Openbaar Vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016 - 2023 - Bestek 1
Openbaar Vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016 - 2023 - Bestek 1
Openbaar Vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016 - 2023 - Bestek 2
Provincie Utrecht
Bestek
Europese aanbesteding Openbaar Vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016-2023
Datum vaststelling: 2 februari 2015
Laatste bewerking: dinsdag 3 februari 2015
Eerste versie
Inhoud Pagina
1 De aanbesteding | 1 |
1.1 Inleiding | 1 |
1.2 Inhoud van de Opdracht op hoofdlijnen | 2 |
1.3 Leeswijzer | 2 |
2 Europese aanbestedingsprocedure | 3 |
2.1 Algemeen | 3 |
2.2 Communicatie gedurende aanbestedingsprocedure | 4 |
2.3 Inlichtingen | 5 |
2.4 Klachten | 5 |
2.5 Rangorde | 6 |
2.6 Opmerken onjuistheden, tegenstrijdigheden en onvolledigheid | documenten 6 |
2.7 Verwijzing naar Standaardformulieren | 7 |
2.8 Voorwaarden aan Inschrijving | 7 |
2.9 Gestanddoeningstermijn | 7 |
2.10 Taal | 8 |
2.11 Overige voorwaarden | 8 |
2.12 Inschrijven conform het Bestek | 9 |
2.13 Inschrijven als combinatie | 9 |
2.14 Voorbehouden | 10 |
2.15 Kostenvergoeding | 10 |
2.16 Vertrouwelijkheid | 10 |
2.17 Verstrekte gegevens | 11 |
2.18 Verificatie | 11 |
2.19 Gunningsbesluit | 12 |
2.20 Bezwaar en beroep | 12 |
3 Algemene informatie en geschiktheidseisen | 14 |
3.1 Algemeen | 14 |
3.2 Uitsluitingsgronden, zie artikel 2.86 e.v. Aanbestedingswet | 15 |
3.2.1 Te verstrekken gegevens toepasselijkheid Uitsluitingsgronden | 15 |
3.3 Geschiktheidseisen (technische bekwaamheid) | 15 |
3.3.1 Kerncompetenties van de Inschrijver | 15 |
3.4 Overige te verstrekken gegevens | 17 |
3.4.1 Bewijs van verzekering | 17 |
3.4.2 Bankgarantie | 18 |
3.4.3 Borging kwaliteit- en milieumanagement | 19 |
3.4.4 Communautaire vergunning | 19 |
3.4.5 Gegevens met betrekking tot de eigen organisatie | 20 |
3.5 Toetsingscriterium: Implementatieplan | 20 |
4 Gunningscriteria 22
4.1 Algemeen 22
4.2 Wijze van beoordelen 22
4.3 Gunningscriteria 23
4.3.1 Beoordeling Inschrijving 24
4.3.2 Kwantitatief: ‘Aantal aangeboden dru’s per jaar’ 24
4.3.3 Kwaliteit 25
4.4 Beoordeling plannen 27
4.5 Gunning van de Opdracht 32
Bijlagen
Bijlage A Standaardformulieren
Bijlage B Ontwerp Concessiebeschikking Bijlage C Programma van Eisen
Bijlage D Personeelsopgave
Bijlage E Resultaten marktconsultatie Bijlage F Begrippenlijs t
Bijlage G Format opgave DRU’s Bijlage H Monitoringprotocol
Bijlage I Vervoerkundige gegevens van de concessie
Bijlage J Nota van Xxxxxxxxxxxxx – reacties op ontwerp PvE
1
De aanbesteding
1.1 Inleiding
De huidige concessie voor het busvervoer in de provincie Utrecht eindigt in december 2016.
Door middel van een Europese aanbestedingsprocedure wenst de Concessieverlener voor het onderstaande concessiegebied een nieuwe concessie voor openbaar vervoer per bus en auto te kunnen gunnen aan een geschikte marktpartij (Concessiehouder).
Concessiegebied
Het concessiegebied omvat het grondgebied van de gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden, Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wouden- berg en Wijk bij Duurstede (uitgaande van de gemeentegrenzen zoals deze gelden op 1 januari 2015).
Binnen het genoemde grondgebied rijden op een aantal trajecten buslijnen die vallen onder verantwoordelijkheid van een andere concessieverlener, alsmede buslijnen beho- rende tot de concessie Tram en Bus regio Utrecht, die per 1 januari 2015 wordt uitge- voerd onder verantwoordelijkheid van Provincie Utrecht. Deze grensoverschrijdende buslijnen zijn er ten behoeve van een samenhangend netwerk. Deze buslijnen zijn geen onderdeel van deze aanbesteding.
Daarnaast zijn er buslijnen die tot de concessie Provincie Utrecht horen, maar die in andere concessiegebieden liggen. Deze trajecten zijn wél onderdeel van deze aanbeste- ding.
Concessieduur
De concessie gaat in op zondag 11 december 2016 en loopt tot een nader te bepalen datum in december 2023, gelijk met het einde van de concessie “Tram en Bus regio Utrecht”.
Europese openbare aanbesteding
Concessieverlener wenst op basis van het gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) te komen tot de gunning van het verlenen van de Conces- sie aan één Inschrijver: de Concessiehouder.
1.2 Inhoud van de Opdracht op hoofdlijnen
Voor de inhoud van de opdracht op hoofdlijnen wordt verwezen naar hoofdstuk 2 en 3 van het Programma van Eisen.
Op grond van artikel 37 van de Wp2000 gaat het personeel van de huidige conces- siehouder van rechtswege over naar de nieuwe Concessiehouder conform de daar- voor geldende bepalingen. De personeelsopgave van de huidige concessiehouder alsmede de deskundigenverklaring zijn in Bijlage D opgenomen.
De overgang van personeel is een zaak van de (oude en nieuwe) Concessiehouder. De Concessieverlener is hierbij geen partij.
1.3 Leeswijzer
Dit bestek is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht als aanbe- stedingsreglement als bedoeld in artikel 50 van de Wet personenvervoer 2000.
Het onderhavige Bestek is opgebouwd uit drie delen:
Deel A: beschrijving aanbestedingsprocedure
- De Aanbestedingsprocedure, de Voorwaarden voor inschrijving, de Uitsluitings- gronden, Geschiktheidseisen en Gunningscriteria.
Deel B: set Concessiedocumenten
In de Concept Concessiebeschikking staan de voorschriften beschreven zijnde de be- voegdheden, verplichtingen en overige voorwaarden waaronder de Concessie zal wor- den verleend aan de Concessiehouder.
Deel C: het Programma van Eisen
In het Programma van Eisen staan beschreven de (functionele) eisen aan het vervoer- product (waaronder voorzieningenniveau, materieel, personeel, reisinformatie en socia- le veiligheid, niet limitatief) waar de Concessiehouder gedurende de exploitatie van de Concessie minimaal aan dient te voldoen.
De delen A, B en C, de Nota's van Inlichtingen, en alle Bijlagen bij deze documenten vor- men gezamenlijk het Bestek (ook wel: de Aanbestedingsdocumenten).
Bijlage A.1.1 bevat een overzicht van alle onderdelen, inclusief Bijlagen, van dit Bestek.
Bijlage F bevat een begrippenlijst, waarin enkele kernbegrippen uit het Bestek zijn gede- finieerd. Deze begrippen zijn in het Bestek geschreven met een hoofdletter.
2
Europese aanbest- edings-procedure
2.1 Algemeen
1. Concessieverlener volgt, gelet op de aard en de omvang van de Opdracht en op grond van artikel 61 van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000), een openbare aanbestedingsprocedure, als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 (hierna: Aanbestedingswet).1 Op de aanbesteding is tevens artikel 5, derde lid, van Verordening (EG) Nr. 1370/2007 van toepassing.
2. Dit Bestek is gepubliceerd op TenderNed op 3 februari 2015.
3. De Concessieverlener hanteert het gunningscriterium van de economisch meest voordelige Inschrijving.
4. De Concessieverlener brengt de Concessie onder bij 1 (één) Concessiehouder. Overwegingen daarbij zijn dat vanwege de druk op de betaalbaarheid van het openbaar vervoer er een transitie is ingezet om van een aanbodgericht vervoer- netwerk naar een vraaggericht netwerk te komen. Om daarbij het gebied in zijn to- taliteit te kunnen zien en een geïntegreerd vervoersaanbod (integraliteit) voor de reiziger te kunnen realiseren wordt gezocht naar 1 (één) Concessiehouder.
5. De Concessie bestaat niet uit percelen. Inschrijven op een gedeelte van de Conces- sie is niet toegestaan. Concessieverlening is een alleenrecht en kan slechts aan één Opdrachtnemer verleend worden.
1 Op grond van artikel 37 van het Besluit personenvervoer 2000 zijn de aldaar genoemde artikelen van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) van overeenkomstige toepas- sing op onderhavige aanbesteding. Omdat het Bao reeds op 1 april 2013 is ingetrokken en vervan- gen door de Aanbestedingswet, past Concessieverlener in deze aanbesteding (slechts) die bepalin- gen van Deel 2 van de Aanbestedingswet toe die corresponderen met de in artikel 37 Bp2000 genoemde artikelen van het Bao. Daarnaast is Deel 1 van de Aanbestedingswet van toepassing.
6. In onderstaande tabel is de tijdsplanning weergegeven. De data met betrekking tot het indienen van vragen/opmerkingen, het kenbaar maken van bezwaren en het indienen van Inschrijvingen gelden als fatale termijnen. De Concessieverlener be- houdt zich het recht voor om de tijdsplanning aan te passen. Bestekhouders / In- schrijvers worden hierover tijdig geïnformeerd.
Fasen Actie (Eind-)datum + tijd
Publiceren Aankondiging van de op- dracht op TenderNed, inclusief het Be- stek
Concessieverlener 3 februari 2015
Indienen schriftelijke vragen over het Bestek door Bestekhouders vindt plaats in minimaal drie ronden:
Eerste NvI vragenronde Tweede NvI vragenronde Derde NvI vragenronde
Bestekhouders
17 februari 2015 tot 17.00 uur
20 maart 2015 tot 17.00 uur
14 april 2015 tot 17.00 uur
Publicatie Nota van Inlichtingen vragen en antwoorden (NvI)
Eerste editie NvI Tweede editie NvI Derde editie NvI
Concessieverlener
06 maart 2015
3 april 2015
28 april 2015
Sluitingsdatum indienen Offertes Inschrijvers 18 mei 2015 12:00 uur
Opening overgelegde Inschrijvingen Concessieverlener/
Inschrijvers
18 mei 2015 na 12:00 uur
Beoordelen ontvangen Inschrijvingen en advisering van EMVI-inschrijving aan GS Vaststellen gunnings- en afwijzingsbe- schikkingen door GS onder opschortende voorwaarden
Verzenden gunningsbesluit- en afwij- zingsbesluit(en)
Sluitingsdatum indienen bezwaar op gunningsbesluit-/ Concessiebeschikking en afwijzingsbesluit(en)
Concessieverlener 18 mei tot 8 juni 2015
Concessieverlener 30 juni 2015
Concessieverlener 30 juni 2015
Inschrijvers Periode van 6 weken na verzending van
de gunningsbesluit- en afwijzigingsbe- sluit(en)
Ingangsdatum Concessie Concessieverlener/ Opdrachtnemer
Zondag 11 december 2016
Verzending Aankondiging van gegunde opdracht
Concessieverlener Binnen 48 dagen na definitieve gunning
2.2 Communicatie gedurende aanbestedingsprocedure
De communicatie over deze aanbesteding dient te allen tijde schriftelijk te geschieden, onder vermelding van ‘Europese aanbesteding OV-Concessie Provincie Utrecht 2016- 2023, via de berichtenmodule van XxxxxxXxx.xx
ter attentie van de heer mr. K.D. Klein Nagelvoort
2.3 Inlichtingen
1. Vragen over de aanbestedingsprocedure, het Bestek en eventuele andere Aanbe- stedingsdocumenten kunnen in het kader van de vragenronde uitsluitend op de in deze paragraaf aangegeven wijze worden ingediend en wel tot uiterlijk tot de in paragraaf 2.2 benoemde tijdstippen. De vragen kunnen met behulp van het MS Word format via de berichtenmodule van TenderNed worden geüpload en uiterlijk op de door Concessieverlener voorgeschreven data (zie hierboven paragraaf 2.1), gesteld in het Nederlands, worden gericht aan de contactpersoon als voornoemd in voorgaande paragraaf.
