TRAC T A TENBLAD
68 (1996) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1997 Nr. 30
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Russische Federatie tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol;
Moskou, 16 december 1996
B. TEKST1)
Agreement between the Government of the Kingdom of
the Netherlands and the Government of the Russian Federation for the avoidance of double taxation and the prevention
of fiscal evasion with respect to taxes on income and on property
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Government of the Russian Federation
Desiring to conclude an agreement for the avoidance of double taxa- tion and the prevention of fiscal evasion with respect to taxes on income and on property,
Have agreed as follows:
Article 1
Personal scope
This Agreement shall apply to persons who are residents of one or both of the Contracting States.
Article 2
Taxes covered
1. This Agreement shall apply to taxes on income and on property, imposed in a Contracting State, irrespective on behalf of which authori- ties in that State or of the manner in which they are levied.
2. There shall be regarded as taxes on income and on property all taxes imposed on total income, on total property, or on elements of income or of property, including taxes on gains from the alienation of movable or immovable property, as well as taxes on the total amounts of wages or salaries.
3. The existing taxes to which the Agreement shall apply are in par- ticular:
a) in the Netherlands:
(i) income tax (de inkomstenbelasting),
(ii) wages tax (de loonbelasting),
1) De Russische tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Russische Federatie tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Russische Federatie,
Geleid door de wens een verdrag te sluiten tot het vermijden van dub- bele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Personen op wie het Verdrag van toepassing is
Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide Verdragsluitende Staten.
Artikel 2
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
1. Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht ten behoeve van welke onderdelen in die Staat zij worden geheven of de wijze van heffing, worden geheven in een Verdragsluitende Staat.
2. Als belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inko- men, naar het gehele vermogen of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen, waaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken, als- mede belastingen naar het totale bedrag van lonen of salarissen.
3. De bestaande belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn met name:
a. in Nederland:
i. de inkomstenbelasting,
ii. de loonbelasting,
(iii) company tax (de vennootschapsbelasting) including the Govern- ment share in the net profits of the exploitation of natural re- sources levied pursuant to the Mining Act of 1810 (de Mijnwet 1810) with respect to concessions issued from 1967, or pursuant to the Netherlands Continental Shelf Mining Act of 1965 (de Mijnwet Continentaal Plat 1965),
(iv) dividend tax (de dividendbelasting),
(v) property tax (de vermogensbelasting), (hereinafter referred to as ‘‘Netherlands tax’’);
b) in the Russian Federation, the taxes on income, profits and prop- erty imposed in accordance with the following laws of the Russian Fed- eration:
(i) ‘‘On tax on profits of enterprises and organisations’’,
(ii) ‘‘On the income tax on individuals’’,
(iii) ‘‘On tax on property of enterprises’’, and
(iv) ‘‘On taxes on property of physical persons’’, (hereinafter referred to as ‘‘Russian tax’’).
4. The Agreement shall apply also to any identical or substantially similar taxes which are imposed after the date of signature of the Agree- ment in addition to, or in place of, the existing taxes. The competent authorities of the Contracting States shall notify each other of any sub- stantial changes which have been made in their respective taxation laws.
Article 3
Some general definitions
1. For the purposes of this Agreement, unless the context otherwise requires:
a) the terms ‘‘a Contracting State’’ and ‘‘the other Contracting State’’ mean the Kingdom of the Netherlands (the Netherlands) or the Russian Federation (Russia), as the context requires; the term ‘‘Contracting States’’ means the Kingdom of the Netherlands (the Netherlands) and the Russian Federation (Russia);
b) ‘‘the Netherlands’’ means the part of the Kingdom of the Nether- lands that is situated in Europe as well as its exclusive economic zone as defined in its legislation subject to the 1982 UN Law of the Sea Con- vention;
c) ‘‘the Russian Federation’’ means its territory as well as its exclu- sive economic zone and continental shelf as defined in its legislation subject to the 1982 UN Law of the Sea Convention;
iii. de vennootschapsbelasting, daaronder begrepen het aandeel van de Regering in de netto winsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnwet 1810 met betrekking tot concessies uitgegeven vanaf 1967, of geheven krachtens de Mijnwet continentaal plat 1965,
iv. de dividendbelasting,
v. de vermogensbelasting,
(hierna te noemen: ,,Nederlandse belasting’’);
b. in de Russische Federatie, de belastingen naar het inkomen, de winst en het vermogen die worden geheven in overeenstemming met de volgende wetten van de Russische Federatie:
i. ,,Op de belastingen naar de winst van ondernemingen en organi- saties’’ (On tax on profits of enterprises and organisations),
ii. ,,Op de inkomstenbelasting van natuurlijke personen’’ (On the income tax on individuals),
iii. ,,Op de belastingen naar het vermogen van ondernemingen’’ (On tax on property of enterprises),
iv. ,,Op de belastingen naar het vermogen van natuurlijke personen’’ (On taxes on property of physical persons),
(hierna te noemen: ,,Russische belasting’’).
4. Dit Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden gehe- ven. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten doen elkaar mededeling van alle wezenlijke wijzigingen die in hun onder- scheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht.
Artikel 3
Enige algemene begripsbepalingen
1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders ver- eist:
a. betekenen de uitdrukkingen ,,een Verdragsluitende Staat’’ en ,,de andere Verdragsluitende Staat’’ het Koninkrijk der Nederlanden (Neder- land) of de Russische Federatie (Rusland), al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ,,Verdragsluitende Staten’’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) en de Russische Federatie (Rusland);
b. betekent de uitdrukking ,,Nederland’’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van de exclu- sieve economische zone zoals in zijn wetgeving is vastgelegd ingevolge het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, 1982;
c. betekent de uitdrukking ,,Russische Federatie’’ haar grondgebied met inbegrip van de exclusieve economische zone en het continentaal plat zoals in haar wetgeving is vastgelegd ingevolge het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, 1982;
d) the term ‘‘person’’ includes an individual, a company and any other body of persons;
e) the term ‘‘company’’ means any body corporate or any entity, association or organisation which is treated as a body corporate or legal entity for tax purposes;
f) the terms ‘‘enterprise of a Contracting State’’ and ‘‘enterprise of the other Contracting State’’ mean respectively enterpreneurial activities carried on by a resident of a Contracting State and enterpreneurial activi- ties carried on by a resident of the other Contracting State;
g) the term ‘‘international traffic’’ means any transport by a ship or aircraft operated by an enterprise of a Contracting State, except when the ship or aircraft is operated solely between places in the other Contract- ing State;
h) the term ‘‘nationals’’ means:
(i) in relation to the Netherlands, any individual possessing the na- tionality of the Netherlands;
(ii) in relation to the Russian Federation, any individual possessing its citizenship;
i) the term ‘‘competent authority’’ means:
(i) in the Netherlands the Minister of Finance or his duly authorised representative;
(ii) in Russia the Ministry of Finance or its authorised representative.
2. As regards the application of the Agreement by a Contracting State any term not defined therein shall, unless the context otherwise requires, have the meaning which it has under the laws of that State relating to the taxes which are the subject of this Agreement.
Article 4
Resident
1. For the purposes of this Agreement, the term ‘‘resident of a Con- tracting State’’ means any person who, under the laws of that State, is liable to tax therein by reason of his domicile, residence, place of man- agement, place of registration or any other criterion of a similar nature. But this term does not include any person who is liable to tax in that State in respect only of income from sources in that State or property situated therein.
2. Where by reason of the provisions of paragraph 1 an individual is a resident of both Contracting States, then his status shall be determined as follows:
d. omvat de uitdrukking ,,persoon’’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
e. betekent de uitdrukking ,,lichaam’’ elke rechtspersoon of elke een- heid, samenwerkingsverband of organisatie die voor de belastingheffing als een rechtspersoon of rechtspersoonlijkheid bezittende entiteit wordt behandeld;
f. betekenen de uitdrukkingen ,,onderneming van een Verdrag- sluitende Staat’’ en ,,onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’’ onderscheidenlijk ondernemingsactiviteiten verricht door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en ondernemingsactiviteiten verricht door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
g. betekent de uitdrukking ,,internationaal verkeer’’ alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming van een Verdragsluitende Staat, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uit- sluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdrag- sluitende Staat zijn gelegen;
h. betekent de uitdrukking ,,onderdanen’’:
i. met betrekking tot Nederland, iedere natuurlijke persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit;
ii. met betrekking tot de Russische Federatie, iedere natuurlijke per- soon die haar staatsburgerschap bezit;
i. betekent de uitdrukking ,,bevoegde autoriteit’’:
i. in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde verte- genwoordiger;
ii. in Rusland het Ministerie van Financiën of zijn bevoegde verte- genwoordiger.
2. Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetge- ving van die Staat met betrekking tot de belastingen die het onderwerp van dit Verdrag uitmaken.
Artikel 4
Inwoner
1. Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ,,inwo- ner van een Verdragsluitende Staat’’ iedere persoon die, ingevolge de wetgeving van die Staat, aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding, plaats van inschrijving of enige andere soortgelijke omstandigheid. Deze uitdrukking omvat echter niet een persoon die in die Staat slechts aan belasting is onder- worpen ter zake van inkomsten uit bronnen in die Staat of van vermo- gen dat in die Staat is gelegen.
2. Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van het eerste lid inwoner van beide Verdragsluitende Staten is, wordt zijn posi- tie als volgt bepaald:
a) he shall be deemed to be a resident of the State in which he has a permanent home available to him; if he has a permanent home available to him in both States, he shall be deemed to be a resident of the State with which his personal and economic relations are closer (centre of vital interests);
b) if the State in which he has his centre of vital interests cannot be determined, or if he has not a permanent home available to him in either State, he shall be deemed to be a resident of the State in which he has an habitual abode;
c) if he has an habitual abode in both States or in neither of them, he shall be deemed to be a resident of the State of which he is a national;
d) if each State considers him to be its national or if he is a national of neither of them, the competent authorities of the Contracting States shall settle the question by mutual agreement.
3. Where by reason of the provisions of paragraph 1 a person other than an individual is a resident of both Contracting States, then it shall be deemed to be a resident of the State in which its place of effective management is situated.
Article 5
Permanent establishment
1. For the purposes of this Agreement, the term ‘‘permanent estab- lishment’’ means a fixed place of business through which the activities of an enterprise of one State are wholly or partly carried on in the other Contracting State.
2. The term ‘‘permanent establishment’’ includes especially:
a) a place of management;
b) a branch;
c) an office;
d) a factory;
e) a workshop, and
f) a mine, an oil or gas well, a quarry or any other place of extrac- tion of natural resources.
3. A building site or construction or installation project constitutes a permanent establishment only if it lasts more than twelve months.
