Stichting FondsDBLT.a.v. het bestuur Hang 163011 GG ROTTERDAM Onze ref: FODBL/202106706 Woerden, 25 juni 2021
Stichting FondsDBL T.a.v. het bestuur Xxxx 00 0000 XX XXXXXXXXX | Onze ref: FODBL/202106706 |
Woerden, 25 juni 2021 |
Geacht bestuur,
Overeenkomstig de door u aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2020 van Stichting FondsDBL gecontroleerd. Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. De aard van onze opdracht is nader uiteengezet in onze opdrachtbevestiging van 4 november 2020.
U ontvangt hierbij een digitaal gecertificeerd exemplaar van de gewaarmerkte jaarstukken 2020, voorzien van onze ondertekende controleverklaring van 18 juni 2021 met kenmerk FODBL/A.2106450.O. Dit exemplaar is ten behoeve van uw eigen archief. Tevens ontvangt u digitaal de niet-gewaarmerkte jaarstukken 2020 voorzien van bovengenoemde controleverklaring. Dit exemplaar van de controle- verklaring is voorzien van de naam van de accountantspraktijk en de naam van de accountant, echter zonder persoonlijke handtekening.
Wij bevestigen u akkoord te gaan met het opnemen van onze controleverklaring onder de ‘Overige gegevens’ in de jaarstukken 2020, die overeenkomen met het bijgevoegde gecertificeerde exemplaar.
Wij verzoeken u bij openbaarmaking gebruik te maken van de jaarstukken 2020 voorzien van onze niet persoonlijk ondertekende controleverklaring. Om misbruik van handtekeningen te voorkomen dient geen persoonlijk ondertekende controleverklaring te worden opgenomen bij stukken die openbaar worden gemaakt.
VASTSTELLING EN OPENBAARMAKING
Wij bevestigen u ermee akkoord te gaan dat een afschrift van onze controleverklaring zonder persoonlijke handtekening wordt openbaar gemaakt, mits de opgemaakte jaarrekening ongewijzigd is vastgesteld door het bestuur. Openbaarmaking van de controleverklaring is slechts toegestaan tezamen met deze jaarrekening. Wij benadrukken dat het niet is toegestaan om het gewaarmerkte exemplaar van de jaarstukken openbaar te maken maar uitsluitend een identiek niet gewaarmerkt exemplaar daarvan.
Een exemplaar van de door het bestuur vastgestelde jaarrekening dient te worden ondertekend door het bestuur. De vaststelling dient te zijn genotuleerd. Overigens wijzen wij erop dat indien er omstandigheden blijken die aanpassing van de jaarrekening noodzakelijk maken, een dergelijke aanpassing er toe leidt dat onze bovengenoemde toestemming vervalt.
WGS Accountants B.V. Xxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxxx P o s t b u s 9 0 3 4 4 0 A B W o e r d e n
I w g s a c c o u n t a n t s . n l E i n f o @ w g s a c c o u n t a n t s . n l T 0 3 4 8 4 0 0 6 8 8 K v K 3 0 2 5 5 0 1 4
Indien u de jaarstukken en de niet persoonlijk ondertekende controleverklaring opneemt op het internet, dient u te waarborgen dat de jaarrekening inclusief onze controleverklaring adequaat is afgescheiden van andere informatie op de internetsite. Afscheiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de jaarrekening in niet-bewerkbare vorm als een afzonderlijk bestand op te nemen en/of door een waarschuwing op te nemen indien de lezer de jaarrekening verlaat (“u verlaat de beveiligde, door de accountant gecontroleerde jaarrekening”).
ONAFHANKELIJKHEID
Onafhankelijkheid behoort tot de grondbeginselen van ons beroep. Derhalve vinden wij het van belang om alle relaties tussen onze accountantsorganisatie en Stichting FondsDBL en alle personen die toezicht uitoefenen op de financiële verslaggeving schriftelijk te rapporteren, en onze onafhankelijkheid als externe accountant ten opzichte van uw organisatie schriftelijk te bevestigen.
Binnen WGS zijn diverse maatregelen van kracht om de onafhankelijkheid van onze organisatie en onze medewerkers te waarborgen.
Hierbij bevestigen wij onze onafhankelijkheid als externe accountantsorganisatie ten opzichte van uw stichting per de datum van deze brief overeenkomstig de voor ons geldende gedragscodes en overige regelgeving. Tevens bevestigen wij dat onze objectiviteit gedurende 2020 niet in het geding is geweest. Voor zover wij weten, zijn er geen zakelijke relaties tussen uw organisatie (met inbegrip van het management en degenen belast met governance) en WGS, partners en of andere medewerkers van ons die betrokken zijn bij de controle van de jaarrekening van de Stichting en de bijbehorende entiteiten/verbonden partijen die, naar onze mening, een belangrijke bedreiging zijn voor onze onafhankelijkheid.
Tezamen met de scoping, de risicobeoordeling, de materialiteitsniveaus en rekening houdend met de relevante ervaring van de teamleden die betrokken zijn, zijn wij van mening dat het totale aantal uren voor partners en andere medewerkers heeft geresulteerd in een hoogwaardige controle- opdracht.
FRAUDE EN NALEVING WET- EN REGELGEVING (NOCLAR)
De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude en het naleven van wet- en regelgeving (hierna onregelmatigheden) berust bij het bestuur. Het is van belang dat het bestuur, sterk de nadruk legt op het voorkomen van fraude en onregelmatigheden, waardoor de gelegenheden tot het plegen van fraude en onregelmatigheden kunnen afnemen, alsmede op het ontmoedigen daarvan, waardoor personen ervan kunnen worden weerhouden om fraude en onregelmatigheden te plegen omwille van de waarschijnlijkheid dat die wordt ontdekt en bestraft.
Onze controle is zodanig gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang als gevolg van fouten of fraude bevat. Door de beperkingen die inherent zijn aan een controle, bestaat er een onvermijdbaar risico dat sommige afwijkingen in de financiële overzichten niet zullen worden ontdekt, zelfs wanneer de controle naar behoren is gepland en uitgevoerd overeenkomstig de standaarden.
Er zijn geen problemen vastgesteld met betrekking tot gevallen van niet-naleving van wet- en regelgeving in onze controle en tevens hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er in het verslagjaar 2020 sprake is geweest van fraude of onregelmatigheden. Wij merken op dat wij niet alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving toetsen in onze controle, enkel diegene die verband houden met datgene welke relevant is voor onze controle.
OVERIGE AANDACHTSPUNTEN
Hieronder hebben wij een aantal relevante ontwikkelingen in wet- en regelgeving opgenomen die wij onder uw aandacht brengen.
ANBI-PUBLICATIEPLICHT
De ANBI wet- en regelgeving is met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd. Een belangrijke wijziging is de aanpassing van de voorwaarden die worden gesteld aan de publicatie van gegevens.
De verplichting om jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar (financiële) informatie te publiceren blijft ongewijzigd, maar voor grote ANBI’s1 geldt dat zij per 1 januari 2021 gebruik dienen te maken van standaardformulieren van de Belastingdienst om te voldoen aan de ANBI- publicatieplicht. Heeft uw organisatie een CBF-Erkenning dan kunt u voldoen aan de publicatieplicht via het CBF-Erkenningspaspoort.
Het niet voldoen aan de publicatieplicht kan leiden tot intrekking van de ANBI-status.
UBO-REGISTER
Op 27 september 2020 zijn de bepalingen over het UBO-register in werking getreden. Op grond van Europese richtlijnen is Nederland verplicht om een UBO-register in te stellen waar de gegevens van de uiteindelijke belanghebbende (“UBO”) van juridische entiteiten zoals vennootschappen en stichtingen worden ingeschreven.
Het doel van het UBO-register is het voorkomen en tegengaan van witwassen, terrorismefinanciering en belastingontduiking. Er is sprake van een UBO van een stichting of vereniging als de natuurlijk persoon zeggenschap heeft over de organisatie via:
▪ Het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25% van de stemmen bij besluitvorming wat betreft een wijziging van de statuten van de rechtspersoon; of
▪ Het kunnen uitoefenen van feitelijk zeggenschap over de rechtspersoon.