Indien u vragen wenst te stellen, dient u dat in MS Word format of vergelijkbare digitale tekstverwerker (geen scan) te doen. Concessieverlener behoudt zich het recht voor te laat ingediende vragen niet in behandeling te nemen.
Voor vragen die niet op bovenomschreven wijze worden ingediend, is de Conces- sieverlener bevoegd deze niet in behandeling te nemen.
2. Van de antwoorden op vragen die conform de tweede alinea in het kader van de vragenronde zijn gesteld en van verduidelijkingen, aanvullingen of wijzigingen van Concessieverlener uit eigen beweging wordt door Concessieverlener een Nota van Inlichtingen opgemaakt.
3. Concessieverlener stelt in elke ronde een voortschrijdende editie van Nota van Inlichtingen op en publiceert deze op TenderNed. De laatste editie van een Nota van Inlichtingen wordt uiterlijk 6 kalenderdagen voor sluitingsdatum van de In- schrijvingen gepubliceerd.
4. Door plaatsing van bijlagen (waaronder de Nota van Inlichtingen) worden automa- tisch notificatieberichten (e-mail) verstuurd aan de personen die zich hebben ge- registreerd en bijlagen hebben gedownload van TenderNed. Gegadigde is verant- woordelijk voor juiste registratie. Gegadigde dient in verband met mogelijke regi- stratiefouten dan wel het om andere reden niet ontvangen van notificatieberichten gedurende de Aanbestedingsprocedure genoemde internetpagina regelmatig te controleren op toegevoegde bijlagen.
2.4 Klachten
1. In het kader van de Aanbestedingsprocedure kan het voorkomen dat tussen Con- cessieverlener en (potentiële) Inschrijvers ontevredenheid ontstaat over hoe door partijen in de Aanbestedingsprocedure gehandeld wordt. Dit kan leiden tot een klacht. Concessieverlener handelt in een dergelijk geval in lijn met het ‘Advies klachtenafhandeling bij aanbesteden’ de dato 7 maart 2013. Indien een belang- hebbende derhalve een klacht heeft over deze Aanbestedingsprocedure, dan zijn de volgende acties mogelijk:
a. allereerst dient belanghebbende haar klacht, indien en voor zover de aard en de inhoud van de klacht zich hiertoe leent, als vraag aan Concessieverlener kenbaar te maken in het kader van de vragenronde als hiervoor onder para- graaf 2.3. bedoeld;
b. indien belanghebbende het vervolgens niet eens is met het door Concessie- verlener verstrekte antwoord op zijn vraag (als voormeld onder a.) en hij de
inhoud van de klacht niet nogmaals als vraag (als voormeld onder a.) aan Concessieverlener kan/wenst te stellen, dan kan belangenbende zijn klacht (welke door belangenbende duidelijk als “klacht” moet worden gekenmerkt) kenbaar maken via het e-mailadres:
xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx-xxxxxxx.xx
2. Een klacht wordt zo spoedig mogelijk behandeld door een klachtcoördinator van de provincie Utrecht terecht komt die de klacht vervolgens zal afhandelen. Een klachtprocedure heeft geen opschortende werking van de Aanbestedingsprocedu- re.
3. Indien klager het niet eens is met de door Opdrachtgever verstrekte uitspraak op de ingediende klacht, kan deze zich wenden tot de door de Minister van Economi- sche Zaken ingestelde Commissie van Aanbestedingsexperts. Als bij deze Commis- sie van Aanbestedingsexperts een klacht m.b.t. deze Aanbestedingsprocedure wordt ingediend, wordt klager verzocht hiervan een afschrift te zenden aan de in paragraaf 2.2 genoemde contactpersoon van Opdrachtgever.
2.5 Rangorde
1. In geval van tegenstrijdigheden in Nota’s van Inlichtingen en het Bestek inclusief Bijlagen, gaan de Nota’s van Inlichtingen in rangorde vóór op het Bestek inclusief Bijlagen.
2. Indien Nota’s van Inlichtingen onderlinge tegenstrijdigheden bevatten, prevaleert een later opgestelde Nota van Inlichtingen boven de eerder opgestelde Nota van Inlichtingen.
3. Indien de overige onderdelen van het Bestek tegenstrijdigheden bevatten, preva- leert de Concept Concessiebeschikking.
2.6 Opmerken onjuistheden, tegenstrijdigheden en onvolle- digheid documenten
1. Het indienen van een Inschrijving houdt in dat Inschrijver onverkort met de bepa- lingen, voorwaarden en procedure van de aanbesteding, zoals beschreven in het Bestek, instemt.
2. Indien enig door de Concessieverlener aan een Bestekhouder verstrekt document volgens die Bestekhouder tegenstrijdigheden, onjuistheden of onduidelijkheden bevat, dient die Bestekhouder dat zo snel mogelijk aan Concessieverlener te mel- den. De Concessieverlener verwacht hierbij een pro-actieve houding van de In- schrijvers, hetgeen betekent dat de Inschrijvers eventuele onduidelijkhe- den/onvolkomenheden/ tegenstrijdigheden in de Aanbestedingsdocumenten zo spoedig mogelijk aan de Concessieverlener moeten melden en wel op een zodanig moment dat deze onduidelijkheden/onvolkomenheden/ tegenstrijdigheden nog gecorrigeerd kunnen worden. Tijdens deze Aanbestedingsprocedure geldt dat in geval van tegenstrijdigheden in opgestelde Nota(‘s) van Inlichtingen en de overige onderdelen van het Bestek, de Nota(‘s) van Inlichtingen in rangorde vóór gaan op de overige onderdelen van het Bestek. Indien Nota‘s van Inlichtingen onderlinge
tegenstrijdigheden bevatten, prevaleert een later opgestelde Nota van Inlichtingen boven de eerder opgestelde Nota van Inlichtingen. Na Inschrijving kunnen de In- schrijvers geen bezwaar meer maken tegen eventuele onduidelijkhe- den/onvolkomenheden/ tegenstrijdigheden in de Aanbestedingsdocumenten.
Derhalve verwerken de Inschrijvers hun recht om na die termijn alsnog bezwaar te maken tegen (de gevolgen van) eventuele schendingen van het (aanbestedings-) recht, voor zover daarvan sprake zou zijn in de Aanbestedingsdocumenten en worden de Inschrijvers geacht onverkort en onvoorwaardelijk met de inhoud van die documenten te hebben ingestemd, zoals onder meer maar niet uitsluitend de Aankondiging, het Bestek, de Nota’s van Inlichtingen en de daarin gehanteerde ei- sen, criteria en beoordelingsmethodiek. Door het indienen van een Inschrijving verklaart Inschrijver bekend te zijn met bovenstaande en hiermee uitdrukkelijk onverkort akkoord te gaan.
2.7 Verwijzing naar Standaardformulieren
Bij dit Bestek is een aantal Standaardformulieren gevoegd. Inschrijvers zijn verplicht de voorgeschreven Standaardformulieren te gebruiken. Het niet gebruiken en/of wijzigen van Standaardformulieren kan leiden tot terzijde legging van uw Inschrijving.
2.8 Voorwaarden aan Inschrijving
1. De Inschrijving dient uiterlijk op [18 mei 2015, 12.00 uur] te zijn ingediend (geü- pload) via XxxxxxXxx.xx
2. Een niet tijdig ingediende inschrijving wordt aangemerkt als ongeldig en wordt terzijde gelegd.
3. De Inschrijver draagt het risico van niet-tijdige en/of niet-volledige indiening (upload) van zijn Inschrijving.
4. De digitale kluis in TenderNed wordt op 18 mei 2015 na 12.00 uur geopend.
5. Van de opening wordt een proces-verbaal (PV) opgesteld. Het PV wordt door Con- cessieverlener via TenderNed beschikbaar gesteld.
2.9 Gestanddoeningstermijn
1. De Inschrijving dient tot minimaal 180 kalenderdagen na de uiterste datum van indiening van de Inschrijvingen gestand te worden gedaan. In het geval dat door een belanghebbende bezwaar tegen het gunningsbesluit wordt gemaakt en/of een belanghebbende een voorlopige voorziening tegen het gunningsbesluit vraagt bij de Voorzieningenrechter van het CBb, conform hetgeen is bepaald in paragraaf
2.21 van dit Bestek, wordt de termijn van gestanddoening ten minste verlengd tot 21 kalenderdagen na de dag waarop de beslissing op bezwaar wordt genomen of door het CBb op het verzoek tot een voorlopige voorziening is beslist.
2. Zo nodig kan Concessieverlener Inschrijvers verzoeken de gestanddoeningster- mijn van zijn Inschrijving te verlengen.
2.10 Taal
De voertaal tijdens deze aanbestedingsprocedure en tijdens de looptijd van de Overeen- komst is Nederlands. Alle documenten van Inschrijvers dienen in het Nederlands te zijn opgesteld. Uitzondering wordt gemaakt voor documenten die oorspronkelijk in een andere taal zijn opgesteld, bijvoorbeeld referentieverklaringen van buitenlandse op- drachtgevers, technische omschrijvingen van materieel, jaarverslag, verzekeringspolis, bankgarantie etc. In voorkomend geval kan de Concessieverlener om een officiële verta- ling verzoeken. Eventuele kosten zijn dan voor rekening van de Inschrijver.
2.11 Overige voorwaarden
1. Leverings-, betalings- en/of andere (algemene) voorwaarden van de Inschrijver worden uitdrukkelijk van de hand gewezen.
2. Deze aanbesteding wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht, alsmede rechtstreeks werkende bepalingen van EU-recht (waaronder in ieder geval begre- pen Verordening (EG) Nr. 1370/2007 (de 'PSO-verordening')).
3. Als Onderdeel B zijn in dit Bestek bijgevoegd de concept Concessiedocumenten met Bijlagen. Via de vragenronden is het mogelijk om tekstsuggesties in te dienen op deze concepten met bijlagen.
4. Het is aan de Concessieverlener om deze tekstsuggesties al dan niet over te nemen.
5. Een eventueel aangepast concept Concessiedocument wordt als integraal deel van de Nota van Inlichtingen via TenderNed beschikbaar gesteld aan alle Bestekhou- ders.
6. Na publicatie van de laatste editie van de Nota van Inlichtingen geldt de laatst verzonden versie van de concept Concessiedocumenten als “Definitief”: het niet of onder voorwaarden akkoord gaan met de inhoud van de concept Concessiedocu- menten leidt tot uitsluiting van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure.
7. Een natuurlijk persoon, rechtspersoon en/of vennootschap kan slechts éénmalig (hetzij individueel hetzij in combinatie met andere natuurlijke personen, rechts- personen en vennootschappen) op deze aanbesteding inschrijven. Voor de toepas- sing van deze bepaling worden in elk geval rechtspersonen en/of vennootschap- pen die voldoen aan de onderstaande voorwaarden als één rechtspersoon of ven- nootschap beschouwd:
a. rechtspersonen en/of vennootschappen die aan elkaar zijn gelieerd op een wijze als bedoeld in artikel 2:24a Burgerlijk Wetboek;
b. rechtspersonen en/of vennootschappen die met elkaar zijn verbonden in een groep als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek; of
c. rechtspersonen en/of vennootschappen die aan elkaar zijn gelieerd in aan sub 1 of sub 2 vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht.
8. De Concessieverlener sluit (rechts)personen als bedoeld in lid 7, onder a, b, of c, niet uit als die (rechts)personen aantonen dat er in hun geval geen sprake is van een reëel gevaar dat zich praktijken voordoen die de mededinging tussen de In- schrijvers kunnen vervalsen en meer in het algemeen dat deze verhouding hun respectieve gedrag in het kader van deze aanbesteding niet heeft beïnvloed.
9. Concessieverlener gunt de Concessie niet, dan nadat voldaan is aan de voorwaar- den als genoemd in paragraaf 2.18.
10. In het geval Concessieverlener beslist om de Concessie niet te gunnen en eventueel de procedure opnieuw te beginnen, stelt hij Inschrijvers zo spoedig mogelijk ge- lijktijdig in kennis van de redenen daartoe.
