STATUTENWIJZIGING
Dossiernummer: 2022.0385.01 Ref: KH - KC - 060123.V4
STATUTENWIJZIGING
Heden, tien maart tweeduizend drieëntwintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, geboren te Utrecht op dertig oktober
negentienhonderdtweeënzeventig, die inzake deze akte haar adres heeft te 3581 CM Xxxxxxx, Xxxxxxxxx 0, en handelend als hierna vermeld.
De verschenen persoon verklaart dat:
- het bestuur van de stichting: Stichting HETHUIS, statutair gevestigd te Voorburg, Gemeente Leidschendam Voorburg, kantoorhoudende te
2262 EA Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 27268291, heeft besloten tot wijziging van de statuten zoals _
hierna vermeld;
- het bestuur voorts heeft besloten de verschenen persoon aan te wijzen om _
deze akte te verlijden;
- van de gemelde besluiten van het bestuur blijkt uit een uittreksel uit de notulen van de betreffende vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering _
van het hiervoor genoemde besluit, de statuten van de stichting algeheel te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt:
STATUTEN
BEGRIPSBEPALINGEN.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
Awr betekent de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
bestuur betekent het bestuur van de stichting, tenzij anders vermeld.
bestuurder betekent een lid van het bestuur.
dagen betekent alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
Hethuis betekent de kleinschalige woonvoorziening gelegen aan de Xxxxxxxxx 00 xx 0000 XX Xxxxxxxxxxxx, xxx behoeve van het verblijf en de
ondersteuning van personen met een verstandelijke en/of andere beperking.
partner betekent een echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner in de zin van
het geregistreerd partnerschap, alsmede partners waarmee een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd als ware sprake van een huwelijk; hiervoor is minimaal vereist dat de partners op hetzelfde adres staan ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
raad van toezicht betekent de raad van toezicht van de stichting.
schriftelijk betekent een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig _
ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en
reproduceerbaar is.
statuten betekent de statuten van de stichting.
stichting betekent de stichting waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de stichting: Stichting HETHUIS,
ingeschreven in het handelsregister onder de naam 27268291. vertegenwoordiger betekent een (kind of partner van een) ouder, broer of _ zus van een bewoner van Hethuis, dan wel een wettelijk vertegenwoordiger_
van een bewoner van Hethuis.
wettelijk vertegenwoordiger betekent een curator, bewindvoerder of mentor.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
3. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' of 'die'. Met verwijzingen in deze statuten _
naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te
verwijzen naar ‘haar’ alsmede 'hen' of 'hun'.
NAAM EN ZETEL
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: Stichting HETHUIS.
2. Zij is gevestigd in de gemeente Leidschendam-Voorburg.
DOEL EN MIDDELEN. OUDERINITIATIEF
Artikel 2.
1. De stichting is opgericht op tweeëntwintig juni tweeduizend zes, als gevolg _
van een ouderinitiatief.
2. De stichting heeft ten doel het voorzien in een goede huisvesting met ondersteuning ten behoeve van personen met een verstandelijke en/of
andere beperking, en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daarmee bevorderlijk kan zijn, alles in de meest _
ruime zin van het woord.
3. De stichting tracht haar doel te bereiken door:
a. het beheren en/of (het faciliteren van) de exploitatie van Xxxxxxx;
b. het (doen) ondersteunen van de bewoners van Hethuis bij wonen en
vrijetijdsbesteding, waaronder begrepen het aangaan van overeenkomsten met een of meer professionele zorgaanbieders;
c. het waarborgen van kwaliteit van bestaan overeenkomstig acht kerndimensies te weten: emotioneel welbevinden, lichamelijk
welbevinden, materieel welbevinden, interpersoonlijke relaties, persoonlijke ontwikkeling en groei, zelfbepaling, sociale inclusie en rechten;
d. het verwerven van (financiële) middelen van fondsen, particulieren, bedrijven en de overheid;
e. het aangaan en in stand houden van zodanige relaties met daarvoor in _
aanmerking komende instellingen en instanties op het terrein van welzijnszorg en maatschappelijke organisaties, dat een goede
continuïteit van het welzijn van de bewoners van Hethuis kan worden verwezenlijkt,
en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings
verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin
van het woord.
4. De stichting beoogt niet het maken van winst.
5. De stichting beoogt werkzaam te zijn als algemeen nut beogende instelling _
in de zin van artikel 5b Awr.
VERMOGEN
Artikel 3.
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door subsidies, schenkingen, legaten en erfstellingen alsmede alle andere wettige baten en inkomsten.
2. Erfstellingen mogen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. Het vermogen van de stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de
stichting.
4. De methoden ter verkrijging van middelen voor het bereiken van de doelstelling moeten efficiënt, effectief en behoorlijk zijn.
