BEVOEGDHEDENOVEREENKOMST
Ons kenmerk: ACM/DE/2015/206388_OV
Pagina
1/6
Zaaknummer: 14.0659.27
BEVOEGDHEDENOVEREENKOMST
Partijen
Xxxxxxxxxxx 00 x 0000 XX Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000 x 0000 XX Xxx Xxxx
T 070 722 20 00 | F 070 722 23 55
info @xxx.xx | xxx.xxx.xx | xxx.xxxxxxxxxxx.xx
1. De Autoriteit Consument en Markt, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxx Xxx, hierna te noemen: ACM
En
2. TenneT TSO B.V., gevestigd te Arnhem, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxx, hierna te noemen: TenneT
hierna gezamenlijk te noemen: partijen In aanmerking nemende dat:
• Partijen hebben overlegd over de mogelijkheid om de regulering van interconnectoren onder te brengen in de tariefregulering van ACM, in combinatie met een teruggave van reeds ontvangen en in de toekomst te ontvangen veilingmiddelen aan de afnemers. Tot op heden werden investeringen in de uitbreiding van interconnectiecapaciteit gefinancierd uit de veilingmiddelen, die door TenneT zijn verkregen en op een aparte rekening staan;
• ACM op grond van artikel 41, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet) voor elke taak genoemd in artikel 16, tweede lid, van de E-wet met inachtneming van het belang dat de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van uitvoering van deze taken worden bevorderd, en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen, de methode van regulering voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet niet eerder vaststelt dan na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt en dat deze methode van regulering definitief wordt neergelegd in het methodebesluit dat vanaf 2017 geldt. Het Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel
en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet)1 (hierna: wetsvoorstel STROOM) bevat in artikel 6.10 een vergelijkbare bepaling;
• ACM door middel van een stimulansbesluit (kenmerk ACM/DE/2015/406214) zal aangeven hoe zij, onverminderd artikel 41, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de E-wet, haar bevoegdheden in het kader van de tariefregulering met betrekking tot de twee interconnectoren Cobra en Doetinchem-Wesel, die zijn aangemerkt als project van gemeenschappelijk belang (hierna: PCI), jegens TenneT zal uitoefenen; 2
• TenneT door middel van deze overeenkomst wil aangeven op welke wijze de veilingmiddelen conform Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 1228/2003 zullen worden gebruikt;
2/6
• ACM en TenneT de inzet van de bovengenoemde bevoegdheden van ACM en de wijze waarop TenneT de veilinggelden aanwendt in onderlinge samenhang bezien en dat het sluiten van een bevoegdhedenovereenkomst het mogelijk maakt om recht te doen aan de tweezijdigheid van afspraken die ACM en TenneT willen maken om hieraan vorm te kunnen geven;
• T-0-regulering, dat wil zeggen dat de vermogenskosten met betrekking tot nog niet in gebruik genomen RCR-investeringen alsmede de kosten voor het jaar van ingebruikname worden ingeschat en meegenomen bij de vaststellingen van de jaarlijkse tarievenbesluiten, mogelijk wordt na inwerkingtreding van het wetsvoorstel STROOM;
Overwegende dat:
• De huidige Methodebesluiten voor de jaren 2014 tot en met 2016 niet expliciet voorzien in een methode van regulering voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van nieuwe DC- en AC interconnectoren;
• De capaciteit op de huidige interconnectoren onvoldoende is om aan de vraag te voldoen en daarom wordt geveild, hetgeen leidt tot zogeheten veilingmiddelen, die in beheer zijn bij de Stichting Beheer Doelgelden Landelijk Hoogspanningsnet (hierna: Stichting Doelgelden);
• Veilingmiddelen krachtens artikel 16, zesde lid, van Verordening 714/2009 dienen te worden ingezet ten behoeve van de instandhouding van interconnectiecapaciteit, ten behoeve van investeringen in nieuwe interconnectiecapaciteit, of kunnen worden meegenomen bij de vaststelling van de (jaarlijkse) tariefinkomsten van de betreffende transmissiesysteembeheerder;3
• De hoeveelheid veilingmiddelen in beheer bij de Stichting Doelgelden op 31 december 2014 inmiddels is opgelopen tot een bedrag van ongeveer EUR 721 miljoen;
1 Kamerstukken II, 2014/15, 34 199, nr. 2.
2 De eerste twee interconnectoren die via de tarieven zullen worden vergoed zijn dus tevens projecten van gemeenschappelijk belang. Artikel 12 van de Verordening 347/2013 legt vast dat de investeringskosten van PCI’s, in zoverre zij niet reeds worden gedekt door congestielasten en andere heffingen, via de tarieven voor netwerktoegang worden betaald door de gebruikers in die lidstaat.
