Reglement Belanghebbendenorgaan voor collectiviteitkring Unisys
Reglement Belanghebbendenorgaan voor collectiviteitkring Unisys
Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds
Versie 3.3
Datum: 22 december 2017
Inhoud
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3
Artikel 2. Samenstelling van het belanghebbendenorgaan 4
Artikel 3. Taken en bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan 6
Artikel 4. Informatie externen 10
Artikel 6. Geschillenregeling over goedkeuring bestuursbesluiten 11
Artikel 10. Xxxxxxxxx voorzitter en secretaris 13
Artikel 11. Het uitbrengen van adviezen aan het bestuur 14
Artikel 12. Secretariële ondersteuning 14
Artikel 13. Vergadering van belanghebbenden-organen 14
Artikel 15. Onderhoud, beheer en vaststelling 16
Bijlage Verkiezingsreglement Unisys kring 17
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor dit reglement gelden de volgende begripsomschrijvingen:
- fonds:
Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds
- actieve gewezen deelnemers:
de personen die in het pensioenreglement Unisys als gewezen deelnemer worden aangeduid en een dienstbetrekking hebben met de werkgever;
- bestuur:
het bestuur van het fonds;
- belanghebbendenorgaan:
het belanghebbendenorgaan voor collectiviteitkring Unisys van het fonds;
- elektronisch:
door middel van een elektronische informatiedrager die de ontvanger in staat stelt de verstrekte informatie duurzaam te bewaren;
- pensioengerechtigden:
de personen die een pensioen van het fonds ontvangen;
- pensioenregeling
de gesloten pensioenregeling ondergebracht in collectiviteitkring Unisys waarin geen pensioenopbouw meer plaatsvindt (pensioenaangroei vindt enkel plaats als gevolg van toeslagverlening en/of voortzetting van pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid) en is vastgelegd in pensioenreglement Unisys;
- pensioenreglement Unisys
het in collectiviteitkring Unisys geldende pensioenreglement;
- overeenkomst Unisys
de zgn. Overeenkomst verband houdende met de uitvoering van de gesloten pensioenregeling van Unisys d.d. 20 september 2017 tussen de werkgever en het fonds;
- uitvoeringsreglement Unisys
het uitvoeringsreglement van het fonds ter uitvoering van het pensioenreglement in collectiviteitkring Unisys;
- vergadering van belanghebbendenorganen:
het overkoepelende orgaan, in geval er meer dan één collectiviteitskring operationeel is, waarin de voorzitters van de belanghebbendenorganen zitting hebben en aan wie bepaalde advies- en goedkeuringsrechten toekomen;
- werkgever:
Unisys Nederland N.V. (met Kamer van Koophandel-nummer: 33000201) en haar rechtsopvolgster.
Artikel 2. Samenstelling van het
belanghebbendenorgaan
1. Leden van het belanghebbendenorgaan dienen aan bepaalde functie-eisen te voldoen. Deze zijn vastgelegd in de profielschets voor leden van het belanghebbendenorgaan. Bij oprichting van het fonds is de profielschets voor leden van het belanghebbendenorgaan opgesteld. Het belanghebbendenorgaan heeft het recht om de profielschets voor de eigen kring aan te passen.
2. In het belanghebbendenorgaan van collectiviteitkring Unisys zijn vertegenwoordigd:
a. de actieve gewezen deelnemers;
b. de pensioengerechtigden; en
c. de werkgever.
3. Het belanghebbendenorgaan is paritair samengesteld en bestaat uit een door het belanghebbendenorgaan te bepalen aantal leden met een maximum van zes (6) leden. De geledingen als bedoeld in lid 2 worden op een zo evenwichtige mogelijk wijze vertegenwoordigd met dien verstande dat:
(i) de vertegenwoordigers van de actieve gewezen deelnemers en vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden tezamen ten minste evenveel zetels bezetten in het belanghebbendenorgaan als de vertegenwoordigers van de werkgever;
(ii) de verdeling van de zetels van vertegenwoordigers van de actieve gewezen deelnemers en vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden plaatsvindt op basis van de onderlinge getalsverhoudingen binnen de desbetreffende collectiviteitskring met dien verstande dat de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden ten hoogste de helft van het aantal zetels in het belanghebbendenorgaan bezetten dat vertegenwoordigers van actieve gewezen deelnemers en van pensioengerechtigden gezamenlijk bezetten behoudens:
(a) indien betrokken geledingen akkoord gaan met een afwijkende verdeling, in welk geval die afwijkende verdeling geldt; of
(b) indien het aantal actieve gewezen deelnemers minder bedraagt dan tien procent (10%) van de som van het aantal actieve gewezen deelnemers en pensioengerechtigden in de betreffende collectiviteitkring in welk geval de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden meer zetels kunnen bezetten in het belanghebbendenorgaan dan vertegenwoordigers van actieve gewezen deelnemers.
