Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering
Verzekeringsvoorwaarden Private Lease (versie 201801)
Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekeraar
N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen.
1.2 Verzekeringsnemer
De op het Private Leasecontract gemelde Leasemaatschappij.
1.3 Motorrijtuig
Het op het Private Leasecontract vermelde motorrijtuig, of een tijdelijk vervangend motorrijtuig aangeboden door de Leasemaatschappij.
Artikel 2 Dekkingsgebied
De verzekeringen dekken gebeurtenissen in landen die zijn vrijgegeven op het internationaal verzekeringsbewijs (de groene kaart).
Artikel 3 Uitsluitingen
De volgende gemeenschappelijke uitsluitingen zijn van toepassing op motorrijtuigenverzekeringen:
3.1 Niet-verzekerde bestuurder
De schade, indien de bestuurder:
a. niet door of namens de verzekeringnemer gemachtigd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen;
b. onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden, dan wel indien de bestuurder geweigerd heeft mee te werken aan een ademtest, bloed- of urineproef of enig ander onderzoek door daartoe bevoegde overheidsbeambten;
c. niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen krachtens een wettelijke bepaling;
d. niet in het bezit was van een geldig en voor het besturen van het desbetreffende type motorrijtuig, al dan niet met aanhangwagen, voorgeschreven rijbewijs, tenzij slechts verzuimd was het rijbewijs te verlengen en de geldigheid minder dan twaalf maanden was verlopen,
xxxxxxx met dien verstande dat de dekking voor de verzekeringnemer van kracht blijft, indien hij aannemelijk maakt dat de in dit artikel omschreven omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake geen verwijt treft.
3.2 Niet verzekerd gebruik
De schade ontstaan tijdens het gebruik van het motorrijtuig voor:
a. onderverhuur en/of subleasing van het motorrijtuig aan derden zonder toestemming van verzekeringsnemer;
b. les- en examenrijden;
c. vervoer van zaken en/of personen tegen betaling, waaronder niet wordt begrepen particulier gebruik tegen tegemoetkoming in de kosten of op basis van wederkerigheid;
d. deelname aan of oefenen voor (snelheids)wedstrijden of –proeven. Hieronder wordt niet verstaan de deelname aan behendigheids-, oriëntatie- en puzzelritten en vergelijkbare ritten op de openbare weg, waarbij het snelheidselement geen rol speelt.
3.3 Algemeen
De Schade:
a. door of in verband met inbeslagneming, respectievelijk in de tijd gedurende welke het motorrijtuig in beslag genomen was of op last van een overheid of instantie door haar werd gebruikt;
b. bestaande in geldelijk nadeel door het gemis van het motorrijtuig;
c. aan lading en bagage;
d. veroorzaakt of ontstaan door het plegen van of deelneming aan een misdrijf of poging daartoe door de verzekerde;
e. ontstaan is door roekeloosheid van de bestuurder of met opzet door iemand die belang heeft bij de uitkering;
f. veroorzaakt door molest;
g. veroorzaakt door atoomkernreacties.
GrouWstra4Lease B.V.
Artikel 4 Verplichtingen bij schade
4.1. Bereddingsplicht
Zodra verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van de verwezenlijking van de gebeurtenis, die voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, of van het onmiddellijk dreigende gevaar dat die gebeurtenis zich zal voordoen, is elk van hen verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
4.2 Schademeldingsplicht
Zodra verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraar te melden.
4.3 Schade-informatieplicht
Verzekerde en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
4.4 Medewerkingsplicht
Verzekerde en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar zou kunnen benadelen.
4.5 Financiële gevolgen
De verzekerde is verplicht in geval van een gebeurtenis waarvan de financiële gevolgen ten laste van de verzekeraar (kunnen) komen:
a. bij diefstal, verduistering of enig ander strafbaar feit hiervan direct aangifte te doen bij de politie;
b. voor aansprakelijkheidsverzekeringen zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid;
c. de verzekeraar te machtigen om, indien dat wenselijk is, schade-experts of andere deskundigen in te schakelen;
d. eventuele vorderingen die op anderen bestaan aan de verzekeraar te cederen, alvorens de verzekeraar tot betaling van de schade zal overgaan.
Indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde de in dit artikel genoemde verplichtingen niet nakomt is de verzekeraar gerechtigd de uitkering te verminderen met de schade die hij als gevolg daarvan lijdt. Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde de in dit artikel genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Verzekeringsvoorwaarden Wettelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen
Naast de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering zijn de volgende voorwaarden van toepassing op de verzekering voor Wettelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen.
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzekeringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen. Indien de aansprakelijkheid, die onder deze verzekering is gedekt, evenwel ook is gedekt onder een polis bij een andere verzekeraar of daaronder gedekt zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt de onderhavige verzekering slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou bestaan.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
De eigenaar, de bezitter, de houder, de passagiers en de gemachtigde bestuurder.
1.2 Schade
a. Schade aan personen: schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbende, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
b. Schade aan zaken: schade door beschadiging, vernietiging of verloren gaan van zaken van derden met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 Aansprakelijkheidsdekking
De verzekering dekt tot ten hoogste € 5.600.000,- per gebeurtenis de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en ten hoogste € 2.500.000,- voor schade aan zaken tijdens de duur van de verzekering met
GrouWstra4Lease B.V. of door het verzekerde motorrijtuig toegebracht, alsmede schade veroorzaakt door of in verband met de door
het motorrijtuigverzekering vervoerde lading terwijl deze zich bevindt op, wordt vervoerd met, valt van of nadat deze is gevallen van de verzekerde auto. Schade veroorzaakt tijdens laden of lossen is niet gedekt. Is in het land waar de gebeurtenis plaatsvindt en dat behoort tot het verzekeringsgebied, krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum verzekerd bedrag voorgeschreven, dan geldt dit hogere bedrag.
2.2 (Proces)kosten/rente
Boven het verzekerd bedrag worden zo nodig vergoed:
a. de kosten van met goedvinden en op verlangen van de verzekeraar gevoerde procedures en in zijn opdracht verleende rechtsbijstand;
b. de door de verzekerde verschuldigde wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
2.3 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelde door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen en/of indien de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag slechts tegen zekerheidstelling is te verkrijgen, zal de verzekeraar de zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 45.400,- per dezelfde gebeurtenis aanspraak op dekking heeft. De verzekerde is verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen. Geen waarborgsom wordt voorgeschoten, indien deze (mede) wordt verlangd wegens overtreding van in- en uitvoerbepalingen of van belastingwetten.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering is uitgesloten van verzekering:
3.1 Niet-verzekerde schade aan personen
Personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.2 Opzicht
De schade met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade betrekking hebbende op:
a. het schadeveroorzakende motorrijtuig zelf;
b. de zaken die worden vervoerd met of door het schadeveroorzakende motorrijtuig, behoudens de door de passagiers gedragen kleding en sieraden;
c. de zaken die een verzekerde in eigendom toebehoren dan wel die hij om welke reden ook onder zich heeft.
3.3 Boeten en kosten
x. xxxxxx en geldstraffen;
b. afkoop- en dwangsommen;
c. gerechtskosten, die met een strafproces samenhangen behoudens de kosten als bedoeld in artikel 2 lid 2.
Artikel 4 Regeling van de schade
De verzekeraar belast zich met de regeling en vaststelling van de schade en heeft het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Bestaat de te betalen schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van deze uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van deze uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
Artikel 5 Verhaalsrecht
Indien de verzekering nietig is of geen dekking geeft en de verzekeraar niettemin op grond van de WAM ter zake van de gebeurtenis tot schadevergoeding verplicht is, is de verzekeraar gerechtigd die schade met inbegrip van de ter zake gemaakte kosten te verhalen op die verzekerden voor wie de uitsluiting geldt.
