PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN HET DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING NAAR stad Antwerpen
PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN HET DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING NAAR stad Antwerpen
in het kader van het terugdringen van ongekwalificeerde uitstroom
Dit protocol wordt gesloten conform artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
TUSSEN
De VLAAMSE GEMEENSCHAP, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van de leidend ambtenaar van het Departement Onderwijs en Vorming, secretaris- generaal Xxx Xxxxxxxxx, ingeschreven in het KBO met nummer 316380841 en vestigingsnummer 2.199.310.989 waarvan de administratieve zetel zich bevindt te Xxxxxx Xxxxxx XX xxxx 00, 0000 Xxxxxxx,
hierna “DOV”;
EN
Stad Antwerpen, met zetel [adres van de maatschappelijke zetel – Xxxxx Xxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx], vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie tekenen: [Xxxx Xx Xxxxx, de burgemeester] en [Xxxx Xxxxxxxxx, Algemeen Directeur]
ingeschreven in het KBO met nummer BE0207500123 waarvan de administratieve zetel zich bevindt te Xxxxx Xxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx.
hierna: “Stad Antwerpen”;
DOV en Stad Antwerpen worden hieronder ook wel afzonderlijk aangeduid als een “partij” of
gezamenlijk als de “partijen”;
NA TE HEBBEN UITEENGEZET
A. DOV is opgericht bij besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. DOV is belast met beleidsondersteunende taken, zoals beleidsvoorbereiding en -evaluatie. DOV zorgt daarvoor onder meer voor informatiemanagement en de aansturing van het beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek (artikel 30, §2, 1°; a), van het organisatiebesluit van 3 juni 0000).
X Xxxx Xxxxxxxxx is een lokale overheid.
C. Het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen besliste op 18 juni 2021 principieel om stadsbreed én met de stakeholders (zowel binnen als buiten onderwijs) via het A’REA UP programma structureel in te zetten op het verhogen van gekwalificeerde uitstroom. De ongekwalificeerde uitstroom uit het Antwerpse onderwijs bedraagt 20%, tweemaal zo hoog dan het Vlaamse gemiddelde. Hiervoor is geen éénduidige oorzaak. Het A’REA UP programma vormt daarom een bundeling van diverse acties, trajecten en maatregelen vooral op het vlak van preventie, maar ook via interventie en curatie waar nodig.
Het A’REA UP programma heeft de ambitie om de gezamenlijke inspanningen van de stad Antwerpen naar kinderen en jongeren op lange termijn te stroomlijnen. De wetenschappelijke basis voor het Europees referentiekader voor een beleid tegen schooluitval toont aan dat inzetten op het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten het meeste kans op succes biedt. Langdurige preventieve activiteiten zijn succesvoller dan compenserende activiteiten gericht op leerlingen die al zijn uitgevallen.
In dit referentiekader wordt een nauwkeurige identificatie, analyse en monitoring van data als voorwaarde opgenomen om dit soort programma succesvol te maken en impact te genereren tot op de klasvloer voor de Antwerpse leerlingen. Op dit moment beschikt de stad Antwerpen als lokale partner in de strijd tegen schooluitval echter nog over onvoldoende data om gericht te kunnen handelen in functie van het verhogen van de gekwalificeerde uitstroom.
De gevraagde data zijn essentieel voor verschillende doeleinden, namelijk voor het creëren van sense of urgency bij alle stakeholders op basis betrouwbare data, om stakeholders (op school- en wijkniveau) in staat te stellen gerichte interventies op te zetten naar specifieke groepen van leerlingen en ter opvolging van het programma op lange termijn zodat evidence-informed beleidsbeslissingen en -bijsturingen gemaakt kunnen worden.
Naast de reguliere werking (opvolging van, sensibiliseren rond en terugdringen van zittenblijven, schoolse vertraging, spijbelen en tucht; kleuterparticipatie en ouderbetrokkenheid; aanpakken van het lerarentekort; ed.) staan enkele specifieke data- projecten in het kader van A’REA UP op de planning. De noodzaak en het engagement voor deze projecten werd in het voortraject van het A’REA UP programma (schooljaar 2020- 2021) reeds uitgesproken door alle relevante stakeholders in Antwerpen.
1. Analyse van het Antwerpse onderwijsaanbod
Een belangrijke voorspeller van vroegtijdig schoolverlaten is schoolmoeheid onder andere door een foutieve studieoriëntering in combinatie met een opeenstapeling van B- en C- attesten doorheen de schoolloopbaan. Er is nood aan inzicht in de beschikbaarheid en de kwaliteit van het huidige Antwerpse onderwijsaanbod. De ambitie en beoogde impact ligt op twee niveaus:
• Op stadsniveau wordt een analyse gemaakt van het huidige onderwijsaanbod en worden in samenspraak met alle stakeholders kwaliteitsvolle bijsturingen in dit aanbod bekeken (hiaten aanvullen, geografische spreiding, aanpak van eventuele verschillen in retentiviteit en kansen op doorstroom,…), zodat leerlingen betere perspectieven krijgen op een getuigschrift of diploma en op doorstroom naar hoger onderwijs en/of arbeidsmarkt.
• Op schoolniveau ligt er met vaste regelmaat een schoolportret voor alle Antwerpse scholen, op basis waarvan de school met eventuele ondersteuning van flankerende diensten het eigen attesteringsbeleid onder de loep kan nemen en gericht kan bijsturen. Onderwijsprofessionals beschikken nog niet structureel over voor hen interpreteerbare data om een kwaliteitsvol onderwijsaanbod op te zetten (d.i. overzicht onderwijstrajecten, welke richtingen leiden tot weinig kwalificaties, benchmarks over het niveau en de kwaliteit van studierichtingen, etc.). Het streefdoel is dat onderwijsprofessionals zich bewust zijn van de effecten van oriëntering en attesteringen op lange termijn en hierdoor hun handelen bijstellen, zodat ze bijdragen aan een hogere gekwalificeerde uitstroom en sociale gelijkheid.
2. Early Warning System
Een snelle detectie van vroegtijdige schoolverlaters maakt gerichte ondersteuning mogelijk. Detectie van ‘voorspellers’ van (on)gekwalificeerde uitstroom en opvolging kan al erg vroeg beginnen, zelfs vóór een kind start op school (kleuterparticipatie, zittenblijven, resultaten, OKI). Hoewel er veel data beschikbaar is, is deze niet altijd praktisch ontsloten en hanteerbaar. Hierdoor hebben scholen in de stad vaak onvoldoende mogelijkheden om hier structureel op in te zetten. Het op punt zetten en implementeren van een Early Warning System om risico’s op onthechting en vroegtijdig schoolverlaten zo vroeg als mogelijk te detecteren en aan te pakken, is één van de wetenschappelijk onderbouwde, Europese richtlijnen om gekwalificeerde uitstroom te verhogen.
De implementatie van een stadsbreed Early Warning System zal voorafgegaan worden door een uitvoerige fase waarin de mogelijkheden en het draagvlak verder verkend worden. Er zullen in deze fase (kleinschalige) pilootprojecten opgestart worden, zodat de nodige data en modaliteiten voor dit soort systeem uitgetest worden. Het doel is om een werkwijze te ontwikkelen om op een eenvoudige en toegankelijke wijze groepen van leerlingen te detecteren die extra aandacht nodig hebben vanuit een verhoogd risico op uitval. Op termijn moet het Early Warning System scholen en onderwijspartners in staat stellen om eenvoudig en snel GDPR-veilige analyses te maken én om een gerichte begeleiding aan (groepen van) leerlingen te koppelen aan deze resultaten vanuit een stadsbrede, geïntegreerde aanpak.
De geplande gegevensstroom is als volgt:
De gegevensstroom verloopt niet via een dienstenintegrator.
D. De partijen wensen overeenkomstig artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer een protocol te sluiten met betrekking tot de elektronische mededeling van persoonsgegevens. Dat protocol wordt bekendgemaakt op de website van beide partijen.
