UITVOERINGSOVEREENKOMST vanaf 1 april 2020
UITVOERINGSOVEREENKOMST vanaf 1 april 2020
Stichting Pensioenfonds British American Tobacco
Inhoudsopgave
UITVOERINGSOVEREENKOMST
Stichting Pensioenfonds British American Tobacco
Artikel 1 Definities
Artikel 2 Wederzijdse verplichtingen Artikel 3 Premiebetaling
Artikel 4 Informatieverstrekking door de werkgever
Artikel 5 Procedure bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichting Artikel 6 Procedure voor het opstellen op wijzigen van het Pensioenreglement Artikel 7 Onvoorwaardelijke toeslag Actieven
Artikel 8 Voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de prijscompensatie Artikel 9 Procedure bij vermogensoverschotten
Artikel 10 Procedure bij vermogenstekorten Artikel 11 Rekening-courant
Artikel 12 Voorbehoud werkgever
Artikel 13 Wijziging uitvoeringsovereenkomst Artikel 14 Toepasselijk recht
Artikel 15 Inwerkingtreding
UITVOERINGSOVEREENKOMST
De ondergetekenden,
British American Tobacco International (Holdings) B.V., gevestigd te Amstelveen; hierna te noemen ‘de Werkgever’,
en
Stichting Pensioenfonds British American Tobacco, gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen ‘het Pensioenfonds’,
Overwegende
1. dat de werkgever op 1 april 2020 juridisch is gefuseerd met de voormalig werkgevers:
- British American Tobacco Nederland B.V.;
- Xxxxxxxxx Xxxxxxxx B.V..
2. dat de rechten en plichten uit de uitvoeringsovereenkomst met voormalige werkgever British American Tobacco Holdings (The Netherlands) B.V. reeds per 1 december 2019 door de werkgever zijn overgenomen;
3. dat deze uitvoeringsovereenkomst met ingang de datum van de fusie in werking treedt en voorgaande uitvoeringsovereenkomst met voornoemde partijen vervangt, waardoor alle rechten en plichten van de voormalige werkgevers zijn overgegaan op de werkgever;
4. dat rechten en plichten uit hoofde van de onderhavige overeenkomst uitsluitend gelden voor werknemers en gewezen werknemers indien en voor zover daarover, nu en in het verleden, een pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer is gesloten waarin het Pensioenfonds als uitvoerder van de geldende pensioenregeling is aangewezen;
5. dat de werkgever en haar rechtsvoorgangers en daaraan gelieerde ondernemingen pensioenaanspraken hebben toegekend aan haar werknemers, welke zijn vastgelegd in de Pensioenreglementen British American Tobacco 1999, 2006, 2014, 2015 en 2018 met inbegrip van de rechtsgeldig in die reglementen doorgevoerde wijzigingen, alsmede het Rothmans pensioenreglement ook bekend als de ‘Rothmans regeling’ (hierna ook: “de Pensioenreglementen”);
6. dat de werkgever de uitvoering van deze overeengekomen pensioenaanspraken aan het pensioenfonds heeft opgedragen;
7. dat de rechtsvoorgangers en daaraan gelieerde ondernemingen, uitgezonderd Xxxxxxxxx Xxxxxxxx B.V., op 1 januari 2000 een financieringsovereenkomst hebben gesloten en nadien nog afwijkende regelingen zijn overeengekomen;
8. dat op deze uitvoeringsovereenkomst de definities in de Statuten van het pensioenfonds van toepassing zijn, alsmede de overige in die Statuten opgenomen bepalingen voor zover deze de rechtsbetrekking van de partijen bij deze uitvoeringsovereenkomst reguleren;
verklaren als volgt te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Definities
In deze uitvoeringsovereenkomst wordt verstaan onder:
1 | ABTN | : | Actuariële en BedrijfsTechnische Nota van het pensioenfonds; |
2 | Actieven | werknemers die middels een actief dienstverband met de werkgever pensioenaanspraken verwerven. | |
3 | Beleidsdekkingsgraad | : | de middeling van de Dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden conform de door DNB voorgeschreven methode; |
4 | Bestuur | : | het Bestuur van het pensioenfonds; |
5 | Deelnemers | : | werknemers of gewezen werknemers die volgens het geldende Pensioenreglement pensioenaanspraken verwerven jegens het pensioenfonds; |
6 | Dekkingsgraad | de verhouding tussen het EV en de technische voorzieningen van een pensioenfonds gewaardeerd op basis van de vigerende DNB rentetermijnstructuur; | |
7 | DNB | : | De Nederlandsche Bank N.V.; |
8 | Eigen Vermogen (EV) | : | het Eigen Vermogen is het verschil tussen de som van de beleggingen (inclusief liquide middelen), vorderingen en overlopende activa onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva enerzijds en de VpV anderzijds; |