Verzekeringsvoorwaarden Ongevallen voor inzittenden
Naast de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering zijn de volgende voorwaarden van toepassing op de verzekering voor Ongevallen voor inzittenden.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer bevinden op de zitplaatsen van het motorrijtuig voor zover dit daartoe volgens wettelijke bepalingen en maatstaven is ingericht, te weten:
a. de bestuurder;
b. de passagiers;
c. de bestuurder en passagier(s) indien zij onderweg aan het motorrijtuig, waarmee zij worden vervoerd noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn, het betreffende voertuig vullen met brandstof of de ruiten van het voertuig schoonmaken.
1.2 Verkeersongeval
Een gebeurtenis die verband houdt met de deelname van verzekerde aan het verkeer met het motorrijtuig en die medisch aantoonbaar leidt tot lichamelijk letsel en/of de dood als gevolg van een van buiten komende, plotselinge, onvrijwillige, gewelddadige inwerking op het lichaam van een verzekerde.
Onder verkeersongeval wordt tevens verstaan:
a. verdrinking;
b. binnenkrijgen van ziektekiemen door een onvrijwillige val in water of in enige andere vloeibare of vaste stof;
c. verstikking;
x. xxxxxxxxxx;
e. blikseminslag, elektrische ontlading;
f. zonnesteek;
x. xxxxxxxxxxx;
h. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van gassen/dampen van vaste of vloeibare stoffen (niet zijnde virussen of bacteriële ziektekiemen);
i. verergering of complicaties als rechtstreeks gevolg van eerstehulpverlening of medische behandeling van ongevalsletsels;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging rechtstreeks verband houdend met een ongeval,
voor zover medisch komt vast te staan dat de uit deze oorzaken voortkomende dood of het lichamelijk letsel zijn oorsprong vindt in de deelname aan het verkeer, die heeft geleid tot de aan verzekerde met het motorrijtuig overkomen gebeurtenis.
1.3 Uitkeringsgerechtigden
a. Voor de uitkering bij overlijden: de wettige echtgeno(o)t(e) van de verzekerde bij ontstentenis hiervan: de wettige erfgenamen;
b. Voor de overige uitkeringen: de verzekerde.
De Staat der Nederlanden wordt niet als erfgenaam aangemerkt.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag
De verzekering keert € 15.000- uit wegens overlijden als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering
In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering
Indien voor dezelfde verzekerde voor hetzelfde ongeval reeds een uitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, zal deze uitkering op de uitkering wegens overlijden in mindering worden gebracht.
2.2 In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van invaliditeit gerelateerd gedeelte van € 30.000,- wegens blijvende invaliditeit als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen ongeval.
2. In afwijking van het in dit artikellid onder a.1 bepaalde wordt van het verzekerd bedrag uitgekeerd:
Bij algehele ongeneeslijke: | |
Geestesstoornis | 100% |
Verlamming | 100% |
Bij algeheel verlies van: | |
Het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
Het gezichtsvermogen van één oog | 30% |
Het gehoor van beide oren | 50% |
Het gehoor van één oor | 20% |
Bij algeheel verlies of functieverlies van: | |
De arm tot in het schoudergewricht | 75% |
De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht | 65% |
De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en ellebooggewricht | 60% |
De duim | 25% |
De wijsvinger | 15% |
De middelvinger | 12% |
De ringvinger of de pink | 10% |
Het been tot in het heupgewricht | 70% |
Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht | 60% |
De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en kniegewricht | 50% |
De grote teen | 10% |
Iedere andere teen | 5% |
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages een evenredig deel uitgekeerd.
b. Vermindering uitkering
Indien reeds voor het ongeval enig lichaamsdeel, orgaan of functie geheel of gedeeltelijk verloren was, heeft evenredige vermindering van de uitkering plaats.
c. Leeftijdsgebonden uitkering
In geval van blijvende invaliditeit van een verzekerde ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering ten hoogste € 3.400,-.
d. Beroep/bezigheden
Voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit blijven het beroep of de bezigheden van de verzekerde buiten beschouwing.
