Onderwijsovereenkomst Beroepsonderwijs Derde leerweg

1.2 De instelling schrijft de student in voor een door de instelling verzorgde opleiding of een of meer onderdelen van een opleiding. De student is verplicht onderwijs te volgen conform de Onderwijs- en Examenregeling (OER).

Artikel 2 De inschrijving en de duur van de opleiding

2.1 De student wordt behoudens het bepaalde in artikel 5 ingeschreven in het beroepsonderwijs en wel in de volgende opleiding of een deel daarvan:

Kwalificatie/ crebocode	:	«Studierichting_omschrijving» «CREBO_Nummer»
BOL/BBL/OVO/ODT	:	OVO
Beoogd niveau	:	«Niveau»
Voltijd / Examendeelnemer	:	Voltijd
Cohort	;
Locatie	:

2.2 De opleiding begint op: «Ingeschreven_vanaf_studierichting»

2.3 De verwachtte einddatum is: «Ingeschreven_tm_studierichting»

(met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 van de algemene voorwaarden onderwijsovereenkomst).

2.4 De opleiding wordt uitgevoerd conform de regeling m.b.t. het onderwijs en de examinering waarop deze opleiding is gebaseerd.

2.5 Op deze inschrijving zijn de kwalificatie-eisen van toepassing die gelden bij de start van de opleiding.

2.6 Indien de bovenstaande opleidingsgegevens niet correct zijn, neemt de student binnen 10 schooldagen contact op met de studentenadministratie.

Artikel 3 Ondertekening

3.1 De student verklaart door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de algemene voorwaarden zoals deze ten tijde van ondertekening op de website van Xxxxx zijn gepubliceerd en voor zover van toepassing, kennis te zullen nemen van de algemene voorwaarden die betrekking hebben op deze inschrijving en deel uitmaken van deze onderwijsovereenkomst. De onderwijsinstelling verklaart door ondertekening van deze overeenkomst de in de algemene voorwaarden opgenomen verplichtingen te zullen nakomen.

3.2 De student verklaart door ondertekening van deze overeenkomst kennis te hebben genomen van de documenten waar in deze overeenkomst naar wordt verwezen, dan wel de documenten die onderdeel uitmaken van of als bijlage bij deze overeenkomst zijn gevoegd, te hebben ontvangen dan wel te hebben ingezien.

De student verklaart zich bekend met de verplichting tot het betalen van cursusgeld.

Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt:

Plaats:	…………………………..	Plaats:	………………………………….
Datum:	…………………………..	Datum:	………………………………….

Namens het bevoegd gezag Curio De student Directeur onderwijs [sector]

………………………………………… (handtekening) (handtekening)

2. Algemene voorwaarden behorend bij de onderwijsovereenkomst derde leerweg

Artikel 4 Aard van de overeenkomst

4.1 De Algemene voorwaarden vormen samen met het opleidingsblad de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

4.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Bepalingen die specifiek gaan over de door de student te volgen opleiding staan in het opleidingsblad. Het opleidingsblad is een onlosmakelijk onderdeel van deze

overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst “opleiding” staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.

4.3 De opleidingsgegevens zoals opgenomen in artikel 2 van het opleidingsblad kunnen gedurende de opleiding met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek en met instemming van de student, al dan niet via, in of na overleg met of op advies van een functionaris van de instelling op verzoek van de student doorgevoerd. De instelling kan de student hierin altijd actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende de looptijd vervangen door een nieuw opleidingsblad, dat de instelling schriftelijk (op papier of digitaal) stuurt naar de student

4.4 Als de student, niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet de student dit binnen tien werkdagen schriftelijk aan de instelling doorgeven. De opleidingsgegevens worden alsdan gecorrigeerd. In dit geval blijft de student de opleiding volgen zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet of niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe opleidingsblad het vorige opleidingsblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst.

