BIJDRAGEREGELING PILOT SLIMME BANDENPOMP ZUID-LIMBURG BEREIKBAAR
BIJDRAGEREGELING PILOT SLIMME BANDENPOMP ZUID-LIMBURG BEREIKBAAR
Publicatiedatum: 19 09 2019
Artikel 1: Definities
In deze bijdrageregeling wordt verstaan onder:
1. Bijdrageplafond: het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van bijdragen aan de Convenantpartners uit hoofde van deze bijdrageregeling.
2. Convenantpartner: de ondernemingen of publiekrechtelijke instellingen die in 2019 convenantpartner zijn van Zuid-Limburg Bereikbaar.
3. De-minimissteun: steun als bedoeld in de Verordening EU, nr. 1407/2013 (PbEU 2013, L 352/1).
4. Zuid-Limburg Bereikbaar: het samenwerkingsverband Zuid-Limburg Bereikbaar, kantoorhoudend op
het adres Xxxxx Xxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
5. Programmabureau: het uitvoerende orgaan dat namens de Stuurgroep uitvoering geeft aan het, Regioconvenant en Uitvoeringsprogramma.
6. Programmamanager: de programmamanager die verantwoordelijk is voor de uitvoering en coördinatie van de activiteiten van het Programmabureau overeenkomstig het beleid en de beslissingen van de Stuurgroep.
7. Samenwerkingsovereenkomst Xxxxxx Xxxxxxxxxx: de door de Convenantpartner aangegane juridisch bindende huur- of leaseovereenkomst met een derde partij voor een Slimme Bandenpomp met een minimum gecontracteerde periode van 1 jaar.
8. Slimme Bandenpomp: Een apparaat dat de spanning van autobanden kan meten en corrigeren, dat voorzien is van een elektrische compressor, niet aangesloten op het elektriciteitsnet, maar slechts werkende op een accu die enkel geladen wordt middels zonne-energie. Het apparaat is slim door het gebruik van touchscreen bediening en software die de gebruiker helpt de juiste bandenspanning met correctiefactoren in te stellen en indien gewenst met een kentekendatabase deze kan opzoeken om automatisch de juiste bandenspanning te bepalen. Daarnaast vindt er digitale registratie plaats van het aantal gebruikers, de gecorrigeerde bandenspanning en de CO2 besparing.
9. Stuurgroep Zuid-Limburg Bereikbaar: de Convenantpartners die zijn aangewezen als stuurgroepleden en zorg dragen voor de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma alsook de aansturing van het Programmabureau.
10. Uitvoeringsprogramma: het uitvoeringsprogramma Zuid-Limburg Bereikbaar
2019 (jaarplan), bestaande uit een aantal deelprojecten die zijn vastgelegd in diverse projectplannen door de stuurgroep.
Artikel 2: Toepassingsgebied
Deze bijdrageregeling is uitsluitend van toepassing op ondernemingen of publiekrechtelijke instellingen die als werkgever het Regioconvenant hebben ondertekend en in 2019 en 2020 actief convenantpartner zijn: de Convenantpartners.
Artikel 3: Algemene voorwaarden
1. De bijdrage kan slechts worden verstrekt indien daarvoor door de Stuurgroep in de begroting voor het boekjaar waarop de bijdrage betrekking heeft middelen beschikbaar zijn gesteld en onder de daarbij door de Stuurgroep gestelde voorwaarden.
2. De Programmamanager kan het Bijdrageplafond tussentijds herzien en opnieuw vaststellen.
3. De bijdrage waarvoor de Convenantpartner in een voorkomend geval in aanmerking komt, wordt door de Programmamanager vastgesteld en wordt voorwaardelijk aan de Convenantpartner verstrekt. De bijdrage is definitief op het moment dat Convenantpartner aan alle voorwaarden uit deze Bijdrageregeling heeft voldaan, inclusief het bepaalde in artikel 10.
4. De Convenantpartner is zelf verantwoordelijk voor de naleving van alle wettelijke en/of fiscale verplichtingen in relatie tot de besteding van een (voorwaardelijke) bijdrage die op grond van deze bijdrageregeling wordt verkregen.
Artikel 4: Doel en looptijd van de bijdrageregeling
1. Het doel van deze bijdrageregeling is het faciliteren en stimuleren van de uitvoering van een door een Convenantpartner in samenwerking met Zuid-Limburg Bereikbaar geïnitieerd pilot project op het gebied van het stimuleren van het rijden met autobanden op de juiste bandenspanning.
