Partijen:
B-130
Green Deal Nijmegen
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer M.J.M. Xxxxxxxx, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw X.X.X. Spies, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer J.J. Xxxxx, xxxxx handelend als bestuursorgaan, hierna samen te noemen: de Rijksoverheid;
2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer X.X.X. xxx xxx Xxxx, wethouder Energie en Klimaat, hierna te noemen: gemeente Nijmegen;
3. Alliander N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer P.C. Molengraaf, Voorzitter Raad van Bestuur, hierna te noemen: Alliander;
4. Gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, handelend als bestuursorgaan, namens deze mevrouw X.X.X. Traag, gedeputeerde Innovatie, Milieubeleid, Klimaat en Energie, hierna te noemen: provincie Gelderland;
5. N.V. NUON Warmte, te dezen vertegenwoordigd door de heer H.W. Xxxxxx, directeur, hierna te noemen Nuon Warmte;
6. Afvalenergiecentrale ARN B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X.X.X. xxx Xxxxxx, algemeen directeur, hierna te noemen Afvalenergiecentrale ARN.
Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Het kabinet beoogt een algemene Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan.
2. Partijen zien publiekprivate samenwerking als de beste manier om verduurzaming van de Nederlandse economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren. Deze unieke gezamenlijke aanpak is in Nederland op andere terreinen zeer succesvol en de Green Deal zal hierop voortbouwen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn onmisbaar om deze verduurzaming mogelijk te maken.
3. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die in de weg staan aan initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming.
4. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen. Deze initiatieven kunnen vervolgens ook als voorbeeldfunctie dienen voor andere partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten.
5. De voor de Green Deal geïnventariseerde projecten van initiatiefnemers zijn door het wegnemen van de beschreven belemmeringen potentieel succesvol, kunnen op korte termijn resultaten opleveren en kunnen uitmonden in nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. De resultaten van een concrete Green Deal kunnen daarna toepasselijk zijn op andere, vergelijkbare projecten, waardoor de reikwijdte van de Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Xxxxxxxx
0. Xx Xxxxxxxx Xxxxxxxx werkt aan een duurzame en innovatieve economie, met werkgelegenheid die kansen en ontplooiingsmogelijkheden biedt voor al haar inwoners. Daarbij maakt de gemeente optimaal gebruik van de sterke punten van de stad: uitstekende kennisinstellingen, een innovatieve industrie, een hoog opgeleide beroepsbevolking en een gunstige geografische ligging. Naast Toerisme, Semiconductors, Health en Technology is Energie en Milieu één van de speerpunten van de gemeentelijke inzet. Daarnaast richt de gemeente zich met het programma Power 2 Nijmegen op vergaande energie-efficiëntie en opwekking van hernieuwbare energie, met als doel een energieneutrale stad in 2045.
Komen het volgende overeen:
1. Green Deal initiatief
Deze Green Deal omvat een aantal verschillende initiatieven.
Artikel 1 Initiatief 1: windenergie in de gemeente Nijmegen
De gemeente Nijmegen zet zich al enige tijd in voor duurzame energie. Zo heeft de stad samen met woningcorporaties duizenden zonnepanelen en –boilers geplaatst op huurwoningen. Alleen zonnekracht is echter niet genoeg. Om nog meer meters te maken met duurzame energie vinden zowel de gemeente Nijmegen als de Rijksoverheid ook windenergie nodig.
Artikel 1.1 Inzet en acties gemeente Nijmegen
De gemeente Nijmegen is voornemens de ruimtelijke mogelijkheid te scheppen voor de realisatie van windturbines op het bedrijventerrein De Grift, gelegen langs de A15. De gemeente zal dit doen in nauw contact met omwonenden en met de beoogde ontwikkelaar(s). De windturbines zullen naar verwachting duurzame elektriciteit produceren voor zo’n 7500 huishoudens. Dit aantal komt overeen met ruim de helft van de huishoudens in stadsdeel de Waalsprong. De gemeente zal bovendien verkennen welke andere locaties beschikbaar zijn of beschikbaar kunnen worden gemaakt voor de opwekking van duurzame energie.
Artikel 1.2 Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid biedt ondersteuning door specifiek voor dit initiatief 1 kennis en kunde beschikbaar te stellen vanuit haar bestaande beleidsinstrumentarium met speciale aandacht voor de relevante wettelijke procedures.
