STATUTENWIJZIGING
Dossiernummer: 2021.0179.01 Ref: KH - LH 090922.V5
STATUTENWIJZIGING
Heden, twintig oktober tweeduizend tweeëntwintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx xx. Xxxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxx, geboren te Zeist op vijf december negentienhonderdtweeëntachtig, die inzake deze akte haar adres heeft te 3581 _
CM Xxxxxxx, Xxxxxxxxx 0, en handelend als hierna vermeld.
De verschenen persoon verklaart:
- het bestuur van de stichting: Stichting Wijkcentrum De Pijp, statutair
gevestigd te Amsterdam, xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxxxx, Xxxxxx Xxx xxx Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer _
41199527, heeft besloten tot wijziging van de statuten zoals hierna vermeld;
- het bestuur heeft voorts besloten de verschenen persoon aan te wijzen om _
deze akte te verlijden;
- van de gemelde besluiten van het bestuur blijkt uit een uittreksel uit de notulen van de betreffende vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering _
van het hiervoor genoemde besluit, de statuten van de stichting algeheel te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt:
STATUTEN BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
bestuur betekent het bestuur van de stichting, tenzij anders vermeld.
bestuurder betekent een lid van het bestuur.
Code betekent de Governancecode Sociaal Werk 2016 (ingangsdatum één_
januari tweeduizend zeventien) of de daarvoor in de plaats tredende code. coördinator betekent de coördinator van de stichting als nader omschreven in artikel 8.
dagen betekent alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
deelnemer betekent de deelnemer van het Netwerk de Pijp als nader omschreven in artikel 11.
deelnemersovereenkomst betekent een overeenkomst tussen een deelnemer en de stichting waarin de rechten en verplichtingen van de betreffende deelnemer jegens de stichting zijn vastgelegd.
Netwerk de Pijp betekent het netwerk als nader omschreven in artikel 10.
schriftelijk betekent een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig _
ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
statuten betekent de statuten van de stichting.
stichting betekent de stichting waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de stichting: Stichting Wijkcentrum de Pijp, statutair gevestigd te Amsterdam.
wijken betekent de wijken die deel uitmaken van de gemeente Amsterdam,_
in het bijzonder stadsdeel Zuid en de daarin gelegen wijk de Pijp.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in deze
statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' _
of 'die'. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’ alsmede _
'hen' of 'hun'.
NAAM EN ZETEL
Artikel 2.
1. De stichting draagt de naam: Stichting Wijkcentrum de Pijp.
2. De stichting is statutair gevestigd in de gemeente Amsterdam.
3. De stichting is opgericht op zeventien september negentienhonderdnegenenzestig.
DOEL
Artikel 3.
1. De stichting heeft ten doel:
a. het bevorderen van het welzijn en het gezond stedelijk leven van mensen die wonen en/of werken in de wijken;
b. het bevorderen van een prettig woon- en leefklimaat in de wijken, daaronder begrepen maar niet beperkt tot de kwaliteit van lucht, water _
en bodem alsmede bomen, flora, fauna en landschappelijke en
cultuurhistorische waarden;
c. het bevorderen van de maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg in de wijken;
d. het behartigen van de gezamenlijke belangen van mensen die wonen en/of werken in de wijken en de deelnemende rechtspersonen en organisaties die verband houden met het bepaalde in lid 1 sub a. en sub b. van dit artikel;
e. het (doen) bevorderen van omstandigheden en voorzieningen binnen de wijken die bijdragen aan het bepaalde in lid 1 sub a. en sub b. van dit artikel,
en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. ten behoeve van de mensen die wonen en/of werken in de wijken te
voorzien in een onafhankelijke, professionele en toegankelijke organisatie die ondersteuning biedt bij het realiseren van een prettig woon en leefklimaat in de wijken en bijdraagt aan het realiseren van een gezond stedelijk leven;
b. het initiëren, stimuleren, faciliteren en ondersteunen van educatieve,
recreatieve en sociaal-culturele en andere activiteiten en projecten die _ bijdragen aan de verbinding en samenwerking tussen de mensen die wonen en/of werken in de wijken en de diverse organisaties in die wijken;
c. het initiëren, stimuleren, ondersteunen en onderhouden van sociale netwerken in de wijken en de daarvan deel uitmakende buurten;
d. het fungeren als gesprekspartner namens de mensen die wonen en/of _
werken in de wijken naar diverse organisaties in de wijken, de gemeente Amsterdam, uitvoeringsorganen, politieke partijen en andere relevante organisaties en rechtspersonen;
