Huishoudelijk Reglement
Huishoudelijk Reglement
Algemeen
Artikel 1
1. Het huishoudelijk reglement bevat bepalingen van aanvullende aard op de bepaling opgenomen in de statuten en voorzien derhalve in die zaken, ten aanzien waarvan de statuten niet of niet uitputtend voorzien.
2. Uitleg van dit huishoudelijk reglement dient te goeder trouw te geschieden. In alle gevallen waarin de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist de Algemene Ledenvergadering.
3. Bij conflicten over de uitleg van dit huishoudelijk reglement is de rechter te Amsterdam bevoegd.
4. Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op de dag van vaststelling daarvan door de Algemene Ledenvergadering van de ABU.
Lidmaatschap Toetreding nieuwe leden Artikel 2
1. Om tot het lidmaatschap te kunnen worden toegelaten, dient betrokkene:
a. ingeschreven te staan in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Indien een onderneming uit het buitenland zich bij de ABU meldt, kan hij aan het vereiste voldoen door een soortgelijk bewijs uit het land van herkomst te overleggen;
b. aangesloten te zijn bij SFT (Stichting Financiële Toetsing) - met ingang van 1 januari 2007 de Stichting Normering Arbeid - dan wel bij een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die genoemde registers bieden;
c. geregistreerd te zijn bij SNF(Stichting Normering Flexwonen) dan wel bij een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die genoemd register biedt, voor zover de betrokkene een inhouding doet op, of een verrekening doet met, het loon van enige uitzendkracht die niet permanent woonachtig is in Nederland ten behoeve van de huisvesting van deze uitzendkracht; of een overeenkomst is aangegaan met de uitzendkracht over het gebruik of de huur van de huisvesting;
d. een beleid vast te stellen, in te voeren en onderhouden gericht op het voorkomen van discriminatie;
e. een opleidingsbeleid te hebben waarmee de vakbekwaamheid wordt geborgd van de vaste medewerkers die werkzaam zijn ten behoeve van de entiteiten die ABU-lid zijn. Hierbij gaat het om de vaste medewerkers die direct contact hebben met uitzendkrachten en klanten, dan wel direct betrokken zijn bij het proces van verloning van uitzendkrachten. De onderneming draagt er zorg voor dat voornoemde vaste medewerkers in het bezit zijn van een SEU-diploma uitzendprofessional en/of backofficeprofessional (of gelijkwaardig alternatief) dan wel dit binnen 12 maanden na in dienst treden behalen.
f1. tijdens een periode zonder algemeenverbindendverklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten te voldoen aan het loonverhoudingsvoorschrift uit de WAADI (wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs) en aantoonbaar in staat te zijn de CAO voor Uitzendkrachten toe te kunnen passen. Op basis van het door het bestuur vastgestelde auditdocument wordt vastgesteld of aan de WAADI wordt voldaan. Bij voldoende resultaat wordt de onderneming toegelaten tot het lidmaatschap en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende audit plaats zal vinden, of;
f2. tijdens een periode waarin de CAO voor Uitzendkrachten algemeen verbindend verklaard is, aantoonbaar aan de kwaliteitseisen te voldoen m.b.t. de toepassing van de gedragsregels van de ABU, de toepassing van de door de ABU afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, zowel ten aanzien van uitzendkrachten als ten aanzien van vaste medewerkers, alsmede (overige) relevante wet- en regelgeving. Op basis van het door het bestuur vastgestelde auditdocument en de in de bijlage opgenomen beslisboom wordt het resultaat van de audit beoordeeld. Bij voldoende resultaat wordt de onderneming toegelaten tot het lidmaatschap en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende audit plaats zal vinden;
g. bovenstaande punten te laten controleren door een onafhankelijke certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen. De controle vindt in principe per lid plaats. Indien een onderneming aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet, kan een audit op concernniveau worden uitgevoerd. De certificerende instelling zal van haar bevindingen rapport uitbrengen aan de ABU. De geldigheid van dit rapport bedraagt zes maanden. De controle geschiedt op kosten van betrokkene;
h. te voldoen aan de contributieverplichtingen.