11. Concessieverlener deelt bepaalde gegevens betreffende de gunning niet mee in- dien openbaarmaking van die gegevens:
a. in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift;
b. met het openbaar belang in strijd zou zijn;
c. de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen schaden; of
d. afbreuk aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers zou kunnen doen.
2.12 Inschrijven conform het Bestek
1. De Inschrijver dient zijn Inschrijving te baseren op dit Bestek. Indien een Inschrij- ver gevraagde informatie niet, niet volledig en/of niet juist heeft aangeleverd kan dat leiden tot uitsluiting van deelneming aan de aanbestedingsprocedure.
2. Een voorwaardelijke Inschrijving is ongeldig en wordt geacht niet te zijn gedaan.
3. Door het indienen van de Inschrijving gaat Inschrijver expliciet akkoord met alle in de Aanbestedingsdocumenten gestelde eisen en voorwaarden.
2.13 Inschrijven als combinatie
1. Meerdere ondernemers mogen gezamenlijk, als Combinatie, een Inschrijving doen.
2. Een Combinatie wijst een penvoerder aan, die bevoegd is de Combinatie te verte- genwoordigen, zowel in het kader van de aanbesteding als bij de eventuele uitvoe- ring van de Concessie.
3. Alle leden van een Combinatie zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van alle uit de Concessie voortvloeiende verplichtingen.
4. Concessieverlener kan van een Combinatie waaraan de Concessie wordt verleend, eisen dat het een bepaalde rechtsvorm aanneemt, indien Concessieverlener dit voor de goede uitvoering van de Concessie noodzakelijk acht.
5. In geval van inschrijving door een Combinatie dienen alle leden van de Combinatie Bijlage A.2.4. Standaardformulier Uniforme Eigen Verklaring rechtsgeldig te on- dertekenen. Het ondertekende Standaardformulier dient deel uit te maken van de Inschrijving.
2.14 Voorbehouden
1. Concessieverlener is vrij - zonder tot enige vorm van schadevergoeding of vergoe- ding van gemaakte kosten jegens Inschrijver(s) gehouden te zijn - de aanbesteding te allen tijde, tijdelijk of definitief, te stoppen dan wel de opdracht niet te gunnen, bijvoorbeeld:
a. wegens het niet beschikbaar hebben van voldoende financiële middelen;
b. wegens het ontbreken van (formeel) positieve besluitvorming aangaande de gunning;
c. indien door wijziging van regelgeving of overheidsbeleid de inhoud van de aanbesteding aangepast dient te worden;
d. indien een rechterlijk oordeel daartoe aanleiding geeft. Vorenstaande opsomming sub a tot en met d is niet limitatief.
2. Voor genoemde risico’s draagt de Concessieverlener geen verantwoordelijkheid.
3. Concessieverlener behoudt zich het recht voor de wijze waarop de aanbesteding zal verlopen aan te passen en/of wijzigingen aan te brengen in de aard en de om- vang van de aan te besteden Opdracht. Concessieverlener zal bij eventuele toepas- sing van deze bepaling de geldende wet- en regelgeving in acht nemen.
4. Het doen van een manipulatieve Inschrijving, waaronder in ieder geval begrepen een Inschrijving die (geheel of gedeeltelijk) kennelijk beoogt de gunningsystema- tiek te manipuleren, is niet toegestaan. Ook het doen van een irreële inschrijving, dat wil zeggen een inschrijving waarvan vooraf duidelijk is dat die redelijkerwijs niet kan worden nagekomen, is niet toegestaan. De Concessieverlener kan een ma- nipulatieve of irreële Inschrijving terzijde leggen.
2.15 Kostenvergoeding
Inschrijvers hebben geen recht op vergoeding van enigerlei kosten in het kader van deze aanbesteding.
2.16 Vertrouwelijkheid
1. De Inschrijver mag de gegevens die Concessieverlener in verband met deze aanbe- steding verstrekt alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze gegevens zijn ver- strekt. Behoudens uitzonderingen ingevolge de Auteurswet of schriftelijke toe- stemming van de Concessieverlener, mag niets uit het Bestek worden verveelvou- digd of gedistribueerd, anders dan voor het doel van een Inschrijving.
2. Concessieverlener zal alle door de Inschrijvers in het kader van deze aanbesteding ingediende stukken vertrouwelijk behandelen en niet openbaar maken aan Der- den, tenzij Concessieverlener daartoe rechtens is gehouden en/of de Concessiever- lener de gegevens in het kader van de motivering van de gunningbeslissing dan wel voor een in rechte in te nemen standpunt nodig heeft, zulks met inachtneming van hetgeen in Hoofdstuk 4 is bepaald. Een en ander ter beoordeling van Conces- sieverlener.
3. Het voorgaande laat onverlet de bevoegdheid van de Concessieverlener om in een eventuele juridische procedure (delen van) de Inschrijving over te leggen aan de rechter(s) en/of bezwaarschriftencommissie. In dat geval zal de Concessieverlener verzoeken om vertrouwelijke behandeling van de betreffende (delen van de) In- schrijving.
2.17 Verstrekte gegevens
1. Concessieverlener staat niet in voor de juistheid van de gegevens, waaronder bijvoorbeeld vervoerkundige gegevens, zoals die in het Bestek, de Nota’s van In- lichtingen en eventuele andere aanbestedingsdocumenten zijn vermeld.
2. Indien tijdens de exploitatie van de Concessie blijkt dat de inhoud van de verstrek- te gegevens afwijkt van de realiteit en deze afwijking aantoonbaar is gelegen in de onjuistheid van de verstrekte gegevens, zal Concessieverlener in overleg gaan met de Concessiehouder om te zoeken naar een oplossing van de eventueel hierdoor ontstane problemen.
3. Concessieverlener behoudt zich het recht voor om in gevallen waarin dit Bestek niet voorziet, een beslissing te nemen of een regeling te treffen.
2.18 Verificatie
Alvorens de Concessie wordt verleend, verifieert Concessieverlener dat op de Inschrij- ver, die conform de procedure als beschreven in hoofdstuk 4 van dit Bestek de econo- misch meest voordelige Inschrijving heeft gedaan, geen Uitsluitingsgronden van toepas- sing zijn en dat de Inschrijver voldoet aan alle Geschiktheidseisen, conform de procedu- re als beschreven in hoofdstuk 3 van dit Bestek. Concessieverlener verzoekt Inschrijver hiertoe om de bewijsstukken als genoemd in hoofdstuk 3. Indien op de Inschrijver een uitsluitingsgrond van toepassing is of indien de Inschrijver niet voldoet aan de geschikt- heidseisen, wordt Inschrijver uitgesloten van verdere deelname in de procedure c.q. wordt de Inschrijving van Inschrijver als ongeldig terzijde gelegd. Indien de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) wegvalt, zal de rangorde opnieuw worden vastge- steld. De Concessieverlener heeft steeds het recht om de Inschrijver die in ranking op- volgend de meest economisch voordelige Inschrijving heeft ingediend conform de hier- boven beschreven procedure te verifiëren.
2.19 Gunningsbesluit
Na afronding van de beoordeling wordt aan Gedeputeerde Staten een gunningsadvies voorgelegd. In het gunningsadvies wordt vastgelegd welke Inschrijver na beoordeling de economisch meest voordelige Inschrijving heeft gedaan. Op basis van het gunningsad- vies nemen Xxxxxxxxxxxx Staten een besluit omtrent gunning. Indien en nadat door Xxxxxxxxxxxx Staten een gunningsbesluit is genomen is worden alle Inschrijvers (en de huidige Concessiehouder indien deze niet heeft ingeschreven) op diezelfde dag telefo- nisch mede te delen welke Inschrijver de economisch meest voordelige Inschrijving heeft gedaan en aan wie de Concessie is verleend.
Het gunningsbesluit wordt genomen onder de opschortende voorwaarden dat wordt vastgesteld dat op de beoogd Concessiehouder geen Uitsluitingsgronden van toepassing zijn en dat de Inschrijver voldoet aan alle geschiktheidseisen. Het in paragraaf 2.18 bedoelde onderzoek hiernaar wordt afgerond binnen 14 dagen na bekendmaking van het gunningsbesluit.
Concessieverlener stelt de deelnemende Inschrijvers schriftelijk in kennis van het Con- cessiebesluit. Deze brieven bevatten de relevante redenen voor het genomen gunnings- besluit.
2.20 Bezwaar en beroep
1. Uit hoofde van artikel 4 van hoofdstuk 2 van bijlage 2 bij de Awb staat voor een belanghebbende tegen de navolgende onderdelen van de gunningsbeslissing(en) beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb):
a) besluiten tot het verlenen van een Concessie;
b) besluiten tot definitieve afwijzing c.q. uitsluiting van een Inschrijver (daaron- der mede begrepen de ongeldig verklaring van een Inschrijving).
2. Voordat beroep bij het CBb kan worden ingesteld dient de belanghebbende tegen het desbetreffende besluit op grond van artikel 6:7 Awb binnen 6 weken bezwaar te maken bij Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.
3. Een belanghebbende die bezwaar heeft gemaakt kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb aan de voorzieningenrechter van het CBb een voorlopige voor- ziening vragen.
4. De Aanbestedende Dienst zal gedurende 6 (zes) weken na het bekendmaken van het gunningsbesluit hoe dan ook geen uitvoering geven aan die beslissing teneinde belanghebbenden gedurende die termijn gelegenheid te bieden een voorlopige voorziening als hiervoor bedoeld te vragen. Indien belanghebbenden vóór het ver- strijken van de termijn van zes weken een voorlopige voorziening aan de Voorzit- ter van het CBb hebben gevraagd, zullen Gedeputeerde Staten de uitkomst van de- ze voorlopige voorzieningsprocedure afwachten alvorens verdere uitvoering te geven aan het gunningsbesluit.
5. Inschrijvers dienen zich ervan bewust te zijn dat de omstandigheid dat tegen een gunningsbesluit bezwaar en beroep openstaat ertoe kan leiden dat gedurende eni-
ge tijd (totdat de Concessie onherroepelijk is) onzekerheid bestaat over de geldig- heid van de Xxxxxxxxx. Die onzekerheid komt volledig voor risico van de Conces- siehouder. Concessieverlener benadrukt dat het indienen/ aanhangig zijn van be- zwaar geen schorsende werking heeft.
Alle geschillen naar aanleiding van de onderhavige aanbesteding die niet onder de com- petentie van het CBb vallen, dienen te worden voorgelegd aan - en zullen worden be- recht door - de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
Concessieverlener/Provincie Utrecht is niet aansprakelijk voor enige kosten en/of scha- de van een Inschrijver, die voortvloeien uit het aanhangig zijn van, en/of de uitkomst van, juridische procedures met betrekking tot het gunningsbesluit.
3
Algemene informatie en geschiktheidseisen
3.1 Algemeen
1. In de volgende paragrafen wordt aangegeven welke Geschiktheidseisen en Uitslui- tingsgronden gelden en welke informatie een Inschrijver dient in te leveren ten behoeve van de beoordeling op grond van de Geschiktheidseisen en Uitsluitings- gronden. Concessieverlener behoudt zich het recht voor om, naast de informatie als gevraagd in de Eigen Verklaring en de Standaardformulieren, nadere bewijs- stukken te verlangen. Indien de inhoud van deze bewijsstukken niet overeenkomt met wat in de Inschrijving is gesteld, kan de Inschrijver worden uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure.
2. Inschrijvers dienen de in dit hoofdstuk genoemde informatie in te leveren, waarbij de structuur en volgorde van de in Standaardformulier A.2.2 opgenomen checklist dient te worden aangehouden. De gevraagde informatie dient achter tabbladen in de Inschrijving te worden opgenomen, conform de in onderstaande paragrafen aangegeven nummering.
3. De beoordelingscommissie toetst de Inschrijvingen eerst op tijdige indiening en compleetheid van de inschrijving.
4. Als sprake is van een Inschrijving in combinatie moet alle gevraagde informatie voor elk lid van de Combinatie afzonderlijk worden ingediend, tenzij in dit Bestek anders is aangegeven.
