PRODUCTIEOVEREENKOMST: ALGEMENE VOORWAARDEN VANAF 1 JANUARI 2022
PRODUCTIEOVEREENKOMST: ALGEMENE VOORWAARDEN VANAF 1 JANUARI 2022
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op producties die 100 % door VRT-middelen worden gefinancierd (= EPRO).
1. DEFINITIES
De hieronder vermelde terminologie wordt in de Productieovereenkomst met hoofdletter aangeduid en heeft de betekenis zoals in onderstaande definities vermeld. Wanneer in de Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar een artikel, dan heeft deze verwijzing betrekking op een artikel van deze Algemene Voorwaarden, tenzij specifiek verwezen wordt naar de Bijzondere Voorwaarden van de Productieovereenkomst of naar een andere te benoemen tekst.
1.1. Algemene Voorwaarden: onderdeel van de Productieovereenkomst dat de afspraken bevat die van toepassing zijn op elke Productieovereenkomst gesloten met de VRT, thans huidig document.
1.2. Afgeleide Exploitatie(rechten): de exploitatierechten andere dan de Audiovisuele Exploitatierechten, met name de rechten m.b.t. de afzonderlijke exploitatie van een specifiek gecreëerde (niet)audiovisuele c.q. multimediale afgeleide van de Productie, het Concept, de titel of elk ander kenmerkend element ervan (vb. figuur of personage, titel, merk, kenwijsjes, muziek of andere elementen) die geen exploitatie van de Productie zelf uitmaakt maar wel een nieuw product betreft waaraan een substantiële ontwikkelings- en productiekost vasthangt. Dit betreft bijvoorbeeld evenementen (behalve evenementen met grootschermvertoning en marketingevenementen), boeken, strips, merchandisingproducten etc.
Meer bepaald behoren onder meer volgende handelingen hiertoe:
▪ het produceren van (niet)audiovisuele c.q. multimediale afgeleiden van de Productie, het Concept, de titel of elk ander kenmerkend element ervan en het reproduceren van deze afgeleiden en de reproductie van zulke dragers op om het even welke technische wijze en voor om het even welke multimedia-exploitatie;
▪ de distributie, promotie, verkoop, verhuring of openbare uitleningen van kopieën van zulke producties zoals in voorgaande paragraaf genoemd en de mededeling ervan aan het publiek en exploitatie op eender welke wijze.
Tenzij waar anders vermeld, worden deze rechten, of ze nu uit de wet, dan wel uit deze overeenkomst voortvloeien, in zoverre van toepassing, telkens beschouwd in hun actuele en toekomstige wettelijke omvang, met inbegrip van de rechten die voor de betrokken exploitatie vereist zijn. De door de wet omschreven rechten, alsook de contractueel afgesproken rechten, gelden voor de gehele beschermingsduur van de wettelijke rechten zoals deze voortvloeien uit de toepasselijke wetgeving en internationale conventies en zonder enige beperking in ruimte en wat het aantal aanwendingen of het technisch procedé betreft. De titularis van deze rechten kan deze rechten zelf uitoefenen of laten uitoefenen door een derde.
1.3. Audiovisuele Exploitatie(rechten): de rechten m.b.t. de audiovisuele c.q. multimediale exploitatie van de Productie, de afzonderlijke afleveringen en onderdelen daarvan, fragmenten en bestanddelen en de promotionele activiteiten ter ondersteuning (direct of indirect) van de Productie (zoals marketing- evenementen).
Meer bepaald behoren onder meer volgende handelingen hiertoe:
▪ de vastlegging op oorspronkelijke drager en elke reproductie op om het even welke andere drager nodig om de exploitaties hierna technisch mogelijk te maken;
▪ de verwerking van audio(visuele) fragmenten/onderdelen uit de Productie of van de Productie in haar geheel dan wel de verwerking van (al dan niet bewerkte) elementen uit de Productie in (andere) audiovisuele, auditieve, multimediale en andere producties, alsook het creëren van interactieve versies van de Productie en de exploitatie van deze producties op eender welke wijze;
▪ vertaling, ondertiteling en synchronisatie;
▪ de uitoefening van omroeprechten alsook alle vormen van gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte. Onder uitoefening van omroeprechten wordt verstaan: het op afstand (laten) aanbieden hetzij voor particuliere ontvangst, hetzij voor een publieke opvoering of voorstelling, in België en daarbuiten, van om het even welke contentdienst aan het publiek, via een elektronisch communicatienetwerk, ongeacht de gebruikte technische standaarden en de wijze waarop het publiek de content kan raadplegen en ongeacht de eindtoestellen die vereist zijn voor de raadpleging van de content door het publiek en de daarvoor gebruikte technologie. Onder ‘ongeacht de wijze waarop het publiek de content kan raadplegen’ wordt onder meer verstaan: hetzij in het kader van een lineair aanbod waarbij de content op basis van een programmaschema wordt aangeboden (zoals bijvoorbeeld de radio- en televisie-uitzendingen, live streaming via internet) hetzij in het kader van een niet-lineair aanbod waarbij de content wordt beschikbaar gesteld aan het publiek op individueel verzoek (zoals bijvoorbeeld Catch up, Graduele Catch up service, video on demand, multimediadiensten) hetzij gratis, hetzij tegen betaling (zoals bijvoorbeeld pay per view, pay per channel, interactive voice response) hetzij als gecodeerde dienst, hetzij als ongecodeerde dienst;
▪ elke andere vorm van mededeling aan het publiek, al dan niet op afstand, zoals het vertonen van de Productie aan het publiek via grootschermvertoningen;
▪ het produceren van (materiële en immateriële) dragers van welk type dan ook (zoals bijvoorbeeld de reproductie op DVD, CD, NPVR, offline downloads) van de Productie of onderdelen ervan (zoals bijvoorbeeld de voor de Productie gecreëerde muziek); de reproductie van zulke dragers op om het even welke technische wijze en voor om het even welke multimedia-exploitatie; alsook de distributie, verkoop, verhuring of openbare uitleningen van kopieën van zulke producties, en alle andere mogelijke middelen van mededeling van deze producties aan het publiek op om het even welk ogenblik;
▪ de reproductie en mededeling aan het publiek, al dan niet op afstand met inbegrip van de beschikbaarstelling aan het publiek op individueel verzoek, van stills, fragmenten of onderdelen uit de Productie (vb. stills als promotiemateriaal, voor screensavers).
Audiovisuele Exploitatierechten moeten worden verstaan in de meest brede zin. Tenzij waar anders vermeld, worden deze rechten, of ze nu uit de wet dan wel uit deze overeenkomst voortvloeien, in zoverre van toepassing, telkens beschouwd in hun meest actuele en toekomstige wettelijke omvang, met inbegrip van de rechten die voor de betrokken exploitatie vereist zijn. De door de wet omschreven rechten, alsook de contractueel afgesproken rechten gelden voor de gehele beschermingsduur van de wettelijke rechten zoals deze voortvloeien uit de toepasselijke wetgeving en internationale conventies en zonder enige beperking in ruimte en wat het aantal aanwendingen of het technisch procedé betreft. De titularis van deze rechten kan deze rechten zelf uitoefenen of laten uitoefenen door een derde.
1.4. Bijzondere Voorwaarden: onderdeel van de Productieovereenkomst dat de specifieke afspraken voor een Productie bevat.
1.5. Catch up service (licht uitgesteld kijken): een niet-lineaire dienst die gebruikers toelaat om gedurende een beperkte periode (30 dagen) na de lineaire uitzending de Productie te herbekijken. De afleveringen worden aangeboden a rato van de lineaire uitzendingen.
1.6. Commerciële Communicatie: verzamelterm gebruikt in artikel 2, 5° van het Vlaamse Mediadecreet voor beelden en/of geluiden in of rond de Productie die rechtstreeks of onrechtstreeks dienen om goederen, diensten of het imago van een (rechts-)persoon die economische/concurrentiële activiteiten verricht, te promoten tegen betaling of soortgelijke vergoeding van de betrokken (rechts-)persoon. Voor de VRT relevante vormen van Commerciële Communicatie van derden zijn onder meer:
- Off screen Sponsoring in natura: de levering van producten/diensten voor de Productie die niet worden opgenomen in de Productie in ruil voor de vermelding van de leverancier in de aftiteling van de Productie.
- Productplaatsing in natura: de levering van producten/diensten voor de Productie, in ruil voor het (herkenbaar of onherkenbaar) opnemen ervan in de Productie, eventueel gecombineerd met een vermelding van de leverancier in de aftiteling van de Productie.
- Financiële Productplaatsing: de betaling van een financiële vergoeding (eventueel bovenop levering van producten/diensten voor de Productie) in ruil voor het (herkenbaar of onherkenbaar) opnemen van het merk, product of dienst van de betrokken financier in de Productie en eventueel een vermelding van de financier in de aftiteling van de Productie.
1.7. Commerciële Exploitatie: iedere vorm van exploitatie die buiten het kader van de Publieke Opdracht van VRT valt. Commerciële Exploitaties omvatten enerzijds Commerciële Audiovisuele Exploitaties (ook wel secundaire initiatieven van (delen van) de Productie zelf genoemd) en anderzijds Commerciële Afgeleide Exploitaties (ook wel secundaire afgeleide initiatieven genoemd).
