Arbeidsvoorwaarden Van Lodenstein College

Arbeidsvoorwaarden Van Lodenstein College

1. Algemeen

Het Van Lodenstein College heeft zich, samen met andere reformatorische VO-scholen, aangesloten bij de VO-raad. Als sectororganisatie voert de VO-raad de CAO-onderhandelingen namens de gezamenlijke werkgevers (organisaties) in het voortgezet onderwijs. De CAO-VO is dan ook van toepassing voor de bij de VO-raad aangesloten scholen.

In verband met het van toepassing worden van de (algemene) CAO-VO, is als onderdeel van de arbeidsovereenkomst met de personeelsleden van de reformatorische scholen, aanvullend een identiteitsprofiel opgesteld.

2. Vaste en tijdelijke benoemingen

Uitgangspunt is dat nieuw benoemden het eerste jaar een tijdelijke benoeming krijgen.

Tijdens het eerste jaar vindt een beoordeling plaats om te bezien of aansluitend een vaste benoeming mogelijk is. Er worden twee functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek gevoerd.

Een tijdelijke benoeming wordt bij een positieve beoordeling tijdelijk verlengd als betrokkene (nog) niet bevoegd is voor de te geven lessen en/of wanneer sprake is van vervanging van een ander perso- neelslid.

Als direct tot een vaste benoeming wordt besloten, geldt de wettelijke proeftijd van twee maanden.

3. Benoemingsomvang

De omvang van de benoeming wordt in een zo vroeg mogelijk stadium aan de sollicitant meegedeeld en is afhankelijk van het aantal vacature-uren.

Voor docenten geldt in het algemeen dat een volledige benoeming bestaat uit 25 lesuren per week. Daarnaast zijn er uren beschikbaar voor voor- en nazorg, begeleidingsuren, deskundigheids- bevordering en algemene schooltaken. Voor het OOP geldt dat bij een volledige benoeming per week 40 uur wordt gewerkt.

Trede	Schaal LB
1	€ 2865
2	€ 2934
3	€ 3023
4	€ 3111
5	€ 3200
6	€ 3310
7	€ 3439
8	€ 3585
9	€ 3751
10	€ 3935
11	€ 4140
12	€ 4366

4. Salaris

Het salaris wordt vastgesteld op basis van de bij de functie behorende functieschaal, zoals opgenomen in de CAO-VO.

Docenten:

Het onderwijzend personeel in het Voortgezet Onderwijs wordt in het algemeen betaald volgens de functieschaal LB zoals deze is opgenomen in de bijlage bij de CAO-VO. De functieschaal voor docenten bestaat uit 12 treden. De hoogste trede is gelijk aan het maximum van de betreffende functieschaal. Hier worden de salarisbedragen per 1 oktober 2021 weergegeven. Het betreft bruto maandsalarissen bij een volledige betrekking.

Ondersteunende functies (OOP)

De salarisschaal van de ondersteunende functies is afhankelijk van de functie die hij of zij vervult. Elke functie is ingeschaald. De salarisschalen variëren van schaal 2 tot en met schaal 9.

Hieronder worden de salarisbedragen per 1 oktober 2021 die bij de verschillende schalen en treden horen weergegeven. Het betreft bruto maandsalarissen bij een volledige betrekking.

Trede	Schaal 2	Schaal 3	Schaal 4	Schaal 5	Schaal 6	Schaal 7	Schaal 8	Schaal 9
1	€ 1821	€ 1821	€ 1854	€ 1889	€ 1954	€ 2076	€ 2329	€ 2630
2	€ 1889	€ 1954	€ 1954	€ 1954	€ 2027	€ 2133	€ 2390	€ 2765
3	€ 1954	€ 2027	€ 2027	€ 2027	€ 2265	€ 2265	€ 2511	€ 3033
4	€ 2027	€ 2133	€ 2133	€ 2133	€ 2390	€ 2511	€ 2765	€ 3187
5	€ 2076	€ 2201	€ 2201	€ 2265	€ 2452	€ 2630	€ 2894	€ 3323
6	€ 2133	€ 2265	€ 2265	€ 2329	€ 2511	€ 2699	€ 3033	€ 3457
7	€ 2201	€ 2329	€ 2329	€ 2390	€ 2570	€ 2765	€ 3114	€ 3586
8	€ 2265	€ 2390	€ 2390	€ 2452	€ 2630	€ 2826	€ 3187	€ 3714
9	€ -	€ 2452	€ 2452	€ 2511	€ 2699	€ 2894	€ 3252	€ 3852
10	€ -	€ -	€ 2511	€ 2570	€ 2765	€ 2963	€ 3323	€ 3975
11	€ -	€ -	€ 2570	€ 2630	€ 2826	€ 3033	€ 3393	€ -
12	€ -	€ -	€ -	€ 2699	€ -	€ 3114	€ 3457	€ -
13	€ -	€ -	€ -	€ -	€ -	€ -	€ 3519	€ -

