Heden, elf oktober tweeduizend eenentwintig (2021),
Heden, elf oktober tweeduizend eenentwintig (2021),
ten verzoeke van:
I. De Stichting Vredesbeweging PAX Nederland, gevestigd en kantoorho udende te Utrecht;
II. De Stichting Campagne tegen Wapenhandel, tevens handelende onder de naam ‘Stop Wapenhandel’, gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam;
III. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), gevestigd en kantoorhoudende te Leiden;
xxxxx te dezer zake domicilie kiezende te Amsterdam ten kantore van het PILP-NJCM, waar werkzaam is hun xxxxxxxx xx. X. Xxxxx, en voor wie bij deze als procesadvocaat wordt gesteld mr. L.M. Ravestijn (advocaat te Amsterdam aan de Buitenveldertselaan 106, 1081 AB), die als zodanig zal optreden.
Heb ik,
IN KORT GEDING GEDAGVAARD
De publiekrechtelijke rechtspersoon DE STAAT DER NEDERLANDEN (DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN), op de voet van artikel 48 Rv mijn exploot doende aan het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag aan de Korte Voorhout 8 (2511 CB), en afschrift dezes, alsmede van na te noemen producties, latende aan:
OM
Op negen november tweeduizend eenentwintig (2021) om 12.00 uur in de (voor)middag, in persoon of bij gemachtigde te verschijnen op de mondelinge behandeling welke zal worden gehouden ter zitting van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, afdeling privaatrecht, zitting houdende in het Paleis van Justitie aan de Xxxxx Xxxxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxx Xxxx.
ONDER AANZEGGING DAT
a. indien gedaagde niet in persoon en evenmin vertegenwoordigd door een advocaat op de terechtzitting verschijnt en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de rechter verstek tegen gedaagde zal verlenen en de hierna omschreven vordering zal toewijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
b. bij verschijning in het geding van gedaagde een griffierecht zal worden geheven, te voldoen binnen vier weken te rekenen vanaf het tijdstip van verschijning;
d. van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht voor onvermogende wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:
1e een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, dan wel
2e een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet;
e. eventuele nadere producties waarop xxxxx een beroep wenst te doen worden ter zitting in het geding gebracht en worden voordien (in afschrift) aan de Voorzieningenrechter en de wederpartij gezonden.
TENEINDE
Alsdan namens eisers te horen eis doen op de volgende gronden:
Inleiding
1. Xxxxxx (hierna ook gezamenlijk: “PAX c.s.”) zijn twee stichtingen (PAX en Stop Wapenhandel) en een vereniging (NJCM). De Statuten van eisers worden ter zitting in het geding gebracht, en voordien in afschrift aan Voorzieningenrechter en wederpartij toegezonden.
2. PAX is de grootste vredesorganisatie van Nederland. Eén van de programma’s van PAX ziet op wapenhandel. Wapenhandel kan volgens XXX namelijk bestaande conflicten aanjagen en leiden tot serieuze mensenrechtenschendingen door repressieve regimes en gewapende groepen. XXX zet zich daarom in voor striktere en effectievere Nederlandse en internationale wapenexportcontroles. 1 Ook zet XXX zich middels campagnes, lobby en publicaties in tegen wapenexport naar Egypte.2
3. Stop Wapenhandel3 is een onafhankelijke organisatie die zich inzet tegen internationale wapenhandel en wapenproductie en met name het Nederlandse aandeel daarin. Stop Wapenhandel doet onderzoek naar Nederlandse en Europese wapenexport en wapenproductie en publiceert hier rapporten over.4 Stop Wapenhandel zet zich ook middels campagnes, lobby en publicaties in tegen wapenexport naar Egypte.5
4. Het NJCM komt onder andere op voor het ontwikkelen, versterken en beschermen van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens op nationaal en internationaal niveau en in het bijzonder de verplichting van de overheid om de fundamentele rechten en
1 PAX, Wapenhandel, xxxxx://xxxxxxxxxxxx.xx/xxx-xxx-xxxx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx
2 PAX, ‘PAX in actie tegen wapenexportvergunning Egypte’, 6 juli 2016, xxxxx://xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxx/xxx-xx-xxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx 3 Stop Wapenhandel, xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/
4 Stop Wapenhandel, Wapenexport- en doorvoer, xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxxxxxxx-xx- doorvoer/
5 Stop Wapenhandel, ‘Grote Nederlandse wapendeal met Egypte, Backgrounder’, 26 augustus 2020, xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/XxxxxxXxxxxxxxxxxx/
vrijheden te erkennen en in haar handelen en nalaten te eerbiedigen. Het PILP-NJCM is het onderdeel van het NJCM dat ziet op strategische procedures.6 Het NJCM heeft zich middels lobby, publicaties en procedures ingezet rond wapenexportvergunningen richting Egypte.7
5. Alle eisers treden op grond van artikel 3:305a BW in deze procedure op, zowel vanuit het algemeen belang (het belang van de naleving van internationaal recht, waaronder de mensenrechten en het internationaal humanitair recht door de Staat) als vanuit het meer specifieke/collectief belang, zijnde het gebundelde belang van allen die slachtoffer zijn of kunnen worden van wapenhandel in strijd met het (inter)nationaal recht. Dit zijn onder andere inwoners van Egypte en de regio en (toekomstige) slachtoffers van de inzet van militair geweld door de Egyptische krijgsmacht.
6. De Staat der Nederlanden (hierna: “de Minister”) wordt in deze zaak aangesproken in zijn hoedanigheid van ‘vergunningverlener’.
