H2020-programma
H2020-programma
Model specifieke overeenkomst met meerdere partners
voor kaderpartnerschappen
(H2020 SGA — Multi)
Versie 5.0
18 oktober 2017
Afwijzing van aansprakelijkheid
Dit document dient ter ondersteuning voor aanvragers van financiering in het kader van Horizon 2020. Het bevat alle bepalingen die kunnen worden toegepast op dit type subsidieovereenkomst, en dient louter ter informatie. De juridisch bindende subsidieovereenkomst is de overeenkomst die voor elke actie door de partijen wordt ondertekend.
WIJZIGINGEN | ||
Versie | Publicatie- datum | Wijzigingen |
11.12.2013 | ▪ Eerste versie | |
1.10.2014 1.10.2015 | ▪ De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van versie 1 van de modelsubsidieovereenkomst zijn: − artikel 16.6: "Valuta voor financiële staten en omrekening in euro's" om partners met rekeningen in andere valuta dan de euro in staat te stellen alle gemaakte kosten in euro's om te zetten, ongeacht de valuta waarin die kosten zijn gemaakt (zoals bij KP7-projecten); − artikel 17.2 "Voorfinanciering — Bedrag — Ingehouden bedrag voor het garantiefonds" om het consortium in de gelegenheid te stellen de voorfinancieringsbetalingen eerder te ontvangen, namelijk tien dagen vóór de begindatum van de actie. ▪ Zie de versie met "tracked changes" voor andere kleine wijzigingen en correcties van tik- en andere fouten. | |
20.7.2016 | ▪ De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van versie 2.1 van de modelsubsidieovereenkomst zijn: − artikel 5.2.A "Directe personeelskosten" om meer rekening te houden met de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partners door hen toe te staan het uurtarief niet alleen per heel boekjaar te berekenen, maar ook per maand; − artikel 16.3 "Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betaling": in het door de coördinator ingediend technisch verslag moeten ook de communicatieactiviteiten worden aangegeven. Zie de versie met "tracked changes" voor andere kleine wijzigingen en correcties van tik- en andere fouten. | |
4.0 | 27.2.2017 | ▪ De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van versie 3.0 van de modelsubsidieovereenkomst betreffen: − invoeging van opties voor PCP/PPI-acties, met name in de artikelen 4.2, 5.2, 11, 13, 15, 16 en in de bijlagen 2, 3, 5 en in de optionele bijlagen 6 en 7 enkel voor PCP/PPI- acties; − artikel 5.2.A "Directe personeelskosten"; − artikel 5.2.A.2 "Personeelskosten voor natuurlijke personen die in het kader van een onderhands contract werkzaam zijn bij de begunstigde"; − artikel 5.2.D.5 "Intern gefactureerde directe kosten"; − artikel 5.2.E "Indirecte kosten"; − nieuw artikel 12a "Uitvoering van actietaken door internationale partners". ▪ Zie de versie met "tracked changes" voor andere kleine wijzigingen en correcties van tik- en andere fouten. |
5.0 | 18.10.2017 | ▪ De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van versie 4.0 van de modelsubsidieovereenkomst betreffen: − artikel 18.2.2 "Open toegang tot onderzoeksgegevens" om |
derden toegang te verschaffen tot onderzoeksgegevens van gezondheidsacties in geval van noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid. ▪ Zie de versie met "tracked changes" voor andere kleine wijzigingen en correcties van tik- en andere fouten. |
EUROPESE COMMISSIE DG/UITVOEREND AGENTSCHAP [Directoraat] [Eenheid][Directeur] |
MODEL SPECIFIEKE OVEREENKOMST VOOR HET HORIZON 2020-PROGRAMMA1
(H2020 SGA — MULTI)
Dit model is bedoeld voor acties die normaliter gebruikmaken van de algemene modelsubsidieovereenkomst (d.w.z RIA-, IA- en CSA-acties) en acties die gebruikmaken van de MSO PCP/PPI (d.w.z. PCP- en PPI-acties). Om voor ERA-NET-, EJP-, ERC-, MSC- en SME-instrumentacties gebruikt te kunnen worden, zouden verdere aanpasssingen nodig zijn.
⮚ Blauwe voetnoten worden niet weergegeven in de uiteindelijke tekst die door het IT -systeem wordt aangemaakt voor ondertekening (omdat zij alleen interne instructies betreffen).
⮚ Opties voor RIA-, IA- en CSA- en voor PCP/PPI-acties worden weergegeven tussen [blauwe haken].
⮚ Voor opties [schuingedrukt tussen vierkante haken]: de van toepassing zijnde optie moet in het IT- systeem worden gekozen. Niet-gekozen opties zullen automatisch niet worden weergegeven of worden weergegeven als "niet van toepassing". Gekozen opties worden schuingedrukt, zonder haken en zonder de titel "Optie" weergegeven (zodat partners meteen zien dat een specifieke regel van toepassing is).
⮚ Voor grijze velden tussen vierkante haken ([...]) (zelfs als zij onderdeel uitmaken van een optie zoals omschreven in het voorgaande punt): voer de juiste gegevens in het IT-systeem in.
⮚ Het IT-systeem zal een informatieblad aanmaken waarin de gekozen opties worden bevestigd en de gegevens zijn ingevoerd.
⮚ Bijlagen:
Sommige bijlagen komen uit de algemene modelsubsidieovereenkomst (zie bijlagen 3 — Toetredingsformulieren, 3a — Verklaring inzake hoofdelijke aansprakelijkheid van gelieerde derden, 5 — Model voor het certificaat betreffende de financiële staten en 6 — Model voor het certificaat inzake de methode), maar zijn aangepast aan de specifieke behoeften van de kaderpartnerschapsovereenkomst (hierna ook: "FPA" (Framework Partnership Agreement)) en de specifieke subsidieovereenkomst (hierna ook: "SGA" (Specific Grant Agreement)).
Voor zover in die bijlagen sprake is van "begunstigden" moet hiervoor "partners" worden gelezen.
SPECIFIEKE OVEREENKOMST
NUMMER [nummer invullen] — [acroniem invullen] Deze "specifieke overeenkomst" wordt afgesloten tussen de volgende partijen: enerzijds
1 Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) ("Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020 ") (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
[OPTIE 1: de Europese Unie (de "EU"), vertegenwoordigd door de Europese Commissie ("de Commissie")2,]
[OPTIE 2: de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("Euratom"), vertegenwoordigd door de Europese Commissie ("de Commissie")3,]
[OPTIE 3: het [Uitvoerend Agentschap onderzoek (Research Executive Agency, REA)][Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (European Research Council Executive Agency, ERCEA)][Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (Innovation and Networks Executive Agency, INEA)][Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Executive Agency for Small and Medium-sized Enterprises, EASME)] ("het Agentschap"), krachtens de bevoegdheid die door de Europese Commissie ("de Commissie") is overgedragen4,]
voor de ondertekening van deze specifieke overeenkomst vertegenwoordigd door [[ functie, [directoraat-generaal, directoraat, eenheid] [afdeling]], [voornaam en achternaam]5,
en anderzijds
1. "de coördinator":
[volledige officiële naam (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor partners met btw: btw-nummer[nummer invoegen]], [OPTIE voor coördinatoren die geen EU-financiering ontvangen: als "partner die geen EU-financiering ontvangt" (zie artikel 7),] vertegenwoordigd voor de ondertekening van de specifieke overeenkomst door [functie, voor- en achternaam],
en de volgende andere partners, vertegenwoordigd voor de ondertekening van deze specifieke overeenkomst door de coördinator (zie het mandaat in bijlage 3 bij de FPA en artikel 62 van de FPA):
2. [volledige officiële naam (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor partners met btw: btw-nummer [nummer invoegen]],
[OPTIE voor partners die geen onder deze SGA vallende actietaken uitvoeren: X [volledige officiële naam (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor partners met btw: btw-nummer[nummer invoegen],] als "partner die geen actietaken uitvoert",]
2 De schuingedrukte tekst laat de opties van de modelsubsidieovereenkomst zien die van toepassing zijn op deze overeenkomst.
3 De schuingedrukte tekst laat de opties van de modelsubsidieovereenkomst zien die van toepassing zijn op deze overeenkomst.
4 De schuingedrukte tekst laat de opties van de modelsubsidieovereenkomst zien die van toepassing zijn op deze overeenkomst.
5 De persoon die de Commissie/het Agentschap vertegenwoordigt, moet een ordonnateur (of een gedelegeerd of gesubdelegeerd ordonnateur) zijn, aangewezen overeenkomstig document 60008 van 22.2.2001 "Mise en place de la Charte des ordonnateurs".
[OPTIE voor partners die geen EU-financiering ontvangen: X. [volledige officiële naam (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor partners met btw: btw- nummer[nummer invoegen],] als "partner die geen EU-financiering ontvangt" (zie artikel 7),]
[idem voor elke partner]
[OPTIE als het JRC een partner is: en X. het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (Joint Research Centre, JRC) gevestigd te [volledig officieel adres], als het de administratieve regeling ondertekent (zie bijlage 5)].
Sluiting van de specifieke overeenkomst [OPTIE als het JRC een partner is: of de administratieve regeling] houdt in dat de partners de subsidie aanvaarden en ermee instemmen de specifieke actie onder hun eigen verantwoordelijkheid en in overeenstemming met de partnerschapskaderovereenkomst en de specifieke overeenkomst uit te voeren en aan alle verplichtingen en voorwaarden daarvan te voldoen.
De specifieke overeenkomst bestaat uit:
Algemene voorwaarden
Bijlage 1 Beschrijving van de actie
Bijlage 2 Geraamde begroting voor de actie
2a Aanvullende informatie over de geraamde begroting Bijlage 3 Model voor de financiële staten
Bijlage 4 Model voor het certificaat betreffende de financiële staten
Bijlage 5 [OPTIE 1 als het JRC deelneemt: Administratieve regeling][OPTIE 2: Niet van toepassing.]
[aanvullende OPTIE enkel voor PCP/PPI-acties: Bijlage 6 Model voor verbintenis inzake de beschikbaarheid van de middelen]
[aanvullende OPTIE enkel voor PCP/PPI-acties: Bijlage 7 Verklaring inzake het gebruik van de vorige financieringstranche]
ALGEMENE VOORWAARDEN
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 10
ARTIKEL 1 — VOORWERP XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 2 — UIT TE VOEREN ACTIE 10
ARTIKEL 3 — DUUR EN AANVANGSDATUM VAN DE ACTIE 10
HOOFDSTUK 3 SPECIFIEKE SUBSIDIES 10
ARTIKEL 4 — SUBSIDIEBEDRAG, SUBSIDIEVORM, VERGOEDINGSSPERCENTAGES
4.1 Maximaal subsidiebedrag 11
4.2 Subsidievorm, vergoedingspercentages en soorten kosten 11
ARTIKEL 5 — SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN 14
5.1 Algemene voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen 14
5.2 Specifieke voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen 16
5.3 Voorwaarden voor kosten van gelieerde derden om voor subsidie in aanmerking te komen 36
5.4 Voorwaarden voor de subsidiabiliteit van bijdragen in natura die gratis door derden worden verstrekt 36
5.5 Niet-subsidiabele kosten 36
5.6 Gevolgen van de declaratie van niet-subsidiabele kosten 37
HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN 37
AFDELING 1 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE UITVOERING
ARTIKEL 6 — MIDDELEN OM DE ACTIE UIT TE VOEREN — BIJ DE ACTIE
ARTIKEL 7 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR PARTNERS DIE GEEN EU- SUBSIDIE ONTVANGEN 38
[OPTIE 2, voor partners die geen EU-financiering ontvangen: 7.1 Voorschriften voor
de uitvoering van actietaken door partners die geen EU-financiering ontvangen 38
7.2 Gevolgen van niet-nakoming 39
ARTIKEL 8 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAMHEDEN OF DIENSTEN 39
8.1 Voorschriften voor het inkopen van goederen, werkzaamheden of diensten 39
8.2 Gevolgen van niet-nakoming 40
ARTIKEL 9 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA 40
9.1 Voorschriften voor het gebruik van tegen betaling verstrekte bijdragen in natura 40
9.2 Gevolgen van niet-nakoming 41
ARTIKEL 10 — GEBRUIK VAN GRATIS DOOR DERDEN VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA 41
10.1 Voorschriften voor het gebruik van gratis bijdragen in natura 41
10.2 Gevolgen van niet-nakoming 42
ARTIKEL 11 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR SUBCONTRACTANTEN 42
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties 42
11.1 Voorschriften voor het uitbesteden van actietaken 42
11.2 Gevolgen van niet-nakoming 45
11.1 [OPTIE 1 voor PCP: Regels voor de precommerciële inkoop van onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten 45
11.2 Voorschriften betreffende verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten 53
11.3 Gevolgen van niet-nakoming 54
ARTIKEL 12 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR XXXXXXXXX DERDEN 54
[OPTIE 1, te gebruiken als artikel 19 FPA van toepassing is: 12.1 Voorschriften voor
het uitbesteden van de uitvoering van een deel van de actie aan xxxxxxxxx derden 54
12.2 Gevolgen van niet-nakoming 55
ARTIKEL 12a — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR INTERNATIONALE
[OPTIE 1 te gebruiken indien artikel 19a FPA van toepassing is: 12a.1 Voorschriften voor 55
12a.2 Gevolgen van niet-nakoming 55
ARTIKEL 13 — FINANCIËLE STEUN AAN DERDEN 56
13.1 Voorschriften voor het verlenen van financiële steun aan derden 56
13.2 Financiële steun in de vorm van prijzen 56
13.3 Gevolgen van niet-nakoming 57
ARTIKEL 13a — ONDERSTEUNING AAN OF UITVOERING VAN TRANSNATIONALE PROJECTEN 57
ARTIKEL 14 — VERLENING VAN TRANSNATIONALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR 57
14.1 Voorschriften voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur 57
14.2 Voorschriften voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur 60
14.3 Gevolgen van niet-nakoming 60
AFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE SUBSIDIEADMINISTRATIE 61
ARTIKEL 15 — INDIENING VAN PRESTATIES 61
15.1 Verplichting tot indiening van prestaties 61
15.2 Gevolgen van niet-nakoming 62
ARTIKEL 16 — VERSLAGEN — BETALINGSVERZOEKEN 62
16.1 Verplichting tot indiening van verslagen 62
16.3 Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betalingen 65
16.4 Eindverslag — Verzoek om betaling van het saldo 67
16.5 Informatie over cumulatieve verrichte uitgaven 69
16.6 Valuta voor financiële staten en omrekening in euro's 69
16.8 Gevolgen van niet-nakoming 70
ARTIKEL 17 — BETALINGEN EN BETALINGSREGELINGEN 70
17.1 Te verrichten betalingen 70
17.2 Voorfinanciering — Bedrag — Ingehouden bedrag voor het garantiefonds 71
17.3 Tussentijdse betalingen — Bedrag — Berekening 72
17.4 Betaling van het saldo — Bedrag — Berekening — Vrijgave van het voor het garantiefonds ingehouden bedrag 73
17.5 Kennisgeving van de verschuldigde bedragen 75
17.6 Valuta voor betalingen 76
17.7 Betalingen aan de coördinator — Verdeling over de partners 76
17.8 Bankrekening voor betalingen 76
17.9 Kosten voor overmakingen 76
17.11 Gevolgen van niet-nakoming 77
AFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT REEDS BESTAANDE RECHTEN (BACKGROUND) EN RESULTATEN 78
ARTIKEL 18 AANVULLENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING
TOT BACKGROUND EN RESULTATEN 78
RELATIE MET DEELNEMERS AAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE 84
ARTIKEL 19 — VERDELING VAN FUNCTIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN TUSSEN PARTNERS — RELATIE MET AANVULLENDE PARTNERS —
RELATIE MET DEELNEMERS AAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE 85
19.1 Relatie met aanvullende partners — Samenwerkingsovereenkomst 85
19.2 Relatie met partners van een gezamenlijke actie — Coördinatieovereenkomst 85
HOOFDSTUK 6 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG —
TERUGVORDERING — SANCTIES — SCHADE — OPSCHORTING — BEËINDIGING — OVERMACHT 86
ARTIKEL 20 — AANVULLENDE REDENEN VOOR BEËINDIGING 86
ARTIKEL 21 — INWERKINGTREDING VAN DE SPECIFIEKE OVEREENKOMST 86
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 1 — VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Deze overeenkomst stelt de specifieke voorwaarden en de rechten en verplichtingen vast die van toepassing zijn op de aan de partners toegekende specifieke subsidies voor specifieke acties uit hoofde van partnerschapskaderovereenkomst [nummer invullen] [acroniem invullen] ("partnerschapskaderovereenkomst" (Framework Partnership Agreement of FPA)).
ARTIKEL 2 — UIT TE VOEREN ACTIE
De uit te voeren specifieke actie heet [titel van de actie invullen, in vette letters] — [acroniem invullen] ("actie"), zoals beschreven in bijlage 1.
[OPTIE voor aanvullende subsidie indien voorzien in het werkprogramma: De subsidie betreft een "aanvullende subsidie" op [de subsidieovereenkomst(en) krachtens de oproep(en) tot het indienen van voorstellen [code(s) van de oproep(en) tot het indienen van voorstellen: H2020 — onderwerp —]] [het (de) volgende nummer(s) van aanvullende subsidieovereenkomsten:
- [nummer invullen] [acroniem invullen]
- [nummer invullen] [acroniem invullen]].]
[OPTIE voor gezamenlijke acties (gezamenlijke uitnodiging met een derde land of een internationale organisatie): De actie is een "gezamenlijk gefinancierde actie" en moet worden gecoördineerd met de "gezamenlijke actie" met de naam [naam van de actie met het derde land of de internationale organisatie invullen ], zoals beschreven in bijlage 1.]
ARTIKEL 3 — DUUR EN AANVANGSDATUM VAN DE ACTIE
De duur van de specifieke actie bedraagt [aantal invullen] maanden vanaf [OPTIE 1 (standaardoptie): de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de specifieke overeenkomst in werking treedt (zie artikel 21)] [OPTIE 2, als dat voor de actie nodig is: datum invullen]6 ("aanvangsdatum van de actie").
HOOFDSTUK 3 SPECIFIEKE SUBSIDIES
6 Deze datum moet de eerste dag van de maand zijn en moet later zijn dan de datum waarop de overeenkomst in werking treedt, tenzij de ordonnateur anders beslist als de aanvrager de noodzaak kan aantonen om de actie vóór de inwerkingtreding van de subsidieovereenkomst te laten beginnen, of op een andere dag dan de eerste dag van de maand. De aanvangsdatum mag in elk geval niet eerder zijn dan de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend (artikel 130 van het Financieel Reglement).
ARTIKEL 4 — SUBSIDIEBEDRAG, SUBSIDIEVORM, VERGOEDINGS- PERCENTAGES EN SOORTEN KOSTEN
Het "maximale subsidiebedrag" voor de specifieke subsidie bedraagt [bedrag invullen
(bedrag in letters invullen)] EUR.
4.2 Subsidievorm, vergoedingspercentages en soorten kosten
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De subsidie vergoedt [OPTIE 1, voor onderzoeks- en innovatieacties (research and innovation actions; RIA) en coördinatie- en ondersteuningsacties (coordination and support actions; CSA): 100 % van de subsidiabele kosten van de actie] [OPTIE 2, voor innovatieacties (IA)7: 100 % van de subsidiabele kosten van de actie voor partners [en gelieerde derden ]die juridische entiteiten zonder winstoogmerk8 zijn en 70 % van de subsidiabele kosten voor partners [en gelieerde derden ]die juridische entiteiten met winstoogmerk zijn] [OPTIE 3, voor uitzonderlijke gevallen indien het werkprogramma hierin voorziet: [OPTIE A voor RIA en CSA: [… %] van de subsidiabele kosten van de actie][OPTIE B voor IA: [… %] van de subsidiabele kosten voor partners [en gelieerde derden ]die juridische entiteiten zonder winstoogmerk9 zijn en [… %] van de subsidiabele kosten voor partners [en gelieerde derden ]die juridische entiteiten met winstoogmerk zijn] ] (zie artikel 5) ("vergoeding van subsidiabele kosten") (zie bijlage 2).
De geraamde subsidiabele kosten van de actie bedragen [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR.
Subsidiabele kosten (zie artikel 5) moeten onder de volgende soorten kosten gedeclareerd worden ("soorten kosten"):
a) voor directe personeelskosten [(met uitzondering van directe personeelskosten die vallen onder de eenheidskosten [/het forfaitair bedrag] van punt f))]10:
7 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, punt 6), van Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van "Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)"("Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake de regels voor deelname"), (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81): "innovatieactie": een actie die hoofdzakelijk bestaat uit werkzaamheden met als rechtstreeks doel het creëren van plannen, schema's of ontwerpen van nieuwe, aangepaste of verbeterde producten, procedés of diensten. Het kan daarbij gaan om activiteiten als prototyping, tests, demonstraties, proefprojecten, grootschalige productvalidatie en marktreplicatie.
8 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, onder 14), van Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake de regels voor deelname: een "juridische entiteit zonder winstoogmerk" is een juridische entiteit die op grond van haar rechtsvorm geen winstoogmerk heeft of een wettelijke of statutaire verplichting heeft geen winsten uit te keren aan haar aandeelhouders of afzonderlijke leden.
9 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, onder 14), van Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake de regels voor deelname: een "juridische entiteit zonder winstoogmerk" is een juridische entiteit die op grond van haar rechtsvorm geen winstoogmerk heeft of een wettelijke of statutaire verplichting heeft geen winsten uit te keren aan haar aandeelhouders of afzonderlijke leden.
10 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast.
- als werkelijk gedragen kosten ("reële kosten") of
- op basis van een door de partner berekend bedrag per eenheid in overeenstemming met de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner ("eenheidskosten").
Personeelskosten voor eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen of partners zijnde natuurlijke personen die geen salaris ontvangen (zie artikel 5.2, punten A.4 en A.5) moeten gedeclareerd worden op basis van het in bijlage 2a vermelde bedrag per eenheid (eenheidskosten);
b) voor directe uitbestedingskosten [(met uitzondering van de uitbestedingskosten vallend onder de eenheidskosten[/het forfaitair bedrag] van punt f))11]: als werkelijk gedragen kosten (reële kosten);
c) voor directe kosten voor het verlenen van financiële steun aan derden [(met uitzondering van de kosten van financiële steun vallend onder de eenheidskosten[/ het forfaitair bedrag] van punt f))]12: [OPTIE 1, als artikel 13 van toepassing is: als werkelijk gedragen kosten (reële kosten);] [OPTIE 2: niet van toepassing;]
d) voor andere directe kosten [(met uitzondering van andere kosten vallend onder de eenheidskosten[/het forfaitair bedrag] van punt f))]13:
- voor kosten voor intern gefactureerde goederen en diensten: op basis van een bedrag per eenheid dat door de partner in overeenstemming met zijn gebruikelijke kostenberekeningsmethoden is berekend ("eenheidskosten");
- voor alle overige kosten: als werkelijk gedragen kosten (reële kosten);
e) voor indirecte kosten [(met uitzondering van indirecte kosten vallende onder de eenheidskosten[/het forfaitair bedrag] in punt f))]14: op basis van een vast percentage dat wordt toegepast zoals beschreven in artikel 5.2, punt E ("vaste kosten");
f) [OPTIE 1a voor specifieke eenheidskosten (voor zover voorzien door het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie): voor [naam van de specifieke kostencategorie(ën) invullen15]: op basis van het (de) bedrag(en) per eenheid van bijlage 2a16 (eenheidskosten).]
[OPTIE 1b, voor specifieke forfaitaire kosten (voor zover voorzien in het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie: voor kosten van
11 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast
12 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast
13 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast
14 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast
15 Precieze benaming van de kostencategorie invullen (zoals vermeld in het besluit van de Commissie waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van eenheidskosten/een forfaitair bedrag). Bijvoorbeeld: "toegangskosten van het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur"; kosten van "klinische studies"; "kosten van maatregelen voor energie-efficiëntie van gebouwen".
16 In bijlage 2 moeten, voor elke partner (en gelieerde derde), alle parameters voor de eenheidskosten (d.w.z. de eenheid (eenheden), het bedrag/de bedragen per eenheid, de betrokken onderzoeksinstallatie/-infrastructuur of het klinisch onderzoek enz.) duidelijk worden aangegeven.
[kostencategorie(ën) invullen]: als het forfaitaire bedrag van bijlage 2 ("forfaitaire kosten").]
[OPTIE 2: specifieke kostencategorie(ën): niet van toepassing.] ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
De subsidie vergoedt [… %] van de subsidiabele kosten van de actie (zie artikel 5) ("vergoeding van subsidiabele kosten") (zie bijlage 2).
De geraamde subsidiabele kosten van de actie bedragen [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR.
Subsidiabele kosten (zie artikel 5) moeten onder de volgende soorten kosten gedeclareerd worden ("soorten kosten"):
a) voor directe kosten van uitbesteding in het kader van [PCP][PPI]: als werkelijk gedragen kosten ("reële kosten");
b) voor directe personeelskosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(met uitzondering van directe personeelskosten die vallen onder de eenheidskosten van punt f))]17:
- als werkelijk gedragen kosten ("reële kosten") of
- op basis van een door de partner berekend bedrag per eenheid in overeenstemming met zijn gangbare kostenberekeningsmethoden ("eenheidskosten").
Personeelskosten voor eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen of partners zijnde natuurlijke personen die geen salaris ontvangen (zie artikel 5.2, punten A.4 en A.5) moeten worden gedeclareerd op basis van het in bijlage 2a vermelde bedrag per eenheid (eenheidskosten);
c) voor directe uitbestedingskosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(met uitzondering van de uitbestedingskosten vallend onder de eenheidskosten van punt f))18]: als werkelijk gedragen kosten (reële kosten);
d) voor overige directe kosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(met uitzondering van de onder de eenheidskosten van punt f) vallende andere directe kosten)]19:
- voor kosten voor intern gefactureerde goederen en diensten: op basis van een bedrag per eenheid dat door de partner in
17 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast.
18 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast.
19 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast.
overeenstemming met zijn gebruikelijke kostenberekeningsmethoden is berekend ("eenheidskosten");
- voor alle overige kosten: als werkelijk gedragen kosten (reële kosten);
e) voor indirecte kosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(met uitzondering van de indirecte kosten vallende onder de eenheidskosten in punt f))]20: op basis van een vast percentage dat wordt toegepast zoals beschreven in artikel 5.2, punt E ("vaste kosten");
f) [OPTIE 1 voor specifieke eenheidskosten (voor zover voorzien door het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie): voor [naam van de specifieke kostencategorie(ën) invoegen21] die deel uitmaken van verwante aanvullende coordinatie- en netwerkactiviteiten: op basis van het (de) bedrag(en) per eenheid van bijlage 2a22 (eenheidskosten).]
[OPTIE 2: specifieke kostencategorie(ën): niet van toepassing.] ]
ARTIKEL 5 — SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN
5.1 Algemene voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen
"Subsidiabele kosten" zijn kosten die aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) voor reële kosten:
i) ze moeten werkelijk worden gedragen door de partner;
ii) ze moeten worden gedragen in de in artikel 3 vermelde periode, met uitzondering van kosten in verband met de indiening van het periodieke verslag voor de laatste verslagperiode en het eindverslag (zie artikel 16);
iii) ze moeten staan aangegeven in de geraamde begroting in bijlage 2;
iv) ze moeten worden gemaakt in verband met de specifieke actie zoals beschreven in bijlage 1 en noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan;
v) ze moeten identificeerbaar en verifieerbaar zijn, en vooral zijn opgenomen in de boekhouding van de partner conform de boekhoudkundige normen die van
20 Uitsluitend te gebruiken als de optie in punt f) wordt toegepast.
21 Precieze benaming van de kostencategorie invullen (zoals vermeld in het besluit van de Commissie waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van eenheidskosten/een forfaitair bedrag). Bijvoorbeeld: "toegangskosten van het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur"; kosten van "klinische studies"; "kosten van maatregelen voor energie-efficiëntie van gebouwen".