3 Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft recent bevestigd dat ACM de bevoegdheid heeft om te bepalen dat de operationele kosten van een interconnector-kabel vergoed worden via de tarieven, ook al zijn er voldoende veilingmiddelen aanwezig. Zie CBb, 11/08/2015, ECLI:NL:CBB:2015:272, ro. 9.4.
• De combinatie van verwachte toevoegingen aan de middelen in beheer bij de Stichting Doelgelden door nieuwe veilinginkomsten en van voorziene onttrekkingen in verband met investeringen in nieuwe interconnectiecapaciteit, niet zal leiden tot een substantiële afbouw van door de Stichting Doelgelden beheerde veilingmiddelen op afzienbare termijn;
• Er derhalve voor een langere periode een surplus aan veilingmiddelen zal zijn, dat in overeenstemming met het secundaire doel van art. 16, zesde lid, van Verordening 714/2009, zal worden aangewend bij de vaststelling van de tarieven;
• Afnemers van elektriciteit gebaat zijn bij een zekere voorspelbaarheid en stabiliteit in de tariefontwikkeling over een reeks van jaren;
3/6
• De aanwending van de veilingmiddelen van invloed is op de mate waarin XxxxxX kan voldoen aan de eisen die krachtens het Besluit Financieel Beheer Netbeheer aan het financieel beheer van TenneT zijn gesteld;
Komen als volgt overeen:
Hoofdstuk I. Kostenvergoeding voor de instandhouding en uitbreiding van interconnectiecapaciteit
Artikel 1. Reguliere methode regulering interconnectoren
Kapitaalkosten
1.1 Met ingang van 1 januari 2017 zullen investeringen in de vervanging en uitbreiding van interconnectiecapaciteit worden vergoed via de tariefregulering van ACM. Wat betreft de jaarlijkse vergoeding voor kapitaalkosten (GAW x WACC + afschrijvingen) gaat de methode van ACM vooralsnog uit van een uniforme WACC voor zowel vervangings- als uitbreidingsinvesteringen.
1.2 Voor het moment waarop de vergoeding start zal worden aangesloten bij het wetsvoorstel STROOM, onder voorwaarde van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Daarin is voorzien dat de vermogenskosten met betrekking tot nog niet in gebruik genomen RCR-investeringen alsmede de kosten voor het jaar van ingebruikname worden ingeschat en meegenomen bij de vaststelling van de jaarlijkse tarievenbesluiten (de zogenoemde T-0 regulering).
Operationele kosten
1.3 Voor de operationele kosten van nieuwe interconnectoren zal de reguliere wijze van regulering worden gehanteerd met ingang van de reguleringsperiode4 waarbij de interconnectoren en de daaraan gerelateerde operationele kosten onderdeel zijn van de kostenbasis.5
4 Dit geldt tenzij op basis van artikel 13 van Verordening 347/2013 een afwijkend stimulansbesluit wordt genomen.
5 Voorbeeld: stel reguleringsperioden van 2017-2020, 2021-2024 en 2025-2028, waarbij voor deze laatste periode de kostenbasis bestaat uit middeling van 2021-2023. Stel ingebruiknamejaar van 2020, dan is er een lump sum
Efficiëntieonderzoek
1.4 Voor zover bepaalde kosten gerelateerd aan interconnectoren niet zijn meegenomen in een efficiëntieonderzoek, worden deze kosten buiten de toepassing van de efficiëntiekorting gehouden.
4/6
Hoofdstuk II. Aanwending van de veilingmiddelen Artikel 2. Veilingmiddelen
Beschikbaarheid veilingmiddelen
2.1 De bestaande veilingmiddelen in beheer bij de Stichting Beheer Doelgelden Landelijk Hoogspanningsnet die de deelneming in de Duitse TenneT TSO GmbH te boven gaan, komen in de volgende reguleringsperiode (per 2017) volledig beschikbaar voor teruggave aan afnemers. Het bedrag van EUR 300 miljoen, dat is belegd in TenneT TSO GmbH, is vanaf 2021 volledig beschikbaar voor teruggave.