2.3 Schadedekking
a. Verzekerd bedrag
De verzekering dekt tot ten hoogste € 450,- per verzekerde de schade wegens:
1. lichamelijk letsel of aantasting van de gezondheid al of niet de dood tot gevolg hebbend;
2. beschadiging of verlies xxxxxx dan door diefstal of vermissing van stoffelijke zaken die door een verzekerde aan het lichaam worden gedragen of bagage, die zich op of in het motorrijtuig bevindt, als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen ongeval.
b. Bepaling van de schade
De omvang van de schade en - bij overlijden van de verzekerde - de aanwijzing van degenen die recht hebben op de vergoeding, zal geschieden volgens de in het Burgerlijk Recht ten aanzien van de onrechtmatige daad geldende regels. Een aan de benadeelde toekomende uitkering krachtens enige verzekering of wet -hoe ook genaamd - of arbeidsovereenkomst, zal bij het bepalen van de omvang van de vergoeding in mindering worden gebracht.
2.4 Samenloop
Indien aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige verzekering, wet of voorziening, dan loopt deze dekking slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere verzekering, wet of voorziening is verleend, of verleend zou zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering dekt de verzekering niet een ongeval:
1. veroorzaakt door het ontstaan of de verergering van een ingewandsbreuk of tussenwervelschijfletsel;
2. overkomen aan de passagiers die zich buiten de cabine bevinden of niet op wettelijk toegestane zitplaatsen worden vervoerd.
Artikel 4 Verplichtingen bij een verkeersongeval
4.1 Verplichtingen van de verzekerde
De verzekerde is verplicht, onverminderd het bepaalde in de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering, in geval van een ongeval:
a. zich direct onder geneeskundige behandeling te (doen) stellen en alles in het werk te stellen om een spoedige genezing te bevorderen;
b. zich op kosten van de verzekeraar door een door de verzekeraar aangewezen arts te doen onderzoeken;
c. zich op kosten van de verzekeraar voor een onderzoek te doen opnemen in een door de verzekeraar aan te wijzen ziekenhuis of andere medische inrichting;
d. de verzekeraar direct in kennis te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
e. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
f. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
4.2 Verplichtingen van de erfgenamen
De wettige erfgenamen zijn verplicht in geval van een ongeval:
a. waardoor direct levensgevaar voor de verzekerde bestaat, direct mededeling aan de verzekeraar te doen;
b. waardoor de verzekerde is overleden, zo spoedig mogelijk doch minimaal 48 uur voor de begrafenis of crematie van de verzekerde te melden aan de verzekeraar;
c. hun toestemming en medewerking te verlenen tot alle maatregelen die de verzekeraar nodig acht ter vaststelling van de doodsoorzaak;
d. alle door de verzekeraar gewenste gegevens te verstrekken;
e. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
f. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
Indien de in dit artikel onder lid 1 en lid 2 genoemde verplichting(en) niet worden nagekomen, vervalt ieder recht op uitkering.
Artikel 5 Vaststellen van uitkeringen en/of vergoedingen
5.1 Recht op uitkering
De aanspraak op uitkering en/of vergoeding wordt door de verzekeraar beoordeeld aan de hand van gegevens van door hem aan te wijzen medische en andere deskundigen.
5.2 Overlijden
De uitkering wegens overlijden wordt vastgesteld zodra het onderzoek naar het ongeval, de doodsoorzaak en het verband tussen beiden door de verzekeraar is afgesloten.
5.3 Blijvende invaliditeit
a. De uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt vastgesteld, zodra:
1. een blijvende toestand is ingetreden;
2. vierentwintig maanden na het ongeval zijn verstreken, tenzij de verzekerde verzoekt met de vaststelling te wachten tot een blijvende toestand is ingetreden.
b. Indien de verzekerde overlijdt als rechtstreeks gevolg van het ongeval, voordat de mate van invaliditeit is vastgesteld, bestaat geen recht op uitkering voor blijvende invaliditeit.
c. Indien de verzekerde overlijdt anders dan als rechtstreeks gevolg van het ongeval, voordat de mate van invaliditeit is vastgesteld, wordt de uitkering gefixeerd ter grootte van de uitkering, die vermoedelijk zou zijn bepaald, indien de verzekerde niet was overleden.