Artikel 5 Inschrijving en inwerkingtreding van de overeenkomst

5.1 De aspirant student wordt niet ingeschreven, dan nadat:

a. de aspirant student zich heeft aangemeld. Dit geschiedt door invulling en ondertekening (digitaal) van het door de onderwijsinstelling gehanteerde aanmeldingsformulier. Met de ondertekening verklaart de student dat de gegevens op het formulier naar waarheid zijn ingevuld en de inschrijvingsvoorwaarden bekend zijn en aanvaard worden.

b. de aspirant student aan de inschrijvingsvoorwaarden heeft voldaan. Daarna wordt bij de daarop volgende inschrijving het opleidingsblad (tot en met artikel 3) ingevuld. Het opleidingsblad wordt door de onderwijsinstelling en door de aspirant student in tweevoud getekend.

5.2 De aspirant student is gehouden binnen tien werkdagen na ontvangst van het opleidingsblad, zoals bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel, een exemplaar ondertekend te retourneren. Het andere exemplaar kan door de student worden behouden voor de eigen administratie.

5.3 Indien na ondertekening van deze overeenkomst blijkt dat de aspirant student

niet voldoet aan de vooropleidingseisen kan dit leiden tot beëindiging, wijziging dan wel instandhouding van de overeenkomst.

Artikel 6 Inhoud en inrichting

6.1 De inhoud en inrichting van de opleiding en de

examenvoorzieningen staan in de regeling met betrekking tot het onderwijs en de examinering. Deze ligt ter inzage bij de betreffende sector waar de opleiding wordt aangeboden en wordt gepubliceerd op de website van Curio

6.2 Voor zover van toepassing maken keuzedelen onlosmakelijk onderdeel uit van de opleiding op basis van herziene kwalificatiedossiers Het volgen van keuzedelen en afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer een student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, dan wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst afgesloten. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding,

6.3 Een student kan met de instelling aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.

6.4 Op grond van bewijsstukken kan een student vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staat beschreven in de OER. Het bewijs van de vrijstelling komt in het studentendossier.

6.5 De onderwijsinstelling organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student in staat moet worden geacht de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden.

6.6 Voor zover van toepassing is de beroepspraktijkvorming een onderdeel van de beroepsopleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming worden per stage neergelegd in een afzonderlijke praktijkovereenkomst. Deze overeenkomst wordt gesloten door de onderwijsinstelling, de student en het bedrijf en/of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt. De praktijkovereenkomst is met deze overeenkomst onlosmakelijk verbonden.

6.7 De instelling heeft een zorgplicht arbeidsmarktrelevante opleiding aan te bieden en de student voor zover van toepassing te helpen bij het vinden van een plaats voor de beroepspraktijkvorming. De student moet zich inspannen om een beroepspraktijkvormingsplaats te vinden en moet een plaats accepteren.

Artikel 7 Studiebegeleiding

7.1 De onderwijsinstelling draagt zorg voor een systeem van studiebegeleiding

Artikel 8 Tijdvakken en locaties

8.1 Het rooster en de locaties, waar de opleidingsactiviteiten plaatsvinden, worden voor het begin van de opleidingsactiviteiten aan de student bekendgemaakt. De onderwijsinstelling maakt het rooster bekend via de website van Curio.

8.2 De onderwijsinstelling behoudt zich het recht voor het rooster en de locatie om organisatorische, onderwijsinhoudelijke of andere reden(en) te wijzigen. De instelling spant zich in wijzigingen van het rooster en/of locatie tijdig en voor aanvang van de opleidingsactiviteit via de website van de betreffende sector kenbaar te maken aan de student.

8.3 Wijzigingen in het rooster en/of de locatie worden door de onderwijsinstelling tijdig aan de student bekend gemaakt.

8.4 De student moet de opleidingsactiviteiten volgens het geldende rooster volgen.

8.5 De onderwijsinstelling spant zich in om uitval van onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk te voorkomen en indien mogelijk op een andere wijze en/of ander tijdstip aan te bieden.