Kan een stichting op basis van deze criteria geen UBO aanwijzen, dan is als UBO aan te merken de natuurlijk persoon die behoort tot het hoger leidinggevend personeel van de rechtspersoon. Deze personen dienen wel statutair bestuurder te zijn.
In het register zullen de naam, geboortemaand, geboortejaar, woonstaat, nationaliteit en aard en omvang van het economisch belang van de UBO worden ingeschreven. De informatie zal voor iedereen te raadplegen zijn. Om duidelijk aan te geven dat de UBO van een ANBI geen recht heeft op het vermogen is in de wet opgenomen dat voor ANBI-UBO’s de vermelding eigenaar vervalt en ze specifiek aan te merken als ANBI-bestuurder.
De Stichting heeft tot 27 maart 2022 om haar UBO(‘s) te registreren.
1 Van een grote ANBI is sprake wanneer een instelling in een betreffend boekjaar:
3
▪ Actief geld of goederen verwerft onder derden (een fondsenwervende instelling) en waarvan de totale baten ten minste EUR 50.000 bedragen; of
▪ Niet actief geld of goederen verwerft onder derden (een niet-fondsenwervende instelling) en waarvan de totale lasten in een boekjaar ten minste EUR 100.000 bedragen.
WET BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN (WBTR)
Alle verenigingen en stichtingen in Nederland moeten vanaf 1 juli 2021 voldoen aan de wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR). Met de WBTR wordt de regeling voor bestuur en toezicht bij (onder meer) de vereniging en de stichting aangevuld, verduidelijkt en zo veel mogelijk in lijn gebracht met de regelingen die gelden voor vennootschappen.
De belangrijkste elementen van de WBTR zijn:
▪ Bestuurders (en toezichthouders) van een organisatie moeten zich bij de vervulling van hun taak richten naar het belang van de rechtspersoon. Ook de aansprakelijkheid wordt nu bij de WBTR geregeld.
▪ Als een bestuurslid of toezichthouder een persoonlijk belang heeft dat strijdig kan zijn met het belang van de organisatie, mag hij of zij niet deelnemen aan de besluitvorming. Binnen de organisatie moet zijn vastgelegd hoe besluitvorming in dergelijke gevallen plaatsvindt.
▪ Uniformering van regels voor aansprakelijkstelling in geval van faillissement. Bij een faillissement kan de curator de bestuurder aansprakelijk stellen voor het tekort in faillissement als het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en het aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Hiermee wordt de regel voor aansprakelijkheid niet (inhoudelijk) gewijzigd, maar wordt het toepassingsbereik uitgebreid.
▪ In statuten van de organisatie moet staan hoe wordt omgegaan met situaties waarin er tijdelijk geen bestuurslid of toezichthouder is. Dat geldt dus ook als een bestuurszetel vacant is.
▪ Een bestuurslid of toezichthouder mag niet meer stemmen uitbrengen dan de anderen samen. Hij of zij mag dus niet in de gelegenheid zijn alle anderen te ‘overrulen’.
▪ Modernisering van criteria voor ontslag van bestuurders en toezichthouders van de organisatie.
Het niet voldoen aan de WBTR kan gevolgen hebben voor de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders.
Wij adviseren het bestuur te analyseren in hoeverre de WBTR impact heeft op de bedrijfsvoering en na te gaan of de statuten en andere regelementen binnen de Stichting aangepast moeten worden.
Tot het geven van nadere toelichting zijn wij gaarne bereid.
Hoogachtend, |
WGS Accountants B.V. drs. W.A.B. Spies RA |
Bijlage |
FondsDBL
JAARVERSLAG
2020
DIT DOCUMENT IS ELECTRONISCH GEWAARMERKT
1. Bestuursverslag 2020 3
1.1 Algemene informatie 3
1.2 Activiteiten en financiële positie 4
1.3 Risicoanalyse 8
1.4 Bestuur en organisatie 9
1.5 Verwachte gang van zaken in de komende jaren 10
2. Jaarrekening 14
2.1 Balans 14
2.2 Staat van Xxxxx en Lasten 15
2.3 Toelichting behorende bij de jaarrekening 16
2.4 Toelichting op de balans 20
2.5 Toelichting op de Staat van Xxxxx en Lasten 28
2.6 Ondertekening van de jaarrekening 33
3 Overige gegevens 34
3.1 Controleverklaring 34
i. Het verlenen van hulp uit de revenuen van het vermogen van de stichting aan personen en aan gezinnen die daaraan in maatschappelijke zin behoefte hebben en het verstrekken van bijdragen aan instellingen welke het verlenen van hulp aan dergelijke personen en gezinnen ten doel hebben of mede ten doel hebben.
ii. Het voorkómen van die behoefte door het bevorderen van zelfredzaamheid door ondersteuning middels opleiding of preventieve projecten voor risicogroepen en/of individuen;
iii. Het uitgavenpatroon zodanig aan te passen aan de inkomsten dat op langere termijn het fonds in stand blijft op het huidige niveau.
Economisch gezien was 2020 uiteindelijk een neutraal jaar. Na een daling in de eerste maanden van het jaar als gevolg van de coronacrisis heeft de waarde van onze beleggingsportefeuille zich hersteld en is ongeveer gelijk gebleven aan die per eind 2019. Ook met dank aan Orchestra, onze vermogensbeheerder, die tijdig de portefeuille heeft aangepast aan de veranderende omstandigheden.
De coronacrisis heeft eens te meer de grote en groeiende kloof tussen ‘haves’en de ‘have-nots’ duidelijk gemaakt. Vooral in het begin van de crisis waar er veel meer aanvragen dan gebruikelijk voor wijk/voedselinitiatieven. Later in het jaar kwamen er weer meer aanvragen voor de gebruikelijke projecten en daalde het aantal vragen voor noodhulp. Veel projecten gingen toch door maar op een andere manier, bijvoorbeeld digitaal of met behoud van 1,5 meter afstand.
Jongeren die met veel moeite een plekje op de arbeidsmarkt hadden gevonden, raakten vaak hun nieuwe baan kwijt en zijn weer terug bij af. Ook hoorden we veel verhalen over mensen die angstig waren en de deur niet uit durfden en dat er meer opnames waren van psychiatrische patiënten: voor de crisis konden ze alleen wonen, maar nu lukt dat niet meer.
Verder was er een stijging van mensen die met moeite in hun basale levensbehoeften konden voorzien. Ouderen hadden het extra zwaar. Onder hen is de eenzaamheid groot. De problemen bij gezinnen in achterstandswijken, met name in multi-problem gezinnen, nemen snel toe.
De behoefte aan steun van partijen als FondsDBL blijft groot.
1.2 ACTIVITEITEN EN FINANCIËLE POSITIE
Natuurlijk was de coronacrisis de allesbepalende factor in 2020. We hebben derhalve overwogen om het uitgavenbudget te verhogen. Omdat de waarde van ons vermogen aanvankelijk daalde was dit geen vanzelfsprekende keuze met het oog op de continuïteit van het fonds. Uiteindelijk bleek een verhoging van niet nodig vanwege een drietal redenen:
- een aantal projecten met jongeren tot 18 jaar is, in de lijn met het vorig jaar aangescherpte doelgroepenbeleid, overgedragen aan andere fondsen,
- de steun aan een aantal noodfondsen liep af, in lijn met beleid om noodfondsen vooral in de eerste 3 jaar van hun bestaan te ondersteunen,
- onze (potentiële) cliënten wisten vaak zelf oplossingen te vinden voor de (financiële) problemen die waren ontstaan door de crisis.
Hierdoor was 120k meer beschikbaar voor reguliere projecten dan voorzien. Daarvan is een bedrag van 25k ingezet voor bestrijding van de directe gevolgen van de crisis.