BESTUUR: SAMENSTELLING. BENOEMING. ONTSTENTENIS EN BELET
Artikel 4.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door de raad van toezicht - op
voorstel van het bestuur - vast te stellen aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen.
2. Bestuurders worden benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat:
a. bij de samenstelling van het bestuur is vereist dat recht wordt gedaan aan diverse facetten die de aandacht van het bestuur vragen waarbij
het bestuur als geheel in ieder geval wordt samengesteld op basis van _
algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden; _
de aandachtspunten met betrekking tot de van een bestuurder
gevraagde deskundigheid en achtergrond worden per vacature vastgesteld in een door de raad van toezicht, na overleg met het
bestuur, op te stellen profielschets;
b. slechts ten hoogste één bestuurder mag kwalificeren als vertegenwoordiger van een bewoner van Hethuis;
c. de voorzitter van het bestuur geen vertegenwoordiger van een bewoner
xxx Xxxxxxx mag zijn;
d. een bestuurder geen familie van een andere bestuurder mag zijn,
waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt _
gezien als een huwelijk;
e. een bestuurder geen lid mag zijn van de raad van toezicht van de stichting;
f. een bestuurder geen lid mag zijn van een (raad van) bestuur of raad
van toezicht van een andere rechtspersoon binnen het verzorgingsgebied van de stichting die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht;
g. een voormalig lid van de raad van toezicht van de stichting gedurende _
een periode van drie jaar na het einde van zijn toezichthoudende functie niet benoembaar is tot bestuurder;
x. xx xxxx van toezicht overleg pleegt met het bestuur over een
voorgenomen benoeming van iedere bestuurder en niet overgaat tot benoeming alvorens het bestuur daarover advies heeft uitgebracht
xxxxxxx daartoe op behoorlijke wijze door de raad van toezicht in de gelegenheid is gesteld.
3. Vacatures binnen het bestuur worden openbaar gemaakt. Nieuwe bestuurders worden geworven via een transparante procedure en op basis _
van de profielschets als bedoeld in lid 2 sub a. van dit artikel.
4. De voorzitter van het bestuur wordt als zodanig door de raad van toezicht in functie benoemd. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Behoudens de voorzitter kan een bestuurder binnen het bestuur twee functies bekleden.
5. De benoeming van een bestuurder geschiedt voor een periode van vier jaar. Een bestuurder treedt af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurder is terstond eenmaal herbenoembaar.
6. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met
het bestuur belast. Een niet-voltallig bestuur blijft volledig bevoegd.
7. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders, wordt de stichting tijdelijk bestuurd door één of meer personen die daartoe door de raad van
toezicht steeds moet(en) zijn aangewezen. Een persoon als bedoeld in de
vorige volzin kan door de raad van toezicht niet uit haar midden worden aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
8. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden of
ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van een bestuurder.
Van belet is in elk geval sprake indien een bestuurder wegens:
a. schorsing;
b. ziekte langer dan één maand; of
c. onbereikbaarheid, langer dan één maand,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een bestuurder bij of krachtens de _
wet, deze statuten of reglementen van de stichting toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
BESTUUR: SCHORSING EN ONTSLAG. DEFUNGEREN
Artikel 5.
1. Een bestuurder defungeert:
a. door het niet langer voldoen aan de vereisten gesteld in artikel 4 lid 2 sub b. tot en met sub g.;
b. door zijn overlijden;
c. door zijn aftreden (bedanken);
d. door het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen;
e. door zijn ontslag door de rechtbank;
f. door zijn ontslag door de raad van toezicht;
g. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd;
h. door zijn onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van strafvordering.
2. Een bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de raad van toezicht.
3. Een schorsing geldt ten hoogste twee maanden, tenzij de raad van toezicht _ voor de afloop van die periode heeft besloten de termijn eenmalig met ten
hoogste twee maanden te verlengen. Indien de raad van toezicht niet besluit de geschorste bestuurder te ontslaan dan wel indien de schorsingstermijn niet tijdig wordt verlengd, vervalt de schorsing.
4. De raad van toezicht pleegt overleg met het bestuur over een voorgenomen schorsing of ontslag van een bestuurder.
De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan.
BESTUUR: TAAK EN BEVOEGDHEDEN. BEZOLDIGING
Artikel 6.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en de daaraan verbonden organisatie.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, met inachtneming van het bepaald in lid 5 sub c. van dit artikel.
4. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de
stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een
derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, met inachtneming van het bepaald in lid 5 sub d. van dit artikel.
5. Aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijn
onderworpen besluiten van het bestuur met betrekking tot:
a. de strategie van de stichting die moet leiden tot realisatie van de statutaire doelstellingen;
b. de financiering van de strategie van de stichting;
c. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen;
d. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of _
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt _
of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;
e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van _
geldlening;
f. de vaststelling van de begrotingen, de jaarrekening en het bestuursverslag;
g. de vaststelling of wijziging van het (meerjaren)beleidsplan;
h. het aangaan van een overeenkomst waarin een arbeidsrelatie met de stichting is vastgelegd;
i. het aangaan van overeenkomsten tot (onder)huur of verhuur van
registergoederen, waaronder niet begrepen overeenkomsten tot onderhuur ten behoeve van huisvesting van een bewoner;
x. xx xxxxxxxxx van de statuten;
k. de ontbinding van de stichting, waaronder begrepen de vaststelling van de bestemming van een batig liquidatiesaldo;
l. fusie van de stichting, waaronder begrepen het besluit tot ondertekening van een voorstel tot fusie;
m. splitsing van de stichting, waaronder begrepen het besluit tot ondertekening van een voorstel tot splitsing;
n. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
o. de duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen, alsmede verbreking van een zodanige samenwerking,_
indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is;
p. aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
q. het verlenen van procuratie of anderszins doorlopende algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid, alsmede het intrekken en _
wijzigen hiervan;
r. het aangaan van overeenkomsten met een zorgaanbieder.
6. Het bestuur nodigt ten minste vier maal per jaar een delegatie van de vertegenwoordigers uit voor een overleg met het bestuur.
7. Voor zijn werkzaamheden ontvangt een bestuurder geen bezoldiging, noch _
middellijk noch onmiddellijk. De bestuurders kunnen recht hebben op
vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid)
gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de stichting. De hoogte
van de vergoedingen als bedoeld in dit artikellid is passend bij het karakter _
van de stichting en in lijn met eventuele wettelijke voorschriften en subsidievoorwaarden.
8. De in lid 7 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
BESTUUR: VERGADERING EN BESLUITVORMING. TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 7.
1. Het bestuur vergadert ten minste zesmaal per jaar.
2. De bijeenroeping van een vergadering geschiedt door de voorzitter van
bestuur, dan wel namens deze door een door hem aan te wijzen persoon, en wel schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een _
termijn van ten minste drie dagen, de dag van de oproeping en die van de
vergadering niet meegerekend.
Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de _
orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de
bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan drie dagen, is besluitvorming niettemin mogelijk, mits ter vergadering alle in functie zijnde _
bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
3. Het bestuur streeft bij de totstandkoming van de besluitvorming zoveel
mogelijk naar consensus. Indien er geen consensus bestaat ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in stemming gebracht.
Het bestuur besluit alsdan met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij in de statuten anders staat vermeld. Een besluit kan slechts worden genomen indien meer dan de helft van het aantal bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich door een medebestuurder schriftelijk doen
vertegenwoordigen. Een bestuurder kan ten hoogste één medebestuurder in een bestuursvergadering vertegenwoordigen. Iedere bestuurder kan één
stem uitbrengen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen, waarvan melding wordt
gemaakt aan de raad van toezicht.
4. De vergaderingen van het bestuur worden geleid door de voorzitter van het _
bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
5. Van het verhandelde in de vergadering worden notulen opgemaakt. Het
bestuur kan besluiten dat in plaats van notulen een besluitenlijst wordt opgemaakt.
6. Vergaderingen van het bestuur kunnen ook worden gehouden door middel _
van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan _
worden gehoord.
7. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met gewone _
meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering opgenomen.
8. In het geval dat een bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting, dient hij dit te melden aan de overige bestuurders. Het bestuur meldt een (potentieel) tegenstrijdig
belang daarnaast ook direct aan de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie.
9. Een bestuurder dient zich van de beraadslagingen en besluitvorming
omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang als bedoeld in lid 8 speelt, te onthouden. Hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben als bedoeld in lid 8 _
van dit artikel, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
10. Het bestuur draagt zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld in _
lid 8 van dit artikel.
INFORMATIEVOORZIENING DOOR HET BESTUUR
Artikel 8.
1. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig en desgewenst schriftelijk, _
de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke informatie en gegevens, daarin mede begrepen de informatie en gegevens die op welke wijze dan
ook verband houden of kunnen houden met hetgeen in artikel 6 lid 5 van deze statuten staat vermeld.
2. Het bestuur rapporteert regelmatig, en in ieder geval zo vaak de raad van
toezicht daarom verzoekt, aan de raad van toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie en het beleid van de stichting alsmede over de financiële gang van zaken binnen de stichting.
3. Het bestuur stelt de raad van toezicht ten minste éénmaal per jaar schriftelijk
op de hoogte van in ieder geval de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de _
stichting en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen
van de stichting.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 9.
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Voorts kan de
stichting worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan derden, om de _
stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur zal van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van _
de Kamer van Koophandel.
RAAD VAN TOEZICHT: SAMENSTELLING EN BENOEMING. ONTSTENTENIS EN BELET
Artikel 10.