Voor wie reeds een werkkring heeft, geldt dat aansluiting gezocht wordt bij het vorige salaris. Dit geldt voor zover dat salaris tussen het minimum en maximum van de schaal ligt. Als uitgangspunt hiervoor wordt het basis bruto maandsalaris genomen. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele kostenvergoedingen, leaseauto’s en incidentele beloningscomponenten.

Jaarlijks wordt het salaris op 1 augustus met een periodiek verhoogd tot het maximum van de schaal is bereikt.

5. Eindejaarsuitkering en vakantie-uitkering

In de maand december wordt een eindejaarsuitkering betaald van 8,33% van het jaarsalaris. De vakantie-uitkering bedraagt 8% van het salaris. Deze uitkering wordt uitbetaald in de maand mei.

Daarnaast is er voor het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) een extra eindejaarsuitkering. Deze bedraagt bij een normbetrekking € 1200,00 per jaar en geldt voor alle OOP’ers in de functieschalen 1 t/m 8.

6. Verlof

Vakantieverlof

Docenten nemen vakantieverlof op gedurende de vastgelegde schoolvakanties. Tussentijdse opname van vakantiedagen is niet mogelijk. Voor het OOP geldt dat er jaarlijks 426 verlofuren worden opgebouwd bij een volledige benoemingsomvang. Deze uren worden waar mogelijk in schoolvakanties opgenomen, in overleg met de leidinggevende. Het saldo van 426 uren is overigens niet toereikend om alle schoolvakanties volledig vrij te kunnen zijn. De opbouw en opname van verlof wordt bijgehouden in AFAS. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van zijn verloven.

Ouderschapsverlof

De mogelijkheid bestaat onder bepaalde voorwaarden gebruik te maken van de regeling betaald of onbetaald ouderschapsverlof. Als wordt voldaan aan de voorwaarden van het betaald ouderschapsverlof wordt over het verlofdeel 55% van het salaris doorbetaald.

7. Levensfasebewust personeelsbeleid

Elke werknemer krijgt jaarlijks de beschikking over een basisbudget van 50 klokuren (bij een fulltime dienstverband). Hiermee kunnen keuzes worden gemaakt die passen binnen de levensfase en die de persoonlijke situatie en de duurzame inzetbaarheid vergroten.

Docenten kunnen deze uren gebruiken om hun lestaak te verminderen. Daarnaast kunnen docenten,

evenals het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP), ervoor kiezen om de uren in te zetten. Ook bestaat de mogelijkheid om de uren onder voorwaarden te sparen. Xxxxxxx’x van 57 jaar of ouder krijgen het recht op een aanvullend verlofbudget tegen een eigen bijdrage. Bij startende docenten zijn deze uren onderdeel van het startersverlof zoals genoemd in paragraaf 16.

Tot slot bestaat de mogelijkheid om het basisbudget te kapitaliseren. De waarde van het basisbudget kan besteed worden aan de volgende doelen: bijdrage in de kosten van kinderopvang of de verhoging van pensioenaanspraken. Elke medewerker kan er ook voor kiezen om de uren uit te laten betalen.

8. Studiefaciliteiten

De kosten van scholing, die in het belang van de school wordt gevolgd, worden in principe volledig vergoed. Degenen die nog niet bevoegd zijn en die (gaan) studeren voor de onderwijsbevoegdheid komen ook voor deze vergoeding in aanmerking. De kosten die vergoed worden betreffen: collegegeld, boekengeld, reiskosten (kosten openbaar vervoer of € 0,19 per km) en maximaal 2 verplichte studiereizen.