3.2 Uitsluitingsgronden, zie artikel 2.86 e.v. Aanbestedingswet
3.2.1 Te verstrekken gegevens toepasselijkheid Uitsluitingsgronden
1. De Uitsluitingsgronden die Concessieverlener in deze aanbesteding hanteert zijn opgenomen in de Eigen Verklaring, die is bijgevoegd als Standaardformulier A.2.4.
2. Ten bewijze van het zich niet voordoen van Uitsluitingsgronden dient de Inschrij- ver de Eigen Verklaring met betrekking tot gegevens van de eigen organisatie vol- ledig in te vullen en te ondertekenen, en op te nemen in de Inschrijving.
3. Ten bewijze van het zich niet voordoen van Uitsluitingsgronden kan de Concessie- verlener aan een Inschrijver verzoeken de in artikel 2.89 Aanbestedingswet 2012 genoemde bewijsstukken te verstrekken. In dat geval dient Inschrijver de ge- vraagde bewijsstukken binnen een termijn van zeven (7) kalenderdagen, of een andere door Concessieverlener te bepalen termijn, te verstrekken.
4. Het niet naar waarheid invullen van de Eigen Verklaring kan leiden tot uitsluiting van Inschrijver van deelname aan de (verdere) aanbestedingsprocedure.
5. Inschrijven als Combinatie of met beroep op Derden:
Indien wordt ingeschreven in Combinatie dient elk lid van de Combinatie de Eigen Verklaring in te vullen en te ondertekenen. Per lid van de Combinatie wordt dus een afzonderlijke Eigen Verklaring bij de Inschrijving gevoegd.
Derden, op wiens ervaring voor het voldoen aan de Geschiktheidseisen een beroep wordt gedaan, dienen de Eigen Verklaring in te vullen en te ondertekenen. Voor elke Derde waarop Inschrijver een beroep doet dient een afzonderlijke Eigen Ver- klaring bij de Inschrijving te worden gevoegd.
3.3 Geschiktheidseisen (technische bekwaamheid)
1. Voor deze aanbesteding worden twee Geschiktheidseisen gehanteerd.
2. De beoordeling is binair: ja-nee. In geval van nee (=niet voldoen aan de Geschikt- heidseis) volgt uitsluiting van deelname aan de procedure.
3.3.1 Kerncompetenties van de Inschrijver
Inschrijver dient door middel van één of meer referentieprojecten in zijn Inschrijving aan te tonen dat hij beschikt over de hieronder beschreven kerncompetenties, die Con- cessieverlener noodzakelijk acht voor het kunnen uitvoeren van de Concessie.
Voor de in te dienen referentieprojecten (waarmee Inschrijver aantoont te beschikken over de vereiste kerncompetenties) gelden de volgende voorwaarden:
a) Elk referentieproject heeft betrekking op het uitvoeren van openbaar vervoer (zoals bedoeld in artikel 1 sub h van de Wp2000) per bus in een lidstaat van
de Europese Unie en/of de EER en/of een partij bij de in WTO-verband geslo- ten Government Procurement Agreement.
b) Het referentieproject is in ieder geval niet langer geleden geëindigd dan drie jaar voor de publicatiedatum van het Bestek;
c) In het geval dat de Inschrijver bij de uitvoering van het referentieproject on- derdeel was/is van een Combinatie, dient hij te omschrijven wat zijn aandeel bij de uitvoering van de referentieopdracht is (geweest). In geval de Inschrij- ver de referentieopdracht heeft verricht in Combinatie, dan telt slechts zijn ei- gen aandeel in de referentieopdracht mee bij de beoordeling of aan de vereiste kerncompetenties wordt voldaan;
d) Indien wordt ingeschreven door een Combinatie, en een beroep wordt gedaan op de ervaring van slechts één der Combinanten voor het voldoen aan deze ervaringseis, zal betreffende Combinant ook daadwerkelijk de betreffende werkzaamheden uitvoeren. Indien de Inschrijver zich voor deze ervaringseis beroept op de ervaring van (een) Derde(n) wordt bij Inschrijving de verkla- ring in Standaardformulier A.2.3 bijgevoegd als bedoeld in paragraaf 3.4.2 van dit Bestek;
Kerncompetentie 1
Competentie: Logistieke organisatie van minimaal 40 voertuigen.
De Inschrijver toont door middel van ten minste één referentieopdracht, aan dat hij ervaring heeft met het uitvoeren van een concessie/opdracht voor openbaar vervoer per bus met een minimale omvang van ten minste van 40 voertuigen.
De referentie moet voldoen aan de 4 onderstaande voorwaarden:
a) Referentie bedrijfsnaam, adres, woonplaats, land;
b) Contactpersoon naam, functie, telefoonnummer en email;
c) Duur van de opdracht in maanden met start- en einddatum (inclusief eventuele verlenging);
d) Volume competentie: het aantal bussen van de referentie bedraagt ten minste 40 voertuigen.
Inschrijver hoeft geen tevredenheidsverklaring van de referentie of anderszins in te sturen bij de Inschrijving. De Concessieverlener behoudt zich het recht voor met de contactpersoon van de referentie de verklaring te toetsen op akkoord ja-nee. Voor In- schrijving dient u uw Verklaring Referentie 1 bij te voegen. Het formulier dient in de Inschrijving te worden bijgevoegd, zie Standaardformulier A.2.2.
Kerncompetentie 2
Competentie: aansturing van minimaal 100 fte aan chauffeurs.
De Inschrijver toont door middel van één referentieopdracht aan dat hij ervaring heeft met het uitvoeren van een concessie/opdracht voor openbaar vervoer per bus, bij de uitvoering waarvan minimaal 100 fte aan chauffeurs wordt ingezet en aangestuurd. De referentie moet voldoen aan de onderstaande 4 voorwaarden:
a) Referentie bedrijfsnaam, adres, woonplaats, land;
b) Contactpersoon naam, functie, telefoonnummer en emailadres;
c) Duur van de opdracht in maanden met start- en einddatum (incl. eventuele verlen- ging;
d) Logistieke competentie: het aantal chauffeurs dat voor de referentieopdracht is ingezet bedraagt tenminste 100 fte.
Inschrijver hoeft geen tevredenheidsverklaring van de referentie of anderszins in te sturen bij uw inschrijving. De Concessieverlener behoudt zich het recht voor met de contactpersoon van de referentie de verklaring te toetsen op akkoord ja-nee. Voor In- schrijving dient u uw Verklaring Referentie 2 bij te voegen. Het formulier dient in de Offerte te worden bijgevoegd, zie Standaardformulier A.2.2.
Voor beide kerncompetenties mag hetzelfde referentieproject worden opgevoerd. Inschrijven als combinatie of met Onderaannemer(s): Geen aanvullende eisen.
3.4 Overige te verstrekken gegevens
3.4.1 Bewijs van verzekering
1. De Inschrijver zal voor adequate verzekering van zijn aansprakelijkheid zorg dra- gen en zal deze verzekering (met een dekking tenminste als hieronder beschre- ven) tijdens de duur van de Concessie in stand houden. Inschrijver dient te verkla- ren (Standaardformulier A.2.4) te beschikken (althans bij de start van de Concessie te zullen beschikken) over een adequate afdekking tegen:
a. Algemene bedrijfsaansprakelijkheid;
b. Wettelijke aansprakelijkheid voertuigen;
c. Aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Xxxxxxxx(s).
2. Indien de Concessieverlener – conform de procedure neergelegd in paragraaf 2.19, wil verifiëren dat aan bovengenoemde eis is voldaan dient Inschrijver binnen 14 kalenderdagen nadat Concessieverlener hierom heeft verzocht een bewijsstuk over te leggen dat de bovenstaande drie dekkingen aantoont (per dekking een apart bewijsstuk is toegestaan).
Minimumeis 3.4.1.a. Algemene bedrijfsaansprakelijkheid
Inschrijver dient te verklaren (Standaardformulier A.2.4) te beschikken (althans bij de start van de Concessie te zullen beschikken) over een adequate dekking tegen bedrijfs- aansprakelijkheid. De verzekering dient ten minste een verzekerde som af te dekken van
€ 5.000.000,- per gebeurtenis.
Als bewijs voor het bezit van een adequate verzekering volstaat een kopie van de betref- fende verzekeringspolis dan wel het betreffende verzekeringscertificaat.
Indien de Inschrijver nog niet over een adequate verzekering beschikt, volstaat een verklaring van een verzekeraar dat deze bereid is met de Inschrijver (een) adequate verzekering(en) af te sluiten, indien de Concessie aan de Inschrijver wordt gegund. De Inschrijver sluit in dat geval binnen 6 maanden na gunning de verzekering af, en de verzekering moet uiterlijk op de dag van start van de exploitatie ingaan.
Inschrijven als combinatie of met Onderaannemer(s):
Indien de Inschrijver inschrijft als combinatie, dient minimaal één van de Combinanten het verzekeringsbewijs op te leveren, waaruit blijkt dat de gezamenlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de Combinanten in verband met de Opdracht afdoende is gedekt.
Minimumeis 3.4.1.b. Aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Xxxxxxxx(s) Inschrijver dient te verklaren (Standaardformulier A.2.4) te beschikken (althans bij de start van de Concessie te zullen beschikken) over een verzekering die dekking biedt voor de wettelijke aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Xxxxxxxx(s). De verzeke- ring dient ten minste een verzekerde som af te dekken van € 5.000.000,- per gebeurtenis met een minimale limiet van € 10.000.000,- per verzekeringsjaar.
Als bewijs voor het bezit van een adequate verzekering volstaat een kopie van de betref- fende verzekeringspolis dan wel het betreffende verzekeringscertificaat.
Indien de Inschrijver nog niet over een adequate verzekering beschikt, volstaat een verklaring van een verzekeraar dat deze bereid is met de Inschrijver (een) adequate verzekering(en) af te sluiten, indien de Concessie aan de Inschrijver wordt gegund. De Inschrijver sluit in dat geval binnen 6 maanden na gunning de verzekering af, en de verzekering moet uiterlijk op de dag van start van de exploitatie ingaan.
Inschrijven als combinatie of met Onderaannemer(s):
In geval een Inschrijving wordt gedaan door een combinatie dienen alle leden van de combinatie onder de dekking van bovengenoemde verzekeringen te vallen, of dient elk lid van de combinatie een verzekering te hebben die voldoet aan de bovengenoemde eisen.
3.4.2 Bankgarantie
1. Inschrijver dient bij Inschrijving een schriftelijke verklaring van de Inschrijver te overleggen inhoudende dat hij, indien de Concessie aan hem wordt gegund, een bankgarantie zal verstrekken aan Concessieverlener. In de inschrijving volstaat het ondertekenen en indienen van de verklaring in het Standaardformulier A.2.4.
2. Indien de Concessieverlener – conform de procedure neergelegd in paragraaf 2.19
- wil verifiëren dat aan bovengenoemde eis is voldaan dient Inschrijver binnen 14 kalenderdagen nadat Concessieverlener hierom heeft verzocht een bereidverkla- ring van een financiële instelling te overleggen.
3. Uiterlijk 9 maanden voor de start van de Concessie dient de Inschrijver, wiens Inschrijving is beoordeeld als de economisch meest voordelige inschrijving, een Bankgarantie over te leggen.
4. Het totale bedrag waarvoor de bankgarantie dient te worden overgelegd bedraagt
€ 1.000.000,- Dit bedrag dient opeisbaar te zijn tijdens de Implementatieperiode (van negen maanden voorafgaand aan de start van de Concessie tot en met zes maanden na definitieve ingangsdatum van de Concessie.
5. De bankgarantie dient te zijn afgegeven door een in een OESO-land gevestigde financiële instelling met een long term issue credit rating van ten minste A2/A (Moody's respectievelijk Fitch of Standard en Poor’s of een daaraan gelijkwaardige internationaal erkende onafhankelijke rating instelling) of vergelijkbaar. In dit ka- der volstaat ook een bankgarantie van Nationale Borgmaatschappij N.V. en instel-
lingen met dezelfde long-term issue credit rating en vergelijkbare kredietwaardig- heid en dekking, dit ter beoordeling van de Concessieverlener.