E. De functionaris voor gegevensbescherming van DOV heeft op 6 mei 2022 advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
F. De functionaris voor gegevensbescherming van Stad Antwerpen heeft op 16 mei 2022 advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Artikel 1: Onderwerp
In dit protocol worden de voorwaarden en modaliteiten van de elektronische mededeling van de persoonsgegevens zoals omschreven in artikel 0 xxxx XXX xxx Xxxx Xxxxxxxxx uiteengezet.
Artikel 2: Rechtvaardigingsgronden van zowel de mededeling als de inzameling van de persoonsgegevens
De beoogde gegevensverwerking door Stad Antwerpen gebeurt op grond van de noodzaak voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.
Stad Antwerpen zal de opgevraagde gegevens verwerken voor statistische doeleinden. Voor dergelijke verwerkingen geldt een uitzondering op basis van artikel 5, 1, b), tweede zinsdeel van de algemene verordening gegevensbescherming: deze verwerkingen worden niet als onverenigbaar beschouwd met de oorspronkelijke doeleinden.
DOV heeft de opgevraagde gegevens oorspronkelijk verzameld voor volgende doeleinden (artikel 12/2 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs):
1° het ondersteunen van de voorbereiding en evaluatie van het Vlaamse onderwijsbeleid; 2° het ondersteunen van het beleidsvoerend vermogen en de interne en externe
kwaliteitszorg van en over de onderwijsinstellingen door een aanbod van informatierijke omgevingen;
3° het aanleveren van data voor wetenschappelijk onderzoek rond onderwijs en vorming; 4° het beantwoorden van informatievragen van derden rond onderwijs en vorming;
5° het genereren van officiële onderwijsstatistieken voor historische en beleidsdoeleinden.
Om deze doelstellingen te bereiken, worden in de databank gegevens verzameld over de instroom, doorstroom en uitstroom van lerenden, hun socio-economische situatie en hun prestaties en gegevens over de instroom, doorstroom en uitstroom van personeelsleden en hun prestaties.
De voorwaarden voor het gebruik van de databank zijn verder uitgewerkt in de beraadslaging nr. 44/2017 van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
Stad Antwerpen zal de opgevraagde gegevens verwerken voor volgende doeleinden:
Naam | Soort werking | Inhoud | Toegang tot geanalyseerde data |
Onderwijsmonitor | Regulier | Sinds enkele jaren worden de stadsbrede cijfers rond zittenblijven, schoolse vertraging, spijbelen en ongekwalificeerde uitstroom gepubliceerd via een dashboard op de website van Stad in Cijfers. Voorheen werd er jaarlijks een Onderwijsmonitor opgemaakt met dezelfde cijfers. Dit dashboard is publiek toegankelijk. Gegevens over kleuterparticipatie zullen aan dit dashboard toegevoegd op wijk-, districts- en/of stadsniveau (afhankelijk van het niveau waarop geen individuele scholen herkend kunnen worden). | Brede ontsluiting: publicatie op de website flankerend onderwijsbeleid Beleidsmonitoring: management stad Antwerpen, college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad, vast bureau Onderwijsraad Antwerpen |
Monitoring programma A’REA UP | Regulier | Naast de longitudinale stadsbrede monitoring van de kernindicatoren die samenhangen met schooluitval (onderwijsmonitor), wordt er een specifiek monitoringsysteem opgezet om het brede programma van A’REA UP op te volgen en te evalueren. In deze monitoring zullen acties en projecten opgevolgd en geëvalueerd worden. De cijfers voor deelnemende scholen worden hier met een benchmark geanalyseerd. | Beleidsmonitoring: management stad Antwerpen, college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad, vast bureau Onderwijsraad Antwerpen (Cijfers over scholen heen, individuele scholen zijn onherkenbaar) Scholen en schoolbesturen: cijfers over de eigen school of scholen Programmagroep A’REA UP: cijfers over projectscholen toegankelijk voor die specifieke medewerkers van de flankerende diensten van de stad Antwerpen betrokken op de projectscholen |
Stadsfoto “Onderwijsaanbod” | Project | Hiervoor zullen de cijfers over doorstroom gebruikt worden geaggregeerd op wijk-, districts- en/of stadsniveau (afhankelijk van het niveau waarop geen individuele scholen herkend kunnen worden), zodat de beschikbaarheid, de spreiding | Beleidsmonitoring: management stad Antwerpen, college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad, vast bureau Onderwijsraad Antwerpen |
en de doorstroom van het huidige onderwijsaanbod inzichtelijk gemaakt kan worden. In deze foto nemen we de gegevens van het onderwijzend personeel mee als contextvariabele. | |||
Schoolportretten “Onderwijsaanbod” | Project | Hiervoor zullen de cijfers over doorstroom gebruikt worden geaggregeerd op schoolniveau in functie van de kwaliteitsontwikkeling met betrekking van het eigen leerloopbaanbeleid. In deze schoolportretten nemen we de gegevens van het onderwijzend personeel mee als contextvariabele. | Scholen en schoolbesturen: enkel cijfers over de eigen school of scholen Programmagroep A’REA UP: cijfers over projectscholen toegankelijk voor die specifieke medewerkers van de flankerende diensten van de stad Antwerpen betrokken op de projectscholen |
Piloot Early Warning System | Project | In een eerste pilootproject nemen we voor de deelnemende scholen alle data op die als voorspeller voor ongekwalificeerde uitstroom gelden (oki-index, kleuterparticipatie, zittenblijven, attestering, spijbelen, schoolwissels,…) om zo binnen scholen groepen van leerlingen te detecteren die een verhoogde kans hebben op vroegtijdige schooluitval, zodat het schoolbeleid hier preventief op kan inspelen. | Scholen en schoolbesturen: enkel cijfers over de eigen school of scholen Programmagroep A’REA UP: cijfers over projectscholen toegankelijk voor die specifieke medewerkers van de flankerende diensten van de stad Antwerpen betrokken op de projectscholen |
Artikel 3: De gevraagde persoonsgegevens en de categorieën en omvang van de gevraagde persoonsgegevens conform het proportionaliteitsbeginsel
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende persoonsgegevens die worden meegedeeld, alsook de verantwoording van de proportionaliteit en de bewaartermijn van de gegevens.
Het betreft geen persoonsgegevens als vermeld in artikel 9 en/of 10 van de algemene verordening gegevensbescherming. Indien dat wel het geval is, wordt dit gespecificeerd in onderstaande tabel.
Hieronder volgt het overzicht van de gegevens die worden opgevraagd.
