VW
VW
Overeenkomst omlegging Kanaal Zuid-Willemsvaart ’s-Hertogenbosch
XX 0000
Ondergetekenden,
de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mevrouw X.X. Xxxxxxxx- Xxxxxxx, handelende als bestuursor- gaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna genoemd ‘de Staat’;
de Provincie Noord-Brabant, ter uit- voering van het besluit van Gedeputeerde Staten van d.d. 6 november 2007 en met ingevolge arti- kel 176 van de Provinciewet gevol- machtigd door de Commissaris van de Xxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxx Xxxxx- Xxxxxxx, vertegenwoordigd door het lid van voornoemd college belast met de portefeuille Infrastructuur (wegen en vaarwegen), xxxxxxx xxx. X. Xxxxxxxx-xxx Xxxxxxxxxxxxx, hierna genoemd ‘de Provincie’,
de Gemeente ’s-Hertogenbosch,
krachtens artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de loco burgemeester de heer G.J. Xxxxxxxx, en handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van die Gemeente d.d. 30 oktober 2007, hier- na genoemd ‘de Gemeente ’s- Hertogenbosch’,
de Gemeente Sint Michielsgestel, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de loco burgemeester mevrouw X.X. xxx Xxxxx-van Tuijl, en handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethou- ders van die Gemeente d.d. 10 juli 2007, hierna genoemd ‘de Gemeente Sint Michielsgestel’,
en het Waterschap Aa en Maas, ver- tegenwoordigd door de dijkgraaf, de heer drs. L.H.J. Verheijen, handelen- de ter uitvoering van het besluit van het Algemeen Bestuur van het Waterschap van d.d. 20 juni 2007, hierna genoemd ‘het Waterschap’,
Hierna gezamenlijk genoemd ‘de Partijen’.
Overwegende dat:
– de Minister van Verkeer en Waterstaat, in samenspraak met de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het Ontwerp- Tracébesluit (OTB) op 13 februari 2007 heeft vastgesteld;
– bij brief van 11 juli 1997 (bijlage 1) de Minister van Verkeer en Waterstaat mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Voorzitter van de Tweede Kamer haar standpunt heeft medegedeeld inzake de aanleg van het tracé van de Zuid-Willemsvaart tussen de Maas en Den Dungen;
– bij dit standpunt voor een omleg- ging conform het Meest Milieuvriendelijke Alternatief door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de betrokken Gemeenten een drietal voorwaarden is gesteld, ver- bonden aan de realisatie van deze omlegging:
1. ‘een evenwichtige ontwikkeling van ruimtelijke functies (wonen, werken, recreatie, natuur) in het gebied direct grenzend aan het plangebied; gemeen- ten dienen – in aanvulling op de inrichting van de kanaalzone en con- form het provinciaal beleid – te voor- zien in een groene geledingszone en een ecologische verbindingszone van voldoende omvang en kwaliteit;
2. het beheer en onderhoud van de huidige vaarweg tussen de Maas en Den Dungen door Gemeente ’s- Hertogenbosch wordt overgenomen,
3. ontwikkeling van nat bedrijfster- rein in de nabijheid van de omlegging van de Zuid-Willemsvaart en zorg te dragen voor een benutting door daadwerkelijk natte bedrijven’;
– in dit standpunt is vastgelegd dat ‘gelijktijdig met de uitwerking van het OTB de verdere uitwerking en imple- mentatie van de bovengenoemde voorwaarden zal worden vastgelegd in bestuurlijke afspraken tussen de Staat en de betrokken lagere over- heid’;
– bij brief van 12 november 1997 (bij- lage 2) van de Gemeenten ’s- Hertogenbosch en Sint Michielsgestel, de Provincie en het Waterschap (des- tijds nog de waterschappen De Aa en De Maaskant) aan de Minister van