3.4.3 Borging kwaliteit- en milieumanagement
1. Inschrijver dient een opgave te doen van maatregelen, die hij treft c.q. heeft getrof- fen om de kwaliteitsbeheersing in zijn organisatie en dienstverlening te waarbor- gen, onder overlegging van kopieën van eventuele ISO certificaten.
2. Concessieverlener aanvaardt eveneens bewijzen inzake gelijkwaardige maatrege- len op het gebied van kwaliteitsmanagement, zoals bijvoorbeeld:
a. een (PDF) exemplaar van het kwaliteit- en milieu(management) handboek van Xxxxxxxxxxx, of
b. daarmee overeenstemmende bewijzen van maatregelen zoals hierna beschre- ven.
3. De verklaring in de Inschrijving omvat dat Inschrijver beschikt over:
a. Een of meer geldige Kwaliteitscertificaten, opgesteld door een onafhankelijke instantie, NEN ISO 9001:2008 of vergelijkbaar;
b. Een geldig ISO 14001 milieumanagement certificaat of vergelijkbaar, dat als doelstelling heeft om binnen de organisatie te streven naar de implementatie van de minst milieu- en leefomgeving belastende maatregelen en uitvoering en de verantwoordelijkheden daaromtrent vastlegt; of
c. Indien Inschrijver zich in voor a) (kwaliteit) en/of b) (milieu) in een certifice- ringstraject bevindt, dan wel voornemens is een certifceringstraject te doorlo- pen, maar momenteel nog niet beschikt over een geldig certificaat, volstaat een bewijs van planning van de certificering waarin aangegeven is dat In- schrijver binnen twee jaar na start van de Concessie over de vereiste certifica- ten zal beschikken.
4. Indien de Concessieverlener – conform de procedure neergelegd in paragraaf 2.19
- wil verifiëren dat aan bovengenoemde eis is voldaan, dient Inschrijver binnen 14 kalenderdagen nadat Concessieverlener hierom heeft verzocht de gevraagde be- wijsstukken te overhandigen. Het is toegestaan om kopie certificaten in te dienen mits voorzien van bedrijfsstempel (hardcopy) dan wel digitaal gescande exempla- ren in pdf.
5. Indien de Inschrijver niet voldoet aan deze eis zal Concessieverlener besluiten om de Inschrijver alsnog uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbestedings- procedure.
Inschrijven als combinatie:
Indien de Inschrijver inschrijft als combinatie, dient minimaal één van de Combi- nanten dit gevraagde bewijs op te leveren.
3.4.4 Communautaire vergunning
1. De Inschrijver dient over een communautaire vergunning, zoals bedoeld in artikel 4 van de Wp2000, te beschikken.
2. Bij Inschrijving door een combinatie of met Onderaannemers, geldt dat een com- munautaire vergunning moet zijn verleend aan iedere onderneming die daadwer- kelijk openbaar vervoer per Bus en Auto gaat uitvoeren.
3. Voor de Inschrijver staat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ter beschik- king als aanspreekpunt voor vergunningverlening.
Indien de Concessieverlener – conform de procedure neergelegd in paragraaf 2.19, wil verifiëren dat aan bovengenoemde eis is voldaan - dient Inschrijver binnen 14 kalender- dagen nadat Concessieverlener hierom heeft verzocht een kopie van de vergunning(en) van de Inschrijver en van de eventuele Combinant(-en) en/of Onderaannemer(s) aan Concessieverlener over te leggen om te voldoen aan de gestelde minimum eis.
Indien Inschrijver (resp. een Combinant of Onderaannemer) op het moment van In- schrijving nog niet beschikt over een communautaire vergunning, kan worden volstaan met de verstrekking van bewijsmiddelen waarmee Inschrijver buiten twijfel (dit ter beoordeling van Concessieverlener) aantoont dat hij bij de start van de Concessie over de communautaire vergunning zal beschikken.
3.4.5 Gegevens met betrekking tot de eigen organisatie
1. Inschrijver dient volgens de voorschriften van de staat waar hij gevestigd is, te zijn ingeschreven in het beroepsregister of in het handelsregister. Indien de Concessie- verlener – conform de procedure neergelegd in paragraaf 2.18 - wil verifiëren dat aan bovengenoemde eis is voldaan, dient Inschrijver binnen 14 kalenderdagen na- dat Concessieverlener hierom heeft verzocht een uittreksel uit het Handelsregister te overleggen. Uit het uittreksel dient onder meer te blijken dat degene die de In- schrijving heeft ondertekend, een Rechtsgeldige vertegenwoordiger van de In- schrijver is.
2. Indien de Rechtsgeldig vertegenwoordiger handelt op grond van een volmacht, dan dient eveneens de volmacht als bewijs te worden overgelegd.
3. Inschrijven als combinatie of met Onderaannemer(s)
Alle Combinanten dienen een uittreksel uit het Handelsregister te kunnen overleg- gen. Onderaannemers hoeven geen uittreksel te overleggen.
3.5 Toetsingscriterium: Implementatieplan
Naast de geschiktheidseisen en gunningscriteria (hoofdstuk 4) hanteert Concessieverle- ner in deze aanbesteding een toetsingscriterium. Door middel van dit criterium, dat in wezen een gunningscriterium met een uitsluitend karakter is, toetst Concessieverlener of Inschrijver voldoende zekerheid biedt voor een vlekkeloze implementatie van de concessie.
1. Inschrijver voegt bij zijn inschrijving een Implementatieplan.
2. Dit Implementatieplan beschrijft de door Concessiehouder benodigde en te ondernemen activiteiten waarmee hij garandeert dat hij de in de Inschrijving geboden kwaliteit van het OV-aanbod vanaf de start van de Concessie reali- seert.
3. Het Implementatieplan bevat in ieder geval:
■ een planning voor de activiteiten en praktijktesten inclusief terugvalscena- rio’s, omgang met eventuele vertraging als gevolg van juridische procedu- res tegen het gunningsbesluit en waarborgen;
■ uitwerking van de procedure Vervoerplan 2017;
■ de projectorganisatie;
■ een tijdpad;
■ instroom materieel;
■ beschrijving van de wijze waarop de Inschrijver de transitie van de pro- jectorganisatie naar de staande organisatie gaat realiseren.
■ Beschrijving van de risico’s en kritieke momenten. Welke risico’s en kritie- ke momenten ziet u bij de Implementatie? Welke maatregelen neemt u om de risico’s te beperken?
4. Indien de Concessieverlener tijdens de implementatie besluit tot een uitrol van de productformule U-OV van Provincie Utrecht (voorheen BRU) in de concessie dan dient de Concessiehouder hieraan mee te werken. De Concessiehouder houdt hier in zijn implementatieplan rekening mee.
Toetsing
Inschrijver werkt in ieder geval de punten onder 3 en 4 uit.
Het door Inschrijver overgelegde implementatieplan wordt getoetst aan:
■ Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking concreet is, is toegesneden op de onderhavige opdracht en op de keuzes die Inschrijver zelf maakt;
■ Mate waarin een succesvolle en tijdige implementatie aannemelijk is, voorzien is van waarborgen en dit concreet is onderbouwd;
■ Mate waarin het Implementatieplan volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.
Het gaat hierbij om een kwalitatieve beoordeling in de vorm van een “expert opinion” die gegeven wordt door een door de Concessieverlener in te stellen beoordelingsteam. Het beoordelingsteam kan ten behoeve van de toetsing advies inwinnen van een (exter- ne) deskundige.
Wanneer de Concessieverlener geen of onvoldoende vertrouwen heeft in de uitvoer- baarheid van het implementatieplan, opdat Inschrijver tijdig en conform de eisen met de uitvoering van de Concessie kan starten, legt zij de Inschrijving terzijde.
4
Gunningscriteria
4.1 Algemeen
1. De door Concessieverlener te hanteren Gunningscriteria, de door Inschrijvers in verband daarmee aan te leveren informatie, en de wijze waarop de beoordeling aan de hand van de Gunningscriteria wordt uitgevoerd, zijn in dit hoofdstuk nader uitgewerkt.
2. Concessieverlener behoudt zich het recht voor om, naast de informatie als ge- vraagd, nadere bewijsstukken op te vragen. Indien de inhoud van deze bewijsstuk- ken niet overeenkomt met hetgeen in de Inschrijving is gesteld, kan dit gevolgen hebben voor de beoordeling en/of kan de Inschrijver worden uitgesloten van ver- dere deelneming aan de aanbestedingsprocedure.
4.2 Wijze van beoordelen
De beoordelingsprocedure bestaat uit vier rondes en wordt uitgevoerd door een beoor- delingscommissie:
1. In de eerste ronde wordt ‘binair’ ja-nee beoordeeld:
- of de Inschrijving tijdig is ingediend;
- of bij de Inschrijving al de in het Bestek gevraagde gegevens en bescheiden zijn gevoegd: een onvolledige Inschrijving is ongeldig;
- of de Inschrijving is geschied in overeenstemming met de eisen gesteld in het Bestek op de onderdelen Uitsluitings- en Geschiktheidscriteria, zie hoofdstuk 3. Inschrijvingen die niet aan de deze minimum eisen voldoen zijn ongeldig en worden uitgesloten van deelname aan de procedure.
Concessieverlener is bevoegd verstrekte gegevens en bescheiden te verifiëren en ver- duidelijkingen te verlangen. Een Inschrijver kan zijn Inschrijving na de sluitingsdatum voor het indienen van Inschrijvingen niet wijzigen, aanvullen en/of verduidelijken, tenzij Concessieverlener daartoe een verzoek heeft gedaan. Aan een zodanig verzoek kan door Inschrijver geen aanspraak op de Concessie worden ontleend. Inschrijver is gebonden aan de Inschrijving zoals deze luidt na de betreffende wijziging, aanvulling of verduidelijking. Concessieverlener is in geen geval gehouden een dergelijk verzoek te doen.
2. Indien de Inschrijving aan het bepaalde in de voorgaande alinea voldoet, volgt de tweede ronde. Dit is de beoordeling van het Implementatieplan. De beoordelings- commissie beoordeelt de Implementatieplannen en geeft, vanuit haar deskundig- heid, een beoordeling: ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Zie Paragraaf 3.6.
3. Indien de Inschrijving aan het bepaalde in de voorgaande alinea’s voldoet volgt de derde ronde. Dit is de beoordeling van de Inschrijvingen aan de hand van de Gun- ningscriteria (zie paragraaf 4.3). De beoordeling geschiedt door de beoordelings- commissie en leidt tot een (unanieme) uitkomst.
4. In de vierde en laatste ronde worden de resultaten op alle Gunningscriteria uitge- werkt tot de rangschikking van de Inschrijvers op de totaalscore.
De totaal eindscore en rangschikking wordt vastgesteld.
Het eindresultaat wordt door de beoordelingscommissie in een advies tot Concessiever- lening voorgelegd aan Gedeputeerde Staten (GS) die besluit tot Concessieverlening (Concessiebeschikking) (dan wel besluit niet tot gunning over te gaan).
4.3 Gunningscriteria
Inschrijvers dienen de volgende plannen in:
■ Dienstregeling met het aantal dru’s
■ Marketingstrategie
■ Vervoerplan
■ Betrouwbaarheidsplan
■ Participatieplan
■ Duurzaamheids- en materieelplan
Deze plannen worden als onderdeel van de gunning beoordeeld.
Beschikbare budget
Het beschikbare budget voor deze concessie voor het Dienstregelingjaar 2017 bedraagt:
€ 28.300.000,- (prijspeil 2015). Dit bedrag vormt de Exploitatiebijdrage die de Conces- siehouder ontvangt in Dienstregelingjaar 2017 (behoudens de bijdrage voor de buurt- bussen en na Concessieverlening door te voeren meer- en minderwerk, bonussen en malussen, boetes, etc.). Het betreft een vast bedrag. In het kader van deze aanbesteding wordt niet de mogelijkheid geboden een lagere Exploitatiebijdrage te vragen.
Bij zijn inschrijving legt inschrijver een open boek calculatie over, waarin hij in ieder geval zichtbaar maakt op welke wijze hij bovengenoemde bedrag zal aanwenden voor de uitvoering van de Concessie.
