Bestek nr. S&L/DA/2021/063
Bestek nr. S&L/DA/2021/063
Openbare procedure voor het transport van euromuntstukken
Uiterste datum voor het indienen van de offertes
Dag maand jaar vóór XX.XX uur
INHOUDSOPGAVE
A. ALGEMENE AFWIJKINGEN 4
B. ALGEMENE BEPALINGEN 4
B.1. Voorwerp en aard van de opdracht 4
B.2. DUUR VAN DE OPDRACHT 4
B.3. Aanbestedende overheid 5
B.4. Documenten van toepassing op de opdracht 5
B.4.1. Wetgeving 5
B.4.2. Opdrachtdocumenten 5
B.5. Kunstmatig beperken van de mededinging - Belangenconflicten - Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 6
B.5.1. Kunstmatig beperken van de mededinging 6
B.5.2. Belangenconflicten – draaideursysteem 6
B.5.3. Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 6
C. GUNNING 7
C.1. Indienen van de offertes 7
C.1.1. Indieningsrecht en indieningswijze van de offertes 7
C.1.2. Ondertekening van de offertes 8
C.1.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte 8
C.1.4. Uiterste datum voor het indienen van de offertes 8
C.2. OFFERTES 9
C.2.1. Algemene bepalingen 9
C.2.2. Geldigheidsduur van de offerte 9
C.2.3. Inhoud en structuur van de offerte 9
C.2.4. Het offerteformulier 9
C.2.5. De prijsinventaris en de prijzen 10
C.2.6. Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) 10
C.3. Selectie – toegangsrecht – regelmatigheid van de offertes – gunningscriteria 11
C.3.1. Algemeen 11
C.3.2. Het toegangsrecht – Uitsluitingscriteria (deel III van het UEA) 12
C.3.3. De kwalitatieve selectie (deel IV van het UEA) 13
C.3.3.1. Selectiecriterium met betrekking tot de geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen (artikel 66 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren) 14
C.3.3.2. Selectiecriterium met betrekking tot de economische en financiële draagkracht (artikel 67 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren) 14
C.3.4. Regelmatigheid van de offertes 14
C.3.5. Gunningscriterium prijs 14
C.3.5.1. Eindquotatie 15
D. UITVOERING 16
D.1. Leidend ambtenaar 16
D.2. Herzieningsbepalingen 16
D.2.1. Heffing die een weerslag heeft op het bedrag van de opdracht 16
D.2.2. Onvoorziene omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer 16
D.2.3. Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer 16
D.2.4. Vergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbesteder en incidenten bij de uitvoering 17
D.3. Aansprakelijkheid van de OPDRACHTNEMER 17
D.4. Bijzondere verbintenis voor de OPDRACHTNEmer 17
D.5. Oplevering van de uitgevoerde diensten 18
D.6. BORGTOCHT 18
D.6.1. Borgtochtstelling 18
D.6.2. Vrijgave van de borgtocht 20
D.7. Uitvoering van de diensten 20
D.7.1. Uitvoeringstermijn 20
D.7.2. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd 21
D.7.3. Planning voor de uitvoering van de diensten 21
D.7.4. Beoordeling van de uitgevoerde diensten 21
D.7.5. Naleving van de toepasselijke wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen 21
D.7.6. Onderaannemers 22
D.8. Facturering en betaling van de diensten 22
D.9. GESCHILLEN 24
D.10. BOETES 24
D.10.1. Boete voor laattijdige uitvoering 24
D.10.2. Verrekening van de boetes 24
E. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 25
E.1. CONTEXT 25
E.2. TIMING 26
E.3. Concreet verloop van uitvoering opdracht 26
E.4. VERZEKERING 27
E.5. PERSONEEL 28
E.6. beperkingen lading en vrachtwAGEN 28
F. BIJLAGEN 30
F.1. Offerteformulier 31
F.2. BUITENLANDSE FIRMA - VASTE INRICHTING 34
F.3. Hoe het UEA invullen en downloaden 36
Er zijn twee mogelijkheden om het UEA in te vullen 36
F.3.1. Via het html-bestand 36
F.3.2. Via het PDF-bestand 36
F.4. Artikel 9 en 10 van de wet van 4 augustus 1996 over het welzijn op het werk 37
A. ALGEMENE AFWIJKINGEN
In toepassing van artikel 9, paragraaf 4, van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat in dit bestek wordt afgeweken van artikel 154 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de boetes.
B. ALGEMENE BEPALINGEN
B.1. VOORWERP EN AARD VAN DE OPDRACHT
De Koninklijke Munt van België (KMB) heeft een akkoord gesloten met de Nationale Bank van Slovakije (NBS) voor de omruiling van muntstukken van 1 euro en 2 euro tegen muntstukken van 20 eurocent.
Het gaat om 6 miljoen muntstukken van 1 euro en 2,5 miljoen muntstukken van 2 euro die van België naar Slovakije moeten getransporteerd worden en 16 miljoen muntstukken van 20 cent die de omgekeerde beweging moeten maken conform aan de technische voorschriften van het bestek.
De munten zijn reeds verpakt. Er is dus enkel transport nodig via een erkende geldtransporteur tussen de Nationale Bank van België (NBB; locatie opslag munten België) en de Nationale Bank van Slovakije.
Er wordt gekozen voor de openbare procedure met Europese bekendmaking. Het gaat om een overheidsopdracht voor diensten.
Deze opdracht is een opdracht tegen globale prijs (artikel 2, 3° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren).
Deze opdracht omvat één enkel perceel aangezien het voor de realisatie van de opdracht noodzakelijk is een eenheid van prestaties te hebben.
Overeenkomstig artikel 85 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor deze opdracht niet te gunnen en te beslissen dat de opdracht het voorwerp zal uitmaken van een nieuwe opdracht, indien nodig volgens een andere procedure.
B.2. DUUR VAN DE OPDRACHT
De datum van het begin van de opdracht zal worden vermeld in de kennisgevingsbrief van de opdracht. De opdracht neemt een einde wanneer het transport van alle munten uitgevoerd is, uiterlijk tegen eind april 2022.
B.3. AANBESTEDENDE OVERHEID
De aanbestedende overheid is de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Financiën. Federale Overheidsdienst Financiën
Stafdienst Begroting en Beheerscontrole
Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B23 – bus 784 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
B.4. DOCUMENTEN VAN TOEPASSING OP DE OPDRACHT
B.4.1. Wetgeving
- De Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten.
- De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
- Het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
- Het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
- De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
- De Wet van 4 augustus 1996 inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, waaronder artikel 9 en 10 (zie de bijlage).
- De Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers.
- De Europese Verordening Gegevensbescherming (GDPR).
- Alle wijzigingen aan de hierboven genoemde wetten en besluiten die van kracht zijn op de dag van de opening van de offertes.
- Overeenkomst basisdienstverlening euromunten Nationale bank van België.
- Verordening (EU) nr. 1214/2011 — Regels voor professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen landen van de eurozone
- Het Koninklijk besluit van 7 april 2003 - houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer
B.4.2. Opdrachtdocumenten
- Dit bestek nr. S&L/DA/2021/063.
- De in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen gepubliceerde aankondigingen of rechtzettingen van opdrachten die betrekking hebben op deze opdracht, maken integraal deel uit van dit bestek. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opstellen van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.
B.5. KUNSTMATIG BEPERKEN VAN DE MEDEDINGING - BELANGENCONFLICTEN - NALEVING VAN MILIEU-, SOCIAAL EN ARBEIDSRECHT
B.5.1. Kunstmatig beperken van de mededinging
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 5 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten dat stelt dat de inschrijvers geen handelingen stellen, geen overeenkomsten sluiten of geen afspraken maken die de normale mededingingsvoorwaarden kunnen vertekenen.
B.5.2. Belangenconflicten – draaideursysteem
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op de artikels 6 en 69, lid 1, 5° en 6° van de Wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten en op artikel 51 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren met betrekking tot de situaties waarin er een belangenconflict kan optreden bij de plaatsing en uitvoering van de opdracht en dit om elke vertekening van de mededinging te vermijden en de gelijke behandeling van alle inschrijvers te verzekeren.
In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de draaideurconstructie ('revolving doors') zoals bepaald in de Wet van 8 mei 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de corruptie, gedaan te New York op 31 oktober 2003, onthoudt de inschrijver zich ervan een beroep te doen op een of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de FOD Financiën, binnen 2 jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de FOD Xxxxxxxxx, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op de voorbereiding en/of de indiening van zijn offerte of een andere tussenkomst in het kader van de plaatsingsprocedure, evenals voor de verrichting van bepaalde opdrachten in het kader van de uitvoering van deze opdracht.