Commerciële Afgeleide Exploitaties: alle vormen van exploitatie van de Afgeleide Exploitatierechten buiten het kader van de Publieke Opdracht van VRT. Bij wijze van voorbeeld omvatten deze merchandisingproducten, boeken en commerciële evenementen.
Commerciële Audiovisuele Exploitaties: alle vormen van exploitatie van de Audiovisuele Exploitatierechten van Productie die buiten het kader van de Publieke Opdracht van VRT vallen. Bij wijze van voorbeeld omvatten deze:
- het verkopen van licenties voor content via VOD op Vlaamse en andere markten (TVOD en SVOD) andere dan catch up-services (zoals bijvoorbeeld Play en Play more, Netflix,…);
- DVD en CD.
1.8. Concept: de structuur van de Productie, die bestaat uit de combinatie van kenmerkende elementen, gedetailleerd uitgewerkt naar vorm en inhoud, zodat zij een beeld geven van hoe het eindproduct eruit ziet of zal zien, ongeacht of dit Concept een auteursrechtelijk beschermd format uitmaakt.
1.9. Externe Productie: een audiovisuele c.q. multimediale Productie waarvan het productiebudget wordt gefinancierd door VRT middelen (VRT-cashbudget, VRT-naturabudget en VRT-schermreturn) en die in opdracht van VRT wordt gerealiseerd door de medecontractant.
1.10. Graduele Catch up service: een niet-lineaire dienst die gebruikers toelaat om gedurende de periode dat de Productie lineair wordt uitgezonden, de afleveringen van de Productie niet-lineair te herbekijken en dit tot een beperkte periode (30 dagen) na de lineaire uitzending van alle afleveringen van de Productie.
1.11. Holdbackperiode: de periode waarin de medecontractant het Concept, noch een op het Concept gebaseerde (afgeleide) audiovisuele c.q. multimediale productie aanbiedt voor exploitatie op de Vlaamse Mediamarkt.
1.12. Institutionele Financiering: de bijdrage (financieel en/of andere) van een overheidsinstelling, een met de overheid verbonden organisatie (in ruime zin) of een non profit/niet-commerciële organisatie, aan de financiering of realisatie van de Productie, los van economisch/concurrentiële activiteiten van de betrokken instelling, in ruil eventueel voor bepaalde rechten en/of eventueel een vermelding van de instelling in de aftiteling van de Productie, dit alles conform het beleid van de VRT terzake.
1.13. Mediabedrijven: omroeporganisaties, aanbieders van mediadiensten en -activiteiten of multimediabedrijven die via om het even welk elektronisch communicatienetwerk content aanbieden aan het publiek.
1.14. Mediadecreet: het decreet dat de radio-omroep en televisie regelt in de Vlaamse Gemeenschap, thans het Decreet van 27 maart 2009 betreffende de radio-omroep en de televisie, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, evenals de uitvoeringsbesluiten ervan.
1.15. Netto-ontvangsten: de inkomsten ontvangen door de partij die de exploitatie behartigt, na aftrek van taksen en direct aanwijsbare afgesproken kosten.
1.16. Productie: de afgewerkte en gebruiksklare Externe Productie bedoeld in artikel 2 Bijzondere Voorwaarden.
1.17. Productieovereenkomst: de bindende overeenkomst gesloten tussen de VRT en de medecontractant met als voorwerp het verwerven en exploiteren van rechten op de Productie. Deze overeenkomst bestaat uit de Bijzondere Voorwaarden met daarin opgesomde bijlagen, waaronder onderhavige Algemene Voorwaarden, en de overige richtlijnen waarnaar in deze documenten wordt verwezen.
1.18. Productiebudget: de totale afgesproken kost van de Productie gebaseerd op marktconforme prijzen.
1.19. Publieke Opdracht van VRT: de opdracht van VRT om een kwalitatief aanbod te brengen aan het Vlaamse publiek via relevante (eigen of derde) platformen, zoals die is beschreven in het Mediadecreet en de VRT Beheersovereenkomst, zoals van tijd tot tijd aangepast aan de nieuwe evoluties. Deze opdracht is evolutief: waar vroeger mediagebruikers content louter of hoofdzakelijk lineair consumeerden, consumeren mediagebruikers content in toenemende mate waar ze willen, wanneer ze willen en hoe ze willen (bijvoorbeeld via on demand diensten, via interactieve toepassingen zoals games ea.) (en dit al zeker sinds 1 januari 2017). De VRT moet hierop inspelen en de content daar brengen waar het publiek zich bevindt. Wat de audiovisuele rechten betreft, omvat de Publieke Opdracht van VRT onder meer de volgende exploitatievormen:
- lineair uitzenden (en alle functionaliteiten die daarbij horen, zoals (N)PVR, start over, offline download tot 30 dagen) op eigen platformen en platformen van distributeurs, zoals Telenet en Proximus;
- Catch up service op eigen en derde platformen zoals bijvoorbeeld het huidige Net Gemist, LUK- diensten van distributeurs (zoals Replay), evenals Graduele Catch up service zoals bij VRT NU (VRT- videoplayer),…
- het aanbieden van fragmenten van een Productie op sites, inclusief sociale media;
- …
1.20. Vlaamse Mediamarkt: de mediabedrijven (ongeacht de plaats van hun maatschappelijke zetel) die content aanbieden en zich specifiek richten tot het Vlaamse publiek. Worden eveneens geacht zich te richten tot het Vlaamse publiek: Mediabedrijven (ongeacht de plaats van hun maatschappelijke zetel) die Nederlandstalige content (al dan niet gedubd) aanbieden aan consumenten die deel uitmaken van de Vlaamse Gemeenschap in de doelgroep tot 12 jaar.
1.21. VRT-contactpersoon: voor inhoudelijke vragen en/of bijsturingen van de Productie, respectievelijk de operationele opvolging van de Productie wordt de contactpersoon voor de medecontractant binnen VRT
m.b.t. de uitvoering van de Productieovereenkomst aangesteld en benoemd in de Bijzondere Voorwaarden.
1.22. VRT-cashbudget: het gedeelte van de vergoeding die de VRT in liquide middelen betaalt aan de medecontractant.
1.23. VRT-naturabudget: het gedeelte van de vergoeding die de VRT in natura ter beschikking stelt aan de medecontractant.
1.24. VRT-schermreturn: het gedeelte van de vergoeding die de VRT levert in de vorm van mediaruimte/schermruimte in ruil voor Commerciële Communicatie en Institutionele Financiering.
2. ALGEMENE BEPALINGEN
2.1. Een Productieovereenkomst tussen de VRT en de medecontractant komt slechts tot stand bij ondertekening van de Bijzondere Voorwaarden voor de Productie. Deze ondertekening impliceert de integrale toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden en andere bijlagen en beleidsrichtlijnen waarnaar wordt verwezen, tenzij er uitdrukkelijk van wordt afgeweken in de Bijzondere Voorwaarden.
2.2. De toepasselijke versie van de Algemene Voorwaarden (incl. bijlagen en beleidsrichtlijnen) bij de Productieovereenkomst is steeds diegene die van kracht is op het ogenblik van ondertekening van de Bijzondere Voorwaarden. Indien na de totstandkoming van de Productieovereenkomst de VRT zich
genoodzaakt zou zien bepalingen van de bijlagen en beleidsrichtlijnen bij de Algemene Voorwaarden te wijzigen, dan zal hierover tussen partijen in een constructief overleg worden beslist of en welke maatregelen er dienen te worden genomen.
2.3. Partijen verklaren wettelijk en reglementair in orde te zijn om hun activiteiten te kunnen en mogen uitoefenen en alle rechten te bezitten om de Productieovereenkomst te sluiten en uit te voeren.
2.4. De toepasselijkheid van eventuele algemene en bijzondere verkoop- en/of factuurvoorwaarden van de partijen, zelfs als deze zouden vermelden dat zij als enige geldend, wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
2.5. De nietigheid of niet-afdwingbaarheid om welke reden dan ook van een of meerdere bedingen van onderhavige Algemene Voorwaarden, van de Bijzondere Voorwaarden of van de bijlagen zal nooit de nietigheid of niet-afdwingbaarheid van de Productieovereenkomst tot gevolg hebben. In geval van nietigheid of niet-afdwingbaarheid van een beding zullen partijen dat beding vervangen door een geldig beding dat het nauwst aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling van de partijen.
2.6 Mogelijke wijzigingen of aanpassingen aan deze Productieovereenkomst na het sluiten ervan, kunnen uitsluitend via een door beide partijen ondertekend geschrift worden vastgelegd.
2.7. De partijen verbinden zich ertoe de rechten en plichten die respectievelijk voortvloeien uit de Productieovereenkomst niet over te dragen aan een derde zonder voorafgaand, uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord hiertoe van de andere partij.
2.8. Partijen verbinden zich ertoe om bij uitvoering van de Productieovereenkomst de geldende sociale wetgeving na te leven, met inbegrip van het Sociaal Charter. Partijen zullen bij de uitvoering van de Productieovereenkomst aandacht hebben voor de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
3. VOORWERP
Tegen betaling van de vergoeding zoals bepaald in de Bijzondere voorwaarden verwerft de VRT de rechten zoals bepaald in artikel 10 en mag zij deze exploiteren.