2. Voor payrollondernemingen geldt dat de CAO voor Uitzendkrachten niet van toepassing is. In afwijking van de leden f1. en f2. wordt niet getoetst op toepassing van de CAO voor Uitzendkrachten, maar op het loonverhoudingsvoorschrift voor payrollondernemingen in de WAADI. Op basis van het door het bestuur vastgestelde auditdocument voor payrollondernemingen en de in de bijlage opgenomen beslisboom wordt het resultaat van de audit beoordeeld en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende audit plaats zal vinden.
3. Ondernemingen kunnen pas lid worden na de afronding van een procedure van de SNCU waarbij de onderneming of diens statutaire bestuurder(s) betrokken is.
4. Indien betrokkene tijdens de periode bedoeld onder f1 toetreedt, dient betrokkene zes maanden na toetreding tot het lidmaatschap zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek door een onafhankelijke certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen, op toepassing van de gedragsregels van de ABU, de door de ABU afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, zowel ten aanzien van uitzendkrachten als ten aanzien van vaste medewerkers, alsmede (overige) relevante wet- en regelgeving. Dit onderzoek geschiedt op kosten van betrokkene.
5. Voor uitzendondernemingen die arbeidsmigranten ter beschikking stellen gelden additionele lidmaatschapseisen in aanvulling op de leden 1 t/m 4. Deze lidmaatschapseisen worden vastgesteld door het bestuur en zijn opgenomen in de bijgevoegde kwaliteitscode.
6. Voor uitzendondernemingen die gevestigd zijn in het buitenland gelden additionele lidmaatschapseisen in aanvulling op de leden 1 t/m 6. Deze lidmaatschapseisen worden vastgesteld door het bestuur en zijn opgenomen in bijlage bij dit Huishoudelijk Reglement.
7. Indien een onderneming reeds lid is geweest van de ABU en binnen een jaar na het beëindigen van het lidmaatschap opnieuw tot het lidmaatschap toe wil treden, dient aan lid 1 t/m 6 te worden voldaan.
Verplichtingen lidmaatschap
Artikel 3
1. Het lid dient periodiek, namelijk met door het bestuur te bepalen tussenpozen, zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek van een certificerende instelling, die heeft aangetoond aan de door de ABU gestelde kwaliteitseisen te voldoen, met betrekking tot de in artikel 2 leden 1 tot en met 6 huishoudelijk reglement genoemde onderwerpen. Na daartoe een oproep namens de directeur van de ABU te hebben ontvangen, wendt het lid zich tot de certificerende instelling en stelt de nodige gegevens ter beschikking. De certificerende instelling rapporteert aan de directeur van de ABU. De directeur en de medewerkers van het ABU-bureau betrachten geheimhouding ten aanzien van de inhoud van het rapport. Op basis van het door het bestuur vastgestelde auditdocument en de in de bijlage opgenomen beslisboom wordt het resultaat van de audit beoordeeld en wordt vastgesteld na welke termijn de volgende audit plaats zal vinden. Het bestuur kan, indien zij daarvoor aanleiding ziet, bepalen dat een tussentijdse audit uitgevoerd dient te worden door een door het bestuur aan te wijzen controlerende instelling, over een door de directeur te bepalen periode. Deze tussentijdse audit kan eveneens betrekking hebben op de natuurlijke personen, rechtspersonen en/of personenvennootschappen - al dan niet lid van de ABU - behorend tot hetzelfde concern als de leden, zoals genoemd in artikel 6 lid 2 van de Statuten. Indien het bestuur dit noodzakelijk acht, kan een audit worden uitgevoerd met een andere inhoud dan de reguliere audit. De directeur kan bepalen dat een tussentijdse periodieke audit uitgevoerd dient te worden. De onderzoeken genoemd in dit lid geschieden op kosten van de ABU.
2. Indien uit de beslisboom naar voren komt dat het resultaat van de audit onvoldoende is, kan de directeur beslissen dat het lid binnen een bepaalde termijn aanpassingen dient te plegen en dat het lid op een door de directeur te stellen termijn gelegenheid krijgt tot een aanvullend onderzoek. Dit onderzoek geschiedt op kosten van betrokkene. Wanneer de ABU binnen deze gestelde termijn geen positief auditsrapport ontvangt, wordt niet aan de lidmaatschapseisen voldaan.