7. PAX c.s. hebben getracht het gevorderde middels overleg met de Minister te bereiken. Op 14 juni 2021 is namens PAX c.s. een brief aan de Minister gestuurd met het verzoek om, kortgezegd, verleende vergunningen voor wapenexport naar Egypte niet te verlengen en geen nieuwe vergunningen af te geven (Productie 1). Naar aanleiding van die brief heeft op 20 juli 2021 tussen PAX c.s. en vertegenwoordigers van de Minister een overleg plaatsgevonden.
8. Namens de Minister is in dat overleg aangegeven niet te zullen voldoen aan het verzoek van PAX c.s.8 Op 30 september 2021 is door PAX c.s. nog een tweede bericht verzonden aan de Minister. Ook hieraan is de Minister niet tegemoet gekomen. Vervolgens is er verder gecorrespondeerd per e-mail en is hier op 7 oktober namens PAX c.s. ten overvloede nog eenmaal om verzocht (Productie 2).
9. Wapenexport die plaatsvindt in strijd met de mensenrechten en het (inter)nationaal recht raakt de algemene belangen van de vrede en de veiligheid. Alle Nederlanders
6 PILP-NJCM, xxxxx://xxxxxxxx.xx/
7 NJCM, ‘Rechtszaak om wapenlevering aan Egypte’, 12 augustus 2016, xxxxx://xxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxxx-xx- wapenlevering-aan-egypte/
8 Zie voor het standpunt van de Minister hieronder bij ‘standpunt verweerder’, alinea 65 e.v.
hebben er baat bij dat de Nederlandse Staat ervoor zorg draagt dat de wereld niet onveiliger en gewelddadiger wordt. Alle Nederlanders hebben er ook baat bij dat de geldende mensenrechten en (inter)nationale regels zorgvuldig en juist nageleefd worden door de Minister.
10. Daarnaast hebben de slachtoffers van de regimes, aan wie in strijd met de mensenrechten en de (inter)nationale regels vanuit Nederland militair materieel geleverd wordt, belang bij de vorderingen. Zij kunnen niet zelf voor dit belang opkomen omdat nog niet bekend is wie de slachtoffers zullen zijn van de onrechtmatig geleverde goederen.
11. PAX c.s. wenden zich tot de civiele rechter omdat een onrechtmatige daad door de Staat dreigt voort te duren althans plaats te vinden en dit met spoed dient te worden tegengegaan c.q. voorkomen. Daarnaast staat vast dat de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam met de uitspraak van 17 oktober 2017 heeft geoordeeld dat de bestuursrechtelijke weg voor PAX c.s. niet openstaat voor het aanvechten van wapenexportvergunningen, en dat de civiele weg de enige vorm van effectieve rechtsbescherming is.9
12. Deze dagvaarding is, zoals vereist in artikel 1018c lid 1 BW, gelijktijdig met indiening bij de griffie ingeschreven bij het Centraal Register voor collectieve vorderingen. 10
13. PAX c.s. hebben met bovenstaande stappen en uitleg voldaan aan de vereisten die artikel 3:305a BW en de Wet afwikkeling massaschade in collectieve acties (WAMCA) aan hen stelt.
14. Onderwerp van onderhavig geschil is/zijn de door de Minister verleende en nog te verlenen vergunning(en) voor de uitvoer van militaire goederen/technologie naar Egypte. Meer concreet betreft dit het volgende: in juli 2020 heeft de Minister een vergunning afgegeven aan een Nederlands bedrijf (vermoedelijk Thales Nederland)
9 Gerechtshof Amsterdam, 17 oktober 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4582, xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx?xxxXXXX:XX:XXXXX:0000:0000 10 Xxxxxxxxxxx.xx, Centraal Register voor collectieve vorderingen,
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/Xxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx#0000xxxx-xx00-00xx- a04a-51f12c6578edac223763-bdcc-4d9f-b33f-432ba8af51151
voor uitvoer van radar- en andere apparatuur en bijhorende diensten naar Egypte. Dit blijkt uit een Kamerbrief van de toenmalig Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken van 10 juli 2020. 11
15. PAX c.s. begrijpen dat deze exportvergunning naar alle waarschijnlijkheid betrekking heeft op levering van apparatuur (door Thales Nederland) voor in Duitsland te bouwen fregatten voor de Egyptische marine. Indien deze aanname juist is, betreft het hier de eerste van mogelijk zes vergelijkbare orders.12 In de periode tussen juli 2020 en juli 2021 zijn nog enkele andere vergunningen afgegeven voor uitvoer naar Egypte. Deze vormen integraal onderdeel van dit geschil.
16. De grondslag van (een) dergelijke vergunning(en) is de Algemene Douanewet (ADW) en het daarvan afgeleide exportcontrole-instrumentarium.
17. Er dient volgens de ADW 13 toetsing plaats te vinden aan de hand van de acht criteria genoemd in artikel 2 van het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie met voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie 14 (hierna: “het Gemeenschappelijk Standpunt”), alsmede aan het daarin geïncorporeerde Wapenhandelsverdrag (ATT).15 De voor deze zaak meest relevante criteria uit het Gemeenschappelijk Standpunt worden hier kort genoemd.
18. Criterium 2a stelt dat vergunningen worden geweigerd wanneer er een duidelijk risico bestaat dat uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt [kunnen] worden voor binnenlandse onderdrukking. Ditzelfde principe geldt volgens artikel 7 lid 1, aanhef en sub b.ii. juncto artikel 7 lid 3 van het Wapenhandelsverdrag.