Artikel 2 Initiatief 2: kwaliteitsverbetering bestaande woningen
Binnen het beleidsprogramma Power 2 Nijmegen heeft de gemeente Nijmegen de energetische verbetering van bestaande woongebouwen opgenomen als belangrijk speerpunt. Zo heeft de gemeente Nijmegen met woningcorporaties afgesproken dat zij tussen nu en 2020 hun woningen 20-30% energiezuiniger maken (m.b.t gasverbruik). Dit komt overeen met minimaal 2 labelsprongen. Het gaat hierbij in totaal om circa
20.000 woningen.
Naast de corporaties kent de gemeente Nijmegen ook een groot aantal woningen in particulier bezit, die op rendabele wijze energiezuiniger kunnen worden gemaakt.
Artikel 2.1 Inzet en acties gemeente Nijmegen
De gemeente Nijmegen zet actief in op het benaderen en ondersteunen van deze huishoudens. De gemeente zegt toe met deze aanpak tot 2015 1.500 huishoudens te bereiken die hun woning 20-30% energiezuiniger maken. Tussen 2015 en 2020 zal de gemeente nog eens 5.000 huishoudens helpen hun woning op een dergelijke manier te verbeteren. Deze huishoudens besparen hiermee gezamenlijk circa 2 miljoen euro per jaar aan energiekosten, terwijl door deze investeringen in woningverbetering meer werkgelegenheid wordt gecreëerd bij de bedrijven in de regio.
Artikel 2.2 Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid biedt ondersteuning door specifiek voor dit initiatief 2 kennis en kunde beschikbaar te stellen vanuit haar bestaande beleidsinstrumentarium met speciale aandacht voor het reduceren en/ of verduurzamen van het energieverbruik in bestaande gebouwen, door de levering van duurzame restwarmte of anderszins. Relevant zijn in elk geval de bestaande instrumenten, zoals het Afwegingskader Locaties en de Uniforme Maatlat.
2. De Rijksoverheid zet zich in om de waardering van warmte in energielabels voor zover relevant als onderwerp zal worden ingebracht en opgepakt in een breed Warmte-overleg (projectontwikkelaars, woningcorporaties, consumentenorganisaties, gemeenten en warmtesector) dat zal worden geïnitieerd door het Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 3 Initiatief 3: duurzame restwarmte voor 14.000 woningen
De Afvalenergiecentrale ARN produceert duurzame warmte en restwarmte die momenteel niet volledig wordt benut. Dat kan verbeteren door deze warmte via een leiding te transporteren naar de te realiseren stadsdelen Waalsprong en Waalfront. De totale investering voor de aanleg van een dergelijk net voor warmtetransport wordt als geheel thans geschat op € 100 miljoen. Uitgangspunt is dat het transportnet in 2015 operationeel is.
De realisatie van het warmtetransportnet draagt bij aan een duurzame economische groei voor de regio. De warmte wordt geleverd door het verbranden van afval dat voor een deel uit de regio Nijmegen afkomstig is. Zo zijn de huishoudens zelf leverancier van brandstof voor de warmteproductie. Het sluiten van deze kringloop vergroot de effectiviteit van de afvalverwerking en de warmtevoorziening. Het warmtenet vermindert bovendien de CO2 uitstoot met 21 miljoen kg per jaar. De totale ontwikkeling creëert circa
50 arbeidsplaatsen.
De gemeente Nijmegen wil door dit warmtenet het mogelijk maken om ook de bestaande stad aan te sluiten. De infrastructuur zal mogelijk naar het noorden de verbinding kunnen gaan maken met de bestaande warmtenetten in Duiven/Westervoort en Arnhem. Hierdoor ontstaat een warmtenet met meerdere producenten en op termijn ook meerdere leveranciers. Op termijn is het in de gemeente
Nijmegen mogelijk om 22.000 woningen aan te sluiten wat resulteert in een CO2 reductie van 35 miljoen kg. In de regio is op termijn, mede door de ontwikkeling van het Nijmeegs warmtenet en de noordelijke verbinding, een uitbreiding van het warmtenet mogelijk naar 70.000 woningen.
Artikel 3.1 Doel initiatief 3
Het oprichten van een bedrijf dat de infrastructuur zal realiseren (infrabedrijf ) waardoor een warmtenet mogelijk wordt gemaakt voor tenminste 14.000 woningequivalenten in Nijmegen (de stadsdelen Waalsprong en Waalfront). Op termijn kan het infrabedrijf zich verder kunnen gaan toeleggen op het initiëren van andere economisch verantwoorde projecten op het vlak van energietransitie die bijdragen aan de energieneutrale stad in 2045. Hiermee wordt bij het oprichten van het bedrijf rekening gehouden.