Verkeer en Waterstaat de door hen ondertekende Gemeenschappelijke Verklaring hebben toegezonden;
– in bestuurlijke overleggen van 26 oktober 2001 en 11 juli 2002 door Partijen afspraken zijn gemaakt die zijn meegenomen in deze overeen- komst (verslagen in bijlagen 10 en 11);
– in de brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 17 sep- tember 2002 aan de Gemeente ‘s- Hertogenbosch, kenmerk DNB/2002/8190 punten zijn genoemd voor de overdracht van de Traverse door de Staat aan de Gemeente ’s- Hertogenbosch welke zijn meegeno- men in deze overeenkomst;
– de Gemeente ’s-Hertogenbosch en de Provincie bij brief van 5 juli 2005 de Minister van Verkeer en Waterstaat hebben geïnformeerd over een nadere invulling en volledige financiering van een groene geledings- zone en ecologische verbindingszone, inclusief een Rosmalense Aa (bijlage 9);
– op 10 maart 2006 (bijlage 3) de Minister van Verkeer en Waterstaat, in samenspraak met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op grond van de Aanvullende Trajectnota/Milieu-effectrapportage 2004, opnieuw een standpunt heeft bepaald, inhoudende het besluit tot uitwerking van de omlegging van de Zuid-Willemsvaart op het traject de Maas - Den Dungen in een OTB con- form de regiovariant met een ecologi- sche verbindingszone inclusief een Rosmalense Aa;
– de Tracéwet alleen datgene regelt
dat een directe relatie heeft met het infrastructurele werk i.c. de omleg- ging Zuid Willemsvaart, zodat de ecologische verbindingszone niet via het OTB planologisch wordt geregeld. De groene inpassing van het kanaal wordt afgestemd op de plannen van de ecologische verbindingszone.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1. Definities
– OTB: Ontwerp-Tracébesluit
Omlegging Zuid-Willemsvaart tussen de Maas en Den Dungen, vastgesteld op 13 februari 2007.
– Omlegging: Omlegging van de
Zuid-Willemsvaart tussen de Maas en Den Dungen, conform het OTB.
– Tijdstip ingebruikname Omlegging: het door de Staat nader te bepalen tijdstip van ingebruikname na het gereed komen van de Omlegging. Volgens planning is het richtjaar voor ingebruikname 2014 of zoveel eerder als mogelijk is of later als noodzake- lijk blijkt.
– Ecologische Verbindingszone: een verbindingzone voor uitwisseling van karakteristieke natuurwaarden tussen Aa-dal en Maas parallel en direct grenzend aan de Omlegging.
Op 5 juli 2005 hebben de college van Burgemeester en Wethouder van gemeente ’s-Hertogenbosch en het college van Gedeputeerde Staten inge- stemd met de op 28 juni 2005 bereik- te overeenstemming over een variant die uitgaat van een ecologische ver- bindingzone met een gemiddelde breedte van 60 meter en ter plaatse van de kunstwerken een minimale breedte van 40 meter en met daarin de Rosmalense Aa van minimaal 10 meter breed. In totaliteit zal de ver- bindingszone een oppervlakte beslaan van ca 42 hectare. De ecologische verbindingszone is uitgewerkt in het rapport ‘Ecologische Verbindingszone Rosmalense Aa, een Groen-Blauwe Slinger rondom
’s-Hertogenbosch’ (16 september
2005), kaart zie bijlage 8.
– Groene geledingszone: het gebied tussen de ecologische verbindingszone en de oostelijk gelegen bebouwing van Rosmalen en de Groote Wielen.
– Traverse: de huidige vaarweg, omvattende de Zuid-Willemsvaart, gekanaliseerde Dieze en kanaal Henriëttewaard-Engelen, vanaf split- singspunt huidige Zuid-Willemsvaart en Omlegging (km. 117.3) tot de aan- sluiting aan het zomerbed van de Maas bij Engelen (km. 128.5), kaart bijlage 7.
– Nat bedrijventerrein: het bedrijven- terrein voor watergebonden bedrijven.