De bovenstaande bepaling is echter enkel van toepassing voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de betrokken persoon/personen bij de aanbestedende overheid en zijn/hun activiteiten in het kader van deze opdracht.
Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden vertekend kunnen zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van de wetgeving en de regelgeving inzake overheidsopdrachten.
B.5.3. Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht
De ondernemers zijn ertoe gehouden alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het Europees Unierecht, nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage II van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht, na te leven en te doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt voor de uitvoering van de huidige opdracht.
C. GUNNING
C.1. INDIENEN VAN DE OFFERTES
C.1.1. Indieningsrecht en indieningswijze van de offertes
De aandacht wordt gevestigd op het feit dat een inschrijver slechts één offerte kan indienen per opdracht.
Iedere deelnemer aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid wordt beschouwd als een inschrijver.
Deelnemers aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid moeten onder hen iemand aanduiden die de combinatie zal vertegenwoordigen ten aanzien van de aanbestedende overheid.
In toepassing van artikel 14 van de Wet 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, moet het elektronisch verzenden en ontvangen van de offertes uitgevoerd worden met elektronische communicatiemiddelen.
De aanbestedende overheid verplicht tot het gebruik van elektronische middelen.
De elektronische offertes moeten worden verstuurd via de website e-tendering xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/, die de naleving van de voorwaarden opgenomen in artikel 14, § 6 en § 7 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten garandeert.
Het indieningsrapport met betrekking tot de offerte, de bijlagen en het uniform Europees aanbestedingsdossier (UEA) moet ondertekend worden door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening (artikel 43 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren).
Aangezien het verzenden van een offerte via e-mail niet overeenkomt met de voorwaarden van artikel 14 § 7 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, wordt het niet toegestaan om op deze wijze een offerte in te dienen.
Door het loutere feit van de indiening van zijn offerte via elektronische communicatiemiddelen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens van zijn offerte worden opgeslagen worden door het ontvangstsysteem.
Meer informatie kan worden verkregen op de website xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via het telefoonnummer x00 (0)0 000 00 00 van de helpdesk van de dienst e-procurement.
De inschrijver wordt aanbevolen zich uiterlijk de dag vóór de opening van de offertes aan te melden om contact te kunnen opnemen met de helpdesk van de dienst e-procurement om eventuele toegangsproblemen tot de site xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/ op te lossen.
De inschrijver moet er rekening mee houden dat via elektronische weg ingediende individuele bestanden niet groter mogen zijn dan 80 MB en dat het totaal van de bestanden niet groter mag zijn dan 350 MB.
C.1.2. Ondertekening van de offertes
De gekwalificeerde elektronische handtekening(en) moet(en) uitgaan van de perso(o)n(en) die bevoegd of gemachtigd is (zijn) om de inschrijver(s) te verbinden.
Wanneer het indieningsrapport door een gevolmachtigde wordt ondertekend, vermeldt deze duidelijk de volmachtgever(s). De gevolmachtigde voegt de elektronische authentieke of onderhandse akte toe die de volmacht verleent of een gescande kopie van de volmacht. De gevolmachtigde verwijst, in voorkomend geval, naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin het uittreksel van de betreffende akte werd gepubliceerd, met vermelding van de betreffende bladzijde(n) en/of passage.
De aanbestedende overheid vestigt de aandacht van de inschrijver erop dat een speciale volmacht moet bestaan vóór de opening van de offertes (Raad van State, nr. 238.963 van 21 augustus 2017) en dat een bekrachtiging a posteriori door een persoon die bevoegd is om de inschrijver te verbinden, de handtekening van een offerte, gezet door een persoon die niet bevoegd is om de inschrijver te verbinden, niet valideert (Raad van State, nr. 201.744 van 9 maart 2010). Bovendien kan een volmacht die post factum opgesteld werd en bezorgd werd na de uiterste datum voor het indienen van de offerte niet aanvaard worden als bewijs van de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte van de inschrijver op het moment van het indienen van de offerte (Raad van State, nr. 229.829, van 16 januari 2015).
In verband met de machtiging om een rechtspersoon te verbinden, vestigt de aanbestedende overheid de aandacht van de inschrijvers op het feit dat de ondertekening van een offerte voor een overheidsopdracht in beginsel niet kan worden wordt beschouwd als een handeling van dagelijks bestuur.
Indien de inschrijver toch van oordeel zou zijn dat de ondertekening een handeling van dagelijks bestuur uitmaakt, dient hij te concretiseren waarom de handtekening van zijn offerte (indieningsrapport e- tendering) voor de desbetreffende overheidsopdracht tot het dagelijks bestuur behoort en aldus rechtsgeldig is
C.1.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte
Wanneer een inschrijver een reeds verstuurde of ingediende offerte wil wijzigen of intrekken, moet dit gebeuren in overeenstemming met de bepalingen van artikel 43 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Wanneer het indieningsrapport dat opgesteld wordt ingevolge de wijzigingen of de intrekking, niet voorzien is van een gekwalificeerde elektronische handtekening, brengt dit van rechtswege de nietigheid van de wijziging of intrekking met zich mee. Deze nietigheid slaat slechts op de wijzigingen of de intrekking en niet op de offerte zelf.
C.1.4. Uiterste datum voor het indienen van de offertes
De offertes moeten op het platform ingediend worden vóór DD/MM/JJJJ om XXX uur.
C.2. OFFERTES
C.2.1. Algemene bepalingen
De inschrijver wordt met aandrang verzocht om het bijgevoegde offerteformulier te gebruiken. In dit verband wordt de aandacht van de inschrijver gevestigd op artikel 77 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017, dat bepaalt: "Als bij de opdrachtdocumenten een formulier is gevoegd voor het opmaken van de offerte en het invullen van de samenvattende opmeting of de inventaris, maakt de inschrijver daarvan gebruik. Doet hij dat niet, dan draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier.".
De offerte en de bijlagen bij het offerteformulier worden opgesteld in het Nederlands of in het Frans.
Door het indienen van zijn offerte ziet de inschrijver automatisch af van zijn algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden, zelfs als ze op de één of andere bijlage zijn vermeld in zijn offerte.
De inschrijver duidt in zijn offerte duidelijk aan welke informatie vertrouwelijk is en/of betrekking heeft op technische of commerciële geheimen en dus niet mag worden bekendgemaakt door de aanbestedende overheid.
C.2.2. Geldigheidsduur van de offerte
De inschrijvers blijven door hun offerte gebonden gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, die aanvangt op de dag na de dag van de opening van de offertes.
C.2.3. Inhoud en structuur van de offerte
De offerte zal de volgende inlichtingen bevatten en de onderstaande inhoudstafel respecteren:
- Het offerteformulier (zie deel C, 2.4).
- De statuten en alle andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel C, 1.2).
- Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (zie deel C).
- De documenten in verband met de gunningscriteria (zie deel C).
- De beschrijving van de diensten met betrekking tot de technische voorschriften (zie deel E).
Andere bijlagen die de inschrijver nuttig acht.
De aanbestedende overheid nodigt de inschrijvers uit om (indien mogelijk) de offerte en de bijlagen in te dienen in één bestand en te voorzien van een ononderbroken nummering van alle pagina’s.
C.2.4. Het offerteformulier
Het offerteformulier moet volledig ingevuld worden. Het bevat met name de volgende gegevens:
- De naam en contactgegevens van de contactpersoon in het bedrijf van de inschrijver.
- De hoedanigheid van de persoon die de offerte ondertekent.
- Het volledige inschrijvingsnummer van de inschrijver bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen (voor de Belgische inschrijvers).
- Het inschrijvingsnummer bij de RSZ.
- Het nummer en de naam van de bankrekening van de inschrijver bij een financiële instelling waarop de betaling van de opdracht moet worden uitgevoerd.
- De namen, de voornamen, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en de woonplaats van de inschrijver of, indien het een vennootschap betreft, haar handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel.
C.2.5. De prijsinventaris en de prijzen
De prijsinventaris moet volledig ingevuld worden. Hij bevat met name de volgende gegevens:
- De forfaitaire globale prijs exclusief btw.
- Het bedrag van de btw.
- De forfaitaire globale prijs inclusief btw.
Met prijzen die op een andere plaats dan in de prijsinventaris worden vermeld, zal geen rekening gehouden worden.
Alle in het offerteformulier vermelde prijzen zijn verplicht uitgedrukt in euro.