FondsDBL zet zich op verschillende manieren in om haar doelstellingen waar te maken. Dit doen we door een zorgvuldige selectie van projecten (daarover zo meer) en door de manier waarop we betrokken zijn bij deze projecten en de eisen die we stellen aan de gevers. Zo vertelde een aanvrager ons dit jaar dat:
“er vergeleken met andere fondsen een eenvoudige aanvraagprocedure is en dat het fonds bereid is niet alleen aparte projecten maar ook de organisatie als geheel te financieren. Dit draagt enorm bij een de flexibiliteit en daadkracht van de organisatie: hoe meer fondsen kleine projectjes financieren, hoe meer je dat immers administratief en in de boekhouding moet bijhouden en hoe hoger de overhead wordt. Verder is FondsDBL erg goed op de hoogte van wat er in de stad gebeurt en wat reëel is in het werkveld. Dankzij de steun van een fonds als DBL, dat je niet meteen afrekent op output, is het mogelijk om dingen uit te proberen, te experimenteren. Als iets niet meteen lukt is krijg je ruimte om het te verbeteren en een volgende keer lukt het dan vaak in aangepaste vorm wel. Dit is voor mij een belangrijke bijdrage van FondsDBL aan Xxxx en ik denk ook aan andere organisaties.”
Mede door de informatie die we ontvangen op de ingevulde evaluatieformulieren krijgen we zicht op wat onze donatie betekent voor de ontvangers. Hieronder volgt een overzicht van een aantal succesvolle eenmalige projecten en meerjarige samenwerkingen dat een goed beeld geeft van de veranderingen die mede door de steun van FondsDBL worden bewerkstelligd.
- Refugees forward
Tijdens incubatorprogramma’s in Rotterdam krijgen ca. 100 nieuwkomers met een vluchtelingenachtergrond de kans om onder individuele begeleiding van professionele trainers, mentoren en studenten een onderneming op te zetten. Diverse bedrijven zijn mede
dankzij FondsDBL bijdrage opgezet, o.a. Olive Kingdom (zeep uit Aleppo), Proryse (home gym en wellness), Solar irrigatiesysteem t.b.v. boeren in Afrika.
- VasteLastenPakket
Uitrol van dit succesvolle initiatief in Rotterdam en Schiedam. VLP zorgt ervoor i.s.m. diverse partijen (o.a. energiebedrijven, woningbouwverenigingen, zorgverzekeraars etc..) dat vaste lasten op tijd worden betaald, zodat financiële stress verlaagd wordt en mensen de ruimte krijgen om hun leven weer op te pakken
- Coronanoodfonds voor internationale en migrantenkerken
De gevolgen van de coronacrisis zijn groot voor de vele internationale en migrantenkerken. Juist in deze tijd van crisis is het belangrijk dat migrantenkerken hun goede werk kunnen voortzetten en hun gemeenschappen kunnen blijven bedienen. FondsDBL heeft gedoneerd aan een noodfonds, beheerd door SOFAK (Stichting Ondersteunings Fonds Allochtone Kerken), zodat diaconale en geestelijke ondersteuning niet in de knel kwamen.
- Coronanoodfonds Netwerk DAK
Een bijdrage aan het coronanoodfonds van DAK: een overkoepelend inkooporganisatie van huizen voor daklozen. Dit noodfonds heeft verschillende soorten hulp ondersteund: maaltijden, pakketten/bonnen, noodhulp, hygiëne, uitloop.
- Samenwerkingsverband SUN Weert
Samenwerkingsverband met XXX Xxxxx opgezet, het eerste noodhulpbureau in de provincie Limburg. Het fonds is volgens publiek private samenwerking formule opgericht. XXX Xxxxx verstrekt giften aan mensen in acute financiële nood: een relatief klein bedrag kan het verschil betekenen tussen een uitzichtloze situatie en nieuw perspectief met de moed om door te gaan.
- Stichting Mano
De opbrengst van het boek ‘Pessimisme is voor losers’ geschreven door ons in 2020 overleden oud-bestuurslid Xxxx xxx Xxxx en Xxxxx Xxxxxxxxx, is door FondDBL verdubbeld en de totale opbrengsten zijn gedoneerd aan Stichting Mano t.b.v. hun projecten voor bestrijding van laag- en ongeletterdheid in Rotterdam.
Alle organisaties die een bijdrage van FondsDBL ontvangen, leggen verantwoording af over de besteding van de door hun ontvangen bijdrage, door het invullen van een evaluatieformulier. Een eventuele nieuwe bijdrage wordt alleen verstrekt als het evaluatieformulier van de voorgaande bijdrage is ontvangen en daaruit als daaruit blijkt dat de bijdrage goed besteed is, d.w.z. in overeenstemming met de goedgekeurde aanvraag.
BESTUUR EN ORGANISATIE ALSMEDE BELONINGSBELEID
Het bestuur kent minimaal drie leden, waarvan ten minste één met goede connecties in de sociale en politieke wereld van de Rijnmond en Drechtsteden. Het bestuur treedt actief op in de regio Rotterdam Rijnmond, om in samenspraak met politiek en andere fondsen de effectiviteit van de
ondersteuning te maximeren. Dit gebeurt onder andere door deelname aan de Vereniging Rotterdamse Fondsen en het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam en op landelijk gebied met de Stichting Urgente Noden Nederland (SUNN).
Bestuursleden worden in principe benoemd voor een periode van vijf jaar en kunnen daarna een keer herbenoemd worden voor eenzelfde periode. Het bestuur evalueert minimaal eens per jaar haar eigen functioneren in de bestuursvergadering. Daarnaast wordt bij het jaarlijkse functioneringsgesprek met de medewerkers altijd feedback gevraagd over het functioneren van het bestuur. Het bestuur publiceert elk jaar een bestuursverslag en een update van het meerjarig beleidsplan en een verkorte staat van baten en lasten, dit wordt via de website openbaar gemaakt.
Het bestuur ontvangt een wettelijk toegestane vrijwilligersvergoeding van 1.500 Euro per jaar per persoon.
VERKORTE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2020 EN BEGROTING 2021
De Corona crisis van begin 2020 heeft een majeure impact op de wereldwijde economie met bijgaande grote onzekerheid over het beleggingsrendement. Tegelijkertijd is het meer dan ooit nodig mensen in problemen te ondersteunen en zullen de uitgaven dus op peil worden gehouden.
Op middellange termijn wordt gestreefd naar een continue uitgavenstroom van 1.5 miljoen Euro, waarvan 10 % als onvoorzien en 10 % voor dekking van de overheadkosten. De uitgavenstroom wordt niet direct afhankelijk gesteld van de baten daar deze naar aard sterk volatiel zijn. De besteding aan doelstelling, het donatiebudget, is ook voor 2021 begroot op 1.3 miljoen Euro. De overige lasten zijn voor 2021 begroot op 166.500 Euro en liggen in lijn met de realisatie 2019.
2020 | 2019 | |||
Baten | € | € € | € | |
Resultaat onroerend goed | 2.5.1 | 307.315 | 4.127.489 | |
Resultaat sociale investeringen | 2.5.2 | 525.429 | -458.617 | |
Resultaat effectenportefeuille | 2.5.3 | 96.041 | 5.419.179 | |
Financiële baten | 2.5.4 | 4.538 | 4.538 | |
Ontvangen donaties | 17.030 | 1.000 | ||
Totaal baten | 950.353 | 9.093.589 |
Lasten | |||
Besteed aan doelstelling | 2.5.5 | 1.187.793 | 1.276.149 |
Personeelskosten | 2.5.6 | 96.929 | 95.973 |
Huisvestingskosten | 2.5.7 | 12.083 | 11.160 |
Advieskosten | 2.5.8 | 32.322 | 36.701 |
Kantoorkosten | 2.5.9 | 2.207 | 2.224 |
Algemene kosten | 2.5.10 7.180 | 21.970 | |
Totaal lasten | 1.338.514 | 1.444.177 | |
Resultaat | -388.161 | 7.649.412 |
Er is door de vereniging Fondsen in Nederland een convenant afgesloten met de overheid voor zelfregulering van de sector met het oog op meer structuur en transparantie. FondsDBL heeft zich hierbij aangesloten.
Het bestuur van FondsDBL verklaart te voldoen aan de FIN-normen Goed Bestuur en heeft daartoe de Jaarlijkse Verklaring naleving FIN-normen Goed Bestuur ingediend, die periodiek getoetst wordt. Dit is voor het laatst gebeurd in 2020.