Artikel 2. Doel en karakter overeen- komst
Deze overeenkomst heeft ten doel de verdere uitwerking en implementatie van de drie voorwaarden zoals genoemd in het standpunt van de Minister van Verkeer en Waterstaat
van 11 juli 1997 voor de omlegging (ecologische verbindingszone, over- dracht traverse, nat bedrijfsterrein), alsmede de verdere afspraken, zoals daarna vastgelegd in de gemeenschap- pelijke verklaring van 12 november 1997, de bestuurlijke overleggen 26
oktober 2001 en 11 juli 2002, de brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 september 2002 en de brief van de gemeente ’s- Hertogenbosch en de Provincie van 5 juli 2005 die nodig zijn om het OTB te kunnen vaststellen, vast te leggen. Deze overeenkomst heeft het karakter van een raamovereenkomst. Voor de voorbereiding van de realisatie van de omlegging kunnen nog aanvullende uitvoeringsafspraken in een overeen- komst worden vastgelegd.
Artikel 3. Financiële bijdragen van derden voor werken die zijn opgeno- men in het OTB
1. De Gemeente ’s-Hertogenbosch zal de kosten van de in bijlage 4 omschreven werken die zijn opgeno- men in het OTB betalen. De voor rekening van de Gemeente ’s- Hertogenbosch komende kosten bedragen € 24,5 mln. Dit bedrag zal worden verrekend met kosten voor de overdracht van de Traverse groot
€ 15 mln. (netto bedragen de kosten voor de gemeente ’s-Hertogenbosch
€ 9,5 mln.).
2. De Provincie zal de kosten betalen van de in bijlage 4 omschreven wer- ken die zijn opgenomen in het OTB. Dit betreft de verlenging van de krui- sende infrastructuur over het kanaal voor de passage van de ecologische verbindingszone ; de kosten komen voor rekening van de Provincie en bedragen € 4 mln. Daarnaast betaalt de provincie de kosten van de verleg- ging van de N279, heden geraamd op
€ 10,4 mln. Over de verlegging van de N279 conform het OTB wordt een afzonderlijke overeenkomst afgesloten tussen de Staat en Provincie, waarin de uiteindelijke bijdrage van de Provincie alsmede de wijze van verre- kening wordt vastgelegd.
3. Betaling c.q. verrekening van de in dit artikel genoemde bedragen met uitzondering van de kosten van de verlegging van de N279 geschiedt bin- nen 6 maanden na gunning van de Omlegging. De kosten worden verre- kend met gebruikmaking van de IBOI-index voor de grond-, weg- en
waterbouw en overige overheidsinves- teringen.
Artikel 4. Groene geledingszone en ecologische verbindingszone
1. Bij brief van 5 juli 2005 aan de Minister van Verkeer en Waterstaat hebben Gemeente ’s-Hertogenbosch en Provincie meegedeeld dat de gemeente en provincie gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor de groene geledingszone en ecologische verbindingzone (zie bijlage 9). De vol- gende afspraken zijn daarin gemaakt:
a. ‘De ecologische verbindingszone is opgenomen in het Streekplan 2002. In het Uitwerkingsplan voor de stede- lijke regio Waalboss vastgesteld door de Provincie in 2004, is de zone waar de ecologische verbindingszone is beoogd, deels opgenomen in het zoge- noemde landschappelijke raamwerk. Het zuidelijke deel van de zone (gele- gen ten westen van de kern Rosmalen) is daarbij aangegeven als ‘stedelijke groene drager’. Daarbij is in het uitwerkingsplan de ontwikke- ling van de ecologische verbindings- zone (met daarin de aftakking van de Aa) uitdrukkelijk opgenomen.
De vigerende bestemmingsplannen
bieden geen mogelijkheid voor verde- re verstedelijking. ‘De gemeente zet het huidige restrictieve beleid voor rode ontwikkelingen voort en zorgt voor een goede inpassing van de aan- wezige grootschalige bebouwing (o.a. proefboerderij) door alleen ontwikke- lingen toe te staan die leiden tot min- der bebouwing en anderzijds door aanpassing van de situering (o.a. tuincentrum).’
‘Op het moment dat voldoende dui- delijkheid kan worden gegeven omtrent de exacte situering van het kanaal zal de voor de aanleg beno- digde bestemmingsplanherziening worden opgestart’.
b. De ecologische verbindingszone, met daarin de Rosmalense Aa, zal functioneren op het moment, dat de bestaande Aa middels de sifon onder het om te leggen kanaal wordt geleid.
c. In het besluit van 5 juli 2005 tussen Gemeente ’s-Hertogenbosch en Provincie is voorzien in financierings- afspraken voor de realisatie van de ecologische verbindingszone.