Dit is een opdracht tegen globale prijs, wat betekent dat een forfaitaire prijs het geheel van de prestaties van de opdracht of van elke post dekt.
De inschrijver wordt geacht in zijn prijzen alle mogelijke kosten te hebben meegerekend, met uitzondering van de btw.
De inschrijver verbindt zich ertoe om, behoudens prijsherziening, tijdens de hele duur van het contract de prestaties aan te rekenen tegen de in de inventaris ingevulde prijzen zonder toeslag.
C.2.6. Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA)
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) bestaat uit een formele verklaring van de ondernemer dat de betrokken gronden tot uitsluiting niet van toepassing zijn, dat aan de relevante selectiecriteria wordt voldaan en dat de ondernemer de relevante informatie zal verstrekken die door de aanbestedende overheid wordt gevraagd.
Het UEA wordt elektronisch aangemaakt. Bijgevoegd vindt de inschrijver de te volgen procedure voor het downloaden en invullen van het UEA.
Als een combinatie van ondernemers, waaronder een tijdelijk samenwerkingsverband, samen deelneemt aan een plaatsingsprocedure, moet elk van de deelnemende ondernemers een afzonderlijke UEA indienen met daarin de in de delen II tot en met V gevraagde gegevens.
Een ondernemer die zelfstandig deelneemt, maar een beroep doet op de draagkracht van één of meer andere entiteiten, moet zijn eigen UEA indienen samen met een afzonderlijk UEA met de relevante informatie voor elk van de entiteiten waarop hij een beroep doet.
De inschrijvers vullen de volgende delen van het UEA in:
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
Overeenkomstig artikel 76, §1 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren is het ontbreken van het (of de) volledig ingevulde UEA(’s) een substantiële onregelmatigheid die leidt tot de nietigheid van de offerte.
C.3. SELECTIE – TOEGANGSRECHT – REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES – GUNNINGSCRITERIA
C.3.1. Algemeen
De inschrijvers worden geëvalueerd op basis van de selectiecriteria hieronder opgenomen.
Enkel de offertes van de inschrijvers die voldoen aan het toegangsrecht zoals hieronder vermeld, worden in aanmerking genomen om deel te nemen aan de vergelijking van de offertes op basis van de gunningscriteria, voor zover de ingediende offertes regelmatig zijn.
Door het indienen van zijn offerte, vergezeld van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA), verklaart de inschrijver officieel op eer:
1. dat hij zich niet in een van de verplichte of facultatieve uitsluitingsgevallen bevindt, waardoor hij moet of kan uitgesloten worden;
2. dat hij beantwoordt aan de selectiecriteria die door de aanbestedende overheid voor deze opdracht werden opgesteld.
De aanbestedende overheid kan de inschrijver tijdens de procedure te allen tijde verzoeken de vereiste ondersteunende documenten geheel of gedeeltelijk in te dienen wanneer dit noodzakelijk is voor het goede verloop van de procedure.
De inschrijver is niet verplicht ondersteunende documenten of andere bewijsstukken over te leggen indien en voor zover de aanbestedende overheid de certificaten of de relevante informatie rechtstreeks kan verkrijgen door raadpleging van een gratis toegankelijke nationale databank in een lidstaat.
De toepassing van de verklaring geldt enkel voor de documenten of certificaten met betrekking tot de uitsluitingsgronden die gratis toegankelijk zijn voor de aanbestedende overheid door middel van een nationale databank in een lidstaat.
Voor de elementen die niet behoren tot de verklaring, mogen de inschrijvers die dat wensen, al in hun offerte alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij zich niet in een situatie van uitsluiting bevinden.
Wat de selectiecriteria betreft, mogen de inschrijvers die dat wensen al aan hun offerte alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij aan de vereisten van deze criteria voldoen.
Vóór de gunning van de opdracht zal de aanbestedende overheid van de inschrijver die voor de gunning in aanmerking komt, eisen dat hij de bewijsstukken voorlegt om aan te tonen dat er geen uitsluitingsmotieven bestaan en dat aan de selectiecriteria voldaan werd.
C.3.2. Het toegangsrecht – Uitsluitingscriteria (deel III van het UEA)
Behoudens uitsluitingsgronden m.b.t. fiscale en sociale schulden kan de inschrijver, die zich in één van de verplichte of facultatieve uitsluitingsgronden bevindt, aantonen dat hij corrigerende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Hiertoe bewijst de inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft toegezegd te zullen vergoeden, dat hij feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen teneinde een nieuwe strafrechtelijke inbreuk of fout te voorkomen. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Verplichte uitsluitingsgronden:
1. deelneming aan een criminele organisatie;
2. omkoping;
3. fraude;
4. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of een strafbaar feit;
5. xxxxxxxxx xxx xxxx of financiering van terrorisme;
6. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;
7. tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven.
De in 1° tot 6° bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de veroordeling. De onder 7° bedoelde uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor een periode van vijf jaar, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
De inschrijver die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn fiscale schulden en sociale zekerheidsbijdragen, wordt uitgesloten van deze plaatsingsprocedure. De toegang tot de procedure wordt evenwel niet ontzegd aan de inschrijver die:
1. geen bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro of,
2. die voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Indien de inschrijver een bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro, toont hij aan, op straffe van uitsluiting, dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn voor een bedrag dat minstens gelijk is aan zijn schuld verminderd met 3.000 euro.
Indien het attest in bezit van de aanbestedende overheid niet aantoont dat de inschrijver voldoet aan de eisen i.v.m. zijn fiscale en sociale verplichtingen, stelt zij de ondernemer hiervan in kennis. Vanaf de dag volgend op deze kennisgeving, beschikt de inschrijver over een termijn van vijf werkdagen om het bewijs te geven van zijn regularisatie. Van deze regularisatie kan slechts éénmalig gebruik gemaakt worden.
Facultatieve uitsluitingsgronden:
1. indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;
2. wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke
reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3. wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;
4. wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2 van voornoemde Wet;
5. wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten niet effectief kan worden verholpen met andere, minder ingrijpende maatregelen;
6. wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7. wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
8. wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten over te leggen;
9. wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
C.3.3. De kwalitatieve selectie (deel IV van het UEA)
Wanneer een inschrijver een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten en die draagkracht bepalend is voor zijn selectie, is hij verplicht te vermelden voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht en welke andere entiteiten hij voorstelt. In dat geval moet hij de aanbestedende overheid aantonen dat hij voor de uitvoering van de opdracht over deze middelen kan beschikken door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om dergelijke middelen ter beschikking te stellen van de opdrachtnemer.
Indien de inschrijver de intentie heeft te werken met onderaannemers, moet hij dat deel van de opdracht preciseren evenals de gegevens van de betrokken onderaannemers.
Vóór de gunning van de opdracht zal de aanbestedende overheid van de inschrijver die voor de gunning in aanmerking komt de bewijsstukken eisen die aantonen dat aan de selectiecriteria voldaan werd.
De inschrijvers die dat wensen kunnen aan hun offerte alle gevraagde documenten i.v.m. de selectiecriteria al toevoegen.
C.3.3.1. Selectiecriterium met betrekking tot de geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen (artikel 66 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren)
Vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport
Gezien de potentiële bedreigingen die het transport van contanten met zich meebrengt voor de veiligheid van het personeel van geldtransportbedrijven en van het grote publiek, is grensoverschrijdend transport van eurocontanten afhankelijk van een specifieke vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport. Nationale autoriteiten verlenen deze vergunning voor een duur van vijf jaar als het geldtransportbedrijf aan bepaalde voorwaarden voldoet, zoals eisen ten aanzien van het bewakingspersoneel of de auto’s.
Er wordt aan de inschrijver vereist in het bezit te zijn van de specifieke vergunning voor grensoverschrijdend geldtransport.
Aangezien een deel van de opdracht op Belgisch grondgebied wordt uitgevoerd, is het noodzakelijk dat de partij die op Belgisch grondgebied uitvoert, ook in het bezit is van de Belgische vergunning voor geldtransportbedrijven (CIT = Cash in Transit).
C.3.3.2. Selectiecriterium met betrekking tot de economische en financiële draagkracht (artikel 67 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren)
De inschrijver moet een minimale jaarlijkse omzet gerealiseerd hebben met betrekking tot het activiteitendomein die het voorwerp vormt van de opdracht voor elk van de laatste drie beschikbare boekjaren die minstens gelijk is aan 250.000 euro/jaar.
C.3.4. Regelmatigheid van de offertes
Overeenkomstig artikel 76, § 1 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 inzake de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, controleert de aanbestedende overheid de regelmatigheid van de offertes.