5.4 Bestaande aandoeningen
Indien de verzekerde reeds voor het ongeval lijdende was aan kwalen, ziekten of gebreken wordt bij de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen uitsluitend rekening gehouden met de ongevalsgevolgen, die er geweest zouden zijn indien deze kwalen, ziekten of gebreken niet aanwezig zouden zijn geweest.
5.5 Aantal inzittenden
Indien bij een ongeval blijkt, dat het aantal inzittenden groter is dan het aantal waarvoor het motorrijtuig is ingericht, wordt voor elke verzekerde de uitkering verminderd in de verhouding waarin het aantal zitplaatsen staat tot het aantal inzittenden. Indien overschrijding plaatsheeft zullen drie personen jonger dan achttien jaar gelijk worden gesteld aan twee personen van achttien jaar of ouder.
5.6 Rentevergoeding
Indien de verzekerde recht heeft op uitkering wegens blijvende invaliditeit en de omvang van de uitkering niet binnen drie maanden nadat het ongeval aan de verzekeraar is gemeld, kan worden vastgesteld en indien en voor zover de verzekerde de in artikel 4. omschreven verplichtingen is nagekomen en dat blijft doen, verhoogt de verzekeraar de uitkering met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van deze periode tot het tijdstip waarop de omvang van de uitkering door de verzekeraar is vastgesteld.
Artikel 6 Verjaring
Onverminderd het bepaalde in de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering, vervalt ieder recht op uitkering zonder meer, indien de kennisgeving of mededeling op grond van artikel 4 van onderhavige voorwaarden later geschiedt dan zestig maanden nadat het ongeval heeft plaatsgevonden.
Verzekeringsvoorwaarden Schade voor inzittenden
Naast de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering zijn de volgende voorwaarden van toepassing op de verzekering voor Schade voor inzittenden.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer bevinden op de zitplaatsen van het motorrijtuig voor zover dit daartoe volgens wettelijke bepalingen en maatstaven is ingericht, te weten:
a. de bestuurder;
b. de passagiers;
c. de bestuurder en passagier(s) indien zij onderweg aan het motorrijtuig, waarmee zij worden vervoerd noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn, het betreffende voertuig vullen met brandstof of de ruiten van het voertuig schoonmaken.
1.2 Passagiers
Degenen die door het motorrijtuig worden vervoerd, dan wel in-, op-, uit- of afstappen, doch zonder het motorrijtuig zelf te besturen.
1.3 Bestuurder
Degenen die het motorrijtuig daadwerkelijk bestuurt of bedient, dan wel in-, op-, uit- of afstapt.
1.4 Verkeersongeval
Een gebeurtenis die verband houdt met de deelname van verzekerde aan het verkeer met het motorrijtuig en die medisch aantoonbaar leidt tot lichamelijk letsel en/of de dood als gevolg van een van buiten komende, plotselinge, onvrijwillige, gewelddadige inwerking op het lichaam van een verzekerde.
Met een ongeval worden gelijkgesteld:
a. verbranding, bevriezing, blikseminslag, elektrische ontlading, zonnesteek;
b. verdrinking, verstikking, binnenkrijgen van ziektekiemen door onvrijwillige val in water of in enige andere vloeibare of vaste stof;
c. uitputting, verhongering of verdorsting als gevolg van onvrijwillige afzondering van de buitenwereld;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging rechtstreeks verband houdend met een ongeval;
e. verergering of complicaties van ongevalsletsel als rechtstreeks gevolg van eerstehulpverlening of medische behandeling;
f. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van giftige gassen/ dampen van vaste of vloeibare stoffen (niet zijnde virussen of bacteriële ziektekiemen).