2. De Programmamanager kan een (voorwaardelijke) bijdrage verstrekken ingeval de Convenantpartner:
a. Uiterlijk voor 31 december 2020 in digitale vorm een verzoek om een bijdrage onder deze Bijdrageregeling bij het Programmabureau heeft ingediend middels verzending per e-mail naar xxx.xxxxxxx@xxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx en xxxx.xxxxxx@xxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx;
b. Bij dit verzoek de volgende bijlagen zijn opgenomen:
i. Kopie van de huur- of leaseovereenkomst met een derde partij voor het plaatsen van een Slimme Bandenpomp in Zuid-Limburg voor een minimale duur van één (1) jaar en op basis waarvan de Slimme Bandenpomp na het aangaan van de huur- of leaseovereenkomst binnen 8 weken geplaatst en operationeel dient te zijn.
c. In de begeleidende e-mail waarmee het verzoek wordt ingediend, de volgende zinsnede opneemt: “de ondergetekende Convenantpartner [naam Convenantpartner], hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door [aanhef, voorletter en achternaam], verklaart
a) kennis te hebben genomen van de Bijdrageregeling Pilot Xxxxxx Xxxxxxxxxx 2019, deze te aanvaarden en in acht te nemen en b) dat de Convenantpartner de resultaten en ervaringen zal delen met het Programmabureau, onder meer door het delen van gebruiksaantallen en het deelnemen aan enquêtes en bijeenkomsten e.d.”.
3. Deze bijdrageregeling heeft een looptijd vanaf de publicatiedatum tot en met 31 december 2020, tenzij de Programmamanager ertoe besluit om de looptijd te verlengen dan wel in te korten.
4. De op grond van deze bijdrageregeling te verkrijgen bijdrage dient door Convenantpartner daadwerkelijk te worden besteed aan het huren of leasen van een Slimme Bandenpomp op basis van de in artikel 4 lid 2 sub b bedoelde huur- of leaseovereenkomst.
5. De bijdrageregeling staat niet open voor bestaande huur- of leaseovereenkomsten met betrekking tot een Slimme Bandenpomp die reeds voor de publicatiedatum van deze bijdrageregeling zijn aangegaan.
Artikel 5: Weigeringsgronden
1. Een bijdrage op grond van deze bijdrageregeling kan worden geweigerd indien:
a. gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de Convenantpartner niet zal voldoen aan de verplichtingen die op grond van deze bijdrageregeling gelden voor verkrijging van een bijdrage;
b. de Convenantpartner het bepaalde in artikel 21 van de Algemene Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxx Xxxxxxx0 en het bepaalde in de Regels aanbesteding provincie Limburg bij subsidiëring2 niet in acht neemt.
2. Een bijdrage wordt geweigerd aan de Convenantpartner indien Zuid-Limburg Bereikbaar niet beschikt over een door de Convenantpartner ingevulde de-minimisverklaring, op basis waarvan door de Convenantpartner is verklaard dat (bijlage A):
a. De Convenantpartner geen onderneming is die:
- actief is in de visserijsector;
1 Te raadplegen op: xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxxxxx/Xxxxxxxx/Xxxxxxx/XXXX000000/XXXX000000_0.xxxx 2 Te raadplegen op: xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/XXXXXxxxxxx/Xxxxxxx/Xxxxxxx/00000.xxxx
- actief is in de productie, verwerking of afzet van landbouwproducten;
- actief is in de kolenindustrie;
- in financiële moeilijkheden verkeert.
b. De te ontvangen bijdrage niet zal worden aangewend voor:
- de bevoordeling van binnenlandse producten bij de export, dan wel de bevoordeling van binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten;
- de aanschaf van vervoermiddelen voor goederenvervoer over de weg.
c1. De Convenantpartner die niet actief is in het goederenvervoer over de weg over de periode van het lopende belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren geen De-minimissteun dan wel minder dan EUR 200.000,-- aan De-minimissteun heeft ontvangen; of
c2. De Convenantpartner die actief is in het goederenvervoer over de weg over de periode van het lopende belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren geen De-minimissteun dan wel minder dan EUR 100.000,-- aan De-minimissteun heeft ontvangen.
3. Een bijdrage wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de bijdrage het bijdrageplafond als bedoeld in artikel 7 zal worden overschreden.
4. Een bijdrage wordt tot slot geweigerd indien de Convenantpartner failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Artikel 6: Bijdrage
1. De hoogte van de bijdrage van Zuid-Limburg Bereikbaar voor de huur of lease van een Slimme Bandenpomp als bedoeld in deze bijdrageregeling is afhankelijk van de looptijd van de huur- of leaseovereenkomst als bedoeld in artikel 4 lid 2 sub b. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de onderstaande categorieën:
Categorie | Looptijd huur- of leaseovereenkomst en operationele periode van Slimme Bandenpomp | Bijdrage per huur- of leaseovereenkomst |
1 | 5 jaar of méér | € 2.500,-- |
2 | 3 jaar of méér | € 1.750,-- |
3 | 1 jaar of méér | € 1.000,-- |
2. De bijdrage voor de Slimme Bandenpomp als bedoeld in artikel 6 lid 1 kan onverlet het daarin bepaalde te allen tijde ten hoogste het bedrag inhouden dat nog niet op basis van de de- minimisverordening (Verordening EU, nr. 1407/2013/ PbEU 2013, L 352/1) aan de Convenantpartner is verstrekt.