22 In bijlage 2 moeten, voor elke partner (en gelieerde derde), alle parameters voor de eenheidskosten (d.w.z. de eenheid (eenheden), het bedrag/de bedragen per eenheid, de betrokken onderzoeksinstallatie/-infrastructuur of het klinisch onderzoek enz.) duidelijk worden aangegeven.
toepassing zijn in het land waar de partner is gevestigd en conform de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner;
vi) zij moeten voldoen aan de van toepassing zijnde nationale wetgeving op het gebied van belasting, arbeid en sociale zekerheid, en
vii)zij moeten redelijk en gerechtvaardigd zijn en voldoen aan het beginsel van goed financieel beheer, met name wat zuinigheid en efficiëntie betreft;
b) voor eenheidskosten:
i) deze moeten als volgt worden berekend:
{bedragen per eenheid zoals vermeld in bijlage 2a of zoals door de partner berekend conform de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner (zie artikel 5.2, punt A en artikel 5.2.D.5)}
vermenigvuldigd met
het aantal werkelijke eenheden};
ii) het aantal werkelijke eenheden moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de eenheden moeten werkelijk gebruikt of geproduceerd zijn in de in artikel 3 vermelde periode;
- de eenheden moeten noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de specifieke actie of door de specifieke actie zijn geproduceerd, en
- het aantal eenheden moet identificeerbaar en verifieerbaar zijn, met name ondersteund door de schriftelijke gegevens en overige bewijsstukken (zie artikel 24 FPA);
c) voor vaste kosten:
i) deze moeten worden berekend door het in bijlage 2 vermelde vaste percentage toe te passen, en
ii) de kosten (reële kosten of eenheidskosten [of forfaitaire kosten]) waar het vaste percentage op moet worden toegepast, moeten voldoen aan de in dit artikel genoemde voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen[;][.]
d) [OPTIE als artikel 4.2 voorziet in een forfaitair bedrag: voor forfaitaire kosten:
i) het subsidiabele bedrag is gelijk aan het bedrag dat staat vermeld in bijlage 2, en
ii) de overeenkomstige werkzaamheden of delen van de specifieke actie moeten op de juiste wijze zijn uitgevoerd, in overeenstemming met bijlage 1.]
5.2 Specifieke voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
Kosten komen voor subsidie in aanmerking als zij voldoen aan de algemene voorwaarden (zie boven) en de specifieke voorwaarden die hieronder voor elk van de volgende begrotingscategorieën zijn uiteengezet:
A. directe personeelskosten;
B. directe uitbestedingskosten;
C. [OPTIE 1, te gebruiken als artikel 13 van toepassing is: directe kosten voor het verlenen van financiële steun aan derden;] [OPTIE 2: niet van toepassing;]
D. overige directe kosten;
E. indirecte kosten;
F. [OPTIE 1, voor specifieke eenheidskosten/forfaitaire kosten]: [naam (namen) van specifieke categorie(ën) invullen23]][OPTIE 2: niet van toepassing].
"Directe kosten" zijn kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de actie en derhalve direct aan de actie zijn toe te wijzen. Directe kosten mogen geen indirecte kosten bevatten (zie punt E hieronder).
"Indirecte kosten" zijn kosten die niet rechtstreeks met de uitvoering van de specifieke actie in verband worden gebracht en derhalve niet direct aan de specifieke actie zijn toe te wijzen.
A. Directe personeelskosten [(niet vallende onder punt F)]
Soorten subsidiabele personeelskosten
A.1 Personeelskosten zijn subsidiabel als zij verband houden met personeel dat voor de partner werkt in het kader van een arbeidscontract (of gelijkwaardig aanstellingsdocument) en ten behoeve van de actie ("kosten voor het personeel (of equivalent)") wordt ingezet. De subsidiabele kosten dienen beperkt te zijn tot salarissen (met inbegrip van ouderschapsverlof), socialeverzekeringsbijdragen, belastingen en andere kosten die in de beloning zijn inbegrepen, als zij voortvloeien uit nationale wetgeving of het arbeidscontract (of een gelijkwaardig aanstellingsdocument).
Partners die juridische entiteiten zonder winstoogmerk24 zijn, mogen ook de aanvullende beloning voor personeel dat ten behoeve van de specifieke actie is ingezet als personeelskosten opvoeren (met inbegrip van beloningen op grond van aanvullende contracten, ongeacht hun aard), als:
23 Precieze benaming van de kosten invullen zoals vermeld in het besluit van de Commissie waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van eenheidskosten/forfaitair bedrag. Bijvoorbeeld: "kosten van het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur"; "kosten van klinische studies"; "kosten van maatregelen voor energie-efficiëntie van gebouwen".
24 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, punt 14), van Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake de regels voor deelname: een juridische entiteit zonder winstoogmerk is een juridische entiteit die op grond van haar rechtsvorm geen winstoogmerk heeft of een wettelijke of statutaire verplichting heeft geen winsten uit te keren aan haar aandeelhouders of afzonderlijke leden.
a) deze beloning onderdeel uitmaakt van de gebruikelijke beloningspraktijken van de partner en op een consistente wijze wordt uitbetaald als er gebruik wordt gemaakt van hetzelfde soort werk of dezelfde soort expertise;
b) de criteria om de aanvullende beloning te berekenen objectief zijn en algemeen worden toegepast door de partner, ongeacht de gebruikte financieringsbron.
"Aanvullende beloning" is alle beloning bovenop wat de persoon betaald zou krijgen voor de tijd die hij heeft gewerkt voor projecten die uit hoofde van nationale regelingen worden gefinancierd.
De aanvullende beloning voor ten behoeve van de actie ingezet personeel is subsidiabel tot het volgende bedrag:
a) als de desbetreffende medewerker voltijds werkt en zich het hele jaar door uitsluitend met de actie bezighoudt: tot maximaal 8 000 EUR;
b) indien de persoon uitsluitend ten behoeve van de actie, maar niet voltijds of niet het gehele jaar werkt: ten hoogste het corresponderende pro rata-bedrag van 8 000 EUR, of
c) als de persoon in kwestie niet uitsluitend aan de actie werkt: tot een maximaal pro rata-bedrag dat als volgt wordt berekend:
{{8 000 EUR
gedeeld door
het aantal productieve uren per jaar (zie onder)}, vermenigvuldigd met
het aantal uren dat de medewerker zich gedurende het jaar met de actie heeft beziggehouden}.
A.2 De kosten voor natuurlijke personen die in het kader van een onderhandse overeenkomst, zijnde geen arbeidscontract, werkzaam zijn bij de partner, zijn subsidiabele personeelskosten mits:
a) de persoon werkt onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van een werknemer (in het bijzonder wat betreft de manier waarop het werk is georganiseerd, de uitgevoerde taken en de locatie waarop zij worden uitgevoerd);
b) de resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden eigendom zijn van de partner (tenzij bij wijze van uitzondering anders is overeengekomen), en
c) de kosten niet wezenlijk verschillen van de kosten van het personeel dat soortgelijke werkzaamheden in het kader van een arbeidscontract voor de partner verricht.
A.3 De kosten voor personeel dat tegen betaling door een derde wordt ingehuurd, zijn subsidiabele personeelskosten als aan de voorwaarden in artikel 9.1 wordt voldaan.
A.4 Kosten van eigenaren van partners zijnde kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo- eigenaren") die zich bezighouden met de actie zonder salaris te ontvangen, zijn subsidiabele personeelskosten als deze kosten overeenkomen met het bedrag per eenheid dat staat vermeld in bijlage 2a vermenigvuldigd met het werkelijke aantal aan de specifieke actie gewerkte uren.
A.5 Kosten van "partners zijnde natuurlijke personen" die zich bezighouden met de actie zonder salaris te ontvangen, zijn subsidiabele personeelskosten als deze kosten overeenkomen met het bedrag per eenheid dat staat vermeld in bijlage 2a vermenigvuldigd met het werkelijke aantal aan de actie gewerkte uren.
[A.6[OPTIE te gebruiken voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Personeelskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden in artikel 14.1.1 is voldaan.] [OPTIE te gebruiken voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Personeelskosten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden in artikel 14.2 is voldaan.]]
Berekening
Personeelskosten moeten als volgt door de partners worden berekend:
{{uurtarief
vermenigvuldigd met
het werkelijke aantal aan de specifieke actie gewerkte uren}, plus
voor juridische entiteiten zonder winstoogmerk: extra vergoeding voor personeel dat ten behoeve van de actie is ingezet krachtens de hierboven uiteengezette voorwaarden (punt A.1)}.
Het werkelijke aantal voor een medewerker gedeclareerde uren moet identificeerbaar en verifieerbaar zijn (zie artikel 24 FPA).
Het totale aantal gedeclareerde uren voor EU- of Euratomsubsidies per persoon per jaar, kan niet hoger zijn dan de jaarlijkse productieve uren die zijn gebruikt voor de berekeningen van het uurtarief. Het maximumaantal uren dat voor de subsidie kan worden gedeclareerd, bedraagt dus:
{aantal jaarlijkse productieve uren voor dat jaar (zie onder) min
het totale aantal door de partner gedeclareerde uren, voor die persoon voor dat jaar, voor andere EU- of Euratomsubsidies}.
Het "uurtarief" wordt op één van de volgende manieren berekend:
a) voor personeelskosten die als reële kosten worden gedeclareerd (de begrotingscategorieën A.1, A.2, A.3[ en A.6]), wordt het uurtarief per heel boekjaar berekend, als volgt :
{reële jaarlijkse personeelskosten (met uitzondering van extra vergoedingen) voor de persoon gedeeld door
het aantal jaarlijkse productieve uren}.
waarbij de personeelskosten en het aantal productieve uren voor elk heel boekjaar van de desbetreffende verslagperiode worden gebruikt. Als een boekjaar aan het einde van de verslagperiode nog niet is afgesloten, moeten de partners het uurtarief gebruiken van het laatste afgesloten boekjaar dat zij tot hun beschikking hebben.
Voor het "aantal jaarlijkse productieve uren" moeten de partners één van de volgende berekeningen aanhouden:
i) "vast aantal uren": 1 720 uur voor medewerkers die voltijds werken (of de overeenkomende pro rata-berekening van het aantal uren voor medewerkers die niet voltijds werken);
ii) "individueel aantal productieve uren per jaar": het totale aantal uren dat de medewerker in dat jaar voor de partner heeft gewerkt, berekend als volgt:
{het aantal werkbare uren per jaar van de medewerker (overeenkomstig het arbeidscontract, de van toepassing zijnde cao of de nationale wetgeving)
plus
gewerkte overuren min
verzuimuren (zoals ziekteverlof en bijzonder verlof)}.
Onder "jaarlijks aantal werkbare uren" wordt verstaan de periode waarin het personeel wordt geacht te werken, ter beschikking van de werkgever te staan en zijn/haar werkzaamheden of taken te verrichten krachtens het arbeidscontract, de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of de nationale arbeidstijdenwetgeving.
Als het niet mogelijk is om op basis van het contract (of de van toepassing zijnde cao of nationale arbeidstijdenwetgeving) het aantal werkbare uren per jaar te berekenen, dan kan deze optie niet worden gebruikt.
iii) "standaardaantal productieve uren per jaar": het standaardaantal uren per jaar dat door de partner wordt gehanteerd voor zijn personeel volgens de
gangbare kostenberekeningsmethoden. Dit aantal moet ten minste 90 % van het "standaardaantal werkbare uren per jaar" bedragen.
Als er geen van toepassing zijnde referentie is voor het standaardaantal werkbare uren per jaar kan deze optie niet gebruikt worden.
In alle gevallen mag de werkelijke tijd die is besteed aan ouderschapsverlof door een medewerker die voor de actie is aangesteld, van het aantal productieve uren per jaar worden afgetrokken.
Partners mogen het uurtarief eventueel ook per maand berekenen, als volgt:
{reële maandelijkse personeelskosten (met uitzondering van extra vergoedingen) voor de persoon gedeeld door
{aantal jaarlijkse productieve uren / 12}}
waarbij de personeelskosten voor elke maand en (een twaalfde deel van) het aantal productieve uren per jaar ofwel volgens optie i) of iii) hierboven wordt berekend, d.w.z.:
- vast aantal uren of
- standaardaantal jaarlijkse productieve uren.
Tijd voor ouderschapsverlof mag niet in mindering worden gebracht bij de berekening van het maandelijks uurtarief. Partners mogen echter wel tijdens de periode van het ouderschapsverlof gemaakte personeelskosten declareren, naar verhouding van de tijd waarin de betrokken persoon aan de actie heeft gewerkt in dat boekjaar.
Als delen van een basisvergoeding zijn gegenereerd tijdens langere periodes dan een maand, mogen de partners alleen het deel in rekening brengen dat tijdens de desbetreffende maand is gegenereerd (ongeacht het bedrag dat daadwerkelijk voor die maand is betaald).
Per boekjaar mogen partners maar één optie toepassen (per heel boekjaar of per maand);
b) voor personeelskosten die op basis van eenheidskosten worden gedeclareerd (de begrotingscategorieën A.1, A.2, A.4, A.5[ en A.6]) wordt het "uurtarief" op één van de volgende manieren berekend:
i) voor eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen of partners zijnde natuurlijke personen: het uurtarief zoals vermeld in bijlage 2a (zie de punten A.4 en A.5 hierboven), of
ii) voor personeelskosten die worden gedeclareerd op basis van de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner: het uurtarief zoals berekend door de
partner in overeenstemming met de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner, als:
- de gebruikte kostenberekeningsmethoden op een consistente wijze worden toegepast, gebaseerd op objectieve criteria, ongeacht de financieringsbron;
- het uurtarief is berekend op basis van de reële personeelskosten zoals die in de boekhouding van de partner zijn opgenomen, en eventuele niet-subsidiabele kosten of kosten die in andere begrotingscategorieën thuishoren niet zijn meegerekend.
De reële personeelskosten kunnen door de partner worden aangepast op basis van begrote of geraamde elementen. Deze elementen moeten relevant zijn voor het berekenen van de personeelskosten, redelijk zijn en in overeenstemming zijn met objectieve en verifieerbare informatie;
en
- het uurtarief wordt berekend op basis van het aantal productieve uren per jaar (zie boven).
B. Directe uitbestedingskosten [(niet vallend onder punt F)] (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet- aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen voor subsidie in aanmerking als aan de voorwaarden in artikel 11.1.1 is voldaan.
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Uitbestedingskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
[OPTIE voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Uitbestedingskosten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.2 is voldaan.]
C. Directe kosten voor het verlenen van financiële steun aan derden [(niet vallend onder punt F)] [OPTIE 1a, te gebruiken indien artikel 13.1 van toepassing is: C.1 Directe kosten van het verlenen van financiële steun komen voor subsidie in aanmerking als aan de voorwaarden in artikel 13.1.1 is voldaan.][OPTIE 1b, te gebruiken als artikel 13.2 van toepassing is: C.2 Directe kosten van het verlenen van financiële steun in de vorm van prijzen zijn subsidiabel als wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 13.2.1.][OPTIE 2: Niet van toepassing.]
D. Overige directe kosten [(niet vallende onder punt F)]
D.1 Vergoedingen voor reiskosten en gerelateerde verblijfsvergoedingen (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen voor subsidie in
aanmerking als deze vergoedingen overeenkomen met de gebruikelijke werkwijze van de partner op dit gebied.
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Reiskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
D.2 [OPTIE 1 (standaardoptie): De afschrijvingskosten van materieel, infrastructuur of andere activa (nieuw of tweedehands), zoals opgenomen in de boekhouding van de partner, komen voor subsidie in aanmerking, mits deze zijn aangekocht overeenkomstig artikel 8.1.1 en worden afgeschreven overeenkomstig de internationale boekhoudkundige normen en de gangbare boekhoudpraktijken van de partner.
De kosten van het huren of leasen van materieel, infrastructuur of andere activa (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen ook voor subsidie in aanmerking als deze kosten de afschrijvingskosten van vergelijkbare materialen, infrastructuur of activa niet overschrijden en geen financieringskosten bevatten.
De kosten van materieel, infrastructuur of andere activa die tegen betaling in natura zijn bijgedragen, komen voor subsidie in aanmerking als zij de afschrijvingskosten van vergelijkbaar materieel, vergelijkbare infrastructuur of vergelijkbare activa niet overschrijden, geen financieringskosten bevatten en als aan de voorwaarden in artikel 9.1 is voldaan.
Het enige deel van de kosten dat wordt meegerekend, is het deel dat binnen de duur van de actie valt en het percentage dat daadwerkelijk voor het doel van de actie is gebruikt.]
[OPTIE 2 (alternatief voor bovenstaande optie) als dat in het werkprogramma is opgenomen25: De kosten voor de aankoop van materieel, infrastructuur of andere activa (nieuw of tweedehands) (zoals opgenomen in de boekhouding van de partner) komen voor subsidie in aanmerking als de aankoop van het materieel, de infrastructuur of andere activa is geschied in overeenstemming met artikel 8.1.1.
De kosten van het huren of leasen van materieel, infrastructuur of andere activa (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen ook voor subsidie in aanmerking als deze kosten de afschrijvingskosten van vergelijkbare materialen, infrastructuur of activa niet overschrijden en geen financieringskosten bevatten.
De kosten van materieel, infrastructuur of andere activa die tegen betaling in natura zijn bijgedragen, komen voor subsidie in aanmerking als zij de afschrijvingskosten van vergelijkbaar materieel, vergelijkbare infrastructuur of vergelijkbare activa niet overschrijden, geen financieringskosten bevatten en als aan de voorwaarden in artikel 9.1 is voldaan.]
25 Te gebruiken als uitzondering, uitsluitend als dat door de aard van de actie en de context van het gebruik van het materieel of de activa is gerechtvaardigd en hierin is voorzien in het werkprogramma.
[OPTIE (naast één van de eerste twee van de bovenstaande opties) voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Bij wijze van uitzondering mogen de partners dergelijke kosten (d.w.z. kosten voor het huren, leasen en aankopen van af te schrijven materieel, infrastructuur en andere activa) niet declareren voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur (zie artikel 14.1).]
[OPTIE (naast één van de eerste twee van de bovenstaande opties) voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur, tenzij het werkprogramma expliciet kapitaalinvesteringen in virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur toestaat: Bij wijze van uitzondering mogen de partners dergelijke kosten (d.w.z. kosten voor het huren, leasen en aankopen van af te schrijven materieel, infrastructuur en andere activa) niet declareren voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur (zie artikel 14.2).]
D.3 Kosten van andere goederen en diensten (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) zijn subsidiabel als deze goederen en diensten:
a) specifiek voor de specifieke actie en in overeenstemming met artikel 8.1.1 zijn aangekocht, of
b) zijn bijgedragen in natura tegen betaling en in overeenstemming met artikel 9.1.
Onder dergelijke goederen en diensten vallen bijvoorbeeld verbruiks- en bevoorradingsgoederen, verspreiding (waaronder vrije toegang), bescherming van resultaten, certificaten betreffende de financiële staten (als dit in de overeenkomst is opgenomen), certificaten inzake de methode, vertalingen en publicaties.
[OPTIE te gebruiken voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Kosten van andere goederen en diensten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
[OPTIE te gebruiken voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Kosten van andere goederen en diensten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.2 is voldaan.]
D.4 Geactiveerde en operationele kosten van "grote onderzoeksinfrastructuur"26 [OPTIE 1 (standaardoptie): die rechtstreeks voor de actie wordt gebruikt, komen voor subsidie in aanmerking als:
a) de waarde van de grote onderzoeksinfrastructuur ten minste 75 % van de totale vaste activa vertegenwoordigt (op de historische waarde in de laatste afgesloten balans
26 "Grote onderzoeksinfrastructuur": een onderzoeksinfrastructuur met een totale waarde van ten minste 20 miljoen EUR voor een bepaalde partner, berekend als de som van de historische waarden van de activa van de afzonderlijke onderzoeksinfrastructuren zoals opgenomen in de laatste afgesloten balans van die partner vóór de datum van ondertekening van de subsidieovereenkomst, of zoals bepaald op basis van de huur- en leasekosten van de onderzoeksinfrastructuren.
voor de datum van ondertekening van de overeenkomst of zoals vastgesteld op basis van de huur- en leasekosten van de onderzoeksinfrastructuur27);
b) de methodologie van de partner om kosten voor grote onderzoeksinfrastructuren te declareren is goedgekeurd door de Commissie ("beoordeling vooraf");
c) de partner als directe subsidiabele kosten uitsluitend het deel van de kosten declareert dat binnen de duur van de actie valt en het percentage dat daadwerkelijk voor het doel van de actie is gebruikt, en
d) zij voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in de nadere uitleg bij de H2020- subsidieovereenkomsten.]
[OPTIE 2, voor alle thema's of onderwerpen die binnen de oproepen onder het deel "Onderzoeksinfrastructuur" vallen (met uitzondering van e-infrastructuuronderwerpen): Niet van toepassing.]
[OPTIE 3, gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: Niet van toepassing.]
D.5 Kosten voor intern gefactureerde goederen en diensten die rechtstreeks voor de actie worden gebruikt, zijn subsidiabel, mits:
a) zij worden gedeclareerd op basis van eenheidskosten die in overeenstemming met de gebruikelijke kostenberekeningsmethoden van de partner zijn berekend;
b) de gebruikte kostenberekeningsmethoden op een consistente wijze worden toegepast, gebaseerd op objectieve criteria, ongeacht de financieringsbron;
c) de eenheidskosten zijn berekend op basis van de reële kosten voor de in de boekhouding van de partner opgenomen goederen of diensten, exclusief eventuele niet-subsidiabele kosten of in andere begrotingscategorieën opgenomen kosten.
De reële kosten mogen door de partner op basis van begrote of geraamde gegevens worden aangepast. Die gegevens moeten relevant zijn voor de berekening van de kosten, redelijk zijn, en gebaseerd zijn op objectieve en verifieerbare informatie;
d) de eenheidskosten geen kosten bevatten voor posten die niet rechtstreeks te maken hebben met de productie van de gefactureerde goederen of de verlening van de gefactureerde diensten.
27 Zie voor de definitie artikel 2, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020: "Onderzoeksinfrastructuren": faciliteiten, hulpbronnen en diensten waarvan de onderzoeksgemeenschappen gebruik maken om op hun gebied onderzoek te verrichten en innovatie te bevorderen. Waar dienstig kan de infrastructuur ook voor andere dan onderzoeksdoelen worden aangewend, bijvoorbeeld voor onderwijs of voor openbare dienstverlening. Het betreft onder meer belangrijke wetenschappelijke uitrusting of verzamelingen van instrumenten; op kennis gebaseerde hulpbronnen zoals verzamelingen, archieven of wetenschappelijke gegevens; e-infrastructuren zoals data, en computersystemen en communicatienetwerken; en elke andere unieke infrastructuur die van wezenlijk belang is om excellentie in onderzoek en innovatie te bereiken. Het kan daarbij gaan om infrastructuren die zich op één locatie bevinden, of virtuele dan wel gedistribueerde infrastructuren.
"Intern gefactureerde goederen en diensten" zijn goederen of diensten die rechtstreeks voor de actie door de partner worden verstrekt en door hem in overeenstemming met zijn gangbare kostenberekeningsmethoden worden becijferd.
E. Indirecte kosten [(niet vallende onder punt F)]
Indirecte kosten komen voor subsidie in aanmerking als zij gedeclareerd worden op basis van het vaste percentage van 25 % van de subsidiabele directe kosten (zie artikel 4.2 en punten A t/m D hierboven), met uitzondering van:
a) uitbestedingskosten [en][;]
b) kosten van bijdragen in natura door derden die niet worden gebruikt op de locatie van de partner [en][;]
c) [OPTIE 1, te gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: kosten voor het verlenen van financiële steun aan derden][OPTIE 2: niet van toepassing;]
d) [OPTIE 1, als punt F van toepassing is en de specifieke eenheidskosten[/forfaitaire kosten] indirecte kosten omvatten: [eenheidskosten krachtens artikel 4.2, onder f) en punt F hieronder)][forfaitaire kosten krachtens artikel 4.2, onder f) en punt F hieronder]][OPTIE 2: niet van toepassing]
Partners die een door de EU of Euratombegroting gefinancierde exploitatiesubsidie 28 ontvangen, kunnen de indirecte kosten die in de door de exploitatiesubsidie gedekte periode vallen, niet declareren, tenzij zij kunnen aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt.
F. [OPTIE 1: [naam (namen) van de specifieke kostencategorie(ën) invullen29][OPTIE 2, als geen specifieke kostencategorieën op de subsidie van toepassing zijn: Specifieke kostencategorie(ën)]
OPTIE 1a, voor specifieke eenheidskosten (voor zover voorzien in het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie): [naam van specifieke kostencategorie invullen komen voor subsidie in aanmerking als zij overeenkomen met het bedrag per eenheid van bijlage 2a vermenigvuldigd met het werkelijke aantal eenheden [en als [eventuele voorwaarden voor subsidie invullen]].]
28 Voor de definitie, zie artikel 121, lid 1, onder b), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad ("Financieel Reglement nr. 966/2012") (PB L 218 van 26.10.2012, blz. 1): "exploitatiesubsidie": rechtstreekse financiële bijdrage ten laste van de begroting, bij wijze van schenking verleend voor de financiering van de werking van een orgaan dat een doelstelling van algemeen Europees belang of een in het kader van het beleid van de EU passende doelstelling nastreeft.
29 Precieze benaming van de kostencategorie invullen zoals vermeld in het besluit van de Commissie waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van eenheidskosten/een forfaitair bedrag. Bijvoorbeeld: "kosten van het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur"; kosten van "klinische studies"; "kosten van maatregelen voor energie-efficiëntie van gebouwen"
[OPTIE 1b, voor specifieke forfaitaire kosten (voor zover voorzien in het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie): [naam van specifieke kostencategorie invullen] komen voor subsidie in aanmerking als zij overeenkomen met het forfaitaire bedrag dat staat vermeld in bijlage 2 en de bijbehorende taken of delen van de actie op de juiste wijze zijn uitgevoerd overeenkomstig bijlage 1.]
[idem voor elke specifieke kostencategorie] [OPTIE 2: Niet van toepassing.] ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Kosten komen voor subsidie in aanmerking als zij voldoen aan de algemene voorwaarden (zie boven) en de specifieke voorwaarden die hieronder voor elk van de volgende begrotingscategorieën zijn uiteengezet:
A. directe kosten van uitbesteding in het kader van [PCP][PPI]
B. kosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten
"Directe kosten" zijn kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de actie en derhalve direct aan de actie zijn toe te wijzen. Directe kosten mogen geen indirecte kosten bevatten (zie punt B.4 hieronder).
"Indirecte kosten" zijn kosten die niet rechtstreeks met de uitvoering van de specifieke actie in verband worden gebracht en derhalve niet direct aan de specifieke actie zijn toe te wijzen.
A. Directe kosten van uitbesteding in het kader van [PCP][PPI] (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) zijn subsidiabel mits aan de voorwaarden in artikel 11.1 is voldaan.
B. Kosten voor verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten zijn subsidiabel tot een bedrag van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen) 30] EUR, mits zij aan het volgende voldoen:
B.1 Directe personeelskosten voor verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(die niet onder punt B.5 vallen)]
Soorten subsidiabele personeelskosten
B.1.1 Personeelskosten zijn subsidiabel als zij verband houden met personeel dat voor de partner werkt in het kader van een arbeidscontract (of gelijkwaardig aanstellingsdocument) en ten behoeve van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten ("kosten voor het personeel (of equivalent)") wordt ingezet. De subsidiabele kosten dienen beperkt te zijn tot salarissen (ook gedurende ouderschapsverlof), socialeverzekeringsbijdragen, belastingen en andere kosten die in de beloning zijn inbegrepen, als zij voortvloeien uit nationale wetgeving of het arbeidscontract (of een gelijkwaardig aanstellingsdocument).
30 Dit bedrag moet in het geval van PCP met 30 % en in het geval van PPI met 50 % van de geraamde subsidiabele kosten in artikel 4.2 overeenkomen.
Partners die juridische entiteiten zonder winstoogmerk31 zijn, mogen ook de aanvullende beloning voor personeel dat ten behoeve van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten is ingezet als personeelskosten opvoeren (met inbegrip van beloningen op grond van aanvullende contracten, ongeacht hun aard), als:
a) deze beloning onderdeel uitmaakt van de gebruikelijke beloningspraktijken van de partner en op een consistente wijze wordt uitbetaald als er gebruik wordt gemaakt van hetzelfde soort werk of dezelfde soort expertise
b) de criteria om de aanvullende beloning te berekenen objectief zijn en algemeen worden toegepast door de partner, ongeacht de gebruikte financieringsbron.