In 2020 bestaat FondsDBL uit office-manager Xxxxxx Xxxxxxx, projectadviseur Xxxx Xxxxxxxxx en het bestuur met Xxx xxx Xxxxxxxx (bestuurslid doelgroepen), Xxxxx xxx Xxxx (penningmeester) en Xxxxxxx Xxxxxxx (voorzitter). Tijdens de laatste vergadering van het jaar is Xxxxxxx Xxxxxxx teruggetreden uit het bestuur en opgevolgd als voorzitter door Xxxxxx xxx Xxxxxxxxx. Xxxxxx is zakelijk directeur van Kunsthal Rotterdam en woont in Rotterdam met zijn gezin.
FINANCIEEL -ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE, RISICOMANAGEMENT EN CONTROLE
FondsDBL gaat bij haar interne organisatie altijd uit van het vier-ogen principe.
i. Aanvragen kunnen uitsluitend via de website worden gedaan. FondsDBL streeft er naar de administratieve processen zoveel mogelijk digitaal uit te voeren ten behoeve van de efficiency en traceerbaarheid. Aanvragers ontvangen na het indienen van de aanvraag een digitale bevestiging.
ii. Aanvragen tot 1.500, = Euro kunnen door de projectadviseur zelfstandig worden beoordeeld, het mandaatbesluit. Particuliere aanvragen kunnen alleen via een bemiddelende instantie worden ingediend. Ter monitoring neemt minimaal twee keer per jaar een bestuurslid de via het mandaat goedgekeurde aanvragen door.
iii. Aanvragen boven de 1.500, = Euro worden door minimaal twee bestuursleden beoordeeld en in het administratieve systeem vastgelegd voor verdere verwerking.
iv. In het administratieve systeem is gewaarborgd dat de projectadviseur geen bedragen boven haar mandaat kan toekennen en dat grotere bedragen alleen betaald kunnen worden na toekenning door twee bestuursleden.
v. Betalingen komen ofwel uit de projectadministratie voort dan wel worden voorbereid door de officemanager en vrijgegeven door de penningmeester.
vi. De jaarrekening wordt door een accountant gecontroleerd.
SAMENSTELLING EN TAKEN VAN HET BESTUUR
Het bestuur kent minimaal drie leden. Bij het selecteren van bestuursleden wordt voor hun functie relevante ervaring op bestuurlijk, leidinggevend respectievelijk financieel gebied meegewogen. Bij voorkeur heeft minstens één bestuurslid goede connecties in de sociale en/of politieke wereld van Xxxxxxxx en Drechtsteden. Bestuursleden melden hun (nieuwe) nevenfuncties in de bestuursvergadering en geven aan of er mogelijke belangenverstrengeling aan de orde kan zijn. Een lijst met nevenfuncties wordt aan de notulen van de vergadering toegevoegd.
Een lid van het bestuur dat een potentieel persoonlijk belang heeft dat strijdig is met dat van FondsDBL of die een potentieel belang heeft bij een organisatie die door FondsDBL wordt gesteund zal dat kenbaar en zich niet in eventuele besluitvorming mengen.
In principe wordt de volgende taakverdeling aangehouden:
Voorzitter
- Beleidsinitiator
- Officiële externe vertegenwoordiging, PR (bestuursverslag, communicatie naar stakeholders)
- Medewerk(st)ers
- Governance (procedures inkomsten en uitgaven)
Penningmeester
- Beheer beleggingen en bezittingen
- Administratieve organisatie
- IT-infrastructuur
- Aanwerving van fondsen en/of gelden als het bestuur daartoe zou besluiten
Bestuurslid doelgroepen
- Overzicht uitgavenkant en doelgroepen
- Netwerken met ontvangende instanties
- Monitoren politieke ontwikkelingen
- Tweede aanspreekpunt medewerk(st)ers
- Coördinatie privacy wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
1.5 VERWACHTE GANG VAN ZAKEN IN DE KOMENDE JAREN
Het meerjarenbeleidsplan geeft weer hoe het bestuur wil opereren om de doelstellingen van Fonds DBL (zie hierna) te bereiken en welke gefundeerde keuzes daarbij gemaakt worden. Het beleidsplan zal jaarlijks worden besproken met bestuur en medewerk(st)ers en herzien waar nodig.
STATUTAIRE DOELSTELLINGEN VAN FONDSDBL
i. Het verlenen van hulp uit de revenuen van het vermogen van de stichting aan personen en aan gezinnen die daaraan in maatschappelijke zin behoefte hebben en het verstrekken van bijdragen aan instellingen welke het verlenen van hulp aan dergelijke personen en gezinnen ten doel hebben of mede ten doel hebben.
ii. Het voorkómen van die behoefte door het bevorderen van zelfredzaamheid door ondersteuning middels opleiding of preventieve projecten voor risicogroepen en/of individuen;
iii. Het uitgavenpatroon zodanig aan te passen aan de inkomsten dat op langere termijn het fonds in stand blijft op het huidige niveau.
De continuïteit van FondsDBL op langere termijn staat, zoals statutair vastgelegd, voorop. Het is voor onze cliënten van belang dat jaarlijkse fluctuaties in uitkeringen geminimaliseerd worden, ook al zijn er bijvoorbeeld door financiële onrust op de markten wisselingen in de inkomsten.
Daarnaast eist de overheid dat een ANBI-instelling geen geld oppot. In de praktijk betekent dit dat er op middellange termijn gestreefd wordt naar een continue uitgavenstroom van 1,5 miljoen Euro, waarvan ongeveer 10 % als onvoorzien en 10 % voor dekking van de overheadkosten.
Als de inkomsten onverwacht sterk tegenvallen kunnen wij een groot deel van onze uitgaven verminderen. FondsDBL committeert zich zelden langer dan één jaar aan een project. Behoudens een morele verplichting kent FondsDBL eigenlijk geen juridische verplichtingen om een bepaald project te blijven steunen. Daarnaast is een deel de projecten die wij ondersteunen sowieso eenmalig. Daarop zou altijd gekort kunnen worden. In een financieel precaire situatie zal FondsDBL dan ook niet snel terechtkomen.
Als door onvoorziene omstandigheden in een jaar het budget niet wordt uitgegeven zal het surplus in het volgende jaar ter beschikking gesteld worden ten behoeve van korte termijn projecten. Verder is besloten elk jaar een reservering te maken voor de vijfjaarlijkse lustrumgift.
Ook is besloten om in verband met de coronacrisis in 2021 de uitgaven aan (korte termijn) projecten te verhogen met ca 130k Euro. Eind 2021 wordt bekeken of deze verhoging structureel zal worden.
i. Doelstelling is het op lange termijn in stand houden van het vermogen, waarbij het de ambitie is om jaarlijks 2,5 tot 3,5 % van het stichtingskapitaal uit te geven aan de statutaire doelstellingen van FondsDBL. De ANBI status vereist ook dat er niet naar structurele vermogensgroei wordt gestreefd. Het beleggingsbeleid is samengevat in een Beleggingsstatuut waarin het risicoprofiel wordt omschreven. Tevens worden de bandbreedtes vastgesteld voor onderliggende beleggingscategorieën en wordt het gebruik van alternatieve beleggingsinstrumenten beschreven.
ii. FondsDBL voert een actief beleid ten aanzien van het aanpassen van het budget als percentage van het totaal beschikbare kapitaal, maar streeft naar een zo stabiel mogelijk uitgavenpatroon voor de ontvangende instanties.
iii. Exclusief landerijen is de lange termijn verhouding van beleggingen: 40% aandelen, 40% obligaties en deposito’s en 20 % alternatieve beleggingen. Liquide middelen mogen uiteraard 100% van het kapitaal uitmaken, er is geen enkele beleggingsdwang. Het streven is om tenminste 15 % van het vermogen te beleggen in financiële waarden, die naast financieel rendement een sociale bijdrage beogen.
Er wordt gestreefd naar een verhouding landerijen – financiële beleggingen van 25-30% versus 75-70%.
iv. De penningmeester voert het actief beheer over de investeringen in overleg met het bestuur en met ondersteuning van de bewaarbank en externe adviseurs, teneinde het rendement te maximaliseren en de beheerkosten te minimaliseren.
v. FondsDBL aanvaardt giften, schenkingen en legaten in dankbaarheid maar bedrijft geen actieve acquisitie.
vi. FondsDBL heeft de ANBI-status en houdt zich aan de financiële en juridische voorwaarden om deze status te behouden.
