OPRICHTING
2020S1060731HR
OPRICHTING
Stichting Open Future
Xxxxx, drieëntwintig oktober tweeduizend twintig, verscheen voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxxxx, notaris te Amsterdam:
xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, kantooradres 0000 XX Xxxxxxxxx, Xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, xxxxxxx xx Xxxxxxx op veertien oktober negentienhonderd vijfenzeventig, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
1. de xxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxx, met adres Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx, xxxxxxx xx Xxxxxxxx (Xxxxxxxxx) op twee april negentienhonderdvierenzeventig, houder van een Nederlands paspoort met nummer XXX0X00X0, als partner geregistreerd;
2. de xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx, met adres Narbutta 17 m 5, 02-536 Warschau (Polen), geboren te Warschau op vijfentwintig augustus negentienhonderdzevenenzeventig, houder van een Poolse identiteitskaart met nummer XXX000000, gehuwd,
hierna tezamen te noemen: de "oprichters".
Het bestaan van voormelde volmachten blijkt uit twee aan deze akte gehechte onderhandse stukken.
De comparante verklaarde bij deze voor en namens de oprichters een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen.
Begripsbepalingen
Artikel 1
1.1 In de statuten wordt onder "Boek 2" verstaan Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
1.2. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en omgekeerd.
1.3 Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar het mannelijk geslacht een verwijzing naar het vrouwelijk geslacht in en omgekeerd.
1.4 Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, wordt daar waar in deze statuten wordt gesproken van "artikel" of "lid", verwezen naar een artikel of lid van een artikel in deze statuten.
Naam en zetel
Artikel 2
2.1 De Stichting draagt de naam: Stichting Open Future.
2.2 De Stichting is gevestigd te Amsterdam.
Doel
Artikel 3
3.1 De doelstellingen van de Stichting zijn:
- op te treden als denktank over onderwerpen die verband houden met digitale transformatie en toegang tot kennis en cultuur;
- op te treden als een strategische belangenbehartigingorganisatie die de capaciteit van het open movement zal vergroten om invloed uit te oefenen op de digitale beleidsvorming in de Europese Unie;
- projecten te ondernemen en te bevorderen die gericht zijn op het verbeteren van de toegang tot kennis en cultuur en op het vergroten van de strategische belangenbehartigingscapaciteit van het open movement in Europa;
- activiteiten te verrichten en te bevorderen die de Europese integratie ten goede komen; alsmede
al hetgeen hiermee verband houdt of in het belang van deze doelstellingen werkt, hetzij direct of indirect, en in de ruimste zin van het woord.
3.2 De Stichting tracht haar doelstellingen te bereiken door het initiëren, bevorderen, uitvoeren, deelnemen aan en ondersteunen van (in termen van organisatie, materieel en financieel):
- conferenties, educatieve seminars, debatten, trainingen en andere activiteiten op het gebied van economische, juridische, sociale en milieukwesties;
- projecten en campagnes ter bevordering van de toegang tot kennis en cultuur;
- onderzoeks- en ontwikkelingswerk;
- onderhouden van een netwerk van experts, belanghebbenden en anderen die belang hebben bij de bovengenoemde onderwerpen;
- onderwijs en voorlichting;
- publicaties en advisering.
Organisatie
Artikel 4
De organisatie van de Stichting bestaat uit de volgende organen:
a. een Algemeen Bestuur; en
b. een Raad van Toezicht.
Aan de organisatie kunnen één of meer adviesraden en/of commissies worden toegevoegd.
Vermogen
Artikel 5
Het tot verwezenlijking van het doel van de Stichting bestemde vermogen wordt gevormd door:
(a) bijdragen, giften en schenkingen;
(b) subsidies;
(c) hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, met dien verstande dat erfstellingen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard;
(d) op enigerlei andere wijze verworven middelen.
Algemeen Bestuur: samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag, belet en ontstentenis
Artikel 6
6.1 Het Algemeen Bestuur, zijnde het bestuur in de zin der wet, bestaat uit ten minste twee (2) natuurlijke personen.
6.2 Leden van het Algemeen Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht uit een bindende voordracht van het Algemeen Bestuur, die ten minste één kandidaat voor een vacante positie bevat. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen positie bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindend karakter aan de voordracht is ontnomen.
6.3 De Raad van Toezicht kan te allen tijde aan zodanige voordracht het bindend karakter ontnemen bij besluit genomen met een meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen, welke twee derde meer dan vijftig procent (50%) van het aantal in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht vertegenwoordigt.