Artikel 9 Gedragsverplichting student

9.1 De student gedraagt zich volgens de door de onderwijsinstelling

vastgestelde voorschriften en volgt behoudens zwaarwegende redenen alle aanwijzingen en aanbevelingen die dienaangaande namens de onderwijsinstelling gegeven worden.

9.2 In het bijzonder onthoudt de student zich van gedragingen die de onderwijsactiviteiten, de activiteiten in het kader van de beroepspraktijkvorming en de goede gang van zaken in de onderwijsinstelling verstoren.

Artikel 10 Ziekte en afwezigheid

10.1 De student dient tijdig voor de aanvang van de betreffende onderwijsactiviteit op de daartoe aangewezen plaats aanwezig te zijn.

10.2 Indien de student door ziekte of andere zwaarwegende persoonlijke omstandigheden verhinderd is de opleidingsactiviteiten te volgen, dient hij/zij dit op de eerste dag van de afwezigheid ’s ochtends voor 09.00 uur te melden bij de directeur of een door deze daartoe aangewezen persoon. In geval van (langdurige) ziekte kan de onderwijsinstelling de student verzoeken een verklaring van een arts in te leveren, waarin staat dat de student wegens medische redenen niet in staat wordt geacht om de opleidingsactiviteiten te volgen.

10.3 De student die om een andere reden dan door ziekte of onvoorziene omstandigheden verhinderd is de opleidingsactiviteiten te volgen, dient verlof aan te vragen. Deze aanvraag met opgave van reden(en) moet uiterlijk twee dagen tevoren ingediend worden bij de directeur of een door hem daartoe aangewezen persoon.

10.4 Het verlof zoals bedoeld in het vorige lid wordt slechts dan verleend, indien de opgegeven reden(en) door directeur, dan wel door de door hem daartoe aangewezen persoon als geldig wordt aangemerkt. De student aan wie verlof is verleend, is verplicht de betreffende opleidingsactiviteit in te halen, tenzij anders wordt afgesproken.

Artikel 11 Kosten opleiding

11.1 Aan de inschrijving voor de opleiding zijn voor de student de kosten verbonden van cursusgeld.

11.2 De student verklaart door ondertekening van de onderwijsovereenkomst kennis te hebben genomen van de lijst met onderwijsbenodigdheden waar hij/zij voor aanvang van de opleiding over moet beschikken. De lijst met onderwijsbenodigdheden zal voor aanvang van de opleiding aan de student worden bekend gemaakt via de website van Curio. De student bepaalt zelf hoe en waar hij/zij deze onderwijsbenodigdheden aanschaft.

11.3 Daarnaast kan de instelling extra voorzieningen, faciliteiten en opleidingsactiviteiten aanbieden waar de student zich op vrijwillige basis door de instelling voor kan laten inschrijven. Voor deze extra zaken kan de instelling extra kosten in rekening brengen.. De studenten die ervoor kiezen van deze voorzieningen of faciliteiten gebruik te maken, dan wel aan deze activiteiten deel te nemen, moeten deze kosten apart betalen.

Artikel 12 Passend Onderwijs

12.1 Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra ondersteuning in het kader van de Wet Passend Onderwijs. Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een addendum bij de onderwijsovereenkomst neergelegd. Deze maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze onderwijsovereenkomst.

12.2 De student levert de instelling de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de instelling deze ondersteuning kan bieden. Wanneer blijkt dat de student deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteuning ook niet opgenomen in (de bijlage bij) de onderwijsovereenkomst. De instelling hoeft de noodzakelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, kan de instelling zelf vaststellen of zij hieraan alsnog tegemoet kan komen

Artikel 13 Identificatie student

13.1 Het is de student niet toegestaan (kleding)materialen te dragen die het gezicht zodanig bedekken dat het gezicht en/of de ogen van de student niet of nauwelijks kunnen worden gezien. Dit ter identificatie van en het bevorderen van een open communicatie met de student.