DEEL 1 - PARTICIPATIE AAN HET KLEUTERONDERWIJS
Aantal niet ingeschreven leerlingen kleuteronderwijs (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar geboortejaar, postcode, thuistaal en OKI-index leerling
Aantal 3-jarige leerlingen kleuteronderwijs ingeschreven op 1 februari, die in de loop van het schooljaar minder dan 150 halve dagen aanwezig zijn (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal 4-jarige leerlingen kleuteronderwijs ingeschreven op 1 februari, die in de loop van het schooljaar minder dan 185 halve dagen aanwezig zijn (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal 5-jarige leerlingen kleuteronderwijs die minder dan 220 halve dagen aanwezig zijn (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal 5-jarige leerlingen kleuteronderwijs die minder dan 250 halve dagen aanwezig zijn (schooljaar 2018-2019 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector van de woonplaats leerling
Deel 1: Participatie aan het kleuteronderwijs | |
Aantal niet ingeschreven leerlingen kleuteronderwijs - Naar geboortejaar, postcode , thuistaal en OKI-index leerling | Hoewel kleuteronderwijs niet verplicht is, brengt een vroegtijdige deelname aan het kleuteronderwijs heel wat voordelen met zich mee. Kleuters leren er sociale en praktische vaardigheden en raken er ook – en dat is met name voor anderstalige kinderen van belang- vertrouwd met de onderwijstaal. Deelname aan het kleuteronderwijs vormt dan ook een belangrijke voorbereiding op de lagere school. Uit onderzoek blijkt dan ook dat deelname aan onderwijs op jonge leeftijd de kans op schoolse achterstand en ongekwalificeerde uitstroom verkleint. Met een gemiddelde participatie van 95% scoren de Antwerpse scholen reeds zeer hoog. Niettemin vormt een kleine minderheid van de Antwerpse kinderen een bijzonder kwetsbare groep van kinderen die reeds bijzonder vroeg in hun schoolcarrière een achterstand oplopen. In het stadsbrede programma voor het reduceren van ongekwalificeerde uitstroom worden er ook projecten opgezet in de kinderopvang en op de overgang naar het kleuteronderwijs in functie van een hogere kleuterparticipatie voor kwetsbare groepen. Om het effect hiervan te kunnen evalueren en bij te sturen indien nodig, is het van belang om op te volgen hoe het aantal niet ingeschreven kleuters evolueert. |
Aantal kleuters die onvoldoende halve dagen aanwezig zijn: - 3-, 4- en 5- jarige kleuters - Volgens bestaande indelingen: minder dan 150, 185, 220, 250, 290 halve dagen (leerplicht 5 | Om maximaal te kunnen genieten van de voordelen die het kleuteronderwijs biedt, is het niet alleen belangrijk dat kleuters ingeschreven zijn, maar ook voldoende aanwezig zijn. Dit is zeker ook van belang in functie van een vlotte overgang naar het lager onderwijs. Het opvragen van informatie over zowel de vestigingsplaats waar de leerling is ingeschreven als de woonplaats van de leerling, laat toe om onder meer na te gaan in welke mate kleuteraanwezigheid verschilt |
jaar) en andere relevante | naargelang de wijk waar de leerling woont en in welke mate het aandeel |
indelingen - Naar vestigingsplaats, | onvoldoende aanwezige kleuters van een school afwijkt van het gemiddelde van de stad of het district van de school. Met deze |
statistische sector | detaillering kunnen we de indicator zowel monitoren op stadsniveau, |
woonplaats leerling, | wijkniveau als op schoolniveau, zodat gerichte beleidskeuzes gemaakt |
thuistaal en OKI-index | kunnen worden én scholen gericht ondersteund kunnen worden in o.a. |
leerling | ouderbetrokkenheid. |
DEEL 2 - SPIJBELEN EN TUCHT
Aantal leerplichtige leerlingen in het basisonderwijs op 1 februari met over het volledige schooljaar minstens 5 b-codes resp. 30 (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, leerjaar, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerlingen secundair onderwijs op 1 februari met over het volledige schooljaar minstens 5 b-codes resp. 30 per vestigingsplaats (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging onderwijsvorm of opleidingsvorm voor Buso , graad, A/B-stroom (1ste graad), soort programma (voltijds/deeltijds) en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerplichtige leerlingen tucht ingeschreven in basisonderwijs op 1 februari (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, leerjaar, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerlingen tucht ingeschreven in secundair onderwijs op 1 februari (schooljaar 2015-2016
t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging onderwijsvorm of opleidingsvorm voor buso, graad, A/B-stroom (1ste graad), soort programma (voltijds/deeltijds) en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerplichtige leerlingen met preventieve schorsing ingeschreven in basisonderwijs op 1 februari (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, leerjaar, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerlingen met preventieve schorsing ingeschreven in secundair onderwijs op 1 februari (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging onderwijsvorm of opleidingsvorm voor buso , graad, A/B-stroom (1ste graad), soort programma (voltijds/deeltijds) en statistische sector van de woonplaats leerling
Deel 2: Spijbelen en tucht | |
Aantal leerplichtige leerlingen in het basisonderwijs naar aantal b-codes (in categorieën: 5-10, 10-30 en 30+)) | Het spijbelen van leerlingen heeft een belangrijke signaalfunctie en leidt niet zelden tot gecumuleerde leerachterstanden en uiteindelijk vroegtijdig schoolverlaten. Vanuit beleidsinvalshoek is het van cruciaal |
- Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, leerjaar, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector woonplaats leerling | belang om enerzijds de spijbelproblematiek gedetailleerd in beeld te brengen en anderzijds te kunnen evalueren of beleidsmaatregelen gericht op het tegengaan van spijbelen ook daadwerkelijk dat effect hebben. Bij leerlingen met minstens 30 b-codes gaat het niet meer om occasioneel spijbelen maar een regulier spijbelen wat zonder meer problematisch is voor het verdere verloop van de schoolcarrière. Onderzoek toont ook aan dat afhankelijk van het aantal B-codes andere interventies nodig zijn om leerlingen terug bij de school te engageren. Met deze detaillering kunnen we de indicator zowel monitoren op stadsniveau, wijkniveau als op schoolniveau, zodat gerichte beleidskeuzes gemaakt kunnen worden én scholen gericht ondersteund kunnen worden in o.a. ouderbetrokkenheid. |
Aantal (leerplichtige) leerlingen tucht én preventieve schorsing ingeschreven in basisonderwijs op 1 februari (in categorieën) - Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging, onderwijsvorm of opleidingsvorm voor buso, graad, A/B-stroom (1ste graad), soort programma (voltijds/deeltijds) en statistische sector van de woonplaats leerling | Ook gedragsproblemen op school kunnen een symptoom zijn van een onthechtingsproces. Een preventieve schorsing of tuchtverwijdering leiden (soms) tot schoolverandering en dit kan een risico vormen in de schoolloopbaan van leerlingen, zeker wanneer het proces van onthechting al sterk is doorgezet. Het is daarom een grote meerwaarde om het aantal preventieve schorsingen en tuchtverwijderingen op te volgen, zodat beleidsmatig (school- en stadsniveau) gerichte interventies op groepsniveau opgezet kunnen worden. |
DEEL 3 - KWALIFICATIE BASISONDERWIJS
Aantal leerlingen lager onderwijs naar getuigschrift basisonderwijs behaald (ja/neen) op 30/6 (ook buitengewoon lager onderwijs) (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geslacht, geboortejaar, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector van de woonplaats leerling
DEEL 3: Kwalificatie basisonderwijs | |
Aantal leerlingen lager onderwijs (gewoon en buitengewoon lager onderwijs) naar getuigschrift basisonderwijs behaald op 30/6: - Naar vestigingsplaats, geslacht, geboortejaar, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en statistische sector van de woonplaats leerling | Het niet behalen van een getuigschrift basisonderwijs is een belangrijke indicator voor een kwetsbare schoolloopbaan. Deze leerlingen stromen vaak door naar de b-stroom in het secundair of naar het buitengewoon secundair onderwijs. Slechts een zeer beperkte groep (<5%) kan doorstromen naar de A-stroom in het secundair onderwijs. Deze detaillering geeft ons de mogelijkheid om gerichte interventies te doen voor deze doelgroep en voor scholen waar proportioneel meer leerlingen zonder getuigschrift uitstromen. |
DEEL 4 - KWALFICATIE SECUNDAIR ONDERWIJS
Aantal leerlingen in gewoon voltijds secundair onderwijs naar studiewijs (of desgevallend beroepskwalificatie) en cluster oriënteringsattesten behaald in de loop van het schooljaar (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geslacht, geboortejaar, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, onderwijsvorm, graad, leerjaar, A/B-stroom (1ste graad), administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling
Aantal leerlingen in deeltijds beroepssecundair naar studiebewijs (of desgevallend beroepskwalificatie) en cluster oriënteringsattesten behaald in de loop van het schooljaar (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geslacht, geboortejaar, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, onderwijsvorm, administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling
Aantal leerlingen buitengewoon beroepssecundair onderwijs OV3 naar soort kwalificatie behaald in de loop van het schooljaar (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geslacht, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, geboortejaar, opleidingsvorm, fase, administratieve groep en statistische sector woonplaats leerling
Aantal leerlingen buitengewoon beroepssecundair onderwijs OV4 naar studiebewijs en cluster oriënteringsattesten behaald in de loop van het schooljaar (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geslacht, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, geboortejaar, opleidingsvorm, leerjaar, administratieve groep en statistische sector woonplaats leerling
Aantal vroegtijdige schoolverlaters en gekwalificeerden (schooljaar 2014-2015 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, onderwijsvorm of OV-vorm voor buso, soort programma (voltijds/deeltijds), administratieve groep, statistische sector van de woonplaats leerling
Aantal leerlingen die diploma secundair behaald hebben voor examencommissie secundair onderwijs (schooljaar 2014-2015 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar geslacht, thuistaal, OKI-index, schoolse vertraging, geboortejaar, naar laatst gekende administratieve groep en vestigingsplaats
DEEL 4: Kwalificatie secundair onderwijs | |
Aantal leerlingen gewoon secundair onderwijs (en buitengewoon secundair onderwijs OV4) naar studiewijs, (of desgevallend , beroepskwalificatie) en cluster oriënteringsattesten behaald in de loop van het schooljaar: - Naar vestigingsplaats, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling, schoolse vertraging, onderwijsvorm, graad, leerjaar, A/B stroom (1ste graad), administratieve groep, | In het kader van ononderbroken leerloopbanen vormt het behalen van een A-attest een belangrijke indicator. Wie geen A-attest behaalt, loopt vaker schoolse vertraging op en loopt ook een groter risico om in de waterval terecht te komen en om ongekwalificeerd uit te stromen. Het is bijgevolg belangrijk om het aantal leerlingen met een A-, B- en C-attest op te volgen op school- en stadsniveau, zodat gerichte interventies en ondersteuning voor scholen opgezet kan worden waar veel leerlingen een B- en/of C-attest krijgen. Xxxxxxxxxxxxxx 0 in het buitengewoon secundair onderwijs leidt in principe tot het behalen van een diploma secundair onderwijs en is gericht op normaal begaafde jongeren die omwille van extra zorgnoden niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen. Voor deze specifieke groep van jongeren is het van belang om na te gaan in |
statistische sector woonplaats leerling | hoeverre het gevolgde traject tot kwalificatie leidt en welke factoren daar een invloed op hebben. |
Aantal leerlingen deeltijds beroepssecundair onderwijs naar studiebewijzen (of desgevallend beroepskwalificatie) en attesten behaald in de loop van het schooljaar: - Naar vestigingsplaats, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling, schoolse vertraging, onderwijsvorm, graad, leerjaar, administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling | Naast het diploma secundair onderwijs, kunnen in het secundair onderwijs nog andere vormen van kwalificaties behaald worden. Dit is met name het geval in het gewoon voltijds en deeltijds beroepsonderwijs, onderwijsvormen waar reeds een aanzienlijk deel van de leerlingen schoolse vertraging heeft opgelopen en die dan ook een belangrijke risicogroep vormen voor ongekwalificeerd uitstromen. Voor deze specifiek groep leerlingen is het van belang om goed op te volgen in welke mate de gevolgde opleiding effectief leidt tot een kwalificatie en hoe deze evolueert door heen de tijd. |
Aantal leerlingen buitengewoon onderwijs naar soort kwalificatie behaald in de loop van het schooljaar: - Naar vestigingsplaats, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling, schoolse vertraging, opleidingsvorm, fase, leerjaar, administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling | Xxxxxxxxxxxxxx 0 in het buitengewoon secundair onderwijs is gericht op het voorbereiden van jongeren op een tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit. Net zoals in het deeltijds onderwijs, vind je hier een oververtegenwoordiging van kwetsbare jongeren die vaak al de nodige schoolse achterstand hebben opgelopen en een risicogroep vormen om ongekwalificeerd uit te stromen. Ook voor deze groep leerlingen is het dus van belang om goed op te volgen in welke mate de gevolgde opleiding effectief leidt tot een kwalificatie en hoe deze evolueert door heen de tijd. |
Aantal vroegtijdige schoolverlaters en gekwalificeerden: - Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging, onderwijsvorm of OV-vorm voor buso, soort programma (voltijds/deeltijds), administratieve groep en statistische sector van de woonplaats leerling | Binnen het kader van het stadsbrede programma voor het reduceren van de ongekwalificeerde uitstroom vormt een nauwkeurige identificatie, analyse en monitoring van deze doelgroep een belangrijke bijdrage in het bereiken van deze doelstelling. Vroegtijdige schoolverlaters vormen een bijzonder kwetsbare groep op de arbeidsmarkt. Om gerichte interventies te kunnen stellen, te evalueren en bij te sturen, moeten we een zicht krijgen op welke leerlingen waar het Antwerpse onderwijs zonder diploma verlaten. Ook al is het een complex proces van onthechting dat soms al van vroege leeftijd begint, kunnen profielen van leerlingen en scholen waar proportioneel meer leerlingen ongekwalificeerd uitstromen, curatieve maatregelen vragen. |
Aantal leerlingen die het diploma secundair onderwijs behaald hebben voor examencommissie secundair onderwijs - Naar geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging, geboortejaar, naar laatste gekende administratieve groep en vestigingsplaats | Een aantal leerlingen die ongekwalificeerd uitstromen kunnen nog een diploma secundair onderwijs behalen via de examencommissie secundair onderwijs. Het is van belang om ook op deze groep een zicht te krijgen. Hoe evolueert hun aantal? Welke leerlingen slagen erin om een diploma te behalen? Speelt de gevolgde studierichting een rol? |
DEEL 5a - DOORSTROOM
Doorstroom van leerlingen naar 1B (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep waartoe leerling behoorde in schooljaar x-1, statistische sector woonplaats leerling
Doorstroom van leerlingen vanuit 1B (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep (1A-1B- Beroepsvoorbereidend leerjaar-BUSO) van leerlingen in schooljaar X+1, statistische sector woonplaats leerling
Leerlingen 6de leerjaar gewoon lager onderwijs -> waar stromen ze in 1A/ 1B & welke attesten zijn behaald? (Schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling
Aantal leerlingen die secundair onderwijs beëindigen in schooljaar X-1 naar soort opleiding in hoger onderwijs in schooljaar X met als mogelijke waarden: niet ingeschreven in het hoger onderwijs tijdens het volgende academiejaar, doorstroom naar professionele bachelor, doorstroom naar academische bachelor (doorstroom naar hoger onderwijs) (schooljaar 2015-2016
t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats schooljaar X-1, onderwijsvorm of Opleidingsvorm buso schooljaar X-1, administratieve groep schooljaar X-1, soort opleiding hoger onderwijs, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector van de woonplaats leerling
Zittenblijvers/Bissers, neveninstromers, instromers, doorstromers (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging
Retentiviteit eerste graad en bovenbouw (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, administratieve groep startjaar, administratieve groep huidige schooljaar , geslacht, thuistaal en OKI-index leerling
Deel 5a: Doorstroom | |
Doorstroom van leerlingen naar 1B - Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep waartoe leerling behoorde in voorgaande schooljaar, statistische sector woonplaats leerling | Leerlingen in 1B vormen een kwetsbare groep: ze hebben veel vaker in de loop van het lager onderwijs schoolse vertraging opgelopen en komen vaker uit anderstalige en/of kansarme gezinnen. Bijgevolg willen we deze groep leerlingen beter in kaart kunnen brengen: om hoeveel leerlingen gaat het, op welke leeftijd en vanuit welk leerjaar of vanuit welk type (in geval van buitengewoon onderwijs) stromen ze in 1B, etc. Zowel op stads-, als op schoolniveau maken we een analyse van de situatie. Op stadsniveau zoeken we naar tendensen (en eventuele hiaten in het onderwijsaanbod) om deze aan te kaarten met de onderwijsverstrekkers in Antwerpen en structurele maatregelen te |