4. Notwithstanding the preceding provisions of this article, the term ‘‘permanent establishment’’ shall be deemed not to include:
a) the use of facilities solely for the purpose of storage, display or delivery of goods or merchandise belonging to the enterprise;
a. hij wordt geacht inwoner te zijn van de Staat waarin hij een duur- zaam tehuis tot zijn beschikking heeft; indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarmede zijn persoonlijke en economische betrekkin- gen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen);
b. indien niet kan worden bepaald in welke Staat hij het middelpunt van zijn levensbelangen heeft, of indien hij in geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarin hij gewoonlijk verblijft;
c. indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk ver- blijft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarvan hij onder- daan is;
d. indien elk van de Staten hem beschouwt als zijn onderdaan of indien hij van geen van beide onderdaan is, regelen de bevoegde auto- riteiten van de Verdragsluitende Staten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming.
3. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepa- lingen van het eerste lid inwoner van beide Verdragsluitende Staten is, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarin de plaats van zijn werkelijke leiding is gelegen.
Artikel 5
Vaste inrichting
1. Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ,,vaste inrichting’’ een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming van een Staat geheel of gedeeltelijk in de andere Verdragsluitende Staat worden uitgeoefend.
2. De uitdrukking ,,vaste inrichting’’ omvat in het bijzonder:
a. een plaats waar leiding wordt gegeven;
b. een filiaal;
c. een kantoor;
d. een fabriek;
e. een werkplaats, en
f. een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.
3. Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt.
4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ,,vaste inrichting’’ niet geacht te omvatten:
a. het gebruik maken van inrichtingen, uitsluitend voor opslag, uit- stalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar;
b) the maintenance of a stock of goods or merchandise belonging to the enterprise solely for the purpose of storage, display or delivery;
c) the maintenance of a stock of goods or merchandise belonging to the enterprise solely for the purpose of processing by another enterprise;
d) the maintenance of a fixed place of business solely for the purpose of purchasing goods or merchandise, of collecting information or dis- seminating information or of marketing of a preparatory or auxiliary character, for the enterprise;
e) the facilitation of the conclusion (including of the mere signing) of contracts concerning loans, concerning the delivery of goods or mer- chandise or concerning technical services;
f) the maintenance of a fixed place of business solely for the purpose of carrying on, for the enterprise, any other activity of a preparatory or auxiliary character;
g) the maintenance of a fixed place of business solely for any com- bination of activities mentioned in sub-paragraphs a) to f), provided that the overall activity of the fixed place of business resulting from this combination is of a preparatory or auxiliary character.
5. Notwithstanding the provisions of paragraphs 1 and 2, where a person – other than an agent of an independent status to whom para- graph 6 applies – is acting on behalf of an enterprise and has, and habitu- ally exercises, in a Contracting State an authority to conclude contracts in the name of the enterprise, that enterprise shall be deemed to have a permanent establishment in that State in respect of any activities which that person undertakes for the enterprise, unless the activities of such person are limited to those mentioned in paragraph 4 which, if exercised through a fixed place of business, would not make this fixed place of business a permanent establishment under the provisions of that paragraph.
6. An enterprise shall not be deemed to have a permanent establish- ment in a Contracting State merely because it carries on business in that State through a broker, general commission agent or any other agent of an independent status, provided that such persons are acting in the ordi- nary course of their business.
7. The fact that a company which is a resident of a Contracting State controls or is controlled by a company which is a resident of the other Contracting State, or which carries on business in that other State (whether through a permanent establishment or otherwise), shall not of itself constitute either company a permanent establishment of the other.
b. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebe- horende goederen of koopwaar, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering;
c. het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebe- horende goederen of koopwaar, uitsluitend voor bewerking of verwer- king door een andere onderneming;
d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen, inlichtingen in te winnen of te verspreiden of marktonderzoek te doen dat van voor- bereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
e. de vergemakkelijking van het afsluiten (met inbegrip van enkel de ondertekening) van overeenkomsten betreffende leningen, de levering van goederen of koopwaar of de verlening van technische diensten;
f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
g. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de letters a tot en met f genoemde werkzaam- heden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsin- richting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.
5. Indien een persoon – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoor- diger waarop het zesde lid van toepassing is – voor een onderneming werkzaam is, en een machtiging bezit om namens de onderneming over- eenkomsten af te sluiten en dit recht in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken.
6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de omstandigheid dat zij in die Staat zaken doet door bemiddeling van een makelaar, com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
7. De omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een Verdrag- sluitende Staat, een lichaam beheerst of door een lichaam wordt beheerst dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat of dat in die andere Staat zaken doet (hetzij door middel van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide lichamen niet tot een vaste inrich- ting van het andere.
Article 6
Income from immovable property
1. Income derived by a resident of a Contracting State from immov- able property (including income from agriculture or forestry) situated in the other Contracting State may be taxed in that other State.
2. The term ‘‘immovable property’’ shall have the meaning which it has under the law of the Contracting State in which the property in ques- tion is situated. The term shall in any case include property accessory to immovable property, livestock and equipment used in agriculture and forestry, rights to which the provisions of general law respecting landed property apply, usufruct of immovable property and rights to variable or fixed payments as consideration for the working of, or the right to work, mineral deposits, sources and other natural resources; ships, boats and aircraft shall not be regarded as immovable property.
3. The provisions of paragraph 1 shall apply to income derived from the direct use, letting, or use in any other form of immovable property.
4. The provisions of paragraphs 1 and 3 shall also apply to the income from immovable property of an enterprise and to income from immovable property used for the performance of independent personal services.
Article 7
Business profits
1. The profits of an enterprise of a Contracting State shall be taxable only in that State unless the enterprise carries on business in the other Contracting State through a permanent establishment situated therein. If the enterprise carries on business as aforesaid, the profits of the enter- prise may be taxed in the other State but only so much of them as is attributable to that permanent establishment.
2. Subject to the provisions of paragraph 3, where an enterprise of a Contracting State carries on business in the other Contracting State through a permanent establishment situated therein, there shall in each Contracting State be attributed to that permanent establishment the prof- its which it might be expected to make if it were a distinct and separate enterprise engaged in the same or similar activities under the same or similar conditions and dealing wholly independently with the enterprise of which it is a permanent establishment.
Artikel 6
Inkomsten uit onroerende zaken
1. Inkomsten verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit onroerende zaken (waaronder begrepen voordelen uit landbouw- of bosbedrijven) die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen mogen in die andere Staat worden belast.
2. De uitdrukking ,,onroerende zaken’’ heeft de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van de Verdragsluitende Staat waarin de desbetreffende zaken zijn gelegen. De uitdrukking omvat in ieder geval de zaken die bij de onroerende zaken behoren, levende en dode have van landbouw- en bosbedrijven, rechten waarop de bepalin- gen van het privaatrecht betreffende de grondeigendom van toepassing zijn, vruchtgebruik van onroerende zaken en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie, of concessie tot exploi- tatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere natuurlijke rijkdom- men; schepen, binnenschepen en luchtvaartuigen worden niet als onroe- rende zaken beschouwd.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn van toepassing op de inkom- sten verkregen uit de rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of ver- pachten, of uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende zaken.
4. De bepalingen van het eerste en derde lid zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende zaken van een onderneming en op inkom- sten uit onroerende zaken die worden gebruikt voor het verrichten van zelfstandige arbeid.
Artikel 7
Winst uit onderneming
1. De voordelen van een onderneming van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
2. Onverminderd de bepalingen van het derde lid worden, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar geves- tigde vaste inrichting, in elk van de Verdragsluitende Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soort- gelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aan- gaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is.
3. In determining the profits of a permanent establishment, there shall be allowed as deductions expenses which are incurred for the purposes of the permanent establishment, including executive and general admin- istrative expenses so incurred, whether in the State in which the perma- nent establishment is situated or elsewhere.
4. No profits shall be attributed to a permanent establishment by rea- son of the mere purchase by that permanent establishment of goods or merchandise for the enterprise.
5. For the purposes of the preceding paragraphs, the profits to be attributed to the permanent establishment shall be determined by the same method year by year unless there is good and sufficient reason to the contrary, due regard being had to the provisions of article 26.
6. Where profits include items of income which are dealt with sepa- rately in other articles of this Agreement, then the provisions of those articles shall not be affected by the provisions of this article.
Article 8
Profits from international traffıc
1. Profits from the operation of ships or aircraft in international traf- fic shall be taxable only in the Contracting State of which the enterprise deriving such profits is a resident.
2. For the purposes of this article, profits derived from the operation in international traffic of ships and aircraft include profits derived from the rental on a bareboat basis of ships and aircraft if operated in inter- national traffic and from the rental of containers and related equipment if such rental profits are incidental to the profits described in paragraph 1.
3. The provisions of paragraph 1 shall also apply to profits from the participation in a pool, a joint business or an international operating agency.
Article 9
Adjustments to profits
1. Where
a) an enterprise of a Contracting State participates directly or indi- rectly in the management, control or property of an enterprise of the other Contracting State, or
3. Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten, daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten, die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd, het- zij elders.
4. Er worden geen voordelen aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van de aankoop door die vaste inrichting van goederen of koopwaar voor de onderneming.
5. Voor de toepassing van de voorgaande leden worden de aan de vaste inrichting toe te rekenen voordelen van jaar tot jaar volgens dezelfde methode bepaald, tenzij er een goede en genoegzame reden bestaat hiervan af te wijken, zulks met inachtneming van de bepalingen van artikel 26.
6. Indien in de voordelen bestanddelen zijn begrepen die afzonderlijk in andere artikelen van dit Verdrag worden behandeld, laten de bepalin- gen van dit artikel de bepalingen van die artikelen onverlet.
Artikel 8
Winst uit internationaal verkeer
1. Voordelen uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de onderneming die deze voordelen verkrijgt inwoner is.
2. Voor de toepassing van dit artikel omvatten voordelen verkregen uit de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in internationaal ver- keer mede voordelen verkregen uit de verhuur van schepen en luchtvaar- tuigen op basis van verhuur zonder bemanning van schepen en lucht- vaartuigen die in het internationale verkeer worden geëxploiteerd en uit de verhuur van containers en daarmee verband houdende uitrusting, indien deze huuropbrengsten voortvloeien uit de voordelen omschreven in het eerste lid.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op voor- delen uit de deelneming in een ,,pool’’, een gemeenschappelijke onder- neming of een internationaal opererend agentschap.
Artikel 9
Winstaanpassingen
1. Indien
a. een onderneming van een Verdragsluitende Staat onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat, of
b) the same persons participate directly or indirectly in the manage- ment, control or property of an enterprise of a Contracting State and an enterprise of the other Contracting State,
and in either case conditions are made or imposed between the two enterprises in their commercial or financial relations which differ from those which would be made between independent enterprises, then any profits which would without those conditions have accrued to one of the enterprises, but, by reason of those conditions, have not so accrued, may be included in the profits of that enterprise and taxed accordingly. It is understood, however, that the fact that associated enterprises have con- cluded arrangements, such as costsharing arrangements or general serv- ices agreements, for or based on the allocation of executive, general administrative, technical and commercial expenses, research and devel- opment expenses and other similar expenses, is not in itself a condition as meant in the preceding sentence.