4. VERGOEDING EN PRODUCTIEBUDGET
4.1. De vergoeding voor het verwerven en exploiteren van de rechten bepaald in deze Algemene Voorwaarden is gelijk aan het volledige Productiebudget, bepaald in de Bijzondere Voorwaarden. De financiering van het Productiebudget wordt aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden en kan bestaan uit:
o VRT-cashbudget desgevallend gecombineerd met
o VRT-naturabudget
o VRT-schermreturn
4.2. Dit is het maximum aan middelen dat de VRT zal betalen/inzetten voor de Productie.
De gemaakte afspraken omtrent de kost van de Productie en de wijze waarop deze gefinancierd wordt, zijn transparant en marktconform. De medecontractant verbindt er zich toe om op ieder moment in alle transparantie inzage te geven over de uitvoering van de financieringsafspraken.
4.3. Er wordt gebruik gemaakt van een geüniformiseerd sjabloon voor het indienen van het Productiebudget.
5. BETALINGSSCHEMA/BETALINGSVOORWAARDEN
In alle in de Bijzondere Voorwaarden vermelde bedragen zijn alle kosten en taksen inbegrepen, maar BTW uitgezonderd.
5.1. Het VRT-cashbudget
5.1.1. Het VRT-cashbudget wordt door de VRT aan de medecontractant betaald volgens het schema vervat in de Bijzondere Voorwaarden en dit uiterlijk binnen 30 dagen na de effectieve ontvangst van de factuur die conform de Bijzondere Voorwaarden moet zijn opgemaakt.
5.1.2. De VRT zal een laatste schijf van betaling, met name 10% van het VRT-cashbudget, inhouden tot na ontvangst door de VRT vanwege de medecontractant van:
o alle auteursrechtelijke informatie zoals bepaald in artikel 12.2;
o alle overeenkomsten en gegevens op het vlak van VRT-schermreturn (artikel 7);
o alle beeldbanden en andere dragers, documenten, rekwisieten enz. die de VRT ter uitvoering van de Productieovereenkomst ter beschikking heeft gesteld van de medecontractant zoals bepaald in de Bijzondere voorwaarden.
5.2. Het VRT-naturabudget en de VRT-schermreturn
De VRT stuurt een factuur aan de medecontractant voor alle bestanddelen van het VRT-naturabudget en de VRT-schermreturn die zij aan de medecontractant levert. Op deze prestaties wordt het verschuldigde BTW-tarief aangerekend.
Aangezien deze prestaties als vergoeding deel uitmaken van de globale vergoeding verschuldigd door VRT in uitvoering van de Productieovereenkomst, zal de medecontractant de bedoelde facturen binnen 15 dagen na ontvangst tegenfactureren aan de VRT, verhoogd met het toepasselijke BTW-tarief.
De bedragen van deze wederzijdse vorderingen worden gecompenseerd en worden geacht te zijn betaald door schuldvergelijking ten bedrage van het laagste bedrag.
Partijen verbinden zich ertoe de facturen wederzijds niet over te dragen noch te endosseren.
6. UITVOERING VAN DE PRODUCTIEOVEREENKOMST
6.1. Redactionele autonomie en redactionele verantwoordelijkheid van de VRT
VRT is een openbare omroep, die gehouden is aan een aantal wetsbepalingen, alsook administratieve/rechterlijke uitspraken die op basis hiervan worden gedaan. Het gaat onder meer over het Mediadecreet, de Privacywetgeving, de Kansspelreglementering en uitspraken van de Vlaamse Regulator voor de Media.
Daarnaast is er de beheersovereenkomst, zijn er richtlijnen van toepassing op de VRT en worden ook binnen de VRT een aantal beleidslijnen uitgetekend die eveneens moeten worden nageleefd door de medecontractant. Het betreft onder meer de bepalingen m.b.t. diversiteit, het Programmacharter, richtlijnen m.b.t. politici in programma’s, technische richtlijnen en de richtlijnen m.b.t. 0900-lijnen/SMS- acties.
Als professional binnen de mediamarkt verwacht de VRT dat de medecontractant zich hiervan op de hoogte houdt en deze toepast. VRT van haar kant zal ook de nodige inspanningen leveren om de medecontractant hiervan zo goed mogelijk te informeren via xxxxxxxx.xx of via mail. Daarnaast zullen ook communicatiemomenten worden ingelast. Bij vragen kan de medecontractant altijd terecht bij zijn VRT-contactpersoon.
6.2. Productie
6.2.1. Indien de medecontractant een beroep doet op derden bij de uitvoering van de Productieovereenkomst, dan blijft hij hiervoor verantwoordelijk. Hij hanteert in zijn afspraken met deze derden marktconforme tarieven.
6.2.2. De medecontractant is verantwoordelijk voor de volledige Productie en verbindt zich ertoe de Productie te verwezenlijken op een professionele nauwgezette manier, rekening houdend met de kwaliteitsnormen op inhoudelijk, artistiek en technisch vlak, die voor VRT gebruikelijk zijn en die tussen partijen werden afgesproken. Ook zal de medecontractant produceren conform de hem door VRT meegedeelde waarden, het profiel en de huisstijl van de netmerken waarvoor de Productie bedoeld is. Indien nodig zal de VRT hierover een update geven.
6.2.3. De VRT krijgt tijdens het hele productieproces de mogelijkheid om reeds gemonteerd materiaal te bekijken en te evalueren. Bij gebruikelijke en redelijke vragen tot bijsturing van de VRT-contactpersoon zal de medecontractant hiermee rekening houden in de afwerking van de Productie en dit binnen het afgesproken Productiebudget, tenzij hierover anders schriftelijk wordt overeengekomen op dat moment.
6.2.4. De medecontractant heeft en behoudt de eigendom van het materiaal dat gebruikt wordt ten behoeve van de Productie (bijvoorbeeld decor, aankleding,…) tenzij anders en uitdrukkelijk overeengekomen tussen de Partijen. De medecontractant draagt het risico m.b.t. mogelijke beschadiging of verdwijning van het materiaal.
6.3. Toegang en gebruik VRT-archief
Mits hiervoor toestemming werd gegeven in de Bijzondere Voorwaarden, krijgt de medecontractant toegang tot het VRT-archief en dit uitsluitend met het oog op gebruik van VRT-beeldarchiefmateriaal in de Productie. De gebruikelijke procedures en voorwaarden van toepassing op het VRT-archief zullen in dergelijk geval door de VRT aan de medecontractant worden meegedeeld en gelden. Het VRT- beeldmateriaal zal steeds gebruikt worden met respect voor de oorspronkelijke context van de beelden.
In geval van enig ander gebruik of verspreiding heeft de VRT recht op een forfaitaire schadevergoeding van 1000 euro per fragment, onverminderd haar recht om haar hoger geleden schade te bewijzen.
De medecontractant zal bij de VRT-contactpersoon de nodige stappen zetten om zich te informeren over de rechten die rusten op dit beeldmateriaal. De VRT-contactpersoon deelt hierover alle beschikbare, relevante informatie mee aan de medecontractant. VRT staat in voor de juistheid van de informatie die hij verstrekt. Indien vereist, worden de rechten door de medecontractant geklaard. De medecontractant vrijwaart hiervoor de VRT conform artikel 12.
6.4. Aftiteling
De aftiteling van de Productie gebeurt op basis van de interne richtlijnen van de VRT die als bijlage bij deze Algemene Voorwaarden gaan.
6.5. Veiligheid
Zo er opnamen of evenementen plaatsvinden in het kader van deze Productieovereenkomst (opname met of zonder publiek, andere evenementen,…), hierna te noemen “de Opname of het Evenement”, dan is de medecontractant hiervan de organisator in de zin van de Welzijnswetgeving en alle daaraan gerelateerde reglementering. De medecontractant verbindt er zich toe de Opname of het Evenement te doen verlopen in overeenstemming met alle wettelijke en reglementaire voorschriften. Dit houdt in dat hij onder meer de volledige verantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor alle schade, morele en materiële, toegebracht aan de VRT of aan derden voortvloeit uit de niet-naleving van alle van toepassing zijnde reglementen, wetten, normen en regels in verband met de veiligheid en gezondheid van het publiek en andere aanwezige personen tijdens de Opname of het Evenement. Indien de VRT daarom verzoekt, verleent de medecontractant de dienst PBW van de VRT vrije toegang tot de locatie.
Als bijlage wordt bij deze Algemene Voorwaarden een document ‘Aandachtspunten bij Opnamen & Evenementen’ gevoegd met algemene hoofdlijnen, nuttige tips en aandachtspunten inzake veiligheid bij Producties en Evenementen.
6.6. Verzekering
De medecontractant zal op basis van de specifieke noden van de productie inschatten welke verzekeringen nodig zijn tot adequate dekking van de risico’s die hij in de diverse stadia van de uitvoering van de Productieovereenkomst kan lopen en sluit hiertoe de nodige verzekeringen af. Indien er Opnamen of Evenementen bedoeld in artikel 6.5 zijn, sluit de medecontractant in elk geval een verzekering ter dekking van de risico’s die de organisatie ervan met zich brengen.