Er zijn drie manieren waarop steun wordt verleend:
(1) Korte termijn steun voor particulieren en projecten, veelal eenmalig.
(2) Structurele steun voor meerdere jaren, voor het steunen van een opstart of een langere termijn project of activiteit, waarbij het bedrag jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld.
(3) Samenwerkingsverbanden voor de lange termijn, waarbij ernaar gestreefd wordt een continu jaarlijks budget ter beschikking te stellen dat in principe slechts naar rato procentueel gekort wordt als het totale uitgavenbudget van het fonds gekort moet worden. Een samenwerkingsverband wordt pas gecontinueerd na bewezen betrouwbaarheid in samenwerking, uitvoering en effectiviteit. FondsDBL streeft ernaar ongeveer 50% van de hulp via samenwerkingsverbanden te verlenen.
FondsDBL is actief in de volgende werkgebieden:
(1) Het gebied Rijnmond en Drechtsteden, via particuliere hulp, samenwerkingsverbanden en projecten, voor minimaal 50 % van het besteedbaar budget. Het streven is om hiervan tenminste 15 % aan opleidingstrajecten en preventie te besteden. Verder is de doelstelling particuliere hulp zo veel mogelijk via samenwerkingsverbanden te kanaliseren en niet rechtstreeks te verlenen.
(2) Beperkte en tijdelijke particuliere hulp in gebieden elders in den lande, uitsluitend indien daar geen noodfondsen actief zijn.
(3) Verlenen van ondersteuning bij het opstarten van gemeentelijke en/of provinciale noodfondsen in den lande voor de eerste drie jaar. Incidenteel is langduriger ondersteuning mogelijk, voor ongeveer 35 % van het besteedbaar budget. Het streven is om langdurige ondersteuning aan noodfondsen af te bouwen om de opstart van nieuwe noodfondsen te kunnen blijven steunen.
(4) Verlenen van ondersteuning aan landelijke instellingen voor chronisch zieken en gehandicapten, voor ongeveer 15 % van het besteedbaar budget.
Door de toename van het aantal organisaties dat zich richt op jongeren tot 18 jaar, heeft FondsDBL besloten deze groep juist los te laten en zich te blijven richten op minder vermogende, kwetsbare personen in de volgende categorieën:
mensen met een beperking en chronisch zieken, psychiatrische patiënten, alleenstaande ouders, migranten (met of zonder verblijfsvergunning), dak- en thuislozen, werklozen, (ex-
)gedetineerden en verslaafden.
Ook worden vrijwilligersorganisaties ondersteund die deze doelgroepen richten.
Er zijn drie categorieën ondersteuningsdoelen waaraan wordt geschonken:
▪ Het lenigen van (acute) nood, bijvoorbeeld bij armoedebestrijding, schuldsanering, buitenschoolse activiteiten, vakantie.
▪ Het bijdragen aan zelfredzaamheid en daarmee vorkomen van armoede door bijvoorbeeld (beroeps)opleiding, (re)integratie of emancipatie.
▪ Capacity building, bijvoorbeeld door het opleiden of trainen van vrijwilligers.
FondsDBL streeft naar actieve samenwerking met andere fondsen om duplicatie van werk te voorkomen, de efficiency voor de aanvrager te verhogen en grotere projecten mogelijk te maken.
Een aantal samenwerkingspartners is meer ruimte gegeven in hun bestedingskeuze door grotere bedragen voor meerdere projecten in één keer ter beschikking te stellen.
Als een aanvraag voldoet aan de administratieve voorwaarden die op de website staan, stelt de projectadviseur een inhoudelijk advies op dat door twee bestuursleden onafhankelijk van elkaar wordt beoordeeld. De volgende criteria worden daarbij in acht genomen:
• Verhouding overhead/directe hulpkosten, bij voorkeur minder dan 16 % overhead
• Bereik per geïnvesteerde euro
• Kennen we de initiatiefnemer(s), wat is de ervaring met eerdere projecten, zitten ze in een netwerk en is er samenwerking andere bekende partijen.
• Is er sprake van capaciteitsontwikkeling en preventie
• Historie in relatie met aanvrager
• Impact per gemeente (bereik per €)
• Wordt met het programma de toegankelijkheid van hulp verhoogd
• Wordt sociaal isolement bestreden
• Is er sprake van een overheidstaak ja/nee
• Zijn er andere voorzieningen of fondsen die meer in aanmerking komen om dit probleem aan te pakken
• Is er een verantwoording van een eventueel voorafgaand project ingeleverd en is daarin de besteding en de effectiviteit daarvan voldoende uitgelegd
FondsDBL streeft ernaar een aanvraag binnen 6 weken te beantwoorden en zal een eventuele afwijzing schriftelijk of via mail met redenen omkleden. Bij een eventuele afwijzing kan een aanvrager zich alsnog met nadere motivatie melden en al het bestuur deze in overweging nemen alvorens een uiteindelijk besluit te nemen.
In verband met de coronacrisis is ook besloten om soepel om te gaan met de verantwoording van de besteding van onze giften.
(na resultaatbestemming)
€ | € | € | € | ||
Financiële vaste activa | |||||
Landerijen en boerderijen | 2.4.1 | 24.725.500 | 24.725.500 | ||
Woonhuizen | 2.4.2 | 325.000 | 325.000 | ||
Deelnemingen | 2.4.3 | 3.440.404 | 3.471.780 | ||
Effecten | 2.4.4 | 31.786.124 | 32.558.199 | ||
Sociale investeringen | 2.4.5 | 2.093.262 | 1.443.929 | ||
Hypothecaire geldleningen | 2.4.6 | 177.806 | 62.548.096 | 173.268 | 62.697.676 |
Vlottende activa | |||||
Vorderingen en overlopende activa | 2.4.7 | 63.935 | 188.289 | ||
Liquide middelen | 2.4.8 | 2.847.035 | 3.049.185 | ||
2.910.970 | 3.237.474 | ||||
65.459.066 | 65.935.150 |
Activa
Passiva
31 december 2020 31 december 2019
31 december 2020 31 december 2019
€ € € €
Eigen vermogen 2.4.9
Kapitaal 46.026.476 46.610.017
Kapitaal Fonds van Driel 277.824 281.346
Herwaarderingsreserve 17.907.888 17.708.986
64.212.188 64.600.349
Voorzieningen 2.4.10 80.000 60.000
Langlopende schulden 2.4.11 984.563 1.018.726
Kortlopende schulden 2.4.12 182.315 256.075
65.459.066 65.935.150
2019 | ||||
Baten | € | € € | € | |
Resultaat onroerend goed | 2.5.1 | 307.315 | 4.127.489 | |
Resultaat sociale investeringen | 2.5.2 | 525.429 | -458.617 | |
Resultaat effectenportefeuille | 2.5.3 | 96.041 | 5.419.179 | |
Financiële baten | 2.5.4 | 4.538 | 4.538 | |
Ontvangen donaties | 17.030 | 1.000 | ||
Totaal baten | 950.353 | 9.093.589 |
Lasten | |||
Besteed aan doelstelling | 2.5.5 | 1.187.793 | 1.276.149 |
Personeelskosten | 2.5.6 | 96.929 | 95.973 |
Huisvestingskosten | 2.5.7 | 12.083 | 11.160 |
Advieskosten | 2.5.8 | 32.322 | 36.701 |
Kantoorkosten | 2.5.9 | 2.207 | 2.224 |
Algemene kosten | 2.5.10 7.180 | 21.970 | |
Totaal lasten | 1.338.514 | 1.444.177 | |
Resultaat | -388.161 | 7.649.412 |
Resultaatbestemming | ||
Toevoeging / onttrekking aan: | ||
Kapitaal | -583.541 | 3.763.214 |
Kapitaal Fonds van Driel | -3.522 | 22.716 |
Herwaarderingsreserve | 198.902 | 3.863.482 |
-388.161 | 7.649.412 |
De jaarrekening is opgesteld conform de RJ640 voor de Verslaggeving van Organisaties zonder Winststreven. De stichting FondsDBL, statutair gevestigd te Rotterdam, wordt aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) volgens artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen.