3. Het lid dient ingevolge een met de SFT - met ingang van 1 januari 2007 de Stichting Normering Arbeid - dan wel met een andere organisatie die kan aantonen dat zij voldoet aan waarborgen die gelijkwaardig zijn aan de waarborgen die SFT biedt, gesloten overeenkomst periodiek zijn betalingsgedrag, alsmede de naleving van de Wet Arbeid Vreemdelingen en de Wet op de Identificatieplicht te laten toetsen, in verband met tijdige en volledige voldoening door het lid van belastingen en premies voor sociale verzekeringen, zulks ter voorkoming van desbetreffende aansprakelijkheid van opdrachtgevers van het lid. Het niet aangaan van zodanige overeenkomst respectievelijk de beëindiging daarvan, dan wel het niet doen uitvoeren van respectievelijk het niet meewerken aan de te verrichten onderzoeken, een en ander op de daartoe bepaalde wijze en met de bepaalde frequentie, vormt grond tot opzegging op de voet van hetgeen in artikel 7 lid 5 van de statuten is bepaald, wegens het niet langer voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap.
4. Het lid dient op verzoek van het ABU-bureau, maar niet vaker dan één keer per jaar, cijfers inzake uitzenduren/omzet/aantal uitzendkrachten/vaste medewerkers aan te leveren. De directeur en de medewerkers van het ABU-bureau betrachten een geheimhouding ten aanzien van de cijfers. De cijfers zullen naar buiten toe slechts worden gebruikt op een wijze dat zij niet herleidbaar zijn naar de individuele ondernemingen.
Schorsing
Artikel 4
1. Het bestuur kan een lid schorsen indien niet aan de lidmaatschapseisen wordt voldaan.
2. Schorsing van het lidmaatschap heeft tot gevolg dat het voor het desbetreffende lid tijdelijk niet is toegestaan de rechten, zoals het stemrecht en de profilering als ABU-lid, verbonden aan het lidmaatschap uit te oefenen. De contributie blijft verschuldigd.
3. Indien het lid heeft aangetoond aan alle eisen van het lidmaatschap te voldoen, zal het bestuur de schorsing opheffen.
Dienstverlening aan niet-leden
Artikel 5
1. De ABU kan tegen vergoeding diverse diensten leveren aan niet-leden. Het bestuur beslist welke diensten hiervoor in aanmerking komen.
2. Niet-leden waaraan dienstverlening wordt verleend, sluiten hiervoor een overeenkomst af met de ABU. In de overeenkomst is onder meer opgenomen welke diensten worden geleverd, hoe en wanneer de dienstverlening kan worden opgezegd en tegen welke vergoeding de diensten worden geleverd.
3. Indien een niet-lid, dat gebruikmaakt van de dienstverlening van de ABU, schade toebrengt aan de doelstellingen van de ABU, wordt de dienstverlening aan het niet-lid beëindigd.
Algemene Ledenvergadering
Artikel 6
1. Bij het binnentreden van de vergaderzaal vermelden de leden hun firmanaam en hoedanigheid op een presentielijst met vermelding tevens, welke persoon of personen namens het lid zijn verschenen. Deze persoon of personen tekenen de presentielijst. In geval van een digitale vergadering worden daarvoor nadere regels opgesteld.
2. De orde van de vergadering wordt door de voorzitter van de ABU bepaald.
3. Van het in elke vergadering verhandelde worden notulen gehouden, welke worden vastgesteld tijdens de volgende vergadering.
Bestuur
Bestuursverkiezing, periodiek aftreden, tussentijdse benoeming
Artikel 7
1. De secretaris is verplicht de leden ten minste drie dagen voor de dag, waarop de ledenvergadering wordt gehouden, de namen van de kandidaten bekend te maken. Tevens wordt bekend gemaakt of sprake is van een bindende voordracht door het bestuur.