6.4 Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester aan. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. Het Algemeen Bestuur stelt voorts onderling vast welk bestuurslid met welke taak meer in het bijzonder zal zijn belast. Een zodanige taakverdeling laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden van het Algemeen Bestuur voor het gehele bestuur onverlet.
6.5 Een lid van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. Het betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van Toezicht te
verantwoorden voor zijn handelen. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman. Een besluit tot schorsing kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien de Raad van Toezicht niet binnen vijf (5) maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste vijf (5) maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
6.6 Leden van het Algemeen Bestuur worden voor een termijn van vier (4) jaar benoemd en ze zijn onmiddellijk herbenoembaar voor een volgende termijn van vier (4) jaar. Een derde termijn is slechts mogelijk indien daartoe door de Raad van Toezicht met unanieme stem een besluit wordt genomen en geen ander kandidaat-bestuurslid is voorgedragen.
6.7 Een lid van het Algemeen Bestuur defungeert:
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij failliet wordt verklaard of hem surseance van betaling wordt verleend dan wel, ingeval van natuurlijke personen, indien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem - al dan niet voorlopig
- van toepassing wordt verklaard;
(c) door zijn ondercuratelestelling of onderbewindstelling van zijn vermogen;
(d) door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
(e) doordat hij niet wordt herbenoemd of herbenoeming niet meer mogelijk is;
(f) door zijn ontslag door de Rechtbank;
(g) door een ontslag verleend door de Raad van Toezicht.
Voorts kan nimmer een nauwe familieband of soortgelijke relatie bestaan tussen leden van het Algemeen Bestuur onderling.
6.8 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig Algemeen Bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
Bij ontstentenis of belet van alle leden van het Algemeen Bestuur of van het enige (overgebleven) lid van het Algemeen Bestuur wordt het bestuur waargenomen door de persoon die daartoe door de Raad van Toezicht wordt aangewezen.
Die persoon kan niet zijn een lid van de Raad van Toezicht, tenzij deze persoon onmiddellijk als lid van de Raad van Toezicht aftreedt.
6.9 De Raad van Toezicht zal - op basis van een voorstel van het Algemeen Bestuur - de beloning van de leden van het Algemeen Bestuur vaststellen.
De leden van het Algemeen Bestuur hebben voorts recht op vergoeding van alle door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. De beloningen alsmede vergoedingen worden in de jaarrekening zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
6.10 Ten behoeve van een goed functionerend bestuur zullen de leden van het Algemeen Bestuur periodiek worden beoordeeld door de Raad van Toezicht. De wijze waarop dergelijke beoordelingen plaatsvinden kunnen nader in een reglement worden vastgelegd.
Algemeen Bestuur: taak en bevoegdheden
Artikel 7
7.1 Het Algemeen Bestuur is belast met het besturen van de Stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht.
7.2 Het Algemeen Bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
Het Algemeen Bestuur is voorts bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
7.3 Het Algemeen Bestuur behoeft voorts de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht voor:
a. het vaststellen van de begroting;
b. het vaststellen en ingrijpend wijzigen van het (meerjaren)beleidsplan;
c. het doen van investeringen en aangaan van verplichtingen boven een in het bestuursreglement nader vast te stellen bedrag;
d. het aangaan, wijzigen en verbreken van samenwerking met een andere rechtspersoon of organisatie indien die samenwerking van ingrijpende betekenis is voor de Stichting en/of de eventueel met haar verbonden rechtspersonen en instellingen;
e. het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon, het oprichten van een andere rechtspersoon, alsmede de vaststelling en wijziging van diens statuten;
f. het aangaan van financieringen en het verstrekken van zekerheid, al dan niet ten behoeve van een derde;
g. het vaststellen en wijzigen van het bestuursreglement;
h. het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de Stichting;
i. het aangaan van een juridische fusie of juridische splitsing;
j. het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van het Algemeen Bestuur en/of leden van de Raad van Toezicht spelen die van materiële betekenis zijn voor de Stichting en/of voor de leden van het Algemeen Bestuur en/of de leden van de Raad van Toezicht;
k. het namens de Stichting uitoefenen van een bevoegdheid tot benoeming, schorsing en ontslag van een bestuurder van een andere rechtspersoon en het uitoefenen van stemrecht op door de Stichting gehouden aandelen in het kapitaal van vennootschappen;
l. het beëindigen van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek of het verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen dat als zelfstandigen of als samenwerkingsverband werkzaam is voor de Stichting;
m. het ingrijpend wijzigen van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de Stichting;
n. het aanvragen van faillissement en van surseance van betaling van de Stichting.