2. Where a Contracting State includes in the profits of an enterprise of that State – and taxes accordingly – profits on which an enterprise of the other Contracting State has been charged to tax in that other State and the profits so included are profits which would have accrued to the enterprise of the first-mentioned State if the conditions made between the two enterprises had been those which would have been made be- tween independent enterprises, then that other State shall make an appro- priate adjustment to the amount of the tax charged therein on those prof- its. In determining such adjustment, due regard shall be had to the other provisions of this Agreement and the competent authorities of the Con- tracting States shall if necessary consult each other.
Article 10
Dividends
1. Dividends paid by a company which is a resident of a Contracting State to a resident of the other Contracting State may be taxed in that other State.
2. However, such dividends may also be taxed in the Contracting State of which the company paying the dividends is a resident and according to the laws of that State, but if the recipient is the beneficial owner of the dividends the tax so charged shall not exceed:
a) 5 per cent of the gross amount of the dividends if the beneficial owner of the dividends is a company (other than a partnership) which
b. dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onder- neming van een Verdragsluitende Staat en een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat,
en in het ene of in het andere geval tussen de beide ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen voorwaarden wor- den overeengekomen of opgelegd, die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mogen alle voordelen die een van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald, maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de voordelen van die onderneming en dien- overeenkomstig worden belast. Het is echter wel te verstaan, dat de omstandigheid dat gelieerde ondernemingen overeenkomsten hebben afgesloten, zoals ,,costsharing’’-overeenkomsten of algemene dienstverleningsovereenkomsten, voor of gebaseerd op de toerekening van de kosten van de leiding, de algemene beheerskosten, de technische en zakelijke kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere soortgelijke kosten, op zichzelf geen voorwaarde is als bedoeld in de voorgaande zin.
2. Indien een Verdragsluitende Staat in de voordelen van een onder- neming van die Staat voordelen begrijpt – en dienovereenkomstig belast
– ter zake waarvan een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat in die andere Staat in de belastingheffing is betrokken en deze voordelen bestaan uit voordelen welke de onderneming van de eerstge- noemde Staat zou hebben behaald indien tussen de beide ondernemin- gen zodanige voorwaarden zouden zijn overeengekomen als die welke tussen onafhankelijke ondernemingen zouden zijn overeengekomen, zal die andere Staat het bedrag aan belasting dat in die Staat over die voor- delen is geheven, dienovereenkomstig aanpassen. Bij de vaststelling van deze aanpassing wordt rekening gehouden met de overige bepalingen van dit Verdrag en plegen de bevoegde autoriteiten van de Verdrag- sluitende Staten zo nodig met elkaar overleg.
Artikel 10
Dividenden
1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkom- stig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a. 5 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uit- eindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam is (niet zijnde een
holds directly at least 25% of the capital of the company paying the divi- dends and has invested in it at least 75,000 ECU or its equivalent in the national currencies of the Contracting States;
b) 15 per cent of the gross amount of the dividends in all other cases.
3. The provisions of paragraph 2 shall not affect the taxation of the company in respect of the profits out of which the dividends are paid.
4. The term ‘‘dividends’’ as used in this article means income from shares, or other rights, not being debt-claims, participating in profits, as well as income from other corporate rights which is subjected to the same taxation treatment as income from shares by the laws of the State of which the company making the distribution is a resident.
5. The provisions of paragraphs 1 and 2 shall not apply if the benefi- cial owner of the dividends, being a resident of a Contracting State, car- ries on business in the other Contracting State of which the company paying the dividends is a resident, through a permanent establishment situated therein, or performs in that other State independent personal services from a fixed base situated therein, and the holding in respect of which the dividends are paid is effectively connected with such perma- nent establishment or fixed base. In such case the provisions of article 7 or article 14, as the case may be, shall apply.
6. Where a company which is a resident of a Contracting State derives profits or income from the other Contracting State, that other State may not impose any tax on the dividends paid by the company, except insofar as such dividends are paid to a resident of that other State or insofar as the holding in respect of which the dividends are paid is effectively connected with a permanent establishment or a fixed base situated in that other State, nor subject the company’s undistributed prof- its to a tax on the company’s undistributed profits, even if the dividends paid or the undistributed profits consist wholly or partly of profits or income arising in such other State.
maatschap of een vennootschap onder firma), dat onmiddellijk ten min- ste 25 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt en daarin ten minste 75.000 ECU of de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de Verdragsluitende Staten heeft geïnvesteerd;
b. 15 percent van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen.
3. De bepalingen van het tweede lid laten onverlet de belastinghef- fing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden wor- den betaald.
4. De uitdrukking ,,dividenden’’, zoals gebezigd in dit artikel, bete- kent inkomsten uit aandelen of andere rechten, met uitzondering van schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, als- mede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wet- geving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
5. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast mid- delpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
6. Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden wor- den betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeelte- lijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkom- stig zijn.
Article 11
Interest
1. Interest arising in a Contracting State and paid to a resident of the other Contracting State shall be taxable only in that other State if such resident is the beneficial owner of the interest.
2. The term ‘‘interest’’ as used in this article means income from debt-claims of every kind, whether or not secured by mortgage, and in particular income from government securities and income from bonds or debentures, including premiums and prizes attaching to such securities, bonds or debentures. Penalty charges for late payment shall not be regarded as interest for the purpose of this article.
3. The provisions of paragraph 1 shall not apply if the beneficial owner of the interest, being a resident of a Contracting State, carries on business in the other Contracting State in which the interest arises, through a permanent establishment situated therein, or performs in that other State independent personal services from a fixed base situated therein and the debt-claim in respect of which the interest is paid is effectively connected with such permanent establishment or fixed base. In such case the provisions of article 7 or article 14, as the case may be, shall apply.
4. Interest shall be deemed to arise in a Contracting State when the payer is that State itself, a local authority thereof or a resident of that State. Where, however, the person paying the interest, whether he is a resident of a Contracting State or not, has in a Contracting State a per- manent establishment or a fixed base in connection with which the indebtedness on which the interest is paid was incurred, and such inter- est is borne by such permanent establishment or fixed base, then such interest shall be deemed to arise in the State in which the permanent establishment or fixed base is situated.
5. Where, by reason of a special relationship between the payer and the beneficial owner or between both of them and some other person, the amount of the interest, having regard to the debt-claim for which it is paid, exceeds the amount which would have been agreed upon by the payer and the beneficial owner in the absence of such relationship, the provisions of this article shall apply only to the last-mentioned amount. In such case, the excess part of the payments shall remain taxable according to the laws of each Contracting State, due regard being had to the other provisions of this Agreement.
Artikel 11
Interest
1. Interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is slechts in die andere Staat belastbaar indien de inwoner de uiteindelijk gerechtigde is tot de interest.
2. De uitdrukking ,,interest’’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verze- kerd door hypotheek, en in het bijzonder inkomsten uit overheids- leningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder be- grepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een Verdrag- sluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht van- uit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
4. Interest wordt geacht uit een Verdragsluitende Staat afkomstig te zijn indien deze wordt betaald door die Staat zelf, een plaatselijk pu- bliekrechtelijk lichaam daarvan of een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de interest betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrich- ting of het vaste middelpunt is gevestigd.
5. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatst- bedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uit- gaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wet- geving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
Article 12
Royalties
1. Royalties arising in a Contracting State and paid to a resident of the other Contracting State shall be taxable only in that other State if such resident is the beneficial owner of the royalties.
2. The term ‘‘royalties’’ as used in this article means payments of any kind received as a consideration for the use of, or the right to use, any copyright of literary, artistic or scientific work including cinematograph films, any patent, trade mark, design or model, plan, secret formula or process, or for information concerning industrial, commercial or scien- tific experience.
3. The provisions of paragraph 1 shall not apply if the beneficial owner of the royalties, being a resident of a Contracting State, carries on business in the other Contracting State in which the royalties arise, through a permanent establishment situated therein, or performs in that other State independent personal services from a fixed base situated therein, and the right or property in respect of which the royalties are paid is effectively connected with such permanent establishment or fixed base. In such case the provisions of article 7 or article 14, as the case may be, shall apply.
4. Royalties shall be deemed to arise in a Contracting State when the payer is that State itself, a local authority thereof or a resident of that State. Where, however, the person paying the royalties, whether he is a resident of a Contracting State or not, has in a Contracting State a per- manent establishment or a fixed base in connection with which the liabil- ity to pay the royalties was incurred, and such royalties are borne by such permanent establishment or fixed base, then such royalties shall be deemed to arise in the State in which the permanent establishment or fixed base is situated.
5. Where, by reason of a special relationship between the payer and the beneficial owner or between both of them and some other person, the amount of the royalties, having regard to the use, right or informa- tion for which they are paid, exceeds the amount which would have been agreed upon by the payer and the beneficial owner in the absence of such relationship, the provisions of this article shall apply only to the last- mentioned amount. In such case, the excess part of the payments shall remain taxable according to the laws of each Contracting State, due regard being had to the other provisions of this Agreement.
Artikel 12
Royalty’s
1. Xxxxxxx’x afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat zijn slechts in die andere Staat belastbaar indien die inwoner de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty’s is.
2. De uitdrukking ,,royalty’s’’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letter- kunde, kunst of wetenschap, waaronder begrepen bioscoopfilms, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty’s, die inwoner is van een Verdrag- sluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de royalty’s afkomstig zijn een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar geves- tigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty’s worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste mid- delpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepa- lingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
4. Royalty’s worden geacht uit een Verdragsluitende Staat afkomstig te zijn indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de royalty’s betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor de verplichting tot het betalen van de royalty’s was aangegaan, en deze royalty’s ten laste komen van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, wor- den deze royalty’s geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
5. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty’s, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtin- gen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarbo- ven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inacht- neming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
Article 13
Gains from the alienation of property
1. Gains derived by a resident of a Contracting State from the aliena- tion of immovable property referred to in article 6 and situated in the other Contracting State may be taxed in that other State.
2. Gains from the alienation of movable property forming part of the business property of a permanent establishment which an enterprise of a Contracting State has in the other Contracting State or of movable prop- erty pertaining to a fixed base available to a resident of a Contracting State in the other Contracting State for the purpose of performing inde- pendent personal services, including such gains from the alienation of such a permanent establishment (alone or with the whole enterprise) or of such fixed base, may be taxed in that other State.
3. Gains derived by a resident of a Contracting State from the aliena- tion of ships or aircraft operated in international traffic or movable prop- erty pertaining to the operation of such ships or aircraft, shall be taxable only in the Contracting State of which the alienator is a resident.
4. Gains from the alienation of any property other than that referred to in paragraphs 1, 2 and 3, shall be taxable only in the Contracting State of which the alienator is a resident.