Stemmen bij verkiezingen, uitgebracht op leden die niet zijn kandidaat gesteld, zijn ongeldig.
2. Een bestuurslid wordt voor een periode van drie jaar benoemd. Na afloop van de eerste termijn is het bestuurslid herkiesbaar voor een tweede en derde termijn van drie jaar met een totale maximum aaneengesloten duur van negen jaar.
3. Het bestuur bestaat uit een evenwichtige afspiegeling van het ledenbestand naar omvang van de omzet1 en naar de aard van de dienstverlening. Het bestuur zal daarom in ieder geval bestaan uit een lid vallend onder de categorie midden en een lid vallend onder de categorie klein. De twee naar omzet grootste leden hebben zitting in het bestuur. Daarnaast hebben twee leden die arbeidsmigranten bemiddelen zitting in het bestuur en heeft één lid die payrollt zitting in het bestuur.
4. Iedere drie jaar toetst het bestuur of bovengenoemde zetelverdeling een evenwichtige afspiegeling van het ledenbestand vertegenwoordigt en kan, indien wordt vastgesteld dat dit niet het geval is, aan de ALV voorstellen de samenstelling te wijzigen.
5. Ieder jaar treden zoveel bestuurders ter gelegenheid van de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering periodiek af volgens een door het bestuur op te stellen rooster, dat in een tijdvak van drie jaar iedere bestuurder eenmaal is afgetreden. Een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herkiesbaar met inachtneming van het in lid 2 bepaalde.
6. Een tussentijds benoemde bestuurder heeft zitting voor de tijd, die zijn voorganger nog te vervullen had.
Verloop van de vergadering
Artikel 8
1. Het bestuur vergadert onder voorzitterschap van de voorzitter casu quo een vice-voorzitter, zo dikwijls de voorzitter of twee van de bestuurders de overige bestuurders daartoe schriftelijk, per fax of per e-mail oproepen, ter plaatse en op het tijdstip in de oproeping vermeld, alles tenzij het bestuur anders bepaalt.
2. Terzake van die vergadering en de besluitvorming daarin gelden de volgende bepalingen:
a. de orde van de vergadering wordt door de voorzitter bepaald;
b. alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen;
c. blanco stemmen of ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht beschouwd;
d. stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter anders bepaalt;
e. een bestuurder kan zich bij een vergadering slechts doen vertegenwoordigen door een medebestuurder, mits krachtens een schriftelijke of per fax verleende volmacht, tenzij de voorzitter een mondelinge of telefonische volmacht toelaat;
f. over onderwerpen, die niet in de oproeping zijn vermeld en waarvan de behandeling niet alsnog binnen een redelijke termijn is aangekondigd, kan niet worden besloten, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn;
g. van het in elke vergadering verhandelde worden notulen gehouden, welke worden vastgesteld tijdens de volgende vergadering;
h. besluitvorming van het bestuur kan ook buiten een vergadering geschieden, mits alle bestuurders schriftelijk, per fax of per e-mail hun stem voor het betrokken voorstel uitbrengen.
Combinatie van een gedeeltelijk in en een gedeeltelijk buiten een vergadering genomen besluit is mogelijk.
Commissies Instellen en taak Artikel 9
1. Het bestuur heeft de bevoegdheid, indien de wenselijkheid daartoe mocht blijken, één of meer commissies in te stellen, waarvan de bevoegdheden nimmer verder zullen reiken dan het
1 Omvang naar omzet: klein (contributieklasse A, B, C), midden (contributieklasse D, E) groot (contributieklasse F).
behartigen van gezamenlijke belangen, voorzover die niet door de ABU worden behartigd. Het bestuur kan deze bevoegdheid delegeren aan de directeur.
2. Commissies zijn verantwoording schuldig aan het bestuur. Zij zijn niet bevoegd tot het stellen van rechtshandelingen in of buiten de ABU, voorzover hun die bevoegdheid niet uitdrukkelijk in overeenstemming met deze statuten door organen van de ABU is verleend.
3. Commissies hebben tot taak het bestuur te informeren en adviseren over het specifieke werkterrein waarvoor de commissie is ingesteld.