(iii) zo nodig in afwijking van sub (i) en (ii) aanhef en sub (a) vertegenwoordigers van pensioengerechtigden ten hoogste vijfentwintig procent (25%) van het aantal zetels bezetten dat vertegenwoordigers van werkgevers, actieve gewezen deelnemers en pensioengerechtigden gezamenlijk bezetten in het belanghebbendenorgaan van de betreffende collectiviteitkring. In plaats van vijfentwintig procent (25%), kunnen de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden ten hoogste vijftig procent (50%) van het aantal zetels bezetten in het belanghebbendenorgaan indien het aantal actieve gewezen deelnemers minder bedraagt dan tien procent (10%) van de som van het aantal actieve gewezen deelnemers en pensioengerechtigden in de betreffende collectiviteitkring.
Kandidaten voor de vertegenwoordigers van actieve gewezen deelnemers worden door een bij de werkgever aanwezige ondernemingsraad voorgedragen. Indien er geen ondernemingsraad is, dan wel de ondernemingsraad afziet van haar recht kandidaten voor te dragen, dan worden vertegenwoordigers van actieve gewezen deelnemers via verkiezingen verkozen.
Kandidaten voor de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden worden via verkiezingen verkozen.
Kandidaten voor de vertegenwoordigers van de werkgever worden door de directie van de werkgever voorgedragen.
In het belanghebbendenorgaan zijn de actieve gewezen deelnemers en de Pensioengerechtigden evenredig vertegenwoordigd op basis van de onderlinge getalsverhoudingen.
Bij de aanvang van de kring is – in afwijking van het elders in dit lid bepaalde - het maximum aantal leden gesteld op acht (8), waarbij de verhouding tussen de vertegenwoordiging van de actieve gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever is vastgesteld op 2:2:4. De werkgever heeft, – in afwijking van het bepaalde onder (i), recht op zetels uitsluitend gedurende de looptijd van de Overeenkomst Unisys of een verlenging daarvan. Het maximum van acht leden geldt zolang de werkgever recht heeft op de helft van de zetels.
Voor de eerste maal wordt na afloop van de eerste zittingstermijn berekend of de onderlinge getalsverhouding van de vertegenwoordigers van de actieve gewezen deelnemers en de Pensioengerechtigden dient te worden gewijzigd. De verhouding tussen de geledingen wordt periodiek getoetst.
Bij beëindiging van de Overeenkomst Unisys, bij verlaging van de werkgeversbijdrage en bij toetreding van andere werkgevers en/of pensioenfondsen tot collectiviteitkring Unisys wordt het aantal leden en de samenstelling van het belanghebbendenorgaan opnieuw bezien met inachtneming van hetgeen hierover in dit reglement is bepaald.
Er is een verkiezingsreglement opgesteld waarin de regels voor de voornoemde verkiezingen zijn vastgelegd. Deze is als bijlage toegevoegd en maakt onderdeel uit van dit reglement.
4. De leden van het belanghebbendenorgaan hebben zitting voor een periode van maximaal vier jaar. Zij zijn ten hoogste tweemaal herbenoembaar. Een aftredend lid blijft na het einde van de zittingsperiode in functie zolang nog niet in de vacature is voorzien.
5. De leden van het belanghebbendenorgaan stellen een rooster van aftreden vast, zodanig dat één of maximaal twee leden (per geleding) in één jaar aftreden. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar, dan wel -ten hoogste tweemaal- herbenoembaar.
6. Een lid van het belanghebbendenorgaan houdt op lid van het belanghebbendenorgaan te zijn:
a. op het tijdstip van zijn overlijden;
b. door afloop van de zittingsperiode, tenzij het aftredende lid in functie blijft als bedoeld in de aanhef, of door vrijwillig eerder af te treden;
c. door toetreden tot het bestuur;
d. door een besluit van het belanghebbendenorgaan in het geval een lid naar het oordeel van het belanghebbendenorgaan niet naar behoren functioneert;
e. in geval van tussentijdse verkiezingen;
f. na terugtrekking door de werkgever, indien het betreffende lid is voorgedragen namens de werkgever;
g. indien de Overeenkomst Unisys eindigt, althans als hij of zij lid van het belanghebbendenorgaan is namens de werkgever;
h. indien de getalsverhoudingen tussentijds worden gewijzigd zoals bepaald in lid 3 en de betreffende zetel komt te vervallen.
7. De vergoeding van de leden van het belanghebbendenorgaan bedraagt voor ieder lid van het belanghebbendenorgaan dat niet in dienst is van de werkgever of niet op andere wijze voor het lidmaatschap van het belanghebbendenorgaan wordt betaald, € 2.500 per jaar inclusief BTW.
8. Leden van het Belanghebbendenorgaan vallen onder de Beroepsaansprakelijkheidsverzekering die door het fonds is afgesloten.
Artikel 3. Taken en bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan
1. De in dit artikel opgenomen taken en bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan worden enkel toegepast ten aanzien van de eigen collectiviteitkring.
2. Het belanghebbendenorgaan adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die de collectiviteitkring betreffen.
3. Het bestuur stelt het belanghebbendenorgaan in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit van het bestuur met betrekking tot:
a. het nemen van maatregelen van algemene strekking die de collectiviteitkring betreffen;
b. vaststelling van het jaarverslag, de jaarrekening en de actuariële en bedrijfstechnische nota van de collectiviteitkring;
c. het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsovereenkomst behorende bij de collectiviteitkring;
d. een overeenkomst van uitbesteding inzake de collectiviteitkring, indien en voor zover dit een uitbesteding betreft die niet ook andere collectiviteitkringen betreft;
e. het aanpassen van het Reglement Belanghebbendenorgaan met betrekking tot de eigen collectiviteitkring;
f. het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid van de collectiviteitkring, indien en voor zover er afwijkende afspraken zijn gemaakt van het beleid ten opzichte van de andere collectiviteitkringen.