6.7. VRT-prestaties en middelen
Met het oog op een optimale inzet van VRT-resources wordt bij de budgetbesprekingen bekeken of en in welke mate deze kunnen worden ingezet voor het betreffende project en dit aan marktconforme tarieven. Indien overeengekomen wordt dat VRT-resources zullen worden ingezet, dan komen partijen de concrete planning en praktische modaliteiten hiervan tijdig en zo snel mogelijk en met een wederzijdse positieve ingesteldheid onderling overeen. VRT is verantwoordelijk voor de naleving van de gemaakte afspraken
m.b.t. de betrokken VRT-resources en staat in voor de vereiste kwaliteit van de VRT-resources.
6.8. Rushes
Indien de VRT opportuniteiten ziet bij een bepaalde Productie om opnamemateriaal dat niet wordt aangewend in de opgeleverde Productie te gebruiken op een andere manier (bv. online ter opsmuk van de website) dan zal hierover met de medecontractant worden overlegd. De medecontractant kan dit om gegronde redenen weigeren. Samen wordt een selectie gemaakt van dit materiaal, waarbij de medecontractant erover waakt dat het gaat om materiaal dat kan worden aangewend voor het doel dat VRT voor ogen heeft. VRT krijgt dit materiaal in principe zonder een bijkomende vergoeding verschuldigd te zijn. Indien er evenwel effectief extra prestaties worden gevraagd hiervoor van de medecontractant, wordt hiervoor een marktconforme vergoeding afgesproken.
7. SPECIFIEKE VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT VRT-SCHERMRETURN
7.1. Mits uitdrukkelijk akkoord van VRT, is het de medecontractant toegestaan overeenkomsten te sluiten of afspraken te maken met derden met betrekking tot het aanbrengen van VRT-schermreturn in de Productie. De medecontractant signaleert de VRT alle nuttige contacten die hem hieromtrent bereiken. Ook de VRT zal eventuele opportuniteiten signaleren aan de medecontractant.
De VRT-schermreturn zal gebeuren volgens de voorwaarden bepaald in het Mediadecreet en/of volgens het beleid en de richtlijnen van de VRT, zoals uiteengezet in bijlage. Dit houdt onder meer in dat de inhoud van de Productie nooit dusdanig mag worden beïnvloed dat de verantwoordelijkheid en de redactionele onafhankelijkheid van de VRT aangetast wordt. Bij twijfel contacteert de medecontractant de VRT- contactpersoon.
Er zal onderling afgestemd worden om mogelijke belangenconflicten met andere al dan niet commerciële partners te vermijden. Indien de VRT-schermreturn van die aard is dat de geplande uitzendperiode belangrijk is, dan moet dat ook uitdrukkelijk worden gesignaleerd aan het net, die hier dan moet kunnen oordelen over de opportuniteit van de betreffende partner voor de Productie.
7.2. Indien de medecontractant de in artikel 7.1 bedoelde toestemming krijgt, verbindt hij er zich toe om de VRT-schermreturn te zoeken en overeenkomsten te sluiten voor een waarde overeenstemmend met wat in het overeengekomen Productiebudget aan VRT-schermreturn werd opgenomen.
Voor de inspanningen die de medecontractant doet om de in het Productiebudget overeengekomen VRT- schermreturn op te halen, ontvangt medecontractant 12 % commissie op het tussen de partijen up front afgesproken bedrag aan VRT-schermreturn.
Als de medecontractant tijdens de uitvoering van de Productieovereenkomst in de mogelijkheid is om extra VRT-schermreturn op te halen (bovenop enige up front afgesproken VRT-schermreturn) zodat een meerwaarde gecreëerd wordt voor de Productie, dan kan de medecontractant deze deals sluiten voor zover er transparantie naar en overleg is met VRT en voor zover dit gaat over redactionele opportuniteiten
die passen binnen het concept en het beleid dat het net voor ogen heeft. Op dit bedrag wordt geen commissie toegepast.
De GRP-waarde voor verschillende reeksen wordt van bij het begin vastgelegd.
7.3. De overeenkomsten m.b.t. VRT-schermreturn worden door de medecontractant, dan wel door de VRT gesloten. De medecontractant bezorgt de VRT-contactpersoon een kopie van alle overeenkomsten m.b.t. VRT-schermreturn, waarin alle met de financiers besproken modaliteiten beschreven staan die hij met derden heeft gesloten en vult hiertoe de nodige fiches in. Indien de VRT de betreffende overeenkomst rechtstreeks gesloten heeft, zal de VRT aan de medecontractant een kopie bezorgen van de desbetreffende overeenkomst en verbindt de medecontractant er zich toe om alle elementen die een concrete (inhoudelijke of andere) impact kunnen hebben op de Productie uit te voeren.
7.4. In geval van redelijke vermoedens van fraude of indien de medecontractant tekortschiet in zijn transparantieverplichting omschreven in artikel 4.2 en mits strikte naleving van de geheimhoudingsverplichting, heeft de VRT het recht om uit de boekhouding van de medecontractant relevante gegevens alsook de betreffende onderliggende documenten (facturen, overeenkomsten, …) op te vragen voor zover en in de mate dat deze betrekking hebben op de financiering van de Productie.
8. LEVERING & GOEDKEURING
8.1. Tenzij anders bepaald in de Bijzondere voorwaarden, bezorgt de medecontractant de VRT met het oog op de uitzending ten laatste 14 dagen voor uitzending de afleveringen cq. onderdelen van de Productie op de tussen partijen bepaalde toeleveringsmanier (alle info terug te vinden op xxx.xxx.xx/xxxxxxx- medewerkers). Samen met deze toelevering worden ook alle auteursrechtelijke gegevens bezorgd.
Bij vertraging in de levering die te wijten is aan de medecontractant waardoor de geplande uitzending niet mogelijk is of substantieel bemoeilijkt wordt, heeft VRT recht op een schadevergoeding.
8.2. Tot 2 weken na de levering heeft de VRT de tijd om de geleverde afleveringen c.q. onderdelen van de Productie al dan niet goed te keuren, tenzij anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden. De goedkeuring kan enkel omwille van gegronde redenen geweigerd worden en dit omwille van het niet naleven van de verbintenissen en de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de overeenkomst. De goedkeuring kan ook afhankelijk gemaakt worden van bijsturingen door de VRT-contactpersoon die om gegronde redenen noodzakelijk zijn om de geleverde (onderdelen van de) Productie uitzendklaar te krijgen. De uitzending betekent niet automatisch de goedkeuring van (onderdelen van) de Productie. Indien de VRT binnen deze termijn van 2 weken na de levering geen opmerkingen geeft, noch bijsturingen heeft gevraagd, dan wordt/worden de geleverde (onderdelen van de) Productie geacht te zijn goedgekeurd. Bij een gemotiveerde en op redelijke gronden gebaseerde schriftelijke weigering zullen de geweigerde onderdelen van de Productie die niet in overeenstemming zijn met de Productieovereenkomst niet of slechts gedeeltelijk worden betaald en heeft de VRT recht op een schadevergoeding.
9. UITZENDDUUR EN UITZENDMOMENT
9.1. De medecontractant respecteert de in de Bijzondere Voorwaarden overeengekomen duurtijd voor (een onderdeel van) de Productie.
9.2. De VRT heeft de bedoeling de Productie uit te zenden op het net/periode zoals voorzien in artikel 2 Bijzondere Voorwaarden. Deze vermeldingen houden evenwel geen enkele verplichting in voor de VRT die autonoom haar lineaire en niet-lineaire programmaschema kan wijzigen. Een eventuele wijziging van het programmaschema doet niets af aan de in de Bijzondere Voorwaarden overeengekomen leveringsdata, tenzij partijen schriftelijk anders overeenkomen.
9.3. Indien de VRT om programmatorische of om andere redenen, de geplande uitzendingen op een ander tijdstip of een ander net zou laten doorgaan, kan de VRT geen enkele vorm van schadevergoeding verschuldigd zijn.
10. RECHTEN, ONDERNEMERSCHAP EN INKOMSTEN
10.1. Concept
10.1.1. Conceptrechten
De Conceptrechten komen integraal toe aan degene die het Concept heeft bedacht, d.w.z. in de praktijk dat het concept toekomt hetzij aan de medecontractant, hetzij deels aan de medecontractant, deels aan de VRT (zie Bijzondere Voorwaarden). Indien het Concept aan beide partijen toebehoort, leggen partijen in de Bijzondere Voorwaarden hun respectief aandeel in het Concept vast.
De vergoeding voor de aanwending van het Concept in de Productie en in alle exploitaties ervan is inbegrepen in de vergoeding bepaald in de Bijzondere Voorwaarden. De concepthouder of concepthouders (naargelang van het geval) zullen in de credits worden vermeld.
Indien het Concept niet werd bedacht door de VRT en/of de medecontractant, maken de partijen in overleg de nodige afspraken met de houder van de Conceptrechten.
10.1.2. Exploitatie van het Concept
Exploitaties van het Concept m.b.t. Producties waarvoor de eerste reeks door VRT besteld werd via een Productieovereenkomst daterend na 1 januari 2022, gebeuren volgens het principe van gezamenlijk ondernemerschap, zie infra onder artikel 10.2.2 (i). Onder Exploitatie van het Concept wordt verstaan het verlenen van (de optie op) het recht om andere audiovisuele c.q. multimediale versies van de Productie gebaseerd op het Concept te produceren en deze andere versies te exploiteren.