"Aanvullende beloning" is alle beloning bovenop wat de persoon betaald zou krijgen voor de tijd die hij heeft gewerkt voor projecten die uit hoofde van nationale regelingen worden gefinancierd.
De aanvullende beloning voor personeel dat het hele jaar door ten behoeve van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten is ingezet, is subsidiabel tot het volgende bedrag:
a) indien de persoon in kwestie voltijds werkt en zich het hele jaar door uitsluitend met de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten bezighoudt: tot maximaal 8 000 EUR;
b) indien de persoon uitsluitend ten behoeve van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten, maar niet voltijds of niet het hele jaar werkt: tot maximaal het corresponderende pro rata-bedrag van 8 000 EUR, of
c) indien de persoon zich niet uitsluitend met de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten bezighoudt: tot een maximaal pro rata-bedrag dat als volgt wordt berekend:
{{8 000 EUR
gedeeld door
het aantal productieve uren per jaar (zie onder)}, vermenigvuldigd met
het aantal uren dat de medewerker zich gedurende het jaar met de actie heeft beziggehouden}.
31 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, onder 14, van de Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake de regels voor deelname: "juridische entiteit zonder winstoogmerk": een juridische entiteit die op grond van haar rechtsvorm geen winstoogmerk heeft of een wettelijke of statutaire verplichting heeft geen winsten uit te keren aan zijn aandeelhouders of afzonderlijke leden.
B.1.2 De kosten voor natuurlijke personen die in het kader van een onderhandse overeenkomst, zijnde geen arbeidscontract, werkzaam zijn bij de partner, zijn subsidiabele personeelskosten mits:
a) de persoon in kwestie werkt onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van een werknemer (in het bijzonder wat betreft de manier waarop het werk is georganiseerd, de uitgevoerde taken en de locatie waarop zij worden uitgevoerd);
b) de resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden eigendom zijn van de partner (tenzij bij wijze van uitzondering anders is overeengekomen), en
c) de kosten niet wezenlijk verschillen van de kosten van het personeel dat soortgelijke werkzaamheden in het kader van een arbeidscontract voor de partner verricht.
B.1.3 De kosten voor personeel dat tegen betaling door een derde wordt ingehuurd, zijn subsidiabele personeelskosten, mits aan de voorwaarden in artikel 9.1 wordt voldaan.
B.1.4 Kosten van eigenaren van partners zijnde kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo-eigenaren") die zich bezighouden met de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten zonder salaris te ontvangen, zijn subsidiabele personeelskosten, mits deze kosten overeenkomen met het bedrag per eenheid dat staat vermeld in bijlage 2a, vermenigvuldigd met het werkelijke aantal aan de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten gewerkte uren.
B.1.5 Kosten van "partners zijnde natuurlijke personen" die geen salaris ontvangen, zijn subsidiabele personeelskosten mits deze kosten overeenkomen met het bedrag per eenheid dat staat vermeld in bijlage 2a, vermenigvuldigd met het werkelijke aantal aan de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten gewerkte uren.
[B.1.6 [OPTIE te gebruiken voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Personeelskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden in artikel 14.1.1 is voldaan.][OPTIE te gebruiken voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Personeelskosten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden in artikel 14.2 is voldaan.]]
Berekening
Personeelskosten moeten als volgt door de partners worden berekend:
{{uurtarief
vermenigvuldigd met
het werkelijke aantal aan de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten gewerkte uren}, plus
voor juridische entiteiten zonder winstoogmerk: aanvullende beloning voor personeel dat ten behoeve van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten is ingezet krachtens de hierboven uiteengezette voorwaarden (punt B.1.1)}.
Het werkelijke aantal voor een medewerker gedeclareerde uren moet identificeerbaar en verifieerbaar zijn (zie artikel 24 FPA).
Het totale aantal gedeclareerde uren voor EU- of Euratomsubsidies per persoon per jaar mag niet hoger zijn dan de jaarlijkse productieve uren die zijn gebruikt voor de berekeningen van het uurtarief. Het maximumaantal uren dat voor de specifieke subsidie kan worden gedeclareerd, bedraagt dus:
{aantal jaarlijkse productieve uren voor dat jaar (zie onder) min
het totale aantal door de partner gedeclareerde uren, voor die persoon voor dat jaar, voor andere EU- of Euratomsubsidies}.
Het "uurtarief" wordt op één van de volgende manieren berekend:
a) voor personeelskosten die als reële kosten worden gedeclareerd (de begrotingscategorieën A.1, A.2, A.3[ en A.6]): het uurtarief wordt per heel boekjaar als volgt berekend:
{reële jaarlijkse personeelskosten (met uitzondering van extra vergoedingen) voor de persoon gedeeld door
het aantal jaarlijkse productieve uren}.
waarbij de personeelskosten en het aantal productieve uren voor elk heel boekjaar van de desbetreffende verslagperiode worden gebruikt. Als een boekjaar aan het einde van de verslagperiode nog niet is afgesloten, moeten de partners het uurtarief gebruiken van het laatste afgesloten boekjaar dat zij tot hun beschikking hebben.
Voor het "aantal jaarlijkse productieve uren" moeten de partners één van de volgende berekeningen aanhouden:
i) "vast aantal uren": 1 720 uur voor medewerkers die voltijds werken (of de overeenkomende pro rata-berekening van het aantal uren voor medewerkers die niet voltijds werken);
ii) "individueel aantal productieve uren per jaar": het totale aantal uren dat de medewerker in dat jaar voor de partner heeft gewerkt, berekend als volgt:
{het aantal werkbare uren per jaar van de medewerker (overeenkomstig het arbeidscontract, de van toepassing zijnde cao of de nationale wetgeving)
plus
gewerkte overuren min
verzuimuren (zoals ziekteverlof en bijzonder verlof)}.
Onder "jaarlijks aantal werkbare uren" wordt verstaan de periode waarin het personeel wordt geacht te werken, ter beschikking van de werkgever te staan en zijn/haar werkzaamheden of taken te verrichten krachtens het arbeidscontract, de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of de nationale arbeidstijdenwetgeving.
Als het niet mogelijk is om op basis van het contract (of de van toepassing zijnde cao of nationale arbeidstijdenwetgeving) het aantal werkbare uren per jaar te berekenen, dan kan deze optie niet worden gebruikt.
iii) "standaardaantal productieve uren per jaar": het standaardaantal uren per jaar dat door de partner wordt gehanteerd voor zijn personeel volgens de gangbare kostenberekeningsmethoden. Dit aantal moet ten minste 90 % van het "standaardaantal werkbare uren per jaar" bedragen.
Als er geen van toepassing zijnde referentie is voor het standaardaantal werkbare uren per jaar kan deze optie niet gebruikt worden.
In alle gevallen mag de werkelijke tijd die is besteed aan ouderschapsverlof door een medewerker die voor de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten is aangesteld, van het aantal productieve uren per jaar worden afgetrokken.
Partners mogen het uurtarief eventueel ook per maand berekenen, als volgt:
{reële maandelijkse personeelskosten (met uitzondering van aanvullende beloning) voor de persoon gedeeld door
{aantal jaarlijkse productieve uren / 12}}
waarbij de personeelskosten voor elke maand en (een twaalfde deel van) het aantal productieve uren per jaar ofwel volgens optie i) of iii) hierboven wordt berekend, d.w.z.:
- vast aantal uren of
- standaardaantal jaarlijkse productieve uren.
Tijd voor ouderschapsverlof mag niet in mindering worden gebracht bij de berekening van het maandelijks uurtarief. Partners mogen echter wel tijdens de periode van het ouderschapsverlof gemaakte personeelskosten declareren, naar verhouding van de tijd waarin de betrokken persoon aan de actie heeft gewerkt in dat boekjaar.
Als delen van een basisvergoeding zijn gegenereerd tijdens langere periodes dan een maand, mogen de partners alleen het deel in rekening brengen dat tijdens de desbetreffende maand is gegenereerd (ongeacht het bedrag dat daadwerkelijk voor die maand is betaald).
Per boekjaar mogen partners maar één optie toepassen (per heel boekjaar of per maand);
b) voor personeelskosten die op basis van eenheidskosten worden gedeclareerd (de begrotingscategorieën A.1, A.2, A.4, A.5[ en A.6]) wordt het "uurtarief" op één van de volgende manieren berekend:
i) voor eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen of partners zijnde natuurlijke personen: het uurtarief zoals vermeld in bijlage 2a (zie de punten A.4 en A.5 hierboven), of
ii) voor personeelskosten die worden gedeclareerd op basis van de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner: het uurtarief zoals berekend door de partner in overeenstemming met de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner, als:
- de gebruikte kostenberekeningsmethoden op een consistente wijze worden toegepast, gebaseerd op objectieve criteria, ongeacht de financieringsbron;
- het uurtarief is berekend op basis van de reële personeelskosten zoals die in de boekhouding van de partner zijn opgenomen, en eventuele niet-subsidiabele kosten of kosten die in andere begrotingscategorieën thuishoren niet zijn meegerekend.
De reële personeelskosten kunnen door de partner worden aangepast op basis van begrote of geraamde elementen. Deze elementen moeten relevant zijn voor het berekenen van de personeelskosten, redelijk zijn en in overeenstemming zijn met objectieve en verifieerbare informatie;
en
- het uurtarief wordt berekend op basis van het aantal productieve uren per jaar (zie boven).
B.2 Directe uitbestedingskosten van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten [(niet vallend onder punt B.5)] (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen voor subsidie in aanmerking mits aan de voorwaarden in artikel 11.1.1 is voldaan.
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Uitbestedingskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking mits ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
[OPTIE voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Uitbestedingskosten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking mits ook aan de voorwaarden van artikel 14.2 is voldaan.]
B.3 Overige directe uitbestedingskosten van verwante aanvullende coördinatie - en netwerkactiviteiten [(niet vallend onder punt B.5)]
B.3.1 Reiskosten en gerelateerde verblijfsvergoedingen (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen voor subsidie in aanmerking als deze vergoedingen overeenkomen met de gangbare werkwijze van de partner op dit gebied.
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Reiskosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking mits ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
B.3.2 [OPTIE 1 (standaardoptie): De afschrijvingskosten van materieel, infrastructuur of andere activa (nieuw of tweedehands), zoals opgenomen in de boekhouding van de partner, komen voor subsidie in aanmerking, mits deze zijn aangekocht overeenkomstig artikel 8.1.1 en worden afgeschreven overeenkomstig de internationale boekhoudkundige normen en de gangbare boekhoudpraktijken van de partner.
De kosten van het huren of leasen van materieel, infrastructuur of andere activa (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen ook voor subsidie in aanmerking mits deze kosten de afschrijvingskosten van vergelijkbare materialen, infrastructuur of activa niet overschrijden en geen financieringskosten bevatten.
De kosten van materieel, infrastructuur of andere activa die tegen betaling in natura zijn bijgedragen, komen voor subsidie in aanmerking als zij de afschrijvingskosten van vergelijkbaar materieel, vergelijkbare infrastructuur of vergelijkbare activa niet overschrijden, geen financieringskosten bevatten en als aan de voorwaarden in artikel 9.1 is voldaan.
Het enige deel van de kosten dat wordt meegerekend, is het deel dat binnen de duur van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten valt en het percentage dat daadwerkelijk voor het doel van de actie is gebruikt.]
[OPTIE 2 (alternatief voor bovenstaande optie) als dat in het werkprogramma is opgenomen32: De kosten voor de aankoop van materieel, infrastructuur of andere activa (nieuw of tweedehands) (zoals opgenomen in de boekhouding van de partner) komen voor subsidie in aanmerking als de aankoop van het materieel, de infrastructuur of andere activa is geschied in overeenstemming met artikel 8.1.1.
De kosten van het huren of leasen van materieel, infrastructuur of andere activa (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) komen ook voor subsidie in aanmerking als deze kosten de afschrijvingskosten van vergelijkbare materialen, infrastructuur of activa niet overschrijden en geen financieringskosten bevatten.
32 Te gebruiken als uitzondering, uitsluitend als dat door de aard van de actie en de context van het gebruik van het materieel of de activa is gerechtvaardigd en hierin is voorzien in het werkprogramma.
De kosten van materieel, infrastructuur of andere activa die tegen betaling in natura zijn bijgedragen, komen voor subsidie in aanmerking als zij de afschrijvingskosten van vergelijkbaar materieel, vergelijkbare infrastructuur of vergelijkbare activa niet overschrijden, geen financieringskosten bevatten en als aan de voorwaarden in artikel 9.1 is voldaan.]
[OPTIE (naast één van de eerste twee van de bovenstaande opties) voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Bij wijze van uitzondering mogen de partners dergelijke kosten (d.w.z. kosten voor het huren, leasen en aankopen van af te schrijven materieel, infrastructuur en andere activa) niet declareren voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur (zie artikel 14.1).]
[OPTIE (naast één van de eerste twee van de bovenstaande opties) voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur, tenzij het werkprogramma expliciet kapitaalinvesteringen in virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur toestaat: Bij wijze van uitzondering mogen de partners dergelijke kosten (d.w.z. kosten voor het huren, leasen en aankopen van af te schrijven materieel, infrastructuur en andere activa) niet declareren voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur (zie artikel 14.2).]
B.3.3 Kosten van andere goederen en diensten (met inbegrip van daarmee verband houdende rechten, heffingen en belastingen zoals door de partner betaalde, niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw)) zijn subsidiabel mits deze goederen en diensten:
a) specifiek voor de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten en in overeenstemming met artikel 8.1.1 zijn aangekocht, of
b) zijn bijgedragen in natura tegen betaling en in overeenstemming met artikel 9.1.
Onder dergelijke goederen en diensten vallen bijvoorbeeld verbruiks- en bevoorradingsgoederen, verspreiding (waaronder vrije toegang), bescherming van resultaten, certificaten betreffende de financiële staten (als dit in de overeenkomst is opgenomen), certificaten inzake de methode, vertalingen en publicaties.
[OPTIE te gebruiken voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Kosten van andere goederen en diensten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.1.1 is voldaan.]
[OPTIE te gebruiken voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Kosten van andere goederen en diensten voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking als ook aan de voorwaarden van artikel 14.2 is voldaan.]
B.3.4 Geactiveerde en operationele kosten van "grote onderzoeksinfrastructuur"33 [OPTIE 1 (standaardoptie): die rechtstreeks voor de actie wordt gebruikt, komen voor subsidie in aanmerking mits:
33 "Grote onderzoeksinfrastructuur": een onderzoeksinfrastructuur met een totale waarde van ten minste 20 miljoen EUR voor een bepaalde partner, berekend als de som van de historische waarden van de activa van de afzonderlijke onderzoeksinfrastructuren zoals opgenomen in de laatste afgesloten balans van die
a) de waarde van de grote onderzoeksinfrastructuur ten minste 75 % van de totale vaste activa vertegenwoordigt (op de historische waarde in de laatste afgesloten balans voor de datum van ondertekening van de overeenkomst of zoals vastgesteld op basis van de huur- en leasekosten van de onderzoeksinfrastructuur34);
b) de methodologie van de partner om kosten voor grote onderzoeksinfrastructuren te declareren is goedgekeurd door de Commissie ("beoordeling vooraf");
c) de partner als directe subsidiabele kosten uitsluitend het deel van de kosten declareert dat binnen de duur van de verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten valt en het percentage dat daadwerkelijk voor het doel van de actie is gebruikt, en
d) zij voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in de nadere uitleg bij de H2020- subsidieovereenkomsten.]
[OPTIE 2, voor alle thema's of onderwerpen die binnen de oproepen onder het deel "Onderzoeksinfrastructuur" vallen (met uitzondering van e-infrastructuuronderwerpen): Niet van toepassing.]
[OPTIE 3, gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: Niet van toepassing.]
B.3.5 Kosten voor intern gefactureerde goederen en diensten die rechtstreeks voor de actie worden gebruikt, zijn subsidiabel, mits:
a) zij worden gedeclareerd op basis van eenheidskosten die in overeenstemming met de gebruikelijke kostenberekeningsmethoden van de partner zijn berekend;
b) de gebruikte kostenberekeningsmethoden op een consistente wijze worden toegepast, gebaseerd op objectieve criteria, ongeacht de financieringsbron;
c) de eenheidskosten zijn berekend op basis van de reële kosten voor de in de boekhouding van de partner opgenomen goederen of diensten, exclusief eventuele niet-subsidiabele kosten of in andere begrotingscategorieën opgenomen kosten.
De reële kosten mogen door de partner op basis van begrote of geraamde gegevens worden aangepast. Die gegevens moeten relevant zijn voor de berekening van de kosten, redelijk zijn, en gebaseerd zijn op objectieve en verifieerbare informatie;
partner vóór de datum van ondertekening van de subsidieovereenkomst, of zoals bepaald op basis van de huur- en leasekosten van de onderzoeksinfrastructuren.
34 Zie voor de definitie artikel 2, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020: "Onderzoeksinfrastructuren": faciliteiten, hulpbronnen en diensten waarvan de onderzoeksgemeenschappen gebruik maken om op hun gebied onderzoek te verrichten en innovatie te bevorderen. Waar dienstig kan de infrastructuur ook voor andere dan onderzoeksdoelen worden aangewend, bijvoorbeeld voor onderwijs of voor openbare dienstverlening. Het betreft onder meer belangrijke wetenschappelijke uitrusting of verzamelingen van instrumenten; op kennis gebaseerde hulpbronnen zoals verzamelingen, archieven of wetenschappelijke gegevens; e-infrastructuren zoals data, en computersystemen en communicatienetwerken; en elke andere unieke infrastructuur die van wezenlijk belang is om excellentie in onderzoek en innovatie te bereiken. Het kan daarbij gaan om infrastructuren die zich op één locatie bevinden, of virtuele dan wel gedistribueerde infrastructuren.
d) de eenheidskosten geen kosten bevatten voor posten die niet rechtstreeks te maken hebben met de productie van de gefactureerde goederen of de verlening van de gefactureerde diensten.
"Intern gefactureerde goederen en diensten" zijn goederen of diensten die rechtstreeks voor de actie door de partner worden verstrekt en door hem in overeenstemming met zijn gangbare kostenberekeningsmethoden worden becijferd.
B.4 Indirecte kosten voor verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten
[(niet vallende onder punt B.5)]
Indirecte kosten komen voor subsidie in aanmerking als zij gedeclareerd worden op basis van het vaste percentage van 25 % van de subsidiabele directe kosten (zie artikel 4.2 en de punten B.1 Tot en met B.3 hierboven), met uitzondering van:
a) uitbestedingskosten [en][;]
b) kosten van bijdragen in natura door derden die niet worden gebruikt op de locatie van de partner [en][;]
c) [OPTIE 1, te gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: kosten voor het verlenen van financiële steun aan derden][OPTIE 2: niet van toepassing;]
Partners die een door de EU of Euratombegroting gefinancierde exploitatiesubsidie 35 ontvangen, kunnen de indirecte kosten die in de door de exploitatiesubsidie gedekte periode vallen, niet declareren, tenzij zij kunnen aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt.
B.5 [OPTIE 1: [naam (namen) invullen van de specifieke kostencategorie(ën) die deel [uitmaakt][uitmaken] van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten36][OPTIE 2, als geen specifieke kostencategorieën op de subsidie van toepassing zijn: Specifieke kostencategorie(ën)]
OPTIE 1, voor specifieke eenheidskosten (voor zover voorzien in het besluit van de Commissie en van toepassing op de subsidie): [naam invullen van specifieke kostencategorie] die deel uitmaakt van verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten komen voor subsidie in aanmerking als zij overeenkomen met het bedrag
35 Voor de definitie, zie artikel 121, lid 1, onder b), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad ("Financieel Reglement nr. 966/2012") (PB L 218 van 26.10.2012, blz. 1): "exploitatiesubsidie": rechtstreekse financiële bijdrage ten laste van de begroting, bij wijze van schenking verleend voor de financiering van de werking van een orgaan dat een doelstelling van algemeen Europees belang of een in het kader van het beleid van de EU passende doelstelling nastreeft.
36 Precieze benaming van de kostencategorie invullen zoals vermeld in het besluit van de Commissie waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van eenheidskosten/een forfaitair bedrag. Bijvoorbeeld: "kosten van het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur"; kosten van "klinische studies"; "kosten van maatregelen voor energie-efficiëntie van gebouwen".
per eenheid van bijlage 2a vermenigvuldigd met het werkelijke aantal eenheden [en als [eventuele voorwaarden voor subsidie invullen]].]
[idem voor elke specifieke kostencategorie]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.] ]
5.3 Voorwaarden voor kosten van gelieerde derden om voor subsidie in aanmerking te komen
[OPTIE 1, als artikel 19 FPA van toepassing is: Kosten die door gelieerde derden zijn gemaakt, komen voor subsidie in aanmerking als zij — mutatis mutandis — voldoen aan de algemene en specifieke voorwaarden voor subsidiëring die in dit artikel (artikel 5.1 en 5.2) en artikel 12.1.1 worden gesteld.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
Bijdragen in natura die gratis door derden worden verstrekt zijn subsidiabele directe kosten (voor de partner[ of gelieerde derde]) als de door de derde gemaakte kosten — mutatis mutandis — voldoen aan de algemene en specifieke subsidiëringsvoorwaarden van dit artikel (artikel 5.1 en 5.2) en van artikel 10.1.
"Niet-subsidiabele kosten" zijn:
a) kosten die niet voldoen aan de hierboven gestelde voorwaarden (artikel 5.1 t/m 5.4), met name:
i) kosten gerelateerd aan opbrengsten van het kapitaal;
ii) schulden en kosten van schulden;
iii) voorzieningen voor mogelijke toekomstige verliezen of lasten;
iv) debetrente;
v) dubieuze schuldvorderingen;
vi) wisselkoersverliezen;
vii)bankkosten die door de bank van de partner in rekening worden gebracht voor overschrijvingen van [de Commissie][het Agentschap] ;
viii) buitensporige of ondoordachte uitgaven;
ix) aftrekbare btw;
x) kosten die worden gemaakt terwijl de uitvoering van de actie is opgeschort (zie artikel 55 FPA);
b) kosten die al in het kader van een andere EU- of Euratomsubsidie worden gedeclareerd (met inbegrip van subsidies die door een lidstaat worden toegekend en uit de EU- of Euratombegroting worden gefinancierd en subsidies die door andere instellingen dan [de Commissie][het Agentschap] worden verstrekt met het doel om de EU- of Euratombegroting ten uitvoer te leggen); met name indirecte kosten als de partner in dezelfde periode reeds een uit de EU- of Euratombegroting gefinancierde exploitatiesubsidie krijgt, tenzij hij kan aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt.
[c) OPTIE voor kostencategorieën die uitdrukkelijk in het werkprogramma zijn uitgesloten: [naam van uitgesloten kostencategorie invullen]].
5.6 Gevolgen van de declaratie van niet-subsidiabele kosten
Gedeclareerde kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen, worden afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Daarnaast kan men naar aanleiding hiervan overgaan tot één of meer van de andere in afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst beschreven maatregelen.
HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
AFDELING 1 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE SPECIFIEKE ACTIE
ARTIKEL 6 — MIDDELEN OM DE ACTIE UIT TE VOEREN — BIJ DE ACTIE BETROKKEN DERDEN
De partners moeten over de juiste middelen beschikken om de specifieke actie uit te kunnen voeren.
Als dat nodig is om de specifieke actie uit te kunnen voeren, mogen de partners:
- goederen, werkzaamheden en diensten inkopen (zie artikel 8);
- gebruik maken van door derden tegen betaling verstrekte bijdragen in natura (zie artikel 9);
- gebruik maken van gratis door derden verstrekte bijdragen in natura (zie artikel 10);
- een beroep doen op subcontractanten om de actietaken zoals beschreven in bijlage 1 uit te voeren (zie artikel 11);
- een beroep doen op xxxxxxxxx derden om de actietaken zoals beschreven in bijlage 1 uit te voeren (zie artikel 12);
- een beroep doen op internationale partners om de actietaken zoals beschreven in bijlage 1 uit te voeren (zie artikel 12a).
In deze gevallen blijven de partners ten volle verantwoordelijk voor de uitvoering van de specifieke actie jegens [de Commissie][het Agentschap] en de andere partners.
ARTIKEL 7 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR PARTNERS DIE GEEN EU-SUBSIDIE ONTVANGEN
[OPTIE 1: niet van toepassing]
[OPTIE 2, voor partners die geen EU-financiering ontvangen: 7.1 Voorschriften voor de uitvoering van actietaken door partners die geen EU-financiering ontvangen
Partners die [niet voor EU-financiering in aanmerking komen][of][geen financiering aanvragen] ("partners die geen EU-financiering ontvangen"), moeten de aan hen in bijlage 1 toegekende specifieke actietaken uitvoeren in overeenstemming met artikel 12 FPA.
Hun kosten worden geraamd in bijlage 2, maar:
- zij worden niet vergoed en
- zij worden niet meegenomen in de berekening van de subsidie (zie de artikelen 4 en 17 SGA en artikel 10 FPA).
[OPTIE A, te gebruiken indien de partner die geen EU-subsidie ontvangt NIET de coördinator is en geen gelieerde derden heeft die EU-subsidie ontvangen: De artikelen 4, 5, 8 tot en met 13, 16.3(b), 16.4(b), 16.6, 17 SGA en de artikelen 24.1.2, 29a, 32.4, 33.2, 34.1
[OPTIE: (met uitzondering van aanvullende exploitatieverplichtingen)], 34.2, 36.3, 37.5, 46,
48, 49, 50, 53, 54 FPA zijn niet van toepassing op [OPTIE 1 (standaardoptie): deze partners][OPTIE 2, indien meer dan een van de drie opties op de subsidie van toepassing zijn: [korte naam van de partner invullen]].
Op [hen][de partner] zullen geen financiële controles, beoordelingen en audits op grond van artikel 28 FPA worden uitgevoerd.]
[OPTIE B, te gebruiken indien de partner/coördinator die geen EU-financiering ontvangt xxxxxxxxx derden heeft die EU-financiering ontvangen: de artikelen 4, 5, 8 tot en met 13,
16.6 SGA en de artikelen 29a en 46 FPA zijn niet van toepassing op [OPTIE 1 (standaardoptie): deze partners][OPTIE 2, indien meer dan een van de drie opties op de subsidie van toepassing zijn: [korte naam van de partner invullen]].
De artikelen 32.4, 33.2 en 34.1 [OPTIE: (met uitzondering van de aanvullende exploitatieverplichtingen)], 34.2, 36.3 en 37.5 FPA zijn niet van toepassing op resultaten die zonder EU-financiering zijn gegenereerd.
De eigen kosten van [deze partners] [de partner] zullen niet worden onderworpen aan financiële controles, beoordelingen en audits op grond van artikel 28 FPA.]
[OPTIE C, te gebruiken indien de partner die geen EU-subsidie ontvangt WEL de coördinator is en geen gelieerde derden heeft die EU-subsidie ontvangen: De artikelen 4, 5, 8 tot en met 13, 16.6 SGA en de artikelen 24.1.2, 29a, 32.4, 33.2, 34.1 [OPTIE: (met
uitzondering van aanvullende exploitatieverplichtingen)], 34.2, 36.3, 37.5 en 46 FPA zijn niet van toepassing op [OPTIE 1 (standaardoptie): deze partners][OPTIE 2, indien meer dan een van de drie opties op de subsidie van toepassing zijn: [korte naam van de partner invullen]].
De eigen kosten van de partner[s] worden niet onderworpen aan financiële controles, beoordelingen en audits op grond van artikel 28 FPA.]
Partners die geen EU-financiering ontvangen, mogen bijdragen in natura verstrekken aan een andere partner. In dat geval worden zij als een derde in de zin van de artikelen 9 en 10 beschouwd.
[aanvullende OPTIE voor partners die geen financiering aanvragen: Op partners die geen financiering aanvragen maar die later (middels een wijziging; zie artikel 61 FPA) wel financiering ontvangen, zijn alle verplichtingen met terugwerkende kracht van toepassing.]
7.2 Gevolgen van niet-nakoming
[OPTIE: Als een partner die geen EU-subsidie ontvangt zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel niet nakomt, kan zijn deelname aan de overeenkomst worden beëindigd (zie artikel 56 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere in afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst beschreven maatregelen, voor zover van toepassing.]
ARTIKEL 8 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAMHEDEN OF DIENSTEN
8.1 Voorschriften voor het inkopen van goederen, werkzaamheden of diensten
8.1.1 Als dat nodig is om de specifieke actie uit te kunnen voeren, mogen de partners goederen, werkzaamheden of diensten inkopen.