11 Brief van de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken, 10 juli 2020, Kamerstuk 22 054, nr. 328.
12 Xxxxxxxxxxxxx.xx, ‘Thales levert radars voor Egyptische MEKO-fregatten’, 16 juli 2020, xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/Xxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxx-xxxx-Xxxxxxxxxx-XXXX-xxxxxxxxx-000000.xxxx 13 Algemene Douanewet, Artikel 1:4 en Besluit Strategische Goederen, Artikel 11 lid 1 en 3.
14 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie, zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/1560 van de Raad van 16 september 2019.
15 Wapenhandelsverdrag, New York, Trb. 2013, 143 en Trb. 2014, 45.
Criterium 2c geeft aan dat vergunningen worden geweigerd indien er een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt [kunnen] worden bij het begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht.
Criterium 6 sub b vereist daarnaast dat rekening wordt gehouden met de mate waarin het ontvangende land in het verleden zijn internationale verbintenissen, in het bijzonder wat betreft het niet-gebruiken van geweld, en het internationaal humanitair recht heeft nageleefd.
Hierna zal blijken dat uitvoer van militaire goederen naar Egypte, onder de huidige feitelijke omstandigheden, in strijd is met deze criteria.16
De kern van het geschil in dit kort geding
19. Tussen partijen is in confesso dat Egypte op grote schaal mensenrechten schendt en dat leveringen van militaire goederen aan het Egyptische leger thans niet zouden mogen plaatsvinden. Ook heeft gedaagde in het recente verleden alle wapenleveranties aan Egypte onder een zogenaamde ‘presumption of denial’ (‘geen export, tenzij’) doen vallen. Het huidige standpunt van gedaagde is echter dat bezwaren tegen de uitvoer van militaire goederen naar Egypte niet opgaan, wanneer de marine de ontvangende partij is. Wat partijen dus slechts verdeeld ho udt, is of thans ook de uitvoer van militaire goederen naar de Egyptische marine niet zou mogen plaatsvinden.
20. Het geschil tussen partijen komt er in de kern op neer dat (I) door de Minister een gekunsteld onderscheid wordt gemaakt - en in stand geho uden - tussen het Egyptisch leger (blijkbaar: de landmacht) en de Egyptische marine. Daarmee wordt miskend dat de Egyptische marine integraal onderdeel uitmaakt van het mensenrechten schendende Egyptische regime. De Egyptische marine draagt daarmee ook bij aan binnenlandse onderdrukking, althans maakt die mogelijk, althans faciliteert (mede) de
16 In deze dagvaarding wordt onder “militaire goederen” mede verstaan “militaire technologie”. Ook de term “wapens” verwijst in deze dagvaarding naar hetzelfde. Onder “uitvoer” wordt tevens verstaan de export van militaire goederen of technologie ten behoeve van Egypte via andere landen.
instandhouding van die onderdrukking. Voor militaire goederen die aan dit militaire regime worden geleverd, bestaat het risico dat deze gebruikt kunnen worden voor binnenlandse onderdrukking. Om die reden zou dan ook geen uitvoer van militaire goederen ten behoeve van de Egyptische Staat en/of Egyptische marine mogen plaatsvinden.
21. Echter, ook los van het ten onrechte gemaakte onderscheid tussen deze twee onderdelen van de Egyptische krijgsmacht, staat vast dat (II) de Egyptische marine ook zelfstandig geacht kan worden zich schuldig te hebben gemaakt aan binnenlandse onderdrukking en schendingen van het internationaal humanitair recht, althans daaraan te hebben bijgedragen. Ook om deze reden zou geen uitvoer van militaire goederen ten behoeve van de Egyptische Staat en/of Egyptische marine mogen plaatsvinden.
22. Voorts (III) mogen aan Egypte ook geen militaire goederen worden geleverd, vanwege het gedrag van Egypte jegens de internationale gemeenschap en schendingen van het internationaal (humanitair) recht.
23. PAX c.s. stellen in dit kort geding dat – tenminste – een (zeer) aannemelijk risico bestaat dat de voorgestane levering(en) uit hoofde van de daartoe door de Minister verleende vergunning door Xxxxxx of een andere leverancier aan de Egyptische marine van militaire goederen kunnen bijdragen aan, of zelfs direct gebruikt worden bij binnenlandse onderdrukking, en/of schendingen van fundamentele mensenrechten en/of schendingen van het internationaal (humanitair) recht, en/of anderszins in strijd zouden komen met de verplichtingen van Nederland onder het Gemeenschappelijk Standpunt en het Wapenhandelsverdrag.
24. Dit brengt met zich dat geen wapenexporten zouden moeten plaatsvinden ten behoeve van (welk onderdeel dan ook van) de Egyptische krijgsmacht.
25. Met die wetenschap, althans op grond van de aannemelijkheid van (de juistheid van) de hierboven geformuleerde stelling van PAX c.s., mag geen uitvoering worden gegeven aan reeds toegestane en toekomstige uitvoer van militaire goederen naar dit land.
26. Volgens PAX c.s. spreekt de bewijslastverdeling voor zich: het is aan de Staat/de Minister om aan te tonen dat met de genoemde leveringen van militair materieel uit hoofde van de verleende vergunning(en) géén sprake is/zou zijn van (het risico op) bijdragen aan binnenlandse onderdrukking, en/of schendingen van fundamentele mensenrechten en/of schendingen van het internationaal (humanitair) recht. Althans is het aan de Staat de stellingen van PAX c.s. te ontkrachten.