In afwijking op het voormeld principe van gezamenlijk ondernemerschap, zal het initiatiefrecht voor de Exploitatie van het Concept toekomen aan de Producent ingeval:
1. de Producent een eigen bestaande distributieactiviteit heeft;
2. de Producent deel uitmaakt van een groep met een eigen bestaande distributieactiviteit; of
3. de Producent een longstanding relationship heeft met een distributeur met een aantoonbaar succesvol track record van andere concepten van die Producent.
In voorkomend geval zal dit in de Bijzondere Voorwaarden afgesproken worden. Bij gebreke aan het uitoefenen van dit initiatiefrecht door de Producent geldt na overleg tussen Partijen het principe van gezamenlijk ondernemerschap opnieuw.
Partijen brengen elkaar op de hoogte van alle overeenkomsten die zij sluiten m.b.t. het Concept.
Indien het Concept exclusief toebehoort aan de medecontractant, kan deze het Concept elders/verder exploiteren mits naleving van een Holdbackperiode. Deze houdt in dat de medecontractant tijdens de hierna bepaalde periode, noch het Concept, noch op dat Concept gebaseerde audiovisuele c.q. multimediale producties (zoals remakes, spin-offs of andere afgeleide audiovisuele c.q. multimediale producties) aanbiedt of laat aanbieden voor exploitatie op de Vlaamse Mediamarkt, behoudens aan VRT.
Er geldt een Holdbackperiode op de Vlaamse Mediamarkt gedurende een periode van 1 jaar. Voor zover het gaat om een Productie die lineair wordt uitgezonden, loopt de Holdbackperiode tot 1 jaar na afloop van de eerste uitzending van de laatste aflevering van de Productie. Voor zover het gaat om een digital only product, loopt de Holdbackperiode tot 1 jaar na afloop van de eerste volledige publicatie van de reeks. Voor zover de volledige uitzending/publicatie niet plaatsvindt binnen 1 jaar na oplevering c.q. voorziene uitzenddatum/publicatiedatum, afhankelijk van wat laatste in de tijd valt, loopt de Holdbackperiode tot 1 jaar na voormelde periode van 1 jaar.
Ingeval VRT na het afsluiten van de Productieovereenkomst en vóór het verstrijken van de Holdbackperiode toepasselijk onder voormelde Productieovereenkomst een of meer bijkomende reeksen van dezelfde Productie, gebaseerd op het (al dan niet bijgestelde) Concept, bestelt, blijft de Holdbackperiode van kracht tot het verstrijken van de Holdbackperiode m.b.t. de laatst bestelde reeks van de Productie. Dit geldt evenzeer bij bestelling van spin-offs, remakes of andere afgeleide audiovisuele
c.q. multimediale producties.
Na het verstrijken van de Holdbackperiode beschikt VRT voor de Vlaamse Mediamarkt over een eerste keuze recht om een bijkomende reeks gebaseerd op het Concept (hierna: “Vervolgreeks"), een remake, een spin-off of een andere (afgeleide) audiovisuele c.q. multimediale productie van de Productie te bestellen. Bij een Vervolgreeks zal deze qua omvang (aantal afleveringen, duurtijd) en budget van dezelfde grootorde zijn als de Productie. VRT zal – al dan niet op verzoek van de medecontractant – de medecontractant schriftelijk inlichten over het feit dat zij al dan niet wenst gebruik te maken van dit eerste keuze recht en dan zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde hierover een nieuwe productieovereenkomst te kunnen afsluiten. Indien Partijen er niet in slagen om binnen een redelijke termijn (van maximaal 4 maand) een nieuwe productieovereenkomst overeen te komen of indien VRT binnen een termijn van 1 maand na het schriftelijk verzoek van de medecontractant aangeeft geen interesse te hebben (of binnen deze termijn niet reageert), dan vervalt het eerste keuze recht van VRT en is de medecontractant gerechtigd om hetzij het Concept zelf te exploiteren dan wel derden het recht hiertoe te verlenen. Enkel ingeval de medecontractant er niet in slaagt binnen de voormelde periode van 18 maanden zelf het Concept te exploiteren of een overeenkomst te sluiten met een derde m.b.t de exploitatie op de Vlaamse Mediamarkt van het Concept (of een op het Concept gebaseerde (afgeleide) audiovisuele c.q. multimediale productie), wordt het eerste keuze recht van VRT gereactiveerd.
10.1.3. Inkomsten uit exploitatie van het Concept
De inkomsten uit de exploitatie van het Concept komen toe aan de titularis van het Concept.
Voor Concepten waarvoor de eerste Productieovereenkomst ondertekend is na 31/12/2021, behoudt de medecontractant de formatrechten maar deelt hij op de netto-formatinkomsten met VRT volgens de volgende ratio:
• 2022: 75% voor de medecontractant en 25% voor VRT
• 2023: 70% voor de medecontractant en 30% voor VRT
• 2024: 60% voor de medecontractant en 40% voor VRT
• 2025: 50% voor de medecontractant en 50% voor VRT
Partijen verduidelijken dat deze ratio vastgeklikt wordt in het jaar waarin m.b.t. het Concept voor het eerst een Productieovereenkomst gesloten wordt. Bovenstaande splitpercentages zijn van toepassing op de Netto-ontvangsten verworven uit de verkoop van het Concept en verminderd met een distributiefee. Deze distributiefee (incl. handling fee en kosten verbonden aan de verkoop van het Concept) wordt vastgelegd op 30% van de inkomsten ontvangen door de partij die de distributie van het format voor zijn rekening neemt.
Het ontwikkelingsbudget dat in het productiebudget vermeld staat, wordt geacht het volledige ontwikkelingsbudget te zijn.
Indien het Concept toebehoort aan de VRT en de medecontractant samen, dan worden de inkomsten gedeeld conform de in de Bijzondere Voorwaarden vastgelegde modaliteiten en percentages.
10.2. De Productie
10.2.1. Rechten op de Productie
De Audiovisuele Exploitatierechten komen integraal, wereldwijd en exclusief toe aan de VRT en dit voor hun volledige beschermingsduur, zoals omschreven in de definitie van de Audiovisuele Exploitatierechten. De vergoeding voor de verwerving van deze rechten is begrepen in de vergoeding bepaald in de Bijzondere Voorwaarden.
De Afgeleide Exploitatierechten worden product per product toegewezen aan diegene(n) die de investering in de afgeleide doet.
10.2.2. Exploitatie van de Productie
(i) Gezamenlijk ondernemerschap
Behoudens wat hieronder in (ii) artikel 10.2.3 is bepaald, gebeuren alle exploitaties van de Productie volgens het principe van gezamenlijk ondernemerschap. Beide partijen hebben in functie van de beoogde markt (Vlaamse of andere mediamarkten) en zoals hierna bepaald, de mogelijkheid om initiatieven voor te stellen. Er wordt samen bekeken op welke manier er het best in de nieuwe mediaomgeving en met tal van exploitatiemogelijkheden kan worden gewerkt en wie het initiatief concreet uitvoert.
Per mogelijke exploitatie wordt een voorstel uitgewerkt, zowel inhoudelijk/creatief als zakelijk. Deze exploitatie is steeds gebaseerd op een uitgewerkt businessvoorstel (met uitgewerkte kost- en inkomstensimulatie). Partijen evalueren gezamenlijk het voorstel en moeten samen akkoord gaan alvorens de exploitatie kan starten. Er wordt in onderling overleg beslist welke partij het best in staat is om de exploitatie uit te voeren. Dit omvat voor alle duidelijkheid ook dat in onderling overleg wordt beslist wie welke partijen contacteert met het oog op het aftoetsen van mogelijke interesse. De partij die de exploitatie doet, krijgt een handling fee die op voorhand vastligt en wederkerig wordt toegepast (zie
10.2.3 (iii)).
(ii) Exploitaties van de Productie in het kader van de Publieke opdracht van VRT
De VRT beslist te allen tijde alleen en in volledige autonomie, zonder enige beperking, over alle exploitaties die binnen de Publieke Opdracht van VRT vallen. Dit belet niet dat de medecontractant steeds suggesties kan doen en initiatieven kan nemen om het doel, met name het Vlaams publiek maximaal bereiken, te helpen realiseren.
VRT verbindt er zich toe om de territorialiteit van de content te beschermen, met dien verstande dat het faciliteren van de meeneembaarheid voor personen met permanente verblijfplaats in Vlaanderen van content via mobiele apps/devices in andere EU Lidstaten (zgn. portabiliteit) en de toegankelijkheid van het (niet vertaalde) aanbod van VRT NU voor Vlamingen die permanent verblijven in het buitenland niet ingaat tegen dit territorialiteitsprincipe. VRT zal op verzoek van de producent of zijn beroepsvereniging aantonen dat ze haar bereik beperkt tot het vermelde publiek.
(iii) Commerciële Exploitaties van de Productie
Voor alle Commerciële Exploitaties geldt het principe van gezamenlijk ondernemerschap, zoals supra gedefinieerd. Deze exploitaties moeten steeds verzoenbaar zijn met de rol, waarden en imago van de publieke omroep.
10.2.3. Inkomsten uit exploitatie van de Productie en handling fee
(i) Inkomsten in kader van de Publieke Opdracht
Op de inkomsten die VRT verwerft uit haar Publieke Opdracht wordt niet gesplit.