nemen. Op schoolniveau gaan we aan de slag met datagestuurd leerloopbaanbeleid. | |
Doorstroom van leerlingen vanuit 1B: - Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep (1A-1B-BLVJ-BUSO) leerling in schooljaar X+1, statistische sector woonplaats leerling | Voor de leerlingen in 1B willen we ook nagaan wat hun vervolgtraject is in het daaropvolgende schooljaar. Stromen ze op naar de A-stroom, blijven ze in de B-stroom, stromen ze uit naar het buitengewoon secundair onderwijs? Door het beperktere aanbod van B-stroom in de stad Antwerpen, is het belangrijk om dit gegeven ook te kunnen bekijken op het niveau van de woonplaats van de leerling. Zowel op stads-, als op schoolniveau maken we een analyse van de situatie. Op stadsniveau zoeken we naar tendensen bv. m.b.t. het profiel van de leerlingen, spreiding,… (en eventuele hiaten in het onderwijsaanbod) om deze aan te kaarten met de onderwijsverstrekkers in Antwerpen en structurele maatregelen te nemen. Op schoolniveau gaan we aan de slag met datagestuurd leerloopbaanbeleid. |
Doorstroom van leerlingen 6de leerjaar naar 1A/1B en behaalde attesten in het secundair onderwijs - Naar vestigingsplaats, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, administratieve groep, statistische sector woonplaats leerling | Voor alle leerlingen uit het 6de leerjaar wordt nagegaan of zij doorstromen naar 1A en 1B en in welke mate deze doorstroom verschilt naargelang de kenmerken van de leerlingen. Ook deze variabelen worden meegenomen in de analyse van het onderwijsaanbod op stads- en op schoolniveau om de kwaliteit van het onderwijsaanbod te verhogen (cf. leerloopbaanbeleid). |
Doorstroom van leerlingen secundair onderwijs naar hoger onderwijs - Professionele/ academische bachelor/geen doorstroom - Naar vestigingsplaats schooljaar X-1, onderwijsvorm of opleidingsvorm buso schooljaar X-1, soort opleiding hoger onderwijs, geboortejaar, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en statistische sector woonplaats leerling | Van de generatiestudenten in een gegeven academiejaar willen we graag weten welke onderwijsvorm ze gevolgd hebben in het secundair onderwijs en in welke vestigingsplaats ze secundair onderwijs gevolgd hebben. Dit laat toe om te bekijken of de doorstroomkansen afhangen van de school en/of van onderwijsvorm die leerlingen gevolgd hebben. Daarnaast willen we ook bekijken of de woonplaats van de leerlingen en andere kenmerken zoals leeftijd, geslacht en thuistaal een impact hebben op de doorstroom naar hoger onderwijs. |
Aantal zittenblijvers en bissers: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging - | Zittenblijvers zijn leerlingen die hun jaar overdoen. Bissers zijn leerlingen die hun jaar overdoen in dezelfde school. Zittenblijven vormt een belangrijke indicatie van een problematische schoolloopbaan. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal neveninstromers: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | Neveninstromers zijn leerlingen die van een andere school komen en die het jaar overdoen in de huidige school. Het gaat dus om leerlingen die niet enkel hun jaar overdoen, maar ook van school veranderen, wat een belangrijke indicatie vormt voor een problematische schoolloopbaan en dus verhoogd risico op vroegtijdig schoolverlaten. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal instromers: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | Instromers zijn leerlingen die van een andere school komen en in de huidige school naar het volgende leerjaar zijn overgegaan. Zeker wanneer het gaat om leerlingen die reeds schoolse vertraging opliepen, vormt dit indicatie voor een problematische schoolloopbaan. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal doorstromers: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | Doorstromers zijn leerlingen die in dezelfde school zijn overgegaan naar het volgende leerjaar en dus een indicatie voor de mate waarin leerlingen een stabiele schoolloopbaan kennen. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Retentiviteit eerste graad: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep startjaar, administratieve groep huidig schooljaar, geslacht, thuistaal en OKI- index leerling | Aantal leerlingen dat het jaar na de start in het eerste leerjaar in dezelfde school in een tweede leerjaar (2A of BVL) start. De retentiviteit geeft aan in hoeverre er sprake is van een stabiele schoolpopulatie. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Retentiviteit bovenbouw: - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep startjaar, administratieve groep huidig schooljaar, geslacht, thuistaal en OKI- index leerling | Aantal leerlingen dat 3 jaar na de start in het eerste leerjaar van de tweede graad in dezelfde school een tweede leerjaar van de derde graad start. De retentiviteit geeft aan in hoeverre er sprake is van een stabiele schoolpopulatie. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
* De schoolwissel betekent hier een verandering van instellingsnummer (of nog anders gedefinieerd door de stad Antwerpen), de rapportering gebeurt op het niveau van de vestigingsplaats.
DEEL 5b: WISSELS VAN SCHOOL/RICHTING
Aantal leerlingen basis- en secundair onderwijs die op 1 februari in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 oktober (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, onderwijsvorm, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie (enkel voor SO)
Aantal leerlingen basis- en secundair onderwijs die op 1 juni in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 februari (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, onderwijsvorm, administratieve groep, geslacht thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie (enkel voor SO)
Aantal leerlingen gewoon secundair onderwijs die op 1 februari in een andere onderwijsvorm zijn ingeschreven dan op 1 oktober van hetzelfde schooljaar (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, onderwijsvorm op 1/2 en onderwijsvorm op 1/10 , geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie
Aantal leerlingen gewoon secundair onderwijs die in schooljaar X in een andere onderwijsvorm zijn ingeschreven dan in schooljaar (X-1) (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats en onderwijsvorm in schooljaar X en schooljaar X-1, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie
Aantal leerlingen buitengewoon secundair onderwijs in schooljaar X die in schooljaar (X-1) waren ingeschreven in gewoon secundair of basisonderwijs (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats schooljaar (X-1), onderwijsvorm en administratieve groep schooljaar (X-1), geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C- attest) / kwalificatie
Aantal leerlingen buitengewoon basisonderwijs in schooljaar X die in schooljaar (X-1) waren ingeschreven in gewoon basisonderwijs
-> Naar vestigingsplaats schooljaar (X-1), geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging
Aantal leerlingen in gewoon basis- en secundair onderwijs met een gemotiveerd verslag buitengewoon onderwijs (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging
Deel 5b: Wissels van school/onderwijsvorm | |
Aantal leerlingen basisonderwijs die op 1 februari in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 oktober - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | Bij de leerlingen ingeschreven op 1/2 wordt nagegaan of zij ook reeds een inschrijving hadden op 1/10 in dezelfde school. Het veranderen van school binnen hetzelfde onderwijsniveau (dus niet bij bijvoorbeeld de overgang van lager naar secundair onderwijs), kan een indicatie zijn van een instabiele schoolloopbaan, zeker wanneer deze schoolverandering tijdens het schooljaar plaatsvindt. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen basisonderwijs die op 1 juni in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 februari - Naar vestigingsplaats*, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | Bij de leerlingen ingeschreven op 1/6 wordt nagegaan of zij ook reeds een inschrijving hadden op 1/2 in dezelfde school. Het veranderen van school binnen hetzelfde onderwijsniveau (dus niet bij bijvoorbeeld de overgang van lager naar secundair onderwijs), kan een indicatie zijn van een instabiele schoolloopbaan, zeker wanneer deze schoolverandering tijdens het schooljaar plaatsvindt. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen secundair onderwijs die op 1 februari in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 oktober - Naar vestigingsplaats*, onderwijsvorm, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- | Bij de leerlingen ingeschreven op 1/2 wordt nagegaan of zij ook reeds een inschrijving hadden op 1/10 in dezelfde school. Het veranderen van school binnen hetzelfde onderwijsniveau (dus niet bij bijvoorbeeld de overgang van lager naar secundair onderwijs), kan een indicatie zijn van een instabiele schoolloopbaan, zeker wanneer deze schoolverandering tijdens het schooljaar plaatsvindt. |