9 | Evenwichtssituatie | : | situatie waarin de omvang van het eigen vermogen zodanig is dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de Pensioenovereenkomst wordt voorkomen dat de omvang van het eigen vermogen binnen één jaar minder is dan de som van het totaal aan de VpV; |
10 | Excassovoorziening | : | voorziening conform bestuursbesluit, welke onderdeel uitmaakt van de VpV, ter dekking van kosten ten behoeve van in de toekomst te verrichten uitkeringen; |
11 | Feitelijke pensioenpremie | : | totale som van werkelijk over het kalenderjaar door de werkgever aan het pensioenfonds afgedragen pensioenpremies; |
12 | Franchise | : | deel van het pensioengevend salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd; |
13 | FTK | : | Financieel Toetsingskader in de zin van de Pensioenwet; |
14 | Kostendekkende premie | : | pensioenpremie zoals gedefinieerd in artikel 3 van deze overeenkomst; |
15 | Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) | : | het op grond van de Pensioenwet voorgeschreven Minimaal Vereist Xxxxx Xxxxxxxx; |
16 | Onvoorwaardelijke toeslag Actieven | : | de vanaf 1 januari 2015 opgebouwde pensioenaanspraken van Actieven worden jaarlijks per 1 januari verhoogd met 3%. Deze toeslag wordt uit premie gefinancierd. De eerste verhoging zal per 1 januari 2016 plaatsvinden; |
17 | Pensioenovereenkomst | : | hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen; |
18 | Pensioenreglement | : | door het pensioenfonds opgestelde bepaling(en) met betrekking tot de verhouding tussen pensioenfonds en deelnemer; |
19 | Pensioengrondslag | : | grondslag waarop de jaarlijkse pensioenopbouw gebaseerd is. Dit is het voor de werknemer van toepassing zijnde pensioengevend salaris minus Franchise; |
20 | Personeelskosten | : | alle kosten en uitgaven die direct of indirect verband houden met werknemers die in dienst zijn van het pensioenfonds (waaronder mede begrepen maar niet beperkt tot loon, belastingen, pensioenpremies, scholings- en trainingskosten, onkostenvergoedingen, transitievergoedingen en overige ontslagvergoedingen) alsmede kosten die verband houden met inhuur van arbeidscapaciteit (bijvoorbeeld ter vervanging van een of meer van die werknemers bij afwezigheid en/of voor het anderszins verrichten van werkzaamheden); |
21 | Premiekortinggrens | : | grens waarbij de werkgever in aanmerking komt voor premiekorting. Premiekorting kan uitsluitend verleend worden indien wordt voldaan aan artikel 129 van de Pensioenwet; |
22 | Solvabiliteitsopslag | : | opslag die gelijk is aan de binnen het FTK gedefinieerde Solvabiliteitsopslag welke verband houdt met het Vereist Eigen Vermogen; |
23 | Statuten | : | de Statuten van het pensioenfonds; |
24 | Sturingsmiddelen | : | beleidsruimte die het Bestuur van het pensioenfonds ter beschikking staat met betrekking tot de financiële positie van het pensioenfonds. Hieronder vallen; - het premiebeleid; - het toeslagbeleid; - het beleggingsbeleid; - aanpassing van de pensioenregeling; - korten pensioenaanspraken en/of pensioenrechten; |
25 | Tekort | : | de situatie waarbij de Beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds per einde van een kalenderkwartaal is komen te liggen onder de bij of krachtens artikel 132 Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het Vereist Eigen Vermogen; |
26 | Toezichthouder | : | DNB en/of Autoriteit Financiële Markten |
27 | Dekkingsgraad behorende bij de toekomst bestendig indexeren grens | de dekkingsgraad waarbij volgens de wettelijke methodiek van toekomstbestendige indexeren volledige indexatie kan worden verleend. | |
28 | Vereist Eigen Vermogen (VEV) | : | het vermogen dat behoort bij de Evenwichtssituatie van het pensioenfonds; |
29 | Voorwaardelijke toeslagverlening (Prijscompensatie) | : | voorwaardelijke toeslagverlening over ingegane pensioenen, premievrije pensioenaanspraken, aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen alsmede over de Pensioengrondslagen voor arbeidsongeschikte Deelnemers, waarbij de ex ante bepaalde maatstaf gelijk is aan de stijging van het |
door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde Consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI - Alle Huishoudens (afgeleid), zoals deze zich van oktober tot en met oktober gedurende het voorafgaande jaar heeft voorgedaan; | |||