e. het (doen) informeren van mensen die wonen en/of werken in de wijken over zaken die betrekking hebben op de wijken,
f. het ondersteunen van mensen die wonen en/of werken in de wijken die willen bijdragen aan het realiseren van de doelstelling;
g. het onder de aandacht brengen van het belang van de doelstelling van _
de stichting (bewustwording);
h. het stimuleren van het scheppen van de noodzakelijke (politieke en maatschappelijke) beleidskaders ten behoeve van het realiseren van de doelstelling;
i. het aanvragen van subsidies en het werven van andere fondsen ten behoeve van activiteiten en projecten die verband houden met de doelstelling;
j. het in beheer hebben van ruimtes en/of gebouwen;
k. het ter beschikking stellen van vergader- en andere faciliteiten aan actieve groepen die woonachtig of werkend zijn binnen de wijken;
l. het nemen van juridische stappen en het voeren van juridische procedures, daaronder begrepen maar niet beperkt tot het instellen van rechtsvorderingen en het voeren van processen of arbitragetrajecten;
m. te voorzien in een dialoog met de belanghebbenden van de stichting, en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
3. Uitgangspunt bij het bereiken van het doel van de stichting is het eigen initiatief van de mensen die werken en/of wonen in de wijken, hun eigen belangen en hun eigen kracht.
4. De stichting beoogt niet het maken van winst en beoogt werkzaam te zijn als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 5b van de Algemene _
wet inzake rijksbelastingen.
5. Het realiseren van de doelstelling geschiedt zoveel mogelijk op een duurzame en bedrijfsmatig verantwoorde wijze.
VERMOGEN
Artikel 4.
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door alle ontvangen bijdragen, subsidies, giften, legaten, erfstellingen, alsmede andere baten.
2. Erfstellingen mogen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. Het vermogen van de stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de stichting.
BESTUUR
Artikel 5.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur te bepalen aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen.
2. Bestuurders worden benoemd door het bestuur, met dien verstande dat:
a. bij de samenstelling van het bestuur is vereist dat recht wordt gedaan aan diverse facetten die de aandacht van het bestuur vragen waarbij het bestuur als geheel wordt samengesteld op basis van algemene
bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en _
met een spreiding van deskundigheden en achtergronden, rekening houdend met onderlinge diversiteit in de meest brede zin van het woord;
b. alvorens tot benoeming wordt overgegaan het bestuur bij afzonderlijk besluit in de vorm van een profielschets de kwaliteiten en/of hoedanigheden vaststelt waaraan een bestuurder moet voldoen;
c. aan het Netwerk de Pijp de bevoegdheid wordt verleend tot het doen van een bindende voordracht voor drie bestuurders, al dan niet afkomstig uit het Netwerk de Pijp;
d. het bestuur overleg pleegt met het Netwerk de Pijp en de coördinator over een voorgenomen benoeming van de twee overige bestuurders en niet overgaat tot benoeming alvorens het Netwerk de Pijp daarover advies heeft uitgebracht althans daartoe op behoorlijke wijze door het bestuur in de gelegenheid is gesteld;
e. bestuurders bij voorkeur mensen zijn die wonen en/of werken in een van de wijken;
f. een bestuurder niet tevens deel uit kan maken van het dagelijks bestuur of een stadsdeelcommissie van een van de stadsdelen van de gemeente Amsterdam;
g. een bestuurder niet tevens werkzaam kan zijn in dienst van of voor de _
gemeente Amsterdam in een functie waarbij hij direct of indirect betrokken is bij het subsidiedomein van de stichting;
h. een bestuurder kan niet tevens bestuurder, toezichthouder of werknemer zijn van een rechtspersoon - anders dan een deelnemer - waarmee de stichting een nauwe samenwerkingsrelatie heeft;
i. een bestuurder geen arbeidsrelatie met de stichting mag hebben;
j. een bestuurder niet tevens kan fungeren als afgevaardigde in het Netwerk de Pijp;
k. een bestuurder:
i. geen familie van een andere bestuurder mag zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
ii. geen relatie mag hebben met een andere bestuurder, waarbij
onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend;
l. vacatures binnen het bestuur openbaar worden gemaakt en nieuwe bestuurders als bedoeld in lid 2 sub d. van dit artikel worden geworven _
via een transparante procedure en op basis van de profielschets als bedoeld in lid 2 sub b. van dit artikel;
m. het bestuur - alvorens een bestuurder wordt benoemd - diens integriteit, kwaliteit en geschiktheid voor de functie als bestuurder toetst.