5. The provisions of paragraph 4 shall not affect the right of each of the Contracting States to levy according to its own law a tax on gains from the alienation of shares in a company, the capital of which is wholly or partly divided into shares and which under the laws of that State is a resident of that State, derived by an individual who is a resi- dent of the other Contracting State and has been a resident of the first- mentioned State in the course of the last five years preceding the aliena- tion of the shares.
Article 14
Income from independent personal services
1. Income derived by an individual who is a resident of a Contract- ing State in respect of professional services or other activities of an inde- pendent character shall be taxable only in that State unless he has a fixed base regularly available to him in the other Contracting State for the pur-
Artikel 13
Winsten uit de vervreemding van vermogen
1. Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van onroerende zaken, zoals bedoeld in arti- kel 6 en die zijn gelegen in de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat heeft, of van roerende goederen die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, waaronder begrepen voordelen verkregen uit de ver- vreemding van de vaste inrichting (alleen of met de gehele onderne- ming) of van het vaste middelpunt, mogen in die andere Staat worden belast.
3. Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in interna- tionaal verkeer worden geëxploiteerd of van roerende goederen die wor- den gebruikt bij de exploitatie van deze schepen of luchtvaartuigen, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
4. Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die bedoeld in het eerste, tweede en derde lid zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
5. De bepalingen van het vierde lid tasten laten onverlet het recht van elk van de Verdragsluitende Staten overeenkomstig zijn eigen wetgeving belasting te heffen over voordelen die uit de vervreemding van aandelen in een lichaam waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld en dat volgens de wetgeving van die Staat inwoner is van die Staat, worden verkregen door een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en die in de loop van de laatste vijf jaren voorafgaande aan de vervreemding van de aandelen inwoner van de eerstgenoemde Staat is geweest.
Artikel 14
Inkomsten uit zelfstandige arbeid
1. Voordelen verkregen door een natuurlijke persoon die inwoner is van een Verdragsluitende Staat in de uitoefening van een vrij beroep of ter zake van andere werkzaamheden van zelfstandige aard zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij hij in de andere Verdragsluitende Staat voor
pose of performing his activities. If he has such a fixed base, the income may be taxed in the other Contracting State but only so much of it as is attributable to that fixed base.
2. The term ‘‘professional services’’ includes especially independent scientific, literary, artistic, educational or teaching activities as well as the independent activities of physicians, lawyers, engineers, architects, dentists and accountants.
Article 15
Income from employment
1. Subject to the provisions of articles 16, 18, 19 and 20, salaries, wages and other similar remuneration derived by a resident of a Con- tracting State in respect of an employment shall be taxable only in that State unless the employment is exercised in the other Contracting State. If the employment is so exercised, such remuneration as is derived there- from may be taxed in that other State.
2. Notwithstanding the provisions of paragraph 1, remuneration de- rived by a resident of a Contracting State in respect of an employment exercised in the other Contracting State shall be taxable only in the first- mentioned State if:
a) the recipient is present in the other State for a period or periods not exceeding in the aggregate 183 days in any twelve month period commencing or ending in the fiscal year concerned, and
b) the remuneration is paid by, or on behalf of, an employer who is not a resident of the other State, and
c) the remuneration is not borne by a permanent establishment or a fixed base which the employer has in the other State.
3. Notwithstanding the provisions of paragraphs 1 and 2, remunera- tion derived by a resident of a Contracting State in respect of an employ- ment exercised in the other Contracting State shall be taxable only in the first-mentioned State if the employment is exercised in connection with a building site or construction or installation project and the activities connected with such site or project are deemed not to be carried on through a permanent establishment according to the provisions of para- graph 3 of article 5.
4. Notwithstanding the preceding provisions of this article, remunera- tion derived by a resident of a Contracting State in respect of an employ-
het verrichten van zijn werkzaamheden geregeld over een vast middel- punt beschikt. Indien hij over zulk een vast middelpunt beschikt mogen de voordelen in de andere Verdragsluitende Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan dat vaste middelpunt kunnen worden toe- gerekend.
2. De uitdrukking ,,vrij beroep’’ omvat in het bijzonder zelfstandige werkzaamheden op het gebied van wetenschap, letterkunde, kunst, op- voeding of onderwijs, alsmede de zelfstandige werkzaamheden van art- sen, advocaten, technici, architecten, tandartsen en accountants.
Artikel 15
Inkomsten uit dienstbetrekking
1. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 16, 18, 19 en 20 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrek- king slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in de andere Verdragsluitende Staat wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrek- king aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan verkregen belo- ning in die andere Staat worden belast.
2. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid is de beloning verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een in de andere Verdragsluitende Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstgenoemde Staat belastbaar, indien:
a. de genieter in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken, die in een tijdvak van twaalf maanden beginnend of eindi- gend in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
x. xx xxxxxxxx wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de andere Staat is, en
x. xx xxxxxxxx niet ten laste komt van een vaste inrichting die, of van een vast middelpunt dat, de werkgever in de andere Staat heeft.
3. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid is de beloning verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend in de andere Verdragsluitende Staat slechts belastbaar in de eerstgenoemde Staat indien de dienstbe- trekking wordt uitgeoefend in samenhang met een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden en de in samenhang met zulk een plaats van uitvoering uitgeoefende werk- zaamheden geacht worden niet te worden uitgeoefend door middel van een vaste inrichting overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, derde lid.
4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel is de beloning verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter
ment exercised aboard a ship or aircraft operated in international traffic, shall be taxable only in that State.
Article 16
Directors’ fees
Directors’ fees or other remuneration derived by a resident of a Con- tracting State in his capacity as a member of the board of directors, a ‘‘bestuurder’’ or a ‘‘commissaris’’ of a company which is a resident of the other Contracting State may be taxed in that other State.
Article 17
Income of artistes and sportsmen
1. Notwithstanding the provisions of articles 14 and 15, income derived by a resident of a Contracting State as an entertainer, such as a theatre, motion picture, radio or television artiste, or a musician, or as a sportsman, from his personal activities as such exercised in the other Contracting State, may be taxed in that other State.
2. Where income in respect of personal activities exercised by an entertainer or a sportsman in his capacity as such accrues not to the entertainer or sportsman himself but to another person, that income may, notwithstanding the provisions of articles 7, 14 and 15, be taxed in the Contracting State in which the activities of the entertainer or sportsman are exercised.
Article 18
Pensions, annuities and social security payments
1. Subject to the provisions of paragraph 4 of this article, pensions and other similar remuneration paid to a resident of a Contracting State in consideration of past employment and any annuity shall be taxable only in that State.
2. However, where such remuneration is not of a periodical nature and it is paid in consideration of past employment in the other Contract- ing State, or where instead of the right to annuities a lump sum is paid, this remuneration or this lump sum may be taxed in the Contracting State where it arises.
3. Any pension and other payments paid out under the provisions of a social security system of a Contracting State to a resident of the other Contracting State may be taxed in the first-mentioned State.
zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, slechts in die Staat belastbaar.
Artikel 16
Directeursbeloningen
Directeursbeloningen of andere beloningen verkregen door een inwo- ner van een Verdragsluitende Staat in zijn hoedanigheid van lid van de raad van beheer, van bestuurder of van commissaris van een lichaam dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
Artikel 17
Inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars
1. Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 en 15, mogen voordelen of inkomsten, verkregen door een inwoner van een Verdrag- sluitende Staat als artiest, zoals een toneelspeler, film-, radio-, of televisie- artiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit zijn persoonlijke werk- zaamheden als zodanig die worden verricht in de andere Verdragsluitende Staat, worden belast in die andere Staat.
2. Indien voordelen of inkomsten ter zake van persoonlijke werk- zaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanig- heid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toeko- men, maar aan een andere persoon, mogen die voordelen of inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15, worden belast in de Verdragsluitende Staat waarin de werkzaamheden van de artiest of sportbeoefenaar worden verricht.
Artikel 18
Pensioenen, lijfrenten en sociale-zekerheidsuitkeringen
1. Onverminderd de bepalingen van het vierde lid van dit artikel zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrek- king alsmede lijfrenten slechts in die Staat belastbaar.
2. Indien deze beloningen echter geen periodiek karakter dragen en worden betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking in de andere Verdragsluitende Staat, of indien in plaats van het recht op lijfrenten een afkoopsom wordt betaald, mogen de beloningen of deze afkoopsom in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn worden belast.
3. Pensioenen en andere uitkeringen betaald krachtens de bepalingen van een sociaal-zekerheidsstelsel van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in de eerstbedoelde Staat worden belast.
4. a) Any pension paid by, or out of funds created by, a Contracting State or a local authority thereof to an individual in respect of services rendered to that State or authority may be taxed in that State.
b) However, such pension shall be taxable only in the other Contract- ing State if the individual is a resident of, and a national of, that State.
Article 19
Income from government service
1. a) Remuneration, other than a pension, paid by a Contracting State or a local authority thereof to an individual in respect of services ren- dered to that State or authority may be taxed in that State.
b) However, such remuneration shall be taxable only in the other Contracting State if the services are rendered in that State and the indi- vidual is a resident of that State who:
(i) is a national of that State; or
(ii) did not become a resident of that State solely for the purpose of rendering the services.
2. The provisions of articles 15 and 16 and paragraph 1 of article 18 shall apply to remuneration and pensions in respect of services rendered in connection with a business carried on by a Contracting State or a local authority thereof.
Article 20
Payments to students, apprentices, researchers, teachers and professors
1. Payments received by a student, an apprentice, a researcher, a teacher or a professor who is or was immediately before visiting a Con- tracting State a resident of the other Contracting State and who is present in the first-mentioned State solely for the purpose of his education or training, researching and teaching, and assigned for the purpose of their maintenance and education shall not be taxed in that first-mentioned State provided that such payments arise from sources in the other State.
2. With respect to students paragraph 1 shall apply for a maximum period of five years. With respect to apprentices, researchers, teachers and professors paragraph 1 shall apply for a maximum period of two years.
4. a. Pensioenen, betaald door, of uit fondsen in het leven geroepen door, een Verdragsluitende Staat of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewe- zen aan die Staat of dat publiekrechtelijk lichaam, mogen in die Staat worden belast.
b. Deze pensioenen zijn echter slechts in de andere Verdragsluitende Staat belastbaar, indien de natuurlijke persoon inwoner en onderdaan is van die Staat.
Artikel 19
Inkomsten uit overheidsfuncties
1. a. Beloningen, niet zijnde pensioenen, betaald door een Verdrag- sluitende Staat of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan die Staat of dat publiekrechtelijk lichaam, mogen in die Staat worden belast.
b. Deze beloningen zijn echter slechts in de andere Verdragsluitende Staat belastbaar, indien de diensten in die Staat worden bewezen en de natuurlijke persoon inwoner is van die Staat, die:
i. onderdaan is van die Staat; of
ii. niet uitsluitend voor het verrichten van de diensten inwoner van die Staat werd.
2. De bepalingen van de artikelen 15 en 16 en artikel 18, eerste lid, zijn van toepassing op beloningen en pensioenen ter zake van diensten bewezen in het kader van een op winst gericht bedrijf, uitgeoefend door een Verdragsluitende Staat of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.