Enkel regelmatige offertes komen in aanmerking om te worden getoetst aan de gunningscriteria.
C.3.5. Gunningscriterium prijs
Om deze overheidsopdracht te gunnen, bepaalt de aanbestedende overheid de economisch meest voordelige offerte.
De prijs is het enige gunningscriterium.
De punten die toegekend worden voor dit criterium zullen berekend worden op basis van de volgende formule:
LP
S = 100 x
0P
waarbij:
S = de score die aan een offerte wordt toegekend voor het criterium “prijs”;
LP = de laagste prijs incl. btw voorgesteld in een regelmatige offerte, OP = de prijs incl. btw van de geanalyseerde offerte.
Het aantal punten wordt afgerond tot twee cijfers na de komma.
C.3.5.1. Eindquotatie
De opdracht zal worden gegund aan de inschrijver met de hoogste eindquotatie, nadat de aanbestedende overheid ten opzichte van deze inschrijver de juistheid van zijn verklaring in het kader van het UEA geverifieerd heeft door na te gaan of de inschrijver zich niet in een uitsluitingsgrond bevindt en of hij aan alle selectiecriteria voldoet.
D. UITVOERING
D.1. LEIDEND AMBTENAAR
De leidend ambtenaar is Xxxxxxxxx Xx Xxxxx, Administrateur-generaal van de Thesaurie Alleen de leidend ambtenaar is bevoegd voor het toezicht op en de controle over de opdracht. De leidend ambtenaar kan een deel van zijn bevoegdheden overdragen.
D.2. HERZIENINGSBEPALINGEN
Gezien de duur van deze opdracht minder dan 1 jaar bedraagt, wordt voor deze opdracht geen prijsherziening voorzien.
D.2.1. Heffing die een weerslag heeft op het bedrag van de opdracht
Overeenkomstig artikel 38/8 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een prijsherzieningsclausule voor de herziening van de prijzen ten gevolge van een wijziging van de heffingen in België die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag.
Een dergelijke prijsherziening is enkel mogelijk tegen de volgende voorwaarden:
1. de prijsherziening volgt op een wijziging van de heffingen in België;
2. de heffingen hebben een weerslag op het opdrachtbedrag;
3. de wijziging is in werking getreden na de tiende dag die het uiterste tijdstip voor ontvangst van de offertes voorafgaat;
D.2.2. Onvoorziene omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer
Overeenkomstig de artikelen 38/9 en 38/10 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule voor de herziening van de opdracht wanneer het contractueel evenwicht van de opdracht wordt ontwricht in het nadeel of in het voordeel van de opdrachtnemer om welke omstandigheden ook die vreemd zijn aan de aanbesteder.
De omvang van het door de opdrachtnemer geleden nadeel of voordeel wordt uitsluitend beoordeeld op basis van de elementen die eigen zijn aan de huidige opdracht.
D.2.3. Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer
Overeenkomstig artikel 38/11 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule voor de herziening van de opdrachtvoorwaarden wanneer de aanbesteder of de opdrachtnemer ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook die ten laste van de andere partij kunnen worden gelegd, een vertraging of een nadeel heeft geleden.
De herziening kan bestaan uit een of meerdere van volgende maatregelen:
1. de aanpassing van de contractuele bepalingen, inclusief de verlenging of de inkorting van de uitvoeringstermijnen;
2. een schadevergoeding;
3. de verbreking van de opdracht.
D.2.4. Vergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbesteder en incidenten bij de uitvoering
Overeenkomstig artikel 38/12 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule in geval van schorsingen op bevel van de aanbesteder onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
1. de schorsing overschrijdt in totaal één twintigste van de uitvoeringstermijn en minstens tien werkdagen of vijftien kalenderdagen, naargelang de uitvoeringstermijn uitgedrukt is in werk- of kalenderdagen;
2. de schorsing is niet het gevolg van ongunstige weersomstandigheden of van andere omstandigheden waaraan de aanbesteder vreemd is waardoor de opdracht, naar oordeel van de aanbesteder, niet zonder bezwaar op dat ogenblik kan worden verdergezet;
3. de schorsing vindt plaats binnen de uitvoeringstermijn van de opdracht.
In dat geval kan de opdrachtnemer een schadevergoeding krijgen die is vastgelegd op 25 euro per werkdag/kalenderdag voor de schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid.
D.3. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OPDRACHTNEMER
Overeenkomstig artikel 152 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten draagt de dienstverlener de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid in de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van de opdracht door hem voorgelegde stukken.
Overeenkomstig artikel 46 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten vrijwaart de opdrachtnemer de aanbesteder in voorkomend geval tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht.
De aanbestedende overheid kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De opdrachtnemer vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke eis tot schadevergoeding van derden in dit verband.
D.4. BIJZONDERE VERBINTENIS VOOR DE OPDRACHTNEMER
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van de opdracht. De informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid meegedeeld worden aan derden. De opdrachtnemer mag deze opdracht wel opgeven als referentie.
D.5. OPLEVERING VAN DE UITGEVOERDE DIENSTEN
De oplevering geeft de volledige voltooiing aan van alle interventies die krachtens deze opdracht zijn uitgevoerd.
De uit te voeren diensten omvatten:
Het ophalen van 6 miljoen muntstukken van 1 euro (= 120 muntkisten) en 2,5 miljoen muntstukken van 2 euro (= 50 muntkisten) bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx) en levering bij Nationale Bank van Slovakije. Er moet 1 levering plaatsvinden (afhankelijk van laadvermogen truck, maximaal 40 kisten van 1 euro) bij de ‘Central Cash Desk’ van de Nationale Bank van Slovakije (adres: Xxxxxxx Xxxxxxx 0; 000 00 Xxxxxxxxxx; Xxxxxxxx). Alle andere munten van 1 euro en alle 2 euro’s moeten geleverd worden bij ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Xxxxxxxxxxx; Xxxxxxxx).
Het ophalen van 16 miljoen muntstukken van 20 eurocent (= 250 muntkisten) bij de Nationale Bank van Slovakije. Er moeten 30 kisten opgehaald worden bij de ‘Central Cash Desk’ van de Nationale Bank van Slovakije (adres: Xxxxxxx Xxxxxxx 0; 000 00 Xxxxxxxxxx; Xxxxxxxx), alle andere 136 muntkisten zijn op te halen bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Topoľčianky; Slovakia). Alle leveringen moeten plaatsvinden bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx).
Het ophalen van alle lege Slovaakse muntkisten bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx) en levering bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 951 93 Topoľčianky; Slovakia).
Het ophalen van alle lege Belgische muntkisten bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Xxxxxxxxxxx; Xxxxxxxx) en levering bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx).
Er zal een proces-verbaal van oplevering (of weigering) met betrekking tot het geheel van de prestaties opgesteld worden.
D.6. BORGTOCHT
Overeenkomstig artikel 25, §2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt het bedrag van de borgtocht bepaald op vijf procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag exclusief BTW.
Het aldus bekomen bedrag wordt naar het hoger tiental in euro afgerond.
D.6.1. Borgtochtstelling
Overeenkomstig de wets- en reglementsbepalingen ter zake kan de borgtocht in speciën, in publieke fondsen of in de vorm van een gezamenlijke borgtocht worden gesteld.
De borgtocht kan eveneens worden gesteld via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving op het statuut van en de controle op de kredietinstellingen of door een verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen en die is toegelaten tot tak 15 (borgtocht).
De opdrachtnemer moet, binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag waarop de opdracht wordt gesloten, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht op een van de volgende wijzen heeft gesteld:
1. wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld, door storting van het bedrag op de Bpost- bankrekening van de Deposito- en Consignatiekas (NB – zie informatie voor de inschrijving online hieronder) of van een openbare instelling die een functie vervult die gelijkaardig is met die van genoemde Kas, hierna openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult genoemd;
2. wanneer de borgtocht uit publieke fondsen bestaat, door neerlegging van deze voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel of bij een van haar provinciale agentschappen of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
3. wanneer de borgtocht wordt gedekt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij, door neerlegging via een instelling die deze activiteit wettelijk uitoefent, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming.
Dit bewijs wordt geleverd, naargelang het geval, door overlegging aan de aanbesteder van:
1. hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
2. hetzij het debetbericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming;
3. hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
5. hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de kredietinstelling of de verzekeringsonderneming die een waarborg heeft toegestaan.