De partners moeten dergelijke inkopen dusdanig verrichten dat de beste prijs- kwaliteitsverhouding wordt verkregen of, indien van toepassing, de laagste prijs wordt betaald. Belangenconflicten dienen hierbij te worden vermeden (zie artikel 41 FPA).
[OPTIE: Daarnaast moeten de partners – als de waarde van de aankopen hoger is dan […] EUR – aan de volgende voorschriften voldoen: […].37]
37 Als de ordonnateur besluit om bepaalde voorschriften in te stellen, dan moet hierbij het evenredigheidsbeginsel in acht worden genomen, rekening houdend met de waarde van de overeenkomsten en de relatieve grootte van de bijdrage van de EU in verhouding tot de totale kosten van de actie en het risico. De specifieke voorschriften moeten gebaseerd zijn op de voorschriften in het Financieel Reglement. Het
De partners moeten ervoor zorgen dat de Commissie [en het Agentschap], de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van artikel 28 en 29 FPA ook jegens hun contractanten kunnen uitoefenen.
8.1.2 Partners zijnde "aanbestedende diensten" in de zin van Richtlijn 2004/18/EG38 (of 2014/24/EU39), of "aanbestedende instanties" in de zin van Richtlijn 2004/17/EG40 (of 2014/25/EU41) moeten voldoen aan de van toepassing zijnde nationale wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten.
8.2 Gevolgen van niet-nakoming
Als een partner verzuimt zich aan één van zijn verplichtingen van artikel 8.1.1 te houden, komen de kosten in verband met het betrokken contract niet voor subsidie in aanmerking (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Indien een partner één of meer van de uit artikel 8.1.2 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het bedrag van de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.
ARTIKEL 9 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA
9.1 Voorschriften voor het gebruik van tegen betaling verstrekte bijdragen in natura
Als dat nodig is om de specifieke actie uit te voeren, mogen de partners gebruik maken van door derden tegen betaling verstrekte bijdragen in natura.
De partners mogen kosten declareren in verband met de betaling van bijdragen in natura naargelang deze voor subsidie in aanmerking komen (zie artikel 5), tot maximaal de kosten die de derden hebben gemaakt voor de gedetacheerde personen, het bijgedragen materieel, de infrastructuur of andere activa of andere bijgedragen goederen en diensten.
enkel aanhalen van het Financieel Reglement zonder specifiek te verwijzen naar de toepasselijke bepalingen dient te worden vermeden. Specifieke voorschriften mogen uitsluitend worden ingesteld voor de toekenning van overeenkomsten met een waarde boven 60 000 EUR. De ordonnateur mag een hogere drempel dan 60 000 EUR vaststellen op basis van een risicobeoordeling.
38 Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).
39 Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
40 Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).
41 Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
De derden en hun bijdragen moeten worden vermeld in bijlage 1. [De Commissie][Het Agentschap] kan bijdragen in natura die niet zijn vermeld in bijlage 1 echter goedkeuren zonder dat er een wijziging hoeft te worden aangebracht (zie artikel 61 FPA), als:
- zij gedetailleerd worden verantwoord in het periodieke technische verslag, en
- het gebruik ervan geen wijzigingen in de specifieke overeenkomst met zich zou meebrengen die leiden tot twijfels over het besluit om de specifieke subsidie toe te kennen of tot inbreuk op het beginsel van gelijke behandeling van de aanvragers.
De partners moeten ervoor zorgen dat de Commissie [en het Agentschap], de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van artikel 28 en 29 FPA ook jegens de derden kunnen uitoefenen.
9.2 Gevolgen van niet-nakoming
Als een partner verzuimt zich aan één van zijn verplichtingen krachtens dit artikel te houden, komen de kosten in verband met de betaling van de bijdrage in natura niet voor subsidie in aanmerking (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.
ARTIKEL 10 — GEBRUIK VAN GRATIS DOOR DERDEN VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA
10.1 Voorschriften voor het gebruik van gratis bijdragen in natura
Als dat nodig is om de specifieke actie uit te voeren, mogen de partners gebruik maken van gratis door derden verstrekte bijdragen in natura.
De partners mogen kosten declareren die door derden zijn gemaakt voor gedetacheerde personen, bijgedragen materieel, infrastructuur of andere activa of andere bijgedragen goederen en diensten naargelang deze voor subsidie in aanmerking komen krachtens artikel 5.
De derden en hun bijdragen moeten worden vermeld in bijlage 1. [De Commissie][Het Agentschap] kan bijdragen in natura die niet zijn vermeld in bijlage 1 echter goedkeuren zonder dat er een wijziging hoeft te worden aangebracht (zie artikel 61 FPA), als:
- zij gedetailleerd worden verantwoord in het periodieke technische verslag, en
- het gebruik ervan geen wijzigingen in de specifieke overeenkomst met zich zou meebrengen die leiden tot twijfels over het besluit om de specifieke subsidie toe te kennen of tot inbreuk op het beginsel van gelijke behandeling van de aanvragers.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap,] de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens de derden kunnen uitoefenen.
10.2 Gevolgen van niet-nakoming
Als een partner verzuimt zich aan één van zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel te houden, komen de kosten die door de derden worden gemaakt in verband met de bijdrage in natura niet voor subsidie in aanmerking (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.
ARTIKEL 11 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR SUBCONTRACTANTEN
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
11.1 Voorschriften voor het uitbesteden van actietaken
11.1.1 Als dat nodig is om de actie uit te voeren, mogen de partners subcontracten toekennen met betrekking tot de uitvoering van bepaalde actietaken die staan beschreven in bijlage 1.
Slechts een beperkt gedeelte van de specifieke actie mag worden uitbesteed.
De partners moeten dergelijke subcontracten op een zodanige wijze toekennen dat de beste prijs-kwaliteitsverhouding wordt verkregen of, indien van toepassing, de laagste prijs wordt betaald. Belangenconflicten dienen hierbij te worden vermeden (zie artikel 41 FPA).
[OPTIE: Daarnaast dienen de partners zich, als de waarde van het toe te kennen subcontract hoger is dan […] EUR, aan de volgende voorschriften te houden: […].42]
[OPTIE voor acties waarbij sprake is van precommerciële aanbesteding of aanbesteding van innovatieve oplossingen: Daarnaast moet de partner voor precommerciële aanbesteding of aanbesteding van innovatieve oplossingen een transparante, niet-discriminatoire procedure volgen die minimaal uit de volgende onderdelen bestaat:
a) een "openbare marktraadpleging" die wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie via een "vooraankondiging" en waarvoor uitgebreid reclame wordt gemaakt en geadverteerd;
b) een "aankondiging van een opdracht" met daarin een termijn voor de ontvangst van offertes van ten minste twee maanden, die wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
42 Als de ordonnateur besluit om bepaalde voorschriften in te stellen, dan moet hierbij het evenredigheidsbeginsel in acht worden genomen, rekening houdend met de waarde van de overeenkomsten en de relatieve grootte van de bijdrage van de EU in verhouding tot de totale kosten van de actie en het risico. De specifieke voorschriften moeten gebaseerd zijn op de voorschriften in het Financieel Reglement. Het enkel aanhalen van het Financieel Reglement zonder specifiek te verwijzen naar de toepasselijke bepalingen dient te worden vermeden. Specifieke voorschriften mogen uitsluitend worden ingesteld voor de toekenning van overeenkomsten met een waarde boven 60 000 EUR. De ordonnateur mag een hogere drempel dan 60 000 EUR vaststellen op basis van een risicobeoordeling.
van de Europese Unie en waarvoor uitgebreid reclame wordt gemaakt en geadverteerd;
c) een "aanvraag van aanbiedingen" gebaseerd op functionele of op resultaten gebaseerde specificaties (waarin rekening wordt gehouden met de resultaten van de openbare marktraadpleging) en waarin de praktische organisatie voor de uitvoering van het subcontract (of de subcontracten) staat beschreven;
d) een objectieve en niet-discriminatoire evaluatie van de aanbiedingen en toekenning
van subcontract(en) aan de aanbieder(s) met de beste prijs-kwaliteitverhouding;
e) een "aankondiging van een geplaatste opdracht", die wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De partners dienen er tevens voor te zorgen dat iedere vooraankondiging, aankondiging van een opdracht of aankondiging van een geplaatste opdracht die in verband met de uitbesteding wordt gepubliceerd de volgende disclaimer bevat:
"Deze opdracht wordt gefinancierd in het kader van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, conform subsidieovereenkomst nr. [nummer]). De EU treedt echter niet op als aanbestedende dienst voor deze aanbesteding.".]
[OPTIE 1, alleen voor acties met PPI's: Deelname aan aanbestedingsprocedures voor innovatieve oplossingen moet onder gelijke voorwaarden mogelijk zijn voor inschrijvers uit EU-lidstaten, geassocieerde landen en andere landen waarmee de EU een overeenkomst heeft op het gebied van overheidsopdrachten. Als de overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO van toepassing is, moeten subcontracten voor innovatieve oplossingen ook mogelijk zijn voor inschrijvers uit landen die deze overeenkomst hebben geratificeerd.
Als de aanbesteding van innovatieve oplossingen bestaat uit (en beperkt is tot) het aankopen van een reeks prototypes en/of testproducten die werden ontwikkeld tijdens een daaraan voorafgaande actie met een precommerciële aanbesteding, hoeven de partners de onder de punten a), b) en e) hierboven beschreven openbare marktraadpleging, aankondiging van een opdracht en aankondiging van een geplaatste opdracht niet uit te voeren. In dit geval moeten zij een aanvraag van aanbiedingen bij ten minste drie aanbieders doen (met inbegrip van de aanbieders die hebben deelgenomen aan de voorafgaande precommerciële aanbesteding) conform de overeengekomen procedure zonder bekendmaking krachtens Richtlijn 2004/18/EG (of 2014/24/EU) en 2004/17/EC (of 2014/25/EU)43.]
[OPTIE 2, alleen voor acties waarbij sprake is van precommerciële aanbesteding: In de subcontracten voor de precommerciële aanbesteding moet het volgende zijn opgenomen:
- de bij de subcontractanten berustende intellectuele-eigendomsrechten inzake de resultaten die zij voortbrengen;
43 Zie de artikelen 28 en 31, lid 2, onder a), xxx Xxxxxxxxx 2004/18/EC vervangen door de artikelen 26 en 32, lid 3, onder a), xxx Xxxxxxxxx 2014/24/EU en artikel 40, lid 3, onder b), xxx Xxxxxxxxx 2004/17/EC vervangen door artikel 50, onder b), xxx Xxxxxxxxx 2014/25/EU.
- het recht van de kopers op royaltyvrije toegang tot de resultaten voor hun eigen gebruik;
- het recht van de kopers op het verlenen van niet-exclusieve licenties aan derde partijen voor de exploitatie van de resultaten (of het verplichten van de subcontractanten om dergelijke licenties te verlenen) — onder eerlijke en redelijke voorwaarden — (zonder het recht om sublicenties te verlenen);
- de verplichting van de subcontractanten om intellectueel eigendom dat door de subcontractanten tijdens de precommerciële aanbesteding is gegenereerd weer aan de kopers terug te geven als de subcontractanten er niet in slagen de resultaten commercieel te exploiteren binnen de in het subcontract aangegeven periode;
- het recht van de kopers om — als de aankondiging van een geplaatste opdracht wordt gepubliceerd— de identiteit van de winnende inschrijvers bekend te maken en een door de winnende inschrijvers ingediende projectsamenvatting te publiceren, en om — nadat O&O zijn beëindigd en na raadpleging van de subcontractanten — samenvattingen van de resultaten te publiceren, alsmede de identiteiten van de subcontractanten die de laatste fase van de precommerciële aanbesteding succesvol hebben doorlopen.
De partners moeten ervoor zorgen dat de meeste werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling door de subcontractant(en) (met inbegrip van de werkzaamheden van de belangrijkste onderzoekers) in de EU-lidstaten of geassocieerde landen plaatsvinden ("plaats van uitvoering verbintenis").]
De werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd en de geraamde kosten voor elk subcontract moeten worden beschreven in bijlage 1 en de totale geraamde uitbestedingskosten per partner moeten worden uiteengezet in bijlage 2. [De Commissie][Het Agentschap] kan echter subcontracten die niet in bijlage 1 en 2 vermeld staan, goedkeuren zonder dat er wijzigingen hoeven worden aangebracht (zie artikel 61 FPA) als:
- zij gedetailleerd worden verantwoord in het periodieke technische verslag en
- zij geen wijzigingen in de specifieke overeenkomst met zich meebrengen waardoor het besluit om de specifieke subsidie toe te kennen in twijfel zou worden getrokken of inbreuk zou worden gemaakt op het beginsel van gelijke behandeling van de aanvragers.
[OPTIE voor gerubriceerde informatie: Actietaken waarbij gerubriceerde informatie gemoeid is, mogen uitsluitend worden uitbesteed na uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van [de Commissie][het Agentschap] (zie artikel 43 FPA).]
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap,] de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens hun subcontractanten kunnen uitoefenen.
11.1.2 De partners moeten ervoor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 41, 42, 44 en 52 FPA ook op de subcontractanten van toepassing zijn.
Partners zijnde "aanbestedende diensten" in de zin van Xxxxxxxxx 2004/18/EG (of 2014/24/EU), of "aanbestedende instanties" in de zin van Richtlijn 2004/17/EG (of 2014/25/EU) moeten voldoen aan de van toepassing zijnde nationale wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten.
11.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien een partner één of meer van de uit artikel 11.1.1 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, komen de kosten in verband met het desbetreffende subcontract niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Indien een partner één of meer van de uit artikel 11.1.2 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het bedrag van de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de kaderpartnerschapsovereenkomst. ]
[TEKST VOOR PCP-/PPI-acties:
11.1 [OPTIE 1 voor PCP: Regels voor de precommerciële inkoop van onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten
11.1.1 De partners gunnen in het kader van de precommerciële inkoop van onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten ("PCP O&O diensten") de subcontracten die nodig zijn voor het aanpakken van de in bijlage 1 uiteengezette "gemeenschappelijke uitdaging".
De subcontracten moeten als een enkelvoudige gezamenlijke aanbesteding door de betrokken partners (dat wil zeggen, de "hoofdaanbesteder" en de "kopersgroep") worden gegund.
De hoofdaanbesteder moet een "aanbestedende dienst" of "aanbestedende entiteit" zijn in de zin van Richtlijn 2004/18/EG (of 2014/24/EU) resp. Richtlijn 2004/17/EG (of 2014/25/EU).
De kopersgroep moet een "gezamenlijk aangegane totaalbegroting" opzetten voor het betalen van de onderaanbestedingen.
De "kopersgroep", de "hoofdaanbesteder", de diensten die worden onderaanbesteed (voor elke uitvoeringsfase ("PCP-fase")), hun geschatte kosten en de geraamde financiële contributie per partner aan de "gezamenlijk aangegane totaalbegroting" moeten in bijlage 1 worden uiteengezet. De geschatte kosten van onderaanbesteding in het kader van PCP per partner moeten in bijlage 2 worden uiteengezet.
[OPTIE voor gerubriceerde informatie: Actietaken waarbij gerubriceerde informatie gemoeid is, mogen uitsluitend worden uitbesteed na uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van [de Commissie][het Agentschap] (zie artikel 43 FPA).]
De betrokken partners moeten — gedurende de looptijd van de actie:
- gelijke behandeling van inschrijvers en subcontractanten garanderen en alle mededingingsbeperkingen en -verstoringen vermijden;
- alle belangenconflicten vermijden (zie artikel 41 FPA);
- ervoor zorgen dat alle communicatie in het Engels plaatsvindt (en in voorkomend geval in enig andere door hen gewenste taal of talen).
In de subcontracten voor precommerciële inkoop moet het volgende zijn opgenomen:
- de bij de subcontractanten berustende intellectuele-eigendomsrechten inzake de resultaten die zij voortbrengen;
- het recht van de kopers op royaltyvrije toegang tot de resultaten voor hun eigen gebruik;
- het recht van de kopers op het verlenen van niet-exclusieve licenties aan derden voor de exploitatie van de resultaten (of het verplichten van de subcontractanten om dergelijke licenties te verlenen) — onder eerlijke en redelijke voorwaarden — (zonder het recht om sublicenties te verlenen);
- de verplichting van de subcontractanten om intellectuele eigendom die door de subcontractanten tijdens de precommerciële inkoop is gegenereerd weer aan de kopers terug te geven als de subcontractanten er niet in slagen de resultaten commercieel te exploiteren binnen de in het subcontract aangegeven periode;
- het recht van de kopers om — als de aankondiging van een geplaatste opdracht wordt gepubliceerd— de identiteit van de winnende inschrijvers bekend te maken en een door de winnende inschrijvers ingediende projectsamenvatting te publiceren, en om — nadat O&O zijn beëindigd en na raadpleging van de subcontractanten — samenvattingen van de resultaten te publiceren, alsmede de identiteiten van de subcontractanten die de laatste fase van de precommerciële inkoop succesvol hebben doorlopen.
De betrokken partners dienen ervoor te zorgen dat de meeste werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling door de subcontractant(en) (met inbegrip van de werkzaamheden van de belangrijkste onderzoekers) in de EU-lidstaten of geassocieerde landen plaatsvinden ("plaats van uitvoering verbintenis").
De betrokken partners moeten de uitbestedingen in overeenstemming met de onderstaande vereisten voorbereiden, doen en uitvoeren:
a) voor de "voorbereidingsfase":
a) (schriftelijk) interne procedures afspreken voor de uitvoering van de gezamenlijke precommerciële inkoop ("overeenkomst gezamenlijke aanbesteding");
b) een openbare marktraadpleging uitvoeren die:
- twee maanden van tevoren wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (via een vooraankondiging in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gekozen taal of talen);
- wordt gepromoot en de nodige aandacht in de media krijgt;
- wordt samengevat op de website van het project en op andere websites voor zover [de Commissie][het Agentschap] daarom heeft verzocht, samen met een lijst van vragen die tijdens de openbare marktraadpleging zijn gerezen, en de antwoorden daarop;
c) een "gemeenschappelijk bestek" opstellen;
b) voor de "aanbestedings-/oproepfase":
i) stap 1: een "aankondiging van een opdracht" opstellen die:
- door de hoofdaanbesteder (in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gewenste taal of talen) wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie;
- specificeert dat het een precommerciële inkoop betreft die is vrijgesteld van de vereisten van de Richtlijnen 2004/18/EG (of 2014/24/EU) en 2004/17/EG (of 2014/25/EU)44;
- een termijn voor de ontvangst van inschrijvingen van ten minste twee maanden specificeert;
- toestaat dat de inschrijvingen in het Engels worden ingediend (en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gewenste taal of talen);
- wordt gepromoot en de nodige aandacht in de media krijgt;
- aangeeft hoe potentiële inschrijvers de "inschrijvingsaanvraag" kunnen bemachtigen;
en de inschrijvingsaanvraag, die alle geïnteresseerde economische actoren tot inschrijving uitnodigt en waarin:
- de hoofdaanbesteder, de kopersgroep en voor zover van toepassing de bij de precommerciële aanbesteding betrokken derden worden aangegeven;
- de potentiële inschrijvers worden geïnformeerd over de uitkomst en de lijst van vragen die tijdens de marktraadpleging zijn gerezen en de antwoorden daarop (zie hierboven);
44 Zie artikel 16, onder f), xxx Xxxxxxxxx 2004/18/EG, vervangen door artikel 14 van Xxxxxxxxx 2014/24/EU en artikel 24, onder e), xxx Xxxxxxxxx 2004/17/EG, vervangen door artikel 32 van Richtlijn 2014/25/EU.
- de gemeenschappelijke uitdaging wordt beschreven (met gebruikmaking van functionele of op prestaties gebaseerde specificaties en die rekening houdt met de resultaten van de openbare marktraadpleging);
- de procedure voor de evaluatie en selectie van de inschrijvingen wordt beschreven voor de eerste fase van de precommerciële aanbesteding en de tussentijdse evaluaties na elke daaropvolgende PCP-fase;
- de praktijkopstelling voor de uitvoering van de onderaanbestedingen wordt beschreven;
- de minimumvereisten worden beschreven waaraan de subcontractanten tijdens de precommerciële aanbesteding moeten voldoen;
- de regelingen worden beschreven voor intellectuele-eigendomsrechten, vertrouwelijkheid, publiciteit (informatie over toekenning van opdrachten en publicatie van samenvattingen van de resultaten van onderzoek en ontwikkeling) en regels over het toepasselijk recht en de beslechting van geschillen;
ii) stap 2: een evaluatie van de inschrijvingen uitvoeren, met vaststelling van een rangorde op basis van het gemeenschappelijke bestek (zie hierboven) volgens de beste prijs/kwaliteitsverhouding en controleren dat de prijs aansluit bij de situatie op de markt;
iii) stap 3: subcontracten toekennen aan ten minste drie inschrijvers met de beste prijs/kwaliteitsverhouding en waarvan de prijs strookt met de situatie op de markt.
De kaderovereenkomsten (één overeenkomst per geselecteerde inschrijver) moeten door de hoofdaanbesteder worden ondertekend en moeten de algemene voorwaarden vaststellen voor de specifieke contracten.
De specifieke contracten (één contract per geselecteerde inschrijver en per PCP-fase) moeten door de hoofdaanbesteder worden ondertekend en moeten de details (en met name de hoeveelheden en prijzen) vaststellen van de O&O- diensten die in het kader van de precommerciële inkoop door elke koper zijn ingekocht;
iv) stap 4: een "aankondiging van de geplaatste opdrachten" doen die door de hoofdaanbesteder binnen 48 dagen na sluiting van de kaderovereenkomsten (in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gewenste taal of talen) wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie;
c)voor de "contractuitvoeringsfase":
i) erop toezien dat de O&O-diensten in het kader van de precommerciële inkoop worden uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage 1 uiteengezette doelstellingen van de actie;
ii) toezien op nakoming van de in bijlage 1 uiteengezette planning van middelen en de in bijlage 2 uiteengezette geraamde begroting;
iii) erop toezien dat de subcontractanten worden betaald.
De betrokken partners moeten ervoor zorgen dat de Commissie en het Agentschap, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van artikel 28 en 29 FPA ook ten opzichte van hun subcontractanten kunnen uitoefenen.
11.1.2 De partners dienen er bovendien voor te zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 23.1, 24, 40, 41, 42, 43, 44, 45 en 52 FPA ook op de subcontractanten van toepassing zijn.
De betrokken partners dienen er tevens voor te zorgen dat iedere vooraankondiging, aankondiging van een opdracht of aankondiging van een geplaatste opdracht die in verband met de uitbesteding wordt gepubliceerd de volgende disclaimer bevat:
“Deze opdracht wordt gefinancierd in het kader van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, conform subsidieovereenkomst nr. [nummer]). De EU treedt echter niet op als aanbestedende dienst voor deze aanbesteding." ]
[OPTIE 2, voor PPI: Regels voor overheidsopdrachten voor innovatieve oplossingen in het kader van PPI
11.1.1 De partners gunnen in het kader van PPI subcontracten voor innovatieve oplossingen die nodig zijn voor het aanpakken van de in bijlage 1 uiteengezette "gemeenschappelijke uitdaging".
De subcontracten moeten door de betrokken partners (dat wil zeggen de "kopersgroep" en de "hoofdaanbesteder") in één enkele gezamenlijke (of verschillende gecoördineerde) aanbestedingsprocedure(s) worden gegund.
De hoofdaanbesteder moet een "aanbestedende dienst" of "aanbestedende entiteit" zijn in de zin van Richtlijn 2004/18/EG (of 2014/24/EU) resp. Richtlijn 2004/17/EG (of 2014/25/EU).
De "kopersgroep", de "hoofdaanbesteder", de innovatieve oplossing(en) en de geraamde kosten moeten in bijlage 1 worden beschreven. De geraamde kosten van onderaanbesteding in het kader van PPI per partner moeten in bijlage 2 worden uiteengezet.
[OPTIE voor gerubriceerde informatie: Actietaken waarbij gerubriceerde informatie gemoeid is, mogen uitsluitend worden uitbesteed na uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van [de Commissie][het Agentschap] (zie artikel 43 FPA).]
De betrokken partners moeten — gedurende de looptijd van de actie:
- gelijke behandeling van inschrijvers en subcontractanten garanderen en alle mededingingsbeperkingen en -verstoringen vermijden;
- alle belangenconflicten vermijden (zie artikel 41 FPA);
- ervoor zorgen dat alle communicatie (met potentiële inschrijvers, inschrijvers en subcontractanten) in het Engels plaatsvindt (en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gewenste taal of talen).
Deelname aan aanbestedingsprocedures voor innovatieve oplossingen moet onder gelijke voorwaarden mogelijk zijn voor inschrijvers uit EU-lidstaten, geassocieerde landen en andere landen waarmee de EU een overeenkomst heeft op het gebied van overheidsopdrachten. Als de overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO van toepassing is, moeten subcontracten voor innovatieve oplossingen ook mogelijk zijn voor inschrijvers uit landen die deze overeenkomst hebben geratificeerd.
De betrokken partners moeten de uitbestedingen in overeenstemming met de onderstaande vereisten voorbereiden, doen en uitvoeren:
a) voor de "voorbereidingsfase":
i) (schriftelijk) interne procedures signaleren en afspreken voor de uitvoering van de gezamenlijke (of gecoördineerde) PPI-aanbesteding(en) ("overeenkomst gezamenlijke aanbesteding");
ii) [OPTIE 1, voor PPI-acties die niet beperkt zijn tot de aanbesteding van een beperkt aantal prototypen en/of testproducten die tijdens een voorgaande PCP- actie zijn ontwikkeld: een "openbare marktraadpleging" houden waaraan alle geïnteresseerde economische actoren worden uitgenodigd deel te nemen, die
- twee maanden van tevoren wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (via een vooraankondiging, in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gekozen taal of talen);
- wordt gepromoot en de nodige aandacht in de media krijgt;
- wordt samengevat op de website van het project en op andere websites voor zover [de Commissie][het Agentschap] daarom heeft verzocht, samen met een lijst van vragen die tijdens de openbare marktraadpleging zijn gerezen, en de antwoorden daarop;
[OPTIE 2: niet van toepassing;]
iii) op basis van een analyse van de behoeften van de kopersgroep een
gemeenschappelijk bestek opstellen;
b) voor de "aanbestedings-/oproepfase":
[OPTIE 1, voor PPI-acties die niet beperkt zijn tot de aanbesteding van een aantal prototypen en/of testproducten die tijdens een voorgaande PCP-actie zijn ontwikkeld:
i) stap 1: een (of meer) "aankondiging(en) van de geplaatste opdrachten" opstellen die:
- door de hoofdaanbesteder (in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gewenste taal of talen) worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie;
- een termijn voor de ontvangst van inschrijvingen specificeren die voldoende is voor het opstellen van innovatieve inschrijvingen;
De openbare aanbesteding(en) moet(en) ten minste zestig dagen open blijven.