Artikel 3.2 Inzet en acties gemeente Nijmegen en Alliander gezamenlijk
De gemeente Nijmegen en Alliander zeggen toe een infrabedrijf op te richten dat het warmtenet in Nijmegen zal realiseren, mits de business case voor dit bedrijf positief uitkomt.
Artikel 3.3 Inzet en acties gemeente Nijmegen
De Gemeente Nijmegen is voornemens om binnen de relevante wettelijke kaders en in overeenstemming met de aanbestedings- en staatssteunregels een bijdrage van € 3,8 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW te leveren aan het infrabedrijf.
Artikel 3.4 Inzet en acties provincie Gelderland
De Provincie Gelderland is voornemens om binnen de relevante wettelijke kaders en in overeenstemming met de aanbestedings- en staatssteunregels een bijdrage van € 4 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW te leveren aan het infrabedrijf.
Artikel 3.5 Inzet en acties Nuon Warmte
Nuon Warmte is verantwoordelijk voor inkoop, verkoop en distributie van de warmte in de wijken en realiseert daarvoor de aansluitingen van de woningen en andere afnemers.
Artikel 3.6 Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid biedt ondersteuning door specifiek voor dit initiatief 3 kennis en kunde beschikbaar te stellen vanuit haar bestaande beleidsinstrumentarium met speciale aandacht voor het reduceren en/of verduurzamen van het energieverbruik in bestaande gebouwen, door de levering van duurzame restwarmte of anderszins. Relevant zijn in elk geval de bestaande instrumenten, zoals het Afwegingskader Locaties en de Uniforme Maatlat.
De Rijksoverheid zet zich in om de waardering van warmte in energielabels voor zover relevant als onderwerp zal worden ingebracht en opgepakt in een breed Warmte-overleg (projectontwikkelaars, woningcorporaties, consumentenorganisaties, gemeenten en warmtesector) dat zal worden geïnitieerd door het Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. De Rijksoverheid onderschrijft de innovativiteit van het project van de gemeente Nijmegen en Alliander om een warmtenet te realiseren. Ten eerste omdat het net een lokale kringloop realiseert waarbij huishoudens zelf leverancier zijn van brandstof voor warmteproductie. Ten tweede omdat de warmteleiding middels twee boringen onder het Maas-Waalkanaal en de Waal doorgeleid zal worden. Toepassing van de hiervoor benodigde kennis zal de exportkansen voor Nederlandse bedrijven vergroten. Tot slot biedt het Nijmeegse net perspectief op een koppeling van netten in de regio en de daarbij horende schaalvoordelen en concurrentie tussen aanbieders.
De Rijksoverheid ondersteunt de gemeente Nijmegen en Alliander bij het project om een warmtenet te realiseren. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) zal, mits sprake is van een positieve business case, door middel van een decentralisatie-uitkering aan de gemeente Nijmegen, in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en volgens de daarvoor gebruikelijke procedure, een financiële bijdrage van in totaal maximaal € 2,5 miljoen (inclusief eventueel verschuldigde BTW) beschikbaar stellen als cofinanciering van het project.
De gemeente Nijmegen zal EL&I ter informatie relevante gegevens hierover zoals projectplannen (inclusief begrotingen) overleggen.
2. Slotbepalingen
Artikel 4
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het Unierecht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 5
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen één maand nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
4. De wijziging wordt openbaar gemaakt op xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 6
Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn.
Artikel 7
Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en loopt tot en met 2015. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.
Artikel 8
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te ’s-Gravenhage op
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
......................................................................
drs. M.J.M. Verhagen
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
......................................................................
mr. drs. J.W.E. Spies
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
......................................................................
J.J. Atsma
Gemeente Nijmegen
......................................................................
vertegenwoordigd door drs. X.X.X. xxx xxx Xxxx, Wethouder Energie en Klimaat
Provincie Gelderland
......................................................................
vertegenwoordigd door dr. J.M.E. Traag, Gedeputeerde Innovatie, Milieubeleid, Klimaat en Energie
Alliander
......................................................................
vertegenwoordigd door ir. P.C. Molengraaf, Voorzitter Raad van Bestuur
Nuon Warmte
......................................................................
vertegenwoordigd door drs. H.W. Xxxxxx, directeur
Afvalenergiecentrale ARN
......................................................................
vertegenwoordigd door
de heer X.X.X.X. xxx Xxxxxx, algemeen directeur