Artikel 14 Verwijdering student van activiteiten

14.1 De docent/begeleider/instructeur en/of andere persoon die namens de instelling onderwijs verzorgt, kan de student uit de onderwijsactiviteiten en activiteiten in het kader van de beroepspraktijk verwijderen dan wel de toegang weigeren en wel voor de duur van die ene activiteit, wanneer de student handelt in strijd met de voorschriften en aanwijzingen en/of de orde verstoort.

Artikel 15 Schorsing student

15.1 De directeur kan, wanneer het belang van het onderwijs dat naar zijn/haar oordeel vereist, besluiten een student te schorsen door hem/haar voor maximaal vijf dagen toegang tot alle onderwijsactiviteiten en/of activiteiten in het kader van de beroepspraktijk te ontzeggen. De schorsing kan met maximaal vijf dagen worden verlengd. Onder dagen wordt begrepen het aantal dagen dat de onderwijsinstelling is opengesteld voor het volgen van (onderwijs)activiteiten. Gedurende een procedure tot definitieve verwijdering kan de schorsing worden verlengd tot het tijdstip waarop het besluit tot schorsing hangende definitieve verwijdering is genomen (zie artikel 16 lid 1 onder c).

15.2 In het geval van een verstoring van de orde, die naar de mening van de directeur onmiddellijk ingrijpen vereist, wordt het besluit tot schorsing onverwijld mondeling meegedeeld en treedt het besluit met onmiddellijke ingang in werking. Het besluit wordt vervolgens schriftelijk bevestigd overeenkomstig het bepaalde in lid 3.

15.3 Het besluit tot schorsing wordt onverwijld aan de student meegedeeld onder vermelding van de reden(en) en de duur van de schorsing. Dit geschiedt bij aangetekend schrijven of bij schrijven die tegen een ontvangstbewijs middellijk of onmiddellijk wordt overhandigd.

15.4 Tijdens de duur van de schorsing heeft de student slechts toegang tot de school en/of de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht na verkregen toestemming van de directeur.

15.5 In geval van strafrechtelijke vervolging wegens een misdrijf kan de directeur de student met onmiddellijke ingang schorsen en hem/haar de toegang tot de school en/of de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, ontzeggen voor de duur van de vervolging dan wel tot het moment dat er sprake is van een onherroepelijk vonnis. De leden 1 en 4 van dit artikel zijn dan niet van toepassing.

Artikel 16 Verwijdering student van de onderwijsinstelling

16.1 De directeur kan de student verwijderen, hetgeen betekent dat hij definitief uit het opleidingstraject wordt uitgeschreven, indien de student:

a. de voorschriften van de onderwijsinstelling blijft overtreden, ondanks een herhaaldelijke schriftelijke waarschuwing en na gewezen te zijn op de mogelijke gevolgen van dergelijk handelen of nalaten;

b. zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag;

c. een eenmaal met maximaal vijf dagen verlengde schorsing, zoals bedoeld in artikel 15 heeft ondergaan, wanneer naar het oordeel van de directeur gebleken is dat de aanwezigheid van de student het belang van het onderwijs blijvend zal schaden, waarbij de termijn van schorsing wordt verlengd tot het moment van definitieve verwijdering, zoals bedoeld in de laatste zin van artikel 15 lid 1;

d. bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens misdrijf, in welk geval het bepaalde in lid 2 onder a en b niet van toepassing is en aan het bepaalde onder d zonder meer uitvoering wordt gegeven.

16.2 Bij de verwijdering c.q. uitschrijving van de student uit het opleidingstraject wordt de volgende procedure gevolgd:

a. Het voornemen tot definitieve verwijdering wordt de student meegedeeld bij aangetekend schrijven of bij schrijven die tegen een ontvangstbewijs middellijk of onmiddellijk wordt overhandigd. Dit schrijven vermeldt de reden(en) van de verwijdering.

b. De student wordt in de gelegenheid gesteld binnen tien dagen na ontvangst van het voornemen tot verwijdering zijn opvattingen omtrent de verwijdering kenbaar te maken aan de onderwijsinstelling. Onder dagen wordt begrepen de dagen dat de onderwijsinstelling geopend is voor het volgen van (onderwijs)activiteiten.