Artikel 20
Betalingen aan studenten, leerlingen, onderzoekers, docenten en hoog-leraren
1. Betalingen ontvangen door een student, een in opleiding zijnde persoon, een onderzoeker, een docent of een hoogleraar die onmiddel- lijk voorafgaand aan zijn bezoek aan een Verdragsluitende Staat inwo- ner is of was van de andere Verdragsluitende Staat en die uitsluitend voor zijn studie of opleiding, onderzoek en onderwijs in de eerstge- noemde Staat verblijft, en die bestemd zijn voor hun onderhoud en stu- die, zijn in die eerstgenoemde Staat niet belastbaar, mits deze betalingen aan hen worden gedaan uit bronnen in de andere Staat.
2. Met betrekking tot studenten is het eerste lid van toepassing voor een periode van ten hoogste vijf jaren. Met betrekking tot in opleiding zijnde personen, onderzoekers, docenten en hoogleraren is het eerste lid van toepassing voor een periode van ten hoogste twee jaren.
Article 21
Other income
1. Items of income of a resident of a Contracting State, wherever aris- ing, not dealt with in the foregoing articles of this Agreement shall be taxable only in that State.
2. The provisions of paragraph 1 shall not apply to income, other than income from immovable property as defined in paragraph 2 of article 6, if the recipient of such income, being a resident of a Contracting State, carries on business in the other Contracting State through a permanent establishment situated therein, or performs in that other State independ- ent personal services from a fixed base situated therein, and the right or property in respect of which the income is paid is effectively connected with such permanent establishment or fixed base. In such case the pro- visions of article 7 or article 14, as the case may be, shall apply.
Article 22
Property
1. Immovable property referred to in article 6, owned by a resident of a Contracting State and situated in the other Contracting State, may be taxed in that other State.
2. Movable property forming part of the business property of a per- manent establishment which an enterprise of a Contracting State has in the other Contracting State or movable property pertaining to a fixed base available to a resident of a Contracting State in the other Contract- ing State for the purpose of performing independent personal services, may be taxed in that other State.
3. Ships and aircraft operated in international traffic and movable property pertaining to the operation of such ships and aircraft, owned by a resident of a Contracting State shall be taxable only in that State.
4. All other elements of property of a resident of a Contracting State shall be taxable only in that State.
Article 23
Methods of elimination of double taxation
1. The Netherlands, when imposing tax on its residents, may include in the basis upon which such taxes are imposed the items of income or property which, according to the provisions of this Agreement, may be taxed in Russia.
Artikel 21
Overige inkomsten
1. Bestanddelen van het inkomen van een inwoner van een Verdrag- sluitende Staat, van waaruit ook afkomstig, die niet in de voorgaande artikelen van dit Verdrag zijn behandeld, zijn slechts in die Staat belast- baar.
2. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing op inkom- sten, niet zijnde inkomsten uit onroerende zaken zoals omschreven in artikel 6, tweede lid, indien de genieter van die inkomsten, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrich- ting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak ter zake waarvan de inkomsten worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste in- richting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
Artikel 22
Vermogen
1. Onroerende zaken, zoals bedoeld in artikel 6, die een inwoner van een Verdragsluitende Staat bezit en die zijn gelegen in de andere Verdrag- sluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat heeft, of roerende goederen die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een Verdrag- sluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, mogen in die andere Staat worden belast.
3. Schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd alsmede roerende goederen die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen en luchtvaartuigen, die een inwoner van een Verdragsluitende Staat bezit, zijn slechts belastbaar in die Staat.
4. Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar.
Artikel 23
Methoden ter vermijding van dubbele belasting
1. Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwo- ners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestand- delen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Rusland mogen worden belast.
2. However, where a resident of the Netherlands derives items of income which according to article 6, article 7, paragraph 5 of article 10, paragraph 3 of article 11, paragraph 3 of article 12, paragraphs 1 and 2 of article 13, article 14, paragraph 1 of article 15, paragraph 3 and para- graph 4 (sub-paragraph a) of article 18, paragraph 1 (sub-paragraph a) of article 19 and paragraph 2 of article 21 of this Agreement may be taxed in Russia and are included in the basis referred to in paragraph 1, the Netherlands shall exempt such items of income by allowing a reduc- tion of its tax. This reduction shall be computed in conformity with the provisions of Netherlands law for the avoidance of double taxation. For that purpose the said items of income shall be deemed to be included in the total amount of the items of income which are exempt from Nether- lands tax under those provisions.
3. Further, the Netherlands shall allow a deduction from the Nether- lands tax so computed for the items of income or property which accord- ing to paragraph 2 of article 10, paragraph 5 of article 13, article 16, article 17, paragraph 2 of article 18 and article 22 of this Agreement may be taxed in Russia to the extent that these items are included in the basis referred to in paragraph 1. The amount of this deduction shall be equal to the tax paid in Russia on these items of income or property, but shall not exceed the amount of the reduction which would be allowed if the items of income or property so included were the sole items of income or property which are exempt from Netherlands tax under the provisions of Netherlands law for the avoidance of double taxation.
4. In the case of Russia double taxation is eliminated as follows: where a resident of Russia derives income or owns property which, in accordance with the provisions of this Agreement, may be taxed in the Netherlands, the amount of tax on that income or property payable in the Netherlands, may be credited against the tax imposed on this resi- dent of Russia. The amount of credit, however, shall not exceed the amount of the tax on that income or property computed in accordance with the taxation laws and regulations of Russia.
For the purposes of this paragraph, the taxes referred to in paragraphs 3a) and 4 of article 2, other than the property tax, shall be considered taxes on income.
Article 24
Offshore activities
1. The provisions of this article shall apply notwithstanding any other provisions of this Agreement. However, this article shall not apply where offshore activities of a person constitute for that person a permanent
2. Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, vijfde lid, artikel 11, derde lid, artikel 12, derde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 18, derde lid en vierde lid (onderdeel a), artikel 19, eerste lid (onderdeel a) en artikel 21, tweede lid van dit Verdrag in Rusland mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalin- gen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belas- ting. Te dien einde worden genoemde inkomensbestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3. Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Neder- landse belasting voor die bestanddelen van het inkomen of vermogen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 16, artikel 17, artikel 18, tweede lid en artikel 22 van dit Verdrag in Rusland mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Rusland over deze bestanddelen van het inkomen of vermo- gen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen of vermogen begrepen bestanddelen van het inkomen of vermogen de enige bestanddelen van het inkomen of vermogen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermij- den van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4. In het geval van Rusland wordt dubbele belasting als volgt voor- komen: indien een inwoner van Rusland inkomen verkrijgt of vermogen bezit dat overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Nederland mag worden belast, mag het bedrag van de in Nederland over dat inko- men of dat vermogen verschuldigde belasting worden verrekend met de van deze inwoner van Rusland geheven belasting. Het bedrag van de verrekening overschrijdt echter niet het bedrag van de belasting over dat inkomen of dat vermogen, berekend overeenkomstig de belastingwetten en -voorschriften van Rusland.
Voor de toepassing van dit lid worden de belastingen genoemd in arti- kel 2, leden 3a en 4, anders dan de vermogensbelasting, beschouwd als belastingen naar het inkomen.
Artikel 24
Werkzaamheden buitengaats
1. De bepalingen van dit artikel vinden toepassing niettegenstaande enigerlei andere bepalingen van dit Verdrag. Dit artikel is echter niet van toepassing indien werkzaamheden buitengaats van een persoon voor die
establishment under the provisions of article 5 or a fixed base under the provisions of article 14.
2. In this article the term ‘‘offshore activities’’ means activities which are carried on offshore in connection with the exploration or exploitation of the sea bed and its sub-soil and their natural resources, situated in a Contracting State.
3. An enterprise of a Contracting State which carries on offshore activities in the other Contracting State shall, subject to paragraph 4 of this article, be deemed to be carrying on, in respect of those activities, business in that other State through a permanent establishment situated therein, unless the offshore activities in question are carried on in the other State for a period or periods not exceeding in the aggregate 30 days in any period of twelve months.
For the purposes of this paragraph:
a) where an enterprise carrying on offshore activities in the other Contracting State is associated with another enterprise and that other enterprise continues, as part of the same project, the same offshore activities that are or were being carried on by the first-mentioned enter- prise, and the afore-mentioned activities carried on by both enterprises
– when added together – exceed a period of 30 days, then each enter- prise shall be deemed to be carrying on its activities for a period exceed- ing 30 days in a twelve months-period;
b) an enterprise shall be regarded as associated with another enter- prise if one holds directly or indirectly at least one third of the property of the other enterprise or if a person holds directly or indirectly at least one third of the property of both enterprises.
4. However, for the purposes of paragraph 3 of this article the term ‘‘offshore activities’’ shall be deemed not to include:
a) one or any combination of the activities mentioned in paragraph 4 of article 5;
b) towing or anchor handling by ships primarily designed for that purpose and any other activities performed by such ships;
c) the transport of supplies or personnel by ships or aircraft in inter- national traffic.
5. A resident of a Contracting State who carries on offshore activities in the other Contracting State, which consist of professional services or other activities of an independent character, shall be deemed to be per-
xxxxxxx een vaste inrichting vormen ingevolge de bepalingen van arti- kel 5 of een vast middelpunt ingevolge de bepalingen van artikel 14.
2. In dit artikel betekent de uitdrukking ,,werkzaamheden buiten- gaats’’ werkzaamheden die buitengaats worden verricht in verband met de exploratie of exploitatie van de in een Verdragsluitende Staat gelegen zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen.
3. Een onderneming van een Verdragsluitende Staat die in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht wordt, on- der voorbehoud van het vierde lid van dit artikel, geacht ter zake van die werkzaamheden in de andere Staat een bedrijf uit te oefenen door mid- del van een aldaar gevestigde vaste inrichting, tenzij de desbetreffende werkzaamheden buitengaats in de andere Staat worden verricht gedu- rende een tijdvak of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden een totaal van 30 dagen niet te boven gaan.
Voor de toepassing van dit lid wordt:
a. indien een onderneming die in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht en die is gelieerd aan een andere onderneming, welke andere onderneming als onderdeel van hetzelfde project dezelfde werkzaamheden buitengaats voortzet die worden of werden uitgevoerd door de eerstbedoelde onderneming, en de hiervoor bedoelde door beide ondernemingen verrichte activiteiten bij elkaar opgeteld een tijdvak van 30 dagen te boven gaan, iedere onderneming geacht haar werkzaamheden uit te oefenen gedurende een tijdvak dat 30 dagen in een tijdvak van twaalf maanden te boven gaat;
b. een onderneming geacht gelieerd te zijn aan een andere onderne- ming indien de een onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van de andere onderneming bezit of indien een persoon onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van beide ondernemingen bezit.