Ter toelichting bij de kernen van het betoog van PAX c.s.
Egypte schendt de mensenrechten op grote schaal
27. Er is in Egypte evident sprake van ernstige binnenlandse repressie, zoals gedefinieerd in het Gemeenschappelijk Standpunt. Mensenrechtenschendingen zoals executies van gevangenen, 17 hardhandige onderdrukking van protesten, en van vervolging van mensenrechtenverdedigers en journalisten zijn slechts enkele voorbeelden hiervan.18
28. Er worden in Egypte terrorisme-aanklachten misbruikt tegen vreedzame activisten en vage zedelijkheidsaanklachten tegen vrouwelijke journalisten. 19 Sommige vrouwelijke slachtoffers die aangifte kwamen doen van seksueel geweld, werden onderworpen aan groepsverkrachtingen door de autoriteiten.20
29. De Egyptische krijgsmacht speelt een belangrijke rol bij deze onderdrukking van Egyptische burgers.21 Militaire goederen die aan dit regime worden geleverd kunnen aldus
17 Amnesty International, ‘Egypte: verontrustende stijging aantal executies’, 2 december 2020, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxx
18 Tussen 2013, het jaar dat President Xxxxx Xxxxxx xx-Xxxx aan de macht kwam en 2018, verdwenen er volgens Human Rights Watch 1530 burgers die kritisch waren op Al-Sisi, en werden 60.000 mensen om politieke
redenen gearresteerd. Zie onder andere het Parool, ‘Hoe de Egyptische president overal mee weg komt’, 13 december 2020, xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxx/xxx-xx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxx-xxx- komt~bd10a426/
19 Human Rights Watch, World Report 2021, Egypt, xxxxx://xxx.xxx.xxx/xxxxx-xxxxxx/0000/xxxxxxx- chapters/egypt
20 Ibid.
21 Zie, onder andere, dit rapport van de Amerikaanse overheid dat werd gepubliceerd in maart 2021: US Department of State, 2020 Country Reports on Human Rights Practices, Egypt, Summary, p. 1. xxxxx://xxx.xxxxx.xxx%2Fwp-content%2Fuploads%2F2021%2F03%2FEGYPT-2020-HUMAN-RIGHTS- REPORT.pdf&usg=AOvVaw3oAOJeXMSHqLlAh81Sw1IE : “The armed forces report to the minister of defense
gebruikt worden voor binnenlandse repressie.
Nederland erkent de mensenrechtenschendingen
30. Niet alleen mensenrechtenorganisaties en journalisten maken zich zorgen. 22 Ook de Nederlandse overheid is zeer bezorgd over de situatie, waarover zij zowel in internationaal verband als in de Kamer heeft gecommuniceerd. Toenmalig minister Xxxx schreef bijvoorbeeld in 2019 aan de Tweede Kamer: “Fundamentele vrijheden staan in Egypte onder druk.” 23 Meer recent ging toenmalig minister Xxxx op 15 februari 2021 ook in op de situatie in Egypte:
“De afgelopen jaren is de algehele mensenrechtensituatie in Egypte en die in Egyptische gevangenissen verslechterd.”24
and are responsible for external defense, but they also have a mandate to assist police in protecting vital infrastructure during a state of emergency. Military personnel were granted full arrest authority in 2011 but normally only use this authority during states of emergency and “periods of significant turmoil.” The country has been under an almost continuous state of emergency since 2017, when there were terrorist attacks on Coptic churches. Defense forces operate in North Sinai as part of a broadernational counterterrorism operation with general detention authority. The Border Guard Forces, under the Ministry of Defense, are responsible for border control.”
22 Zie bijvoorbeeld Human Rights Watch, World Report 2021, Egypt, xxxxx://xxx.xxx.xxx/xxxxx- report/2021/country-chapters/egypt; Amnesty International, ‘Egypte: verontrustende stijging aantal executies’, 2 december 2020, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxx; Reporters without Borders, Egypt, ‘One of the world’s biggest jailors of journalists’, xxxxx://xxx.xxx/xx/xxxxxxxx/xxxx/000
23 Brief over de actuele situatie in Egypte, minister Xxxx, 4 april 2019, BZDOC-1052268974-39, xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxx-xxxx-xx-xxxxxxx-xxxxxxxx-xx- egypte. In dezelfde brief bespreekt Xxxx de uitblijvende democratische vooruitgang, de fragiele binnenlandse situatie, de zorgelijke nieuwe Grondwet en de doodsvonnissen van begin 2019.
24 Antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Xxx xxx Xxx (PVDA) over het bericht 'Egypte: doden in gevangenissen na marteling en slechte medische zorg', minister Xxxx, 15 februari 2021, BZDOC- 727249465-21, xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxx- over-het-bericht-egypte-doden-in-gevangenissen-na-marteling-en-slechte-medische-zorg
31. Op 12 maart 2021 ondertekenden 31 landen, waaronder Nederland en de VS, een verklaring voor de 46ste zitting van de VN Mensenrechtenraad waarin ze aangaven zich ernstig zorgen te maken over de vele mensenrechtenschendingen die de Egyptische autoriteiten straffeloos plegen. 25
Zwalkend uitvoerbeleid wapenexport naar Egypte
33. Zoals gezegd, erkent ook de Staat dat de mensenrechtensituatie in Egypte ernstig is. Af en aan heeft dit besef ook geleid tot het niet (of alleen onder strikte voorwaarden) - het zogenaamde “verzwaard regime” - verlenen van exportvergunningen voor militaire goederen aan Egypte.