4. Het bestuur is verplicht het advies van het belanghebbendenorgaan op een zodanig tijdstip te vragen dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de in lid 3 van dit artikel bedoelde voorgenomen besluiten. De informatie met betrekking tot het te nemen besluit wordt op verzoek van het belanghebbendenorgaan schriftelijk verstrekt.
5. Het bestuur deelt het belanghebbendenorgaan zo spoedig mogelijk nadat het desbetreffende besluit is genomen, schriftelijk mee of het een advies volgt. Als van het advies of van een daarin vervat minderheidsadvies is afgeweken, worden de redenen daarvan meegedeeld.
6. Het bestuur legt verantwoording af aan het belanghebbendenorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd.
7. Bij het vragen van advies wordt aan het belanghebbendenorgaan een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit en van de gevolgen die het besluit naar verwachting voor het fonds en voor de actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van de collectiviteitkring heeft.
8. Het belanghebbendenorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie die betrekking heeft op de collectiviteitkring, waaronder de bevindingen van de niet-uitvoerende bestuurders, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel
wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen.
9. Het bestuur heeft in ieder geval goedkeuring nodig van het belanghebbendenorgaan voor elk voorgenomen besluit met betrekking tot:
a. gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van de collectiviteitkring of de overname van verplichtingen door de collectiviteitkring;
b. wijziging van de collectiviteitkring;
c. het strategische beleggingsbeleid van de collectiviteitkring;
d. de premie van de collectiviteitkring, waaronder mede wordt begrepen de samenstelling van de feitelijke premie en de hoogte van de premiecomponenten, indien en voorzover van toepassing;
e. het vaststellen en wijzigen van het toeslagbeleid van de collectiviteitkring;
f. de vaststelling van een herstelplan van de collectiviteitkring als bedoeld in artikel 138 of artikel 139 Pensioenwet;
g. het uit de collectiviteitkring terugstorten van premie of geven van premiekorting als bedoeld in artikel 129 Pensioenwet; voorzover van toepassing;
h. vermindering van de door de deelnemers in de collectiviteitkring verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten indien toepassing wordt gegeven aan artikel 134 Pensioenwet.
00.Xx goedkeuring genoemd in lid 9 wordt niet onthouden dan nadat het bestuur in de gelegenheid is gesteld het besluit te heroverwegen.
11.Het ontbreken van de goedkeuring van het belanghebbendenorgaan op een besluit als bedoeld in lid 9 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of bestuurders niet aan.
12.Het fonds informeert het belanghebbendenorgaan onverwijld schriftelijk over:
a. de verplichting tot opstellen van een herstelplan als bedoeld in artikel 138 of 139 Pensioenwet;
b. de aanstelling van een bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 Pensioenwet;
c. de beëindiging van een situatie, bedoeld in artikel 172 Pensioenwet, waarin de bevoegdheidsuitoefening van alle of bepaalde organen van het fonds is gebonden aan toestemming van een of meer door de toezichthouder aangewezen personen.
00.Xx aanvulling op de hiervoor genoemde wettelijke bevoegdheden heeft het belanghebbendenorgaan tevens de volgende bevoegdheden en goedkeuringsrechten:
a. Goedkeuringsrecht op wijzigingen in het uitvoeringsreglement Unisys (inclusief de daarin opgenomen tariefafspraken);
b. Goedkeuringsrecht op wijzigingen van het pensioenreglement Unisys indien en voor zover dit geen wijzigingen betreffen die plaatsvinden in verband met een verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd en/of dwingende wet- en/of regelgeving.
c. Goedkeuringsrecht op de jaarlijkse begroting van collectiviteitkring Unisys ten aanzien van aanvullende dienstverlening, advieskosten en de begroting voor de kosten van het belanghebbendenorgaan.
d. Zolang er geen andere werkgevers en/of pensioenfondsen zijn toegetreden tot collectiviteitkring Unisys dan wel een collectieve waardeoverdracht naar collectiviteitkring Unisys heeft plaatsgevonden: de bevoegdheid te besluiten over een uitgaande collectieve overdracht van de pensioenaanspraken en pensioenrechten. Een en ander met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in het uitvoeringsreglement Unisys.
e. De bevoegdheid te verzoeken tot openstelling van de collectiviteitkring voor onderbrenging daarin van andere pensioenregelingen. Een en ander met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in het uitvoeringsreglement Unisys.
f. De bevoegdheid te bepalen, indien het fonds ophoudt te bestaan, waar de pensioenaanspraken en pensioenrechten, die opgebouwd zijn tijdens een dienstbetrekking bij de werkgever (dan wel via een individuele waardeoverdracht daaraan zijn toegevoegd) en het bijbehorend vermogen in collectiviteitkring Unisys naar toe worden overgedragen. Een en ander met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in het uitvoeringsreglement Unisys.
g. Adviesrecht over een voorgenomen besluit van het bestuur van De Nationale APF met betrekking tot het verlengen en/of het wijzigen en/of het beëindigen van de Overeenkomst Unisys of het aangaan van een nieuwe soortgelijke overeenkomst.
h. Het belanghebbendenorgaan wordt geïnformeerd over:
i. Kwaliteit dienstverlening (SLA-rapportage per kwartaal),
ii. Implementatieperioden waarvoor SLA’s niet gelden.
i. In omstandigheden waarin de overeenkomst inzake collectieve waardeoverdracht of het uitvoeringsreglement niet voorziet, beslist het bestuur van het fonds na overleg met het belanghebbendenorgaan en met inachtneming van de bovenstaande adviesrechten en goedkeuringsrechten van het belanghebbendenorgaan.