4.3.1 Beoordeling Inschrijving
De volgende tabel geeft een overzicht van de Gunningscriteria en beschrijft hoe de Con- cessieverlener de totale score van de Inschrijving bepaalt. Per gunningscriterium is de te behalen beoordeling aangegeven en het daarmee maximaal te behalen aantal gunnings- punten. Het product van de behaalde beoordeling en het maximaal te behalen aantal gunningspunten bepaalt de score van de Inschrijving op het betreffende gunningscrite- rium. De som van de scores (niet afgerond) op alle gunningscriteria bepaalt de totale score.
Gunningscriterium Te behalen score
Maximaal aantal gunningspunten
Score In- schrijving
1. Aantal dru’s per jaar 65
2. Kwaliteit marketingstrategie 0%-100% 3
3. Kwaliteit vervoerplan (19)
a. verbindend incl. Uithof snel- diensten
0%-100% 11
b. ontsluitend incl. scholieren 0%-100% 5
c. ketenmobiliteit 0%-100% 2
d. buurtbus 0%-100% 1
4. Kwaliteit betrouwbaar- heidsplan
0%-100% 2
5. Kwaliteit participatieplan 0%-100% 1
6. Kwaliteit duurzaamheids- en materieelplan
0%-100% 5
7. Gemiddelde score busvloot 5
qua emissiecategorie
Totale score Inschrijving 100
4.3.2 Kwantitatief: ‘Aantal aangeboden dru’s per jaar’
Beoordeling vindt plaats aan de hand van het door de Inschrijver aangeboden aantal dru’s per jaar. Inschrijver dient het aantal aangeboden dru’s op te geven conform de format van bijlage G. Hierin worden dru’s van Xxxxxxxxxxx niet meegenomen. Bepalend voor het aantal punten is de plaats die het aantal aangeboden dru’s inneemt in de range tussen de 450.000 en 535.000 dru’s. Daarbij vindt de beoordeling plaats aan de hand van de navolgende formule:
(aangeboden dru’s inschrijver -/- 450.000) (535.000 -/- 450.000)
x 65
Voor zover dat mogelijk is binnen de eisen van dit Beschrijvend document, leidt het aanbieden van minder dan 450.000 dru’s niet tot een lagere score dan 0. Het aanbieden van meer dan 535.000 dru’s leidt niet tot een hogere score dan 65.
Dru’s die worden gereden met klein materieel hebben een wegingsfactor van 0,5. Dru’s die gereden worden met groot materieel hebben een wegingsfactor van 1,0.
4.3.3 Kwaliteit
De beoordeling van het kwaliteitsdeel van de Inschrijvingen (marketingstrategie, ver- voerplan, betrouwbaarheidsplan, participatieplan en duurzaamheids- en materieelplan) wordt uitgevoerd door een beoordelingscommissie van/namens Concessieverlener.
Ieder lid van de beoordelingscommissie zal de Inschrijvingen op de uitwerking van de kwalitatieve gunningscriteria onafhankelijk beoordelen en waarderen op de wijze zoals hierna is bepaald.
De individuele beoordelingen van de leden van de beoordelingscommissie op de gun- ningscriteria worden vervolgens in plenaire vergadering besproken, waarna een una- nieme beoordeling (kwalificatie) per kwalitatief gunningscriterium zal worden vastge- steld.
Zulks met uitzondering van de rekenkundig vast te stellen score voor subgunningscrite- rium 7 Gemiddelde score busvloot qua emissiecategorie kent de beoordelingscommissie per kwalitatief gunningscriterium een waardering toe in de vorm van een kwalificatie (Niet besteksconform, Zeer mager, Voldoende, Ruim Voldoende, Goed of Uitstekend), zie onderstaande tabel voor de kwalificaties en bijbehorende toelichting en waardering.
Inschrijvingen die op één of meerdere kwalitatieve gunningscriteria de kwalificatie “niet besteksconform” behalen, worden ongeldig verklaard en ter zijde geschoven.
De Kwalificaties worden vervolgens per gunningscriterium omgezet in een percentage van de maximaal te behalen score per gunningscriterium.
Kwalificatie | Toelichting | Percentage van het maximaal te behalen punten |
Niet besteks- conform | De uitwerking voldoet op één of meer onderdelen niet aan de kwaliteitseisen in het PvE en zal als niet besteksconform ongeldig worden verklaard. | Nvt (inschrijving ongeldig) |
Zeer mager | De uitwerking voldoet aan de kwaliteitseisen in het PvE, maar de elementen als gemeld onder het gunningscriterium worden gelet op de relevante beoordelingsaspecten in zeer beperkte mate aangetroffen/uitgewerkt. | 0% |
Voldoende | De uitwerking voldoet aan de kwaliteitseisen in het PvE echter niet meer en niet minder. De elementen als gemeld onder het gunningscriterium worden gelet op de relevante beoordelingsaspecten in voldoende doch beperkte mate aangetroffen/uitgewerkt. | 20% |
Ruim voldoende | De uitwerking voldoet aan de kwaliteitseisen in het PvE, en de elementen als gemeld onder het gunningscriterium wor- den gelet op de relevante beoordelingsaspecten in ruim voldoende mate aangetroffen/uitgewerkt. | 40% |
Goed | De uitwerking voldoet aan de kwaliteitseisen in het PvE en | 70% |
de elementen als gemeld onder het gunningscriterium wor- den gelet op de relevante beoordelingsaspecten in ruim voldoende mate aangetroffen/uitgewerkt en Inschrijver biedt met haar uitwerking relevante meerwaarde. | ||
Uitstekend | De uitwerking voldoet aan de kwaliteitseisen in het PvE en voegt beduidend extra relevante waarde toe. De elementen als gemeld onder het gunningscriterium worden gelet op de relevante beoordelingsaspecten in hoge mate aangetrof- fen/uitgewerkt en Inschrijver biedt met haar uitwerking veel relevante meerwaarde. | 100% |
Met uitzondering van het vervoerplan bedraagt het maximum aantal toegestane woorden per kwaliteitsplan 10.000 woorden. Het meerdere zal niet in de beoorde- ling worden meegenomen. Het kwalitatieve deel van de inschrijving dient zelfstandig leesbaar en beoordeelbaar te zijn. Bijlagen mogen worden toegevoegd met betrek- king tot uitwerking van de kwalitatieve gunningcriteria. Deze bijlagen maken geen deel uit van het maximum aantal in te dienen pagina’s en worden derhalve niet ge- maximeerd. Uiteraard dienen de bijlagen relevant te zijn en slechts als toelichting ter onderbouwing en/of verduidelijking van de door Inschrijver overgelegde beschrij- ving als bedoeld in onderhavig hoofdstuk. Indien en voor zover deze bijlagen verder gaan dan een toelichting ter onderbouwing en/of verduidelijking als voormeld, maar duidelijk nieuwe (aanvullende) informatie bevatten zal deze informatie niet in de beoordeling worden betrokken.
De beoordelingscommissie baseert haar waarderingen op het totaalbeeld van de kwali- teit van de Inschrijving van het betreffende kwalitatieve gunningscriterium. De kwalita- tieve gunningscriteria zijn voorzien van een toelichting, waarin elementen worden ge- noemd die voor Opdrachtgever van belang zijn. Deze elementen zijn niet te beschouwen als nadere “subgunningscriteria”. De genoemde elementen zijn niet in volgorde van belangrijkheid opgenomen (er is geen rangorde tussen de elementen).
Om vergissingen bij het beoordelen van de door Inschrijver aangereikte gegevens te voorkomen, dient Inschrijver bij de invulling van de kwalitatieve gunningscriteria in haar uitwerking in ieder geval de hierna volgende nummering en indeling te volgen en letterlijk over te nemen/inzichtelijk te maken. Er wordt aan deze indeling gehecht om- dat het de beoordeling van de inschrijvingen door de Concessieverlener op een uniforme en eenduidige wijze vergemakkelijkt. Indien de voorgeschreven indeling door Xxxxxxxx- ver niet nageleefd wordt, kunnen de desbetreffende (foutief genummerde/geplaatste) beschrijving(en) buiten de beoordeling worden gelaten.
4.4 Beoordeling plannen
Marketingstrategie
De Inschrijver voegt bij zijn Inschrijving een Marketingstrategie zoals uiteengezet in paragraaf 3.4. van het Programma van Eisen.
Gunning:
Inschrijver werkt de elementen uit zoals genoemd in paragraaf 3.4. van het Program- ma van Eisen. Hij geeft zijn opinie en voorziene inzet op punt 7 van paragraaf 3.4. van het Programma van Eisen.
Beoordeling:
Het door Inschrijver overgelegde plan wordt beoordeeld op grond van:
■ Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking concreet is, is toegesneden op de onderhavige Concessie en op de kwaliteit van keuzes die Inschrij- ver zelf maakt en de onderbouwing daarvan door Inschrijver;
■ De meerwaarde die Inschrijver biedt, alsmede de mate waarin de meerwaarde van de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten voor de Opdrachtgever op een aan- nemelijke wijze en concreet onderbouwd en relevant is;
■ Mate waarin de uitwerking volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.
Naast de beschrijving dient de Inschrijver voor dit onderdeel minimaal één doelstelling te formuleren die hij gedurende de looptijd van de concessie op het gebied van marke- ting realiseert en die aansluit op/invulling geeft aan de door de Concessieverlener ge- formuleerde doelstellingen. In zijn beoordeling betrekt de Concessieverlener de gefor- muleerde doelstelling(en) die de Inschrijver voorstelt en wil realiseren en de wijze waarop de Inschrijver deze ‘SMART” heeft gemaakt, waarbij de mate van smartheid en toepasbaarheid beoordeeld zal worden. Een weinig ambitieuze doelstelling kan daarbij bijvoorbeeld minder hoog worden beoordeeld dan een ambitieuze doelstelling doordat de weinig ambitieuze doelstelling minder acceptabel (A) is. Het is aan Inschrijver om bij de geformuleerde doelstelling een goede balans tussen alle SMART-elementen te vinden.
Vervoerplan
Bij zijn inschrijving dient de Inschrijver een vervoerplan in zoals uiteengezet in para- graaf 3.5 van het Programma van Eisen.
Gunning:
De Concessieverlener beschouwt het basisnetwerk (zoals omschreven in hoofdstuk 4 van het Programma van Eisen) als het minimale aanbod.
Inschrijver biedt een dienstregeling per lijn (met daarin vermeld de belangrijkste hal- ten) voor alle dagsoorten aan en omschrijft in ieder geval:
■ zijn vervoerkundige visie op de concessie in het algemeen en hoe deze wordt uitge- werkt per gebied (waarin minimaal een onderscheid in het westelijk deel van de con- cessie, het oostelijk deel en de stadsdienst Amersfoort);
■ de wijze waarop de inschrijver zijn visie vertaalt in lijnvoering, onderbouwd met een toelichting per lijn of lijnbundel;
■ de rol van ketenmobiliteit (samenhang tussen openbaar vervoer en andere modalitei- ten) met concrete uitwerking;
■ de geboden aansluitingen, aansluitgarantie (laatste) trein en de gehanteerde over- staptijden;
■ een overzicht met per lijn alle halten;
■ benodigde en gewenste extra infrastructuur (halten daaronder begrepen);
■ indien van toepassing nieuwe busroutes door 30-km-zones.
De Inschrijver biedt een hogere frequentie, langere bedieningsperiode, andere route en/ of meer lijnen indien dit in een reële verhouding staat tot het aantal reizigers. De In- schrijver licht dit in zijn Vervoerplan toe.
Een vraaggerichte opzet van het lijnennet heeft tot gevolg dat kernen met een beperkte vervoervraag verstoken kunnen raken van verbindende en/ of ontsluitende lijnen. In deze gebieden ziet de Concessieverlener de buurtbus als een passend alternatief. In zijn Vervoerplan geeft de Concessiehouder aan op welke wijze hij buurtbusprojecten daad- werkelijk faciliteert en stimuleert.
De Inschrijver werkt aansluitingen (buslijnen onderling, van en naar de trein en van en naar lijnen uit omliggende concessies) uit en licht gemaakte keuzes, waaronder de over- staptijden, toe in zijn Vervoerplan.