3. De totale bijdrage per Convenantpartner onder deze Bijdrageregeling bedraagt maximaal EUR 5.000,--.
Artikel 7: Bijdrageplafond
Het bijdrageplafond voor de verstrekking van bijdragen aan de Convenantpartners op grond van deze bijdrageregeling bedraagt EUR 15.000,-- onverminderd het bepaalde in artikel 3 lid 2.
Artikel 8: Bijdragetoekenning
1. Na ontvangst van de documenten als bedoeld in artikel 4 lid 2 neemt de Programmamanager zo spoedig mogelijk een beslissing over de (voorwaardelijke) bijdragetoekenning aan de Convenantpartner. Ingeval de Programmamanager besluit tot (voorwaardelijke) bijdragetoekenning zal Zuid-Limburg Bereikbaar de aan de Convenantpartner toekomende bijdrage uiterlijk dertig (30) dagen na de toekenning uitbetalen.
2. Het Programmabureau is te allen tijde gerechtigd om na schriftelijke kennisgeving aan de Convenantpartner een of meer audits uit te voeren teneinde de verkregen documenten als bedoeld in artikel 4 lid 2 op juistheid te verifiëren. De Convenantpartner is in geval van een audit
mede verplicht om op verzoek van het Programmabureau inlichtingen en informatie te verstrekken op basis waarvan de juistheid van de verstrekte documenten en/of gegevens kan worden vastgesteld. Indien het Programmabureau op basis van een audit of uit andere hoofde vaststelt dat de verstrekte documenten en/of gegevens naar het eenzijdige oordeel van het Programmabureau afwijken van de feitelijke situatie, kan de Programmamanager daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht, waaronder uitsluiting van de Convenantpartner van deelname aan de bijdrageregeling of bijstelling van de door Zuid-Limburg Bereikbaar aan de Convenantpartner te verstrekken bijdrage.
3. Indien de Convenantpartner in 2019 en 2020 niet actief Convenantpartner is als bedoeld in artikel 2 en/of de Programmamanager het vermoeden heeft dat de Convenantpartner op oneigenlijke wijze gebruik heeft gemaakt van deze bijdrageregeling, kan de Programmamanager eenzijdig ertoe besluiten dat de Convenantpartner (tussentijds) wordt uitgesloten van deelname aan de bijdrageregeling en/of een reeds ontvangen bijdrage dient terug te betalen en in welk geval de Convenantpartner daartoe dient over te gaan binnen dertig (30) dagen nadat de Programmamanager dit schriftelijk aan de Convenantpartner heeft verzocht.
Artikel 9: Verdeling van de gelden
1. De verdeling van de beschikbare gelden vindt plaats op basis van de volgorde van het moment waarop het Programmabureau de verzoeken die voldoen aan de voorwaarden uit artikel 4 lid 2 van de Convenantpartners heeft ontvangen. Daarbij wordt in eerste instantie de bijdrage beperkt tot een maximum van twee (2) huur- of leaseovereenkomsten per Convenantpartner. Indien een Convenantpartner méér dan twee (2) huur- of leaseovereenkomsten indient, vindt selectie plaats op basis van het maximale CO2-effect.
2. Indien het bijdrageplafond als bedoeld in artikel 7 nog niet bereikt is na de verdeling zoals bepaald in artikel 9 lid 1, kan toekenning van een bijdrage voor een groter aantal dan twee (2) huur- of leaseovereenkomsten naar rato per Convenantpartner plaatsvinden.
3. Indien als gevolg van de verlening van bijdragen het bijdrageplafond als bedoeld in artikel 7 wordt overschreden en de volgorde van de Convenantpartners niet kan worden vastgesteld, stelt de Programmamanager de onderlinge rangschikking vast door middel van loting.
Artikel 10: Informatieverplichting
1. De Convenantpartner is verplicht om op verzoek van de Programmamanager of het Programmabureau actief medewerking te verlenen aan door het Programmabureau uit te voeren tussenevaluatie(s) alsmede de eindevaluatie met betrekking tot de Bijdrageregeling Pilot Xxxxxx Xxxxxxxxxx 2019 en/of de door de Convenantpartner genomen maatregelen.
2. Op verzoek van de Programmamanager verstrekt de Convenantpartner die een bijdrage heeft ontvangen gedurende een periode van (5) jaar na de bijdrageverstrekking informatie met betrekking tot de resultaten van de uitvoering van de genomen maatregelen op het gebied van de Slimme Bandenpomp
Artikel 11: Bijlagen
De volgende bijlagen maken onderdeel uit van deze bijdrageregeling: Bijlage A: Verklaring de-minimissteun