Er is een terugbetalingsregeling van toepassing. Dat houdt in dat de studiekostenvergoeding moet worden terugbetaald als de studie om redenen die aan betrokkene te wijten zijn niet met succes wordt afgerond of als het dienstverband op eigen verzoek wordt beëindigd binnen drie jaar nadat de studie is afgerond.

Docenten die voor het eerst voor de klas staan, krijgen het eerste jaar van benoeming 20% van de betrekkingsomvang startersverlof en het tweede jaar nog 10%. Dit kan gebruikt worden als studietijd.

9. Reiskosten woon-werkverkeer

De vergoeding woon-werkverkeer bedraagt € 0,12 per kilometer met een minimum van 8 kilometers (enkele reis) en een maximum van 25 kilometers (enkele reis). In het eerste jaar van het dienst- verband geldt het maximum aantal kilometers niet. Voor medewerkers die een reisafstand van meer dan 50 kilometers (enkele reis) moeten afleggen, geldt dat de vergoeding woon-werkverkeer in het tweede jaar van het dienstverband 50% bedraagt van de vergoeding in het eerste jaar. Voor deze medewerkers wordt pas in het derde jaar het maximum van 25 kilometers gehanteerd. Het aantal kilometers wordt vastgesteld aan de hand van de ANWB-routeplanner, de kortste route. Per schooljaar worden de reiskosten voor 10 maanden (voor OP) of 11 maanden (voor OOP) vergoed.

10. Dienstreizen

De fiscaal onbelaste vergoeding voor dienstreizen bedraagt € 0,19 per kilometer. Op grond van de vigerende CAO bedraagt de vergoeding voor dienstreizen met de eigen auto € 0,28 per km of vergoeding van de kosten openbaar vervoer.

De vergoeding van € 0,28 per kilometer voor dienstreizen kan onbelast worden uitbetaald ondanks het feit dat de belastingdienst een maximum van € 0,19 hanteert. Dit om de volgende redenen:

• De school maakt gebruik van de mogelijkheid om de reiskostenvergoeding te salderen. Dit houdt in dat de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer en dienstreizen bij elkaar opgeteld mogen worden om het onbelast te vergoeden bedrag te bepalen. Het totale aantal kilometers van woon-werkverkeer en dienstreizen wordt dan tegen de totaal uit te betalen reiskostenvergoeding afgezet. Is het gemiddelde bedrag per kilometer dan € 0,19 of minder dan wordt er € 0,28 netto per kilometer vergoed.

• Is het gemiddelde bedrag hoger dan € 0,19 per km, dan wordt alsnog

€ 0,28 netto uitbetaald. Het resterende gedeelte komt dan ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

11. Verhuiskosten

Voor de verhuiskostenvergoeding geldt dat een werknemer die voorheen op een afstand van meer dan 10 km van de plaats van tewerkstelling woonde en is verhuisd naar een woning binnen een afstand van 10 km van de plaats van tewerkstelling, in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten. Dit is ook het geval als de werknemer als gevolg van de verhuizing de reisafstand tussen zijn woning en de arbeidsplaats met tenminste 50% en ook met tenminste 10 km bekort.

De vergoeding voor de kosten van herinrichting van de nieuwe woning bedraagt 12% van het jaarsalaris met een minimum van € 1820,- en een maximum van € 5445,-. Daarnaast worden aantoonbare kosten van transport van inboedel vergoed tot maximaal € 2500,-.

De vergoeding wordt netto uitbetaald indien de werknemer meer dan 25 kilometer van het werk woont en verhuist waardoor de afstand tussen de nieuwe woning en de arbeidsplaats met tenminste 60% afneemt. In overige gevallen betreft het een bruto vergoeding.

Voorwaarden voor de regeling zijn dat de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaar na de datum waarop iemand is benoemd en er sprake is van een benoeming voor tenminste een jaar met uitzicht op een benoeming voor onbepaalde tijd.

12. Uitruilregeling

Zoals genoemd biedt de belastingdienst de mogelijkheid om een belastingvrije vergoeding van € 0,19 per kilometer uit te betalen. Deze belastingvrije vergoeding geldt zowel voor het woon-werkverkeer als voor de dienstreizen. Als aan het einde van het jaar blijkt dat er nog fiscale ruimte over is, kan deze ruimte gebruikt worden door (een gedeelte van) de bruto eindejaarsuitkering te ruilen met een netto bedrag voor reiskosten.