3. Het Netwerk de Pijp wordt door het bestuur tijdig in de gelegenheid gesteld _
om een bindende voordracht te doen als omschreven in lid 2 sub c. van dit _
artikel. Wordt daarvan binnen drie maanden nadat het verzoek daartoe is ontvangen geen gebruik gemaakt, dan is het bestuur vrij in het benoemen van een bestuurder.
Indien het bestuur besluit aan de opgemaakte bindende voordracht het bindend karakter te ontnemen, wordt het Netwerk de Pijp opnieuw in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht op te maken. Het bestuur kan het bindend karakter aan de voordracht ontnemen in het geval dat de voorgedragen persoon niet past in het profiel en in het geval dat er sprake is van bezwaren van bijzondere aard die het functioneren als team van het bestuur in de weg staan. In beide gevallen is het bestuur verplicht de afwijzing gemotiveerd toe te lichten aan het Netwerk de Pijp.
4. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien, doch in ieder geval binnen drie maanden. Indien een bestuurder op grond van een bepaalde hoedanigheid wordt benoemd, wordt daarvan in het benoemingsbesluit expliciet melding gemaakt.
5. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester, zulks met inachtneming van de in lid 2 sub b. van dit artikel bedoelde profielschetsen.
5. Iedere bestuurder wordt geacht opgave te doen van diens hoofd- en nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Deze worden zichtbaar gemaakt in de jaarstukken van de stichting.
6. De benoeming van een bestuurder geschiedt voor een periode van drie jaar. Een bestuurder is tweemaal aansluitend herbenoembaar voor een periode _
van drie jaar. Een bestuurder kan daarmee ten hoogste negen
achtereenvolgende jaren als bestuurder fungeren. Bij elke herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als
bestuurder heeft vervuld. Elke herbenoeming van een door het Netwerk de _
Pijp voorgedragen bestuurder vereist voorafgaande goedkeuring van het Netwerk de Pijp.
Een bestuurder komt na het verstrijken van diens benoemingstermijn zonder dat sprake is van een aansluitende herbenoeming dan wel na het verstrijken van diens herbenoemingstermijn, pas opnieuw voor een benoeming als bestuurder (en een eventueel aansluitende herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van drie jaar.
7. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast.
Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of de overgebleven bestuurder een bevoegd bestuur.
In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder berust het bestuur tijdelijk bij een of meer jaarlijks door het bestuur voor deze situatie aangewezen personen. Voor de gedurende deze periode
verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
Als alle bestuurders ontbreken en geen aanwijzing als bedoeld in de voorgaande volzin van dit lid heeft plaats gevonden, kan iedere belanghebbende de voorzieningenrechter verzoeken een bestuurder te benoemen.
8. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van een bestuurder.