1.5 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is om een zaak te kunnen vervangen door een vergelijkbaar exemplaar van dezelfde soort, kwaliteit, staat van onderhoud en ouderdom. Dit bedrag wordt vastgesteld door een deskundige die door de verzekeraar is benoemd.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 Schadedekking
De verzekering dekt tot ten hoogste € 1.000.000,- per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen de schade die het rechtstreekse en directe gevolg is van een ongeval:
a. ten gevolge van letsel of aantasting van de gezondheid van verzekerde(n), al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
b. ten gevolge van beschadiging of verlies van zaken toebehorende aan verzekerde(n) en die met het verzekerde motorrijtuig worden vervoerd, anders dan door diefstal en vermissing, alsmede door de verzekerde(n) tijdens het ongeval gedragen kleding;
c. bestaande uit derving van levensonderhoud van nabestaanden als omschreven in artikel 6:108 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
d. immateriële schade (smartengeld). Schade als omschreven in artikel 6.106 lid1 sub b van het Burgerlijk Wetboek. In afwijking van het voorgaande wordt geen vergoeding verleend voor:
1. de kosten als omschreven in artikel 6: 96 lid 2 Burgerlijk Wetboek;
2. de kosten door een derde gemaakt, zoals omschreven in artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek. Wel worden vergoed de kosten die met toestemming of in opdracht van de verzekeraar worden gemaakt;
e. begrafeniskosten tot maximaal € 15.000,- per inzittende.
2.2 Samenloop
Indien aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige verzekering, wet of voorziening, dan loopt deze dekking slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere verzekering, wet of voorziening is verleend, of verleend zou zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering is van de verzekering uitgesloten de schade:
1. overkomen aan de passagiers die zich niet op wettelijk toegestane zitplaatsen bevinden;
2. ontstaan door het niet dragen van de voorgeschreven veiligheidsgordel(s) x.x. xxxx(en);
3. aan zaken, die tot enige handelsvoorraad of tot de uitrusting dan wel tot de losse en vaste accessoires van het motorrijtuig behoren;
4. betrekking hebbende op geld, onbewerkte edele metalen, ongezette edelstenen, papieren van waarde, monstercollecties, kunstvoorwerpen en zaken met zeldzaamheidswaarde;
5. aan lading;
6. aan een aanhangwagen of caravan en de daarmee vervoerde zaken.
Artikel 4 Verplichtingen bij een verkeersongeval
4.1. Verplichtingen van de verzekerde
De verzekerde is verplicht, onverminderd het bepaalde in de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering, in geval van een schade:
a. de verzekeraar direct in kennis te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
b. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
c. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
4.2 Verplichtingen van de erfgenamen
De wettige erfgenamen zijn verplicht in geval van een schade:
a. waardoor direct levensgevaar voor de verzekerde bestaat, direct mededeling aan de verzekeraar te doen;
b. waardoor de verzekerde is overleden, zo spoedig mogelijk dit te melden bij de verzekeraar doch minimaal 48 uur voor de begrafenis of crematie;
c. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
Indien de in dit artikel onder lid 1 en lid 2 genoemde verplichting(en) niet worden nagekomen, vervalt recht op uitkering.
Artikel 5 Regeling van schade
5.1 De bepaling van de omvang van de schade en, bij overlijden van een verzekerde, de aanwijzing van degenen die recht hebben op vergoeding zal geschieden volgens de in het Burgerlijk Recht ten aanzien van de onrechtmatige daad geldende regels.
5.2 In geval van beschadiging van zaken van de verzekerde als bedoeld in artikel 2 lid 1b wordt door de verzekeraar vergoed de reparatiekosten tot ten hoogste het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade en de waarde van de restanten. Zijn de reparatiekosten hoger of is sprake van verlies van zaken, dan wordt het verschil vergoed.