2. In aanvulling op de bepalingen gesteld in lid 1 wordt in deze overeen- komst het volgende vastgelegd:
a. Ten aanzien van het moment van opstarten van de bestemmingsplan-
herziening die benodigd is voor de aanleg van de ecologische verbin- dingszone wordt overeengekomen dat door de Gemeenten ’s-Hertogenbosch en Sint Michielsgestel binnen drie maanden, nadat de Staat het Tracébesluit heeft vastgesteld, de voorbereidingsprocedure als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 zullen opstarten. Direct na de start van de uitvoering van de omlegging wordt de realisatie van de ecologische verbin- dingszone ter hand genomen afhanke- lijk van het verloop van de ruimtelijk ordeningsprocedure.
b. De Gemeenten ’s-Hertogenbosch
en Sint Michielsgestel zullen de voor- bereidingen voor deze bestemmings- planprocedures starten na vaststelling van het OTB. Daar waar het de ver- antwoordelijkheden van het Waterschap betreft, zal ook het Waterschap hiervoor de vereiste voor- bereidingen treffen.
c. De Gemeenten ’s-Hertogenbosch en Sint Michielsgestel, het Waterschap en de Provincie spannen zich in – met alles wat in hun vermo- gen ligt inclusief onteigeningsbe- voegdheid – voor de realisatie van de ecologische verbindingszone. Onder realisatie wordt verstaan aankoop, inrichting en beheer.
3. De Gemeenten ’s-Hertogenbosch, Sint Michielsgestel, de Provincie en het Waterschap zullen nadere afspra- ken maken over de financiering en het beheer van de ecologische verbin- dingszone. De basis van de financiële afspraken wordt gevormd door de in bijlage 12 opgenomen kostenverde- ling.
4. In het OTB zijn maatregelen opge- nomen ten behoeve van de land- schappelijke inpassing en compensatie van nadelige natuureffecten in ver- band met de omlegging, voorzover de Staat daartoe verplicht is. Ten aan- zien hiervan wordt in deze overeen- komst het volgende vastgelegd:
a. De landschappelijke inpassing van het kanaal (oevers, kades en Sluisterreinen) zal worden afgestemd op de te realiseren ecologische verbin- dingszone.
b. De invulling van de compensatie in het OTB gebeurt door middel van de aanwijzing van zoekgebieden, welke waar mogelijk worden gesitueerd aan- sluitend op of in de door de hier bedoelde partijen te realiseren ecolo- gische verbindingszone. Voor zover
geen onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur en voor zover kwalitatief en kwantitatief pas- send binnen de natuurcompensatie- taakstelling zal de Staat de natuur- compensatie realiseren in de ecologische verbindingszone voor een waarde van maximaal € 3,5 mln (prijspeil juli 2005).
c. Ten behoeve van herstel van de vismigratie op de Aa en de Grootte Wetering treft Rijkswaterstaat mitige- rende maatregelen in sifons en reali- seert Rijkswaterstaat aanvullend hier- op een kleinschalige vistrap bij de Groote Wetering.
Artikel 5. Overdracht beheer en onder- houd traverse ’s-Hertogenbosch
1. In de brief van Rijkswaterstaat aan de Gemeente ’s-Hertogenbosch d.d. 17 september 2002 zijn de volgende afspraken vastgelegd:
a. Totdat de omlegging gereed is zal de Staat het kanaal voor de huidige scheepvaart als ‘goede huisvader’ onderhouden.
b. De Staat zal zorgen voor de beno- digde beheersgegevens die gebruike- lijk horen bij een dergelijke over- dracht van infrastructuur.
c. De afkoopsom, conform artikel 3, lid 1 te verrekenen met de bijdrage van de gemeente aan de omlegging .
d. De diepgang van het kanaal is gebaseerd op Klasse II scheepvaart1. Bij de feitelijke overdracht zal diepte worden bevestigd aan de hand van een inmeting.
e. Het risico van eventuele sanering van de onderwaterbodem beneden nautische diepte ligt tot 30 jaar na overdracht bij de Staat.
f. De Staat zal bij de overdracht de onttrekking van de (beroeps)scheep- vaartfunctie op het kanaalpand tus- sen Sluis 0 en de Orthenbrug juri- disch regelen en vrijwaart de gemeente van eventuele claims voort- vloeiende uit deze regeling.