7.4 Op het ontbreken van de in lid 7.3 bedoelde goedkeuring van de Raad van Toezicht kan jegens derden geen beroep worden gedaan.
7.5 De Raad van Toezicht kan besluiten dat voor een rechtshandeling als hiervoor bedoeld in lid 7.3, die is voorzien in de begroting van de stichting, goedkeuring door de Raad van Toezicht niet is vereist.
7.6 De Raad van Toezicht is bevoegd ook andere besluiten dan in lid 7.3 van dit artikel genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Die andere besluiten dienen duidelijk omschreven te worden en schriftelijk aan het Algemeen Bestuur te worden meegedeeld.
Algemeen Bestuur: werkwijze
Artikel 8
8.1 Het Algemeen Bestuur vergadert ten minste eenmaal per jaar waarin de bestuursleden in persoon aanwezig dienen te zijn, terwijl andere vergaderingen telefonisch of via het internet kunnen worden gehouden. In de vergaderingen van het Algemeen Bestuur heeft ieder bestuurslid één stem.
Voor het nemen van besluiten is vereist dat meer dan de helft van het aantal bestuursleden in persoon ter vergadering aanwezig is.
Voor zover in deze statuten geen anders gekwalificeerde meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het Algemeen Bestuur genomen met een volstrekte meerderheid van de geldig ter vergadering uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
8.2 Het Algemeen Bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de voorgeschreven meerderheid van het aantal bestuursleden zich vóór het voorstel heeft verklaard.
Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
8.3 Ieder lid van het Algemeen Bestuur is gelijkelijk bevoegd een vergadering van het Algemeen Bestuur bijeen te roepen.
8.4 De bijeenroeping van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste acht (8) dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig (24) uur.
De vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur in Amsterdam, of in een andere door de voorzitter te bepalen plaats in de Europese Unie. Bij elke vergadering zal de voorzitter met het vaststellen van de locatie buiten Nederland ermee rekening houden dat de reisafstand voor alle leden van het Algemeen Bestuur redelijk en acceptabel is.
Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit artikel bepaalde, kan het Algemeen Bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuursleden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
8.5 De voorzitter leidt de vergaderingen van het Algemeen Bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
8.6 De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuursleden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
8.7 Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
8.8 Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon.
De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering.
8.9 Een lid van het Algemeen Bestuur zal niet deelnemen aan enige beraadslaging of besluitvorming indien hij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat
conflicteert met het belang van de Stichting. Indien, als gevolg daarvan, geen besluit door het Algemeen Bestuur kan worden genomen, zal het besluit worden genomen door de Raad van Toezicht.
Vertegenwoordiging
Artikel 9
9.1 Het Algemeen Bestuur vertegenwoordigt de Stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
9.2 Voorts komt de bevoegdheid tot vertegenwoordiging toe aan twee leden van het Algemeen Bestuur gezamenlijk.
9.3 Het Algemeen Bestuur is bevoegd, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid, vertegenwoordigingsbevoegdheid toe te kennen aan één of meer van haar leden of aan andere personen en, door verlening van volmacht, zodanige titulatuur en bevoegdheden toe te kennen als door het Algemeen Bestuur te bepalen.
Schadeloosstelling
Artikel 10
Ieder lid van het Algemeen Bestuur zal zoveel als dat mogelijk is onder de toepasselijke wetgeving door de Stichting schadeloos worden gesteld voor enigerlei claims, kosten, uitgaven en/of verliezen, mits die persoon eerlijk en te goeder trouw heeft gehandeld, uitgezonderd gevallen waarbij dergelijke claims, kosten, uitgaven en/of verliezen het gevolg zijn van grove nalatigheid of opzettelijk in gebreke blijven van het desbetreffende lid van het Algemeen Bestuur.
Raad van Toezicht: samenstelling en benoeming
Artikel 11
11.1 De Stichting heeft een Raad van Toezicht, bestaande uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal van ten minste drie natuurlijke personen.
De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de instelling en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
11.2 De leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht benoemd uit een niet-bindende voordracht van het Algemeen Bestuur.