30 | Voorziening pensioenVerplichtingen (VpV) | : | op basis van de Actuariële en BedrijfsTechnische Nota berekende voorziening die dient ter dekking van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds; |
31 | Uitvoeringskosten | : | kosten en uitgaven van het pensioenfonds ten behoeve van pensioenuitvoering en administratie; |
Artikel 2 Wederzijdse verplichtingen
1. De werkgever en het pensioenfonds verbinden zich over en weer om elkaar de medewerking te verlenen die nodig is voor de vervulling van de aan het pensioenfonds krachtens de Statuten, de reglementen, deze uitvoeringsovereenkomst opgedragen taken en aan het individueel of gezamenlijk voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. De werkgever verplicht zich aan het pensioenfonds zo spoedig mogelijk de gegevens te verstrekken die voor de uitvoering en toepassing van de Pensioenovereenkomst, de Statuten en de reglementen noodzakelijk zijn. Het pensioenfonds verplicht zich op haar beurt aan de werkgever de informatie te verstrekken die de werkgever noodzakelijk acht, tenzij het vertrouwelijke karakter van de gegevens of wet- en regelgeving zich daartegen verzet.
2. De werkgever vrijwaart het pensioenfonds voor alle financiële nadelen als gevolg van onjuiste, onvolledige of niet tijdige opgaven die de werkgever volgens lid 4 van dit artikel verplicht is op te leveren.
3. Het pensioenfonds verplicht zich een werknemer van de werkgever met terugwerkende kracht als Deelnemer te accepteren, mits deze aantoonbaar in het verleden rechthebbende op het deelnemerschap bij het pensioenfonds is geweest.
4. De werkgever verplicht zich jegens het fonds tot het verrichten van al hetgeen, dat is vastgelegd in de Statuten en de Pensioenreglementen, alsmede tot datgene wat volgens de bepalingen van de Statuten tot stand is gekomen en tot wat vanuit wet- en regelgeving redelijkerwijs van de werkgever mag worden verwacht.
5. Het pensioenfonds verplicht zich jegens de werkgever tot getrouwe naleving van de Statuten, de Pensioenreglementen, eventuele andere reglementen en vigerende wet- en regelgeving met betrekking tot het pensioenbeheer en de pensioenuitvoering.
6. De werkgever is verplicht bij beëindiging van het dienstverband van werknemers hiervan onverwijld mededeling te doen aan het pensioenfonds. Overigens zal de werkgever aan het pensioenfonds steeds alle gegevens omtrent de Deelnemers, hun partners en kinderen verstrekken, welke het pensioenfonds nodig oordeelt.
Artikel 3 Premiebetaling
1. De werkgever is het pensioenfonds jaarlijks per 31 december van het lopende kalenderjaar een Kostendekkende premie, zoals gedefinieerd in dit artikel, verschuldigd, vermeerderd met aanvullende bedragen voortvloeiend uit de overige bepalingen van deze overeenkomst. Op verzoek van de werkgever kan de premie worden verdeeld over bepaalde groepen arbeidscontracten.
2. De Kostendekkende premie wordt bepaald met inachtneming van de volgende vooronderstellingen:
- De disconteringsvoet is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde over een periode van 10 aaneengesloten voorafgaande jaren van de door DNB gepubliceerde nominale rentetermijnstructuur (RTS). De disconteringsvoet wordt éénmaal per jaar - op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar – vastgesteld;
- De per 31 december van het betreffende jaar door het fonds gehanteerde sterftegrondslagen (die op het moment van ondertekening van deze uitvoeringsovereenkomst gebaseerd zijn op door het pensioenfonds gevolgde AG prognosetafel, zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap met sterftekanscorrectiefactoren zoals door het fonds gehanteerd; het Bestuur van het pensioenfonds kan besluiten om op enig moment andere sterftegrondslagen te hanteren indien het bestuur dat wenselijk acht);
- Financiering van de Uitvoeringskosten en Personeelskosten geschiedt uit de jaarlijkse vrijval van de aanwezige Excassovoorziening. Indien in enig jaar de Uitvoeringskosten en Personeelskosten deze vrijval in datzelfde jaar overstijgen, wordt het meerdere gefinancierd uit een door de werkgever verschuldigde opslag in de Kostendekkende premie ter financiering van deze kosten.