34. Nadat wapenleveranties aan Egypte tot begin 2011 doorgaans niet als bezwaarlijk werden gezien, schortte Nederland zulke exporten in begin 2011 op naar aanleiding van de zogenaamde Arabische lente. In 2012, met Xxxxx als president, werden vergunningen weer (op een case-by-case basis) vrijgegeven vanwege ‘terugkeer naar de democratie’.
35. Na de coup van Xx-Xxxx in juli 2013 gold enige tijd weer een verzwaard regime ten aanzien van wapenexportvergunningen naar Egypte, maar nadat Al-Sisi in de loop van 2014 via frauduleuze verkiezingen officieel president werd, werd de deur voor wapenexporten weer opengezet.
36. Per november 2018 gold ten aanzien van Egypte vervolgens een ‘presumption of denial’ (‘geen export, tenzij’) ten aanzien van de hele Egyptische krijgsmacht (landmacht, luchtmacht en marine). 26 Deze presumption is in juli 2019 weer teruggedraaid. 27
25 Amnesty International, ‘States break silence to condemn Egypt’s abuses at UN rights body’, 12 maart 2021, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xx/xxxxxx/xxxx/0000/00/xxxxxx-xxxxx-xxxxxxx-xx-xxxxxxx-xxxxxx-xxxxxx-xx-xx- rights-body/. De verklaring zelf staat hier: US Mission to International Organizations in Geneva, ‘Joint Statement on Human Rights in Egypt’, 12 maart 2021, xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxxx.xxx/0000/00/00/xxxxx- statement-on-human-rights-in-egypt/
26 Bron: Kamerstuk 22 054, nr. 305.
Beleid op dit moment: alleen wapenleveringen aan de Egyptische marine
37. In een eerdere Kamerbrief over een eerdere vergunning naar Egypte, uit 2015, gaf de minister het volgende aan:
“In Egypte vinden ernstige mensenrechtenschendingen plaats. Er bestaan echter geen indicaties dat de uit te voeren goederen verband ho uden met de geconstateerde mensenrechtenschendingen of interne repressie. Daarnaast is de Egyptische marine niet betrokken bij mensenrechtenschendingen in Egypte.”28
38. Dit is ook het huidige standpunt van de regering. Uit de brief van de ministers aan de Tweede Kamer van 12 juli 2020 29 en de beantwoording van de Kamervragen hierover op 17 augustus 2020 30, is namelijk af te leiden dat de Staat de situatie in Egypte zeer zorgelijk vindt, maar geen problemen ziet ten aanzien van afgifte van vergunningen voor militaire goederen ten behoeve van de Egyptische marine.
I. Het onderscheid landmacht en marine is gekunsteld en onjuist
39. Met dit standpunt maakt de Staat een gekunsteld en onjuist onderscheid. De marine maakt integraal onderdeel uit van het militaire regime. De marine vormt samen met de landmacht en de luchtmacht één geheel, zijnde de Egyptische krijgsmacht. De marine valt rechtstreeks onder de top van Defensie en de ‘Chief of Staff of the armed forces.’31
40. Het Egypte van president Xx-Xxxx is een militaire dictatuur. Onder president Xx-Xxxx heeft de krijgsmacht zijn reeds sterke repressieve invloed verder vergroot, en de voortdurende uitbreiding van de militaire capaciteiten zullen bijdragen aan een nog autoritairder houding van president Al-Sisi en de krijgsmacht in het algemeen. Alle wapens die aan dit regime geleverd worden, versterken de militaire dictatuur en kunnen bijdragen aan binnenlandse onderdrukking.
27 Bron: Kamerstuk 22 054, nr. 312.
28 Kamerstukken, Vergaderjaar 2014-2015, 22 054, nr. 263.
29 Kamerbrief inzake Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Egypte, 12 juli 2020, BZDOC- 2102316022-49.
30 Beantwoording vragen van het lid Xxx Xxxx (GroenLinks) over de verlening van vergunningen voor wapenexport naar landen die een VN-wapenembargo schenden, 17 augustus 2020, BZDOC-1455490294-40. 31 Egyptian Armed Forces, Ministry of Defense, xxxxx://xxx.xxx.xxx.xx/XxxXxxXxxx/Xxxxxxx.xxxx
41. Leveren aan een onderdeel van de Egyptische krijgsmacht mag niet toegestaan worden, terwijl voorshands vaststaat dat de krijgsmacht op grote schaal de eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en een ijzeren grip heeft op het land.
42. Zoals hierna uitgebreider zal worden toegelicht, heeft de Egyptische marine ook een zelfstandige rol in binnenlandse onderdrukking en schending van het internationaal humanitair recht. Maar ook los daarvan kunnen de aan de Egyptische krijgsmacht te leveren militaire goederen worden ingezet voor binnenlandse onderdrukking. Marineschepen zijn een drijvende militaire basis. Op diverse wijze kunnen schepen worden gebruikt ter ondersteuning van de andere onderdelen van de krijgsmacht die een rol spelen bij binnenlandse onderdrukking. Schepen kunnen bijvoorbeeld een rol spelen bij observatie en als commandocentrale. Dat betekent dat er op voorhand een duidelijk risico bestaat dat de door Nederland uit te voeren militaire goederen gebruikt kunnen worden voor binnenlandse onderdrukking.