Indien de Raad van Toezicht het Algemeen Bestuur heeft geïnformeerd dat het niet tot benoeming van de voorgedragen persoon zal overgaan kan het Algemeen Bestuur binnen twee maanden nadat de eerste voorgedragen persoon niet is benoemd, een tweede niet-bindende voordracht doen. Ingeval het Algemeen Bestuur niet tijdig een tweede voordracht doet, is de Raad van Toezicht bevoegd een nieuw lid te benoemen zonder dat verdere voordrachten mogelijk zijn.
11.3 De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter. Onverminderd de
collectieve verantwoordelijkheid kan de Raad van Toezicht besluiten tot een onderlinge verdeling van taken en bevoegdheden.
11.4 Een lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd voor een periode van vier (4) jaar en treedt volgens een door de Raad van Toezicht op te stellen rooster af. Een volgens dit lid aftredend lid van de Raad van Toezicht is eenmaal voor een periode van nog eens vier (4) jaar herbenoembaar. Een in een tussentijdse vacature benoemd lid van de Raad van Toezicht neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
11.5 In geval van vacatures behoudt de Raad van Toezicht zijn bevoegdheden onverminderd de verplichting om onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental te nemen en mits ten minste drie leden in functie zijn.
11.6 Tenzij de Raad van Toezicht tot het oordeel zou komen dat een redelijke beloning voor zijn leden passend zou zijn, ontvangen deze geen beloning voor de door hen ten behoeve van de Stichting te verrichten uitvoerende werkzaamheden.
Door hen in de uitoefening van hun toezichthoudende functie gemaakte kosten worden door de Stichting vergoed.
Raad van Toezicht: schorsing, ontslag, defungeren, belet en ontstentenis Artikel 12
12.1 De leden van de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. Een lid van de Raad van Toezicht kan worden geschorst en ontslagen wegens onder meer:
a. verwaarlozing van zijn taak of onvoldoende functioneren;
b. onverenigbaarheid van functies of belangen;
c. wijziging van de omstandigheden of andere redenen waarvan de Raad van Toezicht het in het belang van de Stichting oordeelt dat zijn handhaving als lid van de Raad van Toezicht redelijkerwijs niet van de Stichting kan worden verlangd.
12.2 Indien een lid van de Raad van Toezicht is geschorst, dient de Raad van Toezicht binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten tot ontslag van het betreffende lid van de Raad van Toezicht dan wel tot opheffing of handhaving van de schorsing. Bij gebreke van een besluit als bedoeld in de vorige zin, vervalt de schorsing.
Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag waarop de Raad van Toezicht het besluit tot handhaving heeft genomen.
12.3 Het lid van de Raad van Toezicht ten aanzien van wie wordt beraadslaagd over
ontslag, schorsing en/of handhaving daarvan wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering van de Raad van Toezicht waarin zijn ontslag, schorsing en/of handhaving daarvan aan de orde komt te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
12.4 Een lid van de Raad van Toezicht defungeert:
a. door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
b. door het verlies van het vrije beheer of de vrije beschikking over zijn vermogen;
c. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming;
d. door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht;
e. door ontslag door de rechtbank;
f. door zijn overlijden.
12.5 Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van de Raad van Toezicht nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid, de volledige taken van de Raad van Toezicht waar. Een niet voltallige Raad van Toezicht blijft volledig bevoegd.
Bij ontstentenis van alle leden van de Raad van Toezicht zal door de President van de Rechtbank van het arrondissement waarin de Stichting is gevestigd, op verzoek van hetzij een afgetreden lid van de Raad van Toezicht, hetzij het Algemeen Bestuur, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde, een nieuwe Raad van Toezicht worden benoemd.
Raad van Toezicht: taken en bevoegdheden Artikel 13
13.1 De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Algemeen Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de Stichting. De Raad van Toezicht staat het Algemeen Bestuur met gevraagd en ongevraagd advies terzijde. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de Stichting en houdt hij rekening met de met de Stichting betrokken belanghebbenden.
13.2 Met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming van privacy en persoonsgegevens, na overleg met het Algemeen Bestuur en na een bepaaldelijk daartoe genomen besluit, heeft de Raad van Toezicht of één of meer door de Raad van Toezicht gemachtigde leden, toegang tot alle lokaliteiten van de Stichting en het recht om te allen tijde inzage te krijgen in alle bescheiden en boeken van de Stichting.
13.3 De leden van de Raad van Toezicht kunnen zich, voor rekening van de Stichting,
na overleg met het Algemeen Bestuur, doen bijstaan door de accountant van de Stichting dan wel een door de Raad van Toezicht aan te wijzen deskundige aan wie inzage in de volledige administratie dient te worden verleend.