4. Voor de toepassing van het derde lid van dit artikel wordt de uit- drukking ,,werkzaamheden buitengaats’’ evenwel geacht niet te omvat- ten:
a. een van de activiteiten of een combinatie daarvan als genoemd in artikel 5, vierde lid;
b. sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen verrichte activiteiten;
c. het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaar- tuigen in internationaal verkeer.
5. Een inwoner van een Verdragsluitende Staat die in het kader van een vrij beroep of van andere werkzaamheden van zelfstandige aard in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht,
forming those activities from a fixed base in the other Contracting State if the offshore activities in question last for a continuous period of 30 days or more.
6. Salaries, wages and other similar remuneration derived by a resi- dent of a Contracting State in respect of an employment connected with offshore activities carried on through a permanent establishment in the other Contracting State may, to the extent that the employment is exer- cised offshore in that other State, be taxed in that other State.
7. Where documentary evidence is produced that tax has been paid in Russia on the items of income which may be taxed in Russia according to article 7 and article 14 in connection with respectively paragraph 3 and paragraph 5 of this article, and to paragraph 6 of this article, the Netherlands shall allow a reduction of its tax which shall be computed in conformity with the rules laid down in paragraph 2 of article 23.
Article 25
Non-discrimination
1. Nationals of a Contracting State shall not be subjected in the other Contracting State to any taxation or any requirement connected there- with, which is other or more burdensome than the taxation and con- nected requirements to which nationals of that other State in the same circumstances are or may be subjected. This provision shall, notwith- standing the provisions of article 1, also apply to persons who are not residents of one or both of the Contracting States.
2. The taxation on a permanent establishment which an enterprise of a Contracting State has in the other Contracting State shall not be less favourably levied in that other State than the taxation levied on enter- prises of that other State carrying on the same activities. This provision shall not be construed as obliging a Contracting State to grant to resi- dents of the other Contracting State any personal allowances, reliefs and reductions for taxation purposes on account of civil status or family responsibilities which it grants to its own residents.
3. Except where the provisions of paragraph 1 of article 9, paragraph 5 of article 11, or paragraph 5 of article 12, apply, interest, royalties and other disbursements paid by an enterprise of a Contracting State to a resident of the other Contracting State shall, for the purpose of deter- mining the taxable profits of such enterprise, be deductible under the
wordt geacht deze werkzaamheden te verrichten vanuit een vast middel- punt in de andere Verdragsluitende Staat indien de desbetreffende werk- zaamheden buitengaats een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen of meer beslaan.
6. Salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbe- trekking in verband met werkzaamheden buitengaats die worden verricht door middel van een vaste inrichting in de andere Verdragsluitende Staat, mogen, voor zover de dienstbetrekking in die andere Staat buiten- gaats wordt uitgeoefend, in die andere Staat worden belast.
7. Indien aan de hand van bewijsstukken wordt aangetoond dat in Rusland belasting is betaald over de bestanddelen van het inkomen die ingevolge artikel 7 en artikel 14 in verband met het derde onderschei- denlijk het vijfde lid van dit artikel en ingevolge het zesde lid van dit artikel in Rusland mogen worden belast, verleent Nederland een vermin- dering van zijn belasting, die wordt berekend overeenkomstig de regels die zijn neergelegd in artikel 23, tweede lid.
Artikel 25
Non-discriminatie
1. Onderdanen van een Verdragsluitende Staat worden in de andere Verdragsluitende Staat niet aan enige belastingheffing of daarmede ver- band houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waar- aan onderdanen van die andere Staat onder dezelfde omstandigheden zijn of kunnen worden onderworpen. Deze bepaling is, niettegenstaande het bepaalde in artikel 1, ook van toepassing op personen die geen inwo- ners zijn van een of van beide Verdragsluitende Staten.
2. De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat heeft, is in die andere Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van onder- nemingen van die andere Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefenen. Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd, dat zij een Verdrag- sluitende Staat verplicht aan inwoners van de andere Verdragsluitende Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomin- gen en verminderingen uit hoofde van de samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen, die eerstbedoelde Staat aan zijn eigen inwoners verleent.
3. Behalve indien de bepalingen van artikel 9, eerste lid, artikel 11, vijfde lid, of artikel 12, vijfde lid, van toepassing zijn, zijn interest, royalty’s en andere uitgaven betaald door een onderneming van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, bij de vaststelling van de belastbare winst van die onderneming
same conditions as if they had been paid to a resident of the first- mentioned State. Similarly, any debts of an enterprise of a Contracting State to a resident of the other Contracting State shall, for the purpose of determining the taxable property of such enterprise, be deductible under the same conditions as if they had been contracted to a resident of the first-mentioned State.
4. Enterprises of a Contracting State, the property of which is wholly or partly owned or controlled, directly or indirectly, by one or more resi- dents of the other Contracting State, shall not be subjected in the first- mentioned State to any taxation or any requirement connected therewith which is other or more burdensome than the taxation and connected requirements to which other similar enterprises of the first-mentioned State are or may be subjected.
5. The provisions of this article shall, notwithstanding the provisions of article 2, apply to taxes of every kind and description, except indirect taxes.
Article 26
Mutual agreement procedure
1. Where a person considers that the actions of one or both of the Contracting States result or will result for him in taxation not in accord- ance with the provisions of this Agreement, he may, irrespective of the remedies provided by the domestic law of those States, present his case to the competent authority of the Contracting State of which he is a resi- dent or, if his case comes under paragraph 1 of article 25, to that of the Contracting State of which he is a national. The case must be presented within three years from the first notification of the action resulting in taxation not in accordance with the provisions of the Agreement.
2. The competent authority shall endeavour, if the objection appears to it to be justified and if it is not itself able to arrive at a satisfactory solution, to resolve the case by mutual agreement with the competent authority of the other Contracting State, with a view to the avoidance of taxation which is not in accordance with the Agreement. Any agreement reached shall be implemented notwithstanding any time limits in the domestic law of the Contracting States.
3. The competent authorities of the Contracting States shall endeav- our to resolve by mutual agreement any difficulties or doubts arising as to the interpretation or application of the Agreement. They may also con-
onder dezelfde voorwaarden aftrekbaar als wanneer zij betaald waren aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat. Zo ook zijn alle schulden van een onderneming van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat bij de vaststelling van het belast- bare vermogen van die onderneming onder dezelfde voorwaarden aftrek- baar als wanneer zij waren aangegaan met een inwoner van de eerst- bedoelde Staat.
4. Ondernemingen van een Verdragsluitende Staat, waarvan het kapi- taal geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door een of meer inwoners van de andere Verdrag- sluitende Staat, worden in de eerstbedoelde Staat niet aan enige belas- tingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen, waaraan andere soortgelijke ondernemingen van de eerstbedoelde Staat zijn of kunnen worden onderworpen.
5. De bepalingen van dit artikel zijn, niettegenstaande de bepalingen van artikel 2, van toepassing op belastingen van elke soort en benaming, met uitzondering van indirecte belastingen.
Artikel 26
Regeling voor onderling overleg
1. Indien een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een of van beide Verdragsluitende Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, kan hij, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de natio- nale wetgeving van die Staten voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Verdragsluitende Staat waarvan hij inwoner is, of, indien zijn geval valt onder artikel 25, eerste lid, aan die van de Verdragsluitende Staat waarvan hij onderdaan is. Het geval moet wor- den voorgelegd binnen drie jaar nadat de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het Verdrag, voor het eerst te zijner kennis is gebracht.
2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplos- sing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Verdragsluitende Staat te regelen ten einde een belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag, te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd niettegenstaande de verjaringstermijnen in de nationale wetgeving van de Verdragsluitende Staten.
3. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van het Verdrag in onderlinge overeenstem-
sult together for the elimination of double taxation in cases not provided for in the Agreement.
4. The competent authorities of the Contracting States may commu- nicate with each other directly for the purpose of reaching an agreement in the sense of the preceding paragraphs.
5. If after the procedures of paragraph 1 to 4 any dispute arising as to the interpretation or application of the Agreement in a particular case cannot be resolved by the competent authorities of the Contracting States in a mutual agreement procedure, the case may, if both competent authorities agree be resolved through an arbitration board created by the competent authorities and supplemented by independent persons and according to internationally accepted arbitration procedures. These pro- cedures shall by mutual agreement be established between the compe- tent authorities of both Contracting States. The decision of the arbitra- tion board shall be binding on both Contracting States and the taxpayer or taxpayers involved with respect to that case.
This paragraph will only apply after the competent authorities of both Contracting States have established the above-mentioned procedures.
The Contracting States may release to the arbitration board, estab- lished under the provisions of this paragraph, such information as is nec- essary for carrying out the arbitration procedure. Such release of infor- mation shall be subject to the provisions of articles 27 and 29.
Article 27
Exchange of information
The competent authorities of the Contracting States shall exchange such information as is necessary for carrying out the provisions of this Agreement or of the domestic laws of the Contracting States concerning taxes covered by the Agreement insofar as the taxation thereunder is not contrary to the Agreement. The exchange of information is not restricted by article 1. Any information received by a Contracting State shall be treated as confidential in the same manner as information obtained under the domestic laws of that State and shall be disclosed only to persons or authorities (including courts and administrative bodies) involved in the assessment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, or the determination of appeals in relation to, the taxes covered by the Agreement. Such persons or authorities shall use the information only
ming op te lossen. Zij kunnen ook met elkaar overleg plegen ten einde dubbele belasting ongedaan te maken in gevallen waarvoor in het Ver- drag geen voorziening is getroffen.
4. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen ten einde een overeen- stemming als bedoeld in de voorgaande leden te bereiken.
5. Wanneer na de regelingen van de leden een tot en met vier een geschil, dat is gerezen met betrekking tot de uitlegging of toepassing van het Verdrag in een bepaald geval, niet opgelost kan worden door de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten in een procedure voor onderling overleg, kan het geval, indien beide bevoegde autoritei- ten daarmee instemmen, worden opgelost door middel van een arbitra- gecommissie, die in het leven wordt geroepen door de bevoegde autori- teiten en die wordt aangevuld met onafhankelijke personen, volgens internationaal geaccepteerde arbitrageprocedures. Deze procedures zul- len in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten van beide Verdragsluitende Staten worden vastgesteld. De beslissing van de arbi- tragecommissie is voor dat geval bindend voor beide Verdragsluitende Staten en de betrokken belastingplichtige of belastingplichtigen.
Dit lid is slechts van toepassing nadat de bevoegde autoriteiten van beide Verdragsluitende Staten de bovengenoemde procedures hebben vastgesteld.
De Verdragsluitende Staten kunnen aan de, volgens de bepalingen van dit lid ingestelde, arbitragecommissie de inlichtingen verstrekken die nodig zijn om de arbitrageprocedure te volbrengen. Deze inlichtingen worden verstrekt met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 27 en 29.