Concreet betekent dit dat (een gedeelte van) de eindejaarsuitkering dan netto uitbetaald kan worden.

Aan het einde van ieder kalenderjaar krijgen alle werknemers meer informatie over deze regeling en wordt gevraagd of zij willen deelnemen.

13. Werkkostenregeling

Binnen deze regeling kunnen werkgevers maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor werknemers. Dit betekent dat medewerkers door gebruik te maken van onderstaande mogelijkheden een fiscaal voordeel (verschil bruto-netto) kunnen behalen:

Fietsregeling

De school kent een fiscaal aantrekkelijke regeling ter stimulering van het fietsgebruik voor woon- werkverkeer. Xxxxxxx’x die minimaal de helft van hun werkdagen per fiets naar school komen kunnen via de fietsregeling tegen een gunstig tarief een fiets aanschaffen. De aanschafprijs van de fiets kan tot maximaal € 1.000,-/€ 1.500,- worden verrekend met de vakantie-uitkering en/of de eindejaarsuitkering. Deelname aan deze regeling is onder voorbehoud van de openstaande fiscale ruimte in het jaar van deelname. Afhankelijk van de hoogte van de deelname is het eens per drie jaar of vijf jaar mogelijk om gebruik te maken van de fietsregeling.

Uitruilmogelijkheid € 300,-

Elke medewerker kan per jaar een bedrag van € 300,- per jaar uitruilen met het vakantiegeld of de eindejaarsuitkering). Medewerkers met een werktijdfactor < 0,2 kunnen maximaal € 120,- uitruilen.

De medewerkers kunnen dit bedrag naar keuze besteden voor:

• Kosten voor laptop/tablet/smartphone, mits medewerker geen communicatievergoeding heeft

• een gefilterde internetaansluiting thuis;

• boeken op het gebied van identiteit en vakgebied;

• kosten lidmaatschap beroepsvereniging (geen vakbond);

• kosten voor cursussen/opleidingen op het gebied van identiteit (bijv. CGO);

• (medisch) fitnessabonnement;

• een abonnement op het Reformatorisch Dagblad (Compleet, Weekend-, Zaterdag- of E- paperabonnement).

De regeling blijft bestaan zolang de werkkostenregeling van toepassing blijft en we als school voldoende ruimte hebben binnen de genoemde 1,2%.

Contributie vakbond/vereniging van werknemers

De contributie voor het lidmaatschap van een vereniging van werknemers, zoals de RMU, kan worden verrekend met de betaling van de eindejaarsuitkering in de maand december.

Jaarlijks krijgen alle werknemers meer informatie over deze regeling en wordt gevraagd of zij willen deelnemen.

14. Ziekteverzuim en salaris

Tijdens ziekte wordt het salaris in het eerste jaar volledig doorbetaald. In het tweede jaar van ziekte wordt de loondoorbetaling over de ziekte-uren beperkt tot 70% van het salaris. Gewerkte uren worden altijd volledig doorbetaald.

In het tweede jaar van ziekte vindt de (her)beoordeling in het kader van de Wet Werk en Inkomen (WIA) plaats, waarbij het UWV het arbeidsgeschiktheidspercentage vaststelt en daarmee een uitkering toekent of niet.

Na een ziekteperiode van twee jaar kan een procedure van (gedeeltelijk) ontslag volgen.

15. Pensioenfonds

Onderwijspersoneel wordt bij benoeming aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds ABP. Het ABP kent sinds 1 januari 2004 een zogenaamde middelloonregeling. Dat betekent dat het pensioen dat (vanaf 2004) wordt opgebouwd, wordt uitgekeerd tegen het gemiddelde salaris in de loopbaan bij overheid en onderwijs.

Soorten pensioen

• Ouderdomspensioen: hiervoor komt de (voormalig) werknemer in aanmerking nadat hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt als aanvulling op de AOW. De hoogte hiervan hangt af van het aantal dienstjaren en de hoogte van het genoten salaris.

• Keuzepensioen: de mogelijkheid bestaat (op dit moment) om het pensioen (gedeeltelijk) in te laten gaan terwijl de medewerker (gedeeltelijk) blijft werken. De hoogte hangt af van de keuze die hiervoor wordt gemaakt en komt ten laste van het ouderdoms- of nabestaandenpensioen.