Beoordeling:
Het door Inschrijver overgelegde plan wordt beoordeeld op kwaliteit van het vervoer- plan (in de zin van aantrekkelijkheid voor (potentiële) reizigers, onder andere blijkend uit frequenties, geboden verbindingen / routes, bedieningstijden, aansluitingen, rijtijden en voorspelbaarheid van het netwerk). Het plan wordt in vier delen beoordeeld.
1.
De kwaliteit van verbindende lijnen (inclusief de spitslijnen naar Utrecht De Uithof) en van lijnen die de Amersfoortse wijken met toevoeging “hoog” (bijlage 3) verbinden met station Amersfoort, met de nadruk op de kwaliteit in de drukste periodes;
2.
De kwaliteit van ontsluitende lijnen (inclusief de Scholierenlijnen en Nachtlijnen) en de andere Amersfoortse lijnen dan bedoeld in het vorige punt, met de nadruk op de kwali- teit in de drukste periodes;
3.
Het maatwerk, in dit geval de Buurtbussen, waarbij in ieder geval wordt betrokken de mate waarin zij een zinvolle aanvullende functie vervullen op overige lijnen en de mate waarin Inschrijver initiatieven neemt en/ of stimuleert.
4.
De mate waarin de visie op ketenmobiliteit blijk geeft van een realistische en ambitieuze aanpak en de rol die inschrijver daarbij oppakt;
De uitwerking in acties die concreet bijdragen aan verbetering van de ketenreis.
Bij de onderdelen 1 en 2 wordt tevens betrokken de mate waarin bestaande infrastruc- tuur zinvol aangewend wordt en er zo min mogelijk nieuwe infrastructuur gewenst is.
Het vervoerplan wordt in zijn totaliteit beoordeeld en ten opzichte van het huidige net- werk. Hierbij worden voor elk van de vier genoemde onderdelen een kwalificatie toege- kend. Zo wordt bijvoorbeeld een Buurtbus gewaardeerd wanneer deze wijken en/ of kernen bedient waar geen verbindende en ontsluitende lijnen rijden. Als voorbeeld moge de situatie in Soest dienen: wanneer Inschrijver geen ontsluitende lijn(en) biedt boven de verplichte lijnen van Soest naar Amersfoort (verbindend) en naar Hilversum (ontsluitend), kan introductie van een Buurtbus die Soest aanvullend ontsluit en (enke- le) ritten biedt naar Baarn, Bunschoten, Eemnes en/ of Soesterberg zinvol zijn. Ook de motivering is van belang: wanneer een verbindende lijn een langere route gaat rijden om een kern te bedienen waar geen andere lijn rijdt, moet duidelijk worden gemaakt dat het verwachte nadeel voor de doorgaande reizigers kleiner is dan het voordeel voor de reizigers uit de kern waarvoor de verbindende lijn de omweg maakt. De Concessieverle- ner hecht grote waarde aan de kwaliteit van de verbindende lijnen.
Naast de beschrijving dient de Inschrijver voor dit onderdeel minimaal één doelstelling te formuleren die hij gedurende de looptijd van de concessie op het vervoerplan reali- seert en die aansluit op/invulling geeft aan de door de Concessieverlener geformuleerde doelstellingen. In zijn beoordeling betrekt de Concessieverlener de geformuleerde doel- stelling(en) die de Inschrijver voorstelt en wil realiseren en de wijze waarop de Inschrij- ver deze ‘SMART” heeft gemaakt, waarbij de mate van smartheid en toepasbaarheid beoordeeld zal worden. Een weinig ambitieuze doelstelling kan daarbij bijvoorbeeld minder hoog worden beoordeeld dan een ambitieuze doelstelling doordat de weinig ambitieuze doelstelling minder acceptabel (A) is. Het is aan Inschrijver om bij de gefor- muleerde doelstelling een goede balans tussen alle SMART-elementen te vinden.
In zijn opgave van het aantal dru’s maakt Inschrijver de buurtbussen apart inzichtelijk. Ook geeft hij het aantal dru’s (exclusief buurtbus) op dat in de spits (gedefinieerd op werkdagen (ook in de vakantie) van aanvang dienst tot en met 08.59 uur en van 16.00 tot en met 18.29 uur) wordt gereden, ook als delen van een rit buiten de spits vallen (bijvoorbeeld: en rit die aanvangt om 18.00 uur en eindigt om 19.15 uur, produceert 0,5 dru in de spits en 0,75 dru buiten de spits). Lijnen die gedurende (nagenoeg) de gehele exploitatieperiode (dus bijvoorbeeld ook op werkdagen in de spitsuren) met een auto (kunnen) worden gereden maakt hij ook apart inzichtelijk, de dru’s hiervan worden met een factor 0,5 gewogen. Tot dergelijke lijnen behoren in ieder geval de huidige lijnen 122, 124, 71, 72, 73, 21 en 19 en lijnen die een route volgen die daar (vervoerkundig) sterk op lijkt. In het Materieelplan vermeldt Inschrijver zijn materieelinzet per lijn. Ten overvloede zij opgemerkt dat lijnen die een zodanige bezetting hebben dat ze (nage- noeg) de gehele dag met een auto gereden kunnen worden, in beginsel slecht passen binnen het uitgangspunt van een vraaggericht voorzieningenniveau (uitgezonderd Buurtbussen). Concessieverlener behoudt zich het recht voor de dru’s van ritten zonder of met een zeer geringe vervoerkundige waarde (zoals nachtlijnen die niet gericht zijn op uitgaansnachten en –centra of hoge frequenties aan de randen van de spits van en naar een busgarage op een bedrijventerrein) niet te betrekken in de beoordeling van het vervoerplan.
Betrouwbaarheidsplan
De Inschrijver voegt bij zijn inschrijving een Betrouwbaarheidsplan zoals uiteengezet in paragraaf 3.6. van het Programma van Eisen.
Gunning:
Inschrijver werkt de punten zoals uiteengezet in paragraaf 3.6. van het Programma van Xxxxx uit.
Beoordeling:
Het door Inschrijver overgelegde plan wordt beoordeeld op grond van:
■ Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking concreet is, is toegesneden op de onderhavige opdracht en op de keuzes die Inschrijver zelf maakt;
■ Mate waarin de meerwaarde van de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten voor de Opdrachtgever op een aannemelijke wijze en concreet onderbouwd en rele- vant is;
■ Mate waarin de uitwerking volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.
Naast de beschrijving dient de Inschrijver voor dit onderdeel minimaal één doelstelling te formuleren die hij gedurende de looptijd van de concessie op het gebied van be- trouwbaarheid wil realiseren en die aansluit op/invulling geeft aan de door de Conces- sieverlener geformuleerde doelstellingen. In zijn beoordeling betrekt de Concessiever- lener de geformuleerde doelstelling(en) die de Inschrijver voorstelt en wil realiseren en de wijze waarop de Inschrijver deze ‘SMART” heeft gemaakt, waarbij de mate van smartheid en toepasbaarheid beoordeeld zal worden. Een weinig ambitieuze doelstel- ling kan daarbij bijvoorbeeld minder hoog worden beoordeeld dan een ambitieuze doel- stelling doordat de weinig ambitieuze doelstelling minder acceptabel (A) is. Het is aan Inschrijver om bij de geformuleerde doelstelling een goede balans tussen alle SMART- elementen te vinden.
Participatieplan
Bij zijn inschrijving dient de Inschrijver een participatieplan in zoals uiteengezet in paragraaf 3.7. van het Programma van Eisen:
Gunning:
Inschrijver werkt de punten zoals uiteengezet in paragraaf 3.7. van het Programma van Xxxxx uit. De inschrijver betrekt in zijn plan in ieder geval de exploitant(en) van de Cattenbroekerplas, het Henschotermeer en het Nationaal Militair Museum (NMM)2. Beoordeling:
Het door Inschrijver overgelegde plan wordt beoordeeld op grond van:
■ Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking concreet is, is toegesneden op de onderhavige opdracht en op de keuzes die Inschrijver zelf maakt;
■ Mate waarin de meerwaarde van de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten voor de Opdrachtgever op een aannemelijke wijze en concreet onderbouwd en rele- vant is;
■ Mate waarin de uitwerking volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.
2 Vanuit de stakeholder Stichting Veteraan Autobussen is er interesse om een verbinding met het Nationaal Militair Museum via een maatwerk constructie te exploiteren.
Naast de beschrijving dient de Inschrijver voor dit onderdeel minimaal één doelstelling te formuleren die hij gedurende de looptijd van de concessie in het kader van het parti- cipatieplan wil realiseren en die aansluit op/invulling geeft aan de door de Concessie- verlener geformuleerde doelstellingen. In zijn beoordeling betrekt de Concessieverlener de geformuleerde doelstelling(en) die de Inschrijver voorstelt en wil realiseren en de wijze waarop de Inschrijver deze ‘SMART” heeft gemaakt, waarbij de mate van smart- heid en toepasbaarheid beoordeeld zal worden. Een weinig ambitieuze doelstelling kan daarbij bijvoorbeeld minder hoog worden beoordeeld dan een ambitieuze doelstelling doordat de weinig ambitieuze doelstelling minder acceptabel (A) is. Het is aan Inschrij- ver om bij de geformuleerde doelstelling een goede balans tussen alle SMART-elementen te vinden.
Duurzaamheids- en materieelplan
Om de provinciale doelstelling te verwezenlijken vraagt de Concessieverlener Inschrij- vers om in hun Inschrijving een Duurzaamheids- en materieelplan op te nemen, waarin zij aangeven hoe zij tot een duurzamere uitvoering van de concessie zullen komen. On- derdeel van het Duurzaamheids- en materieelplan is ten minste een visie van de Conces- siehouder op de transitie naar minder uitstoot en de wijze waarop hij dit uitvoert en of hij een pilot met elektrische bussen gaat doen en zo ja op welke wijze.
Gunning:
Inschrijver werkt in ieder geval de onderstaande punten a. tot en met e. uit.
Hij gaat onder andere in op:
a) in te zetten materieel (afmetingen, aantal zitplaatsen, indeling zitplaatsen, en- zovoorts);
b) verdeling van materieel over de lijnen met in ieder geval onderscheid in de spitslijnen naar Utrecht Uithof, de verbindende lijnen en de ontsluitende lijnen;
c) het comfort van het materieel;
d) toegankelijkheidskenmerken van het materieel;
e) verdeling van de inzet van het materieel over de lijnen per emissiecategorie.
Daarnaast werkt inschrijver de volgende (nader) elementen uit:
■ De mate van comfort van de bussen (blijkend uit een toelichting op het materieel, die ten minste ingaat op de uitvoering van de stoelen);
■ Idem voor de verbindende lijnen en ontsluitende lijnen;
■ De mate waarin stopcontacten en USB-poorten worden aangeboden;
■ De capaciteit van de Wifi;
■ Toegankelijkheid, is er sprake van een elektrisch bedienbare rolstoelplank waarvan de werking gegarandeerd wordt bijvoorbeeld door periodieke tests;
■ Het formaat, de locatie en het aantal Displays in de bus;
■ Visie van Inschrijver op transitie naar zero emissie;
■ In welke mate het materieel met de laagste emissie in stedelijk gebied wordt ingezet;
■ Of Inschrijver een pilot met elektrische bussen gaat doen en zo ja op welke wijze (naar aantal bussen, type bussen, looptijd, startdatum en geplande inzet);
■ Indien bussen op gas worden ingezet, de mate waarin dit groen gas of biogas betreft ten opzichte van aardgas.
Het door Inschrijver overgelegde duurzaamheids- en materieelplan wordt beoordeeld op grond van:
• Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking con- creet is, is toegesneden op de onderhavige opdracht en op de keuzes die In- schrijver zelf maakt;
• Mate waarin de meerwaarde van de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten voor de Opdrachtgever op een aannemelijke wijze en concreet on- derbouwd en relevant is;
• Mate waarin de uitwerking volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.