43. De ratio achter het Gemeenschappelijk Standpunt, het Wapenhandelsverdrag en het Nederlands wapenexportbeleid is dat er geen militair materieel geleverd wordt aan landen die actief de mensenrechten schenden. De Egyptische krijgsmacht is, ook volgens de Nederlandse Staat zelf, actief betrokken bij ernstige mensenrechtenschendingen. Aan deze krijgsmacht, van dit land, zouden geen wapens geleverd mogen worden.
II. Het ‘eigen handelen’ van de Egyptische marine
44. Ook wanneer het handelen van de Egyptische marine op zichzelf beoordeeld wordt, mag er onder de huidige omstandigheden volgens de criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt geen uitvoer plaatsvinden.
45. De Egyptische marine is actief in de Rode Zee en heeft – in ieder geval op enig moment – deelgenomen aan de maritieme blokkade van Jemen. Deze maritieme blokkade leidt tot uithongering van de burgerbevolking. De uithongering wordt ingezet als oorlogsmetho de, wat een oorlogsmisdrijf is en daarmee een ernstige schending van het internationaal
humanitair recht.32 Met het voortduren van de oorlog in Jemen en het feit dat Egypte nog steeds politieke steun verleent aan de door Saoedi-Xxxxxx en de VAE geleide coalitie, inclusief van dier blokkade, is het risico dat de Egyptische marine daar (in de toekomst weer) aan zal deelnemen duidelijk aanwezig. Uitvoer is onder deze omstandigheden in strijd met artikel 2, criterium 2 sub c van het Gemeenschappelijk Standpunt en het Wapenhandelsverdrag.
46. Daarnaast voert het Egyptische regime omvangrijke militaire operaties uit tegen de eigen burgerbevolking in de Noord-Sinaï. Onderdeel van deze operaties zijn onder meer de grootschalige vernieling van huizen en landbouwgrond, het gebruik van onder het internationaal recht verboden clusterbommen, en buitengerechtelijke executies. 33 Volgens Human Rights Watch maakt het Egyptische regime zich in de Noord-Sinaï schuldig aan schendingen van internationaal oorlogsrecht en mensenrechten. 34 In 2018 ging “Operation Sinai 2018” van start, een grootschalige militaire operatie waarbij landmacht, luchtmacht en marine samenwerken. De Egyptische krijgsmacht zelf maakt het onderscheid tussen landmacht en marine daar dus ook niet.
47. De Egyptische marine is actief betrokken bij de onderdrukking van de eigen burgerbevolking in de Noord-Sinaï. Op 1 augustus 2021 bracht het Egyptische leger een militaire propagandavideo naar buiten die een huiveringwekkend inzicht geeft in de situatie in deze regio.35 De video bevat heftige beelden waarbij door de voice-over wordt verteld dat het Egyptische leger 89 “insurgents” heeft gedood, en laat onder meer het doden van ongewapende mensen zien. In de video worden ook beelden van de Egyptische marine getoond. De inzet van radar en C3-systemen bij marine-
32 Zie, onder andere: ICRC, IHL Database, Rule 53, Starvation as a Method of Warfare, xxxxx://xxx- xxxxxxxxx.xxxx.xxx/xxxxxxxxx-xxx/xxx/xxxx/x0_xxx_xxxx00
33 Human Rights Watch, ‘If you are afraid of your lives, leave Sinai!’, 28 mei 2019, xxxxx://xxx.xxx.xxx/xxxxxx/0000/00/00/xx-xxx-xxx-xxxxxx-xxxx-xxxxx-xxxxx-xxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxx-xxx- isis; Amnesty International, ‘Egypte: leger gebruikt verboden clusterbommen’, 2 maart 2018, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx; Amnesty International, Wordt Vervolgd, ‘Als Sisi weggaat stort Egypte in. Zegt hij zelf’, 25 juni 2019, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxx-xxxxxxxx/xxxxxx- sisi;
34 Human Rights, Watch, ‘Egypt: massive Sinai demolitions likely war crimes’, 17 maart 2021, xxxxx://xxx.xxx.xxx/xxxx/0000/00/00/xxxxx-xxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxx-xxx-xxxxxx
35 Een verwijzing (en link) naar deze video is onder meer te vinden in dit bericht van Amnesty International: Amnesty International, ‘Egypt: ‘deeply disturbing’ propaganda video shows military killings’, 5 augustus 2021, xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx.xx/xxxxx-xxxxxxxx/xxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxx-xxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx
ondersteuning van landacties is zeer voor de hand liggend. 36 De rechtstreekse betrokkenheid van de Egyptische marine bij deze interne repressie maakt dat uitvoer in strijd is met criterium 2 sub a van het Gemeenschappelijk Standpunt en artikel 7 lid 1 a) sub ii) juncto lid 3 van het Wapenhandelsverdrag.