3. Met inachtneming van de in het voorgaand lid gedefinieerde vooronderstellingen is de Kostendekkende premie opgebouwd uit de volgende elementen:
a. de actuarieel benodigde premie ter financiering van de inkoop van nieuw verworven pensioenaanspraken ; en
b. een Solvabiliteitsopslag; en
c. een opslag die benodigd is ter dekking van de Uitvoeringskosten en de Personeelskosten van het pensioenfonds; en
d. de actuarieel benodigde premie ten behoeve van de toekenning van de Onvoorwaardelijke toeslag Actieven.
4. De in lid 3, onderdeel a en d genoemde premie wordt verhoogd met een opslag in verband met een dotatie aan de volgende voorzieningen of ten behoeve van de volgende risico’s;
- Voorziening Arbeidsongeschiktheid;
- de actuariële premie omvat een opslag van 5% ten behoeve van deze voorziening;
- Opslag Overlijdensrisico,
- de actuariële premie wordt met dusdanige actuariële factoren berekend dat hierin het overlijdensrisico van de actieve deelnemer is opgenomen;
- Opslag Excassokosten;
- de actuariële premie omvat een opslag van 2% ten behoeve van deze kosten.
De in lid 3, onderdeel b genoemde solvabiliteitopslag is gelijk aan de binnen het FTK gedefinieerde Solvabiliteitsopslag welke verband houdt met het Vereist Eigen Vermogen. Ter bepaling van de premiecomponent wordt deze opslag vermenigvuldigd met de onder lid 3 genoemde onderdelen a en d.
De in dit lid genoemde percentages kunnen jaarlijks, mits onderbouwd, door het Bestuur worden aangepast.
5. Aan het begin van elk kalenderjaar wordt door het pensioenfonds de som van de over dat jaar benodigde bijdragen als bepaald in artikel 3 lid 2, 3 en lid 4 geraamd. Het geraamde bedrag wordt in vier gelijke termijnen betaald aan het pensioenfonds. Aan het einde van elk kalenderjaar zal een verrekening plaatsvinden tussen de geraamde bijdragen en de werkelijk verschuldigde bijdragen.
6. Indien de premie op grond van voorgaand lid in vier gelijke termijnen ter beschikking wordt gesteld aan het pensioenfonds, dient een vierde gedeelte van de geraamde premie door de werkgever uiterlijk binnen een maand na afloop van elk kalenderkwartaal aan het pensioenfonds te worden voldaan.
7. De definitieve jaarbijdrage dient in zijn geheel uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar te zijn voldaan, rekening houdend met Deelnemers die ten gevolge van toe- of uittredingen gedurende het kalenderjaar dan wel deeltijdwerkzaamheden, geen volledig deelnemersjaar hebben behaald.
8. Met betrekking tot de werknemers die op basis van een detacheringcontract voor de werkgever worden uitgezonden, maar onderdeel uit blijven maken van de pensioenregeling die onder beheer en uitvoering is van het pensioenfonds, gelden afwijkende afspraken ten aanzien van de bepaling van de in dit artikel gedefinieerde Kostendekkende premie.
Voor deze werknemers worden integraal de actuariële kosten voor inkoop nieuwe pensioenaanspraken en de kosten voor inkoop van de toegekende toeslag van reeds opgebouwde pensioenaanspraken, eventueel voorzien van de relevante opslagen zoals vermeld in artikel 3 lid 4 en vermeerderd met de vereiste Solvabiliteitsopslag in rekening gebracht bij de werkgever. Over de actuariële kosten voor inkoop nieuw verworven pensioenaanspraken inclusief relevante opslagen, wordt een administratieve opslag in rekening gebracht van 10%.
9. Xxxxxxx het pensioenfonds overgaat tot herverzekering van de pensioenregeling zal de premie die aan de werkgever in rekening zal worden gebracht gelijk zijn aan de premie die de verzekeraar in rekening brengt plus een opslag ter hoogte van het Vereist Eigen Vermogen als percentage van de VpV. Als het Vereist Eigen Vermogen niet van toepassing is, zal er een opslag ter grootte van het Minimaal Vereist Vermogen als percentage van de VpV in rekening worden gebracht.
Tevens zullen de Uitvoeringskosten en Personeelskosten van het pensioenfonds als onderdeel van de premie aan de werkgever in rekening gebracht worden.
10. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde premie is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim. De werkgever is dan aan het pensioenfonds verschuldigd:
- vergoeding van de wettelijke handelsrente (als bedoeld in artikel 6:119a BW) over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten worden;
- vergoeding van alle door het pensioenfonds gemaakte invorderingskosten (waaronder begrepen maar niet beperkt tot buitenrechtelijke kosten, advocaatkosten en de werkelijk gemaakte proceskosten).
11. Het in lid 10 bepaalde is van overeenkomstige toepassing indien het pensioenfonds de premie niet tijdig bij de werkgever in rekening heeft kunnen brengen als gevolg van het door de werkgever onvolledig, niet juist en/of niet tijdig aanleveren van de voor de vaststelling van die premie relevante gegevens. Daarbij wordt voor de berekening van de rente uitgegaan van de datum waarop de werkgever de verschuldigde premie betaald had moeten hebben, indien hij de voorde vaststelling van de premie relevante gegevens juist, volledig en tijdig had aangeleverd.
Artikel 4 Informatieverstrekking door de werkgever
1. De werkgever is verplicht Deelnemers bij uitdiensttreding bij het pensioenfonds af te melden en de volgende voor de uitvoering benodigde gegevens aan het pensioenfonds te leveren:
a. de naam van de Deelnemers;
b. het adres van de Deelnemers;
c. de geboortedatum van de Deelnemers;
d. het burgerservicenummer van de Deelnemers;
e. het personeelsnummer van de Deelnemers;
f. de salarisgegevens van de Deelnemers;
g. pensioengevend salaris van de Deelnemers;
h. parttime percentages van de Deelnemers;
i. relevante gegevens omtrent arbeidsongeschiktheid van de Deelnemers; en
j. alle overige relevante gegevens die nodig zijn om de pensioenaanspraak vast te kunnen stellen.
2. De werkgever levert de in het eerste lid genoemde gegevens en mutaties maandelijks uiterlijk binnen 30 dagen na het verstrijken van de maand in bestandsvorm of andere overeengekomen wijze bij het pensioenfonds aan.
3. Het pensioenfonds is gerechtigd aanvullende kosten in rekening te brengen bij de werkgever, indien de werkgever zich niet houdt aan de administratieve procedures en termijnen met betrekking tot het aanleveren van de gegevens en mutaties zoals deze bij het pensioenfonds zijn neergelegd.
4. Voorts kan het pensioenfonds sancties of boetes opleggen, indien de werkgever niet op verzoek en evenmin na herinnering(en) aan zijn informatieplicht voldoet. Tevens is het pensioenfonds dan bevoegd om de benodigde gegevens naar beste weten zelf vast te stellen en te hanteren bij het vaststellen van de premie, De werkgever is aan deze vaststelling gebonden.
5. de werkgever informeert het pensioenfonds binnen tien werkdagen over een wijziging van de Pensioenovereenkomst. De informatie dient schriftelijk te worden verstrekt en een volledige opsomming te bevatten van de overeenkomstige wijzigingen.
Artikel 5 Procedures bij niet nakomen van premiebetalingsverplichting
1. Het pensioenfonds informeert elk kwartaal schriftelijk de Deelnemers, gewezen Deelnemers en pensioengerechtigden indien sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het pensioenfonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens de Pensioenwet geldende eisen inzake het Minimaal Vereist Eigen Vermogen.
2. Gedurende de in het vorige lid bedoelde situatie informeert het pensioenfonds tevens elk kwartaal de ondernemingsraad van de werkgever, het verantwoordingsorgaan en DNB.
Artikel 6 Procedure voor het opstellen of wijzigen van het Pensioenreglement
1. Het pensioenfonds stelt een Pensioenreglement op en wijzigt dit overeenkomstig de bepalingen uit de Statuten en het Pensioenreglement.
2. Nadat het pensioenfonds door de werkgever in kennis is gesteld van een wijziging van de Pensioenovereenkomst, stelt het pensioenfonds een aangepast Pensioenreglement in concept op en legt deze voor aan de werkgever. De werkgever wordt hierbij door het pensioenfonds gevraagd om schriftelijk aan te geven of de in het concept Pensioenreglement opgenomen wijzigingen volledig in overeenstemming zijn met de wijzigingen van de Pensioenovereenkomst. Ter verifiëring zal aan de werkgever gevraagd worden het Pensioenreglement te accorderen op de door het pensioenfonds aangegeven wijze.