Leden
Artikel 10
1. Aan de werkzaamheden van iedere commissie nemen vakinhoudelijke specialisten van de leden, en het ABU-bureau deel. Externe adviseurs kunnen deelnemen aan een commissie.
2. Leden worden benoemd door het bestuur. Het bestuur kan deze taak delegeren aan de directeur.
3. Per commissie kan een maximum aan leden worden gesteld.
4. Een commissielid treedt af, onverminderd het alsdan in de wet bepaalde, door bedanken, door het in kracht van gewijsde gaan van een rechterlijke uitspraak, waardoor hij de vrije beschikking over zijn vermogen verliest, door periodiek aftreden zonder herverkiezing, door vertrek bij de (natuurlijke of rechts-)persoon die aangesloten is bij de ABU, door overlijden of door ontslag, verleend door het bestuur.
Verloop van de vergadering
Artikel 11
1. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.
2. De orde van de vergadering wordt door de voorzitter bepaald.
3. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
4. Per commissie zal een regeling voor mogelijkheden tot vervanging worden vastgesteld.
Financiële verplichtingen leden
Contributie
Artikel 12
1. De contributieregeling is als volgt:
Schijf | Omzet vanaf (in euro’s) | Omzet t/m (in euro’s) | Contributie over deze schijf |
A | - | 1.500.000 | € 2.000 vast bedrag |
B | 1.500.001 | 3.500.000 | 0,1250% |
C | 3.500.001 | 10.000.000 | 0,0750% |
D | 10.000.001 | 25.000.000 | 0,0700% |
E | 25.000.001 | 100.000.000 | 0,0650% |
F | 100.000.001 | 950.000.000 | 0,0375% |
2. Indien meerdere personen in welk verband dan ook gezamenlijk één bedrijf uitoefenen of in één organisatorisch gezamenlijk verband de activiteit bedrijven van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, zoals bedoeld in artikel 4 lid 4 van de Statuten, behoort het tot de verantwoordelijkheid van het lid om de ABU hier in het betreffende boekjaar van op de hoogte te brengen.
3. Ieder lid dient de contributie te voldoen op een bankrekening van de ABU, waarvan de bijlagen alleen ter inzage zullen zijn van de accountant en de penningmeester of de daartoe aangewezen functionaris van de ABU, welke terzake tot strikte geheimhouding gehouden zijn, ook tegenover het bestuur.
4. De omzetverklaring moet uiterlijk op 31 maart van het lopende boekjaar door de ABU zijn ontvangen.
5. Bij in gebreke blijven van het lid met zijn contributieverplichtingen stelt de daartoe aangewezen functionaris van de ABU de penningmeester hiervan op de hoogte, voorzover deze nog niet op de hoogte is, die onverwijld maatregelen zal treffen, om tot de onverwijlde incasso van de desbetreffende bijdrage te komen, respectievelijk indien dit onmogelijk is, het bestuur die maatregelen zal aanbevelen, die terzake het meest aangewezen lijken.
6. Indien gedurende het jaar twee ondernemingen fuseren, dan zal de contributie van dat lopende jaar als volgt worden vastgesteld: voor de periode vóór de fusie wordt de contributie per onderneming berekend op grond van de omzet van het voorgaande jaar. Voor de periode ná de fusie worden de omzetten van beide ondernemingen bij elkaar opgeteld en wordt de contributie voor de betreffende maanden berekend.
7. Indien gedurende het jaar twee ondernemingen fuseren, dan zal de contributie voor het jaar daarop worden vastgesteld aan de hand van het totaal van beide omzetverklaringen in het jaar van de fusie.
8. Voor nieuwe leden die in het voorgaande jaar geen omzet hebben gemaakt, wordt de contributie bepaald op basis van een schatting van de omzet van het lopende jaar. De onderneming verstrekt een door een accountant ondertekende omzetverklaring van dat lopende jaar, zodra de jaargegevens definitief zijn.