De niet-openbare procedure met kortere termijn voor de ontvangst van inschrijvingen mag niet worden gebruikt;
- toestaan dat de inschrijvingen in het Engels worden ingediend (en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gekozen taal of talen);
- worden gepromoot en de nodige aandacht in de media krijgen;
- aangeven hoe potentiële inschrijvers de inschrijvingsbescheiden en de "aanvraag van aanbiedingen in het kader van PPI" kunnen verkrijgen;
en de inschrijvingsbescheiden en de aanvraag van inschrijvingen in het kader van PPI
ii) stap 2: een of meer evaluatie(s) van de inschrijvingen uitvoeren, met vaststelling van een rangorde op basis van het gemeenschappelijke bestek (zie hierboven) volgens de beste prijs/kwaliteitsverhouding, en controleren dat de prijs aansluit bij de situatie op de markt;
iii) stap 3: het (de) subcontract(en) gunnen aan de inschrijver(s) die de beste prijs/kwaliteitsverhouding [biedt][bieden] tegen een prijs die aansluit op de situatie op de markt;
iv) stap 4: een (of meer) "aankondiging(en) van de geplaatste opdrachten" doen die door de partner of hoofdaanbesteder (in het Engels en in voorkomend geval in enig andere door de kopersgroep gekozen taal of talen) worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie;]
[OPTIE 2, voor PPI-acties die beperkt zijn tot de aanbesteding van de prototypen en/of testproducten die tijdens een voorgaande PCP-actie zijn ontwikkeld:
i) stap 1: een (of meer) offerteaanvraag/offerteaanvragen doen bij ten minste drie leveranciers, waarin — overeenkomstig de procedure voor gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking zoals voorzien in de Richtlijnen 2004/18/EG (of 2014/24/EU) en 2004/17/EG (of 2014/25/EU)45 — :
- technische specificaties worden gebruikt die functioneel zijn of gebaseerd op prestaties;
- selectiecriteria worden vermeden die zijn gebaseerd op beperkende kwalificatievereisten of onevenredige financiële garanties;
- gunningscriteria worden gespecificeerd die zijn gebaseerd op de beste prijs/kwaliteitverhouding;
- de praktijkopstelling voor de uitvoering van de onderaanbestedingen wordt beschreven, in het bijzonder:
- de soorten subcontracten die zullen worden gesloten met de geslaagde inschrijvers (met name of een kaderovereenkomst met meerdere economische actoren zal worden gebruikt of niet);
- wordt vermeld hoe de intellectuele-eigendomsrechten zijn geregeld;
- wordt vermeld hoe de aansprakelijkheid voor schade is geregeld;
ii) stap 2: een (of meer) evaluatie(s) van de inschrijvingen uitvoeren, met vaststelling van een rangorde op basis van het gemeenschappelijke bestek (zie hierboven) volgens de beste prijs/kwaliteitsverhouding, en controleren dat de prijs aansluit bij de situatie op de markt;
iii) stap 3: subcontracten toekennen aan ten minste drie inschrijvers met de beste prijs/kwaliteitsverhouding en waarvan de prijs strookt met de situatie op de markt.]
c) voor de "contractuitvoeringsfase":
i) erop toezien dat de innovatieve oplossingen in het kader van de PPI worden uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage 1 uiteengezette doelstellingen van de actie;
ii) toezien op nakoming van de in bijlage 1 uiteengezette planning van middelen en de in bijlage 2 uiteengezette geraamde begroting;
iii)erop toezien dat de subcontracten worden betaald.
45 Zie de artikelen 28 en 31, lid 2, onder a), xxx Xxxxxxxxx 2004/18/EG, vervangen door de artikelen 26 en 32, lid 3, onder a), xxx Xxxxxxxxx 2014/24/EU en artikel 40, lid 3, onder b), xxx Xxxxxxxxx 2004/17/EG vervangen door artikel 50, onder b), xxx Xxxxxxxxx 2014/25/EU.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens hun subcontractanten kunnen uitoefenen.
11.1.2 De partners dienen er bovendien voor te zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 23.1, 24, 40, 41, 42, 43, 44, 45 en 52 FPA ook op de subcontractanten van toepassing zijn.
Partners die optreden als "aanbestedende diensten" in de zin van Richtlijn 2004/18/EG (of 2014/24/EU), of als "aanbestedende instanties" in de zin van Xxxxxxxxx 2004/17/EG (of 2014/25/EU) moeten voldoen aan de van toepassing zijnde nationale wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten.
De betrokken partners moeten er tevens voor zorgen dat iedere vooraankondiging, aankondiging van een opdracht of aankondiging van een geplaatste opdracht die in verband met de uitbesteding wordt gepubliceerd de volgende disclaimer bevat:
“Deze opdracht wordt gefinancierd in het kader van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, conform subsidieovereenkomst nr. [nummer]). De EU treedt echter niet op als aanbestedende dienst voor deze aanbesteding." ]
11.2 Voorschriften betreffende verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten
11.2.1 Als dat nodig is om de actie uit te voeren, mogen de partners subcontracten gunnen voor de uitvoering van de in bijlage 1 beschreven "verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten".
De partners moeten dergelijke subcontracten op een zodanige wijze toekennen dat de beste prijs-kwaliteitsverhouding wordt verkregen of, indien van toepassing, de laagste prijs wordt betaald. Belangenverstrengeling dient hierbij te worden vermeden (zie artikel 41 FPA).
[OPTIE: Daarnaast moeten de partners zich, als de waarde van het toe te kennen subcontract hoger is dan […] EUR, aan de volgende voorschriften houden: […].46]
De uit te voeren taken en de geraamde kosten voor elk subcontract moeten worden beschreven in bijlage 1 en de totale geraamde uitbestedingskosten per partner moeten worden uiteengezet in bijlage 2. [De Commissie][Het Agentschap] kan echter zonder dat er wijzigingen hoeven worden aangebracht subcontracten goedkeuren die niet in bijlage 1 en 2 staan vermeld (zie artikel 61 FPA) als:
46 Als de ordonnateur besluit om bepaalde voorschriften in te stellen, dan moet hierbij het evenredigheidsbeginsel in acht worden genomen, rekening houdend met de waarde van de overeenkomsten en de relatieve grootte van de bijdragen van de EU in verhouding tot de totale kosten van de actie en het risico. De specifieke voorschriften moeten gebaseerd zijn op de voorschriften in het Financieel Reglement. Het enkel aanhalen van het Financieel Reglement zonder specifiek te verwijzen naar de toepasselijke bepalingen dient te worden vermeden. Specifieke voorschriften mogen uitsluitend worden ingesteld voor de toekenning van overeenkomsten met een waarde boven 60 000 EUR. De ordonnateur mag een hogere drempel dan 60 000 EUR vaststellen op basis van een risicobeoordeling.
- zij gedetailleerd worden verantwoord in het periodieke technische verslag of het technische eindverslag en
- deze subcontracten geen wijzigingen in de overeenkomst met zich meebrengen waardoor het besluit om de subsidie toe te kennen in twijfel zou worden getrokken of inbreuk zou worden gemaakt op het beginsel van gelijke behandeling van de aanvragers.
[OPTIE voor gerubriceerde informatie: Actietaken waarbij gerubriceerde informatie gemoeid is, mogen uitsluitend worden uitbesteed na uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van [de Commissie][het Agentschap] (zie artikel 43 FPA).]
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens hun subcontractanten kunnen uitoefenen.
11.2.2 De partners moeten er bovendien voor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 41, 42, 44 en 45 FPA ook op de subcontractanten van toepassing zijn.
Partners die optreden als "aanbestedende diensten" in de zin van Richtlijn 2004/18/EG (of 2014/24/EU), of als "aanbestedende instanties" in de zin van Xxxxxxxxx 2004/17/EG (of 2014/25/EU) moeten voldoen aan de van toepassing zijnde nationale wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten.
11.3 Gevolgen van niet-nakoming
Indien een partner één of meer van de uit artikel 11.1.1 of 11.2.1 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, komen de kosten in verband met het desbetreffende subcontract niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 6) en worden zij afgewezen (zie artikel 42).
Indien een partner één of meer van de uit artikel 11.1.2 of 11.2.2 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het subsidiebedrag worden verminderd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.]
ARTIKEL 12 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR GELIEERDE DERDEN
[OPTIE 1, te gebruiken als artikel 19 FPA van toepassing is: 12.1 Voorschriften voor het uitbesteden van de uitvoering van een deel van de actie aan gelieerde derden
12.1.1 De gelieerde derden die zijn opgenomen in artikel 19 FPA mogen de in bijlage 1 aan hen toebedeelde werkzaamheden uitvoeren.
Zij mogen de kosten die zij maken voor de uitvoering van actiewerkzaamheden, krachtens artikel 5 als subsidiabele kosten declareren.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding hun rechten uit hoofde van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens de aan hen gelieerde derden kunnen uitoefenen.
12.1.2 De partners moeten ervoor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 24, 26, 41, 42 en 44 FPA tevens van toepassing zijn op de aan hen gelieerde derden.
12.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien niet aan alle verplichtingen krachtens artikel 12.1.1 wordt voldaan, komen de kosten van de gelieerde derde niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Indien niet aan alle verplichtingen krachtens artikel 12.1.2 wordt voldaan, kan het bedrag van de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.]
ARTIKEL 12a — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR INTERNATIONALE PARTNERS
[OPTIE 1 te gebruiken indien artikel 19a FPA van toepassing is: 12a.1 Voorschriften voor het uitbesteden van de uitvoering van een deel van de actie aan internationale partners
De internationale partners die zijn opgenomen in artikel 19a FPA mogen de in bijlage 1 aan hen toegewezen actietaken uitvoeren.
De kosten van de internationale partners worden geraamd in bijlage 2, maar
- zij worden niet vergoed en
- zij worden niet meegenomen in de berekening van de subsidie.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens hun internationale partners kunnen uitoefenen.
De partners moeten ervoor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 24.1.1 FPA, 16.3(a) SGA, 16.4(a) SGA, 41 FPA, 42 FPA en 44 FPA ook op hun internationale partners van toepassing zijn.
12a.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien een partner één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de specifieke subsidie worden verlaagd (zie artikel 49 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.]
ARTIKEL 13 — FINANCIËLE STEUN AAN DERDEN
13.1 Voorschriften voor het verlenen van financiële steun aan derden
[OPTIE 1, te gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: 13.1.1 De partners moeten financiële steun verlenen overeenkomstig de voorwaarden in bijlage 1.
In deze voorwaarden moeten ten minste zijn opgenomen:
a) het maximale bedrag aan financiële steun voor elke derde.
Het maximale bedrag mag voor elke derde niet hoger zijn dan 60 000 EUR, tenzij een hoger bedrag noodzakelijk is om de in bijlage 1 vermelde doelstellingen van de specifieke actie te bereiken;
b) de criteria voor het berekenen van het exacte bedrag van de financiële steun;
c) de verschillende soorten activiteiten waarvoor financiële steun kan worden toegekend, aan de hand van een vaste lijst;
d) de personen of categorieën personen die in aanmerking komen voor financiële steun, en
e) de criteria voor het verlenen van financiële steun.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens de derden die financiële steun ontvangen, kunnen uitoefenen.
13.1.2 De partners moeten ervoor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 41, 42, 44 en 52 FPA tevens van toepassing zijn op derden die financiële steun ontvangen.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
13.2 Financiële steun in de vorm van prijzen
[OPTIE 1, te gebruiken indien het werkprogramma hierin voorziet: 13.2.1 De partners moeten prijzen verlenen in overeenstemming met de in bijlage 1 gestelde voorwaarden.
In deze voorwaarden moeten ten minste zijn opgenomen:
a) de voorwaarden voor deelname;
b) de toewijzingscriteria;
c) het bedrag van de prijs, en
d) de wijze van uitbetaling.
De partners moeten ervoor zorgen dat [het Agentschap, ]de Commissie, de Europese Rekenkamer (ECA) en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hun rechten op grond van de artikelen 28 en 29 FPA ook jegens de derden die een prijs ontvangen, kunnen uitoefenen.
13.2.2 De partners moeten ervoor zorgen dat hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 41, 42, 44 en 52 FPA tevens van toepassing zijn op derden die een prijs ontvangen.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
13.3 Gevolgen van niet-nakoming
[OPTIE 1, te gebruiken als artikel 13.1 en/of 13.2 van toepassing is/zijn:Indien de partner één of meer van de verplichtingen van artikel 13.1.1 of 13.2.1 niet nakomt, komen de kosten in verband met de financiële steun of de prijs niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Indien een partner één of meer van de verplichtingen van artikel 13.1.1 of 13.2.1 niet nakomt, kan de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
ARTIKEL 13a — ONDERSTEUNING AAN OF UITVOERING VAN TRANSNATIONALE PROJECTEN
Niet van toepassing
ARTIKEL 14 — VERLENING VAN TRANSNATIONALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR
14.1 Voorschriften voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur
[OPTIE 1, voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: 14.1.1 "Toegangverleners"47 moeten toegang verlenen tot onderzoeksinfrastructuur of installaties48 overeenkomstig de volgende voorwaarden:
a) de toegang die moet worden verleend:
Er moet kosteloos transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur en installaties worden verleend aan geselecteerde gebruikersgroepen.
Onder deze toegang moet zijn begrepen de logistieke, technologische en wetenschappelijke ondersteuning, alsmede de specifieke opleiding, die gewoonlijk worden verstrekt aan externe onderzoekers die van de infrastructuur gebruikmaken;
b) de categorieën gebruikers die in aanmerking komen voor toegang:
Transnationale toegang moet worden verleend aan geselecteerde "gebruikersgroepen", d.w.z. uit één of meer onderzoekers (gebruikers) bestaande teams onder leiding van een "leider van de gebruikersgroep".
Zowel de leider van de gebruikersgroep als het merendeel van de gebruikers moet werkzaam zijn in een ander land dan het land (de landen) waar de installatie zich bevindt.
Deze regel is niet van toepassing:
- als de toegang wordt verleend door een internationale organisatie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC), een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) of gelijksoortige juridische entiteiten;
- in het geval van toegang op afstand tot een aantal installaties in verschillende landen die gelijksoortige diensten bieden.
Alleen gebruikersgroepen die de door hen in het kader van de actie gegenereerde resultaten mogen verspreiden, komen in aanmerking voor toegang, tenzij de gebruikers voor kmo’s werken.
Toegang voor gebruikersgroepen waarvan het merendeel van de gebruikers niet in een EU-land of geassocieerd land49 werkt, is beperkt tot 20 % van het totale aantal
47 "Toegangverlener": een partner of xxxxxxxxx derde die belast is met het verlenen van toegang tot één of meer onderzoeksinfrastructuren of installaties, of een deel hiervan, zoals beschreven in bijlage 1.
48 "Installatie": een deel of een dienst van een onderzoeksinfrastructuur dat of die apart van de rest kan worden gebruikt. Een onderzoeksinfrastructuur bestaat uit één of meerdere installaties.
49 Voor de definitie, zie artikel 2, lid 1, punt 3), van Verordening nr. 1290/2013 inzake regels voor deelname: een "geassocieerd land" is een derde land dat partij is bij een internationale overeenkomst met de Unie, zoals bedoeld in [OPTIE voor EU-financiering: artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020. In artikel 7 worden de voorwaarden uiteengezet voor associatie van niet -EU- landen aan H2020.][OPTIE voor Euratom-subsidies: Artikel 5 van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014 -2018) ter aanvulling van het "Horizon 2020-
toegangseenheden dat in het kader van de subsidie wordt verleend, tenzij in bijlage 1 is voorzien in een hoger percentage;
c) procedure en criteria voor het selecteren van gebruikersgroepen:
De gebruikersgroepen moeten om toegang verzoeken door indiening van een beschrijving op schrift van het werk dat zij willen uitvoeren, en een lijst met namen, nationaliteiten en uitzendende instellingen van de gebruikers.
De gebruikersgroepen moeten door een door de toegangverlener ingesteld
selectiepanel worden geselecteerd.
Het selectiepanel moet worden samengesteld uit internationale deskundigen op het desbetreffende gebied, van wie ten minste de helft onafhankelijk moet zijn van de partners, tenzij anders is bepaald in bijlage 1.
Het selectiepanel beoordeelt alle ontvangen voorstellen en komt met een voordracht van de gebruikersgroepen die toegang dienen te krijgen.
Het selectiepanel maakt zijn keuze op basis van wetenschappelijke verdienste, rekening houdend met het feit dat prioriteit dient te worden gegeven aan gebruikersgroepen die:
- niet eerder gebruik hebben gemaakt van de installatie, en
- werkzaam zijn in landen waar een dergelijke onderzoeksinfrastructuur ontbreekt.
Het panel past de beginselen van transparantie, billijkheid en onpartijdigheid toe.
[OPTIE: Daarnaast moeten de partners voldoen aan de volgende aanvullende voorschriften voor de selectie van gebruikersgroepen: […]50];
d) overige voorwaarden:
Voor de selectie van gebruikersgroepen die voor meer dan drie maanden toegang tot de installatie(s) vragen, moet de toegangverlener eerst bij [de Commissie][het Agentschap] om schriftelijke toestemming vragen (zie artikel 58 FPA), tenzij in bijlage 1 is voorzien in dergelijke bezoeken.
14.1.2 De toegangverlener moet bovendien:
- ruime bekendheid geven, ook via een specifiek daarvoor bestemde website, aan de in het kader van de specifieke overeenkomst geboden toegang;
kaderprogramma voor onderzoek en innovatie" ("Verordening nr. 1314/2013 inzake het Euratomprogramma onderzoek en opleiding") (PB L 347, 20.12.2013, blz. 948). Artikel 5 zet de voorwaarden uiteen voor associatie van niet-EU-landen aan H2020.]
50 Als de ordonnateur het nodig acht voorrang te geven aan bepaalde categorieën gebruikers.
- in bekendmakingen over de toegang gelijke kansen bevorderen en rekening houden met de genderdimensie bij het omschrijven van de aan gebruikers verleende ondersteuning;
- ervoor zorgen dat gebruikers de bepalingen en voorwaarden van de kader- en de specifieke overeenkomsten nakomen;
- ervoor zorgen dat zijn verplichtingen uit hoofde van de artikelen 41, 42, 44 en 52 FPA ook van toepassing zijn op de gebruikers.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
14.2 Voorschriften voor het verlenen van virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur
[OPTIE 1, voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: "Toegangverleners"51 moeten toegang verlenen tot onderzoeksinfrastructuur of installaties52 overeenkomstig de volgende voorwaarden:
a) de toegang die moet worden verleend:
Er moet kosteloos virtuele toegang worden verleend tot onderzoeksinfrastructuur of installaties.
"Virtuele toegang" houdt in: vrije toegang via communicatienetwerken tot bronnen die voor onderzoek nodig zijn, zonder vooraf de onderzoekers te selecteren aan wie toegang zal worden verleend;
b) overige voorwaarden:
De toegangverlener moet de virtuele toegangsdiensten periodiek laten evalueren door een raad bestaande uit internationale deskundigen op het gebied, van wie ten minste de helft onafhankelijk moet zijn van de partner, tenzij anders is bepaald in bijlage 1.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
14.3 Gevolgen van niet-nakoming
[OPTIE 1, te gebruiken als artikel 14.1 en/of 14.2 van toepassing is/zijn: Indien de partner één of meer van de verplichtingen van de artikelen 14.1.1 en 14.2 niet nakomt, komen de kosten van toegang niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5) en worden zij afgewezen (zie artikel 48 FPA).
Indien een partner één of meer van de uit artikel 14.1.2. voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het bedrag van de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA).
51 "Toegangverlener": een partner of gelieerde derde die belast is met het verlenen van toegang tot één of meer onderzoeksinfrastructuren of installaties, of een deel hiervan, zoals beschreven in bijlage 1.
52 "Installatie": een deel of een dienst van een onderzoeksinfrastructuur dat of die apart van de rest kan worden
gebruikt. Een onderzoeksinfrastructuur bestaat uit één of meerdere installaties.
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
AFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE SUBSIDIEADMINISTRATIE
ARTIKEL 15 — INDIENING VAN PRESTATIES
15.1 Verplichting tot indiening van prestaties
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De coördinator moet de in bijlage 1 genoemde "prestaties" binnen de daarin gestelde termijn en overeenkomstig de gestelde voorwaarden indienen. ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
De coördinator moet:
- vijf dagen voor publicatie een kopie indienen van de vooraankondiging (zie artikel 13);
- dertig dagen voor publicatie een kopie indienen van de aankondiging van de geplaatste opdrachten (zie artikel 13);
- na afloop van de evaluatie van de inschrijvingen [OPTIE voor PCP: (en na de tussentijdse evaluaties, die aan elke nieuwe PCP-fase voorafgaan (zie artikel 13))]:
- informatie over het totale aantal ontvangen offertes, en in het bijzonder de gegevens over de geslaagde inschrijver(s) en samenvattingen van de geselecteerde inschrijvingen voor publicatie- en evaluatiedoeleinden;
- informatie over de evaluatie van de inschrijvingen: de uiteindelijke ranglijst van geselecteerde projecten, de eindscores en kwalitatieve beoordeling per evaluatiecriterium voor elke ontvangen offerte, notulen van de evaluatiebijeenkomst;
- [OPTIE 1, voor PCP: een beoordeling door de kopersgroep van de resultaten die door elk van de deelnemende inschrijvers van de vorige PCP-fase (met uitzondering van de aanvankelijke evaluatie van inschrijvingen aan het begin van de PCP) zijn behaald];
- [OPTIE 1 (standaardoptie, twee voorfinancieringstranches): De coördinator moet in maand [Y] een voortgangsverslag indienen met daarin:
- een periodiek technisch verslag voor publicatie door [de Commissie][het Agentschap];
- een overzicht van de geboekte vooruitgang met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de actie, met inbegrip van mijlpalen en prestaties zoals die in bijlage 1 zijn aangegeven. Dit verslag moet de verschillen rechtvaardigen tussen het overeenkomstig bijlage 1 verwachtte werk en het werkelijk verrichte werk;]
[OPTIE 2, in geval van drie voorfinancieringstranches): niet van toepassing;]
- aan het eind van de actie informatie indienen over elk door de aanbesteding gefinancierd subcontract, met inbegrip van gegevens over elk van de deelnemende contractanten en een overzicht van de resultaten voor publicatie- en evaluatiedoeleinden.
Dit moet een — door de kopersgroep op basis van de validatie van de oplossingen vastgestelde — beoordeling bevatten van de eindresultaten van de eindresultaten voor elk van de deelnemende inschrijvers op het vlak van prestaties en functionaliteitsvereisten van het gemeenschappelijk bestek.
- binnen de in bijlage 1 gestelde termijn en overeenkomstig de gestelde voorwaarden alle andere prestaties indienen.
[De partners moeten bovendien:
- [OPTIE 1, voor PCP: aan het eind van de actie een demonstratie geven aan [de Commissie][het Agentschap] van de testproducten die het resultaat zijn van de uitbestede onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten.]
- [OPTIE 2, voor PPI: aan het eind van de actie aan [de Commissie][het Agentschap] een demonstratie geven van de innovatieve oplossingen.] ] ]
15.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de coördinator één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan [de Commissie][het Agentschap] één of meer van de maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst toepassen.
ARTIKEL 16 — VERSLAGEN — BETALINGSVERZOEKEN
16.1 Verplichting tot indiening van verslagen
De coördinator moet bij de in dit artikel beschreven technische en financiële verslagen, inclusief betalingsverzoeken, bij [de Commissie][het Agentschap] (zie artikel 58 FPA) indienen. De verslagen moeten zijn opgesteld met gebruikmaking van de formulieren en
modellen die in het elektronische uitwisselingssysteem ter beschikking worden gesteld (zie artikel 58 FPA).
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De specifieke actie wordt verdeeld in de volgende "verslagperioden":
- VP1: van maand 1 tot en met maand [X]
[- VP2: van maand [X+1] tot en met maand [Y]
- VP3: van maand [Y+1] tot en met maand [Z]
- [idem voor overige VP’s]
- VPN: van maand [N+1] tot en met [de laatste maand van het project.] ] [TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
[OPTIE 1 (standaardoptie, twee voorfinancieringstranches): De actie wordt onderverdeeld
in de volgende "verslagperioden":
- VP1: van maand 1 tot en met maand [X53]
- VP2: van maand [X+1] tot en met [de laatste maand van het project]]
[OPTIE 2, in geval van drie voorfinancieringstranches): De actie wordt onderverdeeld in de volgende "verslagperioden":
- VP1: van maand 1 tot en met maand [X54]
- VP2: van maand [X+1] tot en met maand [Y]
- VP3. van maand [Y+1] tot en met [de laatste maand van het project]] ]
[TEKST ENKEL VOOR PCP/PPI: 20.2a Periodieke verslagen — Verzoeken om de tweede [en derde] voorfinancieringstranche[s]
De coördinator moet binnen 60 dagen na afloop van elke verslagperiode een periodiek verslag indienen.
Het periodieke verslag moet ten minste bevatten:
a) een "periodiek technisch verslag" waarin zijn opgenomen:
i) een beschrijving van de werkzaamheden die zijn verricht door de partners;
53 Maand X dient de maand te zijn waarin de voorbereidingsfase zal zijn afgerond en het tweede verzoek om voorfinanciering wordt ingediend.
54 Maand X dient de maand te zijn waarin de voorbereidingsfase zal zijn afgerond en het tweede verzoek om
voorfinanciering wordt ingediend.
ii) een overzicht van de geboekte vooruitgang met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de specifieke actie, met inbegrip van mijlpalen en prestaties zoals die in bijlage 1 zijn aangegeven.
Dit verslag dient verklaringen te bevatten voor de verschillen tussen het werk dat geacht wordt te zijn uitgevoerd overeenkomstig bijlage 1 en het werkelijk uitgevoerde werk.
In het verslag dient een beschrijving te zijn opgenomen van het gebruik en de verspreiding van de resultaten en, indien dit is vereist volgens bijlage 1, een bijgewerkt "plan voor het gebruik en de verspreiding van de resultaten".
In het verslag moeten de communicatieactiviteiten worden aangegeven[.][;]
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Het verslag moet een specificatie bevatten van de toegangsactiviteit, de leden van het selectiepanel, de selectieprocedure, de exacte omvang van de aan de gebruikersgroepen verleende toegang en een beschrijving van hun werkzaamheden, evenals gegevens van de gebruikers, met inbegrip van hun naam, nationaliteit en uitzendende instelling).] [OPTIE voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: Het verslag moet een specificatie bevatten van de toegangsactiviteit, met statistieken van de in de desbetreffende periode verleende virtuele toegang, waarin opgenomen het aantal gebruikers, de geografische verspreiding van gebruikers en, waar mogelijk, informatie/statistieken over de wetenschappelijke resultaten (publicaties, octrooien enz.) waarin het gebruik van de infrastructuur wordt bevestigd; ]
iii) een samenvatting voor publicatie door [de Commissie][het Agentschap] ;
iv) de antwoorden op de "vragenlijst", waarin zaken in verband met de uitvoering van de actie en de economische en maatschappelijke effecten zijn opgenomen, in het bijzonder in relatie tot de kernprestatie-indicatoren van Horizon 2020 en de controlevereisten van Horizon 2020;
b) aanbestedingsdocumenten, met inbegrip van de aankondiging van de geplaatste opdrachten, oproep tot inschrijving, aanbestedingsovereenkomsten;
c) een verslag over de resultaten van de voorbereidingsfase van de aanbesteding (e.g. de openbare marktraadpleging) en het effect daarvan op de aanbesteding;
d) voor elke aan de gezamenlijke aanbesteding deelnemende partner: een formele en ondertekende "verbintenis inzake de beschikbaarheid van middelen" (zie bijlage 6) en
e) een "verklaring inzake het gebruik van de eerste financieringstranche " (zie bijlage 7) met daarin een verzoek om betaling van de tweede voorfinancieringstranche.
De coördinator moet verklaren dat de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is, en dat zij gestaafd kan worden door passende bewijsstukken (zie artikel 24 FPA) die op
verzoek (zie artikel 23 FPA) of in het kader van controles, beoordelingen, audits en onderzoeken (zie artikel 28 FPA) zullen worden verstrekt.
[OPTIE in het geval van drie voorfinancieringstranches: De coördinator moet binnen 60 dagen na afloop van de tweede verslagperiode een periodiek verslag indienen.
Het periodieke verslag moet ten minste bevatten:
a) een periodiek technisch verslag (zie punt a) hierboven) en
b) een "verklaring inzake het gebruik van de tweede financieringstranche" met daarin een verzoek om betaling van de derde voorfinancieringstranche.
De coördinator moet verklaren dat de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is, en dat zij gestaafd kan worden door passende bewijsstukken (zie artikel 24 FPA) die op verzoek (zie artikel 23 FPA) of in het kader van controles, beoordelingen, audits en onderzoeken (zie artikel 28 FPA) zullen worden verstrekt. ]
16.3 Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betalingen
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De coördinator moet binnen zestig dagen na afloop van elke verslagperiode een periodiek verslag indienen.
In het periodieke verslag moet ten minste de volgende informatie worden opgenomen:
a) een "periodiek technisch verslag" waarin zijn opgenomen:
i) een beschrijving van de werkzaamheden die zijn verricht door de partners;
ii) een overzicht van de geboekte vooruitgang met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de specifieke actie, met inbegrip van mijlpalen en prestaties zoals die in bijlage 1 zijn aangegeven.
Dit verslag dient verklaringen te bevatten voor de verschillen tussen het werk dat geacht wordt te zijn uitgevoerd overeenkomstig bijlage 1 en het werkelijk uitgevoerde werk.
In het verslag dient een beschrijving te zijn opgenomen van het gebruik en de verspreiding van de resultaten en, indien dit is vereist volgens bijlage 1, een bijgewerkt "plan voor het gebruik en de verspreiding van de resultaten".