Van belet is in elk geval sprake indien een bestuurder wegens:
a. schorsing;
b. ziekte langer dan twee maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee maanden,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan de bestuurder bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de stichting toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
9. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn aftreden;
c. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
d. door zijn ontslag door de rechtbank;
e. door zijn ontslag door de overige bestuurders;
f. door het niet meer voldoen aan de kwaliteitseis op grond waarvan hij is benoemd;
g. door verlies van de hoedanigheid op grond waarvan hij blijkens het benoemingsbesluit is benoemd;
h. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd;
i. door zijn onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van Strafvordering.
10. Het bestuur kan een bestuurder ontslaan. Het Netwerk de Pijp wordt van het voornemen van een dergelijk besluit door of namens het bestuur op de hoogte gesteld.
11. Het bestuur kan een bestuurder schorsen. De schorsing vervalt van rechtswege indien het bestuur niet binnen een maand na de schorsing overgaat tot ontslag.
TAAK, BEVOEGDHEDEN EN BELONING
Artikel 6.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur is verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, een
deugdelijke financiële en administratieve huishouding en het naleven van wet- en regelgeving. Het bestuur laat een aantal van zijn bestuurlijke taken _
uitvoeren door de coördinator, een en ander met inachtneming van het
bepaalde in artikel 8. Het bestuur houdt toezicht op de uitvoering van die taken en staat de coördinator met raad terzijde.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en de daaraan verbonden organisatie, in het bijzonder
vanuit de maatschappelijke doelstelling daarvan.
3. Iedere bestuurder is gehouden te handelen in overeenstemming met de
statuten en met inachtneming van de Code. Daarnaast wordt ruimte gegeven aan de betrokkenheid van zowel interne als externe belanghebbenden en worden hun belangen zorgvuldig afgewogen.
In dat kader draagt het bestuur in ieder geval zorg voor het vaststellen van _
de randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van interne_
en externe belanghebbenden.
4. Binnen de gezamenlijke verantwoordelijkheid van een meerhoofdig bestuur _
kunnen de taken tussen de bestuurders onderling worden verdeeld. De taakverdeling kan nader worden vastgelegd in een bestuursreglement.
5. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen.
Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6. Bestuurders kunnen recht hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun
werkzaamheden voor de stichting. Een bestuurder heeft geen recht op een _
xxxxxxxx voor diens werkzaamheden als bestuurder.
7. De in lid 6 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
BESLUITVORMING. TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 7.
1. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuurders zulks wensen, doch ten minste viermaal per jaar.
2. De bijeenroeping van een bestuursvergadering geschiedt door of namens de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuurders, en wel schriftelijk _
onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten
minste zeven dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de _
orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan zeven dagen, is
besluitvorming niettemin mogelijk, mits ter vergadering alle in functie zijnde _
bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bestuur besluiten van de wijze van oproeping en/of de termijn van oproeping af te wijken.
3. Bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting statutair is gevestigd ter plaatse te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
Bestuursvergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van
telefonische of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen _
gelijktijdig kan worden gehoord.
4. Toegang tot de vergaderingen hebben de bestuurders, alsmede zij die door_
de ter vergadering aanwezige bestuurders worden toegelaten. Een bestuurder kan zich door een schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd
medebestuurder ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een bestuurder _
kan slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. In vergaderingen van het bestuur kunnen slechts besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuurders aanwezig dan wel vertegenwoordigd is.
5. Het bestuur streeft er naar dat besluiten in consensus worden genomen. Indien er geen consensus kan worden bereikt ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in stemming gebracht. Iedere bestuurder heeft één stem. Het bestuur besluit alsdan met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen
worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij het staken van stemmen _
is het voorstel verworpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
7. Van het verhandelde in elke vergadering worden door een door de voorzitter van de vergadering aan te wijzen persoon notulen opgesteld. In plaats van _
notulen kan een actiepunten- en/of besluitenlijst worden opgesteld.
8. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met een meerderheid ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen en uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering opgenomen.
9. Een bestuurder waakt tegen een tegenstrijdig belang tussen zichzelf en de _
stichting.