13.4 De leden van de Raad van Toezicht kunnen het Algemeen Bestuur aanwijzingen geven omtrent de soort te verschaffen informatie, alsmede omtrent de wijze en frequentie van de informatieverstrekking door het Algemeen Bestuur.
13.5 De Raad van Toezicht evalueert jaarlijks haar eigen functioneren zonder het Algemeen Bestuur. De Raad van Toezicht voert ten minste jaarlijks met het Algemeen Bestuur een evaluatiegesprek over het wederzijds functioneren van beide organen op zich en in relatie tot elkaar.
Raad van Toezicht: vergadering en werkwijze Artikel 14
14.1 In de vergaderingen van de Raad van Toezicht heeft ieder lid van de Raad van Toezicht één stem. De Raad van Toezicht besluit bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij deze statuten anders bepalen.
14.2 Indien de stemmen staken ten aanzien van een voorstel, kan het voorstel op de agenda worden geplaatst voor de volgende vergadering van de Raad van Toezicht. Indien in deze volgende vergadering de stemmen opnieuw staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
14.3 Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen, indien alle leden van de Raad van Toezicht met inachtneming van het hierna bepaalde zijn opgeroepen en meer dan de helft van het aantal leden van de Raad van Toezicht ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle leden van de Raad van Toezicht aanwezig zijn, alles onverminderd het bepaalde in lid 14.7.
14.4 Een lid van de Raad van Toezicht kan zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigd ander lid van de Raad van Toezicht doen vertegenwoordigen.
14.5 De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden voorgezeten door de voorzitter, of, zo deze afwezig is, door een door de Raad van Toezicht uit zijn midden aangewezen persoon. De voorzitter van de vergadering wijst een notulist aan voor de betreffende vergadering.
14.6 Vergaderingen van de Raad van Toezicht worden ten minste drie maal per jaar gehouden en voorts zo dikwijls de voorzitter of twee van zijn leden dat verlangen. De bijeenroeping geschiedt schriftelijk aan ieder lid van de Raad van Toezicht. Zij vermeldt plaats en tijdstip van de vergadering en de in de vergadering te behandelen onderwerpen.
De termijn van oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. In spoedeisende gevallen
- zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter - kan de termijn van oproeping worden verkort.
14.7 De Raad van Toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk geschiedt en alle leden van de Raad van Toezicht zich ten gunste van het betreffende voorstel uitspreken. Een dergelijk besluit wordt aangetekend in het notulenregister van de Raad van Toezicht.
14.8 Alle leden van het Algemeen Bestuur zijn, indien zij daartoe worden uitgenodigd, verplicht de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij te wonen en aldaar alle door de Raad van Toezicht verlangde inlichtingen te verstrekken.
14.9 De Raad van Toezicht kan zijn nadere werkwijze en besluitvorming en al wat zijn functioneren betreft nader vastleggen in het reglement van de Raad van Toezicht.
Boekjaar. Jaarrekening. Accountant
Artikel 15
15.1 Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar en loopt aldus van één januari tot en met eenendertig december.
15.2 Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar van de Stichting, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf (5) maanden door het Algemeen Bestuur op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het Algemeen Bestuur een jaarrekening en een jaarverslag op over dat boekjaar. Bij deze stukken worden de in artikel 392 lid 1 van Boek 2 bedoelde gegevens gevoegd.
15.3 De jaarrekening wordt ondertekend door ieder lid van het Algemeen Bestuur en van de Raad van Toezicht. Indien de ondertekening van één of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
15.4 Het Algemeen Bestuur zorgt dat de opgemaakte jaarrekening en, indien vereist, het jaarverslag en de krachtens bedoeld artikel 392 van Boek 2 toegevoegde gegevens zo spoedig mogelijk, doch niet later dan met ingang van de datum van oproeping tot de vergadering van het Algemeen Bestuur, bestemd tot hun behandeling, op het kantoor van de Stichting aanwezig zijn. Leden van het Algemeen Bestuur en van de Raad van Toezicht kunnen die stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
15.5 Het Algemeen Bestuur kan aan een registeraccountant of andere deskundige, als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 - beiden hierna aan te duiden als de "Deskundige" - dan wel een organisatie waarin zodanige Deskundigen samenwerken, de opdracht tot onderzoek van de opgemaakte jaarrekening
verlenen. Het Algemeen Bestuur kan de opdracht, als hiervoor in dit lid bedoeld, te allen tijde intrekken en deze aan een andere Deskundige verlenen.