9. Nieuwe leden die voor 1 mei van enig jaar tot het lidmaatschap zijn toegetreden en nog niet over de definitieve omzetcijfers van het voorgaande jaar beschikken, kunnen volstaan met een schatting. Uiterlijk op 1 mei van het lopende jaar dient een door een accountant ondertekende omzetverklaring van het voorgaande jaar te worden verstrekt.
Beslisboom bij volledige toetredingscontrole, zesmaandscontrole en periodieke controle ABU tot 1 januari 2021
Structurele en incidentele afwijkingen:
Na het uitvoeren van een controle worden de afwijkingen door de controleur doorgenomen met de onderneming. Indien men kan aantonen dat bepaalde afwijkingen incidenteel zijn, dan zal een A-afwijking als B-afwijking en B-afwijking als C-afwijking worden beoordeeld. Afwijking(en) die na constatering bij een vorige controle wederom word(t)en geconstateerd, verzwaren. Een C-afwijking wordt een B-afwijking en een B-afwijking wordt een A-afwijking.
Volledigheid controle:
Het kan voorkomen dat bij een controle blijkt dat de onderneming wegens beperkte activiteiten slechts deels op de elementen uit het ABU auditdocument gecontroleerd kan worden. Weliswaar kan hier een positief resultaat uit voortkomen, maar er kan niet volledig vastgesteld worden dat aan alle relevante A en B normen wordt voldaan. In deze situatie vindt de volgende controle één jaar na toetreding plaats voor rekening van de ABU.
Type overtreding | 2 of meer A | 2 of meer A | 1A | 1A | 1A +1 of meer B | 1A+1 of meer B | 10 of meer B | 10 of meer B | 5 to 9 B | 5 tot 9 B | 1 tot 4 B | 1 of meer C |
Adequate reactie onderneming binnen de gestelde termijn 10 werkdagen | nee | ja | nee | ja | nee | ja | nee | ja | nee | ja |
Volledige controle bij toetreding | Toetreding mogelijk | nee | nee | nee | nee | nee | nee | nee | ja | nee | ja | ja | ja |
Volgende controle | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | op verzoek onderneming | 1 jaar later | op verzoek onderneming | 1 jaar later | 3 jaar later | 3 jaar later | |
Voor rekening van | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | ABU | onderneming | ABU | ABU | ABU | |
* Bijzonderheden | U | U | U | U | U | U | U | V | U | V | X | X |
Zesmaandscontrole na toetreding in AVV loze periode | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | binnen 3 | |||||
Volgende controle | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | maanden (aanvullende | 1 jaar later | maanden (aanvullende | 1 jaar later | 3 jaar later | 3 jaar later | |
controle) | controle) | controle) | controle) | controle) | controle) | controle) | controle) | ||||||
Voor rekening van | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | onderneming | ABU | onderneming | ABU | ABU | ABU | |
* Bijzonderheden | Y en Z | Y en Z | Y en Z | Y en Z | Y en Z | Y en Z | Y en Z | V | Y en Z | V | X | X |
Periodieke controle tijdens lidmaatschap | Volgende controle | binnen 3 maanden (aanvullende controle) | binnen 3 maanden (aanvullende controle) | binnen 3 maanden (aanvullende controle) | 1 jaar later | binnen 3 maanden (aanvullende controle) | 1 jaar later | binnen 3 maanden (aanvullende controle) | 1 jaar later | 1 jaar later | 2 jaar later | 3 jaar later | 3 jaar later |
Voor rekening van | onderneming | onderneming | onderneming | ABU | onderneming | ABU | onderneming | XXX | XXX | XXX | XXX | XXX | |
* Bijzonderheden | Y en Z | Y en Z | Y en Z | V | Y en Z | V | Y en Z | V | V | W | X | X |
* Bijzonderheden U De onderneming heeft onvoldoende aangetoond te voldoen aan de vereisten en kan niet toetreden.
V Na controle over één jaar wordt de frequentie van de controles bepaald volgens het systeem periodieke controle.
W Na controle over twee jaar wordt de frequentie van de controles bepaald volgens het systeem bij periodieke controle. X Na controle over drie jaar wordt de frequentie van de controles bepaald volgens het systeem bij periodieke controle. Y Indien de afwijkingen niet zijn aangepast bij de aanvullende controle, is dit reden voor beëindiging lidmaatschap.