Indien het gaat om een Afgeleide Exploitatie binnen het kader van de Publieke Opdracht waarbij aan de eindgebruiker of distributeur een vergoeding wordt gevraagd, zullen deze inkomsten toch gesplit worden indien deze inkomsten na aftrek van taksen, de kosten verbonden aan de ontwikkeling en exploitatie van de Afgeleide exploitatie overstijgen. Het splitpercentage van artikel 10.2.3 (iii) zal dan gehanteerd worden.
(ii) Inkomsten uit Commerciële Audiovisuele Exploitatie(rechten)
De partij die de exploitatie in de markt zet, krijgt hiervoor een handling fee zoals hieronder bepaald onder punt (iv).
De kosten verbonden aan de exploitatie worden telkens transparant overeengekomen en kunnen naargelang het geval bestaan uit: ondertiteling, technische kosten voor het aanleveren van het materiaal in het gewenste formaat, advocatenkosten, reis- en verblijfvergoedingen, het maken van promomateriaal,…
Wanneer een mediacampagne afgesproken wordt tussen partijen dan zal de nettokost van deze campagne in rekening worden gebracht. De nettokost van de mediacampagne bedraagt 25% van de waarde van de campagne met een cap van 25% van de Netto-ontvangsten verminderd met de handling fee.
Er wordt een uniform splitpercentage gehanteerd op de Netto-ontvangsten uit Commerciële Audiovisuele Exploitaties na aftrek van de handling fee voor de partij die de exploitatie voert/behartigt. Dit splitpercentage bedraagt, afhankelijk van het jaar van ondertekening van de (eerste) Productieovereenkomst:
• Periode vóór 2022: het % voorzien in de desbetreffende afgesloten Productieovereenkomst
• 2022: 40% voor de medecontractant en 60% voor VRT
• 2023: 40% voor de medecontractant en 60% voor VRT
• 2024: 45% voor de medecontractant en 55% voor VRT
• 2025: 50% voor de medecontractant en 50% voor VRT
De medecontractant kan voor de kabel- en thuiskopierechten ten belope van het afgesproken splitpercentage kabel-/(parallelle) directe injectie- en thuiskopierechten innen bij de desbetreffende beheersvennootschappen in de Vlaamse en andere markten (met dien verstande dat de Producent geen aanspraak zal kunnen maken op een bijkomende vergoeding voor het aandeel van de VRT in de (parallelle) directe injectie en de Producent zich voor het aandeel van de distributeur hierin zal richten t.a.v. de distributeur). Voor de goede orde wordt gepreciseerd dat op de inkomsten die VRT zelf rechtstreeks hieruit verwerft (zijnde de inkomsten voor de lineaire simultane doorgifte inclusief Catch up services) in Vlaamse en andere markten niet gesplit wordt. Onder kabel-/(parallelle) directe injectie en thuiskopie inkomsten wordt begrepen de inkomsten die de medecontractant voor Vlaamse en andere markten verwerft via de desbetreffende beheersvennootschappen ingevolge het wettelijk verplicht collectief beheer voor simultane kabeldoorgifte, (parallelle) directe injectie en de wettelijke licentie voor thuiskopie. Indien er op de markt van collectief beheerde rechten zaken wijzigen die een impact hebben op deze geldstromen naar de medecontractant toe, wordt dit niet gecompenseerd door de VRT en kan dit voor haar op geen enkele manier een meeruitgave met zich meebrengen. Mochten er zich in de toekomst nieuwe vormen en/of nieuwe toepassingen van collectief beheer manifesteren, dan zullen partijen hierover, na overleg, desgevallend aparte afspraken maken.
(iii) Inkomsten uit Commerciële Afgeleide Exploitatie(rechten)
De partij die de Commerciële Afgeleide Exploitatie in de markt zet op basis van een uitgewerkt en door de andere Partij goedgekeurd businessplan, krijgt hiervoor een handling fee zoals hieronder bepaald onder punt (iv).
In het businessplan worden alle kosten/inbreng van de partijen telkens transparant overeengekomen. Partijen komen in het businessplan de afspraken omtrent de recoupment van kosten/inbreng overeen. Wanneer een mediacampagne afgesproken wordt tussen partijen, dan zal de netto-kost van deze campagne in rekening worden gebracht. De netto-kost van de mediacampagne bedraagt 25% van de waarde van de campagne met een cap van 25% van de Netto-ontvangsten verminderd met de handling fee.
De Netto-ontvangsten na aftrek van de handling fee voor de partij die de exploitatie voert/behartigt, worden gesplit volgens het uniform splitpercentage vermeld in (ii), tenzij een of beide partijen een risico nemen bij het voeren van de exploitatie. In het laatste geval zullen partijen een nader tussen partijen overeen te komen percentage afspreken.
Indien ook een derde investeert in de Commerciële Afgeleide Exploitatie met het oog op het verwerven van een (financiële) return, dan zullen partijen in het businessplan ad hoc afspraken maken omtrent de recuperatie van kosten, het splitten van inkomsten en verwerven van rechten op de Commerciële Afgeleide Exploitatie.
(iv) Handling fee
De partij die de exploitatie doet of het product in de markt zet, wordt daarvoor via een handling fee vergoed die 15% bedraagt op de Netto-ontvangsten. Als partijen dit allebei samen en in gelijke mate doen, wordt de handling fee in gelijke mate gesplit tussen beiden.
Dit geldt niet voor:
- Exploitaties van het Concept conform artikel 10.1: hiervoor gelden de afspraken bepaald in artikel 10.1.3;
- De verkoop van Producties waar de tussenkomst van een derde partij vereist is: de distributiefee aan derde partijen wordt in dergelijk geval case per case overeengekomen, met een overall maximaal percentage van 30% (distributiefee aan de derde partij en handling fee samen).
In de handling fee zitten in de regel steeds vervat: het leggen van contacten, het onderhandelen van
de afspraken, het opstellen van contracten, de gebruikelijke verplaatsingskosten,…
10.3. Afrekening m.b.t. Commerciële Exploitatieopbrengsten
10.3.1. Indien er commerciële exploitaties hebben plaatsgevonden, bezorgen Partijen elkaar jaarlijks een afrekening van de Commerciële Exploitaties die door hen tijdens het voorbije kalenderjaar werden gerealiseerd en waarop een inkomstensplit tussen partijen van toepassing is. De medecontractant bezorgt deze afrekening binnen 30 dagen na eenvoudig verzoek van VRT en vice versa.
Deze afrekening bevat een opgave van de bruto-ontvangsten (eventueel ook met specificatie van de totale ontvangsten die de door de partij(en) aangestelde derde ontvangt), de kosten, de Netto-ontvangsten en de berekening van de aan elk van beide partijen toekomende inkomsten, zoals bepaald supra .
10.3.2. Partijen betalen de facturen die conform de gemaakte afspraken moeten zijn opgemaakt, binnen 30 dagen na effectieve ontvangst hiervan. Het versturen van een factuur na deze jaarlijkse rapportering houdt geen goedkeuring in van de afrekening, noch een afstand van het hierna vermeld controlerecht door de andere partij.
10.3.3. In geval van redelijke vermoedens van fraude of redelijke vermoedens van niet-naleving van hun respectievelijke contractuele verplichtingen hebben partijen het recht om uit mekaars boekhouding relevante gegevens alsook de betreffende onderliggende documenten (facturen, overeenkomsten,…) te verifiëren en eventueel te kopiëren voor zover en in de mate dat deze betrekking hebben op de exploitaties in kwestie. Partijen zullen de nodige praktische afspraken maken opdat deze controle binnen redelijke termijn plaats kan vinden.
10.4. Muziekuitgaverechten op originele muziekwerken
Indien de medecontractant een compositieopdracht geeft aan een componist/tekstschrijver voor het gebruik van originele muziekwerken in de Productie, zal de medecontractant vooraf contact opnemen met VRT Publishing aangaande de publishing-afspraken rond het (de) betrokken muziekwerk(en) met het
oog op het sluiten van een co-publishing overeenkomst, minstens, tussen VRT Publishing en de medecontractant enerzijds en de betrokken componist/tekstschrijver anderzijds.
10.5. Rechten op de titel van de Productie
10.5.1. De titel op de Productie behoort toe aan de Partij die de rechten heeft op het Concept. Indien het Concept toebehoort aan de medecontractant, dan verwerft de VRT een licentie op het gebruik van deze titel en dit met het oog op de exploitatie van de Productie en afgeleiden conform deze Productieovereenkomst. Deze licentie is tijdens de Holdbackperiode exclusief op de Vlaamse Mediamarkt.
10.5.2. De titularis op de rechten van de titel zal de titel en/of het logo deponeren als Beneluxmerk in de tussen partijen overeen te komen klassen voor zover deze titel en/of logo redelijkerwijze vatbaar is voor merkregistratie en voor zover partijen op het depot staan. Ingeval er sprake is van een inbreuk op een aldus geregistreerd merk, zullen partijen in gezamenlijk overleg beslissen of hiertegen wordt opgetreden en/of de kosten van een gerechtelijke procedure onder elkaar worden verdeeld. De titularis op de rechten van de titel, zal deze ook als .be domeinnaam registreren voor een duur die partijen overeenkomen. Hij zorgt er desgevallend voor dat er een automatische doorverwijzing/link wordt gelegd met de betrokken site van het net en de subpagina van de Productie zelf.