10. Indien een bestuurder van een meerhoofdig bestuur in privé of in hoedanigheid een tegenstrijdig belang heeft met de stichting, dient hij dit te _
melden aan de overige bestuurders.
11. Een bestuurder dient zich van de beraadslagingen omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben met de stichting, kan het bestuur niettemin besluiten nemen, mits onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
12. Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld in lid 10 van dit artikel.
13. De vergaderingen van het bestuur worden bijgewoond door de coördinator, _
tenzij het bestuur met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder _ de coördinator te willen vergaderen. De coördinator heeft in de vergadering _
van het bestuur geen stemrecht maar slechts een adviserende stem.
COӦRDINATOR
Artikel 8.
1. De stichting heeft een coördinator. De coördinator is belast met de leiding over en de verantwoordelijkheid van de werkorganisatie van de stichting, de dagelijkse gang van zaken, het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van
het bestuur, de uitvoering van een deel van de financiële taken, het ondersteunen van het Netwerk de Pijp, eventuele commissies en projectgroepen, het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers, het vaststellen van hun arbeidsvoorwaarden en hun werkzaamheden binnen de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst, alsmede het verrichten van alle voorkomende werkzaamheden ter realisering van de doelstellingen van de stichting.
2. De coördinator wordt ondersteund door de werkorganisatie van de stichting.
3. De coördinator handelt binnen de door het bestuur vastgestelde
beleidskaders die passen binnen het door het Netwerk de Pijp goedgekeurde jaarlijks werkplan en binnen de grenzen van de begroting en_
is daarvoor verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
4. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de coördinator en bepaalt de arbeidsvoorwaarden.
5. Het bestuur kan een coördinatorreglement vaststellen, waarin de taken en bevoegdheden van de coördinator nader worden vastgelegd. Een coördinatorreglement kan te allen tijde door de het bestuur worden gewijzigd of aangevuld. Het besluit tot opstelling, wijziging of aanvulling van het reglement komt niet tot stand dan nadat de coördinator daarover is gehoord, althans in de gelegenheid is gesteld zich daarover uit te spreken.
6. De coördinator wordt geacht opgave te doen van diens nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen.
7. De coördinator richt zich bij de vervulling van diens taak naar het belang van de stichting en de daaraan verbonden organisatie, in het bijzonder vanuit de maatschappelijke doelstelling daarvan.
8. De coördinator is gehouden te handelen in overeenstemming met de statuten en met inachtneming van de Code.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 9.
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Voorts kan de stichting worden vertegenwoordigd door twee tezamen handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die _
volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan
gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur zal van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van _
de Kamer van Koophandel.
NETWERK DE PIJP
Artikel 10.
1. De stichting heeft een netwerk, het Netwerk de Pijp.
2. Het Netwerk de Pijp wordt gevormd door deelnemers waarbij:
a. maximaal een/vierde deel natuurlijke personen die wonen en/of werken in de wijken mag zijn; en
b. minimaal drie/vierde deel afgevaardigden van rechtspersonen of organisaties zonder rechtspersoonlijkheid dient te zijn, met dien verstande dat:
i. uitsluitend een persoon die deel uit maakt van het bestuur of de raad van toezicht van een deelnemer dan wel lid, werknemer of vrijwilliger is van een deelnemer als afgevaardigde kan worden aangewezen;
ii. van de afvaardiging blijkt uit een schriftelijk document gericht aan _
het bestuur, afkomstig van en ondertekend door het bestuur van de betreffende deelnemer, of - indien de betreffende deelnemer geen_ rechtspersoonlijkheid heeft - door twee werknemers of vrijwilligers _
van die deelnemer;
iii. er van een deelnemer meerdere afgevaardigden in het Netwerk de Pijp zitting kunnen hebben.