Artikel 27
Uitwisseling van inlichtingen
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten wisselen zodanige inlichtingen uit die nodig zijn voor het uitvoeren van de bepa- lingen van dit Verdrag of van de nationale wetgeving van de Verdrag- sluitende Staten met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met het Verdrag. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1. Alle door een Verdragsluitende Staat ontvangen inlichtin- gen worden op dezelfde wijze vertrouwelijk behandeld als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en wor- den alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratiefrechtelijke lichamen) die betrokken zijn bij de vaststelling of invordering van, de tenuitvoer-
for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions.
Article 28
Assistance in recovery
1. The States agree to lend each other assistance and support with a view to the collection, in accordance with their respective laws or administrative practice, of the taxes to which this Agreement shall apply and of any increases, surcharges, overdue payments, interests and costs pertaining to the said taxes.
2. At the request of the applicant State the requested State shall recover tax claims of the first-mentioned State in accordance with the law and administrative practice for the recovery of its own tax claims. However, such claims do not enjoy any priority in the requested State and cannot be recovered by imprisonment for debt of the debtor. The requested State is not obliged to take any executory measures which are not provided for in the laws of the applicant State.
3. The provisions of paragraph 2 shall apply only to tax claims which form the subject of an instrument permitting their enforcement in the applicant State and, unless otherwise agreed between the competent authorities, which are not contested.
However, where the claim relates to a liability to tax of a person as a non-resident of the applicant State, paragraph 2 shall only apply, unless otherwise agreed between the competent authorities, where the claim may no longer be contested.
4. The requested State shall not be obliged to accede to the request:
a) if the applicant State has not pursued all means available in its own territory, except where recourse to such means would give rise to disproportionate difficulty;
b) if and insofar as it considers the tax claim to be contrary to the provisions of this Agreement or of any other agreement to which both of the States are parties.
5. The instrument permitting enforcement in the applicant State shall, where appropriate and in accordance with the provisions in force in the requested State, be accepted, recognised, supplemented or replaced as soon as possible after the date of the receipt of the request for assistance by an instrument permitting enforcement in the requested State.
legging of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de belastingen waarop het Verdrag van toepas- sing is. Deze personen of autoriteiten mogen van de inlichtingen alleen voor deze doeleinden gebruik maken. Zij mogen de inlichtingen bekend maken in openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen.
Artikel 28
Bijstand bij invordering
1. De Staten komen overeen elkaar hulp en bijstand te verlenen, in overeenstemming met hun onderscheiden wetgeving of administratieve praktijk, bij de invordering van de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is en de op genoemde belastingen betrekking hebbende ver- hogingen, boetes, betalingen wegens termijnoverschrijdingen, interest en kosten.
2. Op verzoek van de verzoekende Staat vordert de aangezochte Staat belastingvorderingen van de eerstgenoemde Staat in overeenkomstig de wetgeving en de administratieve praktijk met betrekking tot de invorde- ring van zijn eigen belastingvorderingen. Deze vorderingen genieten echter geen voorrang in de aangezochte Staat en kunnen niet worden ingevorderd door middel van in hechtenis nemen wegens schuld van de schuldenaar. De aangezochte Staat is niet verplicht invorderings- maatregelen te nemen waarin de wetgeving van de verzoekende Staat niet voorziet.
3. De bepalingen van het tweede lid zijn slechts van toepassing op belastingvorderingen die onderwerp zijn van een executoriale titel in de verzoekende Staat en die, tenzij anders overeengekomen tussen de be- voegde autoriteiten, niet worden bestreden.
Indien de vordering echter een belastingverplichting betreft van een persoon die geen inwoner van de verzoekende Staat is, is het tweede lid slechts van toepassing indien de vordering niet langer kan worden bestreden, tenzij anders overeengekomen tussen de bevoegde autoritei- ten.
4. De aangezochte Staat is niet verplicht het verzoek in te willigen:
a. indien de verzoekende Staat niet alle op zijn eigen grondgebied beschikbare middelen heeft aangewend, tenzij aanwending van die mid- delen zou leiden tot onevenredige moeilijkheden;
b. indien en voor zover hij de belastingvordering in strijd acht met de bepalingen van dit Verdrag of van enig ander verdrag waarbij beide Staten partij zijn.
5. De executoriale titel in de verzoekende Staat wordt, indien passend en in overeenstemming met de in de aangezochte Staat van kracht zijnde bepalingen, zo spoedig mogelijk na de datum van ontvangst van het ver- zoek om bijstand aanvaard, erkend of aangevuld, dan wel vervangen door een executoriale titel in de aangezochte Staat.
6. The competent authorities of the States shall by common agree- ment prescribe rules concerning the application of this article.
Article 29
Limitation of Articles 27 and 28
In no case shall the provisions of articles 27 and 28 be construed so as to impose on a Contracting State the obligation:
a) to carry out administrative measures at variance with the laws and administrative practice of that or of the other Contracting State;
b) to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other Contract- ing State;
c) to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial, or professional secret or trade process, or infor- mation, the disclosure of which would be contrary to public policy.
Article 30
Entry into force
1. This Agreement shall enter into force on the thirtieth day after the latter of the dates on which the respective Governments have notified each other in writing that the formalities legally required in their respec- tive States have been complied with, and its provisions shall have effect for taxable years and periods beginning on or after the first day of Janu- ary in the calendar year following that in which the Agreement has entered into force.
2. As regards relations between the Netherlands and the Russian Fed- eration, the Convention between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Union of Soviet Socialist Re- publics for the avoidance of double taxation with respect to taxes on income and on property, signed at Moscow on November 21, 1986, shall terminate upon the entry into force of this Agreement. However, the pro- visions of the Convention shall continue to have effect for taxable years and periods which are expired before the time at which the provisions of this Agreement shall be effective.
Article 31
Termination
This Agreement shall remain in force until terminated by one of the Contracting States. Either State may terminate the Agreement, through
6. De bevoegde autoriteiten van de Staten stellen in gemeen overleg regels vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel.
Artikel 29
Beperking van de Artikelen 27 en 28
In geen geval worden de bepalingen van artikel 27 en artikel 28 aldus uitgelegd dat zij een Verdragsluitende Staat de verplichting opleggen:
a. administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wet- geving of de administratieve praktijk van die of van de andere Verdrag- sluitende Staat;
b. inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Verdragsluitende Staat;
c. inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthul- len, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.
Artikel 30
Inwerkingtreding
1. Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen na de laatste der beide data waarop de onderscheiden Regeringen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld, dat de in hun onderscheiden Staten wettelijk vereiste for- maliteiten zijn vervuld, en de bepalingen ervan vinden toepassing voor belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op dat waarin het Verdrag in werking is getreden.
2. Wat betreft de betrekkingen tussen Nederland en de Russische Federatie zal de op 21 november 1986 te Moskou ondertekende Over- eenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken tot het ver- mijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beëindigd met de inwerkingtre- ding van dit Verdrag. De bepalingen van de Overeenkomst blijven ech- ter van toepassing voor belastingjaren en -tijdvakken die zijn verstreken voor het tijdstip waarop de bepalingen van dit Verdrag toepassing vin- den.
Artikel 31
Beëindiging
Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een van de Verdrag- sluitende Staten wordt beëindigd. Elk van de Staten kan het Verdrag
diplomatic channels, by giving notice of termination at least six months before the end of any calendar year after the expiration of a period of five years from the date of its entry into force. In such event the Agree- ment shall cease to have effect for taxable years and periods beginning after the end of the calendar year in which the notice of termination has been given.
DONE at Moscow, on 16 December 1996, in duplicate, in the Dutch, Russian and English languages, the three texts being equally authentic. In case there is any divergence of interpretation between the Dutch and Russian texts, the English text shall be operative.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands,
(sd.) W. KOK
For the Government of the Russian Federation,
(sd.) V. S. XXXXXXXXXXXXX
Protocol
At the moment of signing the Agreement for the avoidance of double taxation and the prevention of fiscal evasion with respect to taxes on income and on property, this day concluded between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Russian Federation, the undersigned have agreed that the following provisions shall form an integral part of the Agreement.
I. Ad articles 1 and 4
It is understood that for the purposes of this Agreement
(i) in the case of the Netherlands, the State or a local authority thereof as well as a pension fund or charitable organisation rec- ognised as such in a Contracting State and of which the income is generally exempt from tax in that State, and
(ii) in the case of Russia, central and local authorities,
shall be regarded as a resident of that State. As recognised pension fund of a Contracting State shall be regarded any pension fund recog- nised and controlled according to statutory provisions of that State.
langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een periode van vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van het Verdrag kennis te geven van de beëindiging. In dat geval houdt het Verdrag op van toe- passing te zijn voor belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gegeven.
GEDAAN te Moskou, de 16e december 1996, in tweevoud, in de Nederlandse, de Russische en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval de Nederlandse en de Russische tekst ver- schillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst beslissend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) W. KOK
Voor de Regering van de Russische Federatie,
(w.g.) V. S. XXXXXXXXXXXXX
Protocol
Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrek- king tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, heden tus- sen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Russische Federatie gesloten, zijn de ondergetekenden overeengeko- men dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad artikelen 1 en 4
Het is wel te verstaan dat voor de toepassing van dit Verdrag
i. in het geval van Nederland, de Staat of een plaatselijk publiek- rechtelijk lichaam daarvan, alsmede een pensioenfonds of liefdadigheidsinstelling, dat, onderscheidenlijk die, als zodanig erkend is in een Verdragsluitende Staat en waarvan het inkomen in het algemeen is vrijgesteld van belasting in die Staat, en
ii. in het geval van Rusland, centrale en plaatselijke publiekrechte- lijke lichamen,
worden beschouwd als een inwoner van die Staat. Als een erkend pen- sioenfonds van een Verdragsluitende Staat zal worden beschouwd, elk pensioenfonds dat volgens de wettelijke bepalingen van die Staat erkend is en onder toezicht staat.
II. Ad articles 5, 6, 7, 13, 23 and 24
It is understood that exploration and exploitation rights of natural resources shall be regarded as immovable property situated in the Con- tracting State the sea bed and sub-soil of which they are related to, and that these rights shall be deemed to pertain to the property of a perma- nent establishment in that State. Furthermore, it is understood that the aforementioned rights include rights to interests in, or to the benefits of, assets to be produced by such exploration or exploitation.
III. Ad article 7
In respect of paragraphs 1 and 2 of article 7, where an enterprise of a Contracting State sells goods or merchandise or carries on business in the other Contracting State through a permanent establishment situated therein, the profits of that permanent establishment shall not be deter- mined on the basis of the total amount of income of the enterprise, but shall be determined only on the basis of that portion of the income of the enterprise that is attributable to the actual activity of the permanent establishment in respect of such sales or business. Specifically, in the case of contracts for the survey, supply, installation or construction of industrial, commercial or scientific equipment or premises, or of public works, when the enterprise has a permanent establishment, the profits attributable to such permanent establishment shall not be determined on the basis of the total amount of the contract, but shall be determined only on the basis of that part of the contract that is effectively carried out by the permanent establishment in the Contracting State where the perma- nent establishment is situated, if the data on expenses and costs incurred for the purposes of the above-mentioned activities of the permanent establishment are provided by the taxpayer to the tax authorities.