Deze documenten, ondertekend door de deponent, vermelden waarvoor de borgtocht werd gesteld en de precieze bestemming, bestaande uit de beknopte gegevens betreffende de opdracht en verwijzing naar de opdrachtdocumenten, alsmede de naam, de voornamen en het volledige adres van de opdrachtnemer en eventueel deze van de derde die voor rekening van de opdrachtnemer het deposito heeft verricht, met de vermelding "geldschieter" of "gemachtigde", naargelang het geval.
De hierboven vermelde termijn van 30 kalenderdagen wordt opgeschort tijdens de sluitingsperiode van de onderneming van de opdrachtnemer voor de betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire wijze of in een algemeen bindende collectieve arbeidsovereenkomst werden bepaald.
INFORMATIE VOOR DE INSCHRIJVING ON LINE BIJ DE DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS
De procedure voor het storten van een borgtocht in geld is gewijzigd sinds de ingebruikname bij de Deposito- en Consignatiekas (DCK) van de applicatie e-DEPO. De storting bij de DCK dient steeds te worden voorafgegaan door het invullen van het formulier zoals vermeld op de website xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Na ontvangst van dit formulier zendt de DCK per mail de correcte betaalgegevens (rekeningnummer en mededeling voor de storting).
Na de storting en de verwerking van het dossier zendt de DCK per mail de digitale akte van borgstelling aan de e-mailadressen van beide partijen vermeld op het aanvraagformulier (voor de FOD Financiën = xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx).
Voor vragen over borgtochten in geld kan contact opgenomen worden met xxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
Voor vragen over solidaire borgen kan contact opgenomen worden met xxxxxxxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
BEGUNSTIGDE(N) VAN DE BORGTOCHT
Vul hier de contactgegevens in van de administratie(s) die vragen om de borgtocht te plaatsen. Vraag deze gegevens zo nodig aan deze administratie(s).
BEGUNSTIGDE 1
Ondernemingsnr.: BE0308357159
E-mailadres: xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx Telefoonnr.: 02 576 66 81
Naam Administratie : FOD Financiën – Begroting en Beheerscontrole – Afdeling Vastleggingen
Voor de borgtochten bij een bank moet het origineel van het bewijs van de borgstelling naar het volgende adres worden verstuurd:
Federale Overheidsdienst FINANCIEN
Stafdienst Begrotings- en Beheerscontrole - Afdeling Vastleggingen Ter attentie van Xxxxxxx Xxxxxxxxx XXXXXXX
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, xxxxxxx 000 – Xxxx X00
1030 BRUSSEL
BELANGRIJKE OPMERKING
Het nummer van de bestelbon (4500XXXXXX) (indien gekend) en het referentienummer van het bestek moeten op het bewijs van de borgtochtstelling worden vermeld.
D.6.2. Vrijgave van de borgtocht
In overeenstemming met artikel 33 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt de borgtocht in één keer vrijgegeven na de oplevering van de diensten die zijn uitgevoerd op basis van het contract dat op grond van dit bestek werd gesloten.
D.7. UITVOERING VAN DE DIENSTEN
D.7.1. Uitvoeringstermijn
De opdrachtnemer moet de diensten zo snel mogelijk kunnen uitvoeren na de kennisgeving van de opdracht.
In een eerste fase moeten minstens 6 miljoen muntstukken van 20 cent geleverd worden aan de NBB tegen 08/02/2022.
De diensten moeten in zijn geheel ten laatste uitgevoerd zijn tegen eind april 2022.
D.7.2. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd
De diensten vinden plaats op het Belgisch en Slovaaks grondgebied en de transitlanden.
D.7.3. Planning voor de uitvoering van de diensten
Er dient naar gestreefd te worden dat deze opdracht zo snel mogelijk wordt afgewerkt. Minimaal 6 miljoen muntstukken van 20 cent moeten geleverd worden aan de NBB in België tegen 08/02/2022.
Het is de bedoeling dat er zoveel mogelijk wordt getracht om met volle vrachten zowel de heen als terugrit af te werken. Na het lossen van een vracht kan er overgegaan worden tot het laden van een nieuwe vracht ter plaatse. Aan het einde dienen de transporten van de lege muntkisten gepland te worden
Tijdens de maand december 2021 is het niet mogelijk om transporten in Slovakije te voorzien.
D.7.4. Beoordeling van de uitgevoerde diensten
Indien tijdens de uitvoering van de diensten abnormaliteiten worden vastgesteld, zal dit onmiddellijk aan de opdrachtnemer worden gemeld door middel van een e-mailbericht, dat nadien zal worden bevestigd door middel van een aangetekend schrijven. De opdrachtnemer is gehouden de niet conform uitgevoerde diensten opnieuw uit te voeren.
D.7.5. Naleving van de toepasselijke wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen
In het kader van de uitvoering van deze opdracht leeft de opdrachtnemer de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de openbare weg, hygiëne, arbeidsbescherming na, evenals de bepalingen van de collectieve, nationale, gewestelijke, lokale of bedrijfsovereenkomsten.
De inschrijver verbindt zich ertoe om, tot de volledige uitvoering van de opdracht, de volgende verdragen/overeenkomsten na te leven:
- Overeenkomst nr. 87 van de IAO betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht.
- Overeenkomst nr. 98 van de IAO betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen.
- Overeenkomst nr. 29 van de IAO betreffende de gedwongen of verplichte arbeid.
- Overeenkomst nr. 105 van de IAO betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid.
- Overeenkomst nr. 138 van de IAO betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces.
- Overeenkomst nr. 111 van de IAO betreffende discriminatie in arbeid en beroep.
- Overeenkomst nr. 100 van de IAO betreffende gelijke beloning.
- Overeenkomst nr. 182 van de IAO over de ergste vormen van kinderarbeid.
- Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en het bijbehorende Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.
- Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel).
- Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen.
- Verdrag van Rotterdam van 10 september 1998 inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (UNEP/FAO) (PIC-Verdrag), en de 3 regionale protocollen.
Het niet naleven van deze verbintenis wordt op grond van artikel 44, §1, 1° van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten beschouwd als het niet uitvoeren van de opdracht volgens de voorschriften bepaald in de opdrachtdocumenten, wat aanleiding zal geven tot het in gebreke stellen van de opdrachtnemer en kan, op basis van artikel 47, §2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013, aanleiding geven tot de toepassing van ambtshalve maatregelen, meer bepaald het eenzijdig verbreken van de opdracht.
D.7.6. Onderaannemers
Overeenkomstig artikel 12, §1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt er aan herinnerd dat de opdrachtnemer aansprakelijk blijft ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid heeft geen enkele contractuele band met die derden.
Overeenkomstig artikel 12/1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, maakt de opdrachtnemer, ten laatste bij de aanvang van de uitvoering van de opdracht de volgende gegevens over aan de aanbesteder: naam, contactgegevens en wettelijke vertegenwoordigers van alle onderaannemers, ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming, die bij de uitvoering van de werken of het verrichten van de diensten betrokken zijn, voor zover deze gegevens op dat moment bekend zijn. Hetzelfde geldt bij opdrachten voor diensten die ter plaatse onder rechtstreeks toezicht van de aanbesteder moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer is tijdens de volledige looptijd van de opdracht gehouden de aanbesteder onverwijld in kennis te stellen van alle wijzigingen van deze gegevens, alsmede van de vereiste gegevens betreffende eventuele nieuwe onderaannemers die hij nadien bij de verlening van deze diensten zal betrekken. Deze gegevens worden verstrekt in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA).
Overeenkomstig artikel 12/2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, controleert de aanbestedende overheid of er, in hoofde van de rechtstreekse onderaannemer(s) van de opdrachtnemer, uitsluitingsgronden bestaan in de zin van artikels 67 tot 69 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. De aanbestedende overheid kan ook nagaan of er in hoofde van een onderaannemer verderop in de onderaannemingsketen gronden tot uitsluiting voorhanden zijn. De aanbestedende overheid verzoekt dat de opdrachtnemer de nodige maatregelen neemt teneinde in de vervanging te voorzien van de onderaannemer over wie in het onderzoek een uitsluitingsgrond aan het licht is gekomen.
Overeenkomstig artikel 12/4 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, moeten de onderaannemers, op welke plaats in de onderaannemingsketen zij ook optreden en in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij uitvoeren, voldoen aan de minimumeisen inzake technische en beroepsbekwaamheid die door dit bestek zijn opgelegd.
D.8. FACTURERING EN BETALING VAN DE DIENSTEN
De correct uitgevoerde prestaties mogen gefactureerd worden na voltooiing van alle correct uitgevoerde diensten binnen deze opdracht. De opdrachtnemer moet het PV van oplevering bij de factuur voegen.