14. Het belanghebbendenorgaan ontvangt in ieder geval periodiek de volgende informatie:
a. Maandelijkse quickscan van de financiële positie van de kring;
b. Per kwartaal de risico-rapportage van de kring;
c. Per kwartaal de rapportage vermogensbeheer van de kring;
d. Per kwartaal de SLA-rapportage van de kring;
e. Jaarlijks de jaarrekening, het actuarieel rapport en het oordeel van de accountant.
Artikel 4. Informatie externen
1. Het belanghebbendenorgaan heeft voor de uitvoering van zijn taak recht op overleg met het bestuur, de niet-uitvoerende bestuurders, de interne en externe actuaris en accountant, alsmede met de (externe) compliance officer. Indien hier kosten aan verbonden zijn, komen deze ten laste van de collectiviteitkring. Op grond van artikel 16 van bijlage V Uitvoeringsreglement van de Overeenkomst inzake Collectieve Waardeoverdracht tussen Stichting pensioenfonds Unisys en het fonds kunnen er omstandigheden zijn dat deze kosten niet ten laste komen van de collectiviteitkring.
2. Het belanghebbendenorgaan kan, met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp, een of meer deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van een vergadering. De leden van het belanghebbendenorgaan kunnen in de vergadering aan de deskundige inlichtingen en adviezen vragen.
3. Een deskundige kan eveneens worden uitgenodigd een schriftelijk advies uit te brengen.
4. De kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken van het belanghebbendenorgaan komen ten laste van collectiviteitkring.
5. In redelijkheid te maken kosten voor het raadplegen van een deskundige door het belanghebbendenorgaan komen slechts dan ten laste van de collectiviteitkring, indien het bestuur vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
Artikel 5. Beroepsrecht
1. Het belanghebbendenorgaan kan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam beroep instellen tegen een besluit betreffende een aangelegenheid als bedoeld in artikel 3 leden 2, 3, 9 en 13 van dit reglement indien:
a. het belanghebbendenorgaan met betrekking tot dat voorgenomen besluit niet voorafgaand in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen;
b. het besluit niet in overeenstemming is met het advies van het belanghebbendenorgaan of het besluit is genomen zonder goedkeuring van het belanghebbendenorgaan; of
x. xxxxxx en omstandigheden bekend zijn geworden die, waren zij aan het belanghebbendenorgaan bekend geweest ten tijde van het uitbrengen van zijn advies of het verlenen van goedkeuring, aanleiding zouden kunnen zijn geweest om dat advies niet uit te brengen zoals het is uitgebracht, dan wel niet de goedkeuring te geven zoals dat is gegeven.
2. Het beroep kan uitsluitend worden ingesteld indien het belanghebbendenorgaan van oordeel is dat het bestuur bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen.
3. De kosten van het voeren van rechtsgedingen door het belanghebbendenorgaan komen ten laste van de collectiviteitkring, indien zij redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van het belanghebbendenorgaan en het fonds van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld.
4. Op het beroep is artikel 217, tweede, derde, vierde, zesde, zevende, achtste, negende en tiende lid van de Pensioenwet van toepassing.
Artikel 6. Geschillenregeling over goedkeuring bestuursbesluiten
1. Geschillen, anders dan bedoeld in artikel 5, met betrekking tot besluiten die genomen zijn zonder dat goedkeuring aan het belanghebbendenorgaan is gevraagd dan wel zonder dat goedkeuring is verkregen, die niet in der minne oplosbaar blijken, worden via arbitrage door een geschillencommissie beslecht.
2. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Het bestuur en het belanghebbendenorgaan benoemen elk één lid. Het derde lid wordt door de reeds benoemde leden benoemd. Dit lid is tevens voorzitter van de geschillencommissie.
3. De kosten van arbitrage door een geschillencommissie komen ten laste van de collectiviteitkring, indien zij redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van het belanghebbendenorgaan en het fonds van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld.
4. Het bestuur en het belanghebbendenorgaan benoemen een geschillencommissie binnen 30 dagen nadat een van beide (of beide) bij de andere partij schriftelijk en gemotiveerd het geschil aanhangig heeft gemaakt.
5. De geschillencommissie hoort de partijen en neemt aan de hand van de bevindingen een besluit. Het besluit van de geschillencommissie is bindend en wordt met redenen bekleed.
6. Het bepaalde in artikel 1020 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing op deze geschillenregeling.
Artikel 7. Enquêterecht
1. Het belanghebbendenorgaan kan een verzoek in het kader van het recht van enquête, bedoeld in afdeling 2 van titel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indienen bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam om:
- een onderzoek door een of meer onafhankelijke onderzoekers te bevelen naar het beleid van en de gang van zaken bij het fonds;
- het functioneren van het bestuur als zodanig te toetsen.