2. Voortvloeiend uit het gestelde in lid 1 worden de volgende (uitwer- kings)afspraken overeengekomen:
a. De Staat verbindt zich om de nodi- ge initiatieven te nemen tot de tot- standkoming van het op grond van de Waterstaatswet 1900 vereiste Koninklijk Besluit om de Traverse in beheer en onderhoud inclusief bedie- ning en met uitzondering van het waterkwantiteitsbeheer over te dragen aan de Gemeente ’s-Hertogenbosch. De Gemeente ’s-Hertogenbosch ver-
bindt zich om medewerking te verle- nen aan bedoelde formele regeling. De Staat spant zich in om een spoedi- ge totstandkoming van het KB te bevorderen.
b. Vooruitlopend op de totstandko- ming van het Koninklijk Besluit zal de Gemeente ’s-Hertogenbosch op het tijdstip van ingebruikname van de omlegging het beheer en onderhoud van de Traverse van de Staat feitelijk overnemen. Tot de datum van inwer- kingtreding van het KB voert de Gemeente ’s-Hertogenbosch alle maatregelen uit die de Staat in rede- lijkheid en billijkheid in het kader van het reguliere beheer van de Traverse heeft genomen. Vooruitlopend op de overdracht zal de Staat de Gemeente ’s- Hertogenbosch informeren en consul- teren inzake het beheer en onderhoud en vergunningsaanvragen.
c. De Staat draagt er zorg voor dat
de Traverse ten tijde van de over- dracht als bedoeld onder b. van dit artikellid voldoet aan de functionele eisen voor de toegekende functies zoals neergelegd in het Beheerplan Rijkswateren. Vanaf het moment van overdracht vervalt voor de Staat de verantwoordelijkheid voor deze func- ties, hetgeen mede inhoudt, dat de Gemeente
’s-Hertogenbosch de Staat vrijwaart van eventuele aanspraken van derden terzake de staat van onderhoud op bedoeld tijdstip en terzake het beheer en onderhoud vanaf dat tijdstip. Een overzicht van de toegekende functies en beheersverantwoordelijkheden is opgenomen in bijlage 6.
d. De Staat betaalt bij de feitelijke overdracht van het beheer en onder- houd als afkoopsom voor alle door de Gemeente ’s-Hertogenbosch na dat tijdstip te maken kosten ten behoeve van de Traverse waaronder de kosten van instandhouding van het kanaal, een bedrag van € 15 mln. Het bedrag wordt verrekend conform artikel 3, lid 1.
e. Bij de feitelijke overname van het beheer en onderhoud zal in overleg tussen de Staat en de Gemeente
’s-Hertogenbosch nader worden omschreven waaruit de overdracht bestaat. Uitgangspunt is dat de nauti- sche functie over het traject vanaf de Orthenbrug tot en met Sluis 0, als bedoeld onder artikel 6 lid 1f, komt te vervallen. Indien de Gemeente ’s- Hertogenbosch dit traject(inclusief
beweegbare bruggen en Sluis 0) open wil houden voor de scheepvaart en recreatievaart komen de kosten daar- van inclusief instandhouding en bediening voor rekening van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch.
f. De Staat en de Gemeente ’s- Hertogenbosch zullen over de wijze van bediening van Sluis Engelen nadere afspraken maken.
g. Het gestelde bij lid 1e. over eventu- ele sanering van de onderwaterbodem geldt voorzover de huidige bestem- ming ‘water’ gehandhaafd blijft.
Artikel 6. Overdracht waterkwanti- teitsbeheer traverse ’s-Hertogenbosch vanaf Sluis 0 tot splitsingspunt met de omlegging.
1. De Staat neemt de nodige initiatie- ven tot de totstandkoming van het op grond van de Waterstaatswet 1900 vereiste Koninklijk Besluit om het waterkwantiteitsbeheer van het gedeelte van de Traverse vanaf Sluis 0 tot het splitsingspunt met de Omlegging ‘om niet’ over te dragen aan het Waterschap.