De factuur, te onderwerpen aan de BTW, moeten opgemaakt worden op naam van:
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Centrale facturatiedienst
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, xxx 000 - Xxxx X00 0000 XXXXXXX
De facturen mogen niet meer per post opgestuurd worden. De mogelijkheden om de facturen op te sturen zijn:
- Via het Mercurius-portaal in XML formaat
De facturen kunnen in het bestandsdeel XML/UBL via het Mercurius platform worden ingediend. Voor meer informatie zie: xxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx.
Opgelet: vanaf 1 april 2021 zullen enkel nog leveranciersdocumenten met het formaat Bis Billing 3.0 in Mercurius aanvaard worden. De specificaties van de PEPPOL BIS standaard versie 3 vindt u hier: xxxx://xxxx.xxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/0.0/.
- Via een pdf-bestand
De factuur kan ook in de vorm van een pdf-bestand worden gestuurd naar het volgende e-mailadres: xx.000@xxxxxx.xxx.xx. Let wel: elk pdf-bestand mag maar één factuur bevatten.
Op de facturen moet de volgende vermelding staan: "Het verschuldigde bedrag moet worden gestort op het rekeningnummer … op naam van … te … ."
Het bestelbonnummer (4500XXXXXX) en in voorkomend geval het contractnummer 5XXXXXXX) zullen systematisch op iedere factuur worden vermeld.
De vereffeningsprocedure verloopt conform het reglement betreffende de Rijkscomptabiliteit.
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen vanaf de datum van de beëindiging van de diensten, vastgesteld overeenkomstig de regels van de opdrachtdocumenten, om de formaliteiten betreffende de voorlopige oplevering te vervullen en de dienstverlener in kennis te stellen van het resultaat daarvan.
De betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de betalingstermijn van 30 dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, en dit op voorwaarde dat de facturen correct zijn opgesteld, alle nodige verantwoordingsstukken zijn meegestuurd en worden overgemaakt aan het correcte facturatieadres.
Wanneer de opdrachtdocumenten niet in een afzonderlijke schuldvordering voorzien, geldt de factuur als schuldvordering.
De factuur moet worden opgesteld in euro.
Alle betalingen gebeuren uitsluitend op het in het offerteformulier vermelde rekeningnummer. In geval van een wijziging van het rekeningnummer wordt gevraagd om:
- een aanvraag tot wijziging in te dienen, die naar behoren is ondertekend door dezelfde persoon die de offerte heeft ondertekend. Als deze regel niet kan worden gevolgd, wordt gevraagd om het document (authentieke/onderhandse akte, nummer van de bijlage bij het Belgisch Staatsblad) toe te voegen dat aantoont dat de persoon gemachtigd is om deze aanvraag te ondertekenen;
- verplicht een bankcertificaat bij te voegen waaruit blijkt dat de opdrachtnemende firma wel degelijk titularis is van het meegedeelde rekeningnummer.
D.9. GESCHILLEN
Alle geschillen met betrekking tot de uitvoering van deze opdracht worden uitsluitend beslecht voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Brussel. De voertaal is het Nederlands of het Frans.
D.10. BOETES
In toepassing van artikel 9, §4, van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat in dit bestek afgeweken werd van artikel 154 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de boeten wegens het belang dat de aanbestedende overheid hecht aan het naleven van de termijnen van de overeenkomst opgesteld tussen België en Slovakije voor het transport van de euromunten.
D.10.1. Boete voor laattijdige uitvoering
Voor elke vertraging in de uitvoering van de opdracht, geldt van rechtswege een forfaitaire vertragingsboete van 120 euro per dag vertraging.
De boetes voor vertragingen bij de uitvoering van de opdracht worden bepaald bij wijze van forfaitaire schadevergoeding. Ze zijn verschuldigd door het verstrijken van de termijn, zonder ingebrekestelling en zonder tussenkomst van een proces-verbaal, en worden van rechtswege toegepast voor alle kalenderdagen vertraging.
D.10.2. Verrekening van de boetes
Het bedrag van de boetes en de straffen, evenals het bedrag van de schade, uitgaven of kosten die voortvloeien uit of moeten voortvloeien uit de ambtshalve toepassing van maatregelen, worden op de eerste plaats afgetrokken van de bedragen die om welke reden dan ook verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer (facturen) en daarna van de borgtocht.
E. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
E.1. CONTEXT
De opdracht betreft het transport van euromuntstukken.
Enerzijds het transport van 6 miljoen munten van 1 euro en 2,5 miljoen munten van 2 euro van de NBB naar de Slovaakse Nationale Bank en anderzijds het transport van 16 miljoen munten van 20 cent van de Slovaakse Nationale Bank naar de NBB.
Een houten kist van 1 euro munten bevat 50.000 munten, wat neerkomt om het transport van 120 kisten (formaat 50cm x 80cm). Het gewicht van 1 kist is +/- 398 kg.
Een houten kist van 2 euro munten bevat 50.000 munten, wat neerkomt om het transport van 50 kisten (formaat 50cm x 80cm). Het gewicht van 1 kist is +/- 447 kg.
De 20 cent munten zitten in metalen kisten, die elke 64.000 munten bevatten. Dit maakt een transport van 250 kisten. Het gewicht is +/- 422kg per kist. Formaat is 84cm x 64cm x 61,5cm hoog. In lege en opgevouwen toestand is de afmeting van deze kisten 84 cm x 64 cm x 33cm hoog
De opdrachtnemer voert deze opdracht uit binnen het gestelde tijdskader.
De markt moet uitgevoerd worden door een erkende munttransporteur (CIT). Er is een mogelijkheid om samen te werken met een logistieke partner op basis van het KB van 7 april 2003 die de uitvoeringsmodaliteiten beschrijven bij het vervoer van waarden; artikel 11 dat stelt dat de begeleiding van een transport, uitgevoerd door derden met het oog op toezicht en bescherming van dit transport uitgevoerd kan worden door een erkend waardentransporteur.
Dit transport is onderworpen aan volgende voorwaarden:
- Er dienen minstens twee bewakingsagenten (in bezit en drager van een identificatiekaart) in het begeleidend voertuig te zitten;
- Indien één of meerdere begeleidingsvoertuigen gebruikt worden, dient elke begeleidingsvoertuig met twee bewakingsagenten bemand te zijn;
- De begeleidende bewakingsagenten in het voertuig dienen in radiocontact te staan met de bemanning van het voertuig dat de goederen vervoert.
- Dit transport kan niet uitgevoerd worden voor biljettentransport (maar aangezien het gaat om een puur muntentransport, is dit binnen scope);
- Tot slot dient de waardentransporteur met volgende voertuigen te werken: voertuig met de basisuitrusting waardentransport (zoals voorzien in artikel 20 §1 van het hierboven vermelde KB) + een bepantserde (B4+) bestuurderscabine van dit begeleidende voertuig.
Deze wetgeving is enkel van toepassing voor het transport van waarden op Belgisch grondgebied. De logistieke partner kan deze munten niet zelf over het Belgisch grondgebied vervoeren zonder begeleiding door een erkend waardentransporteur.
In Slovakije is er geen specifieke nationale wetgeving en heeft ervaring met de hierboven beschreven internationale transporten uitgevoerd door een logistieke partner onder begeleiding van een erkende waardentransporteur.
De opdrachtaannemer dient te voldoen aan de wetgeving in België, Slovakije en de transitlanden.
E.2. TIMING
De opdracht moet zo snel mogelijk uitgevoerd worden. In een eerste fase moeten minstens 6 miljoen muntstukken van 20 cent geleverd worden aan de NBB tegen 08/02/2022.
De diensten moeten in zijn geheel ten laatste uitgevoerd zijn tegen eind april 2022.
E.3. CONCREET VERLOOP VAN UITVOERING OPDRACHT
Bij aanvang moet een tijdsschema voorgelegd worden voor de realisatie van opdracht.
Bij leveringen moet minimaal 1 dag vooraf de informatie worden doorgegeven inzake identiteit en paspoortgegevens van de betrokken personen en de nummerplaten van de voertuigen.
Communicatie tijdens de uitvoering kan rechtstreeks met de Slovaakse bank en NBB, maar de aanbestedende overheid moet hiervan steeds op de hoogte zijn (vb afhaling van muntkisten, geplande levering, etc.)