2. Voordat een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt ingediend, meldt het belanghebbendenorgaan dit voornemen schriftelijk en met redenen omkleed aan het bestuur en wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld op dit voornemen te reageren.
3. De artikelen 346 tot en met 359 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
4. De kosten die verband houden met het indienen van het in lid 1 bedoelde verzoek komen ten laste van de collectiviteitkring indien zij redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van het belanghebbendenorgaan en het fonds vooraf in kennis is gesteld van de te maken kosten.
Artikel 8. Vergaderingen
1. Het belanghebbendenorgaan vergadert minimaal vier keer per jaar. Voor de rest vinden vergaderingen op verzoek van de voorzitter van het belanghebbendenorgaan of op verzoek van minimaal twee leden van het belanghebbendenorgaan plaats. Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het belanghebbendenorgaan. Een vergadering op verzoek van de voorzitter dan wel twee leden van het belanghebbendenorgaan wordt gehouden binnen zes weken, nadat het verzoek bij de voorzitter is binnengekomen.
2. Het bestuur en het belanghebbendenorgaan komen ten minste tweemaal per kalenderjaar gezamenlijk in vergadering bijeen. Indien het belanghebbendenorgaan behoefte heeft aan een aanvullend overleg om bepaalde aangelegenheden aan de orde te stellen, dient het bestuur in redelijkheid gevolg te geven aan een daartoe strekkend verzoek.
3. De gezamenlijke vergaderingen als bedoeld in lid 2 vinden plaats op de data waarop de jaarstukkenvergadering en de vergadering waarin toeslagenbeleid wordt vastgesteld worden
gehouden, doorgaans in juni respectievelijk november. Bestuur en belanghebbendenorgaan kunnen voorafgaand aan deze vergaderingen bijeenkomen.
4. Het niet-uitvoerend bestuur en het belanghebbendenorgaan komen ten minste tweemaal per kalenderjaar gezamenlijk in vergadering bijeen. Indien het belanghebbendenorgaan behoefte heeft aan een aanvullend overleg om bepaalde aangelegenheden aan de orde te stellen, dient het bestuur in redelijkheid gevolg te geven aan een daartoe strekkend verzoek.
5. De gezamenlijke vergaderingen genoemd in lid 2 en lid 4 worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur.
Artikel 9. Besluitvorming
1. Besluiten ter vergadering van het belanghebbendenorgaan worden genomen met een gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waarin de meerderheid van de leden van het belanghebbendenorgaan aanwezig is tenzij in de statuten van het fonds anders is bepaald. Vacante zetels worden daarbij niet meegeteld. Indien geen meerderheid aanwezig is op een vergadering worden de voorgenomen besluiten op de volgende vergadering behandeld.
2. Ieder lid heeft 1 stem.
3. Voor de berekening van het aantal uitgebrachte stemmen tellen onthoudingen en blanco stemmen niet mee.
4. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd, tenzij het belanghebbendenorgaan unaniem anders heeft besloten.
5. Het belanghebbendenorgaan kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk of per e-mail geschiedt en een meerderheid zich ten gunste van het betreffende besluit uitspreken. Van een en ander wordt aantekening gehouden in de notulen van de eerstkomende vergadering.
Artikel 10. Benoeming voorzitter en secretaris
1. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter alsmede een secretaris en een plaatsvervangend secretaris.
2. De voorzitter en de secretaris gezamenlijk vertegenwoordigen het belanghebbendenorgaan in en buiten rechte. Bij afwezigheid van de voorzitter en diens plaatsvervanger respectievelijk de secretaris en diens plaatsvervanger, kiest het belanghebbendenorgaan uit de aanwezigen een voorzitter respectievelijk een secretaris voor die vergadering.
.
Artikel 11. Het uitbrengen van adviezen aan het bestuur
1. Goedkeuringen, afkeuringen en adviezen van het belanghebbendenorgaan aan het bestuur geschieden schriftelijk (aan het fonds geadresseerd).
2. Goedkeuringen, afkeuringen en adviezen van het belanghebbendenorgaan worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de voorzitter en de secretaris gezamenlijk.
Artikel 12. Secretariële ondersteuning
1. Het fonds draagt zorg voor een adequate secretariële ondersteuning van het belanghebbendenorgaan.
2. Het secretariaat verzorgt onder meer:
- bijeenroepen van het belanghebbendenorgaan;
- opstellen agenda;
- opstellen verslag; en
- beheren van de voor het belanghebbendenorgaan bestemde en van het belanghebbendenorgaan uitgaande stukken.
3. Een schriftelijke of elektronische uitnodiging met bijbehorende stukken wordt 14 dagen vóór de vergadering aan het belanghebbendenorgaan verzonden. Het verslag wordt binnen een streeftermijn van één maand toegezonden aan de leden van het belanghebbendenorgaan.