2. Het Waterschap verleent medewer- king aan bedoelde formele regeling.
3. Het waterkwantiteitsbeheer van het resterende gedeelte van de Traverse vanaf Sluis 0 tot Sluis Engelen berust reeds bij het Waterschap.
4. De Partijen garanderen de huidige waterafvoersituatie bij extreme water- afvoer. Hierbij wordt de huidige doorvoercapaciteit en het huidige peilregime – onder invloed van spuisluis Crevecoeur en Drongeleskanaal – niet gewijzigd. Indien plannen voor een andere aan- wending van de kanaaltraverse aan- leiding geven om de afspraken in deze te herijken, zal de Gemeente ’s- Hertogenbosch in overleg treden met het Waterschap.
Artikel 7. Overdracht eigendom Traverse ’s-Hertogenbosch
1. De Staat zal zorgdragen voor de eigendomsoverdracht vrij op naam van de Traverse aan de Gemeente ’s-Hertogenbosch per notariële akte.
Deze eigendomsoverdracht zal van de zijde van de Staat worden verzorgd door de Minister van Financiën, hier- bij vertegenwoordigd door de Regionale Directie Domeinen te Breda.
2. De exacte wijze en afkoopsom van de op het moment van de eigendoms- overdracht aanwezige privaatrechtelij-
ke regelingen zal in een later stadium worden uitgewerkt.
Artikel 8. Ontwikkeling nat bedrijven- terrein
De Gemeenten ’s-Hertogenbosch en Sint Michielsgestel spannen zich in om voor zover passend binnen hun taken, bevoegdheden en verantwoor- delijkheden voor hun rekening er voor zorg te dragen dat binnen 3 jaar na aanvang van de bouwwerk- zaamheden van de Omlegging de benodigde wijziging van het bestem- mingsplan voor de toevoeging van natte bedrijvigheid aan het bedrijven- terrein De Brand vastgesteld is. Het betreft het gebied tussen het huidige bedrijfsterrein, Beusingsedijk, nieuwe kanaal en de Aa. Er wordt naar gestreefd om de gehele infrastructure- le inrichting (droge en natte infrast- ructuur inclusief kades) en de ontslui- ting ten behoeve van het watergebonden bedrijventerrein voor de oplevering van de Omlegging, gepland 2014, gerealiseerd te hebben. In overleg tussen de Gemeenten ’s- Hertogenbosch en Sint Michielsgestel zal een grenscorrectie daartoe plaats- vinden.
Artikel 9. Financiële bijdragen in extra kosten van werken niet opgenomen in het OTB
De extra kosten betreffen de kosten voor rekening van het Waterschap voor werken ten behoeve van de waterhuishouding niet behorende tot het OTB. Deze werken zijn aangege- ven op de bij deze overeenkomst behorende en als zodanig gewaar- merkte bijlage 5.
Artikel 10. Planologische inpassing en vergunningverlening
1. De Provincie en de Gemeenten ’s-Hertogenbosch en Sint
Michielsgestel zullen voor zover pas- send binnen haar taken en bevoegd- heden, bestuurlijke (planologische) medewerking verlenen aan de uitvoe- ring van de Omlegging.
2. De Partijen zullen zich, voor zover passend binnen hun taken, verant- woordelijkheden en bevoegdheden, inspannen voor het tijdig beschikbaar stellen van benodigde vergunningen en overige besluiten ten behoeve van de Omlegging, behoudens overmacht door bezwaren van derden.
Artikel 11. Wijziging overeenkomst
Indien de partijen op basis van de inspraakreacties op het OTB en de bestemmingsplannen ten behoeve van de ecologische verbindingszone en bedrijventerrein De Brand overeen- stemming bereiken over een wijziging van onderdelen van deze overeen- komst, kunnen partijen nadere afspraken over de wijziging in een wijzigingsovereenkomst vastleggen.
Artikel 12. Onvoorziene omstandighe- den
1. Partijen treden met elkaar in over- leg indien zich onvoorziene omstan- digheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzig- de instandhouding van deze overeen- komst niet mag worden verwacht. Zij zullen in goed overleg zonodig deze overeenkomst daaraan aanpassen.