In het verslag moeten de communicatieactiviteiten worden aangegeven[.][;]
[OPTIE voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuren: Het verslag moet een specificatie bevatten van de toegangsactiviteit, de leden van het selectiepanel, de selectieprocedure, de exacte omvang van de aan de
gebruikersgroepen verleende toegang en een beschrijving van hun werkzaamheden, evenals gegevens van de gebruikers, met inbegrip van hun naam, nationaliteit en uitzendende instelling).][OPTIE voor virtuele toegang tot onderzoeksinfrastructuur: De verslagen moeten een specificatie bevatten van de toegangsactiviteit, met statistieken van de in de desbetreffende periode verleende virtuele toegang, waarin opgenomen het aantal gebruikers, de geografische verspreiding van gebruikers en, waar mogelijk, informatie/statistieken over de wetenschappelijke resultaten (publicaties, octrooien enz.) waarin het gebruik van de infrastructuur wordt bevestigd; ]
iii) een samenvatting voor publicatie door [de Commissie][het Agentschap];
iv) de antwoorden op de "vragenlijst", waarin zaken in verband met de uitvoering van de actie en de economische en maatschappelijke effecten zijn opgenomen, in het bijzonder in relatie tot de kernprestatie-indicatoren van Horizon 2020 en de controlevereisten van Horizon 2020;
b) een "periodiek financieel verslag" waarin zijn opgenomen:
i) een "individuele financiële staat" (zie bijlage 3) van elke partner [en van xxxx xxxxxxxxx derde] voor de desbetreffende verslagperiode.
De individuele financiële staat moet een specificatie bevatten van de subsidiabele kosten (reële kosten, eenheidskosten, vaste kosten [en forfaitaire kosten], zie artikel 5) voor elke begrotingscategorie (zie bijlage 2).
De partners [en gelieerde derden] moeten alle subsidiabele kosten declareren, ook als, in het geval van reële kosten, eenheidskosten en vaste kosten, deze hoger zijn dan de in de geraamde begroting vermelde bedragen (zie bijlage 2). Kosten die niet worden gedeclareerd in de individuele financiële staat worden niet door [de Commissie][het Agentschap] in aanmerking genomen.
Indien voor een verslagperiode een individuele financiële staat niet wordt ingediend, mag deze worden opgenomen in het periodieke financiële verslag van de volgende verslagperiode.
De individuele financiële staten van de laatste verslagperiode moeten bovendien de ontvangsten uit de specifieke actie (zie artikel 10 FPA) bevatten.
Elke partner [en elke gelieerde derde] moet verklaren dat:
- de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
- de gedeclareerde kosten in aanmerking komen voor subsidie (zie artikel 5);
- de kosten worden gestaafd door goede schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken (zie artikel 24 FPA) die op verzoek (zie
artikel 23 FPA) of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken (zie artikel 28 FPA) zullen worden overgelegd, en
- voor de laatste verslagperiode: alle ontvangsten zijn opgegeven (zie artikel 10 FPA);
ii) een beschrijving van gebruikte bronnen en informatie over uitbesteding (zie artikel 11) en bijdragen in natura van derden (zie de artikelen 9 en 10) van elke partner [en elke gelieerde derde] voor de desbetreffende verslagperiode;
iii) [OPTIE 1, als het JRC een partner is: informatie over het bedrag van elke tussentijdse betaling en de betaling van het saldo dat door [de Commissie] [het Agentschap] aan het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (Joint Research Centre — JRC) moet worden overgemaakt;][OPTIE 2: niet van toepassing;]
iv) een "periodieke financiële overzichtstaat" die automatisch door het elektronische uitwisselingssysteem wordt gegenereerd en waarin de individuele financiële staten voor de desbetreffende verslagperiode zijn samengevoegd, en waarin is opgenomen, uitgezonderd in de staat voor de laatste periode, het verzoek om tussentijdse betaling. ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Niet van toepassing. ]
16.4 Eindverslag — Verzoek om betaling van het saldo
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
Naast het periodieke verslag over de laatste verslagperiode moet de coördinator binnen zestig dagen na afloop van de laatste verslagperiode het eindverslag indienen.
Het eindverslag moet ten minste bevatten:
a) een "technisch eindverslag" met een voor publicatie bestemde samenvatting, waarin zijn opgenomen:
i) een overzicht van de resultaten en het gebruik en de verspreiding hiervan;
ii) de conclusies uit de specifieke actie, en
iii) de socio-economische effecten van de specifieke actie;
b) een "financieel eindverslag" waarin zijn opgenomen:
i) een door het elektronische uitwisselingssysteem automatisch gegenereerde "definitieve financiële overzichtstaat", waarin de individuele financiële staten
voor alle verslagperioden zijn samengevoegd en die het verzoek om betaling van het saldo bevat, en
ii) een "certificaat betreffende de financiële staten" (opgesteld overeenkomstig bijlage 4) voor elke partner [en elke gelieerde derde] , als deze verzoekt om een totale bijdrage van 325 000 EUR of meer, ter vergoeding van reële kosten en eenheidskosten die zijn berekend op basis van de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner (zie artikel 4.2 en artikel 5.2). ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Het eindverslag moet ten minste bevatten:
a) een "technisch eindverslag" met een voor publicatie bestemde samenvatting, waarin zijn opgenomen:
i) een overzicht van de resultaten en het gebruik en de verspreiding hiervan;
ii) de conclusies uit de actie, en
iii) de socio-economische effecten van de actie;
b) een "financieel eindverslag" waarin zijn opgenomen:
i) een "individuele financiële staat" (zie bijlage 3) van elke partner [en van xxxx xxxxxxxxx derde] voor alle verslagperioden.
De individuele financiële staat moet een specificatie bevatten van de subsidiabele kosten (reële kosten, eenheidskosten en forfaitaire kosten; zie artikel 5) voor elke begrotingscategorie (zie bijlage 2).
De partners [en gelieerde derden] moeten alle subsidiabele kosten declareren, ook als, in het geval van reële kosten, eenheidskosten en forfaitaire kosten, deze hoger zijn dan de in de geraamde begroting vermelde bedragen (zie bijlage 2). Kosten die niet worden gedeclareerd in de individuele financiële staat worden niet door [de Commissie][het Agentschap] in aanmerking genomen.
De individuele financiële staten moeten bovendien de ontvangsten uit de actie
(zie artikel 10 FPA) bevatten.
Elke partner [en elke gelieerde derde] moet verklaren dat:
- de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
- de gedeclareerde kosten subsidiabel zijn (en met name dat de kosten voor subcontracten voldoen aan de voorwaarden van artikel 11);
- de kosten worden gestaafd door goede schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken (zie artikel 24 FPA) die op verzoek (zie artikel 23 FPA) of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken (zie artikel 28 FPA) zullen worden overgelegd, en
- alle ontvangsten zijn opgegeven (zie artikel 10 FPA);
ii) een beschrijving van gebruikte middelen en informatie over uitbesteding (zie artikel 11) en bijdragen in natura van derden (zie de artikelen 9 en 10) voor elke partner [en elke gelieerde derde] ;
iii) [OPTIE 1 als het JRC een partner is: informatie over het bedrag dat door [de Commissie][het Agentschap] aan het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (Joint Research Centre - JRC) moet worden betaald bij de betaling van het saldo;][OPTIE 2: niet van toepassing;]
iv) een door het elektronische uitwisselingssysteem automatisch gegenereerde "financiële overzichtstaat" (zie bijlage 4), waarin de individuele financiële staten zijn samengevoegd en die het verzoek om betaling van het saldo omvat;
v) een "certificaat betreffende de financiële staten" (opgesteld overeenkomstig bijlage 4) voor elke partner[ en elke gelieerde derde] , als deze verzoekt om een totale bijdrage van 325 000 EUR of meer, ter vergoeding van reële kosten en eenheidskosten die zijn berekend op basis van de gangbare kostenberekeningsmethoden van de partner (zie artikel 5.2 en artikel 6.2). ]
16.5 Informatie over cumulatieve verrichte uitgaven
[OPTIE 1, voor subsidies van meer dan 5 miljoen EUR met verslagperioden langer dan 18 maanden55: Naast de hierboven vermelde vereisten voor de verslaglegging (artikelen 16.1 tot en met 16.3) moet de coördinator[de Commissie][het Agentschap] jaarlijks vóór [31 december][30 november] inlichten over de cumulatieve uitgaven die door de partners zijn verricht vanaf de begindatum van de specifiek actie.
Deze informatie is vereist in verband met de financiële administratie van de Commissie en wordt niet gebruikt voor het berekenen van het definitieve subsidiebedrag.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
16.6 Valuta voor financiële staten en omrekening in euro's
55 Toevoegen in het geval van subsidies van meer dan 5 miljoen EUR waarvoor voorfinanciering wordt betaald en waarvoor de verslagperioden voor tussentijdse betalingen of de betaling van het saldo langer zijn dan achttien maanden.
Financiële staten moeten worden opgesteld in euro's.
Partners [en xxxxxxxxx derden] die een boekhouding voeren in een andere valuta dan de euro, moeten de in hun boekhouding opgenomen kosten omzetten in euro's tegen het gemiddelde van de dagelijkse wisselkoersen die worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, berekend over de desbetreffende verslagperiode.
Indien in het Publicatieblad van de Europese Unie voor de desbetreffende valuta geen dagelijkse wisselkoers voor de euro wordt gepubliceerd, moet de valuta worden omgerekend tegen de maandelijkse boekhoudkundige koersen die op de website van de Commissie worden bekendgemaakt, berekend over de desbetreffende verslagperiode.
Partners [en xxxxxxxxx derden] met een boekhouding in euro's moeten in andere valuta gemaakte kosten omzetten in euro's overeenkomstig hun gangbare boekhoudpraktijken.
Alle verslagen (zowel technische als financiële, met inbegrip van financiële staten) moeten worden ingediend in de taal van deze specifieke overeenkomst.
16.8 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de ingediende verslagen niet voldoen aan de in dit artikel gestelde voorwaarden, kan [de Commissie][het Agentschap] de betaling opschorten (zie artikel 53 FPA) en één of meer van de overige maatregelen als beschreven in afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst toepassen.
Indien de coördinator de verplichting om de verslagen in te dienen niet nakomt en hier ook niet binnen dertig dagen na een schriftelijke herinnering aan voldoet, mag [de Commissie][het Agentschap] de overeenkomst beëindigen (zie artikel 56 FPA) of een van de andere in afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst beschreven maatregelen toepassen.
ARTIKEL 17 — BETALINGEN EN BETALINGSREGELINGEN
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De coördinator ontvangt de volgende betalingen:
- één voorfinanciering;
- één of meer tussentijdse betalingen, gebaseerd op het/de verzoek(en) om tussentijdse betaling (zie artikel 16), en
- één betaling van het saldo, gebaseerd op het verzoek om betaling van het saldo (zie artikel 16). ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
De coördinator ontvangt de volgende betalingen:
- een eerste voorfinancieringtranche;
- een tweede voorfinancieringstranche, gebaseerd op het verzoek om betaling van een tweede voorfinancieringstranche (zie artikel 16);
- [een derde voorfinancieringstranche, gebaseerd op het verzoek om betaling van een derde voorfinancieringstranche (zie artikel 16);]
- één betaling van het saldo, gebaseerd op het verzoek om betaling van het saldo (zie artikel 16). ]
17.2 Voorfinanciering — Bedrag — Ingehouden bedrag voor het garantiefonds
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De voorfinanciering dient om de partners kasmiddelen te verstrekken. Voorfinanciering blijft tot de betaling van het saldo eigendom van de EU.
De voorfinanciering bedraagt [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR.
[De Commissie][Het Agentschap] betaalt de voorfinanciering aan de coördinator binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van de specifieke overeenkomst (zie artikel 21) of, indien dit later is, tien dagen voor de begindatum van de specifieke actie (zie artikel 3), tenzij artikel 54 FPA van toepassing is.
Een bedrag van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, overeenkomend met 5 % van het maximale subsidiebedrag (zie artikel 4.1), wordt door [de Commissie][het Agentschap] ingehouden op de voorfinanciering en overgemaakt naar het "garantiefonds".
[OPTIE als het JRC een partner is: Het in verband met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) toegekende deel van de voorfinanciering ([bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR wordt niet aan de coördinator betaald, maar voor het JRC door [de Commissie][het Agentschap] beheerd.] ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
De voorfinanciering dient om de partners kasmiddelen te verstrekken. Voorfinanciering blijft tot de betaling van het saldo eigendom van de EU.
[De Commissie][Het Agentschap] zal binnen dertig dagen, ofwel vanaf de inwerkingtreding van de specifieke overeenkomst (zie artikel 21) of, als dit later is, tien dagen voor de dag waarop de specifieke actie van start gaat (zie artikel 3) een eerste voorfinancieringstranche aan de coördinator uitbetalen van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, tenzij artikel 54 FPA van toepassing is.
Van dit bedrag wordt een bedrag van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, overeenkomend met 5 % van het maximale subsidiebedrag (zie artikel 4.1), door [de Commissie][het Agentschap] ingehouden en overgemaakt naar het "garantiefonds".
[De Commissie][Het Agentschap] zal — binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek (zie artikel 16) — een tweede voorfinancieringstranche aan de coördinator uitbetalen van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, tenzij artikel 53 of 54 FPA van toepassing is.
[OPTIE in het geval van drie voorfinancieringstranches: [De Commissie][Het Agentschap] zal — binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek (zie artikel 16) — een derde voorfinancieringstranche aan de coördinator uitbetalen van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, tenzij artikel 53 of 54 FPA van toepassing is.]
[OPTIE als het JRC een begunstigde is: Het in verband met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) toegekende deel van de voorfinanciering ([bedragen invullen (bedragen in letters invullen)] wordt niet aan de coördinator betaald, maar voor het JRC door het Agentschap beheerd.] ]
17.3 Tussentijdse betalingen — Bedrag — Berekening
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
De subsidiabele kosten die voor de uitvoering van de specifieke actie zijn gemaakt, worden gedurende de desbetreffende verslagperioden door middel van tussentijdse betalingen vergoed.
[De Commissie][Het Agentschap] betaalt de coördinator het voor de tussentijdse betaling verschuldigde bedrag binnen negentig dagen na ontvangst van het periodieke verslag (zie artikel 16), tenzij artikel 53 of artikel 54 FPA van toepassing is.
De betaling wordt uitgevoerd wanneer het periodieke verslag is goedgekeurd. Goedkeuring houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de inhoud van het verslag voldoet aan de eisen betreffende naleving en waarachtigheid, volledigheid en correctheid.
Het voor de tussentijdse betaling verschuldigde bedrag wordt door [de Commissie][het Agentschap] als volgt berekend:
Stap 1 — Toepassing van de vergoedingspercentages
Stap 2 — Beperking tot 90 % van het maximale subsidiebedrag
17.3.1 Stap 1 – Toepassing van de vergoedingspercentages
Het (De) individuele vergoedingspercentage(s) (zie artikel 4.2) wordt (worden) toegepast op de subsidiabele kosten (reële kosten, eenheidskosten en vaste kosten [en forfaitaire kosten] ; zie artikel 5), zoals opgegeven door de partners [en de daarmee gelieerde derde partijen] (zie artikel 16) en goedgekeurd door [de Commissie] [het Agentschap] (zie hierboven) voor het desbetreffende verslagperiode.
17.3.2 Stap 2 — Beperking tot 90 % van het maximale subsidiebedrag
Het totale bedrag van de voorfinanciering en tussentijdse betalingen mag niet hoger zijn dan 90 % van het maximale subsidiebedrag zoals van artikel 4.1. Het maximale bedrag voor een bepaalde tussentijdse betaling wordt als volgt berekend:
{90 % van het maximale subsidiebedrag (zie artikel 4.1) min
{voorfinanciering en eerdere tussentijdse betalingen}}.]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Niet van toepassing.]
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
Met de betaling van het saldo wordt het resterende deel van de subsidiabele kosten die door de partners voor de uitvoering van de specifieke actie zijn gemaakt, vergoed.
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen hoger is dan het definitieve subsidiebedrag (zie artikel 10 FPA), heeft de betaling van het saldo de vorm van een terugvordering (zie artikel 50 FPA).
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen lager is dan het definitieve subsidiebedrag, betaalt [de Commissie][het Agentschap] het saldo binnen negentig dagen na ontvangst van het eindverslag (zie artikel 16), tenzij artikel 53 of artikel 54 FPA van toepassing is.
De betaling wordt uitgevoerd wanneer het eindverslag is goedgekeurd. Goedkeuring houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de inhoud van het verslag voldoet aan de eisen betreffende naleving en waarachtigheid, volledigheid en correctheid.
Het verschuldigde saldobedrag wordt door [de Commissie][het Agentschap] berekend door het definitieve subsidiebedrag zoals bepaald overeenkomstig artikel 10 FPA, te verminderen met het totale bedrag van de reeds ontvangen voorfinanciering en eventuele tussentijdse betalingen:
{definitief subsidiebedrag (zie artikel 10 FPA) min
{reeds ontvangen voorfinanciering en eventuele tussentijdse betalingen}}.
Wanneer het saldo wordt betaald, wordt tevens het voor het garantiefonds ingehouden bedrag (zie hierboven) vrijgegeven, en
– als het saldo positief is, wordt het vrijgegeven bedrag in zijn geheel aan de coördinator betaald tezamen met het verschuldigde saldobedrag;
– als het saldo negatief is (betaling van het saldo heeft de vorm van een terugvordering), wordt het vrijgegeven bedrag verminderd met het bedrag van het saldo (zie artikel 50 FPA). Als het resulterende bedrag:
– positief is, wordt dit betaald aan de coördinator
– negatief is, wordt dit ingevorderd.
Het te betalen bedrag mag echter, zonder dat toestemming van de partners nodig is, worden verrekend met enig ander bedrag dat door de partner aan [het Agentschap, ]de Commissie of een [ander] uitvoerend agentschap aan de partner verschuldigd is (uit de begroting van de EU of Euratom), tot de maximale EU-bijdrage die voor de partners in de geraamde begroting is opgenomen (zie bijlage 2). ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Met de betaling van het saldo wordt het resterende deel van de subsidiabele kosten die door de partners voor de uitvoering van de specifieke actie zijn gemaakt, vergoed.
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen hoger is dan het definitieve subsidiebedrag (zie artikel 10 FPA), heeft de betaling van het saldo de vorm van een terugvordering (zie artikel 50 FPA).
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen lager is dan het definitieve subsidiebedrag, betaalt [de Commissie][het Agentschap] het saldo binnen negentig dagen na ontvangst van het eindverslag (zie artikel 16), tenzij artikel 53 of 54 FPA van toepassing is.
De betaling wordt uitgevoerd wanneer het eindverslag is goedgekeurd. Goedkeuring houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de inhoud van het verslag voldoet aan de eisen betreffende naleving en waarachtigheid, volledigheid en correctheid.
Het verschuldigde saldobedrag wordt door [de Commissie][het Agentschap] berekend door het definitieve subsidiebedrag zoals bepaald overeenkomstig artikel 10 FPA, te verminderen met het totale bedrag van de reeds ontvangen voorfinanciering:
{definitief subsidiebedrag (zie artikel 10 FPA) min
ontvangen voorfinanciering}.
Wanneer het saldo wordt betaald, wordt tevens het voor het garantiefonds ingehouden bedrag (zie hierboven) vrijgegeven, en:
- positief is, wordt dit betaald aan de coördinator
- negatief is, wordt dit ingevorderd.
Het te betalen bedrag mag echter, zonder dat toestemming van de partners nodig is, worden verrekend met enig ander bedrag dat door de partner aan [het Agentschap,] de Commissie of een [ander] uitvoerend agentschap aan de partner verschuldigd is (uit de begroting van de EU of Euratom), tot de maximale EU-bijdrage die voor de partners in de geraamde begroting is opgenomen (zie bijlage 2). ]
17.5 Kennisgeving van de verschuldigde bedragen
[TEKST VOOR RIA-, IA- en CSA-acties:
Wanneer [de Commissie][het Agentschap] een betaling verricht, wordt de coördinator formeel ingelicht over het te ontvangen bedrag, waarbij wordt vermeld of het een tussentijdse betaling of de betaling van het saldo betreft.
In het geval van een betaling van het saldo wordt in de kennisgeving tevens het definitieve subsidiebedrag vermeld.
In het geval van een vermindering van de specifieke subsidie of terugvordering van onterecht toegekende bedragen, wordt de kennisgeving voorafgegaan door de contradictoire procedure zoals die wordt beschreven in de artikelen 49 en 50 FPA. ]
[TEKST VOOR PCP/PPI-acties:
Wanneer [de Commissie][het Agentschap] een betaling verricht, wordt de coördinator formeel ingelicht over het te ontvangen bedrag, waarbij wordt vermeld of het een tweede [ of derde] voorfinancieringstranche betreft, of de betaling van het saldo.
In het geval van een vermindering van de specifieke subsidie of terugvordering van onterecht toegekende bedragen, wordt de kennisgeving voorafgegaan door de contradictoire procedure zoals die wordt beschreven in de artikelen 49 en 50 FPA. ]
Alle betalingen door [de Commissie][het Agentschap] worden verricht in euro's.
17.7 Betalingen aan de coördinator — Verdeling over de partners
De coördinator ontvangt de betalingen.
Betalingen aan de coördinator ontheffen [de Commissie][het Agentschap] van [haar][zijn]
betalingsverplichting.
De coördinator dient de betalingen zonder ongerechtvaardigde vertraging over de partners te verdelen.
De voorfinanciering mag echter alleen worden verdeeld:
a) indien het aantal partners dat minimaal vereist is krachtens de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, is toegetreden tot de kader- en specifieke overeenkomst (zie artikel 62 FPA) en
b) onder de partners die tot de specifieke overeenkomst zijn toegetreden (zie artikel 62 FPA).
17.8 Bankrekening voor betalingen
Alle betalingen worden overgemaakt naar de volgende bankrekening:
Naam van de bank: […]
Volledige naam van de rekeninghouder: […]
Volledig rekeningnummer (inclusief de bankcodes): […] [IBAN-code: […]]56
De kosten voor de overmakingen worden als volgt verdeeld:
56 De BIC- of SWIFT-code is van toepassing bij landen waar de IBAN-code niet van toepassing is.
– [de Commissie][het Agentschap] betaalt de overmakingskosten die door [haar][zijn]
bank in rekening worden gebracht;
– de partner betaalt de overmakingskosten die door zijn bank in rekening worden gebracht;
– de partij die verantwoordelijk is voor een herhaalde overmaking, betaalt alle kosten van deze herhaalde overmaking.
Betalingen door [de Commissie][het Agentschap] worden geacht te zijn verricht op de datum waarop zij zijn afgeboekt van de rekening van [de Commissie][het Agentschap] .
17.11 Gevolgen van niet-nakoming
17.11.1 Indien [de Commissie][het Agentschap] niet binnen de betalingstermijn (zie hierboven) betaalt, kunnen de partners aanspraak maken op rente over niet-tijdige betaling tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank (ECB) wordt toegepast voor haar basisherfinancieringstransacties in euro's ("referentievoet"), vermeerderd met drieënhalve punt. De referentievoet is de rentevoet die geldt op de eerste dag van de maand waarin de betalingstermijn verstrijkt, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie.
Als de rente over de niet-tijdige betaling lager is dan of gelijk is aan 200 EUR, wordt deze alleen dan aan de coördinator betaald indien deze hiertoe binnen twee maanden na ontvangst van de niet-tijdige betaling schriftelijk heeft verzocht.
Er is geen rente over niet-tijdige betaling verschuldigd indien alle partners EU-lidstaten zijn (met inbegrip van lokale en regionale regeringsdiensten en andere overheidsinstanties die voor de partnerschapskaderovereenkomst en de specifieke overeenkomst namens een lidstaat optreden).
Verlenging van de betalingstermijn en opschorting van betalingen (zie de artikelen 53 en 54 FPA) worden niet beschouwd als niet-tijdige betaling.
De rente over een niet-tijdige betaling wordt berekend vanaf de dag nadat de betalingstermijn afloopt (zie hierboven) tot en met de dag waarop de betaling plaatsvindt.
Rente over niet-tijdige betalingen wordt niet meegerekend bij de bepaling van het definitieve subsidiebedrag.
17.11.2 Indien de coördinator één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de specifieke subsidie worden verminderd (zie artikel 49 FPA) en kan de specifieke overeenkomst of de deelname van de coördinator worden beëindigd (zie artikel 56 FPA).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de partnerschapskaderovereenkomst.
AFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT REEDS BESTAANDE RECHTEN (BACKGROUND) EN RESULTATEN
ARTIKEL 18 AANVULLENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BACKGROUND EN RESULTATEN
18.1 Background
18.1.1 Toegangsrechten voor andere partners, voor andere specifieke acties
[OPTIE 1, indien het werkprogramma hierin voorziet: De partners moeten elkaar — onder de voorwaarden van artikel 31 FPA — toegang verlenen tot hun background, indien dit nodig om de actie en andere specifieke acties uit hoofde van het partnerschap uit te voeren.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
18.1.2 Toegangsrechten voor derden
[OPTIE 1: voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: De toegangverlener verleent de gebruikers gratis toegang tot de background die nodig is voor het uitvoeren van de actie, tenzij de toegang onderhevig is aan wettelijke of andere beperkingen, waaronder begrepen rechten van derden (met inbegrip van personeel) die zich daartegen verzetten.
De toegangverlener moet de gebruikers zo spoedig mogelijk in kennis stellen van beperkingen die aanzienlijke invloed op het verlenen van toegangsrechten kunnen hebben.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
18.2.1 Aanvullende exploitatieverplichtingen
[OPTIE 1a, voor aanvullende exploitatieverplichtingen, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: Naast de exploitatieverplichtingen van artikel 34 FPA moeten de partners tot vier jaar na de termijn van artikel 3 voldoen aan de aanvullende exploitatieverplichtingen van bijlage 1.]
[OPTIE 1b, voor resultaten die zouden kunnen bijdragen aan normen, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: Indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat resultaten van een specifieke actie bijdragen aan Europese of internationale normen, moet de betrokken partner [de Commissie][het Agentschap] hiervan tot vier jaar na de termijn van artikel 3 van de specifieke overeenkomst in kennis stellen.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
18.2.2 Aanvullende verspreidingsverplichtingen
[OPTIE 1a, voor aanvullende verspreidingsverplichtingen, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: Naast de verspreidingsverplichtingen van artikel 35 FPA moeten de partners voldoen aan de aanvullende verspreidingsverplichtingen van bijlage 1.]
[OPTIE 1b, voor aanvullende verspreidingsverplichtingen ten behoeve van interoperabiliteit, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: Naast de verspreidingsverplichtingen van artikel 35 FPA moeten de partners tot vier jaar na de in termijn van artikel 3 de voor interoperabiliteit noodzakelijke technische specificaties van de resultaten verspreiden.]
[OPTIE 1c, voor aanvullende verspreidingsverplichtingen ten behoeve van grensoverschrijdende interoperabiliteit, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: Naast de verspreidingsverplichtingen van artikel 35 FPA moeten de partners tot vier jaar na de termijn van artikel 3 de projectprestaties verspreiden die verband houden met grensoverschrijdende interoperabiliteit (zie bijlage 1) en resultaten die nodig zijn voor grensoverschrijdende interoperabiliteit (in het bijzonder gemeenschappelijke technische specificaties en software).]
[OPTIE 1d, voor specifieke acties in het kader van het proefproject voor openbare onderzoeksgegevens: Wat betreft de digitale onderzoeksgegevens die in het kader van de actie worden gegenereerd ("gegevens"), moeten de partners:
a) de volgende gegevens in een databank voor onderzoeksgegevens opnemen en derden in staat stellen om zich toegang tot deze gegevens te verschaffen, er datamining op toe te passen en ze te exploiteren, te reproduceren en te verspreiden – kosteloos voor elke gebruiker:
i) de gegevens die nodig zijn voor het valideren van de in wetenschappelijke publicaties vermelde resultaten, waaronder begrepen hiermee verband houdende metagegevens, zo spoedig mogelijk;
ii) OPTIE A voor gezondheidsacties die kaderen in het proefproject voor openbare onderzoeksgegevens, indien het werkprogramma hierin voorziet: gegevens die relevant zijn voor noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, indien [de Commissie][het Agentschap] daar specifiek om verzoekt en binnen de in het verzoek aangegeven termijn ][OPTIE B: niet van toepassing];
iii) overige gegevens, waaronder begrepen hiermee verband houdende metagegevens, zoals vastgelegd in het "gegevensbeheerplan" en binnen de daarin vermelde termijnen (zie bijlage 1);
b) via de databank informatie verschaffen over de hulpmiddelen waarover de partners voor het valideren van de resultaten beschikken (en, voor zover mogelijk, de hulpmiddelen zelf verstrekken).