c. Binnen twintig dagen na dagtekening van ontvangst van de reactie van de student verzendt de onderwijsinstelling bij aangetekend schrijven, gehoord de partijen, zijn besluit met vermelding van de motivatie.

d. De onderwijsinstelling kan de student gedurende de procedure tot definitieve verwijdering de toegang tot de onderwijsinstelling en/of de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, ontzeggen.

e. Wanneer de definitieve verwijdering onherroepelijk is, dient de student de financiële verplichtingen aan de onderwijsinstelling na te komen, waarna deze overeenkomst eindigt.

f. Voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is en voor examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1 lid 1 WEB, geldt dat de instelling in geval van verwijdering van de student ervoor zorgt dat een andere instelling bereid is de student toe te laten conform de artikelen 8.1.3. lid 5 WEB. Als de instelling aantoonbaar acht weken zonder succes heeft gezocht naar een andere instelling, kan de instelling in afwijking van het voorgaande tot definitieve verwijdering overgaan.

Slotbepalingen

Artikel 17 Aansprakelijkheid onderwijsinstelling

17.1 De aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling beperkt zich tot een schadevergoeding in het geval van het niet kunnen nakomen van deze overeenkomst door ontneming van rechten als bedoeld in artikel 6.1.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Deze schadevergoeding wordt alleen uitgekeerd in het geval dat de student (het deel van) de opleiding niet aan een andere onderwijsinstelling kan voltooien. De maximale hoogte van deze schadevergoeding wordt gesteld op het bedrag dat de student dan wel de derde zoals bedoeld in artikel 11 lid 1, heeft betaald aan de onderwijsinstelling ten behoeve van de/het lopende (deel van de) opleiding.

17.2 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor de schade die de student lijdt in het geval de onderhavige overeenkomst op grond van artikel 19 sub a eindigt als gevolg van aantoonbare overmacht, waardoor

a. Voor zover van toepassing de onderwijsinstelling niet heeft kunnen zorgdragen voor de totstandkoming van een praktijkovereenkomst;

b. aan het aantal toelaatbare studenten in het beroepsonderwijs een beperking wordt opgelegd;

c. de onderwijsinstelling genoodzaakt is vanwege de organisatorische en/of technische capaciteit het aantal studenten te beperken.

17.3 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor de schade die de student lijdt, indien hij/zij met toepassing van de artikelen 13,14,15 en 16 van deze overeenkomst is geschorst of definitief van de onderwijsinstelling is verwijderd c.q. uitgeschreven uit het opleidingstraject.

17.4 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor de schade die de student lijdt als gevolg van een besluit van de examencommissie, nadat het tegen dit besluit ingestelde beroep door de Commissie van beroep voor de examens ongegrond is verklaard.

17.5 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student, behoudens opzet of grove schuld van de zijde van de onderwijsinstelling.

Artikel 18 Procedure voor klachten

18.1 Als de student vindt dat deze overeenkomst onjuist of onzorgvuldig is toegepast kan hij zich in eerste instantie wenden tot de directeur van de sector. Als de student en de directeur er samen niet uitkomen, kan de student zich wenden tot de Raad van Bestuur van de onderwijsinstelling dan wel een klacht indienen.

18.2 Als er geen passende oplossing is gevonden, heeft de student het recht een klacht in te dienen via de interne klachtenregeling van de instelling. De klachtenregeling is te vinden op de website xxx.xxxxx.xx .

18.3 Eventuele geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel de beëindiging daarvan worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter te Breda.

18.4 Voor klachten over besluiten van de examencommissie in het algemeen, en over het bindend studieadvies in het bijzonder, kan de student zich wenden tot de Commissie van beroep voor examens. De procedure is te vinden via xxx.xxxxx.xx .