3. Het Pensioenreglement wordt – overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel – opgesteld in overeenstemming met de Pensioenovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst. Het voorgaande is van toepassing voor zover, naar het oordeel van het Bestuur:
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx niet strijdig is met geldende of te verwachten wet- en regelgeving (waaronder mede begrepen fiscale wet- en regelgeving), jurisprudentie en/of aanwijzingen en/of opvattingen van de toezichthouder en/of de belastingdienst; en
b. de uitvoering van het Pensioenreglement financieel haalbaar is; en
c. de bepalingen uit het Pensioenreglement naar het oordeel van het Bestuur in redelijkheid uitvoerbaar zijn; en
d. het Pensioenreglement uitlegbaar is.
4. Het Bestuur kan, met inachtneming van het bepaalde in de Statuten en het Pensioenreglement, besluiten tot het zelfstandig doorvoeren van de door de wetgever, rechter of de toezichthouder vereiste wijzigingen van het Pensioenreglement die niet van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken en pensioenrechten.
5. Het Bestuur zal de door de wetgever, rechter of de Toezichthouder vereiste wijzigingen van het Pensioenreglement die wel van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken en/of pensioenrechten onder de aandacht brengen van de partijen die betrokken zijn bij het arbeidsvoorwaardenoverleg betrokken partijen. Indien binnen de geldende termijn voor doorvoering van de door de wetgever, rechter of de Toezichthouder vereiste wijzigingen geen wijziging van de Pensioenovereenkomst tot stand komt, waardoor voldaan is aan de vereiste wijzigingen, kan het Bestuur zelfstandig besluiten de noodzakelijke wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren. De eventuele kosten die verband houden met en/of het gevolg zijn van deze noodzakelijke wijzigingen worden als opslag op de kostendekkende premie in rekening gebracht bij de werkgever.
Artikel 7 Onvoorwaardelijke toeslag Actieven
1. De vanaf 1 januari 2015 opgebouwde pensioenaanspraken van Actieven worden jaarlijks per 1 januari verhoogd met 3% voor zover en zolang deze niet premievrij zijn geworden. Deze toeslag wordt uit premie gefinancierd. De eerste toeslag zal per 1 januari 2016 worden verleend.
Artikel 8 Voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de prijscompensatie
1. De ingegane pensioenen, de premievrije pensioenaanspraken, de aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen alsmede de Pensioengrondslagen voor arbeidsongeschikte Deelnemers worden jaarlijks per 1 januari aangepast door middel van een toeslagverlening. Deze toeslag is voorwaardelijk. Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks of en in hoeverre de pensioenrechten en pensioenaanspraken en de Pensioengrondslagen voor arbeidsongeschikte Deelnemers worden aangepast.
Het Bestuur baseert deze beslissing op de hoogte van de Beleidsdekkingsgraad en de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens van het pensioenfonds per een beleidsmatig vastgestelde peildatum. Voor de vaststelling of, en in hoeverre, de in dit lid genoemde pensioenrechten en pensioenaanspraken en de Pensioengrondslagen voor arbeidsongeschikte Deelnemers worden aangepast, wordt verwezen naar de toeslagenstaffel welke onderdeel is van het vigerende Pensioenreglement.
De middelen die het pensioenfonds ter beschikking staan voor toeslagverlening op basis van prijscompensatie worden gevormd door behaalde overrendementen van het pensioenfonds. De premie bevat geen opslag voor Voorwaardelijke toeslagverlening en voor deze Voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd. Voor deze Voorwaardelijke toeslagverlening is de ex ante maatstaf gelijk aan de stijging van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde Consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI - Alle Huishoudens (afgeleid), zoals deze zich van oktober tot en met oktober gedurende het voorafgaande jaar heeft voorgedaan. Zodra
voorgenoemd indexcijfer niet langer door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt vastgesteld, zal dit door een gelijksoortig indexcijfer worden vervangen.
2. De toeslag is uitgedrukt in een percentage en wordt toegekend over de som van het pensioen, dan wel over de met eventueel eerder verleende toeslagen verhoogde, laatst geldende Pensioengrondslag van de arbeidsongeschikte deelnemer.
3. De Voorwaardelijke toeslagverlening op basis van prijscompensatie wordt niet verleend over de vanaf
1 januari 2015 opgebouwde pensioenaanspraken voor zover en zolang deze niet premievrij zijn geworden.