Naast de beschrijving dient de Inschrijver voor dit onderdeel minimaal één doelstelling te formuleren welke hij gedurende de looptijd van de concessie op het gebied van mate- rieel wil realiseren en welke aansluit/invulling geeft aan de door de Concessieverlener geformuleerde doelstellingen (die in dit kader relevant zijn) als voormeld. De geformu- leerde doelstelling(en) die de Inschrijver voorstelt en wil realiseren en de wijze waarop de Inschrijver deze ‘SMART” heeft gemaakt, waarbij de mate van smartheid en toepas- baarheid beoordeeld zal worden. Een weinig ambitieuze doelstelling kan daarbij bij- voorbeeld minder hoog worden beoordeeld dan een ambitieuze doelstelling doordat de weinig ambitieuze doelstelling minder acceptabel (A) is. Het is aan Inschrijver om bij de geformuleerde doelstelling een goede balans tussen alle SMART-elementen te vinden.
Gemiddelde score busvloot qua emissiecategorie
Inschrijver geeft aan hoeveel bussen zijn busvloot omvat in het eerste jaar van de con- cessie en de verdeling van de bussen over de volgende emissiecategorieën, waarbij is aangegeven welke score een bus van die emissiecategorie heeft:
Emissiecategorie | a) aantal in busvloot per emissiecategorie | b) Aandeel in busvloot per emissiecategorie | c) wegings- factor | d) score (kolom b* kolom c) |
EEV diesel | [opgave inschrijver] | 0 | ||
EEV gas | [opgave inschrijver] | 2,3 | ||
Euro VI diesel | [opgave inschrijver] | 4,7 | ||
Euro VI gas | [opgave inschrijver] | 5 | ||
Totaal | Som kolom a) | 100% | nvt | Som kolom d)* |
* deze score (afgerond op twee decimalen) wordt betrokken in de beoordeling op het criterium “score busvloot qua emissiecategorie” (zie onder paragraaf 4.3.1 van het Be- stek)
4.5 Gunning van de Opdracht
a) Indien na de beoordeling twee of meer Inschrijvers dezelfde totaalscore (afgerond op twee decimalen achter de komma) hebben, dan zal de score bij het Gunningscri- terium “aantal DRU’s” doorslaggevend zijn voor de onderlinge rangorde;
b) Is dan nog sprake van een volstrekt gelijke eindscore (afgerond op twee decimalen achter de komma) dan is de score behaald op het Gunningscriterium “Kwaliteit Vervoerplan” doorslaggevend voor de onderlinge rangorde;
c) Mocht vervolgens nog steeds sprake van gelijke scores op genoemd Gunningscrite- rium dan beslist het lot. De desbetreffende Inschrijvers worden er tijdig van in kennis gesteld, dat een loting zal plaatsvinden en waar, wanneer en door wie de lo- ting zal worden gehouden. Zij zijn bevoegd daarbij in persoon of bij gemachtigde tegenwoordig te zijn. Loting zal alleen plaatsvinden indien de betreffende inschrij- vers op de gedeelde eerste plaats in de rangorde zijn geëindigd.
EMVI: de Inschrijver met de hoogste score heeft de economisch meest voordelige in- schrijving ingediend en komt in aanmerking voor de gunning van de Concessie.
Met het gunningsbesluit maakt de Concessieverlener bekend welke Inschrijver de eco- nomisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. Alle Inschrijvers ontvangen schrif- telijk bericht over het gunningsbesluit.
Bijlagen
Bijlage A.2.1 Standaardformulier aanbiedingsbrief Algemeen:
Naam van de onderneming:
………………………………………………………………………………………………… Vestigingsadres: …………………………………………………………………………………………………
Postcode en plaats: …………………………………………………………………………………………………
Land:
………………………………………………………………………………………………… Telefoonnummer: ………………………………………………………………………………………………… Telefaxnummer: ………………………………………………………………………………………………… Rechtsvorm van de onderneming:
………………………………………………………………………………………………… Contactpersoon van de onderneming:
………………………………………………………………………………………………… E-mailadres contactpersoon:
…………………………………………………………………………………………………
In geval van Combinatie: de namen van de Combinant(en) en naam van de penvoerder binnen de Combinatie:
Penvoerder: …………………………………………………………………………………………………
Overige Combinanten: …………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
[naam Inschrijver] dient hierbij zijn Inschrijving in voor de uitvoer van de “Openbaar vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016-2023” en verklaart dat:
1. De op grond van hoofdstuk 3 van deel A van het Bestek ingevulde Uniforme Eigen Verklaring op het moment van Inschrijving met de werkelijkheid overeenstemt, juist en volledig is;
2. Hij volledig en zonder voorwaarden instemt met al hetgeen in het Bestek voor de aanbesteding van “Openbaar vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016-2023” waaronder begrepen alle bijlagen en Nota’s van Inlichtingen, is bepaald;
3. Hij zijn Inschrijving integraal en onvoorwaardelijk gestand doet gedurende mini- maal 180 kalenderdagen na opening van de Inschrijvingen;
4. Zijn Inschrijving niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht en dat over zijn Inschrijving geen afstemming heeft plaatsgevonden met andere Inschrijvers. Hiertoe legt Inschrijver een door een bestuurder van de onderneming ondertekende verklaring conform bijlage A.2.5 over;
5. Hij conform artikel 23 Wp2000 geen vervoerder is van wie een geheel of gedeelte- lijke eigenaar, dan wel een bestuurder of commissaris tevens het lidmaatschap be- kleedt van een algemeen vertegenwoordigend orgaan van een openbaar lichaam waarvan een bestuursorgaan bevoegd is tot het verlenen van die concessie; noch een vervoerder is voor wie een vertegenwoordiger of adviseur werkzaam is die betrokken is bij het meedingen naar of het verwerven van die concessie, en die te- vens het lidmaatschap bekleedt van een algemeen vertegenwoordigend orgaan van een openbaar lichaam waarvan een bestuursorgaan bevoegd is tot het verle- nen van die concessie;
6. Hij conform artikel 62 Wp2000 geen vervoerder is aan wie op grond van artikel 63a Wp2000 een concessie is verleend, noch een vervoerder waarop deze ver- voerder enige invloed heeft;
7. Hij conform artikel 62 Wp2000 geen vervoerder is die is gevestigd in een andere staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de wederkerigheid van de toegang tot de desbetreffende markt voor personenver- voer voor vervoerders die in Nederland zijn gevestigd niet gewaarborgd is;
8. Hij beschikt, althans voor de start van de uitvoering van de Concessie zal beschik- ken, over alle voor het uitoefenen van de “Openbaar vervoer Concessie Provincie Utrecht 2016-2023” vereiste vergunningen voor personenvervoer anders dan per trein, in de zin van artikel 4 Wp2000.
Aldus getekend te [plaats], [datum] [naam Inschrijver]
[naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon] [functie]
[handtekening]
Bijlage A.2.2 Checklist
De Inschrijving dient te zijn ingericht conform onderstaande structuur. De ingevulde en door een Rechtsgeldige vertegenwoordiger ondertekende checklist dient aan de In- schrijving te worden toegevoegd
Omschrijving vraag/gevraagde Formulier/Tekst
Formulieren t.b.v. uitsluitings- en geschiktheidseisen.
Aanbiedingsbrief met bedrijfsgegevens (n.a.w.) en contactpersoon (naam, telefoonnummer en email)
Formulier A.2.1
Checklist ingevuld en toegevoegd (dit formulier) Formulier A.2.2 Uniforme Eigen Verklaring(en) Formulier A.2.4
Derden verklaring(en) facultatief Formulier A.2.3 Referentie kerncapaciteit 1:
Logistieke capaciteit materieel: (aantal voertui- gen)
Referentie kerncapaciteit 2:
Inzetbare capaciteit personeel: (aantal chauf- feurs)
Implementatieplan
**)
**)
**)
Formulieren t.b.v. de Gunningscriteria Het aantal aangeboden DRU’s Marketingstrategie
Vervoerplan Betrouwbaarheidsplan Participatieplan
Duurzaamheids- en materieelplan
Gemiddelde score busvloot qua emissiecategorie
**) Document naar uw keuze (vrij format) op te stellen binnen de voorwaarden zoals genoemd in het Bestek.
Aldus getekend te [plaats], [datum] [naam Inschrijver]
[naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon] [functie]
[handtekening]
Bijlage A.2.3 Standaardformulier beroep op Derden (Onderaannemers)
Gegevens Onderaannemer/Derde
Naam: ………………………………………………………………………………………………
Rechtsvorm: ………………………………………………………………………………………………
Adresgegevens: ………………………………………………………………………………………………
E-mail: ………………………………………………………………………………………………
Telefoon: ………………………………………………………………………………………………
Voor welk onderdeel van de Concessie wordt op Onderaannemer/derde een beroep gedaan?
[onderdeel]
[Naam Onderaannemer/Xxxxx] verklaart:
1. dat zij heeft kennisgenomen van de Bestek voor deze aanbestedingsprocedure en onvoorwaardelijk met de daarin neergelegde procedure instemt;
2. dat alle informatie die zij in het kader van deze aanbestedingsprocedure, direct of indirect, aan de Concessieverlener heeft verstrekt en zal verstrekken juist is en dat zij zich ervan bewust is dat eventueel door Concessieverlener gesignaleerde on- juistheden daarin aanleiding kunnen geven de Inschrijver uit te sluiten van verde- re deelneming aan deze aanbestedingsprocedure;
3. dat [naam Inschrijver], indien de Concessie aan [naam Inschrijver] zal worden gegund, voor de uitvoering van de Concessie zal kunnen beschikken over de ken- nis, ervaring en middelen die de ondergetekende ter beschikking heeft. In dit ver- band stemt ondergetekende er mee in dat de ervaring van (de onderneming van) ondergetekende als eigen ervaring van de Inschrijver wordt aangemerkt.
Aldus getekend te [plaats], [datum]
[Derde],
[naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon] [functie]
[handtekening]
[Inschrijver]
[naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon] [functie]
[handtekening]
Bijlage A.2.4 Standaardformulier Uniforme Eigen Verklaring
Separaat bijgevoegd.
Bijlage A.2.5 Standaardformulier Verklaring Mededingingsrecht
Ondergetekende verklaart hierbij in zijn hoedanigheid van bestuurder van [naam onderneming]
dat de onderhavige Inschrijving niet tot stand is gekomen onder invloed van een over- eenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingings- recht.
Aldus naar waarheid opgemaakt te [plaats], [datum] [naam Inschrijver]
[naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon] [functie]
[handtekening]
Bijlage A.2.6.: Standaardformulier onderbouwing exploitatiebijdrage
Zoals vermeld in paragraaf 4.3 in het Bestek dient Inschrijver bij zijn inschrijving een open boek calculatie te overleggen, waarin hij in ieder geval zichtbaar maakt op welke wijze hij de Exploitatiebijdrage zal aanwenden voor de uitvoering van de Concessie. Inschrijver dient met onderhavig Standaardformulier inzicht te geven in de aard en hoogte van de verschillende posten.
Aantal door Inschrijver aangeboden Dru’s per jaar (conform format van bijlage PM. Hierin worden dru’s van Xxxxxxxxxxx niet meegenomen), bedraagt:
……………………….<aantal overnemen van bijlage PM>.
De exploitatiebijdrage per Dru (DRU-Tarief): (=Exploitatiebijdrage / aantal aangeboden Dru’s per jaar)
€
In onderstaande tabel dient Inschrijver inzicht te geven in de aard en hoogte van de verschillende posten die hij hanteert als grondslag voor de berekening van bovengemel- de exploitatiebijdrage per Dru.
Inschrijver dient deze tabel in te vullen en is vrij om meer posten op te voeren dan ver- meld in de tabel.
Specificatie Kosten per dru op jaarbasis | 2017 | |
Kosten* | Rijdend personeel (incl. lasten en premies) | € |
Afschrijvingen materieel | € | |
Onderhoud materieel | € | |
rente | € | |
Brandstof materieel | € | |
digitale klantenservice (website, webshop, apps, twitter, dris ,….) | € | |
servicepunt Amersfoort inclusief | € | |
klantenservice (via web en telefoon) | € | |
klachtenafhandeling | € | |
overhead | € | |
overige kosten (hieronder eventueel gespecificeerd) | € | |
… | € | |
… | € | |
Totale kosten | € | |
Plaats | |
Datum | |
Naam Inschrijver | |
Naam vertegenwoordigingsbevoegd natuurlijk persoon | |
Functie | |
Handtekening |
* NB alle opgevoerde kosten zijn exclusief B.T.W. doch inclusief administratieve organisatie. Aldus naar waarheid opgemaakt