Artikel 19 Einde overeenkomst

19.1 Deze overeenkomst eindigt:

a. in gevallen van aantoonbare overmacht, onder andere wanneer de onderwijsinstelling niet in staat is de opleiding verder voort te zetten, de onderwijsinstelling niet heeft kunnen zorgdragen voor de totstandkoming van een praktijkovereenkomst wegens een omstandigheid die de onderwijsinstelling niet kan worden aangerekend, door faillissement of surséance van betaling van de onderwijsinstelling of het bedrijf waar de student werkzaam is, of door enig andere situatie waarin sprake is van aantoonbare overmacht;

b. door het verstrijken van de termijn waarvoor de opleiding als bedoeld in artikel 2 lid 3 van deze overeenkomst is aangegaan;

c. door de definitieve verwijdering van de student als bedoeld in artikel 16;

d. bij wederzijds goedvinden van de onderwijsinstelling en de student, nadat dit door beide partijen schriftelijk is bevestigd;

e. als de student zich laat uitschrijven of de instelling op eigen initiatief definitief heeft verlaten;

f. als de onderwijsinstelling de student in een geval als opgenomen in het Studentenstatuut definitief van de opleiding verwijdert.

g. Na advies van de examencommissie, als gevolg van gedrag dat niet passend is bij de beroepshouding, conform artikel 8.1.7b WEB;

h. Als blijkt dat de student geen VOG verklaring krijgt waardoor het niet mogelijk is om de bpv te volgen doordat in die specifieke branche een VOG vereist is.

i. Wanneer een student in de beroeps begeleidende leerweg niet tijdig, uiterlijk 31 december van het lopend studiejaar, nog geen passende plaats voor de beroepspraktijkvorming heeft verworven

Artikel 20 Nieuwe overeenkomst

20.1 Als een student, die een opleiding aan de instelling met succes heeft afgerond en/ of om andere redenen de instelling heeft verlaten, besluit een nieuwe opleiding aan de instelling te volgen, wordt een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.

Artikel 21 Toepasselijke bepalingen

21.1 Naast de bepalingen in deze overeenkomst en voor zover niet in strijd met deze overeenkomst zijn op de inschrijving van de student nog andere regelingen van toepassing. Hiertoe behoort in ieder geval, doch niet uitsluitend, het Studentenstatuut waarin de (overige) rechten en plichten van de student zijn vastgelegd, de onderwijs- en examenregeling (OER) behorende bij de opleiding en de klachtenregeling. Alle voor de student van toepassing zijnde regelingen worden gepubliceerd op de website xxx.xxxxx.xx.

Artikel 22 Toepasselijk recht en geschillen

22.1 In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de directeur na overleg met de student en – in voorkomende gevallen- na raadpleging van de inspectie op het onderwijs.

22.2 Geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Breda.

22.3 Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

22.4 Indien van deze overeenkomst een vertaling is uitgereikt, dan is bij geschillen over de uitleg van de overeenkomst de Nederlandse versie doorslaggevend.

Addendum Wijziging opleidingsblad onderwijsovereenkomst derde leerweg (versie 2)

(Dit opleidingsblad wordt gebruikt bij wijzigingen gedurende de eerste inschrijving van de student)

Dit opleidingsblad behoort bij de onderwijsovereenkomst derde leerweg en wijzigt de inschrijving van de student. Dit opleidingsblad wordt geacht het voorgaande opleidingsblad (versie 1) te vervangen.

Op verzoek van de student:

• Naam :

• Straat + huisnummer :

• Postcode + woonplaats :

• Geboortedatum en –plaats : :

• Studentnummer :

Wordt de inschrijving als volgt gewijzigd:

De student wordt behoudens het bepaalde in artikel 5 ingeschreven in het beroepsonderwijs en wel in de volgende opleiding of een deel daarvan:

		Crebocode	BOL/BBL/OVO/ODT	Beoogd niveau	Voltijd/Ex.deeln.
Domein of:	………………	………………	………………	………………	………………
Kwalificatiedossier of:	………………	………………	………………	………………	………………
Kwalificatie	………………	………………	………………	………………	………………

Deel van de

kwalificatie

Cohort …………………………………...