index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie | We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen secundair die op 1 juni in een andere instelling zijn ingeschreven dan op 1 februari. - Naar vestigingsplaats*, onderwijsvorm, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie | Bij de leerlingen ingeschreven op 1/6 wordt nagegaan of zij ook reeds een inschrijving hadden op 1 februari in dezelfde school. Het veranderen van school binnen hetzelfde onderwijsniveau (dus niet bij bijvoorbeeld de overgang van lager naar secundair onderwijs), kan een indicatie zijn van een instabiele schoolloopbaan, zeker wanneer deze schoolverandering tijdens het schooljaar plaatsvindt. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen gewoon secundair onderwijs die op 1 februari in een andere onderwijsvorm zijn ingeschreven dan op 1 oktober van hetzelfde schooljaar - Naar vestigingsplaats*, onderwijsvorm op 1 februari en onderwijsvorm 1 oktober, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie | Ook het veranderen van onderwijsvorm kan een indicatie zijn van instabiele schoolloopbanen, zeker wanneer deze wijziging zich voordoet tijdens het schooljaar. Het geeft ook een indicatie van in welke mate er sprake is van een ‘watervaleffect ‘. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen gewoon secundair onderwijs die in schooljaar X in een andere onderwijsvorm zijn ingeschreven dan in schooljaar (X- 1) - Naar vestigingsplaats en onderwijsvorm in schooljaar X en schooljaar X-1, geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald attest (A, B of C-attest) / kwalificatie | Ook het veranderen van onderwijsvorm kan een indicatie zijn van instabiele schoolloopbanen. Het geeft ook een indicatie van in welke mate er sprake is van een ‘watervaleffect ‘. We maken de analyse op stadsniveau en op schoolniveau met de nodige benchmarks, met als doel het leerloopbaanbeleid én het onderwijsaanbod in Antwerpen structureel te verbeteren. |
Aantal leerlingen buitengewoon secundair onderwijs in schooljaar X die in schooljaar (X-1) waren ingeschreven in gewoon secundair onderwijs - Naar vestigingsplaats schooljaar (X-1), onderwijsvorm en administratieve groep schooljaar (X-1), geslacht, thuistaal, OKI-index leerling, schoolse vertraging en naar behaald | Een verandering vanuit het gewoon onderwijs naar het buitengewoon onderwijs heeft meestal een impact op leerloopbaan van jongeren, aangezien in het secundair onderwijs voor OV1, OV2 en OV3 geen diploma uitgereikt wordt. Dit heeft een impact op de toekomstkansen van jongeren. Uiteraard wordt een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs goed voorbereid en doordacht, maar een analyse naar het profiel van jongeren en van waaruit deze jongeren het vaakst doorstromen (met name scheve verdelingen hierbinnen), kan helpend zijn om het gesprek met de onderwijsverstrekkers te voeden en in functie van het leerloopbaan- en oriënteringsbeleid van scholen. |
attest (A, B of C-attest) / kwalificatie | |
Aantal leerlingen buitengewoon basisonderwijs in schooljaar X die in schooljaar (X-1) waren ingeschreven in gewoon basisonderwijs - Naar vestigingsplaats schooljaar (X-1), geslacht, thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging | Een verandering vanuit het gewoon onderwijs naar het buitengewoon onderwijs heeft meestal een impact op leerloopbaan van jongeren, aangezien in het secundair onderwijs voor OV1, OV2 en OV3 geen diploma uitgereikt wordt. Dit heeft een impact op de toekomstkansen van jongeren. Uiteraard wordt een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs goed voorbereid en doordacht, maar een analyse naar het profiel van jongeren en van waaruit deze jongeren het vaakst doorstromen (met name scheve verdelingen hierbinnen), kan helpend zijn om het gesprek met de onderwijsverstrekkers te voeden en in functie van het leerloopbaan- en oriënteringsbeleid van scholen. |
Aantal leerlingen in gewoon basisonderwijs met een gemotiveerd verslag buitengewoon onderwijs - Naar vestigingsplaats, administratieve groep, geslacht, thuistaal, OKI- index leerling en schoolse vertraging | We weten dat er op dit moment veel leerlingen in de Antwerpse scholen voor gewoon onderwijs zitten met een ‘ticket’ voor het buitengewoon onderwijs. Het aantal en het profiel van deze leerlingen geeft ons een indicatie van de mate waarin scholen inclusie (moeten) proberen waarmaken en op het gewicht van deze trajecten op de reguliere werking van de school. Aangezien er een capaciteitstekort bestaat in het buitengewoon onderwijs én ouders ook expliciet kiezen voor IAC- trajecten in het gewoon basisonderwijs, beschrijven de cijfers vooral de situatie, niet zozeer de doelbewuste intentie van de scholen richting inclusief onderwijs. Binnen het programma A’rea Up worden ook scholen extra gefinancierd met IAC-trajecten. Het is belangrijk om de situatie hier dus op de voet te kunnen volgen. |
Aantal leerlingen in gewoon secundair onderwijs met een gemotiveerd verslag buitengewoon onderwijs - Naar vestigingsplaats, administratieve groep, thuistaal, OKI-index leerling en schoolse vertraging | We weten dat er op dit moment veel leerlingen in de Antwerpse scholen voor gewoon onderwijs zitten met een ‘ticket’ voor het buitengewoon onderwijs. Het aantal en het profiel van deze leerlingen geeft ons een indicatie van de mate waarin scholen inclusie (moeten) proberen waarmaken en op het gewicht van deze trajecten op de reguliere werking van de school. Aangezien er een capaciteitstekort bestaat in het buitengewoon onderwijs én ouders ook expliciet kiezen voor IAC- trajecten in het gewoon basisonderwijs, beschrijven de cijfers vooral de situatie, niet zozeer de doelbewuste intentie van de scholen richting inclusief onderwijs. Binnen het programma A’rea Up worden ook scholen extra gefinancierd met IAC-trajecten. Het is belangrijk om de situatie hier dus op de voet te kunnen volgen. |
* De schoolwissel betekent hier een verandering van instellingsnummer (of nog anders gedefinieerd door de stad Antwerpen), de rapportering gebeurt op het niveau van de vestigingsplaats.
DEEL 6: LEERLINGENAANTALLEN
Aantal leerlingen basis- en secundair onderwijs op 1 februari (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, geboortejaar, geslacht, thuistaal, leerjaar, administratieve groep en statistische sector woonplaats leerling
DEEL 6: Leerlingenaantallen | |
Aantal leerlingen basisonderwijs op 1 februari - Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, administratieve groep, geboortejaar, geslacht, thuistaal, leerjaar en | Dit gegeven is noodzakelijk om op correcte wijze het aandeel leerlingen dat aan een bepaald kenmerk voldoet te kunnen berekenen. |
statistische sector woonplaats leerling | |
Aantal leerlingen secundair onderwijs op 1 februari: - Naar vestigingsplaats, hoofdstructuur, administratieve groep, geboortejaar, geslacht, thuistaal, leerjaar en statistische sector woonplaats leerling | Dit gegeven is noodzakelijk om op correcte wijze het aandeel leerlingen dat aan een bepaald kenmerk voldoet te kunnen berekenen. |
DEEL 7: SCHOOLSE VERTRAGING
Geen
DEEL 8 - ONDERWIJZEND PERSONEEL
Aantal personeelsleden naar leeftijd en geslacht (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling, naar leeftijd en geslacht
Aantal personeelsleden naar bekwaamheidsniveau (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling en vereist bekwaamheidsniveau: vereist, voldoende geacht, andere
Aantal personeelsleden volgens geldelijke anciënniteit (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling en anciënniteit: < 3 jaar geldelijke anciënniteit of 3 jaar anciënniteit of meer
Aantal personeelsleden dat nieuw is in de instelling (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling
Aantal personeelsleden dat nieuw is in het onderwijs (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling
Aantal personeelsleden naar leeftijd en geslacht - enkel directie (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling, naar leeftijd en geslacht
Aantal personeelsleden volgens geldelijke anciënniteit- enkel directie (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling en anciënniteit: < 3 jaar geldelijke anciënniteit of 3 jaar anciënniteit of meer
Aantal personeelsleden dat nieuw is in de instelling - enkel directie (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling
Aantal personeelsleden dat nieuw is in het onderwijs - enkel directie (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar instelling
DEEL 8: Onderwijzend personeel | |
Aantal personeelsleden: - Naar instelling, leeftijd (in categorieën) en geslacht - Vastbenoemd, vacant en vervangers | Er wordt een profiel opgemaakt van het leerkrachtenkorps, onder andere in leeftijdscategorieën. Naast vast benoemde en vacante functies worden ook vervangers als aparte categorie meegenomen. Dit laat toe om na te gaan hoe het aantal vervangers evolueert en in welke mate het profiel van de vervangers verschilt van het profiel van het leerkrachtenkorps. We nemen de kenmerken van het leraren mee als achtergrondvariabele van de school. Gezien het lerarentekort staat het personeel sterk onder druk in de Antwerpse scholen en is dit een belangrijke variabele om mee in rekening te brengen bij de analyses bv. rond het leerloopbaanbeleid in scholen. |
Aantal personeelsleden naar bekwaamheidsniveau: - Naar instelling en bekwaamheidsniveau (vereist, voldoende geacht en andere) | De mate waarin het leerkrachtenkorps van een school tewerkgesteld is onder ‘voldoende’ of ‘andere’, vormt een indicator voor de moeilijkheden die een school ervaart om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. We nemen de kenmerken van het leraren mee als achtergrondvariabele van de school. Gezien het lerarentekort staat het personeel sterk onder druk in de Antwerpse scholen en is dit een belangrijke variabele om mee in rekening te brengen bij de analyses bv. rond het leerloopbaanbeleid in scholen. |
Aantal personeelsleden naar geldelijke anciënniteit : - Naar instelling en anciënniteit - < 3 jaar en minstens 3 jaar | Deze indicator is bedoeld om in kaart te brengen hoe ervaren het leerkrachtenkorps van een school is. We nemen de kenmerken van het leraren mee als achtergrondvariabele van de school. Gezien het lerarentekort staat het personeel sterk onder druk in de Antwerpse scholen en is dit een belangrijke variabele om mee in rekening te brengen bij de analyses bv. rond het leerloopbaanbeleid in scholen. |
Aantal personeelsleden naar cluster van dienstonderbreking - Naar instelling - Opgesplitst naar onderwijzend personeel en directie | Wanneer personeelsleden een dienstonderbreking nemen (bv. door ziekte of loopbaanonderbreking) dan zitten ze nog steeds in de personeelsstatistieken vervat. Veel dienstonderbrekingen kunnen echter een (negatieve) invloed uitoefenen op de continuïteit van het onderwijs in een school. Daarom wordt in kaart gebracht hoeveel personeelsleden een dienstonderbreking nemen gedurende het schooljaar en om welk type dienstonderbreking het gaat. |
Aantal personeelsleden dat nieuw is in de instelling - Naar instelling | Deze indicator is bedoeld om in kaart te brengen hoe ervaren het leerkrachtenkorps van een school is. We nemen de kenmerken van het leraren mee als achtergrondvariabele van de school. Gezien het lerarentekort staat het personeel sterk onder druk in de Antwerpse scholen en is dit een belangrijke variabele om mee in rekening te brengen bij de analyses bv. rond het leerloopbaanbeleid in scholen. |
Aantal personeelsleden dat nieuw is in het onderwijs - Naar instelling | Deze indicator is bedoeld om in kaart te brengen hoe ervaren het leerkrachtenkorps van een school is. We nemen de kenmerken van het leraren mee als achtergrondvariabele van de school. Gezien het lerarentekort staat het personeel sterk onder druk in de Antwerpse scholen en is dit een belangrijke variabele om mee |
in rekening te brengen bij de analyses bv. rond het leerloopbaanbeleid in scholen. | |
Aantal personeelsleden – directie: - Naar instelling, leeftijd (in categorieën) en geslacht - Vastbenoemd, vacant en vervangers | Onderzoek toont aan dat het leiderschap in de school een sterke invloed heeft op het schoolsucces van de leerlingen. Met name het onderwijskundig leiderschap heeft een groot effect. Het profiel van de directie, met name de ervaring en vooral de stabiliteit/continuïteit in de school, wordt meegenomen als cruciaal achtergrondkenmerk in de analyses, bv. rond het leerloopbaanbeleid. |
Aantal personeelsleden naar geldelijke anciënniteit – directie: - Naar instelling en anciënniteit - < 3 jaar en minstens 3 jaar | Onderzoek toont aan dat het leiderschap in de school een sterke invloed heeft op het schoolsucces van de leerlingen. Met name het onderwijskundig leiderschap heeft een groot effect. Het profiel van de directie, met name de ervaring en vooral de stabiliteit/continuïteit in de school, wordt meegenomen als cruciaal achtergrondkenmerk in de analyses, bv. rond het leerloopbaanbeleid. |
Aantal personeelsleden dat nieuw is in de instelling – directie: - Naar instelling | Onderzoek toont aan dat het leiderschap in de school een sterke invloed heeft op het schoolsucces van de leerlingen. Met name het onderwijskundig leiderschap heeft een groot effect. Het profiel van de directie, met name de ervaring en vooral de stabiliteit/continuïteit in de school, wordt meegenomen als cruciaal achtergrondkenmerk in de analyses, bv. rond het leerloopbaanbeleid. |
Aantal personeelsleden dat nieuw is in het onderwijs – directie: - Naar instelling | Onderzoek toont aan dat het leiderschap in de school een sterke invloed heeft op het schoolsucces van de leerlingen. Met name het onderwijskundig leiderschap heeft een groot effect. Het profiel van de directie, met name de ervaring en vooral de stabiliteit/continuïteit in de school, wordt meegenomen als cruciaal achtergrondkenmerk in de analyses, bv. rond het leerloopbaanbeleid. |
DEEL 9 - OKI-INDEX SCHOLEN
Gemiddelde oki-index - algemeen (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats
Gemiddelde oki-index - detail (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar)
-> Naar vestigingsplaats en administratieve groep
DEEL 9: OKI-Index scholen | |
Gemiddelde oki-index - algemeen (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar) - Naar vestigingsplaats Gemiddelde oki-index - detail (schooljaar 2015-2016 t.e.m. meest recent beschikbare schooljaar) - Naar vestigingsplaats en administratieve groep | Ook kenmerken van de school zelf hebben een invloed op de leerloopbaan van de leerlingen in de school. We willen de mate concentratie van leerlingen met een lagere socio-economische status in de analyses meenemen als achtergrondkenmerk van de school. |
DEEL 10 – BENCHMARKS VLAANDEREN EN GEHEEL CENTRUMSTEDEN (ZONDER ANTWERPEN)
Voor alle opgevraagde informatie van bovenstaande 9 delen vraagt de stad Antwerpen tevens twee verschillende benchmarks op, namelijk één cijfer voor
- Vlaanderen in zijn totaliteit
- Alle centrumsteden samen (met uitzondering van Antwerpen)
met de gevraagde detaillering zoals omschreven per lijn in bovenstaande tabellen (met uitzondering van vestigingsplaats).
De meegedeelde gegevens zullen door stad Antwerpen gedurende 6 jaar bewaard worden. Deze bewaartermijn kan worden verantwoord gezien tijdsreeksen van belang zijn, voornamelijk binnen een legislatuur.
Artikel 4: De categorieën van ontvangers en derden die mogelijks de gegevens eveneens verkrijgen
Stad Antwerpen zal de meegedeelde persoonsgegevens in het kader van de in artikel 2, 2°, vooropgestelde finaliteiten kunnen meedelen aan volgende categorie(ën) van ontvangers:
- Volgende diensten van Stad Antwerpen zullen toegang hebben tot de gevraagde persoonsgegevens:
o De medewerkers binnen afdeling SSO – Studiedienst, die de verwerking van deze gegevens uitvoeren volgens bovenstaande doelstellingen.
Enkel personen die omwille van hun functieprofiel deze informatie nodig hebben voor de uitvoering van hun werk, krijgen toegang tot de informatie.
o De verwerkte analyses op wijkniveau, schoolniveau en op niveau van de administratieve groep worden gebruikt door de medewerkers rechtstreeks betrokken bij het programma A’REA UP, zodat gerichte acties opgezet kunnen worden voor bepaalde doelgroepen.
- Daarnaast kunnen de gevraagde gegevens worden medegedeeld aan of ingezien door:
o Scholen, scholengemeenschappen en pedagogische begeleidingsdiensten hebben enkel toegang tot de gegevens van de eigen school of scholen die behoren tot de eigen scholengemeenschap of pedagogische eenheid. Zij krijgen in geen geval toegang tot gegevens van andere scholen of onderwijsnetten.
Onderwijsinstellingen mogen niet identificeerbaar zijn in publieke rapporteringen of publicaties en er mogen geen rangschikkingen of zogenaamde rankings van onderwijsinstellingen opgesteld worden. Nergens zullen in publieke rapporteringen namen van onderwijsinstellingen worden vermeld of gepubliceerd. Bij publicaties zonder identificeerbare onderwijsinstellingen wordt de bron vermeld. Partijen informeren de onderwijsinstellingen waarover gegevens worden meegedeeld aan stad Antwerpen.