2. Partijen merken als onvoorziene omstandigheid in elk geval aan de situatie dat formele regelingen of besluiten leiden tot de niet of slechts gedeeltelijke goedkeuring, de schor- sing of de vernietiging van besluiten die uit deze overeenkomst voortvloei- en, één en ander met inbegrip van wijzigingen van regelingen, beleidswij- zigingen of onherroepelijke beslissin- gen van een rechterlijke instantie of overheid.
Artikel 13. Ontbindende voorwaarde
1. Onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de onge- wijzigde instandhouding van de over- eenkomst naar maatstaven van rede- lijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, kunnen voor de partij die zich op die omstandigheden beroept aanleiding geven zich te wenden tot de rechter met het verzoek om de gevolgen van deze overeenkomst te wijzigen of deze te ontbinden.
2. Alvorens zich tot de rechter te wenden nodigt de in het vorige lid bedoelde partij de andere Partijen uit om met haar in overleg te treden over een oplossing van de gerezen proble- men. Leidt dit overleg niet binnen zes maanden tot overeenstemming, dan kan de in het eerste lid bedoelde par- tij zich alsnog tot de rechter wenden.
3. Partijen onderkennen de mogelijk- heid dat zich omstandigheden voor- doen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van deze over- eenkomst zouden kunnen leiden, doch die Partijen ertoe nopen ter uit-
voering van deze overeenkomst nade- re afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich alsdan op constructie- ve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de richtige nakoming van deze overeenkomst.
4. Indien het in het tweede en/of derde lid bedoelde overleg tot over- eenstemming leidt zal herziening, wij- ziging of aanvulling van de overeen- komst worden vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings- of aanvul- lende overeenkomst.
Artikel 14. Geschillenregeling
1. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Alle geschillen welke mochten ont- staan naar aanleiding van deze over- eenkomst, dan wel nadere overeen- komsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen worden beslecht door de bevoegde burgerlijke rechter te Den Haag.
3. Er is sprake van een geschil zodra één der Partijen dit schriftelijk aan de andere partij meldt. Partijen dienen hierop in overleg met elkaar te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden.
4. Indien Partijen niet binnen 6 maanden een oplossing hebben gevonden, dan kunnen zij zich wen- den tot de rechter.
Artikel 15. Looptijd van de overeen- komst
1. Deze overeenkomst treedt in wer- king op de dag van ondertekening en eindigt uiterlijk op de datum nadat alle in deze overeenkomst genoemde werken inclusief financiële afwikke- ling ervan zijn gerealiseerd.
2. Rechtsgevolgen welke voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te wer- ken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.
Artikel 16. Slotbepalingen
1. Binnen tien werkdagen na de inwerkingtreding van deze overeen- komst wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Staat gepubliceerd in de Staatscourant.
2. In bepalingen uit deze overeen- komst afwijken of strijdig zijn met eerder ten aanzien van tussen Partijen gemaakte afspraken, hoe ook genaamd, gelden de bepalingen uit deze overeenkomst.
3. De bijlagen bij deze overeenkomst vormen daarvan een intergraal onder- deel. Ingeval van strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en de overeenkomst prevaleert de overeen- komst.
4. Indien een bepaling van deze over- eenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of
anderszins niet bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voorzo- ver nodig, uit deze overeenkomst worden verwijderd en worden vervan- gen door een bepaling die wel bin- dend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van de overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.
Aldus opgemaakt en in vijfvoud ondertekend,
De Staat,
J.C. Xxxxxxxx-Xxxxxxx.
De Provincie,
X. Xxxxxxxx-xxx Xxxxxxxxxxxxx.
De Gemeente ’s-Hertogenbosch,
G.J. Snijders.
De Gemeente Sint Michielsgestel,
X.X. xxx Xxxxx-van Tuijl.
Het Waterschap,
L.H.J. Verheijen.
1 In tegenstelling tot het in dit onderdeel bepaalde geldt voor een gedeelte van de Traverse een klasse IV scheepvaart. Bijlage 6 geeft de specifieke func- ties van de vaarweg.
Bijlagen
De bijlagen worden hier niet gepubli- ceerd.