4. Van de gezamenlijke vergadering ontvangt het bestuur eveneens het verslag.
5. Eventuele kosten komen ten laste van de collectiviteitkring.
Artikel 13. Vergadering van belanghebbenden- organen
1. In het geval er meer dan één collectiviteitkring operationeel is, wordt naast een belanghebbendenorgaan per collectiviteitkring een vergadering van belanghebbendenorganen ingesteld waaraan bepaalde rechten worden toegekend welke in de statuten zijn opgenomen. De vergadering van belanghebbendenorganen wordt gevormd door de voorzitters van alle belanghebbendenorganen of diens vervangers.
2. Artikel 3 leden 4, 5, 7, 10 en 11 alsmede de artikelen 4, 5, 6, 7, 10 leden 1 en 2, 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op de vergadering van belanghebbendenorganen.
3. De vergadering van belanghebbendenorganen en het voltallige bestuur komen ten minste eenmaal per kalenderjaar gezamenlijk in vergadering bijeen.
4. Daarnaast hebben de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een maal per jaar een gezamenlijke vergadering met de vergadering van belanghebbendenorganen.
5. In de statuten zijn nadere regels omtrent de besluitvorming opgenomen.
6. Het bestuur stelt de vergadering van belanghebbendenorganen in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit van het bestuur met betrekking tot:
a. het nemen van maatregelen van algemene strekking, die betrekking hebben op het fonds als geheel;
b. wijzigen van de statuten van het fonds en reglementen, die betrekking hebben op het fonds als geheel;
c. het beleid inzake beloningen;
d. een wijziging van de vorm en inrichting van het intern toezicht;
e. de profielschets voor de niet-uitvoerende bestuurders;
f. een overeenkomst van uitbesteding indien en voor zover dit een uitbesteding betreft die alle dan wel verschillende collectiviteitkringen betreft of het fonds als geheel aangaat;
g. het aanpassen van het Reglement vergadering van belanghebbendenorganen;
h. het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid van het fonds.
7. Naast de in lid 6 genoemde adviesrechten heeft de vergadering van belanghebbendenorganen het recht om de profielschets van uitvoerend bestuurder vast te stellen, na horen van de niet-uitvoerende bestuurders, alsmede in geval van een vacature om een uitvoerend bestuurder te benoemen, na horen niet-uitvoerend bestuurders. De vergadering van belanghebbendenorganen heeft tevens het recht om een uitvoerend bestuurder te schorsen en te ontslaan, na horen van het betreffende lid en de niet-uitvoerend bestuurders. Xxxxxxx van ontslag van het gehele uitvoerend bestuur voorziet de vergadering van belanghebbendenorganen in een tijdelijk bestuur totdat een nieuw bestuur is benoemd. Daarnaast heeft de vergadering van belanghebbendenorganen het recht om een niet- uitvoerend bestuurder te benoemen, te schorsen en te ontslaan. In geval van schorsing en ontslag niet nadat het betreffende lid, de niet-uitvoerend bestuurders en het bestuur als geheel zijn gehoord.
8. Het bestuur legt verantwoording af aan de vergadering van belanghebbendenorganen over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd.
9. De vergadering van belanghebbendenorganen heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de fondsjaarrekening, niet zijnde de jaarrekeningen van de collectiviteitkringen, en andere informatie met betrekking op het fonds, waaronder de bevindingen van de niet-uitvoerende bestuurders, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen.
10.Het bestuur heeft in ieder geval goedkeuring nodig van de vergadering van belanghebbendenorganen voor elk voorgenomen besluit met betrekking tot:
a. liquidatie, fusie of splitsing van het fonds;
b. het omzetten van het fonds in een andere rechtsvorm, bedoeld in artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;.
11.Het ontbreken van de goedkeuring van de vergadering van belanghebbendenorganen op een besluit als bedoeld in lid 10 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of bestuurders niet aan.
00.Xx leden van de vergadering van belanghebbendenorganen ontvangen op enigerlei wijze een vergoeding voor het lidmaatschap van het belanghebbendenorgaan van hun eigen kring, derhalve ontvangen zij geen vergoeding voor hun lidmaatschap van de vergadering van belanghebbendenorganen.
Artikel 14. Onvoorzien
1. Indien dit reglement niet voorziet in een ontstane situatie overleggen de voorzitter van het bestuur en de voorzitter van het belanghebbendenorgaan over de te volgen procedure.
Artikel 15. Onderhoud, beheer en vaststelling
1. Dit reglement is door het bestuur vastgesteld op … en op … voor advies aan het belanghebbendenorgaan voorgelegd. Het belanghebbendenorgaan heeft positief geadviseerd. Dit reglement wordt periodiek geëvalueerd en indien nodig aangepast.
Bijlage Verkiezingsreglement Unisys kring
Artikel 1. Begrippen
Dit reglement verstaat onder:
- fonds: Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds;
- bestuur: het bestuur van het fonds;
- pensioengerechtigden: de personen die een pensioen van het fonds ontvangen
- werkgever: Unisys Nederland N.V. (met Kamer van Koophandel-nummer: 33000201) en haar rechtsopvolgster.
- actieve gewezen deelnemers: de personen die in het pensioenreglement Unisys als gewezen deelnemer worden aangeduid en een dienstbetrekking hebben met de werkgever;
- verkiezingen: het kiezen van (vertegenwoordigers van) actieve gewezen deelnemers – indien zij niet zijn voorgedragen door de ondernemingsraad - en pensioengerechtigden, ten behoeve van het belanghebbendenorgaan;
- verkiezingscommissie: het orgaan dat namens het bestuur belast is met de organisatie en uitvoering van de verkiezingen.