4. Premievrije aanspraken, die per 31 december 2014 zijn ontstaan als gevolg van het in werking treden van de nieuwe pensioenregeling (2015), komen voor het eerst per 1 januari 2016 in aanmerking voor de Voorwaardelijke toeslagverlening.
Artikel 9 Procedure bij vermogensoverschotten
1. Indien voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 129 van de Pensioenwet, komt een overschot ten goede aan de werkgever met inachtneming van het hierna bepaalde.
- Bij een ratio van de Beleidsdekkingsgraad gedeeld door de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens tot en met 120% wordt de Kostendekkende premie in rekening gebracht;
- Bij een ratio van de Beleidsdekkingsgraad gedeeld door de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens groter dan 120% en kleiner dan 140% wordt een korting op de Kostendekkende premie verleend, zodanig dat alleen de inkoopsom voor de onvoorwaardelijke onderdelen vermeerderd met een opslag voor de Personeelskosten wordt betaald door de werkgever;
- Bij een ratio van de Beleidsdekkingsgraad gedeeld door de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens groter dan 140% en kleiner dan 170% wordt geen premie betaald;
- Bij een ratio van de Beleidsdekkingsgraad gedeeld door de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens groter dan 170% wordt geen premie betaald en wordt tevens het overschot boven de ratio van de Beleidsdekkingsgraad gedeeld door de Dekkingsgraad behorende bij de toekomstbestendig indexeren grens van 170% per ultimo kalenderjaar teruggestort aan de werkgever.
2. Het onder lid 1 bepaalde is telkens geldig gedurende één kalenderjaar en wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van de financiële positie van het pensioenfonds per ultimo kalenderjaar.
3. De onder lid 1 bepaalde regeling wordt gebaseerd op een haalbaarheidstoets die aantoont dat de verwachte Dekkingsgraad structureel boven de Evenwichtssituatie blijft.
Artikel 10 Procedure bij vermogenstekorten
1. Indien er sprake is van een Tekort, meldt het pensioenfonds dit onverwijld aan DNB en wordt er binnen de vigerende wet- en regelgeving gestelde termijn, ter instemming bij DNB een concreet en haalbaar herstelplan ingediend, tenzij het fonds gezien de Beleidsdekkingsgraad op dat moment weer voldoet aan artikel 132 van de Pensioenwet. In dit plan wordt op evenwichtige manier rekening gehouden met variabelen als: de Kostendekkende premie, een eventuele werkgeversbijdrage voor dekking van het Tekort, het verwachte fondsrendement en het al dan niet geheel of gedeeltelijk toekennen van eventuele toekomstige toeslagen. De werkgeversbijdrage voor dekking van het Tekort
zorgt ervoor dat er niet gekort behoeft te worden en dient binnen een termijn van 30 dagen door de werkgever te worden voldaan. Het herstelplan is erop gericht om binnen een periode van uiterlijk tien jaar dan wel een door DNB nader bepaalde periode geen Tekort meer te hebben. Het herstelplan dient jaarlijks te worden geactualiseerd. Een en ander op basis van de uitgangspunten welke zijn opgenomen in de regelgeving krachtens de Pensioenwet.
2. Indien de Beleidsdekkingsgraad vijf jaar achtereenvolgend onder het Minimaal Vereist Eigen Vermogen ligt en de Dekkingsgraad bij die laatste vaststelling ook onder het Minimaal Vereist Vermogen ligt, zal het pensioenfonds bij de werkgever een zodanige werkgeversbijdrage in rekening brengen dat er niet gekort behoeft te worden. Deze werkgeversbijdrage zal geheel en ineens in rekening worden gebracht en dient binnen een termijn van 30 dagen door de werkgever te worden voldaan.
3. Ingeval er sprake is van een Tekort kan het pensioenfonds besluiten de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen, indien het pensioenfonds niet in staat is binnen het genoemde onder lid 2 het Tekort op te lossen zonder dat de belangen van Deelnemers, gewezen Deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad en alle overige beschikbare Sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen tien jaar dan wel een door DNB nader bepaalde periode het Tekort te hebben opgelost. In geval van vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten worden de vereisten zoals gesteld in de Pensioenwet in acht genomen.
4. Xxxxxxx het pensioenfonds besluit tot korting van de pensioenrechten en/of pensioenaanspraken informeert het pensioenfonds de Deelnemers, gewezen Deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden, het verantwoordingsorgaan en de werkgever schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten.
5. De vermindering, bedoeld in lid 3, kan op zijn vroegst een maand nadat de Deelnemers, gewezen Deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden en de werkgever en DNB hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd.