3. In het door het bestuur - in overleg met het Netwerk de Pijp - vast te stellen _
reglement Netwerk de Pijp wordt tenminste vastgelegd:
a. welke functies niet verenigbaar zijn met zitting in het Netwerk de Pijp;
b. uit hoeveel afgevaardigden en natuurlijke personen het Netwerk de Pijp maximaal kan bestaan, waarbij onderscheid kan worden gemaakt ten aanzien van afgevaardigden van deelnemers uit verschillende wijken;
c. de termijn waarvoor een afgevaardigde of natuurlijk persoon wordt aangewezen.
4. Een afgevaardigde of natuurlijk persoon defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn opzegging (bedanken);
c. indien en zodra sprake is van een onverenigbare functie als bedoeld in _
lid 3 sub a. van dit artikel.
Een afgevaardigde defungeert voorts indien en zodra hij niet langer voldoet _
aan het bepaalde in lid 3 sub b. onder i. van dit artikel of door ontslag van zijn hoedanigheid als afgevaardigde door het bestuur van de deelnemer door wie de betreffende afgevaardigde is aangewezen.
5. Het Netwerk de Pijp heeft de bevoegdheden als vermeld in:
a. artikel 5 lid 2 sub c. (voordracht bestuurders);
b. artikel 14 lid 7 (goedkeuringsbevoegdheid rondom vaststelling van het _
jaarlijks werkplan en de daaraan gekoppelde begroting);
c. artikel 15 lid 3 (goedkeuring wijziging artikelen die verbandhouden met _
de taken en bevoegdheden van het Netwerk de Pijp).
6. Daarnaast kan het Netwerk de Pijp zowel gevraagd als ongevraagd advies _
uitbrengen aan het bestuur over onderwerpen die verband houden met de doelstelling van de stichting. Het bestuur neemt de inhoud van deze adviezen mee in zijn afwegingen indien en voor zover de adviezen leiden tot besluitvorming binnen het bestuur.
Het bestuur kan een advies van het Netwerk de Pijp naast zich neer leggen. Het bestuur stelt het Netwerk de Pijp hieromtrent schriftelijk en met redenen omkleed in kennis.
7. Indien en voor zover er binnen het Netwerk de Pijp besluitvorming
plaatsvindt, geschiedt dit met een gewone meerderheid van stemmen.
Hierbij geldt dat, indien van een deelnemer meerdere afgevaardigden zitting hebben in het Netwerk de Pijp, er per deelnemer één stem uitgebracht kan _
worden.
8. Het bestuur zorgt ervoor dat het Netwerk de Pijp ten minste viermaal per
jaar vergadert in aanwezigheid van het bestuur en verder zo vaak als het bestuur of het Netwerk de Pijp dat wenselijk acht.
9. Nadere bepalingen omtrent de werkwijze van het Netwerk de Pijp worden vastgelegd in het reglement Netwerk de Pijp.
DEELNEMER VAN HET NETWERK DE PIJP
Artikel 11.
1. Het bestuur kan rechtspersonen, organisaties zonder rechtspersoonlijkheid _
en natuurlijke personen die wonen en/of werken in een van de wijken erkennen als deelnemer van het Netwerk de Pijp.
2. Zowel aanmelding als erkenning door het bestuur geschiedt schriftelijk. Een rechtspersoon, organisatie zonder rechtspersoonlijkheid of natuurlijk persoon kan ook worden uitgenodigd door het bestuur om zich aan te melden als deelnemer.
3. Na erkenning kan met de deelnemer een deelnemersovereenkomst worden gesloten.
COMMISSIES EN WERKGROEPEN
Artikel 12.
1. Het bestuur kan één of meerdere commissies en/of werkgroepen instellen en opheffen.
2. Het bestuur stelt de taak en de bevoegdheden van de commissies vast.
3. De leden van een commissie worden benoemd en ontslagen door het bestuur.
REGLEMENTEN
Artikel 13.
1. Het bestuur is bevoegd één of meer reglementen vast te stellen, waarin die _
onderwerpen worden geregeld, waarvan nadere regeling wenselijk wordt geacht.