Artikel 2. Verkiezingen
1. Verkiezingen vinden plaats per kiesgroep.
2. Het bestuur gaat over tot verkiezing van de leden van het belanghebbendenorgaan indien en zodra er een vacature ontstaat, dan wel bij het op korte termijn verstrijken van een zittingstermijn van zittende leden.
3. Daarnaast gaat het bestuur over tot verkiezing van de leden van het belanghebbendenorgaan indien een werkgever bij toetreding tot de collectiviteitkring hierom verzoekt, dan wel indien het bestuur van een gesloten fonds dat toetreedt tot de collectiviteitkring hierom verzoekt.
Artikel 3. Organisatie van de verkiezingen
1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezingen.
2. Het bestuur stelt een verkiezingscommissie in die belast wordt met de organisatie van de verkiezingen.
3. De verkiezingscommissie bestaat uit drie leden van het belanghebbendenorgaan.
4. Het secretariaat van het fonds ondersteunt de verkiezingscommissie.
Artikel 4. Kiesrecht
1. In geval van verkiezing voor de kiesgroep actieve gewezen deelnemers zijn kiesgerechtigd de personen die op de datum van de vaststelling van de verkiezingsdatum actieve gewezen deelnemer zijn.
2. In geval van verkiezing voor de kiesgroep pensioengerechtigden zijn kiesgerechtigd de personen die op de datum van de vaststelling van de verkiezingsdatum pensioengerechtigde zijn.
Artikel 5. Verkiesbaar stelling
1. In geval van verkiezing voor de kiesgroep actieve gewezen deelnemers zijn verkiesbaar tot lid van het belanghebbendenorgaan de personen die op de datum van de vaststelling van de verkiezingsdatum voldoen aan de door het belanghebbendenorgaan opgestelde en gehanteerde profielschets. Dit kunnen ook externe personen zijn die geen arbeidsrelatie met de betreffende werkgever hebben, indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn.
2. In geval van verkiezing voor de kiesgroep pensioengerechtigden zijn verkiesbaar tot lid van het belanghebbendenorgaan de personen die op de datum van de vaststelling van de verkiezingsdatum voldoen aan de door het belanghebbendenorgaan opgestelde en gehanteerde profielschets. Dit kunnen ook externe personen zijn die niet pensioengerechtigd zijn of geen arbeidsrelatie met de betreffende werkgever hebben (gehad), indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn.
Artikel 6. Verkiezingsdatum
1. De verkiezingscommissie stelt ten minste 13 weken vóór de datum waarop de lopende zittingsperiode afloopt, na overleg met het bestuur, de verkiezingsdatum vast. De verkiezingsdatum ligt niet eerder dan acht weken en niet later dan vier weken vóór de datum waarop de lopende zittingsperiode afloopt. Indien er tussentijds een vacature ontstaat zal de verkiezingscommissie binnen een door haar redelijk geachte termijn een verkiezingsdatum vaststellen.
2. In geval verkiezingen worden gehouden op verzoek van een werkgever die toetreedt tot de collectiviteitkring of op verzoek van een bestuur van een toetredend gesloten fonds, zoals bedoeld in artikel 2, dan stelt de verkiezingscommissie, in overleg met het bestuur, de verkiezingsdatum vast.
3. De verkiezingscommissie maakt de verkiezingsdatum binnen een week na vaststelling daarvan schriftelijk en/of elektronisch bekend aan de kiesgerechtigden, en roept hen op om binnen zes weken na de datum van bekendmaking kandidaten te stellen. De verkiezingscommissie maakt de door het belanghebbendenorgaan gehanteerde profielschets eveneens bekend.
Artikel 7. Kandidaatstelling
1. In geval van voordracht voor de vertegenwoordiging van werkgevers zijn voor te dragen tot lid van het belanghebbendenorgaan de personen die op de datum van de vaststelling van de
verkiezingsdatum voldoen aan de door het belanghebbendenorgaan opgestelde en gehanteerde profielschets. Dit kunnen ook externe personen zijn die niet kwalificeren als werkgever.
2. In geval van voordracht door de Ondernemingsraad voor de kiesgroep actieve gewezen deelnemers zijn voor te dragen tot lid van het belanghebbendenorgaan de personen die op de datum van de vaststelling van de verkiezingsdatum voldoen aan de door het belanghebbendenorgaan opgestelde en gehanteerde profielschets. Dit kunnen ook externe personen zijn die geen arbeidsrelatie met de betreffende werkgever hebben, indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn.
3. Xxxxx verkiesbare persoon als bedoeld in artikel 5 en voorgedragen kandidaat als bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel kan zich kandidaat stellen door schriftelijke opgaaf bij de verkiezingscommissie.
4. Ieder verkiesbare persoon kan door een of meer andere personen van dezelfde kiesgroep worden voorgedragen als kandidaat door schriftelijke opgave bij de verkiezingscommissie.
5. Het bestuur kan een lijst met externe verkiesbare personen beschikbaar stellen die voldoen aan de profielschets.
6. De kandidaatstelling wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de verkiezingscommissie. De kandidaatstelling gaat, in geval van een voordracht, vergezeld van een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat de kandidaat de kandidaatstelling aanvaardt.