Reguleringsmethode voor de aanwending van veilingmiddelen
2.2 De methode maakt een onderscheid in bestaande veilingmiddelen en nieuwe veilingmiddelen (toevoegingen).
Bestaande veilingmiddelen
2.3 Bestaande veilingmiddelen bestaan uit:
a. het saldo per 31 december 2014 (ca. EUR 721 miljoen);
b. verminderd met 1/3e van de netto inkomsten in 2013 (terug te geven in 2017);
c. verminderd met 2/3e van de netto inkomsten in 2014 (terug te geven in 2017 en 2018); en
x. xxxxxxxxxx met de teruggave die is verwerkt in het tarievenbesluit 2015 en 2016.
2.4 De bestaande veilingmiddelen komen hiermee uit op ongeveer EUR 536 miljoen. De bestaande veilingmiddelen boven de EUR 300 miljoen worden in beginsel (zie overwegingen) evenredig teruggegeven in de jaren 2017 tot en met 2020, ongeacht de lengte van de reguleringsperiode(n).
2.5 De bestaande veilingmiddelen tot EUR 300 miljoen worden in beginsel (zie overwegingen) evenredig teruggegeven in de jaren 2021 tot en met 2024, ongeacht de lengte van de reguleringsperiode(n), hetgeen neerkomt op EUR 75 miljoen per jaar.
vergoeding in het jaar 2020 en de periode 2021-2024. Voor de periode 2025-2028 zitten de operationele kosten in de kostenbasis en vindt de reguliere wijze van vergoeding plaats conform methodebesluit.
Nieuwe veilingmiddelen
2.6 Nieuwe veilingmiddelen bestaan uit de netto inkomsten vanaf 2015, vermeerderd met 1/3e van de netto inkomsten in 2013 en 2/3e van de netto inkomsten in 2014 (zie onder 2.3). Zodra de nieuwe veilingmiddelen zijn gerealiseerd, worden deze veilingmiddelen teruggegeven op basis van ‘t+2 systematiek’ met een driejaars voortschrijdend gemiddelde. De teruggave van nieuwe veilingmiddelen in bijvoorbeeld 2017 is dus gebaseerd op het gemiddelde van de netto inkomsten in de jaren 2013 tot en met 2015. De teruggave in 2018 op het gemiddelde 2014 tot en met 2016. Voor de jaren daarna is de teruggave volledig gebaseerd op nog te realiseren veilingmiddelen in 2015 e.v.
Relevante overwegingen bij aanwending
5/6
2.7 Bij het indienen van het jaarlijkse tarievenvoorstel is de door TenneT voorgestelde inzet van veilingmiddelen conform de uitkomst van bovenstaande rekenregels.
2.8 Ten aanzien van de mate waarin de veilingmiddelen uiteindelijk zullen worden betrokken bij de vaststelling van de tarieven door ACM, zal ACM zowel bij de inzet van de bestaande veilingmiddelen als bij die van de toekomstige middelen met de volgende factoren expliciet rekening houden:
a. de (negatieve) invloed van de inzet van de veilingmiddelen op de mate waarin TenneT kan voldoen aan de eisen die krachtens het Besluit Financieel Beheer Netbeheer aan het financieel beheer van TenneT zijn gesteld; en
b. een zekere voorspelbaarheid en stabiliteit in de tariefontwikkeling over een reeks van jaren zodat tariefsprongen zo veel als mogelijk worden voorkomen.
2.9 TenneT kan bij het indienen van het tarievenvoorstel aangeven wat de implicaties zijn van haar voorstel voor de inzet van veilingmiddelen. Op basis hiervan kan ACM besluiten dat er minder veilingmiddelen worden ingezet dan TenneT conform bovenstaande rekenregels bij het indienen van het tarievenvoorstel voor moet stellen. De vermindering in inzet wordt door XxxxxX vervolgens alsnog betrokken bij de eerstvolgende tarievenvaststelling.
Hoofdstuk III. Slotbepalingen
Indien het in de preambule van deze overeenkomst bedoelde stimulansbesluit niet uiterlijk op 31 december 2015 is genomen conform de als bijlage aan deze overeenkomst gehechte tekst, of als die tekst na eventueel bezwaar of beroep substantieel wordt gewijzigd, dan zullen partijen met elkaar in overleg treden om te bezien of deze overeenkomst moet worden aangepast.
Overeengekomen te Den Haag op 15 december 2015
6/6
De Autoriteit Consument en Markt, TenneT TSO B.V.,
namens deze: namens deze:
w.g. w.g.
dr. F.J.H. Don xxx. X. Xxxxx
bestuurslid bestuurslid