Artikel 5. Periodiciteit van de mededeling en de duur van de mededeling
De gegevens zullen periodiek worden opgevraagd omdat de gegevens nodig zijn in functie van de evaluatie en monitoring van een langdurig stadsbreed programma in functie van het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten. Alle stadsdiensten die werken voor kinderen en jongeren hebben hiervoor de handen in elkaar geslagen.
Om kort op de bal te spelen, is dus een jaarlijkse update van de cijfers aan de orde (of vanaf wanneer nieuwe cijfers centraal beschikbaar zijn). Enkel zo kan een systematische monitoring op lokaal niveau opgezet worden.
De duur van de mededeling loopt tot eind augustus 2025. De overeenkomst kan daarna verlengd worden met een nieuwe overeenkomst, rekening houdend met onder meer de nieuwe behoeften.
Artikel 6: Beveiligingsmaatregelen
Volgende maatregelen worden getroffen ter beveiliging van de mededeling van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 2:
De betreffende gegevens zullen alleen toegankelijk zijn voor personen die de gegevens nodig hebben in kader van hun functie.
Elke verwerkingsverantwoordelijke houdt een register van verwerkingsactiviteiten bij in overeenstemming met artikel 00 xxx xx XXX.
Xx Xxxx Xxxxxxxxx beschikt over een informatieveiligheidsplan dat werd geüpdatet en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 1 april 2020 .
Daarnaast werden ook volgende specifieke maatregelen in het kader van de gegevensmededeling getroffen:
• Xxxxxxxxx onderzoekers en beleidsadviseurs versterkt de garantie op privacy
Het feit dat de data-analyse wordt uitgevoerd door de studiedienst houdt bijkomende garanties in voor de privacy, aangezien de personen die met de gecodeerde persoonsgegevens werken, niet dezelfde zijn als de personen die het beleid vorm geven. Dit garandeert een nauwkeurige en objectieve verwerking van de data waarbij de deontologische code maximaal gerespecteerd wordt.
Bovendien leggen alle personeelsleden van de Stad Antwerpen, en dus ook de medewerkers van de studiedienst, een eed af die hen ertoe bindt de privacy te respecteren:
“De personeelsleden leggen conform artikel 187 van het Decreet Lokaal Bestuur de eed af om de verplichtingen van hun ambt trouw na te komen. Het is voor hen volgens artikel 189 van het Decreet Lokaal Bestuur verboden om feiten bekend te maken, als de bekendmaking ervan een inbreuk vormt op de rechten en vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privéleven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de gegevens die op haar of hem betrekking hebben openbaar te maken.”
- De stad Antwerpen treft ten minste volgende organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen ter beveiliging van de ontvangen persoonsgegevens bij verdere verwerking:
• Informatie in tabellen, rapporten en publicaties is niet reïdentificeerbaar
De gegevens die door SSO meegedeeld worden (tabellen, rapporten, de resultaten, publicatie op de website) zijn altijd anoniem (lees: geaggregeerd, zodanig dat personen niet reïdentificeerbaar zijn). De regel is dat in tabellen met kleine aantallen deze aantallen niet (exact) weergegeven worden.
• Beveiliging ICT
- Er is een strikte toegangscontrole voor toegang tot het stadsnetwerk. Bij uitdiensttreding worden alle rechten in AD verwijderd zodat alle toegang tot data geblokkeerd is.
- De rechten op de mappen worden ingesteld via Active Directory. Er worden groepen gemaakt met een vooraf gedefinieerd toegangsprofiel. Personen die in dit profiel passen, worden in deze groepen gezet. De personen die deze rechten kunnen aanpassen, zijn beperkt. De rechten worden enkel aangepast na goedkeuring door de verantwoordelijke van de Stad.
- Er is een specifiek toegangscircuit (UM: User Management) om toegang te verkrijgen tot mappen en toepassingen. Goedkeuring gebeurt op basis van de functie en door de persoon verantwoordelijk voor de mappen en de toepassingen.
- De data van de studiedienst staan in een afzonderlijke map op de server, die enkel toegankelijk is voor de medewerkers van de studiedienst.
- De overdracht van data kan op een veilige manier gebeuren zoals via secure FTP. Deze methoden worden door Digipolis beschikbaar gesteld en kunnen op vraag geïmplementeerd worden.
De stad Antwerpen moet kunnen aantonen dat de in dit artikel opgesomde maatregelen werden getroffen. Op eenvoudig verzoek van DOV moet stad Antwerpen hiervan aan DOV het bewijs overmaken.
Artikel 7: Kwaliteit van de persoonsgegevens en tussentijds overleg
Zodra Stad Antwerpen één of meerdere foutieve, onnauwkeurige, onvolledige, ontbrekende, verouderde of overtollige gegevens in de persoonsgegevens, vermeld in artikel 3, vaststelt (al dan niet op basis van een mededeling van de betrokkene, meldt zij dat onmiddellijk aan DOV die na onderzoek binnen één maand van de voornoemde vaststellingen de gepaste maatregelen binnen drie maanden treft en Stad Antwerpen daarvan vervolgens op de hoogte brengt.
Partijen organiseren jaarlijks een opvolgvergadering waarbij het gebruik van de data en de voor deze overeenkomst relevante nieuwe ontwikkelingen op het vlak van lokaal beleid (Stad Antwerpen) en/of beschikbaarheid en kwaliteit van data (DOV) worden toegelicht.
Artikel 8: Sanctie bij niet-naleving
Onverminderd haar recht om een schadevergoeding te vorderen en in afwijking van artikel 5, 2°, kan DOV dit protocol middels eenvoudige kennisgeving en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling eenzijdig beëindigen indien Stad Antwerpen deze persoonsgegevens verwerkt in strijd met hetgeen bepaald is in dit protocol, met de algemene verordening gegevensbescherming of met andere relevante wet- of regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 9: Meldingsplichten
Partijen engageren zich in het licht van artikel 33 van de algemene verordening gegevensbescherming om elkaar via de functionarissen voor gegevensbescherming zonder onredelijke vertraging op de hoogte te stellen van elk gegevenslek dat zich voordoet betreffende de meegedeelde gegevens met impact op beide partijen en in voorkomend geval onmiddellijk gezamenlijk te overleggen teneinde alle maatregelen te nemen om de gevolgen van het gegevenslek te beperken en te herstellen. De partijen verschaffen elkaar alle informatie die ze nuttig of nodig achten om de beveiligingsmaatregelen te optimaliseren.
Stad Antwerpen brengt DOV onmiddellijk op de hoogte van wijzigingen van wetgeving met impact op voorliggend protocol, zoals de finaliteit, proportionaliteit, frequentie, duurtijd enz. en in voorkomend geval van wijzigingen omtrent de verwerkers.
Het contactpunt voor de melding is xxx.xxx@xxxxxxxxxx.xx.
Artikel 10: Transparantie
Stad Antwerpen zal dit protocol publiceren via het publieke portaal xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxx.
Artikel 11: Toepasselijk recht en geschillenbeslechting
Dit protocol wordt beheerst door het Belgisch recht.
Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met dit protocol worden beslecht door de bevoegde rechtbank in Brussel.
Artikel 12: Inwerkingtreding en opzegging
Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening door alle partijen (elektronische handtekening).
Partijen kunnen dit protocol schriftelijk opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden.
Het protocol eindigt van rechtswege na afloop van de in artikel 5 van dit protocol bedoelde termijn van mededeling. Het protocol eindigt tevens van rechtswege wanneer er geen rechtsgrond meer bestaat voor de gevraagde doorgifte van persoonsgegevens.
Opgemaakt te Brussel,
Voor het Departement Onderwijs en Vorming, De secretaris-generaal
Digitaal ondertekend door Xxx Xxxxxxxxx (Signature)
Datum: 09-06-2022
14:00:41
Xxx XXXXXXXXX
Voor stad Antwerpen
Namens het college van burgemeester en schepenen
De algemeen directeur De burgemeester
Digitaal ondertekend door Xxxx Xxxxxxxxx (Signature)
Datum: 07-06-2022
09:49:48
Digitaal ondertekend door Xxxx Xx Xxxxx (Signature)
Datum: 07-06-2022
10:27:24
Xxxx XXXXXXXXX Xxxx XX XXXXX