Voorwaarden Cascodekking
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Risicodrager
De op het Private Leasecontract gemelde Leasemaatschappij dan wel haar verzekeraar.
1.3 Cliënt
De op het Private Leasecontract gemelde particuliere klant.
1.3 Motorrijtuig
Het op het Private Leasecontract gemelde motorrijtuig, of een tijdelijk vervangend motorrijtuig aangeboden door de leasemaatschappij.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking/service
De risicodrager dekt de materiële schade aan of het verlies van het motorrijtuig, ontstaan in landen die zijn vrijgegeven op het internationaal verzekeringsbewijs (de groene kaart). De risicodrager dekt niet:
1. Schade ontstaan door slijtage of langzaam inwerkende weerinvloeden;
2. Schade aan of verlies van het motorrijtuig door onzorgvuldig handelen van de cliënt;
3. Goederen die aanwezig waren in het motorrijtuig tijdens de schade of diefstal;
4. Schade aan de door de cliënt zelf aangebrachte accessoires in het motorrijtuig.
Artikel 3 Uitsluitingen
De volgende uitsluitingen zijn op de cascodekking van toepassing:
3.1 Niet-verzekerde bestuurder
De schade, indien de bestuurder:
a. niet door of namens de risicodrager gemachtigd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen;
b. onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden, dan wel indien de bestuurder geweigerd heeft mee te werken aan een ademtest, bloed- of urineproef of enig ander onderzoek door daartoe bevoegde overheidsbeambten;
c. niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen krachtens een wettelijke bepaling;
d. niet in het bezit was van een geldig en voor het besturen van het desbetreffende type motorrijtuig, al dan niet met aanhangwagen, voorgeschreven rijbewijs, tenzij slechts verzuimd was het rijbewijs te verlengen en de geldigheid minder dan twaalf maanden was verlopen,
xxxxxxx met dien verstande dat de dekking voor de verzekeringnemer van kracht blijft, indien hij aannemelijk maakt dat de in dit artikel omschreven omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake geen verwijt treft.
3.2 Niet verzekerd gebruik
De schade ontstaan tijdens het gebruik van het motorrijtuig voor:
a. onderverhuur en/of subleasing van het motorrijtuig zonder toestemming van risicodrager;
b. les- en examenrijden;
c. vervoer van zaken en/of personen tegen betaling, waaronder niet wordt begrepen particulier gebruik tegen tegemoetkoming in de kosten of op basis van wederkerigheid;
d. deelname aan of oefenen voor (snelheids)wedstrijden of –proeven. Hieronder wordt niet verstaan de deelname aan behendigheids-, oriëntatie- en puzzelritten en vergelijkbare ritten op de openbare weg, waarbij het snelheidselement geen rol speelt.
3.3 Algemeen
De Schade:
a. door of in verband met inbeslagneming, respectievelijk in de tijd gedurende welke het motorrijtuig in beslag genomen was of op last van een overheid of instantie door haar werd gebruikt;
b. bestaande in geldelijk nadeel door het gemis van het motorrijtuig;
c. aan lading en bagage;
d. veroorzaakt of ontstaan door het plegen van of deelneming aan een misdrijf of poging daartoe door de verzekerde;
e. ontstaan is door roekeloosheid, nalatigheid of met opzet door iemand die belang heeft bij de uitkering;
f. veroorzaakt door molest;
g. veroorzaakt door atoomkernreacties.
Artikel 4 Verplichtingen bij een schade
De cliënt verplicht zich de schade binnen 48 uur te melden bij de risicodrager en het motorvoertuig niet langer te gebruiken indien verder gebruik leidt tot hogere herstelkosten. In geval van diefstal dient er tevens binnen 24 uur aangifte te worden gedaan bij de politie. Risicodrager bepaalt de hoogte van de schade en wijst een schadeherstelbedrijf aan. Bij totaalverlies van het motorvoertuig geldt het maximum van de boekwaarde bij de risicodrager en de dagwaarde van het motorvoertuig als schadebedrag.