Artikel 11 Rekening-courant
1. Tussen het pensioenfonds en de werkgever bestaat een rekening-courantverhouding, waarbij de renteverrekening geldt op basis van een in onderling overleg vast te stellen rentevoet. Indien partijen niet tot overeenstemming komen over de te hanteren rentevoet zal de rentevoet worden gelijkgesteld aan het door het Verbond van Verzekeraars gepubliceerde U-rendement. Deze renteverrekening geldt voor alle betalingsverplichtingen.
Artikel 12 Voorbehoud werkgever
1. De werkgever behoudt zich het recht voor de betaling van de krachtens artikel 3 verschuldigde werkgeversbijdragen geheel of gedeeltelijk te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
2. De werkgever kan de Pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemer wijzigen indien sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
3. Indien de werkgever van het in het eerste dan wel het tweede lid bedoelde recht gebruik maakt, zal het Bestuur de Deelnemers en het verantwoordingsorgaan daarvan terstond in kennis stellen en zich beraden over de noodzaak het Pensioenreglement aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Indien deze aanpassing noodzakelijk is, zal het Pensioenreglement worden gewijzigd.
4. Een aanpassing als bedoeld in het eerste dan wel het tweede lid, die tot gevolg heeft dat de aanspraken uit hoofde van het Pensioenreglement worden verlaagd of beperkt, dan wel dat de pensioenregeling wordt beëindigd, zal niet van invloed zijn op de aanspraken van Deelnemers voor zover die overeenkomstig de bepalingen van het Pensioenreglement kunnen worden toegerekend over reeds verstreken dienstjaren.
Artikel 13 Wijziging uitvoeringsovereenkomst
1. Wijzigingen van en aanvullingen op deze uitvoeringsovereenkomst worden in beginsel als bijlagen aan deze uitvoeringsovereenkomst gehecht, tenzij er sprake is van een algehele herziening, waarbij meerdere bepalingen worden gewijzigd dan wel aangepast. In dat geval wordt een geheel nieuwe uitvoeringsovereenkomst door de betrokken partijen vastgesteld en ondertekend.
Artikel 14 Toepasselijk recht
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Ten aanzien van alle geschillen tussen partijen, die verband houden met deze uitvoeringsovereenkomst en met de tenuitvoerlegging daarvan, is in eerste aanleg en in hoger beroep de bevoegde rechter te Amsterdam competent.
Artikel 15 Inwerkingtreding en beëindiging
1. Deze uitvoeringsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 april 2020 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Deze versie van de uitvoeringsovereenkomst vervangt de voorgaande versie van de uitvoeringsovereenkomst van 1 januari 2015 en addenda daarop uit 2018 en 2019.
2. Deze uitvoeringsovereenkomst is bij aangetekend schrijven opzegbaar door de werkgever en door het pensioenfonds met inachtneming van een opzegtermijn van 24 maanden. Bij opzegging in enig jaar eindigt de uitvoeringsovereenkomst na 24 maanden gerekend vanaf 31 december van datzelfde jaar.
3. Opzegging van de uitvoeringsovereenkomst kan zonder opzeggingstermijn geschieden in geval van een gezamenlijk besluit van het Bestuur van het pensioenfonds en de werkgever dan wel door de werkgever in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
4. Ingeval de werkgever voornemens is tot opzegging van de uitvoeringsovereenkomst over te gaan, deelt de werkgever dit onverwijld mee aan het pensioenfonds, alsmede aan degenen wier pensioen of aanspraken op pensioen daardoor wordt getroffen.
5. Na beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst behouden de werkgever en het pensioenfonds jegens elkaar de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, voor zover deze verplichtingen betreffen de pensioenaanspraken en kosten terzake van tijdvakken gelegen vóór de datum van beëindiging van deze overeenkomst.
6. Na beëindiging van deze overeenkomst blijven de verplichtingen van het pensioenfonds jegens Deelnemers, gewezen Deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden bestaan met inachtneming van de Statuten en het Pensioenreglement van het pensioenfonds.
7. Indien de uitvoeringsovereenkomst wordt opgezegd en/of eindigt in een kalenderjaar waarin de Beleidsdekkingsgraad onder het Minimaal Vereist Eigen Vermogen ligt, dan blijft de werkgever verplicht om de in artikel 10, lid 2 bedoelde werkgeversbijdrage te voldoen nadat voldaan is aan de in dat artikellid genoemde voorwaarden.