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
FondsDBL werkt niet met een begroting, maar met een donatiebudget, derhalve is er in de jaarrekening geen begroting opgenomen. In de praktijk betekent dit dat er op middellange termijn gestreefd wordt naar een continue uitgavenstroom van 1.5 miljoen Euro, waarvan 10 % als onvoorzien en 10 % voor dekking van de overheadkosten.
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslagperiode van een jaar. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur zich oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
Algemeen
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij er bij de desbetreffende grondslag anders is bepaald, worden de activa en passiva gewaardeerd tegen de kostprijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Landerijen en boerderijen
De boerderijen en landerijen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde. Taxatie wordt 3-jaarlijks verricht door een externe gecertificeerde deskundige. Als taxatiegrondslag in het taxatierapport is waarde in het economisch verkeer welke gelijk wordt verondersteld te zijn aan de marktwaarde.
Voor de waardering is de comparatieve methode toegepast voor percelen belast met persoonlijke overeenkomst en voor percelen belast met erfpacht tevens de inkomensbenadering. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat er een bijzonder waardeverminderingsverlies is. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van de betreffende landerij en/of boerderij geschat. De waardeveranderingen worden verwerkt in de staat van baten en lasten. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden opgenomen in een herwaarderingsreserve ten gunste of ten laste van de bestemming van het resultaat.
Woonhuizen
De woonhuizen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, waarbij het gemiddelde wordt aangehouden van de getaxeerde vrije verkoopwaarde en de verkoopwaarde in verhuurde staat. Om de drie jaar worden de woonhuizen getaxeerd en geherwaardeerd naar de taxatiewaarde. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat er een bijzonder waardeverminderingsverlies is. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende woonhuis geschat. De waardeveranderingen worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden opgenomen in een herwaarderingsreserve ten gunste of ten laste van de bestemming van het resultaat.
Deelnemingen
De deelnemingen betreffen twee minderheidsdeelnemingen waarin geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. De waardering van de deelneming in “Wilhelminapolder en Oost- Bevelandpolder” is gebaseerd op de actuele waarde berekend op basis van de gemiddelde verkoopwaarden van de participaties in het boekjaar. De waardering van de deelneming “Gors- en
Ambachtsheerlijkheid Zuid-Beijerland” is gebaseerd op de actuele waarde berekend op basis van het verwachte directe rendement met als uitgangspunt een rendementseis van 2,5%.
De waardeveranderingen worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden opgenomen in een herwaarderingsreserve ten gunste of ten laste van de bestemming van het resultaat.
Effecten
De effecten worden gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde de beurswaarde per ultimo boekjaar. Gerealiseerde en ongerealiseerde koersresultaten worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten gebracht.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen.
Sociale investeringen en hypothecaire geldleningen
De sociale investeringen (lening) en hypothecaire leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarden en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordelingen van de leningen.
Daar waar geen sprake is van (dis)agio en transactiekosten en dus de effectieve rente nihil bedraagt, is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde.
De sociale investering ‘Bridges Ventures’ is gedurende de initiële opstartfase van dit fonds tegen kostprijs gewaardeerd. Vanaf 2019 bevindt deze sociale investering zich niet meer in de initiële opstartfase en wordt deze gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De waardeveranderingen worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden opgenomen in een herwaarderingsreserve ten gunste of ten laste van de bestemming van het resultaat.
In 2019 is heeft de stichting zich gecommitteerd aan een nieuwe sociale investering ‘SIB Joining Forces C.V.’ voor in totaal 1 miljoen Euro. De stichting is commantair vennoot in deze commanditaire vennootschap. De sociale investering wordt gewaardeerd tegen kostprijs omdat de stichting geen invloed van betekenis op zakelijk en financieel beleid kan uitoefenen en er daarnaast geen sprake is van beursgenoteerde stukken of frequente marktnotering.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
De voorziening betreft een additionele jubilea gift welke eens in de vijf jaar aan een bijzonder doel wordt geschonken. De voorziening wordt jaarlijks opgehoogd met één vijfde deel van de geschatte totale jubilea gift.
Langlopende schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De langlopende schulden betreffen vooruitontvangen erfpacht.
Toezeggingen
Toezeggingen op aanvragen worden opgenomen onder de kortlopende schulden en zijn door FondsDBL aangegane verplichtingen uit hoofde van formeel toegezegde bedragen voor een daartoe ingediend verzoek. Deze verplichtingen ontstaan als Fonds DBL een geldelijke verplichting aangaat voor een vast bedrag.
Pensioenen
Aan de werknemers is een pensioenregeling toegezegd op basis van (voorwaardelijk) geïndexeerd middelloon. De pensioenregeling is ondergebracht bij bedrijfstakpensioenfonds PFZW. De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als vordering indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.
GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT
Algemeen
Ontvangsten en uitgaven worden, tenzij hierna anders vermeld, in de staat van baten en lasten toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Bij de toerekening wordt een bestendige gedragslijn gevolgd. Dit houdt in dat in de balans rekening wordt gehouden met de aan een periode toe te rekenen bedragen die in een andere periode zijn of worden ontvangen, dan wel betaald.
Resultaat onroerend goed
Het resultaat onroerend goed bestaat uit herwaarderingen, opbrengsten uit pacht, huur en overige baten, verminderd met de directe lasten van de landerijen, zijnde beheerskosten, onderhoudskosten en belastingen.
Resultaat effectenportefeuille
(On-)gerealiseerde koersresultaten worden direct ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten gebracht, evenals (nog te) ontvangen couponrente. Ontvangen dividend wordt in het jaar van ontvangst als bate verantwoord.
Besteed aan doelstelling
De bestedingen worden als last verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning door het bestuur is genomen.
2.4.1 LANDERIJEN EN BOERDERIJEN
In het boekjaar 2019 zijn de boerderijen, landerijen en woonhuizen gewaardeerd tegen taxatiewaarde. De taxatie heeft plaatsgevonden per 01-11-2019. Eenmaal in de drie jaar worden de landerijen en boerderijen getaxeerd en indien nodig geherwaardeerd.
De landerijen en boerderijen bestaan zowel uit grasland, bouwland als enige opstallen (huis, erf, schuren) in verschillende provincies in Nederland, met de navolgende uitsplitsing naar ligging:
2020 € | 2019 € | |
Goudswaard/Numansdorp | 4.917.466 | 4.917.466 |
Bernisse | 2.668.597 | 2.668.597 |
Middelharnis | 993.510 | 993.510 |
Zijpe inz Schagerbrug | 2.882.757 | 2.882.757 |
Ouddorp/Goedereede | 971.569 | 971.569 |
Westvoorne | 1.341.135 | 1.341.135 |
Zevenbergen | 4.209.495 | 4.209.495 |
Fijnaart | 407.702 | 407.702 |
Beesd | 1.752.951 | 1.752.951 |
Willemstad | 292.828 | 292.828 |
Piershil | 326.306 | 326.306 |
Haarlemmermeer | 1.374.840 | 1.374.840 |
Stad aan 't Haringvliet | 1.354.111 | 1.354.111 |
Klundert | 306.762 | 306.762 |
Oudenhoorn | 925.471 | 925.471 |
24.725.500 | 24.725.500 |
31-12-2020 | 31-12-2019 | |
€ | € | |
325.000 | 325.000 | |
325.000 | 325.000 |
Woonhuis Bussum
Eenmaal in de drie jaar vindt taxatie plaats. Het woonhuis te Bussum is gewaardeerd tegen taxatiewaarde per 1 november 2019.
De deelnemingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: | ||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Wilhelminapolder en Oost- Bevelandpolder | 2.032.404 | 2.063.780 |
Gors- en Ambachtsheerlijkheid Zuid- Beijerland | 1.408.000 | 1.408.000 |
3.440.404 | 3.471.780 |
De deelneming Wilhelminapolder en Oost- Bevelandpolder betreft een minderheidsdeelneming in de Koninklijke Maatschap tussen Eigenaren van Gronden in de Wilhelminapolder en de Oost- Bevelandpolder. De deelneming Wilhelminapolder en Oost- Bevelandpolder is geherwaardeerd aan de hand van de gemiddelde verkoopprijs van de verkochte participaties in 2020. FondsDBL heeft geen participaties verkocht en/of gekocht.
