de intentieverklaring die op 15 juni 1999 te Helsinki is ondertekend;
— Overeenkomst tussen de Regering van het Gemenebest Australië en de Regering van de Franse Republiek met betrekking tot luchtvervoer, gedaan te Canberra op 13 april 1965; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Frankrijk” genoemd;
gewijzigd bij de briefwisseling die op 22 december 1970 en 7 januari 1971 in Parijs is ondertekend;
— Overeenkomst tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Gemenebest Australië met betrekking tot luchtvervoer, gedaan te Bonn op 22 mei 1957; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Duitsland” genoemd;
samen te lezen met het memorandum van overeenstemming dat is ondertekend te Canberra op 12 juni 1998 en de briefwisselingen van 17 september 1998 en 5 november 1998.
— Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Griekenland en de Regering van het Gemenebest Australië met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Athene op 10 juni 1971, zoals gewijzigd; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Griekenland” genoemd;
— Overeenkomst tussen de Regering van de Helleense Republiek en de Regering van Australië met betrekking tot luchtdiensten, geparafeerd te Athene op 11 november 1997 en als bijlage gehecht aan de intentieverklaring die op 11 november 1997 in Athene is ondertekend; hierna de „Herziene ontwerpovereenkomst tussen Australië en Griekenland” genoemd;
— Overeenkomst voor luchtvervoer tussen Ierland en Australië, gesloten in de vorm van een uitwisseling van nota's op 26 november 1957 en 30 december 1957; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Ierland” genoemd;
— Overeenkomst tussen de Regering van het Gemenebest Australië en de Regering van de Italiaanse Republiek met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Rome op 10 november 1960, zoals gewijzigd, hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Italië” genoemd;
— Overeenkomst tussen de Regering van Australië en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg over lucht- diensten, als bijlage gehecht aan de intentieverklaring die op 3 september 1997 te Luxemburg is opgesteld; hierna de „Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Luxemburg” genoemd;
— Overeenkomst tussen de Regering van Malta en de Regering van Australië met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Canberra op 11 september 1996; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Malta” genoemd;
aangevuld bij de briefwisseling van 1 december 2003;
— Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Gemenebest Australië inzake de oprichting van luchtdiensten, gedaan te Canberra op 25 september 1951; hierna de „Overeen- komst tussen Australië en Nederland” genoemd;
— Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Polen en de Regering van Australië met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Warschau op 28 april 2004; hierna de „Overeenkomst tussen Australië en Polen” genoemd;
— Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de Regering van het Koninkrijk Zweden en de Regering van Australië, geparafeerd te Canberra op 16 oktober 1998; hierna de „Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Zweden” genoemd;
aangevuld bij de intentieverklaring voor samenwerking tussen de Scandinavische landen met betrekking tot Scandinavian Airlines System (SAS), geparafeerd te Canberra op 16 oktober 1998;
aangevuld bij het overeengekomen proces-verbaal van 16 oktober 1998;
— Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Regering van het Gemenebest Australië inzake luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van deze grondgebieden heen, gedaan te Londen op 7 februari 1958 zoals gewijzigd; hierna de „Overeen- komst tussen Australië en het Verenigd Koninkrijk” genoemd;
b) Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen het Gemenebest Australië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige Overeen- komst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast.
BIJLAGE II
Lijst van de artikelen van de in bijlage I vermelde Overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van onderhavige Overeenkomst
a) Aanwijzing:
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Oostenrijk; (*)
— artikel 3 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Denemarken;
— artikel 3 van de Overeenkomst tussen Australië en Duitsland; (*)
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Griekenland; (*)
— artikel 4 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Griekenland; (*)
— artikel 3 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Luxemburg; (*)
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Ierland; (*)
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Italië; (*)
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Malta; (*)
— artikel 3 van de Overeenkomst tussen Australië en Nederland; (*)
— artikel 2 van de Overeenkomst tussen Australië en Polen;
— artikel 3 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Zweden;
— artikel 3 van de Overeenkomst tussen Australië en het Verenigd Koninkrijk.
b) Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:
— artikel 7 van de Overeenkomst tussen Australië en Oostenrijk; (*)
— artikel 4 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Denemarken;
— artikel 5 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Finland;
— artikel 8 van de Overeenkomst tussen Australië en Frankrijk; (*)
— artikel 4 van de Overeenkomst tussen Australië en Duitsland; (*)
— artikel 5 van de Overeenkomst tussen Australië en Griekenland; (*)
— artikel 5 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Griekenland; (*)
— artikel 7 van de Overeenkomst tussen Australië en Ierland; (*)
— artikel 5 van de Overeenkomst tussen Australië en Italië; (*)
— artikel 4 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Luxemburg; (*)
— artikel 5 van de Overeenkomst tussen Australië en Malta; (*)
— artikel 6 van de Overeenkomst tussen Australië en Nederland; (*)
(*) Artikel 2, lid 2, van deze Overeenkomst is niet van toepassing op deze bepalingen.
— artikel 2 van de Overeenkomst tussen Australië en Polen;
— artikel 4 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Zweden;
— artikel 3 van de Overeenkomst tussen Australië en het Verenigd Koninkrijk.
c) Wettelijk toezicht:
— Aanhangsel 4 bij het memorandum van overeenstemming tussen de luchtvaartautoriteiten van de regering van Australië en de regering van Oostenrijk, ondertekend op 25 maart 1999 — zoals voorlopig toegepast in het kader van de Overeenkomst tussen Australië en Oostenrijk;
— artikel 17 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Denemarken;
— artikel 8 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Finland;
— aanhangsel C bij de intentieverklaring tussen de luchtvaartautoriteiten van de Regering van Australië en de Re- gering van de Bondsrepubliek Duitsland, ondertekend te Canberra op 12 juni 1998, voorlopig toegepast in het kader van de Overeenkomst tussen Australië en Duitsland;
— artikel 8 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Griekenland;
— artikel 7 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Luxemburg;
— artikel 8 van de Overeenkomst tussen Australië en Malta;
— aanhangsel C bij de intentieverklaring tussen de luchtvaartautoriteiten van de Regering van Australië en de Re- gering het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend in Den Haag op 4 september 1997, voorlopig toegepast in het kader van de Overeenkomst tussen Australië en Nederland;
— artikel 5 van de Overeenkomst tussen Australië en Polen;
— artikel 17 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Zweden.
d) Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:
— artikel 9 van de Overeenkomst tussen Australië en Oostenrijk;
— artikel 13 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Denemarken;
— artikel 14 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Finland
— artikel 10 van de Overeenkomst tussen Australië en Frankrijk;
— Aanhangsel E bij het memorandum van overeenstemming tussen de luchtvaartautoriteiten van de regering van Australië en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland, ondertekend te Canberra op 12 juni 1998 in samen- hang met de briefwisselingen van 17 september 1998 en 5 november 1998 — zoals voorlopig toegepast in het kader van de Overeenkomst tussen Australië en Duitsland;
— artikel 9 van de Overeenkomst tussen Australië en Griekenland;
— artikel 14 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Griekenland;
— artikel 9 van de Overeenkomst tussen Australië en Ierland;
— artikel 9 van de Overeenkomst tussen Australië en Italië;
— artikel 11 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Luxemburg;
— artikel 14 van de Overeenkomst tussen Australië en Malta;
— deel IV van de bijlage bij de Overeenkomst tussen Australië en Nederland;
— artikel 10 van de Overeenkomst tussen Australië en Polen;
— artikel 13 van de Ontwerpovereenkomst tussen Australië en Zweden;
— artikel 7 van de Overeenkomst tussen Australië en het Verenigd Koninkrijk.
BIJLAGE III
Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze Overeenkomst
a) De Republiek IJsland (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);
b) Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);
c) Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);
d) De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).