12. VRIJWARING VOOR AANSPRAKEN VAN DERDEN
12.1. Algemeen
Partijen verklaren dat zij over alle nodige rechten en toestemmingen beschikken die het hen mogelijk maken hun verantwoordelijkheden/verbintenissen bij de uitvoering van deze Productieovereenkomst op te nemen en in te vullen. Hiervoor vrijwaren zij elkaar. Op eerste verzoek zullen zij mekaar de nodige inlichtingen bezorgen bij vragen of klachten van derden.
Eventuele boetes en schadevergoedingen (incl. gerechtskosten) wegens tekortkomingen aan deze vrijwaringsplicht of de niet-naleving van wettelijke en/of reglementaire bepalingen in de uitvoering van de Productieovereenkomst kunnen partijen wederzijds op mekaar verhalen.
12.2. Auteursrechtelijke bijdragen, naburigrechtelijke prestaties en afbeeldingsrechten van derden
12.2.1. In België beheerde auteurs- en naburige rechten: algemeen
De VRT zal de vergoedingen betalen voor auteurs- en naburige rechten voor haar exploitaties voor zover het gaat over (1) repertoire en (2) exploitaties die in België worden beheerd door een beheersvennootschap van auteurs en door beheersvennootschappen die producenten en muzikanten van muziekfonogrammen vertegenwoordigen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de verbintenis van medecontractant supra onder artikel 12.1 beschreven. Bij twijfel contacteert de medecontractant de VRT.
Om het de VRT mogelijk te maken te beantwoorden aan de contractuele verplichtingen die zij ten opzichte van bovenvermelde beheersvennootschappen heeft aangegaan, dient de medecontractant de gegevens van het gebruikte repertoire aan de VRT over te maken ten laatste veertien dagen na de levering van het laatste onderdeel van de Productie. Eventuele boetes door de beheersvennootschappen opgelegd wegens laattijdige en onvolledige inlevering van deze gegevens aan de VRT komen ten laste van de medecontractant.
In het geval door wijzigingen in de wetgeving er vergoedingen zouden verschuldigd zijn aan beheersvennootschappen die de rechten van uitvoerende kunstenaars of andere rechthebbenden (met uitsluiting van auteurs/producenten en muzikanten van muziekfonogrammen) vertegenwoordigen, dan zullen partijen hierover overleg plegen en zullen zij desgevallend aparte afspraken maken hierover. In elk geval zal daarbij het principe gelden dat dergelijke bijkomende collectieve vergoedingen ten laste van VRT een impact moeten hebben op de vergoeding die aan de bron aan de rechthebbende wordt betaald.
12.2.2 Doorgifte van lineaire televisiekanalen van VRT door derde-distributeurs
Zoals genoegzaam bekend, sluit VRT licentiecontracten af met diverse derde-distributeurs met het oog op de lineaire simultane doorgifte van de lineaire televisiekanalen van VRT op de platformen van deze derden, teneinde haar aanbod in het kader van haar Publieke Opdracht maximaal te verspreiden. Op basis van de huidige stand in de wetgeving (wet van 25 november 2018 tot wijziging van Boek I “Definities” en Boek XI “Intellectuele Eigendom” van het Wetboek van economisch recht betreffende de audiovisuele sector), gaat VRT er op heden van uit dat de doorgifte van de lineaire televisiekanalen van VRT door derde- distributeurs in België kwalificeert als een simultane kabeldoorgifte of minstens een parallelle directe injectie waar het regime van de simultane kabeldoorgifte naar analogie op van toepassing is, en dat derhalve de betrokken distributeur de nodige wettelijk voorziene vergoedingen zal dienen te betalen in het kader van het wettelijk voorziene verplicht collectief beheer aan de beheersvennootschappen van auteurs en houders van naburige rechten. VRT zal de betrokken distributeur hierop wijzen in het kader van de contractuele afspraken met de betrokken distributeur. In het geval VRT én de distributeurs daarbij als co-exploitanten dienen te worden beschouwd, gaat VRT er op heden van uit dat er ten aanzien van VRT voor haar aandeel in de co-exploitatie geen onoverdraagbaar recht op vergoeding onder verplicht collectief beheer kan worden tegengeworpen en de vergoeding voor het aandeel van VRT afgedekt is door de medecontractant overeenkomstig het in de eerste en tweede alinea van deze subtitel verwoorde principe. De medecontractant neemt akte van dit standpunt en zal dit in naam van VRT in zijn contracten met de betrokken rechthebbenden meedelen. De medecontractant erkent dat de inbreng door VRT in de Reeks er reeds toe bestemd is om, onder meer, de lineaire exploitaties door VRT aan de bron aan de betrokken rechthebbende(n) te betalen. In het geval van een door gerechtelijke instanties bindende andersluidende interpretatie van voormelde wetgeving of in het geval van wijzigingen in de toepasselijke wetgeving, waardoor VRT voor haar lineaire exploitaties nogmaals wettelijk verplichte collectieve vergoedingen zou verschuldigd zijn aan beheersvennootschappen van een of meerdere types van rechthebbenden, zullen partijen overleg plegen hierover en aparte afspraken daarover maken ten einde een dubbele betaling in hoofde van VRT voor toekomstige producties te vermijden. Dergelijk overleg zal desgevallend ook plaats kunnen vinden voor reeds bestelde producties op voorwaarde en in de mate dat een specifiek bedrag van de voormelde bijkomende wettelijk verplichte collectieve vergoeding als bijkomende kost identificeerbaar en toewijsbaar is aan een bepaalde productie. De medecontractant zal de betrokken rechthebbenden er in elk geval schriftelijk op wijzen dat, wanneer VRT door een bindende andersluidende interpretatie van voormelde wetgeving de genoemde vergoedingen verschuldigd zou zijn via wettelijk verplicht collectief beheer, dit een impact heeft op de contractueel afgesproken vergoedingen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via opname van volgende clausule in de overeenkomst met de rechthebbende:
“De vergoeding die de medecontractant [auteur of uitvoerend kunstenaar] onder de onderhavige overeenkomst ontvangt voor de overdracht en exploitatie van zijn vermogensrechten, is onder meer bestemd om, voor zover van toepassing, het aandeel van VRT in de lineaire exploitatie van VRT televisiekanalen op platformen en/of diensten van derden af te dekken. Dit impliceert dan dat de derde- distributeur de collectieve vergoedingen verschuldigd blijft aan de beheersvennootschappen voor auteurs en uitvoerende kunstenaars zoals voorzien in het kader van het wettelijk verplicht collectief beheer voor simultane (kabel)doorgifte of (parallelle) directe injectie, maar dat VRT haar aandeel in de desgevallende co-exploitatie op derde-platformen en/of diensten integraal beoogt af te dekken door de afgesproken vergoeding in het kader van deze overeenkomst. VRT is bijgevolg van oordeel dat zij voor het regelen van haar aandeel in deze exploitatie niet onderworpen is aan enige vorm van collectief beheer en in elk geval niet onderworpen kan worden aan een dubbele betaling daarvan.”.
12.2.3. Toestemmingen en afbeeldingsrechten
De medecontractant zorgt ervoor dat al de nodige toestemmingen alsook de afbeeldingsrechten geregeld zijn met personen die meewerken aan de Productie en dit met het oog op de exploitatie ervan door VRT conform deze Algemene Voorwaarden, desgevallend de Bijzondere voorwaarden.
Indien de medecontractant ondanks de nodige inspanningen er uitzonderlijk niet in zou slagen om deze rechten te regelen, dan zal hij zo snel mogelijk de VRT hiervan op de hoogte brengen en verduidelijken welke exploitaties hierdoor niet mogelijk zijn en/of enkel mogelijk zijn mits aparte vergoedingen. Partijen overleggen alsdan over een oplossing hiervoor.
Bij gebruik van de afbeelding van één van deze personen als hoofdbestanddeel in een Commerciële niet- audiovisuele afgeleide exploitatie, zal de nodige toestemming worden gevraagd en eventueel een gebruikelijke en redelijke vergoeding worden betaald. Dergelijke vergoeding wordt desgevallend als kost in rekening gebracht in het businessplan van de betrokken Commerciële Afgeleide Exploitatie. De medecontractant zal zijn medewerking verlenen en alle mogelijke inspanningen leveren om deze toestemming te bekomen.
12.2.4. Andere rechten
Alle andere eventueel aan derden (waaronder producenten, uitvoerende kunstenaars, enz.) verschuldigde vergoedingen voor andere rechten worden gedragen door de medecontractant en daarbij geldt de vrijwaringsverbintenis van dit artikel.
13. GEHEIMHOUDING. LOYAUTEIT. ONAFHANKELLIJKHEID
13.1. De bepalingen van dit artikel gelden zonder beperking in de tijd.
13.2. Partijen zullen zich onthouden van uitlatingen die elkaars imago kunnen schaden en zich loyaal gedragen
t.o.v. elkaar en van hun respectieve medewerkers.
13.3. Partijen verbinden zich tot geheimhouding m.b.t. deze Productieovereenkomst, de Productie en alle informatie die zij wederzijds van elkaar te weten komen in de uitvoering van deze Productieovereenkomst. Deze geheimhoudingsverplichting geldt niet in het kader van een eventuele procedure tussen partijen voor een rechtbank of arbitrage of een eventuele buitengerechtelijke vordering tussen hen. De geheimhoudingsverplichting geldt evenmin in het kader van rapportering aan de bevoegde commissaris van één van de partijen of aan een bevoegde instantie in het kader van het bestuurlijk/financieel toezicht.