15.6 De Deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Algemeen Bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
15.7 Voor zover de wet dat toelaat hoeft aan de opdracht als hiervoor bedoeld geen uitvoering te worden gegeven dan wel kan de opdracht aan een andere persoon dan de in lid 5 bedoelde Deskundige worden verleend.
15.8 Vaststelling van de jaarrekening geschiedt door de Raad van Toezicht. De vaststelling strekt niet tot decharge van de leden van het Algemeen Bestuur voor het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur.
De Raad van Toezicht kan afzonderlijk besluiten om decharge te verlenen aan leden van het Algemeen Bestuur voor het door hen gevoerde bestuur, onvermin- derd het bepaalde in artikel 300a juncto artikel 139 van Boek 2 (aansprakelijkheid voor het geven van een misleidende voorstelling van de toestand van de Stichting).
15.9 Het Algemeen Bestuur is verplicht de in dit artikel omschreven bescheiden ten minste zeven (7) jaar te bewaren.
Statutenwijziging
Artikel 16
16.1 De Raad van Toezicht is bevoegd de statuten te wijzigen.
16.2 Het besluit van de Raad van Toezicht tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde (2/3) van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden aanwezig zijn.
Zijn niet alle leden ter vergadering, waarin een wijziging van de statuten aan de orde is, aanwezig, dan dient een nieuwe vergadering te worden bijeengeroepen te houden niet eerder dan twee (2) weken na de eerste vergadering. In de nieuwe vergadering kan een besluit worden genomen met een meerderheid van ten miste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen ongeacht het aantal aanwezige leden.
16.3 Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee (2) weken.
16.4 Een statutenwijziging komt bij notariële akte tot stand. Ieder lid van het Algemeen Bestuur is bevoegd de akte van statutenwijziging te (doen) verlijden.
16.5 Een afschrift van de akte waaruit van de wijziging blijkt zal worden ingeschreven
in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Ontbinding en vereffening
Artikel 17
17.1 De Raad van Toezicht is bevoegd de Stichting te ontbinden.
17.2 Op het besluit van de Raad van Toezicht tot ontbinding is het bepaalde in de leden
16.2 en 16.3 van overeenkomstige toepassing.
17.3 Tenzij de Raad van Toezicht anders besluit, zijn alle leden van het Algemeen Bestuur met de vereffening belast.
17.4 De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het in lid 16.5 bedoelde register.
17.5 Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting wordt uitgekeerd aan een of meer door de Raad van Toezicht aan te wijzen organisaties met een soortgelijke doelstelling.
17.6 Na de ontbinding blijft de Stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de Stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
17.7 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in lid 16.5 vermelde register.
Reglementen
Artikel 18
18.1 Het Algemeen Bestuur heeft de bevoegdheid om, na goedkeuring van de Raad van Toezicht, een of meer reglementen vast te stellen, te wijzigen of in te trekken.
18.2 Op het besluit van het Algemeen Bestuur is de in lid 16.2 bedoelde besluitvorming van overeenkomstige toepassing op het vaststellen, wijzigen en intrekken van een reglement.
18.3 De inhoud van een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of deze statuten. SLOTBEPALINGEN
De comparante verklaarde ten slotte:
A. het eerste boekjaar van de stichting begint vandaag en loopt tot en met eenendertig december tweeduizend eenentwintig (31-12-2021);
B. het kantooradres van de Stichting is: Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx;
C. eerste leden van het Algemeen Bestuur zijn:
1. de oprichter sub 1, de xxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxx, als voorzitter;
2. de oprichter sub 2, de xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx, als secretaris- penningmeester;
eerste leden van de Raad van Toezicht zijn:
1. xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxx, geboren te Guatemala City op één januari negentienhonderdeenentachtig;
2. de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx, geboren te Darmstadt (Duitsland) op achtentwintig januari negentienhonderdvijfenzeventig;
3. xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx xxx xxx Xxxx, geboren te Utrecht op vijftien juni negentienhonderdzesenzestig.
Slot akte
De comparante is mij, notaris, bekend.
Deze akte is verleden te Amsterdam op de datum in het hoofd vermeld.
Na zakelijke opgave van en toelichting op de inhoud van deze akte aan de comparante heeft zij verklaard van de inhoud daarvan te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
De comparante heeft met mij, notaris, deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing ondertekend.