III. Gedrag Egypte in de internationale gemeenschap
48. Zoals hiervoor is aangegeven, heeft Egypte het internationale recht herhaaldelijk gescho nden. De als oorlogsmisdrijf te kwalificeren blokkade van Jemen, de voortdurende steun aan de bombardementen door de door Saoedi-Xxxxxx en de VAE geleide coalitie en het handelen van Egypte in het interne gewapende conflict in de Noord-Sinaï zijn ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. De schending van het wapenembargo tegen Libië door Egypte laat zien dat het land ook andere internationaalrechtelijke verplichtingen niet nakomt.37
49. Daar komt bij dat Egypte zich territoriaal agressief opstelt in zowel het Middellandse Zeegebied (onder meer jegens Turkije) als in de Rode Zee en de Golf van Aden. 38
50. Het gebrek aan respect voor de internationale rechtsorde door Egypte wordt onderstreept door de constatering dat Egypte niet meewerkt aan onderzoeken uitgevoerd met mandaat van internationaal erkende mensenrechteninstituties zoals
36 Zie ook dit artikel in Al-Monitor over de Duitse fregatten waarin de Nederlandse radarapparatuur ingebouwd zal worden. Het bericht legt een directe link tussen de Duitse schepen en het conflict in de Noord-Sinaï. Al- Monitor, ‘Egypt boosts naval power in deal with German shipbuilder’, 23 september 2020, xxxxx://xxx.xx- xxxxxxx.xxx/xxxxxxxxx/0000/00/xxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxx-xxxx-xxxxxxxx- tension.html#ixzz73QP7MjVW “Rear Adm. Xxxxx Xxxxxxx xx-Xxxxx, former head of the Port Said Port Authority, told Al-Monitor that the Egyptian armed forces’ current policy is to diversify its sources of weapons, as part of efforts to counter any security chaos, whether inside Egypt or outside its borders. “The first challenge lies in the ongoing unrest in the Sinai Peninsula, where the Egyptian army is trying to keep things under control. The situation in Sinai is an important factor to determine the size and the type of weapons [the government] needs,” Xxxxx said.” (onderstrepingen toegevoegd)
37 VN Panel of Experts on Libya 2021, tabel 6 na para. 76, xxxxx://xxxxxx.xxx/X/0000/000
38 Financial Times, “Egypt threatens military action in Libya if Turkish-backed forces seize Sirte”, 21 June 2020, xxxxx://xxx.xx.xxx/xxxxxxx/x0xx00x0-0x0x-000x-0x00-000x00x00000;
The Times of Israel, “Egypt uses military to send firm message to newly conciliatory Turkey”, 7 juli 2021, xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx-xxxx-xxxxxxxx-xx-xxxx-xxxx-xxxxxxx-xx-xxxxx-xxxxxxxxxxxx-xxxxxx/ The Arab Weekly, “New naval base boosts Egypt’s presence in the Red Sea”, 19 januari 2020, xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxx/xxx-xxxxx-xxxx-xxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxx-xxx-xxx.
de VN Mensenrechtenraad: “Egypt did not cooperate with the Group or support its work.”39
51. De beoordeling van Egypte als ontvangend land onder criterium 6 (mede ingevuld door de “Gids voor de Gebruiker” bij het Gemeenschappelijk Standpunt 40) dient naar voorlopig oordeel te leiden dat geen uitvoer van wapens naar Egypte mag plaatsvinden.
Spoedeisend belang
52. PAX c.s. hebben een zeer spoedeisend belang bij toewijzing van de vorderingen.
53. Indien het gevraagde verbod niet wordt gegeven bestaat het risico dat de militaire goederen waarvoor vergunningen zijn afgegeven worden uitgevoerd en dat ook toekomstige leveringen - op zeer korte termijn - zullen plaatsvinden.
54. Als de goederen eenmaal zijn uitgevoerd, is dit onomkeerbaar: Nederland verliest dan rechtsmacht over de goederen – een later oordeel kan uitvoer niet ongedaan maken.
55. Zoals hiervoor aangegeven zou (het toestaan van) uitvoer van militaire goederen naar Egypte, in ieder geval op dit mo ment, in strijd zijn met de verplichtingen van Nederland onder het Gemeenschappelijk Standpunt, het Wapenhandelsverdrag, het Besluit Strategische Goederen en daarmee met de Algemene Douanewet, althans de Staat zou door de uitvoer toe te staan handelen in strijd met een op de Staat rustende maatschappelijke zorgvuldigheidsplicht.
56. Er bestaat daarnaast het risico dat de goederen in Egypte gebruikt kunnen worden bij of bijdragen aan ernstige schendingen van fundamentele mensenrechten en/of het
39 Report of the Group of Eminent International and Regional Experts as submitted to the United Nations High Commissioner for Human Rights, 9 augustus 2019, A/HRC/42/17, para. 7.
40 Gids voor de gebruiker bij Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad tot vaststellingvan gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie, 2189/19, p. 115: “De lidstaten verlenen geen vergunning indien de toetsing van de staat van dienst van het kopende land aan criterium 6 geen positief resultaat oplevert.”
internationaal humanitair recht, welke normen burgers in conflictgebieden beogen te beschermen.
Kop-staart vonnis
57. De belangen bij een zeer spoedig oordeel van Uw Rechtbank zijn daarom ontegenzeggelijk groot. PAX cs. vragen dan ook een kop-staart vonnis te wijzen, waarvan de uitwerking op later moment plaatsvindt.
Belangenafweging
58. Tegenover de hiervoor uitvoerig beschreven belangen bij het verbieden van (het toestaan van) de levering(en) in kwestie, staan hoegenaamd geen (zwaarwegende) belangen van de zijde van de Staat en/of de beoogde Nederlandse leverancier.
59. Althans, PAX c.s. veronderstellen geen andere belangen dan zuiver economische, die het in de belangenafweging afleggen tegen al hetgeen hiervoor in deze dagvaarding is gesteld.
60. Voor zover de Staat/de Minister zou stellen dat de rechtszekerheid in het geding is – er is/zijn immers (een) vergunning(en) verleend op basis waarvan in beginsel geleverd zou moeten/mogen worden - stellen PAX cs. dat in dit geval sprake is van dermate uitzonderlijke (en ernstige) feiten en omstandigheden, dat het gevorderde verbod in deze zaak in weerwil van de vergunning(en) dient te worden gegeven.