• Nabestaandenpensioen: bij overlijden van gehuwde werknemers kunnen nabestaanden recht hebben op een nabestaandenpensioen. De hoogte hiervan hangt mede af van het aantal dienstjaren, van het aantal kinderen en van het eigen inkomen van de nabestaande.

• Arbeidsongeschiktheidspensioen: wanneer een medewerker arbeidsongeschikt is en in aanmerking komt voor een WIA-uitkering kan de medewerker in aanmerking komen voor een aanvulling.

Waardeoverdracht

Het reeds via de vorige werkgever opgebouwde pensioen, kan worden overgenomen door de Stichting ABP. Voorwaarde is dat de dekkingsgraad van ABP ten minste 100% is. Een aanvraag hiervoor dient binnen een half jaar na indiensttreding plaats te vinden. Wanneer de dekkingsgraad onder de 100% ligt, wordt deze aanvraag pas in behandeling genomen als de dekkingsgraad boven de 100% ligt.

Meer informatie over deze onderwerpen is te vinden op xxx.xxx.xx.

16. Collectieve verzekeringen

Pro Life

SORG heeft een collectieve ziektekostenverzekering bij Pro Life afgesloten. Pro Life biedt in de collectiviteit 15% korting op de aanvullende verzekering. Meer informatie hierover is te vinden op de website van Pro Life. Aanmelden kan met werkgeversnummer 205501307.

Centraal Beheer

Met Centraal Beheer is een overeenkomst voor zogenaamde personeelsvoorzieningen afgesloten. Via dit collectief kunnen medewerkers korting krijgen op onder meer de volgende verzekeringen: auto-, inzittenden-, rechtsbijstand- en woongarantverzekering. Aanmelden kan met werkgever: Stichting Onderwijs op Reformatorische Grondslag.

Loyalis

Bij Loyalis kan een aanvullende verzekering worden afgesloten op het gebied van arbeidsongeschiktheid (AOV). Hiervoor heeft het Van Lodenstein College een semicollectief contract afgesloten. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering zorgt voor inkomenszekerheid als iemand niet meer (volledig) kan werken door ziekte of beperkingen. De premie wordt op het bruto salaris ingehouden. Meer informatie is te vinden op de website van Xxxxxxx. Aanmelden kan met werkgeversnummer 6041769.

Anw-hiaatverzekering ElipsLife

Via ElipsLife is het mogelijk een Anw-hiaatverzekering af te sluiten. Anw staat voor Algemene Nabestaandenwet. Wanneer een medewerker vóór de AOW-leeftijd overlijdt, heeft zijn/haar echtgeno(o)(t)e mogelijk recht op een Anw-uitkering van de overheid. Soms ontvangt hij of zij geen of slechts een gedeeltelijke Anw-uitkering. Om een inkomensterugval voor de echtgeno(o)(t)e te voorkomen, is het mogelijk een Anw-hiaatverzekering af te sluiten. De werknemer sluit deze verzekering zelf af en betaalt de premie rechtstreeks aan de verzekeraar. De Anw-hiaatverzekering keert na overlijden maandelijks een vast bedrag uit totdat de echtgeno(o)(t)e de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Meer informatie:

xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxx/xx/xxx/Xxxxxxxxx/Xxxxxxxx/Xxx-Xxx-Xxxxx-Xxxxxxxx.

Bij twijfel aan deelname aan deze verzekering, is het advies om een financieel adviseur te raadplegen.

Meer informatie?

Neem gerust contact op met de afdeling P&O voor nadere informatie:

Locatie Amersfoort

o Xxxxxx xx Xxxxx-Xxxxx

o Tel.: 000-0000000

o E-mail: xxxx@xxxx.xx

Locatie Hoevelaken en Centraal

o Elles Blankestijn-Top

o Tel.: 000-0000000

o E-mail: xxxx@xxxx.xx

Locatie Barneveld, Ede en Centrale Diensten

o Xxxxxxx Xxxxxxx

o Tel.: 000-0000000

o E-mail: xxxx@xxxx.xx

Locatie Kesteren

o Xxxxxxx xx Xxxxx

o Tel.: 000-0000000

o E-mail: xxxx@xxxx.xx