Keuzedeel 1 code keuzedeel : ……………

Keuzedeel 2 code keuzedeel : ……………

Of:

Omvang van de (resterende) keuzedeelverplichting voor de opleiding:

De opleiding begint op ....-....-…..

De verwachtte einddatum is ....-....-…..

(met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 en 18 van de onderwijsovereenkomst). De opleiding wordt uitgevoerd conform de regeling m.b.t. het onderwijs en de examinering (ook wel Studiewijzer genoemd) waarop deze opleiding is gebaseerd.

Op deze inschrijving zijn de kwalificatie-eisen van toepassing die gelden bij de start van de opleiding.

LET OP:

(1) Als de opleidingsgegevens op dit blad niet juist zijn, neem dan binnen tien werkdagen contact op met de studentenadministratie!

(2) Wijzigingen van het opleidingstraject zoals vermeld op dit opleidingsblad kunnen gevolgen hebben voor het recht op studiefinanciering en het recht op een bijdrage in het kader van de Wet kindgebonden budget voor studenten onder de 18 jaar. Kijk voor meer informatie op xxx.xxx.xx .

Xxxxx, Onderwijsovereenkomst, vastgesteld door de RvB op d.d. 10 juli 2018 met instemming studentenraad. Treedt in werking op 1 augustus 2018. Revisie 2019 vastgesteld door de RvB op d.d. 7 mei 2019.

Addendum: Ondersteuningsaanvraag

In het kader van de Wet Passend Onderwijs

Naam student :

OV-nummer :

Geboortedatum :

Telefoon :

Emailadres :

Opleiding :

Startdatum ondersteuning :

Achtergronden en aanleiding ondersteuningsvraag:

Lange termijn doel:

Student voldoet aan de eisen van de opleiding en haalt het diploma.

Aandachtsgebied	Afspraken ondersteuning, acties in de onderwijssituatie
1. Individuele aandacht en tijd	o Lichte begeleiding (<10 uur per jaar) o Middel zware begeleiding (10-20 uur per jaar Gericht op:……………. Door: SLB’er/BPV’er
2. Didactische ondersteuning en onderwijsmateriaal
3. Fysieke omgeving en verzorging
4. Specialistische expertise	o Lichte begeleiding (< 10 uur per jaar) o Xxxxxx zware begeleiding (10-20 uur per jaar) o Intensieve begeleiding (20-30uur per jaar) Gericht op: …….. Door: o Trajectbegeleider Passend Onderwijs o Anders, nl.
5. Betrokken externe instanties Het gaat om instellingen die partner zijn in de zorg voor de student vanuit een ander perspectief dan onderwijs, zoals instellingen voor jeugdzorg en de gemeenten
Acties student: o student conformeert zich aan de gemaakte afspraken zoals hierboven beschreven. o ……………

Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast.

De deelnemer levert de instelling de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de instelling deze ondersteuning kan bieden. Wanneer blijkt dat de student deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteuning ook niet opgenomen in dit addendum. De instelling hoeft de noodzakelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, kan de instelling zelf vaststellen of zij hieraan alsnog tegemoet kan komen

Het addendum ondersteuningsaanvraag maakt onlosmakelijk deel uit van de onderwijsovereenkomst, voor de daarin aangegeven duur van de ondersteuningsactiviteiten, of zolang er aanleiding is de ondersteuning aan te bieden.

Akkoordverklaring deelnemer

Akkoordverklaring namens Curio, sector [naam sector]

Naam student:

Datum:

Handtekening student:

(of ouder/verzorger als de student jonger is dan 18 jaar)

Naam:

Datum: Handtekening:

Afspraken aangevuld d.d. …………………………

Handtekening student:

Afspraken aangevuld d.d. ………………………

Handtekening:

Document Metadata

Table of Contents

Onderwijsovereenkomst Beroepsonderwijs Derde leerweg

Document Metadata