Het ophalen van 6 miljoen muntstukken van 1 euro (= 120 muntkisten) en 2,5 miljoen muntstukken van 2 euro (= 50 muntkisten) bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx) en levering bij Nationale Bank van Slovakije. Er moet 1 levering plaatsvinden (afhankelijk van laadvermogen truck, maximaal kisten van 1 euro) bij de ‘Central Cash Desk’ van de Nationale Bank van Slovakije (adres: Xxxxxxx Xxxxxxx 0; 000 00 Xxxxxxxxxx; Xxxxxxxx). Alle andere munten van 1 euro en alle 2 euro’s moeten geleverd worden bij ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Xxxxxxxxxxx; Xxxxxxxx).
Het ophalen van 16 miljoen muntstukken van 20 eurocent (= 250 muntkisten) bij de Nationale Bank van Slovakije. 30 kisten moeten opgehaald worden bij de ‘Central Cash Desk’ van de
Nationale Bank van Slovakije (adres: Xxxxxxx Xxxxxxx 0; 000 00 Xxxxxxxxxx; Xxxxxxxx), alle andere 136 muntkisten zijn op te halen bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Topoľčianky; Slovakia).Alle leveringen moeten plaatsvinden bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx).
Het ophalen van de lege Slovaakse muntkisten bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx) en levering bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 951 93 Topoľčianky; Slovakia).
Het ophalen alle lege Belgische muntkisten bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’ (adres: Xxxxxx 000 ; 000 00 Xxxxxxxxxxx; Xxxxxxxx) en levering bij de Nationale Bank van België (adres: de Xxxxxxxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxxx) xx 0000 Xxxxxxx).
Er dient naar gestreefd te worden om zoveel mogelijk retourritten te plannen waarbij na levering in België/Slovakije ter plaatse een nieuwe lading wordt meegenomen voor levering in Slovakije/België.
Een konvooi van trucks dat zich aanbiedt bij de Nationale Bank van Slovakije kan uit maximaal 3 trucks bestaan om het geheel vlot verwerkt te krijgen ter plaatse.
De laden en leveren in Slovakije vindt plaats in open lucht. Voor de levering bij de ‘Central Warehouse of the Ministry of Interior of the Slovak Republic’, gaat dit over een afgesloten militair domein waarbij de veiligheid gegarandeerd is.
Voor de leveringen bij ‘Central Cash Desk’ zal dit gebeuren onder fysiek veiligheidstoezicht ter plaatse aangezien het niet gaat om een afgesloten site. Dit fysiek veiligheidstoezicht wordt georganiseerd door de Nationale Bank van Slovakije. De plaats van levering grenst aan het gebouw van de NBS.
De trucks kunnen in Slovakije uitgeladen worden via een vorklift, zoals op onderstaande foto zichtbaar.
E.4. VERZEKERING
Opdrachtnemer moet de munten verzekeren tijdens transport. Overdracht eigendom van NBB/NBS naar opdrachtnemer op moment van lading. De opdrachtnemer is vanaf het moment van overdracht verantwoordelijk voor de munten en dient zich te verzekeren tegen diefstal, verlies,… Pas na levering bij NBS/NBB is er nieuwe overdracht van eigendom aan de ontvanger..
Bij aanvang moet een tijdsschema voorgelegd worden voor de realisatie van opdracht.
Communicatie tijdens de uitvoering kan rechtstreeks met NBB en NBS, maar wij moeten hiervan steeds op de hoogte zijn (vb afhaling van muntkisten etc.).
E.5. PERSONEEL
De in te zetten medewerkers van Opdrachtnemer en eventuele onderaannemer dienen zich bij elk bezoek aan de Nationale Bank van België en Nationale Bank van Slovakije door middel van een geldig legitimatiebewijs te legitimeren.
De in te zetten medewerkers van Opdrachtnemer en eventuele onderaannemer zijn gedurende de werkzaamheden gekleed in herkenbare, representatieve bedrijfskleding van opdrachtnemer.
E.6. BEPERKINGEN LADING EN VRACHTWAGEN
Nationale Bank van België
De truck die de leveringen aan de NBB uitvoert of afhaling uitvoert, mag niet langer zijn dan 9,00m, niet hoger dan 3,00m en niet breder dan 2,45m. het maximumgewicht van de geladen truck is 26 ton. Er is geen combinatie met trekker/oplegger mogelijk.
Nationale Bank van Slovakije:
Voor de leveringen in Slovakije is er geen beperking qua afmetingen en gewicht truck. Een combinatie met trekker/oplegger is mogelijk.
De vorklift voor het laden en lossen van de muntkisten wordt door de NBS aangeboden ter plaatse.
Algemeen:
Er moet voldoende beveiliging van de lading voorzien zijn (bijvoorbeeld antislipmatten, afkeurbalk) Het stapelen van gevulde muntgeldkisten is niet mogelijk vanwege het zware gewicht
Deze opdracht kan geenszins worden beschouwd als een verbintenis vanwege de FOD FINANCIEN, die zich het recht voorbehoudt om de opdracht al dan niet toe te wijzen.
1030 BRUSSEL,
Xxxx X'Xxxxx
Digitaal ondertekend door Xxxx X'Xxxxx (Signature)
(Signature)
Datum: 2021.10.11
15:25:57 +02'00'
HANS D’HONDT
Voorzitter van het Directiecomité
F. BIJLAGEN
BIJLAGE 1. Offerteformulier
BIJLAGE 2 Buitenlandse firma – Vaste inrichting BIJLAGE 3 Hoe het UEA invullen en downloaden
BIJLAGE 4 Artikel 9 en 10 van de codex over het welzijn op het werk
BIJLAGE 5 Nationale bank België overeenkomst basisdienstverlening Euromunten
F.1. OFFERTEFORMULIER
Federale Overheidsdienst Financiën Stafdienst Begroting en Beheerscontrole Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B23 – bus 784 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
Bestek: S&L/DA/2021/063
Openbare procedure voor het transport van euromuntstukken
De firma:
(volledige benaming)
met als adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
ingeschreven bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen onder het nummer:
(naam) (functie)
en waarvoor Xxxxxxxx/Mevrouw1:
gedomicilieerd op het adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
1 De niet correcte vermelding schrappen.
als inschrijver of gevolmachtigde optreedt en hieronder ondertekent, verbindt zich tot de uitvoering, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen van het bestek van de omschreven diensten tegen de hieronder vermelde prijs (prijzen):
Forfaitair totaalbedrag voor het transport van de euromunten conform aan de technische voorschriften | Bedrag van de btw | Totaalbedrag inclusief btw |
In de offerte is de vertrouwelijke informatie en/of de informatie die betrekking heeft op technische of commerciële geheimen duidelijk aangeduid.
Het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid zal de verschuldigde sommen betalen door storting of overschrijving op:
het rekeningnummer:
- IBAN:
- BIC:
Alle briefwisseling betreffende de uitvoering van de opdracht moet worden gestuurd naar:
(straat) (postnr. en gemeente) (telefoonnummer)
(e-mailadres)
KMO (kleine en middelgrote onderneming):
JA / NEEN3
Wordt uw firma beschouwd als een KMO in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen?2
2 De voorwaarden om als een kmo te worden beschouwd, zijn:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
- jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde: 9.000.000 euro
- balanstotaal: 4.500.000 euro
Wanneer meer dan een van de hierboven vermelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. In dat geval zijn de gevolgen van deze overschrijding van toepassing vanaf het boekjaar volgende op het lopende boekjaar waarin voor de tweede keer meer dan een criterium overschreden werd of niet meer overschreden werd.
3 Schrappen wat niet past
Op (datum)
Te (plaats)
Gedaan
Dit vak is voorbehouden aan de aanbestedende overheid:
GOEDGEKEURD:
PRO MEMORIE: DOCUMENTEN VERPLICHT BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN
- Het offerteformulier (zie deel C).
- De statuten en alle andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel C, 1.2.).
- Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (zie deel C).
De beschrijving van de diensten met betrekking tot de technische voorschriften (zie deel E).