De vorderingen van PAX c.s.
61. Eisers wenden zich tot de Voorzieningenrechter omdat een onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW door de Staat dreigt voort te duren althans plaats te vinden. Al het voorgaande brengt met zich dat export vanuit Nederland, door Nederlandse bedrijven aan alle onderdelen van de Egyptische krijgsmacht inclusief de Egyptische marine, thans niet toelaatbaar is en dient te worden verboden. De Voorzieningenrechter kan een dergelijk verbod aan de Staat opleggen.
62. Het is vervolgens aan de Staat om te beoordelen op welke wijze gehandeld dient te worden om de geconstateerde onrechtmatigheid op te heffen. 41
63. De Staat heeft daar genoeg mogelijkheden voor, want de Staat heeft bijvoorbeeld een eigen bevoegdheid, op grond van de wet en internationale verplichtingen, om verleende besluiten aan te passen of om feitelijke uitvoer te verhinderen als (nieuwe) omstandigheden daarom vragen. De Staat kan verleende vergunningen intrekken, opschorten, terugkomen op deze vergunningen of kan feitelijke handelingen nemen om de daadwerkelijke uitvoer op de vergunningen te voorkomen.
64. PAX c.s. vorderen in deze procedure – kort gezegd – dat (op straffe van dwangsommen) de Staat wordt verboden om de (feitelijke) uitvoer van militaire goederen naar Egypte toe te staan, althans te gebieden om (feitelijke) uitvoer van militaire goederen naar Egypte onmogelijk te maken. Voor de uitwerking van deze vorderingen verwijzen PAX c.s. naar hetgeen hieronder vermeldt is onder “Mitsdien”.
Verweer van de Minister en weerlegging verweer
65. Namens de Minister is – zoals aangehaald in alinea’s 7 en 8 - op 20 juli 2021 een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers van eisers (PAX, NJCM en Stop Wapenhandel). Tijdens dit gesprek hebben eisers hun zorgen over de situatie in Egypte en het klemmende verzoek om geen vergunningen te verlengen of af te geven toegelicht.
66. Namens de Minister is in dit gesprek onder andere aangegeven dat men ook bezorgd is over de situatie in Egypte (de Minister ziet Egypte als een “zorgenland”), en dat men zich herkent in de door eisers aangevoerde zorgen over schendingen van mensenrechten. De volatiliteit van de situatie in Egypte en de situatie in de regio is volgens de Minister echter nog onvoldoende aanleiding om wapenexport naar de Egyptische marine te verbieden. Het wapenexportdossier over Egypte is volgens de Minister een “levend en dynamisch dossier”, waarin de context en alle ontwikkelingen
41 Vergelijk de Urgenda zaak, Hoge Raad, 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, r.o. 8.2.1: “Dit bevel komt (…) niet neer op een bevel om specifieke wetgevende maatregelen te nemen, maar laat de Staatvrij in de keuze van de te nemen maatregelen.”
worden meegenomen en dat de Minister blijft monitoren. Indien de feiten daartoe aanleiding geven zullen nieuwe vergunningsaanvragen voor Egypte afgewezen worden en kunnen reeds afgegeven vergunningen ingetrokken worden.
MITSDIEN
Het de Voorzieningenrechter van de rechtbank behaagt om bij vonnis voor zover de wet dat toelaat uitvoerbaar bij voorraad:
Reeds toegestane uitvoer
I. De Staat der Nederlanden te verbieden (feitelijke) uitvoer van militaire goederen en technologie voor/ten behoeve van de Egyptische Staat en/of de Egyptische marine toe te staan, althans de Staat der Nederlanden te gebieden om ten aanzien van alle reeds toegestane uitvoer van militaire goederen en technologie voor/ten behoeve van de Egyptische Staat en/of de Egyptische marine, (feitelijke) uitvoer onmogelijk te maken, in ieder geval totdat de rechter in de bo demzaak uitspraak heeft gedaan of tot het moment waarop naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter deze uitvoer niet meer in strijd is met de verplichtingen die op de Staat rusten. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000,-- voor iedere dag (of gedeelte van een dag) dat de Staat der Nederlanden aan deze veroordeling niet voldoet;
Toekomstige uitvoer
II. De Staat der Nederlanden te verbieden (feitelijke) toekomstige uitvoer van militaire goederen en technologie voor/ten behoeve van de Egyptische Staat en/of de Egyptische marine toe te staan, althans de Staat te gebieden de (feitelijke) uitvoer van alle militaire goederen en technologie naar Egypte onmogelijk te maken, dit voor onbepaalde tijd of totdat de rechter in de bodemzaak uitspraak heeft gedaan of totdat het mo ment waarop naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter deze uitvoer niet meer in strijd zou zijn met de verplichtingen die op de Staat rusten. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000,-- voor iedere dag (of
gedeelte van een dag) dat de Staat der Nederlanden aan deze veroordeling niet voldoet;
III. Tot veroordeling van de Staat der Nederlanden in de kosten van dit geding, zulks uitvoerbaar bij voorraad.
De kosten dezes zijn voor mij, Deurwaarder
Productielijst
Productie 1 Brief van PAX c.s. aan de Minister van 14 juni 2021
Productie 2 E-mails van PAX c.s. aan de Minister van 30 september 2021 en 7 oktober 2021