13.4. De medecontractant is zich bewust van het belang van zijn onafhankelijk en autonoom optreden met respect voor de belangen van de VRT als omroeporganisatie in het Vlaamse medialandschap en met eerbiediging van zgn. “chinese walls” tussen zijn activiteiten voor de VRT en alle andere activiteiten van hemzelf voor andere afnemers van audiovisuele mediadiensten en alle activiteiten van of voor een holding waartoe de medecontractant behoort of eventueel in de toekomst zou kunnen behoren.
14. PERSCOMMUNICATIES
Alle perscommunicaties en andere mededelingen aan het publiek die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de Productie of met de samenwerking tussen partijen zoals in deze Productieovereenkomst bedoeld, gaan uit van de VRT of kunnen slechts gebeuren met de uitdrukkelijke toestemming van de VRT.
De medecontractant zal de nodige inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de sleutelfiguren/medewerkers aanwezig zijn bij promotionele evenementen rond de Productie. Hij verstrekt de VRT alle nuttige inlichtingen bij gebeurlijke vragen of klachten die de VRT over de Productie ontvangt.
15. VROEGTIJDIGE BEËINDIGING VAN DE PRODUCTIEOVEREENKOMST
15.1. Deze Productieovereenkomst eindigt van rechtswege in geval van een in eerste aanleg uitgesproken faillissement van de medecontractant niettegenstaande enig verzet of beroep aangetekend tegen het in eerste aanleg gewezen vonnis.
15.2. De medecontractant verbindt zich bovendien tot een onmiddellijke melding aan de VRT indien één van de hierna volgende gebeurtenissen zich voordoet:
- het bereiken van een buitengerechtelijk minnelijk akkoord met 2 of meerdere schuldeisers;
- het indienen van een aanvraag tot opschorting van betalingsverplichtingen ten opzichte van zijn schuldeisers aan de hand van een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie.
15.3. Op elk ogenblik in de uitvoering van de Productieovereenkomst en onverminderd haar recht op schadevergoeding kan elke partij de Productieovereenkomst geheel of gedeeltelijk onmiddellijk per aangetekende brief verbreken bij iedere ernstige tekortkoming van de andere partij aan haar verplichtingen bij de uitvoering van deze Productieovereenkomst indien deze tekortkoming niet verholpen is binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat op de dag volgend op de verzendingsdatum van de aangetekende, gemotiveerde aanmaning om, zo mogelijk, de tekortkoming recht te zetten. In geval van indiening van een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie, geldt een onmiddellijke aangetekende meldingsplicht, maar kan de andere Partij de Productieovereenkomst slechts per aangetekende brief beëindigen wanneer de verzoekende Partij, voorafgaand aan de toekenning van de opschorting, een ernstige tekortkoming aan haar verplichtingen heeft begaan, en deze tekortkoming niet verholpen is binnen een termijn van 15 dagen die ingaat op de dag volgend op de verzendingsdatum van de aangetekende aanmaning verstuurd na de toekenning van de opschorting.
15.4. Indien de Productieovereenkomst beëindigd wordt ten aanzien van medecontractant overeenkomstig artikel 15.1, 15.2 of 15.3, dan is de VRT gerechtigd de Productie zelf af te werken en te exploiteren. De rechten en verplichtingen van de beide partijen zijn dan de volgende:
1. De Productieovereenkomst wordt als beëindigd verklaard tussen partijen (zonder dat hiertoe rechterlijke tussenkomst vereist is), onverminderd het recht voor de medecontractant om de beëindiging aan te vechten en het recht voor VRT om schadevergoeding te vorderen;
2. De medecontractant verbindt zich ertoe om het reeds geproduceerde en gerealiseerde materiaal over te dragen aan de VRT voor zover en in de mate dat dit materiaal reeds door de VRT werd vergoed. Nog hangende facturen worden door de medecontractant gecrediteerd;
3. De VRT heeft dan het recht de Productie alleen of met derden te voltooien en verwerft op dit nog te voltooien materiaal en de aldus te voltooien Productie alle rechten zoals omschreven in artikel 10 en heeft het recht om naar eigen goeddunken, doch mits naleving van eventueel geldende afspraken met derden, alle exploitatie van de Productie en afgeleiden te behartigen zonder daartoe een split op de inkomsten verschuldigd te zijn aan de medecontractant;
4. Tussen partijen wordt een compenserende afrekening gemaakt van de prestaties die de medecontractant heeft geleverd en de vergoeding die de VRT al heeft betaald, onverminderd het recht op schadevergoeding voor de VRT.
5. De VRT heeft het recht van de bedoelde overdracht en verderzetting van de productie af te zien en de reeds betaalde sommen en de waarde van zijn geleverde inbreng in natura terug te vorderen, onverminderd haar recht op vergoeding van de geleden schade.
15.5. Indien de Productieovereenkomst overeenkomstig artikel 15.1 of 15.3 beëindigd wordt ten laste van de VRT, zijn de rechten en verplichtingen van partijen de volgende:
1. De Productieovereenkomst wordt als beëindigd verklaard tussen partijen (zonder dat hiertoe een gerechtelijke tussenkomst vereist is), onverminderd het recht voor VRT om de beëindiging aan te vechten en het recht voor de medecontractant om schadevergoeding te vorderen;
2. De medecontractant heeft enkel het recht om de Productie verder af te werken ten behoeve van een derde-afnemer, onder volgende cumulatieve voorwaarden die hij vervult voor hij de Productie verder afwerkt:
- Integrale terugbetaling van de door VRT reeds betaalde sommen en (voor zover praktisch nog mogelijk) teruggave van de reeds geleverde inbreng in natura. Mogelijks nog hangende facturen worden gecrediteerd door de medecontractant;
- Zo de medecontractant bepaalde bestanddelen van de VRT-inbreng in natura in de Productie wenst te behouden (bv. VRT-decor verwerkt in het reeds geproduceerde, VRT-archiefbeelden,…), vraagt hij hiervoor toestemming aan de VRT en betaalt hij desgevallend een marktconforme vergoeding hiervoor;
- Een sluitende regeling met de financiers (externe financiering) die afspraken hadden gemaakt voor de Productie op VRT kanalen waarbij deze afstand doen van elke vordering ten aanzien van de VRT
m.b.t. het niet-doorgaan van de gemaakte afspraken rond de Productie;
- Er wordt tussen partijen een afrekening gemaakt m.b.t. commerciële (al dan niet afgeleide) exploitaties die reeds zouden in de markt zijn gezet, c.q. een compenserende afrekening van de investeringen die zijn gebeurd om deze afgeleiden te ontwikkelen.
16. ONTWIKKELINGEN BUITEN TOEDOEN VAN DE PARTIJEN
Partijen komen overeen dat indien omwille van omstandigheden buiten de wil van elk van hen, zoals onder meer een wijziging van de toepasselijke wetgeving, een gewijzigde toepassing van de geldende wetgeving door de rechtbanken en hoven, nieuwe of gewijzigde verplichtingen of beperkingen in de beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid, een van de partijen haar verbintenissen niet meer of niet volledig kan uitvoeren, partijen de Productie in het licht van de gewijzigde situatie zullen bespreken om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te bereiken.
17. VOORRANG VAN TEKSTEN
Van deze Algemene Voorwaarden kan afgeweken worden in de Bijzondere Voorwaarden.
In geval van tegenstrijdige bepalingen tussen verschillende teksten en documenten die van toepassing zouden zijn op de Productieovereenkomst, geldt de volgende hiërarchie en voorrang:
- Bijzondere Voorwaarden;
- deze Algemene Voorwaarden;
- bijlagen bij deze Algemene Voorwaarden;
- de VRT EPRO beleidsnota;
- beleidsrichtlijnen welke niet als bijlage gaan bij deze Algemene Voorwaarden.
18. TOEPASSELIJK RECHT. BEVOEGDHEID
18.1. Het Belgisch recht is van toepassing op de Productieovereenkomst.
18.2. In geval van geschil zijn enkel de Nederlandstalige Hoven en Rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel bevoegd.
Voor akkoord:
Productiehuis: Vertegenwoordigd door
DE VRT
Vertegenwoordigd door Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Gedelegeerd bestuurder
BIJLAGEN:
Bijlage 1 t.e.m. 3 zijn gevoegd bij de Bijzondere Voorwaarden voor de Productie. De overige bijlages zijn beschikbaar op Otorongo, de online indientool voor programmavoorstellen van de VRT.
Bijlage 4: Technische voorschriften m.b.t. de te leveren uitzendbanden / - bestanden Bijlage 5: Veiligheidsvoorschriften decor
Bijlage 6: Aandachtspunten bij Opnames en Evenementen Bijlage 7: Standaardprocedure voor uitzendrouting
Bijlage 8: Voorschriften voor aftiteling
Bijlage 9: Richtlijnen aanwezigheid politici in infotainment- en entertainment-programma’s Bijlage 10: VRT-Programmacharter
Bijlage 11: Charter Diversiteit
Bijlage 12: Beleid en richtlijnen aangaande commerciële communicatie en institutionele financiering Bijlage 13: Gebruik archiefbeelden