F.2. BUITENLANDSE FIRMA - VASTE INRICHTING
1. BESCHIKT OVER EEN VASTE INRICHTING IN BELGIE:4
JA - NEE5
Deze vaste inrichting is betrokken bij de levering van goederen of de prestatie van diensten:
JA - NEE6
Btw-nummer van de vaste inrichting: BE……………………………………………
Met het volgende adres:
(volledige naam)
(straat) (postcode en gemeente)
Als de firma over een vaste inrichting beschikt en deze laatste betrokken is bij de levering van goederen of de prestatie van diensten, betaalt de betalingsinstelling van de aanbestedende overheid het verschuldigde bedrag per storting of overschrijving op:
het rekeningnummer van de vaste inrichting:
IBAN:
BIC:
4 In de zin van artikel 11 van uitvoeringsverordening nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
Voor de toepassing van de artikelen 50, 51 en 55 van het Btw-Wetboek beschouwt de administratie dat een belastingplichtige over een vaste inrichting hier te lande beschikt wanneer de volgende drie voorwaarden samen vervuld zijn:
a) de belastingplichtige heeft hier te lande een directiezetel, een filiaal, een fabriek, een werkplaats, een agentschap, een magazijn, een kantoor, een laboratorium, een inkoop- of verkoopkantoor, een opslagplaats of enige andere vaste inrichting, met uitsluiting van de bouwplaatsen;
b) de inrichting in kwestie wordt beheerd door een persoon die bekwaam is om de belastingplichtige te verbinden
tegenover de leveranciers en de klanten;
c) de inrichting bedoeld in a) verricht op geregelde wijze handelingen bedoeld in het Btw-Wetboek: leveringen van goederen of prestaties van diensten.
Een belastingplichtige die beschikt over een stabiele inrichting in België wordt beschouwd als een belastingplichtige die niet in België gevestigd is, als deze inrichting niet betrokken is bij de levering van goederen of de prestatie van diensten (artikel 51,
§2, lid 2 van het Btw-Wetboek en 192bis van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
Een vaste inrichting wordt beschouwd als zijnde betrokken bij de levering van goederen of de prestatie van diensten wanneer deze levering of dienst werd verricht vanuit deze vaste inrichting, met andere woorden als de menselijke en technische middelen van de inrichting werden aangewend om die levering of dienst te verrichten. Eenvoudige taken ter administratieve ondersteuning uitgevoerd door de vaste inrichting volstaan niet (artikel 53 van uitvoeringsverordening nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
5 Doorhalen wat niet past
6 Doorhalen wat niet past
2. ALS DE FIRMA NIET BESCHIKT OVER EEN VASTE INRICHTING IN BELGIË OF ZE IS NIET BETROKKEN BIJ DE LEVERING VAN GOEDEREN OF DE PRESTATIE VAN DIENSTEN:
Belgisch btw-nummer van de buitenlandse firma (rechtstreekse identificatie): BE…………………………………
OF
Belgisch btw-nummer van de aansprakelijke vertegenwoordiger in België (NB: verplicht voor firma's van buiten de Europese Unie): BE……………………………………………
Met het volgende adres:
(volledige naam)
(straat) (postcode en gemeente)
Als de firma beschikt over een aansprakelijke vertegenwoordiger in België en deze laatste stelt het document betreffende de betaling van de btw op, betaalt de betalingsinstelling van de aanbestedende overheid de verschuldigde bedragen per storting of overschrijving op
het rekeningnummer van de aansprakelijke vertegenwoordiger:
IBAN:
BIC:
In geval van levering van goederen, worden deze vervoerd vanuit (land).
F.3. HOE HET UEA INVULLEN EN DOWNLOADEN
Zoals aangegeven in het UEA zelf, moet u per ondernemer een UEA toevoegen wanneer u voor deze opdracht samen met andere ondernemers deelneemt en/of wanneer u een beroep doet op de draagkracht van andere ondernemers. In dat geval moeten deze allemaal toegevoegd worden op het moment dat u uw offerte indient.
Er zijn twee mogelijkheden om het UEA in te vullen.
F.3.1. Via het html-bestand
1. Klik op de volgende link: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/.
2. Kies uw taal.
3. Bij “Wie bent u?” kiest u voor “Ik ben een ondernemer”.
4. Bij “Wat wilt u doen” kiest u voor “Een UEA (aanvraag of antwoord) importeren”.
5. Upload het document “uea.xml”, dat zich bevindt in de rubriek “Document” van de aankondiging van de opdracht op e-notification (xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
6. Bij “Waar bevindt uw onderneming zich?” kiest u uw land.
7. Klik op “Volgende”.
8. U kan nu beginnen met het invullen van de vereiste velden:
- Deel I. (enkel als de aanbestedende overheid dit niet vooringevuld heeft)
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
9. Wanneer u het document volledig ingevuld hebt, klikt u op “Overzicht”.
10. Klik op “Downloaden in beide formaten” (XML- en PDF-formaat).
11. Wanneer u uw offerte/aanvraag tot deelneming indient, moet u het ingevulde UEA in XML- en PDF-formaat toevoegen.
F.3.2. Via het PDF-bestand
1. Druk het PDF-bestand van het UEA af, dat zich bevindt in de rubriek “Document” van de aankondiging van de opdracht op e-notification (xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
2. Vul het volledig in.
- Deel I. (enkel als de aanbestedende overheid dit niet vooringevuld heeft)
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
3. Scan het volledig ingevulde UEA in.
4. Wanneer u uw offerte/aanvraag tot deelneming indient, moet u het ingevulde UEA in PDF- formaat toevoegen.
F.4. ARTIKEL 9 EN 10 VAN DE WET VAN 4 AUGUSTUS 1996 OVER HET WELZIJN OP HET WERK
Art. 9. <W 2007-06-03/81, art. 88, 017; Inwerkingtreding : 02-08-2007> § 1. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden :
1° de aannemers de nodige informatie te verstrekken ten behoeve van de werknemers van de aannemers en onderaannemers en ten behoeve van het overleg met betrekking tot de maatregelen bedoeld in 4°.
Deze informatie betreft inzonderheid :
a) de risico's voor het welzijn van de werknemers alsmede de beschermings- en preventiemaatregelen en -activiteiten, zowel voor de inrichting in het algemeen als voor elk type werkpost en/of elke soort functie of activiteit voor zover deze informatie relevant is voor de samenwerking of coördinatie;
b) de maatregelen welke zijn genomen voor de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en de aangewezen werknemers die belast zijn met het in praktijk brengen van deze maatregelen;
2° zich ervan te vergewissen dat de in 1° bedoelde werknemers de passende opleiding en instructies inherent aan zijn bedrijfsactiviteit hebben ontvangen;
3° de gepaste maatregelen te treffen voor de organisatie van het aan zijn inrichting specifiek onthaal van de in 1° bedoelde werknemers en, in voorkomend geval, deze aan een lid van zijn hiërarchische lijn toe te vertrouwen;
4° het optreden van de aannemers en onderaannemers te coördineren en de samenwerking tussen deze aannemers en onderaannemers en zijn inrichting bij de uitvoering van de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te verzekeren;
5° er zorg voor te dragen dat de aannemers hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan zijn inrichting, naleven.
§ 2. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden :
1° elke aannemer te weren waarvan hij kan weten of vaststelt dat deze de verplichtingen opgelegd door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten met het oog op de bescherming van de werknemers niet naleeft;
2° met elke aannemer een overeenkomst te sluiten waarin inzonderheid volgende bedingen zijn opgenomen :
a) de aannemer verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar hij werkzaamheden komt uitvoeren, na te leven en door zijn onderaannemers te doen naleven;
b) indien de aannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, kan de werkgever in wiens inrichting de werkzaamheden worden uitgevoerd, zelf de nodige maatregelen treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de aannemer;
c) de aannemer die een beroep doet op (een) onderaannemer(s) voor het uitvoeren van werkzaamheden in de inrichting van een werkgever, verbindt er zich toe om in de overeenkomst(en) met deze onderaannemer(s) de bedingen op te nemen zoals bedoeld onder a) en b), wat inzonderheid
inhoudt dat hijzelf, indien de onderaannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, de nodige maatregelen kan treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de onderaannemer.
3° zelf, na ingebrekestelling van de aannemer, onverwijld de nodige maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk eigen aan de inrichting te treffen, indien de aannemer deze maatregelen niet neemt of zijn verplichtingen gebrekkig naleeft.
Art. 10. <W 2007-06-03/81, art. 88, 017; Inwerkingtreding : 02-08-2007> § 1. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers die werkzaamheden komen uitvoeren in de inrichting van een werkgever, zijn ertoe gehouden :
1° hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar zij werkzaamheden komen uitvoeren, na te leven en te doen naleven door hun onderaannemers;
2° de informatie, bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, aan hun werknemers en onderaannemer(s) te verstrekken;
3° aan de werkgever bij wie zij werkzaamheden zullen uitvoeren de nodige informatie te verstrekken over de risico's eigen aan die werkzaamheden;
4° hun medewerking te verlenen aan de coördinatie en samenwerking bedoeld in artikel 9, § 1, 4°;
§ 2. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers hebben ten aanzien van hun onderaannemers dezelfde verplichtingen als de werkgever in toepassing van artikel 9, § 2 heeft ten aanzien van de aannemers.