2. Het bestuur stelt tenminste de volgende reglementen vast:
a. een klokkenluidersregeling die voorziet in de wijze waarop interne misstanden veilig intern kunnen worden gemeld;
b. een klachtenprocedure die voorziet in een procedure voor de wijze waarop met klachten van een ieder die in een bepaalde aangelegenheid contact heeft (gehad) met een medewerker van de stichting, wordt omgegaan;
c. een reglement Netwerk de Pijp als bedoeld in artikel 10 lid 9.
3. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
4. Het bestuur is te allen tijde bevoegd een reglement te wijzigen of in te trekken.
BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN. BESTUURSVERSLAG
Artikel 14.
1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van _
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie _
te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het
boekjaar de balans en de staat van baten en lasten met bijbehorende toelichting van de stichting te maken en op papier te stellen.
4. Het bestuur stelt tevens een bestuursverslag op. In het bestuursverslag wordt gerapporteerd in hoeverre de stichting voldoet aan de principes en
aanbevelingen zoals vermeld in de Code en voorzover dat niet het geval is _
worden de redenen daarvoor toegelicht overeenkomstig het zogenaamde "pas toe én leg uit" respectievelijk "pas toe of leg uit" principe zoals dit op de Code van toepassing is.
5. Het bestuur kan, alvorens tot vaststelling van de hiervoor in lid 3 van dit
artikel bedoelde stukken over te gaan, deze doen onderzoeken door een door het bestuur aan te wijzen deskundige. Deze brengt alsdan omtrent zijn_
onderzoek verslag uit.
6. De balans en de staat van baten en lasten, met bijbehorende toelichting, worden door het bestuur vastgesteld. Deze stukken dienen te worden
ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of _
meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. De in dit lid omschreven documenten worden na vaststelling ter informatie toegezonden aan de deelnemers.
7. Het bestuur stelt voor het einde van het boekjaar een begroting en het jaarlijks werkplan voor het volgende boekjaar vast. Het jaarlijks werkplan is _
in overeenstemming met de statutaire doelstelling en geeft onder meer
inzicht in de door de stichting te verrichten werkzaamheden, de wijze van verwerving van fondsen, het beheer van het vermogen en de besteding daarvan. Een besluit tot vaststelling van het jaarlijks werkplan en de daaraan gekoppelde begroting, behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het Netwerk de Pijp.
8. Het bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te_
bewaren.
STATUTENWIJZIGING, FUSIE EN SPLITSING
Artikel 15.
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen en tot fusie en splitsing te _
besluiten. Het besluit daartoe moet worden genomen in een vergadering, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is een vergadering, waarin een dergelijk besluit aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan
twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede _
vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten.
2. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, te worden gevoegd.
De oproepingstermijn bedraagt hier - in afwijking van artikel 7 lid 2 - ten minste veertien dagen.
3. Een besluit tot wijziging van artikel 5 lid 2 sub c. en sub d., artikel 5 lid 3, artikel 5 lid 10, artikel 10, artikel 11, artikel 14 leden 6 en 7, artikel 15 lid 3 en artikel 16 lid 2 behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het
Netwerk de Pijp.
4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd gemelde notariële _
akte te verlijden.
ONTBINDING
Artikel 16.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in het vorige artikel van overeenkomstige toepassing. Een besluit tot ontbinding kan door het bestuur voorts slechts worden genomen nadat ten minste een maand van tevoren het Netwerk de Pijp in de gelegenheid is gesteld haar zienswijze ten aanzien van dit voorgenomen besluit kenbaar te maken.
3. De stichting blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie.
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
4. De bestuurders zijn de vereffenaars van het vermogen van de stichting. Op _
hen blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zo veel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt toegekend aan _
een door het bestuur te bepalen rechtspersoon in de zin van artikel 5b van _
de Algemene wet inzake rijksbelastingen en welke rechtspersoon een soortgelijke doelstelling als die van de stichting kent of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaar onder berusting van een door het bestuur aangewezen rechtspersoon.
SLOTBEPALING
Artikel 17.
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het _
bestuur.
Slot
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen.
De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon _
uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van de akte.
Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en door _
mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 20 oktober 2022