De deelneming Gors,- en Ambachtsheerlijkheid van Zuid- Beijerland betreft eveneens een minderheidsdeelneming. Hier zijn geen aankopen of verkopen gedaan. De deelneming is per ultimo 2018 gewaardeerd door een erkend taxateur op basis van de toekomstige inkomsten die de deelneming gaat generen en een disconteringsvoet van 2,5% (inkomstenbenadering) met een toetsing aan de comperatieve benadering. Er zijn geen indicaties van significante waardeverminderingsverliezen.
De effectenportefeuille wordt beheerd door Orchestra B.V. waarvan BinckBank N.V. de bewaarder is. De portefeuille kan als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Vastrentende waarden | 10.435.474 | 10.914.950 |
Zakelijke waarden | 21.350.650 | 21.643.249 |
31.786.124 | 32.558.199 |
De sociale investeringen kunnen als volgt worden gespecificeerd: | ||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
SIB-Werkplaats Rotterdam-Zuid | 1.800.000 | 2.000.000 |
Voorziening SIB | -1.800.000 | -2.000.000 |
Bridges Ventures Belegging | 1.704.874 | 1.179.552 |
SIB Joining Forces C.V. | 388.388 | 264.377 |
2.093.262 | 1.443.929 |
De verstrekte lening aan SIB kent een rentepercentage van 5%. Het betreft een achtergestelde lening. De looptijd van de lening is gekoppeld aan de samenwerkingsovereenkomst welke is afgesloten voor vijf jaar. De verschuldigde betaling van rente en het doen van aflossingen is afhankelijk van de mate van succes van de Social Impact Bond WRZ Rotterdam-Zuid.
Gedurende de looptijd van Social Impact Bond WRZ Rotterdam-Zuid is de oorspronkelijke business case sterk gewijzigd. Over de gehele looptijd is de exploitatie negatief en zijn de activiteiten inmiddels gestopt. De verwachting is dat de lening niet volledig terug wordt betaald. Daarom is de gehele lening voorzien.
De belegging in Bridges Ventures is onderdeel van de ambitie van FondsDBL om niet alleen financieel maar ook maatschappelijk rendement na te streven met het beleggingsbeleid van de stichting. Naast de Social Impact Bond, is er om die reden geinvesteerd in één van de Bridges fondsen. De belegging wordt gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde.
Een ander initiatief is SIB Joining Forces. Dit is een innovatief programma gericht op het duurzaam en succesvol laten re-integreren van dienstongeschikte militairen. De totale commitment hiervoor bedraagt EUR 1 miljoen. Stichting Fonds DBL heeft een belang van 5,93% in de commanditaire vennootschap. De investering wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Ultimo 2020 is er geen indicatie van een duurzame waardevermindering.
De hypothecaire geldleningen kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | ||
Hypothecaire lening | 177.806 | 173.268 | |
177.806 | 173.268 | ||
Hypotheek |
Deze vordering heeft betrekking op een verstrekte hypotheek en kent een looptijd van meer dan één jaar. Als zekerheid is hypotheek verstrekt op onderhevig pand met 5% rente. Voor deze geldlening is een overeenkomst opgesteld. Er is geen einddatum overeengekomen. De rente over 2020 is toegevoegd aan de hypothecaire lening, aangezien de rente niet daadwerkelijk betaald is.
2.4.7 VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA
De vorderingen en overlopende activa kunnen als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Nog te ontvangen rentebaten | 47.234 | 152.083 |
Dividendbelasting | 6.039 | 25.669 |
Nog te ontvangen pacht | 6.188 | 5.947 |
Vooruitbetaalde bedragen | 4.474 | 4.590 |
63.935 | 188.289 |
De liquide middelen bestaan uit vrij opvraagbare banktegoeden aangehouden in euro’s bij verschillende financiële instellingen. Deze kunnen als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
ING | 464.532 | 528.849 |
BinckBank | 2.382.253 | 2.520.176 |
Contanten | 250 | 160 |
2.847.035 | 3.049.185 |
Er is een mandaat afgegeven aan Orchestra voor het beheer van de effectenportefeuille. In het kader van deze opdracht kan Orchestra de gelden op de effectenrekening naar eigen inzicht inzetten ten behoeve van aankoop effecten (liquide middelen BinckBank). De overige liquide middelen staan ter vrije beschikking
Het vermogen van FondsDBL kan als volgt worden gespecificeerd: | ||
Fonds van | Herwaarderings- | |
Kapitaal Driel | reserve | Totaal |
€ € | € | € |
Boekwaarde per 1 januari | 46.610.017 | 281.346 | 17.708.986 | 64.600.349 | |||
Mutaties Resultaat boekjaar | - -583.541 | - -3.522 | - 198.902 | - -388.161 | |||
Boekwaarde per 31 december | 46.026.476 | 277.824 | 17.907.888 | 64.212.188 |
Jaarlijks wordt er 0,6% van het saldo van de Staat van Baten en Lasten toegerekend aan het Fonds van Driel.
De voorzieningen kunnen als volgt worden gespecificeerd: | ||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Voorziening Lustrumgift | 80.000 | 60.000 |
80.000 | 60.000 |
De langlopende schulden betreffen vooruitontvangen erfpacht: | ||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Vooruitontvangen erfpacht Beesd | 285.576 | 298.557 |
Vooruitontvangen erfpacht Zijpe | 698.987 | 720.169 |
984.563 | 1.018.726 |
De vooruitontvangen erfpacht betreft de door huurders betaalde afkoopsommen met betrekking tot de toekomstige erfpacht. Ultimo 2016 is een bedrag van 337.500 ontvangen, de bate wordt over 26 boekjaren verdeeld.
Gedurende 2019 is een bedrag van 741.350 ontvangen. Dit bedrag zal de komende 35 jaar vrijvallen.
De kortlopende schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd: | ||
31-12-2020 € | 31-12-2019 € | |
Crediteuren | 6.594 | 9.060 |
Vooruitontvangen bedragen | 773 | 742 |
Toezeggingen | 158.060 | 230.500 |
Nog te betalen accountantskosten | 7.000 | 6.837 |
Nog te betalen bedragen | 4.159 | 3.938 |
Loonheffing | 5.729 | 4.998 |
182.315 | 256.075 |
2.4.13 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE BEZITTINGEN, RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Huurverplichting
FondsDBL heeft een overeenkomst inzake de huur van het kantoorpand. De huurovereenkomst heeft een looptijd van één jaar die jaarlijks verlengd kan worden eindigend op 1 juli 2021. Dit betreft een kantoorruimte met adres: Hang 16 te Rotterdam. De huurprijs van de overeenkomst bedraagt € 980,- per maand.
Gravenrekeningen
De twee keldergraven van de X.X. xxx Xxxxxx Stichting op de R.K. Begraafplaats Xxxxxxxxxx te Rotterdam (bij de kapel, nummers 4 en 5) zijn in het jaar 2001 opgeheven wegens herinrichting van de begraafplaats. De stoffelijke resten zijn overgebracht en herbegraven in keldergraf nummer 3 vak F van de M.C. van Dooren Stichting op de R.K. gedeelte van de Algemene Begraafplaats Crooswijk te Rotterdam.
Dit betreft het eigendomsrecht voor een viertal graven:
- 1 graf (dubbel keldergraf met 1 ongedeelde ruimte, bij de arcade nummers 52 en 53) op de
R.K. Begraafplaats Xxxxxxxxxx te Rotterdam (graf Blankenheym);
- 1 op de Algemene Begraafplaats Crooswijk (R.K. gedeelte) te Rotterdam (graf Blankenheym);
- 1 op de Algemene Begraafplaats Crooswijk (R.K. gedeelte) te Rotterdam (graf Xxx Xxxxxx);
- 1 op het R.K. Kerkhof te Oosterbeek (familiegraf X. xx Xxxxxx - xxx Xxxx).
Investeringsverplichtingen
FondsDBL heeft twee commitments voor sociale investeringen:
- Bridges Ventures, resterende commitment van EUR 194.697;
- SIB Joining Forces, resterende commitment van EUR 611.612.