Dit laat onverlet de verplichting tot het beschermen van resultaten (artikel 33 FPA), de geheimhoudingsverplichtingen (artikel 42 FPA), de beveiligingsgerelateerde verplichtingen (artikel 43 FPA) en de verplichting tot het beschermen van persoonsgegevens (artikel 45 FPA).
Bij wijze van uitzondering hoeven de partners niet te zorgen voor open toegang tot specifieke onderdelen van hun onderzoeksgegevens overeenkomstig punt a), onder i) en iii), als het bereiken van de hoofddoelstelling van de actie (zoals beschreven in bijlage 1) gevaar zou lopen wanneer die specifieke onderdelen openlijk toegankelijk zouden worden. In dat geval moeten in het gegevensbeheerplan de redenen voor het ontzeggen van toegang worden vermeld.]
[aanvullende OPTIE voor gezondheidsacties die kaderen in het proefproject voor openbare onderzoeksgegevens, indien het werkprogramma hierin voorziet: Bij wijze van uitzondering hoeven de partners niet te zorgen voor openbare toegang tot onderzoeksgegevens overeenkomstig punt a), onder ii), als [de Commissie][het Agentschap] ermee instemt dat de verplichting open toegang te verlenen, wordt vervangen door speciale toegangsrechten voor derden die de gegevens nodig hebben om het hoofd te bieden aan noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid. Het recht om, kosteloos, zich toegang tot deze gegevens te verschaffen, er datamining op toe te passen, ze te gebruiken en te reproduceren, moet hiervan deel uitmaken.]]
[OPTIE 1e voor gezondheidsacties die NIET kaderen in het proefproject voor openbare onderzoeksgegevens, indien het werkprogramma hierin voorziet: [De Commissie][Het Agentschap] kan van partners eisen dat zij:
a) de digitale onderzoeksgegevens die bij de actie worden gegenereerd en die relevant zijn om het hoofd te bieden aan noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, in een databank voor onderzoeksgegevens opnemen en derden in staat stellen om zich toegang tot deze gegevens te verschaffen, er datamining op toe te passen en ze te gebruiken, te reproduceren en te verspreiden – kosteloos voor elke gebruiker
of
b) speciale toegangsrechten (met inbegrip van het recht om, kosteloos, zich toegang te verschaffen tot de gegevens, er datamining op toe te passen, ze te gebruiken en te reproduceren) verlenen aan derden die de digitale onderzoeksgegevens nodig hebben om het hoofd te bieden aan een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid
binnen de in het verzoek van [de Commissie][het Agentschap] aangegeven termijn.
Dit laat onverlet de verplichting tot het beschermen van resultaten (artikel 27), de geheimhoudingsverplichtingen (artikel 36), de beveiligingsgerelateerde verplichtingen (artikel 37) en de verplichting tot het beschermen van persoonsgegevens (artikel 39).]
[OPTIE 1f voor gezondheidsacties gericht op noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, indien het werkprogramma hierin voorziet: De partners moeten de digitale onderzoeksgegevens die bij de actie worden gegenereerd, in een databank voor
onderzoeksgegevens opnemen en derden in staat stellen om, binnen dertig dagen nadat deze gegevens zijn gegenereerd, zich toegang tot deze gegevens te verschaffen, er datamining op toe te passen en ze te gebruiken, te reproduceren en te verspreiden – kosteloos voor elke gebruiker.
Dit laat onverlet de verplichting tot het beschermen van resultaten (artikel 27), de geheimhoudingsverplichtingen (artikel 36), de beveiligingsgerelateerde verplichtingen (artikel 37) en de verplichting tot het beschermen van persoonsgegevens (artikel 39).
Bij wijze van uitzondering hoeven de partners geen open toegang te verlenen tot onderzoeksgegevens als [de Commissie][het Agentschap] ermee instemt dat de verplichting open toegang te verlenen, wordt vervangen door speciale toegangsrechten voor derden die de onderzoeksgegevens nodig hebben om het hoofd te bieden aan noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid. Het recht om, kosteloos, zich toegang tot deze gegevens te verschaffen, er datamining op toe te passen, ze te gebruiken en te reproduceren, moet hiervan deel uitmaken.]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.]
18.2.3 Recht van [de Commissie][het Agentschap] om bezwaar aan te tekenen tegen een overdracht van eigendom of de verlening van licenties op de resultaten
[OPTIE 1, voor EU-subsidies: [De Commissie][Het Agentschap] kan tot uiterlijk vier jaar na de termijn van artikel 3 bezwaar maken tegen een overdracht van de eigendom van resultaten of het verlenen van een exclusieve licentie voor de exploitatie ervan indien:
a) de beoogde nieuwe eigenaar of licentieverkrijger is gevestigd in een derde land dat niet is geassocieerd met Horizon 2020, en
b) [de Commissie][het Agentschap] van oordeel is dat de beoogde overdracht of licentieverlening niet strookt met het belang van de ontwikkeling van het concurrentievermogen van de EU of onverenigbaar is met ethische beginselen of veiligheidsoverwegingen.
Een partner die voornemens is om eigendom over te dragen of een exclusieve licentie te verlenen, moet [de Commissie][het Agentschap] hiervan formeel kennis geven voordat de beoogde overdracht of licentieverlening plaatsvindt en moet in de kennisgeving:
- duidelijk aangeven om welke resultaten het gaat;
- een gedetailleerde beschrijving geven van de nieuwe eigenaar of licentiehouder en van de geplande of mogelijke exploitatie van de resultaten, en
- een onderbouwde beoordeling opnemen van de vermoedelijke effecten van de overdracht of licentieverlening op het concurrentievermogen van de EU en van de verenigbaarheid ervan met ethische beginselen en veiligheidsoverwegingen.
[De Commissie][Het Agentschap] kan om aanvullende informatie verzoeken.
Indien [de Commissie][het Agentschap] besluit om bezwaar te maken tegen een overdracht van eigendom of het verlenen van een exclusieve licentie, dan moet [zij][het] de betrokken partner binnen zestig dagen na ontvangst van diens kennisgeving (c.q. van de aanvullende informatie waarom is verzocht) formeel van [haar][zijn] besluit in kennis stellen.
In de volgende gevallen kan geen overdracht of licentieverlening plaatsvinden:
- [de Commissie][het Agentschap] heeft nog geen besluit genomen binnen bovengenoemde termijn;
- [de Commissie][het Agentschap] maakt bezwaar;
- de in de mededeling van bezwaar gestelde voorwaarden zijn nog niet nagekomen, voor zover van toepassing.
[OPTIE 2, voor Euratomsubsidies: De Commissie kan [OPTIE: tot uiterlijk vier jaar na de termijn van artikel 3] bezwaar maken tegen een overdracht van de eigendom van resultaten of het verlenen van een exclusieve of niet-exclusieve licentie voor de exploitatie ervan indien:
a) de beoogde nieuwe eigenaar of licentieverkrijger is gevestigd in een derde land dat niet is geassocieerd met het Programma voor onderzoek en opleiding van Euratom (2014-2018), en
b) de Commissie van oordeel is dat de beoogde overdracht of licentieverlening niet strookt met het belang van de ontwikkeling van het concurrentievermogen van de EU of onverenigbaar is met ethische beginselen of veiligheidsoverwegingen.
Veiligheidsoverwegingen zijn onder meer de defensiebelangen van de lidstaten, zoals bedoeld in artikel 24 van het Euratom-Verdrag.
Een partner die voornemens is om eigendom over te dragen of een licentie te verlenen, moet de Commissie hiervan formeel in kennis stellen voordat de beoogde overdracht of licentieverlening plaatsvindt en moet in de kennisgeving:
- duidelijk aangeven om welke resultaten het gaat;
- een gedetailleerde beschrijving geven van de nieuwe eigenaar of licentiehouder en van de geplande of mogelijke exploitatie van de resultaten, en
- een onderbouwde beoordeling opnemen van de vermoedelijke effecten van de overdracht of licentieverlening op het concurrentievermogen van de EU en van de verenigbaarheid ervan met ethische beginselen en veiligheidsoverwegingen.
De Commissie kan om aanvullende informatie vragen.
Indien de Commissie besluit om bezwaar te maken tegen een overdracht van eigendom of het verlenen van een licentie, dan stelt zij de betrokken partner binnen zestig dagen na ontvangst van diens kennisgeving (c.q. van de aanvullende informatie waarom is verzocht) formeel van haar besluit in kennis.
In de volgende gevallen kan geen overdracht of licentieverlening plaatsvinden:
- de Commissie heeft nog geen besluit genomen binnen bovengenoemde termijn;
- de Commissie maakt bezwaar;
- er is nog niet voldaan aan de in de mededeling van bezwaar van de Commissie genoemde voorwaarden, voor zover van toepassing.]
[OPTIE 3: Niet van toepassing]
18.2.4 Toegangsrechten voor andere partners, voor andere specifieke acties
[OPTIE 1, indien het werkprogramma hierin voorziet: De partners moeten elkaar — onder de voorwaarden van artikel 37 FPA — toegang verlenen tot hun resultaten, indien dit nodig om de actie en andere specifieke acties uit hoofde van het kaderpartnerschap uit te voeren. ]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
18.2.5 Toegangsrechten voor de instellingen, organen, instanties en agentschappen van de EU en de EU-lidstaten
[OPTIE 1 (standaardoptie voor EU-subsidies): De partners moeten de instellingen, organen en instanties van de EU royaltyvrije toegang tot hun resultaten verlenen voor het ontwikkelen, uitvoeren of monitoren van EU-beleid of programma's.
Bedoelde toegangsrechten zijn beperkt tot niet-commercieel en niet-competitief gebruik.
Dit laat onverlet het recht om van partners ontvangen materiaal, documenten of informatie voor communicatie- en publicatieactiviteiten te gebruiken (zie artikel 44 FPA).]
[OPTIE 2, voor uitnodigingen in het kader van de specifieke doelstelling "Een veilige samenleving — De vrijheid en veiligheid van Europa en haar burgers beschermen": De partners moeten de instellingen, organen en instanties van de EU alsook de nationale autoriteiten van EU-lidstaten toegang verlenen tot hun resultaten indien die resultaten nodig zijn voor het ontwikkelen, uitvoeren of monitoren van beleid of programma’s op dit terrein.
Bedoelde toegangsrechten zijn beperkt tot niet-commercieel en niet-competitief gebruik.
Het verkrijgen van toegangsrechten is afhankelijk van het aanvaarden van specifieke voorwaarden die ervoor zorgen dat:
a) de toegangsrechten uitsluitend voor het aangegeven doel worden gebruikt, en
b) passende geheimhoudingsverplichtingen gelden.
De EU-lidstaat of de instelling, het orgaan, de instantie of het Agentschap van de EU dat of die om toegangsrechten verzoekt, moet alle (andere) EU-lidstaten van dit verzoek in kennis stellen.
Dit laat de beveiligingsverplichtingen van artikel 43 FPA onverlet.]
[OPTIE 3, voor Euratomsubsidies: De partners moeten het Europees agentschap voor Atoomenergie (Euratom) en de gemeenschappelijke ondernemingen van Euratom royaltyvrije toegang verlenen tot hun resultaten voor het ontwikkelen, uitvoeren of monitoren van Euratombeleid of -programma’s of voor het nakomen van verplichtingen die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties.
In afwijking van het bepaalde in artikel 37.1 FPA omvatten bedoelde toegangsrechten het recht om derden toestemming te geven de resultaten bij overheidsopdrachten te gebruiken en om de resultaten in sublicentie te geven en zijn zij beperkt tot niet-commercieel en niet- competitief gebruik.]
18.2.6 Toegangsrechten voor derden
[OPTIE 1a, voor aanvullende toegangsrechten voor aanvullende subsidies, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: De partners moeten aanvullende partners toegang verlenen tot hun resultaten voor de uitvoering van (een) aanvullende subsidieovereenkomst(en) (zie artikel 2), onder de voorwaarden van artikel 37 FPA.]
[OPTIE 1b, voor aanvullende toegangsrechten ten behoeve van interoperabiliteit, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: De partners moeten derden tot vier jaar na de termijn van artikel 3 [OPTIE A: onder eerlijke en redelijke voorwaarden (zie artikel 31 FPA)][OPTIE B: royalityvrije] toegang verlenen tot hun resultaten indien die resultaten nodig zijn voor interoperabiliteit.]
[OPTIE 1c, voor aanvullende toegangsrechten ten behoeve van grensoverschrijdende interoperabiliteit, indien in die optie is voorzien in het werkprogramma: De partners moeten derden tot vier jaar na de termijn van artikel 3 royaltyvrije toegang tot hun resultaten verlenen indien die resultaten nodig zijn voor interoperabiliteit, in het bijzonder voor het toepassen van de resultaten in EU-lidstaten of geassocieerde landen die niet aan de specifieke actie deelnemen.
De partners moeten via een openbare licentie van de EU ("European Union Public Licence" of "EUPL") of compatibele licenties toegang verlenen tot hun software en voldoen aan eventuele aanvullende vereisten die in bijlage 1 worden vastgesteld.]
[OPTIE 1d, voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur: De toegangverlener geeft gebruikers gratis toegang tot resultaten die nodig zijn voor het uitvoeren van de actie.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
HOOFDSTUK 5 — VERDELING VAN FUNCTIES EN VERANTWOORDELIJK- HEDEN TUSSEN PARTNERS — RELATIE MET AANVULLENDE
PARTNERS — RELATIE MET DEELNEMERS AAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE
19.1 Relatie met aanvullende partners — Samenwerkingsovereenkomst
[OPTIE 1, voor aanvullende subsidie voor zover voorzien in het werkprogramma: De partners moeten een schriftelijke "samenwerkingsovereenkomst" met de aanvullende partners sluiten om het in het kader van de specifieke overeenkomst en de aanvullende subsidieovereenkomst(en) (zie artikel 2) uit te voeren werk te coördineren, waarin bijvoorbeeld het volgende is vastgelegd:
- doeltreffende besluitvormingsprocessen, en
- de regeling van geschillen.
De samenwerkingsovereenkomst mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de partnerschapskaderovereenkomst of de specifieke overeenkomst.
De partners en aanvullende partners moeten gemeenschappelijke bestuursraden en adviesstructuren oprichten en daaraan deelnemen om te beslissen over samenwerking en synchronisatie van de activiteiten, onder andere over het beheer van resultaten, gemeenschappelijke benaderingen ten aanzien van normalisering, betrokkenheid van kmo's, verbanden met regulerings- en beleidsactiviteiten en gemeenschappelijk gedeelde activiteiten voor verspreiding en bewustmaking.
De partners moeten de aanvullende partners voor de toepassing van de aanvullende subsidieovereenkomst(en) toegang verlenen tot hun resultaten (zie artikel 37 FPA).
De partners moeten de technische verslagen (zie artikel 16) onderling uitwisselen. De verplichtingen inzake vertrouwelijkheid uit hoofde van artikel 42 FPA zijn van toepassing.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
19.2 Relatie met partners van een gezamenlijke actie — Coördinatieovereenkomst
[OPTIE 1, voor gezamenlijke acties (gezamenlijke uitnodiging met een derde land of een internationale organisatie): De partners moeten een "coördinatieovereenkomst" sluiten met het/de aan de actie deelnemende derde land of de internationale organisatie (zie artikel 2), waarin bijvoorbeeld het volgende is vastgelegd:
- de interne organisatie van de deelnemers aan beide acties, met inbegrip van de besluitvormingsprocedures;
- voorschriften inzake intellectuele-eigendomsrechten (bijvoorbeeld betreffende bescherming, verspreiding, gebruik en toegangsrechten);
- de regeling van interne geschillen;
- regelingen inzake aansprakelijkheid, schadeloosstelling en vertrouwelijkheid tussen de deelnemers aan beide acties.
De coördinatieovereenkomst mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de partnerschapskaderovereenkomst of de specifieke overeenkomst.
[OPTIE 2: niet van toepassing]
HOOFDSTUK 6 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG — TERUGVORDERING — SANCTIES — SCHADE — OPSCHORTING — BEËINDIGING — OVERMACHT
ARTIKEL 20 — AANVULLENDE REDENEN VOOR BEËINDIGING
[OPTIE 1, voor gezamenlijke acties (gezamenlijke oproep met een derde land of internationale organisatie): Naast de redenen voor beëindiging van artikel 56 van de partnerschapskaderovereenkomst, kan [de Commissie][het Agentschap] de specifieke overeenkomst beëindigen, als:
a) het derde land of de internationale organisatie de actie (zie artikel 2) niet op de datum van bijlage 1 heeft laten aanvangen
b) het derde land of de internationale organisatie de actie (zie artikel 2) heeft beëindigd, of niet langer aan de actie kan bijdragen.
De beëindiging zal ingaan:
- voor beëindigingen krachtens punt b) hierboven: op de in de kennisgeving vermelde datum (zie hierboven);
- voor beëindigingen krachtens punt a) hierboven: op de dag na ontvangst van de kennisgeving.]
[OPTIE 2: niet van toepassing]
ARTIKEL 21 — INWERKINGTREDING VAN DE SPECIFIEKE OVEREENKOMST
De specifieke overeenkomst zal in werking treden op de dag van de ondertekening door [de Commissie][het Agentschap] of de coördinator, afhankelijk van wie dit als laatste doet.
HANDTEKENINGEN
Voor de coördinator Voor [de Commissie][het Agentschap]
[functie/voornaam/naam] [voornaam/achternaam]
[elektronische handtekening] [elektronische handtekening]
Gedaan in het [Nederlands] op Gedaan in het [Nederlands] op
[elektronisch tijdstempel] [elektronisch tijdstempel]
🛈 afdrukformaat A4 liggend
TEKST VOOR RIA, IA en CSA: MODEL BIJLAGE 2 VOOR H2020 SGA — MULTI
GERAAMDE BEGROTING VOOR DE ACTIE
Geraamde subsidiabele1 kosten (per begrotingscategorie) | EU-bijdrage | |||||||||||||||
A. Directe personeelskosten | B. Directe uitbestedingskoste n | [C. Directe kosten voor financiële steun] | D. Overige directe kosten | E. Indirecte kosten2 | [F. Kosten van …] | Totale kosten | Vergoedings- percentage % | Maximale EU- bijdrage3 | Maximaal subsidiebedrag4 | |||||||
A.1 Werknemers (of gelijkwaardig) A.2 Natuurlijke personen onder rechtstreeks contract A.3 Gedetacheerde personen [A.6 Personeel voor het verlenen van toegang tot onderzoeksinfrastructuur] | A.4 Kmo-eigenaren zonder salaris A.5 Partners zijnde natuurlijke personen zonder salaris | C.1 Financiële steun C.2 Prijzen | D.1 Reiskosten D.2 Uitrusting D.3 Andere goederen en diensten [D.4 Kosten van grote onderzoeks- infrastructuur] | D.5 Kosten van intern gefactureerde goederen en diensten | 5 [F.1 Kosten van …] | [F.2 Kosten van 5 …] | ||||||||||
6 Soort kosten | Werkelijk | 7 Eenheid | 8 Eenheid | Werkelijk | Werkelijk | Werkelijk | Eenheid9 | 10 Forfait | 11 Eenheid | [Eenheid][Forfait 12 air] | ||||||
25% | ||||||||||||||||
a | Totaal b | Geen uren | Totaal c | d | [e] | f | Totaal g | h= 0,25 x (a+b+c+f+ g+[i1] 12+[i2] 12- n) | Geen eenheden | Totaal [i1] | Totaal [i2] | j = a+b+c+d+[e] +f +g+h+[i1] +[i2] | k | l | m | |
1 [korte naam partner] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde die niet voor EU-financiering in aanmerking komt] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde die geen EU-financiering aanvraagt] | ||||||||||||||||
[korte naam internationale partner] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
2 [korte naam partner] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
X [korte naam partner die niet voor EU-financiering in aanmerking 14 komt] | ||||||||||||||||
X [korte naam partner die geen EU- 14 financiering aanvraagt] | ||||||||||||||||
15 [korte naam gelieerde derde] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
Totaal consortium |
Aanvullende informatie | ||
Informatie voor indirecte kosten: | Informatie voor accountants: | Overige informatie: |
Geraamde kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt | Declaratie van kosten onder punt D.4 | Geraamde kosten van partners/geli eerde derden die geen EU- financiering ontvangen/in ternationale partners |
n | Ja/Neen | |
1 Zie artikel 5 SGA voor de voorwaarden voor subsidie.
2 Indirecte kosten die al door een exploitatiesubsidie (die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom is ontvangen; zie artikel 5.5.(b) SGA) worden gedekt, vallen niet onder de subsidieovereenkomst. Daarom kunnen partners/gelieerde derden die tijdens de looptijd van de actie een exploitatiesubsidie ontvangen de indirecte kosten die in het/de door de exploitatiesubsidie gedekte ja(a)r(en)/verslagperiode(n) vallen, niet declareren, tenzij zij kunnen aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt (zie artikel 5.2.E SGA).
3 Dit is het theoretische bedrag van de EU-bijdrage dat het systeem automatisch berekent (door alle begrote kosten te vermenigvuldigen met het vergoedingspercentage). Dit theoretische bedrag mag niet meer bedragen dan het "maximale subsidiebedrag" dat de Commissie/het Agentschap heeft besloten voor de actie uit te trekken (zie artikel 4.1 SGA).
4 Het "maximale subsidiebedrag" is het maximale subsidiebedrag dat door de Commissie/het Agentschap is vastgesteld. Dit stemt doorgaans overeen met de gevraagde subsidie, maar kan lager zijn.
5 Afhankelijk van de aard ervan omvat deze specifieke kostencategorie wel of geen indirecte kosten. Specifieke eenheidskosten die indirecte kosten omvatten, zijn kosten van maatregelen voor de energie-efficiëntie van gebouwen, kosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur
6 Zie artikel 4 SGA voor de soorten kosten.
7 Eenheid: aantal aan de actie gewerkte uren; kosten per eenheid (uurtarief): berekend volgens de gangbare boekhoudpraktijken van de partner.
8 Zie bijlage 2a "Aanvullende informatie over de geraamde begroting" voor de details (kosten per uur (uurtarief)).
9 Eenheid en kosten per eenheid: berekend volgens de gangbare boekhoudpraktijken van de partner.
10 Forfait: 25 % van de subsidiabele directe kosten, waarvan zijn uitgesloten: directe uitbestedingskosten, kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt, directe kosten voor financiële steun, en eenheidskosten die zijn gedeclareerd onder begrotingscategorie F, indien zij indirecte kosten
11 Zie bijlage 2a "Aanvullende informatie over de geraamde begroting" voor de details (eenheden, kosten per eenheid).
12 Zie bijlage 2a "Aanvullende informatie over de geraamde begroting" voor de details (eenheden, kosten per eenheid, geraamd aantal eenheden enz.).
†13 †Alleen specifieke kosten per eenheid die geen indirecte kosten omvatten.
14 Zie artikel 7 voor partners die geen EU-financiering ontvangen.
15 Alleen voor xxxxxxxxx derden die EU-financiering ontvangen.
🛈 afdrukformaat A4 liggend
TEKST VOOR PCP/PPI-ACTIES: MODEL BIJLAGE 2 VOOR H2020 SGA PCP/PPI COFUND — MULTI GERAAMDE BEGROTING VOOR DE ACTIE
Geraamde subsidiabele1 kosten (per begrotingscategorie) | Bijdrage van de EU | |||||||||||||||
A. Directe kosten | Maximaal subsidie- bedra 4 g | |||||||||||||||
van uitbesteding in het kader van | B. Kosten voor verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten | Totale kosten | Vergoedings- percentage % | Maximale EU- bijdrage3 | ||||||||||||
[PCP][PPI] | ||||||||||||||||
B.2 Directe | B.4 Indirecte 2 kosten | |||||||||||||||
B.1 Directe personeelskosten | kosten van | B.3 Overige directe kosten | [B.5 Kosten van …] | |||||||||||||
uitbesteding | ||||||||||||||||
B.1.1 Werknemers (of | B.1.4 Kmo-eigenaren | B.3.1 Reiskosten | B.3.5 Kosten van | [B.5.1 Kosten van …] | 5 | [B.5.2 Kosten van …] | 5 | |||||||||
equivalent) | zonder salaris | intern gefactureerde | ||||||||||||||
B.1.2 Natuurlijke personen | B.1.5 Begunstigden | B.3.2 Uitrusting | goederen en diensten | |||||||||||||
onder rechtstreeks contract | zijnde natuurlijke | |||||||||||||||
personen zonder | ||||||||||||||||
B.2.3 Gedetacheerde | B.3.3 Andere | |||||||||||||||
personen | goederen en diensten | |||||||||||||||
[B.1.6 Personeel voor het | [B.3.4 Kosten van | |||||||||||||||
verlenen van toegang tot | grote onderzoeks- | |||||||||||||||
onderzoeksinfrastructuur] | infrastructuur] | |||||||||||||||
6 Xxxxx kosten | Werkelijk | Werkelijk | 7 Eenheid | 8 Eenheid | Werkelijk | Werkelijk | Eenheid8 | 10 Forfaitair | 11 Eenheid | 12 Eenheid | ||||||
25% | ||||||||||||||||
a | b | Totaal c | Geen eenheden | Totaal d | e | f | Totaal g | h= 0,25 x (b+c+d+f+g+ [i1] 12+[i2] 13-n) | Geen eenheden | Totaal [i1] | Totaal [i2] | j = a+b+c+d+e +f+g +h+[i1] +[i2] | k | l | m | |
1 [korte naam partner] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde die niet voor EU- financiering in aanmerking komt] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde die geen EU- financiering aanvraagt] | ||||||||||||||||
[korte naam internationale partner] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
2 [korte naam partner] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde derde] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
X [korte naam partner die niet voor EU-financiering in 14 aanmerking komt] | ||||||||||||||||
X [korte naam partner die geen EU-financiering 14 aanvraagt] | ||||||||||||||||
[korte naam gelieerde 15 derde] | ||||||||||||||||
Totaal partner | ||||||||||||||||
Totaal consortium |
Aanvullende informatie | ||
Informatie voor indirecte kosten: | Informatie voor accountants: | Overige informatie: |
Geraamde kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt | Declaratie van kosten onder punt B.3.4 | Geraamde kosten van partners/ gelieerde derden die geen EU- financiering ontvangen/ internationale partners |
n | Ja/Neen | |
1 Zie artikel 6 voor de voorwaarden voor subsidie.
2 Indirecte kosten die al worden gedekt door een exploitatiesubsidie die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom is ontvangen (zie artikel 6.5.(b)), vallen niet onder de subsidieovereenkomst. Daarom kunnen partners/gelieerde derden die tijdens de looptijd van de actie een exploitatiesubsidie ontvangen de indirecte kosten die in het/de door de exploitatiesubsidie gedekte ja(a)r(en)/verslagperiode(n) vallen, niet declareren, tenzij zij kunnen aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt (zie artikel 6.2.B4).
3 Dit is het theoretische bedrag van de EU-bijdrage dat het systeem automatisch berekent (door alle begrote kosten te vermenigvuldigen met het vergoedingspercentage). Dit theoretische bedrag mag niet meer bedragen dan het "maximale subsidiebedrag" (dat de Commissie/het Agentschap heeft besloten voor de actie uit te trekken (zie artikel 5.1).
4 Het "maximale subsidiebedrag" is het maximale subsidiebedrag dat door de Commissie/het Agentschap is vastgesteld. Dit stemt doorgaans overeen met de gevraagde subsidie, maar kan lager zijn.
5 Afhankelijk van de aard ervan omvat deze specifieke kostencategorie wel of geen indirecte kosten. Specifieke eenheidskosten die indirecte kosten omvatten, zijn kosten van maatregelen voor de energie-efficiëntie van gebouwen, kosten voor het verlenen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur en kosten van klinische studies.
6 Zie artikel 5 voor de soorten kosten.
7 Eenheid: aantal aan de actie gewerkte uren; eenheidskosten (uurtarief): berekend volgens de gangbare boekhoudpraktijken van de partner.