7. De verkiezingscommissie beoordeelt binnen drie weken na ontvangst van de schriftelijke kandidaatstelling als vermeld in lid 4 of de kandidaatstelling aan de vereisten van dit reglement voldoet en of de kandidaat past in de door het belanghebbendenorgaan opgestelde en gehanteerde profielschets. De verkiezingscommissie verklaart een kandidaatstelling ongeldig als niet wordt voldaan aan de vereisten en deelt dit direct schriftelijk mee aan degene die zich kandidaat heeft gesteld of is voorgedragen overeenkomstig lid 2. De verkiezingscommissie biedt zo mogelijk de gelegenheid eventuele reglementaire gebreken binnen een door de verkiezingscommissie gestelde termijn op te lossen.
8. Alleen kandidaten die naar het oordeel van de verkiezingscommissie aan de vereisten voldoen, worden opgenomen op de kandidatenlijst.
9. De verkiezingscommissie stelt de kandidatenlijst ten minste vier weken voor de verkiezingsdatum vast en informeert de kandidaten of zij wel of niet op deze lijst zijn opgenomen.
Artikel 8. Verkiezingen
1. Indien er niet meer kandidaten op de kandidatenlijst zijn opgenomen dan het aantal te vervullen vacatures, vinden geen verkiezingen plaats en worden de kandidaten geacht te zijn gekozen.
2. Indien er meer kandidaten op de kandidatenlijst zijn opgenomen dan het aantal te vervullen vacatures, vinden verkiezingen plaats. De verkiezingen zijn elektronisch en/of schriftelijk en vinden plaats bij geheime stemming.
3. De verkiezingscommissie maakt ten minste drie weken voor de verkiezingsdatum de kandidatenlijst voor de deelnemers schriftelijk en/of elektronisch bekend aan de kiesgerechtigden en stuurt hen daarbij een persoonlijke oproep om aan de verkiezingen deel te nemen. De schriftelijke oproep gaat vergezeld van een antwoordenvelop. Op de oproep staan de te kiezen kandidaten vermeld en:
a. in geval van elektronische stemming: de uiterlijke datum waarop kan worden gestemd; of
b. in geval van schriftelijke stemming: de uiterlijke datum waarop de verkiezingscommissie de ingevulde oproep terug moet hebben ontvangen.
4. Iedere kiesgerechtigde brengt zijn stem uit door:
a. op een beveiligd gedeelte van de website van het fonds zijn stem uit te brengen; of
b. op de schriftelijke oproep zijn stem uit te brengen en deze oproep ondertekend binnen de gestelde termijn terug te sturen aan het fonds.
5. Iedere kiesgerechtigde kan één stem uitbrengen.
Artikel 9. Toewijzing van de zetels
1. Na het einde van de stemming stelt de verkiezingscommissie het aantal geldige stemmen vast, dat op elke kandidaat is uitgebracht.
2. Ongeldig zijn de stemmen:
a. die op een andere wijze worden uitgebracht dan door de verkiezingscommissie is voorgeschreven;
b. die zowel elektronisch als schriftelijk zijn uitgebracht;
c. die blanco zijn uitgebracht;
d. waarop niet duidelijk de keuze van de kiesgerechtigde persoon blijkt;
e. indien er twee of meer stemmen zijn uitgebracht;
3. Het aantal beschikbare zetels per kiesgroep wordt verdeeld over de kandidaten met de meeste stemmen, in volgorde van het aantal behaalde stemmen.
4. In geval kandidaten voor een bepaalde kiesgroep evenveel stemmen hebben behaald dan beslist de verkiezingscommissie welke kandidaat het meest geschikt is.
Artikel 10. Uitslag van de verkiezingen en benoeming
1. De verkiezingscommissie stelt binnen drie werkdagen na de verkiezingsdatum de uitslag vast en maakt deze bekend:
a. schriftelijk en/of elektronisch aan degene die kandidaten hebben voorgedragen én aan de kandidaten zelf; en
b. op de website van het fonds aan de kiesgerechtigden.
2. Het belanghebbendenorgaan besluit aan de hand van de uitslag van de verkiezingen tot benoeming van de gekozen kandidaat of kandidaten. Het belanghebbendenorgaan kan een gekozen kandidaat slechts voor benoeming afwijzen, indien hij niet aan de door De Nederlandsche Bank gestelde geschiktheidseisen voor een lid van het belanghebbendenorgaan voldoet.
Artikel 11. Bewaartermijn
1. Het secretariaat van het fonds bewaart de uitgebrachte stemmen ten minste vier jaar.
Artikel 12. Bezwaarprocedure
1. Tegen een besluit van de verkiezingscommissie of van het belanghebbendenorgaan op grond van artikel 10 lid 2 van dit reglement kan iedere belanghebbende binnen tien werkdagen na de bekendmaking van dit besluit bezwaar maken met inachtneming van hetgeen in de geschillenregeling van het fonds is bepaald.
Artikel 13. Bevoegdheid van de verkiezingscommissie
1. De verkiezingscommissie beslist in incidentele gevallen die niet in dit verkiezingsreglement zijn voorzien.