Z Indien bij de aanvullende controle blijkt dat de onderneming de afwijkingen afdoende heeft aangepast, wordt de volgende periodieke controle één jaar later uitgevoerd voor rekening van de ABU.
BESLISBOOM AUDIT VOOR UITZENDONDERNEMINGEN | |||||
Bij audits waarbij geen A-afwijkingen zijn vastgesteld is sprake van een positief resultaat. | |||||
Bij audits waarbij A-afwijkingen zijn vastgesteld is sprake van een negatief resultaat. | |||||
Type uitgevoerde audit | Resultaat | Volgende audit | Extra tussentijdse audit | ||
Toetredingsaudit AVV-loze periode | Positief | 6-maandsaudit | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Negatief | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | ||
Toetredingsaudit | Positief, geen B-afwijkingen | 2 jaar periodiek | Nvt | ||
6-maandsaudit | Positief, wel B-afwijkingen | 2 jaar periodiek | Aanvullende audit 6 maanden | ||
Her-intake | Positief, niet volledig* | 1 jaar periodiek | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Positief, wel C-afwijkingen | 2 jaar periodiek; geen herstel wordt B-afwijking | Nvt | ||
Negatief | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | |||
Periodieke audit | Positief, geen B-afwijkingen | 2 jaar periodiek | Nvt | ||
(kosten voor rekening ABU) | Positief, wel B-afwijkingen | 2 jaar periodiek | Aanvullende audit 6 maanden | ||
Positief, wel C-afwijkingen | 2 jaar periodiek; geen herstel wordt B-afwijking | Nvt | |||
Negatief | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | |||
Aanvullende audit 6 maanden (B-afw) | Positief (geen A-afwijking) | Nvt (was al bekend) | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Negatief (A-afwijking) | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | ||
Aanvullende audit 3 maanden (A-afw) | Positief | 1 jaar periodiek** | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Negatief | Geen, XXX besluit over lidmaatschap | Nvt | ||
*Het kan voorkomen dat bij een controle blijkt dat de onderneming wegens beperkte activiteiten slechts deels op de elementen uit het auditdocument gecontroleerd kan worden. Weliswaar kan hier een positief resultaat uit voortkomen, maar er kan niet volledig vastgesteld worden dat aan alle relevante A en B normen wordt voldaan. In deze situatie vindt de volgende controle één jaar na toetreding plaats voor rekening van de ABU. | |||||
**Volgt de aanvullende audit na een toetredingsaudit AVV-loze periode, dan volgt na een positief resultaat altijd de 6-maandsudit. | |||||
BESLISBOOM AUDIT HUISHOUDELIJK REGLEMENT | |||||
Reguliere audits HR zijn alle audits voor uitzendondernemingen (reguliere periodieke cyclus) behalve de aanvullende audits. | |||||
Bij audits waarbij geen Categorie I afwijkingen zijn vastgesteld is sprake van een positief resultaat. | |||||
Bij audits waarbij Categorie I afwijkingen zijn vastgesteld is sprake van een negatief resultaat. | |||||
Aanvullende audits vinden waar mogelijk op afstand plaats. | |||||
Type uitgevoerde audit | Resultaat | Volgende audit | Extra tussentijdse audit | ||
Reguliere audit | Positief, geen Categorie II | Reguliere audit | Nvt | ||
(kosten afhankelijk van het type uitgevoerde | Positief, wel Categorie II | Reguliere audit | Aanvullende audit 6 maanden | ||
audit voor uitzendondernemingen) | Negatief (Categorie I) | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | ||
Aanvullende audit 6 maanden (Cat II)) | Positief (geen Cat I) | Nvt (was al bekend) | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Negatief (Cat I) | Aanvullende audit 3 maanden | Nvt | ||
Aanvullende audit 3 maanden (Cat I) | Positief | Reguliere audit | Nvt | ||
(kosten voor rekening onderneming) | Negatief | Geen, XXX besluit over lidmaatschap | Nvt | ||