Het resultaat 2020 bedraagt EUR 388.161 negatief. Een positief bedrag EUR 198.902 is toegevoegd aan de herwaarderingsreserve en het overgebleven resultaat is voor 99,4 % ontrokken aan het Kapitaal van FondsDBL (EUR 583.541 negatief) en voor 0,6% ontrokken aan het Fonds van Driel (EUR
3.522 negatief).
2.4.15 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Covid-19 heeft nog altijd een grote impact op Nederlandse maatschappij en economie. Op dit moment gaan de operationele activiteiten van de Stichting gewoon door. Het is nog onduidelijk hoe de situatie zich verder in 2021 zal gaan ontwikkelen en hoe lang de maatregelen van kracht zullen blijven. Tot op heden blijft de financiële impact beperkt. In 2020 is er een positief rendement behaald op de beleggingen en dit zet zich tot op heden voort. Op moment van vaststellen jaarrekening wordt er geen (ernstige) onzekerheid over de continuïteit verondersteld. Er zijn geen andere gebeurtenissen na balansdatum onderkend welke verwerkt moeten worden in de jaarrekening.
2.5 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
2.5.1 RESULTAAT ONROEREND GOED
Het exploitatieresultaat van de landerijen, boerderijen en woonhuizen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Herwaardering onroerend goed | 2020 € | 2019 € |
Herwaardering boerderijen en landerijen | - | 3.660.686 |
Herwaardering deelnemingen | -31.376 | 32.663 |
Herwaardering woonhuizen | - | 128.750 |
Totaal herwaardering | -31.376 | 3.822.099 |
Opbrengsten deelnemingen Opbrengst Wilhelminapolder en Oost- Bevelandpolder | 17.820 | 8.580 |
Opbrengst Gors- en Ambachtsheerlijkheid Zuid-Beijerland | 30.400 | 35.200 |
Totaal deelnemingen | 48.220 | 43.780 |
Opbrengsten landerijen en woonhuizen Erfpacht en overige opbrengsten landerijen | 394.394 | 473.011 |
Huuropbrengst woonhuizen | 9.089 | 8.732 |
Overige opbrengst woonhuizen | - | 270 |
Rente opbrengst hypotheek | - | 7.480 |
Totaal landerijen en woonhuizen | 403.483 | 489.493 |
Lasten landerijen en woonhuizen Vaste lasten landerijen | -74.189 | -182.975 |
Variabele lasten landerijen | -52 | -117 |
Xxxxxx xxxxxxxxxx | -763 | -254 |
Totaal lasten landerijen en woonhuizen | -75.004 | -183.346 |
Overige lasten exploitatie vastgoed Rentmeestersloon | -38.007 | -37.208 |
Overige lasten | - | -7.328 |
Totaal overige lasten | -38.007 | -44.536 |
307.315 | 4.127.489 |
2.5.2 RESULTAAT SOCIALE INVESTERINGEN
Het resultaat van de sociale investeringen kan als volgt worden gespecificeerd:
2020 € | 2019 € | |
Rente Social Impact Bond WRZ | 95.151 | 100.000 |
Waardeveranderingen Social Impact Bond | 200.000 | -600.000 |
Herwaardering Bridges Ventures | 230.278 | 41.383 |
525.429 | -458.617 |
2.5.3 RESULTAAT VERMOGENSBEHEER
Het resultaat op de effectenportefeuille kan als volgt worden gespecificeerd:
2020 € | 2019 € | |
Ongerealiseerde koersresultaten | 1.302.030 | 4.515.036 |
Gerealiseerde koersresultaten | -1.463.590 | 546.891 |
Dividend aandelen en alternatives | 291.156 | 381.278 |
Rente lasten | -1.330 | - |
Kosten Binck bank | -16.816 | -9.007 |
Kosten Orchestra B.V. | -15.409 | -15.019 |
96.041 | 5.419.179 |
De financiële baten betreffen rentebaten op de hypothecaire geldlening.
De bestedingen van FondsDBL, kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
2020 € | 2019 € | ||
Projecten | 1.222.770 | 1.251.680 | |
Particulieren | 29.890 | 39.408 | |
Bijdrage Lustrumgift | 20.000 | 20.000 | |
Overige giften | 14.580 | - | |
Totaal verleend | 1.287.240 | 1.311.088 | |
Vrijval | -99.447 | -34.939 | |
1.187.793 | 1.276.149 | ||
De personeelskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
2020 € | 2019 € | ||
Salariskosten WGI | - | 26.858 | |
Uitvoeringskosten WGI | 4.653 | 4.088 | |
Pensioenaanvulling | 2.878 | 2.993 | |
Bruto lonen | 54.739 | 34.378 | |
Sociale lasten | 10.553 | 6.939 | |
Pensioenpremie personeel | 5.714 | 3.752 | |
Reiskosten woon-werk | 3.306 | 2.204 | |
Kosten opbouwrecht | 10.457 | 7.189 | |
Aankoop verlofdagen | - | -957 | |
Loonheffing | - | 1.001 | |
Ziekteverzuimverzekering | 129 | 3.028 | |
Bestuurskosten | 4.500 | 4.500 | |
96.929 | 95.973 |
Vanaf mei 2019 zijn twee werknemers in dienst genomen. Tot deze datum hadden zij een arbeidsovereenkomst bij het Werkgeversinstituut (WGI), van waaruit ze exclusief naar FondsDBL werden gedetacheerd.
De huisvestingskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
2020 € | 2019 € | ||
Kantoorhuur | 12.083 | 11.160 | |
12.083 | 11.160 | ||
De advieskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
2020 € | 2019 € | ||
Administratiekosten | 23.158 | 22.697 | |
Juridische advieskosten | 500 | 6.381 | |
Accountantskosten | 8.664 | 7.623 | |
32.322 | 36.701 | ||
De kantoorkosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: | |||
2020 | 2019 | ||
€ | € | ||
Contributie FIN | 1.417 | 1.562 | |
Kantoorbenodigdheden | 135 | 50 | |
Contributies en abonnementen | 514 | 471 |
Algemene verzekeringen 141 141
2.207 2.224
De algemene kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: | ||
2020 € | 2019 € | |
Automatiseringskosten | 3.812 | 20.175 |
Representatiekosten | 1.255 | 707 |
Bankkosten | 331 | 409 |
Onderhoud graven | 133 | 121 |
Overige algemene kosten | 1.649 | 558 |
7.180 | 21.970 |
2.6 ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING
Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur op 18 juni 2021.
……………………………….. ………………………………….
de heer X.X. xxx Xxxxxxxxx de heer X.X.X. xxx Xxxx
Voorzitter Penningmeester
………………………………………. Mevrouw X.X. xxx Xxxxxxxx
Voor de controleverklaring verwijzen wij naar de hierna opgenomen verklaring.
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: het bestuur van Stichting FondsDBL
VERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN JAARREKENING 2020
ONS OORDEEL
Wij hebben de jaarrekening 2020 van Stichting FondsDBL te Rotterdam gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting FondsDBL per 31 december 2020 en van het resultaat over 2020 in overeenstemming met de in Nederland geldende Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties-zonder-winststreven’.
De jaarrekening bestaat uit:
1. de balans per 31 december 2020;
2. de staat van baten en lasten over 2020; en
3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
DE BASIS VOOR ONS OORDEEL
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening'.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting FondsDBL zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijk- heidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
VERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN ANDERE INFORMATIE
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit het bestuursverslag 2020.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
▪ met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; en
▪ alle informatie bevat die op grond van de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties- zonder-winststreven’ is vereist.
DIT DOCUMENT IS ELECTRONISCH GEWAARMERKT
35 FODBL/A.2106450.O
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties-zonder-winststreven’.
BESCHRIJVING VAN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT DE JAARREKENING
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN HET BESTUUR VOOR DE JAARREKENING
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties-zonder-winststreven’. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
ONZE VERANTWOORDELIJKHEDEN VOOR DE CONTROLE VAN DE JAARREKENING
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controle- standaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen.
Onze controle bestond onder andere uit:
▪ het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
▪ het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;
▪ het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
▪ het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven;
▪ het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
▪ het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Woerden, 18 juni 2021
WGS Accountants B.V.
drs. W.A.B. Spies RA