IV. Ad articles 7, 14 and 25
It is understood that in the case of interest, wages and salaries paid by an enterprise of a Contracting State the capital of which is wholly or partly owned or controlled, directly or indirectly, by residents of the other Contracting State, such interest, wages and salaries shall be de- ductible in computing the taxable profits of such enterprise, unless the interest, wages and salaries relate to profits which are exempt from tax. The foregoing sentence shall apply accordingly to interest, wages and salaries when computing the taxable profits of a permanent establishment.
II. Ad artikelen 5, 6, 7, 13, 23 en 24
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en onder- grond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rech- ten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rech- ten ook omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit vermogens- bestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie.
III. Ad artikel 7
Met betrekking tot artikel 7, eerste en tweede lid, geldt dat, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald op basis van het totale bedrag van de inkomsten van de onderneming, doch slechts op basis van dat deel van de inkomsten van de onderneming dat aan de werkelijke werk- zaamheden van de vaste inrichting voor die verkopen of die bedrijfs- uitoefening is toe te rekenen. Met name bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering, installatie of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming een vaste inrich- ting heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale door de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van dat deel van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Verdragsluitende Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, indien de gegevens betreffende de uitgaven en kosten, die ten behoeve van de hiervoor genoemde werkzaamheden van de vaste inrichting zijn gemaakt, door de belastingbetaler aan de belastingautoriteiten worden verstrekt.
IV. Ad artikelen 7, 14 en 25
Het is wel te verstaan dat in het geval van interest, lonen en salaris- sen die worden betaald door een onderneming van een Verdragsluitende Staat waarvan het kapitaal, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of mid- dellijk, gehouden of beheerst wordt door inwoners van de andere Verdragsluitende Staat, deze interest, lonen en salarissen bij de bereke- ning van de belastbare winst van die onderneming aftrekbaar zijn, tenzij de interest, lonen en salarissen betrekking hebben op winstbestanddelen die van belastingheffing zijn vrijgesteld. De voorgaande volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot interest, lonen en sala- rissen bij de berekening van de belastbare winst van een vaste inrich- ting.
V. Ad articles 10 and 11
It is understood that in the case of the Netherlands the term dividends includes income from profit sharing bonds.
VI. Ad article 10
It is understood that for establishing whether the condition of a mini- mum investment of 75.000 Ecu is met, the value of the investment at the moment of making this investment will be taken into account, as well as any investments made or withdrawn thereafter.
VII. Ad article 10
The term ‘‘dividends’’ as used in paragraph 4 of Article 10 shall include remittances out of Russia of profits derived by a resident of the Netherlands from his investment as a participant in a joint venture with Russian and foreign investment that is treated as a body corporate or legal entity for tax purposes.
VIII. Ad articles 10, 11 and 12
Each Contracting State shall endeavour to establish procedures to enable taxpayers to receive income dealt with under articles 11 and 12 without the imposition of withholding taxes where the Agreement pro- vides for taxation in the State of residence only. Where the Agreement provides for taxation in the State where the income arises each State shall endeavour to establish procedures to enable taxpayers to receive income under deduction of tax at the rate provided for in the Agreement.
Where tax has been levied at source at a rate in excess of that pro- vided for under the terms of the Agreement, applications for the refund of the excess amount of tax have to be lodged with the competent authority of the State having levied the tax, within a period of two years after the expiration of the calendar year in which the tax has been lev- ied. Where a claim is made by a taxpayer for a refund as meant in the foregoing sentence tax withheld at source in a Contracting State at the rate in excess of that provided for under the terms of the Agreement will be refunded in a timely manner.
V. Ad artikelen 10 en 11
Het is wel te verstaan dat in het geval van Nederland de uitdrukking
,,dividenden’’ mede inkomsten uit winstdelende obligaties omvat.
VI. Ad artikel 10
Het is wel te verstaan dat, voor de vaststelling of aan de voorwaarde van een minimale investering van 75.000 ECU is voldaan, een investe- ring evenals nadien gedane of ongedaan gemaakte investeringen in aan- merking worden genomen naar de waarde op het tijdstip waarop deze investeringen worden gepleegd of ongedaan gemaakt.
VII. Ad artikel 10
De uitdrukking ,,dividenden’’ zoals gebezigd in artikel 10, vierde lid, omvat uit Rusland overgemaakte voordelen die door een inwoner van Nederland worden verkregen uit zijn investering als deelnemer in een
,,joint venture’’ met Russische en buitenlandse investeringen welke voor de belastingheffing als een rechtspersoon of rechtspersoonlijkheid bezit- tende entiteit wordt behandeld.
VIII. Ad artikelen 10, 11 en 12
Elk van de Verdragsluitende Staten zal zich beijveren om procedures vast te stellen op grond waarvan belastingplichtigen inkomsten, als bedoeld in de artikelen 11 en 12 en waarvoor het Verdrag uitsluitend voorziet in belastingheffing in de woonstaat, zonder de heffing van bron- belastingen kunnen genieten. Voor de gevallen waarin het Verdrag voor- ziet in belastingheffing in de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn, zal elk van de Staten zich beijveren om procedures vast te stellen op grond waarvan belastingplichtigen inkomsten kunnen genieten onder aftrek van belasting naar het in het Verdrag voorziene tarief.
Indien aan de bron belasting is geheven naar een tarief dat het tarief waarin het Verdrag voorziet te boven gaat, moeten verzoeken om terug- gaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, bin- nen een tijdvak van twee jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven. Indien door een belastingplichtige aanspraak wordt gemaakt op een teruggaaf als bedoeld in de voorgaande volzin, wordt de belasting die in een Verdragsluitende Staat is ingehouden naar een tarief dat het tarief waarin het Verdrag voorziet te boven gaat, op tijdige wijze teruggegeven.
IX. Ad articles 11, 12 and 19
It is understood that the term ‘‘a local authority thereof’’ includes also: in the case of Russia, the respective authorities of the subjects of the Russian Federation.
X. Ad article 16
It is understood that ‘‘bestuurder or commissaris’’ of a Netherlands company means persons, who are nominated as such by the general meeting of shareholders or by any other competent body of such com- pany and are charged with the general management of the company and the supervision thereof, respectively.
XI. Ad article 18
As long as Russia cannot under its national legislation exercise the taxation right provided for under paragraph 1 of article 18, the provi- sions of this paragraph shall, for the time being, not be operative con- cerning pensions received by a resident of Russia in connection with an employment formerly exercised in the Netherlands. With respect to such pensions the provisions of the Netherlands national legislation will con- tinue to apply. As soon as the competent authority of Russia informs the competent authority of the Netherlands that Russia can exercise under its national legislation the taxation right provided for under paragraph 1, this protocol provision will cease to apply.
XII. Ad article 21
It is understood that the provisions of this Agreement are not applica- ble to taxes levied on prizes of lotteries, gambling and games of chance received by individuals.
XIII. Ad article 23
It is understood that for the computation of the reduction mentioned in paragraph 3 of article 23, the items of property referred to in para- graph 1 of article 22 shall be taken into account for the value thereof reduced by the value of the debts secured by mortgage on that property and the items of property referred to in paragraph 2 of article 22 shall be taken into account for the value thereof reduced by the value of the debts pertaining to the permanent establishment or fixed base.
IX. Ad artikelen 11, 12 en 19
Het is wel te verstaan dat de uitdrukking ,,een plaatselijk publiekrech- telijk lichaam daarvan’’ ook omvat: in het geval van Rusland, de onder- scheidenlijke autoriteiten van de subjecten die de Russische Federatie vormen.
X. Ad artikel 16
Het is wel te verstaan dat ,,bestuurder’’ of ,,commissaris’’ van een Nederlands lichaam slaat op personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander be- voegd orgaan van dat lichaam, en die zijn belast met de algemene lei- ding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
XI. Ad artikel 18
Zolang Rusland ingevolge zijn nationale wetgeving het heffingsrecht uit hoofde van artikel 18, eerste lid, niet kan uitoefenen worden de bepa- lingen van dat lid voorlopig niet toegepast met betrekking tot pensioe- nen ontvangen door een inwoner van Rusland in verband met een dienst- betrekking die vroeger in Nederland is uitgeoefend. Met betrekking tot deze pensioenen blijven de bepalingen van de Nederlandse nationale wetgeving van toepassing. Zodra de bevoegde autoriteit van Rusland de bevoegde autoriteit van Nederland bericht dat Rusland ingevolge zijn nationale wetgeving het in het eerste lid voorziene heffingsrecht kan uit- oefenen, houdt deze protocolbepaling op van toepassing te zijn.
XII. Ad artikel 21
Het is wel te verstaan dat de bepalingen van dit Verdrag niet van toe- passing zijn op belastingen geheven van prijzen van loterijen en gok- en kansspelen die worden genoten door natuurlijke personen.
XIII. Ad artikel 23
Het is wel te verstaan dat voor de berekening van de vermindering vermeld in artikel 23, derde lid, de waarde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de schulden verzekerd door hypotheek op dat vermogen en de waarde van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de tot de vaste inrichting of het vaste middelpunt behorende schulden.
XIV. Ad article 24
It is understood that the provisions of article 24 will only be effective when the competent authorities of the Contracting States have agreed upon by mutual agreement in writing that this article will be operative.
DONE at Moscow, on 16 December 1996, in duplicate, in the Dutch, Russian and English languages, the three texts being equally authentic. In case there is any divergence of interpretation between the Dutch and Russian texts, the English text shall be operative.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands,
(sd.) W. KOK
For the Government of the Russian Federation,
(sd.) V. S. XXXXXXXXXXXXX
XIV. Ad artikel 24
Het is wel te verstaan dat de bepalingen van artikel 24 uitsluitend van toepassing zijn wanneer de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten in onderling overleg schriftelijk zijn overeengekomen dat dit arti- kel wordt toegepast.
GEDAAN te Moskou, de 16e december 1996, in tweevoud, in de Neder- landse, Russische en Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval de Nederlandse en de Russische tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst beslissend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) W. KOK
Voor de Regering van de Russische Federatie,
(w.g.) V. S. XXXXXXXXXXXXX
X. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGRTREDING
De bepalingen van Verdrag en Protocol zullen ingevolge artikel 30, eerste lid, juncto de preambule tot het Protocol, in werking treden dertig dagen na de laatste der schriftelijke mededelingen door de Regeringen dat in hun onderscheiden Staten de wettelijk vereiste formaliteiten zijn vervuld.
J. GEGEVENS
Van de op 21 november 1986 te Moskou tot stand gekomen Overeen- komst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Unie van Socialis- tische Sovjetrepublieken tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen zijn de Nederlandse en de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1987, 45; zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 302.
Uitgegeven de twintigste februari 1997
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
7T0002
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1997