8 Eenheid en eenheidskosten: berekend volgens de gangbare boekhoudpraktijken van de begunstigde.
9 Zie bijlage 2a "Aanvullende informatie over de geraamde begroting" voor de details (kosten per uur (uurtarief)).
10 Forfait: 25 % van de subsidiabele directe kosten, waarvan zijn uitgesloten: de directe uitbestedingskosten, de kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt, en eenheidskosten die zijn gedeclareerd onder begrotingscategorie F, indien zij indirecte kosten omvatten (zie artikel 6.2.B.4).
11 Zie bijlage 2a "Aanvullende informatie over de geraamde begroting" voor de details (eenheden, eenheidskosten).
12 Zie bijlage 2a voor de details (eenheden, eenheidskosten, geraamd aantal eenheden enz.).
†13 †Alleen specifieke eenheidskosten die geen indirecte kosten omvatten.
14 Zie artikel 9 voor partners die geen EU-financiering ontvangen.
15 Alleen voor xxxxxxxxx derden die EU-financiering ontvangen.
BIJLAGE 2a AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE GERAAMDE BEGROTING
⮚ Instructies en voetnoten in het blauw zijn interne instructies, en worden niet weergegeven in de uiteindelijke tekst die door het IT-systeem wordt aangemaakt.
⮚ In het geval van opties [tussen vierkante haken] moet de van toepassing zijnde optie in het IT- systeem worden gekozen. Niet-gekozen opties zullen automatisch niet worden weergegeven.
⮚ Bij grijze velden tussen vierkante haken ([...]) moeten de juiste gegevens in het IT-systeem
worden ingevoerd of ingevuld (zelfs als zij onderdeel uitmaken van een optie zoals omschreven in het voorgaande punt).
Eenheidskosten voor eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen /natuurlijke partners die geen salaris ontvangen
1. Kosten voor [eigenaren van kleine en middelgrote ondernemingen][partners zijnde natuurlijke personen] die geen salaris ontvangen
Eenheden: aantal aan de actie gewerkte uren
Kosten per eenheid ("uurtarief"): als volgt te berekenen1:
{{4 880 EUR / 143 uur}
vermenigvuldigd met
{landspecifieke correctiecoëfficiënt voor het land waar de partner is gevestigd}
Landspecifieke correctiecoëfficiënt (geldig ten tijde van de oproep):
EU-lidstaten
land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt |
AT | 106,7 % | DK | 135,0 % | HR | 83,9 % | LV | 77,7 % | SE | 121,8 % |
BE | 100,0 % | EE | 79,4 % | HU | 77,4 % | MT | 84,4 % | SI | 86,1 % |
BG | 62,0 % | EL | 88,7 % | IE | 115,6 % | NL | 107,9 % | SK | 80,4 % |
CY | 82,6 % | ES | 95,4 % | IT | 104,4 % | PL | 75,5 % | UK | 139,83 % |
CZ | 81,78 % | FI | 120,8 % | LT | 72,5 % | PT | 84,2 % | ||
DE | 97,0 % | FR | 115,7 % | LU | 100,0 % | RO | 68,8 % |
H2020-landen
land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt |
AL | 65,3 % | FO | 135,0 % | MD | 62,01 % | RS | 67,3 % | AL | 65,3 % |
AM | 75,4 % | GE | 75,3 % | ME | 64,8 % | TN | 67,5 % | AM | 75,4 % |
BA | 69,0 % | IL | 106,1 % | MK | 60,0 % | TR | 82,1 % | BA | 69,0 % |
Andere landen
land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt | land | coëfficiënt |
AE | 91,5 % | CR | 82,1 % | JP | 105,5 % | NC | 117,2 % | TD | 117,8 % |
AO | 128,1 % | CU | 78,6 % | KE | 81,5 % | NE | 84,8 % | TG | 84,4 % |
AR | 65,6 % | CV | 71,7 % | KG | 80,3 % | NG | 92,6 % | TH | 71,6 % |
AU | 104,4 % | DJ | 86,5 % | KH | 74,5 % | NI | 56,5 % | TJ | 62,2 % |
1
Nieuwe bedragen per eenheid en landcoëfficienten zijn alleen van toepassing op oproepen in het kader van
het werkprogramma voor 2018-2020.
AZ | 88,3 % | DO | 62,9 % | KM | 69,1 % | NP | 77,0 % | TL | 89,4 % |
BB | 112,5 % | DZ | 74,0 % | KR | 97,6 % | NZ | 99,4 % | TM | 63,4 % |
BD | 61,1 % | EC | 75,5 % | KZ | 81,9 % | PA | 63,2 % | TO | 85,0 % |
BF | 96,6 % | EG | 57,9 % | LA | 89,2 % | PE | 80,2 % | TT | 81,0 % |
BI | 74,2 % | ER | 98,9 % | LB | 86,3 % | PG | 101,5 % | TW | 82,7 % |
BJ | 97,0 % | ET | 85,1 % | LI | 121,2 % | PH | 73,4 % | TZ | 65,4 % |
BM | 151,5 % | FJ | 68,1 % | LK | 69,9 % | PK | 51,9 % | UG | 70,5 % |
BO | 67,5 % | GA | 107,8 % | LR | 111,1 % | PS | 110,8 % | US | 99,1 % |
BR | 97,9 % | GH | 64,1 % | LS | 48,3 % | PY | 69,0 % | UY | 84,3 % |
BW | 51,7 % | GM | 69,0 % | LY | 57,6 % | RU | 105,4 % | UZ | 66,5 % |
BY | 59,5 % | GN | 73,7 % | MA | 75,4 % | RW | 82,5 % | VE | 90,2 % |
BZ | 77,0 % | GT | 82,6 % | MG | 86,0 % | XX | 00,0 % | VN | 53,3 % |
CA | 87,8 % | GW | 96,6 % | ML | 94,4 % | SB | 107,4 % | VU | 108,0 % |
CD | 137,4 % | GY | 62,2 % | MM | 65,5 % | SD | 99,7 % | WS | 83,0 % |
CF | 108,6 % | HK | 100,4 % | MR | 62,5 % | SG | 113,0 % | XK | 65,5 % |
CG | 120,6 % | HN | 73,4 % | MU | 74,4 % | SL | 106,8 % | YE | 81,1 % |
CI | 98,3 % | HT | 94,6 % | MW | 68,0 % | SN | 94,7 % | ZA | 50,8 % |
CL | 58,9 % | ID | 69,8 % | MX | 67,1 % | SR | 56,0 % | ZM | 77,4 % |
CM | 96,0 % | IN | 63,4 % | MY | 68,8 % | SV | 69,6 % | ZW | 91,8 % |
CN | 91,7 % | JM | 92,0 % | MZ | 71,5 % | SY | 77,2 % | ||
CO | 77,9 % | JO | 86,5 % | NA | 61,4 % | SZ | 53,5 % |
[aanvullende OPTIE voor partners/xxxxxxxxx derden die ervoor hebben gekozen (in het voorstel/bij een wijziging) de eenheidskosten te gebruiken: Voor de volgende partners/gelieerde derden worden de bedragen per uur (uurtarieven) als volgt vastgesteld:
- Partner/gelieerde derde [korte naam]: [bedrag invullen] EUR
- Partner/gelieerde derde [korte naam]: [bedrag invullen] EUR [idem voor andere partners/xxxxxxxxx derden, voor zover nodig] ]
Geraamd aantal eenheden: zie Bijlage 2
Eenheidskosten energie-efficiëntiemaatregelen
[OPTIE indien specifieke eenheidskosten van toepassing zijn op de subsidie: 2. Kosten voor energie-efficiëntiemaatregelen in gebouwen
Eenheid: m2 van subsidiabel "geconditioneerd" (d.w.z. gebouwd of gerenoveerd) vloeroppervlak
Kosten per eenheid*: zie (voor elke partner/xxxxxxxxx derde en BEST) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
* Dit bedrag wordt als volgt berekend:
{0,1 EUR x geraamd totaal kWh bespaard per m² per jaar x 10}
Geraamd aantal eenheden: zie (voor elke partner/gelieerde derde en BEST) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
Eenheidskostentabel (eenheidskosten energie-efficiëntiemaatregelen)2
2 Gegevens uit de BEST ("building energy specification table") die deel uitmaakt van het voorstel en bijlage 1.
Korte naam partner/gelieerde derde | BEST nr. | Kosten bedrag per eenheid | Geraamd aantal eenheden | Totale kosten per eenheid (kosten per eenheid x geraamd aantal eenheden) |
]
Eenheidskosten onderzoeksinfrastructuur
[OPTIE als specifieke eenheidskosten van toepassing zijn op de subsidie: 3. Kosten van het verschaffen van transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur
Eenheden3: zie (voor elke toegangverlener en installatie) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
Kosten per eenheid*: zie (voor elke toegangverlener en installatie) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
* Dit bedrag wordt als volgt berekend:
gemiddelde totale jaarlijkse kosten van toegang tot de installatie (over de laatste twee jaar4)
______________________________________________________________________________________________________________________________ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
gemiddelde totale jaarlijkse omvang van de toegang tot de installatie (over de laatste twee jaar5)
Geraamd aantal eenheden: zie (voor elke toegangverlener en installatie) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
Eenheidskostentabel (kosten van toegang tot onderzoeksinfrastructuur)6
Korte naam | Korte | Installatie | Eenheid | Kosten | Geraamd | Totale | |
toegang- | naam | van | bedrag per | aantal | kosten per | ||
verlener | infra- structuur | toegang | eenheid | eenheden | eenheid (kosten per eenheid x | ||
nr. | Korte naam | ||||||
geraamd aantal | |||||||
eenheden) | |||||||
]
Eenheidskosten van klinische studies
[OPTIE indien specifieke eenheidskosten van toepassing zijn op de subsidie: 4. Kosten voor klinische studies
3 Eenheid van toegang (d.w.z. beam-uren, weken toegang, monsteranalyse) zoals door de toegangverlener in het voorstel vastgesteld.
4 De Commissie/Het Agentschap kan in uitzonderlijke en met redenen omklede gevallen instemmen met een andere referentieperiode.
5 De Commissie/Het Agentschap kan in uitzonderlijke en met redenen omklede gevallen instemmen met een andere referentieperiode.
6 Gegevens uit de "tabel van geraamde kosten/omvang van de te verlenen toegang" die deel uitmaakt van het
voorstel en bijlage 1.
Eenheden: patiënten of andere mensen die aan de klinische studie deelnemen
Bedrag per eenheid*: zie (voor elke sequentie (in voorkomend geval), klinische studie en begunstigde/gelieerde
derde) de bijgevoegde "eenheidskostentabel"
Geraamd aantal eenheden: zie (voor elke klinische studie en begunstigde/gelieerde derde) de bijgevoegde
"eenheidskostentabel"
* Berekend bedrag, voor de kostencomponenten van elke taak, als volgt:
Voor personeelskosten:
Voor personeelskosten van artsen: "gemiddeld uurtarief voor artsen", d.w.z.:
{gecertificeerde of controleerbare totale personeelskosten voor artsen voor het jaar N-1
______
{1720 * aantal voltijdequivalenten voor artsen voor het jaar N-1} vermenigvuldigd met
geraamd aantal door artsen aan de taak te werken uren (per deelnemer)}
Voor personeelskosten van ander medisch personeel: "gemiddelde kosten per uur voor ander medisch personeel", te weten:
{gecertificeerde of controleerbare totale personeelskosten voor ander medisch personeel voor het jaar N-1
______
{1720 * aantal voltijdequivalenten voor ander medisch personeel voor het jaar N-1} vermenigvuldigd met
geraamd aantal door ander medisch personeel aan de taak te werken uren (per deelnemer)}
Voor personeelskosten van technisch personeel: "gemiddelde kosten per uur voor technisch personeel", te weten:
{gecertificeerde of controleerbare totale personeelskosten voor technisch personeel voor het jaar N-1
______
{1720 * aantal voltijdequivalenten voor technisch personeel voor het jaar N-1} vermenigvuldigd met
geraamd aantal door technisch personeel aan de taak te werken uren (per deelnemer)}
Onder "totale personeelskosten" wordt verstaan werkelijke salarissen + werkelijke socialeverzekeringsbijdragen + werkelijke belastingen en andere kosten die in de beloning zijn inbegrepen, mits zij voortvloeien uit nationale wetgeving of het arbeidscontract/gelijkwaardig aanstellingsdocument
Voor verbruiksgoederen:
Voor elke kostenpost: "gemiddelde prijs van het verbruiksgoed", d.w.z.
{{gecertificeerde of controleerbare totale kosten van de aanschaf van het verbruiksgoed in het jaar N-1
______
totaal aantal in het jaar N-1 aangeschafte artikelen} vermenigvuldigd met
geraamd aantal voor de taak te gebruiken artikelen (per deelnemer)}
onder "totale kosten van de aanschaf van het verbruiksgoed" wordt verstaan de totale waarde van de leveringscontracten (met inbegrip van de van toepassing zijnde rechten, heffingen en belastingen zoals niet-aftrekbare btw) die door de begunstigde voor het in jaar N-1 geleverde verbruiksgoed zijn afgesloten, mits de contracten werden toegekend volgens het principe van de beste prijs-kwaliteitverhouding en zonder belangenconflicten
Voor medische uitrusting:
Voor elke kostenpost: "gemiddelde kosten van afschrijving en direct eraan gerelateerde diensten, per gebruikseenheid", d.w.z.
{{gecertificeerde of controleerbare totale afschrijvingskosten in het jaar N-1 + gecertificeerde of controleerbare kosten van aanschaf van diensten in het jaar N-1 voor de categorie toestellen in kwestie}
______ _
totale capaciteit in het jaar N-1
vermenigvuldigd met
geraamd aantal voor de taak te gebruiken gebruikseenheden van de uitrusting (per deelnemer)}
onder "totale afschrijvingskosten" wordt verstaan totale afschrijvingspercentage zoals vastgesteld in de boeken van de begunstigde voor het jaar N-1 voor de uitrustingscategorie in kwestie, mits de uitrusting is aangeschaft volgens het beginsel van beste prijs-kwaliteitverhouding en zonder belangenconflicten + totale kosten van huur- of leasecontracten (met inbegrip van de van toepassing zijnde rechten, heffingen en belastingen zoals niet-aftrekbare btw) in het jaar N-1 voor de categorie uitrusting in kwestie, mits zij niet de afschrijvingskosten van vergelijkbare uitrusting overschrijden en geen financieringskosten bevatten
Voor diensten:
Voor elke kostenpost: "gemiddelde kosten van de dienst per deelnemer aan het onderzoek", d.w.z.
{gecertificeerde of controleerbare totale kosten van de aanschaf van de dienst in het jaar N-1
______ _ totaal aantal patiënten of personen die deel uitmaakten van de klinische studies waarvoor de nieuwe dienst werd geleverd in het jaar N-1}
onder "totale kosten van de aanschaf van de dienst" wordt verstaan de totale waarde van de contracten (met inbegrip van de van toepassing zijnde rechten, heffingen en belastingen zoals niet-aftrekbare btw) die door de begunstigde voor het jaar N-1 zijn afgesloten voor specifieke diensten voor de uitvoering van klinische studies, mits de contracten werden toegekend volgens het principe van de beste prijs-kwaliteitverhouding en zonder belangenconflicten
Voor indirecte kosten:
{{{kostencomponent "personeelskosten" + kostencomponent "verbruiksgoederen" + kostencomponent "medische uitrusting"}
min
{kosten van bijdragen in natura door derden die niet worden gebruikt op de locatie van de begunstigde + kosten van het verlenen van financiële steun aan derden (in voorkomend geval)}}
vermenigvuldigd met
25 %}
De raming van de te gebruiken middelen moet worden gedaan op basis van het studieprotocol en moet dezelfde zijn voor alle betrokken begunstigden/gelieerde derden/derden.
Het te gebruiken jaar N-1 is het meest recentelijk afgesloten boekjaar op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.
Eenheidskostentabel: eenheidskosten klinische studies7
Kosten jaar N-1 | Kosten jaar N-1 | Kosten jaar N-1 | Kosten jaar N-1 | Kosten jaar N-1 | |||
Taak, directe kostencategorieën | Hulpmiddelen per patiënt | Begunstigde 1 [korte naam] | Gelieerde derde 1a [korte naam] | Begunstigde 2 [korte naam] | Gelieerde derde 2a [korte naam] | Derde die bijdragen in natura doet 1 | |
[korte | |||||||
naam] | |||||||
Sequentie nr. 1 | |||||||
Taak nr. 1 Bloedmonster | |||||||
a) Personeelskosten: - artsen |
7 Zelfde tabel als in voorstel en bijlage 1.
N.v.t. | ||||||
- ander medisch personeel | Aderlating (verpleegkundige), 10 minuten | 8,33 EUR | 11,59 EUR | 10,30 EUR | 11,00 EUR | 9,49 EUR |
- technisch personeel | Monsterverwerking (laboratoriumtechni cus), 15 minuten | 9,51 EUR | 15,68 EUR | 14,60 EUR | 15,23 EUR | 10,78 EUR |
b) Kosten van verbruiksgoederen: | Injectienaald | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
Canule | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
Houder voor bloed | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
c) Kosten van medische uitrusting: | Gebruik van diepvries (-80°), 60 dagen | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
Gebruik van centrifuge, 15 minuten | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
d) Kosten van diensten | Schoonmaken van XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
e) Indirecte kosten (25 % vast percentage) | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
Taak nr. 2 | ||||||
… | ||||||
Bedrag per eenheid (eenheidskosten sequentie 1): | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
Sequentie nr. 2 | ||||||
Taak nr. 1 XXX | ||||||
a) Personeelskosten: - artsen | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
- ander medisch personeel | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
- technisch personeel | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
b) Kosten van verbruiksgoederen: | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
c) Kosten van medische uitrusting: | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
d) Kosten van diensten | XXX | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
e) Indirecte kosten (25 % vast percentage) | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
Taak nr. 2 |
… | ||||||
Bedrag per eenheid (eenheidskosten sequentie 2): | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | |
… | ||||||
Bedrag per eenheid (eenheidskosten heel onderzoek): | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR | XX EUR |
]
🛈 afdrukformaat A4 liggend
TEKST VOOR RIA, IA en CSA: MODEL BIJLAGE 3 VOOR H2020 SGA — MULTI
FINANCIËLE STAAT VOOR [PARTNER [naam]/GELIEERDE DERDE [naam]] VOOR VERSLAGPERIODE [verslagperiode]
Subsidiabele1 kosten (per begrotingscategorie) | Ontvangsten | EU-bijdrage | ||||||||||||||||
A. Directe personeelskosten | B. Directe kosten van uitbesteding | [C. Directe kosten van fin. steun] | D. Overige directe kosten | E. Indirecte koste 2 n | [F. Kosten van … ] | Totale kosten | Ontvangsten | Vergoedings- percentage % | Maximale EU- bijdrage3 | Gevraagde EU- bijdrage | ||||||||
A.1 Werknemers (of equivalent) A.2 Natuurlijke personen onder rechtstreeks contract A.3 Gedetacheerde personen [A.6 Personeel voor het verlenen van toegang tot onderzoeks- infrastructuur] | A.4 Kmo-eigenaren zonder salaris A.5 Partners zijnde natuurlijke personen zonder salaris | C.1 Financiële steun C.2 Prijzen | D.1 Reiskosten D.2 Uitrusting D.3 Andere goederen en diensten | [D.4 Kosten van grote onderzoeks- infrastructuur] | D.5 Kosten van intern gefactureerde goederen en diensten | [F.1 Kosten van …] | [F.2 Kosten van …] | Ontvangsten uit de actie, te rapporteren in de laatste verslagperiode, overeenkomstig artikel 10.3.3 FPA | ||||||||||
4 Xxxxx kosten | Werkelijk | Eenheid | Eenheid | Werkelijk | Werkelijk | Werkelijk | Werkelijk | Eenheid | 5 Forfaitair | Eenheid | [Eenheid][Forfaitair] | |||||||
25% | ||||||||||||||||||
a | Totaal b | Geen uren | Totaal c | d | [e] | f | [g] | Totaal h | i=0,25x(a+b+c+f 6 +[g] +h+[j1] +[j 6 2] -p) | Geen eenhede n | Totaal [j1] | Totaal [j2] | k = a+b+c+d+[ e]+f +[ g] +h+i+[j1] +[j2] | l | m | n | o | |
[korte naam partner/xxxxxxxxx derde] |
Aanvullende informatie |
Informatie voor indirecte kosten: |
Kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt |
p |
De partner/gelieerde derde bevestigt hierbij dat:
de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
de gedeclareerde kosten in aanmerking komen voor subsidie (zie artikel 5 SGA);
de kosten kunnen worden gestaafd door passende schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken die op verzoek of in het kader van controles, audits of onderzoeken zullen worden overgelegd (zie de artikelen 23, 24 en 28 FPA); voor de laatste verslagperiode: dat alle ontvangsten zijn gedeclareerd (zie artikel 10.3.3 FPA).
🛈 Gelieve alle subsidiabele kosten te declareren, zelfs indien zij de in de geraamde begroting vermelde bedragen overschrijden (zie bijlage 2). Enkel bedragen die in uw individuele financiële staat zijn gedeclareerd, kunnen later in aanmerking worden genomen om andere niet-subsidiabel bevonden kosten te vervangen.
1 Zie artikel 5 SGA voor de voorwaarden voor subsidie.
2 De geclaimde indirecte kosten moeten vrij zijn van bedragen die worden gedekt door een exploitatiesubsidie die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom is ontvangen (zie artikel 5.2.E SGA). Indien u tijdens deze verslagperiode een exploitatiesubsidie heeft ontvangen, kunt u geen aanspraak maken op indirecte kosten, tenzij u kunt aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt.
3 Dit is het theoretische bedrag van de EU-bijdrage dat het systeem automatisch berekent (door de totale gedeclareerde kosten te vermenigvuldigen met het vergoedingspercentage). Het door u gevraagde bedrag (in de kolom "Gevraagde EU-bijdrage") kan lager zijn.
4 Zie artikel 4 SGA voor de soorten kosten.
5 Forfait: 25 % van de subsidiabele directe kosten, waarvan zijn uitgesloten: de directe uitbestedingskosten, de kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt, directe kosten voor financiële steun, en eenheidskosten die zijn gedeclareerd onder begrotingscategorie F, indien zij indirecte kosten omvatten (zie artikel 5.2.E SGA).
††6 †Alleen specifieke eenheidskosten die geen indirecte kosten omvatten.
Aanvullende informatie |
Informatie voor indirecte kosten: |
Kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt |
p |
🛈 afdrukformaat A4 liggend
TEKST VOOR PCP/PPI-ACTIES: MODEL BIJLAGE 3 VOOR H2020 SGA PCP/PPI COFUND — MULTI FINANCIËLE STAAT VOOR [BEGUNSTIGDE [naam]/GELIEERDE DERDE [naam]] VOOR VERSLAGPERIODE [verslagperiode]
De begunstigde/gelieerde derde bevestigt hierbij dat:
de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
de gedeclareerde kosten in aanmerking komen voor subsidie (zie artikel 6);
de kosten kunnen worden gestaafd door passende schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken die op verzoek of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken zullen worden overgelegd (zie de artikelen 17, 18 en 22); voor de laatste verslagperiode: dat alle ontvangsten zijn gedeclareerd (zie artikel 5.3.3).
Subsidiabele1 kosten (per begrotingscategorie) | Ontvangsten | EU-bijdrage | ||||||||||||||||
A. Directe kosten van uitbesteding in het kader van [PCP][PPI] | B. Kosten voor verwante aanvullende coördinatie- en netwerkactiviteiten | Totale kosten | Ontvangsten | Vergoedings percentage % | Maximale EU- bijdrage3 | Gevraagde EU- bijdrage | ||||||||||||
B.1 Directe personeelskosten | B.2 Directe kosten van uitbesteding | B.3 Overige directe kosten | B.4 Indirecte 2 kosten | [B.5 Kosten van …] | Ontvangsten uit de actie, te rapporteren in de laatste verslagperiode, overeenkomstig artikel 5.3.3 | |||||||||||||
B.1.1 Werknemers (of equivalent) B.1.2 Natuurlijke personen onder rechtstreeks contract | B.1.4 Kmo-eigenaren zonder salaris B.1.5 Begunstigden zijnde natuurlijke personen zonder salaris | B.3.1 Reiskosten B.3.2 Uitrusting | [B.3.4 Kosten van grote onderzoeks- infrastructuur] | B.3.5 Kosten van intern gefactureerde goederen en diensten | [B.5.1 Kosten van …]6 | [B.5.2 Kosten van …]6 | ||||||||||||
B.2.3 Gedetacheerde personen | B.3.3 Andere goederen en diensten | |||||||||||||||||
[B.1.6 Personeel voor het verlenen van toegang tot onderzoeksinfrastructuur] | ||||||||||||||||||
4 Xxxxx kosten | Werkelijk | Werkelijk | Eenheid | Eenheid | Werkelijk | Werkelijk | Werkelijk | Eenheid | 5 Forfaitair | Eenheid | Eenheid | |||||||
25% | ||||||||||||||||||
i=0,25x(a+b+c+ | k= | |||||||||||||||||
a | b | Totaal c | Geen eenheden | Totaal d | e | f | [g] | Totaal h | 6 f+[g] +h+[j1] + 6 [j2] -p) | Geen eenheden | Totaal [j1] | Totaal [j2] | a+b+c+d+e +f+[g] +h+i +[j1] +[j2] | l | m | n | o | |
[korte naam begunstigde/xxxxxxxxx derde] |
🛈 Gelieve alle subsidiabele kosten te declareren, zelfs indien zij de in de geraamde begroting vermelde bedragen overschrijden (zie bijlage 2). Enkel bedragen die in uw individuele financiële staat zijn gedeclareerd, kunnen later in aanmerking worden genomen om andere niet-subsidiabel bevonden kosten te vervangen.
1 Zie artikel 6 voor de voorwaarden voor subsidie.
2 De geclaimde indirecte kosten moeten vrij zijn van bedragen die worden gedekt door een exploitatiesubsidie die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom is ontvangen (zie artikel 6.2.B.4). Indien u tijdens deze verslagperiode een exploitatiesubsidie heeft ontvangen, kunt u geen aanspraak maken op indirecte kosten, tenzij u kunt aantonen dat de exploitatiesubsidie geen van de kosten van de actie dekt.
3 Dit is het theoretische bedrag van de EU-bijdrage dat het systeem automatisch berekent (door de totale gedeclareerde kosten te vermenigvuldigen met het vergoedingspercentage). Het door u gevraagde bedrag (in de kolom "Gevraagde EU-bijdrage") kan lager zijn.
4 Zie artikel 5 voor de soorten kosten.
5 Forfait: 25 % van de subsidiabele directe kosten, waarvan zijn uitgesloten: de directe uitbestedingskosten, de kosten van bijdragen in natura die niet op de locatie worden gebruikt, en eenheidskosten die zijn gedeclareerd onder begrotingscategorie F, indien zij indirecte kosten omvatten (zie artikel 6.2.B.4).
††6 †Alleen specifieke eenheidskosten die geen indirecte kosten omvatten.
Specifieke overeenkomst nummer: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode van de oproep invullen] H2020-modelsubsidieovereenkomsten: H2020 SGA — Multi: v3.0 – 20.7.2016
BIJLAGE 4 MODEL VOOR HET CERTIFICAAT BETREFFENDE DE FINANCIËLE STATEN
⮚ Voor opties [schuingedrukt tussen vierkante haken]: kies de van toepassing zijnde optie. Niet
gekozen opties moeten worden gewist.
⮚ Voor grijze velden tussen vierkante haken ([...]): voer de bijbehorende gegevens in
INHOUDSOPGAVE
VOORWAARDEN VOOR EEN ONAFHANKELIJK VERSLAG VAN FEITELIJKE BEVINDINGEN BETREFFENDE KOSTEN DIE WORDEN GEDECLAREERD IN VERBAND MET EEN SPECIFIEKE OVEREENKOMST DIE OP GROND VAN HORIZON 2020, HET KADERPROGRAMMA VOOR ONDERZOEK EN INNOVATIE, IS
GEFINANCIERD 2
ONAFHANKELIJK VERSLAG VAN FEITELIJKE BEVINDINGEN IN VERBAND MET KOSTEN DIE OP GROND VAN HORIZON 2020, HET KADERPROGRAMMA VOOR
ONDERZOEK EN INNOVATIE, ZIJN GEDECLAREERD 6
1