1. De stichting heeft een raad van toezicht die bestaat uit ten minste drie en ten
hoogste vijf natuurlijke personen. De leden van de raad van toezicht worden door de raad van toezicht benoemd, met dien verstande dat een lid van de _
raad van toezicht niet kan zijn:
a. een bewoner van Hethuis alsmede hun vertegenwoordigers;
b. een persoon die betaalde werkzaamheden verricht ten behoeve van de stichting;
c. een bestuurder;
d. een persoon in dienst van een instelling op het gebied van de gezondheidszorg binnen de provincie waarin Hethuis is gelegen, tenzij _
dit dienstverband naar het oordeel van de raad van toezicht niet strijdig
is met het functioneren als toezichthouder;
e. een persoon die niet het vrije beheer heeft over het gehele eigen vermogen;
f. een persoon die eerder uit het bestuur of de raad van toezicht ontslagen is;
g. een persoon met zodanige relaties met de stichting welke strijdig is met het functioneren als toezichthouder;
h. een bestuurder van een rechtspersoon waarin een bestuurder van de stichting lid is van het toezichthoudend orgaan of het beleid van een rechtspersoon, waarin een bestuurder van de stichting lid van het
toezichthoudend orgaan is, heeft bepaald of mede bepaald, als ware de
betreffende persoon bestuurder van die rechtspersoon;
i. een bestuurder van een andere rechtspersoon die binnen het verzorgingsgebied van de stichting geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht of het beleid van een andere rechtspersoon
binnen het verzorgingsgebied van de stichting die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht, heeft bepaald of mede bepaald, als _
ware de betreffende persoon bestuurder van die rechtspersoon;
j. een persoon die lid is van de dagelijkse of algemene leiding van een rechtspersoon die aandelen houdt in het kapitaal van een andere rechtspersoon die binnen het verzorgingsgebied van de stichting geheel
of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht;
k. een persoon die lid is van de raad van commissarissen en/of de raad van toezicht van een andere rechtspersoon die binnen het
verzorgingsgebied van de stichting geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht.
2. Besluiten tot benoeming van een lid van de raad van toezicht worden genomen met algemene stemmen van de overige leden van de raad van toezicht. De voorzitter van de raad van toezicht wordt in functie benoemd.
3. Leden van de raad van toezicht mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de _
stichting.
4. Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd voor een periode van vier _
jaar. Een lid van de raad van toezicht treedt af volgens een door de raad van toezicht vast te stellen rooster van aftreden. Een volgens het rooster
aftredend lid van de raad van toezicht is terstond eenmaal herbenoembaar. _
5. Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt gelet op diverse facetten die de aandacht van de raad van toezicht vragen waarbij de raad van
toezicht als geheel in ieder geval wordt samengesteld op basis van algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden. De
aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van de raad van toezicht gevraagde deskundigheid en achtergrond worden per vacature vastgesteld _
in een door de raad van toezicht, na overleg met het bestuur, op te stellen
profielschets. De raad van toezicht kan bij de vervulling van een vacature tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de betreffende zetel in de raad van toezicht besluiten. Ieder lid van de raad van toezicht vervult diens taak zonder last en
ruggespraak.
6. De raad van toezicht verstrekt bij iedere vacature aan het bestuur de profielschets alsmede de naam, de leeftijd, het beroep en overige relevante _
informatie van degene die hij wenst te benoemen. De raad van toezicht
vermeldt daarbij de betrekkingen die het te benoemen lid bekleedt of heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de _
taak van het lid van de raad van toezicht.
7. Vacatures binnen de raad van toezicht worden openbaar gemaakt. Nieuwe _
leden van de raad van toezicht worden geworven via een transparante procedure en op basis van de profielschets als bedoeld in lid 6 van dit
artikel.
8. Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van de raad van toezicht nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid, de volledige taken van de raad van toezicht waar. Een niet-voltallige raad van toezicht blijft volledig bevoegd. De raad van toezicht is gehouden onverwijld in de
vacature(s) te voorzien.
9. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of _
van het enige lid van de raad van toezicht wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door een persoon die daartoe door de raad van toezicht steeds_
moet zijn aangewezen.
10. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van een lid van de raad van toezicht.
Van belet is in elk geval sprake indien een lid van de raad van toezicht
wegens:
a. schorsing;
b. ziekte langer dan twee maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee maanden,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een lid van de raad van toezicht bij
of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de stichting toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
11. In het geval dat de raad van toezicht geen persoon heeft aangewezen als bedoeld in lid 9 van dit artikel, wijst het bestuur, al dan niet op verzoek van _
een belanghebbende, een persoon aan die tijdelijk het toezicht uitoefent.
Indien ook op deze wijze niet tijdelijk in het toezicht wordt voorzien, is elk voormalig lid van de raad van toezicht, op verzoek van een belanghebbende, bevoegd een dergelijk persoon aan te wijzen.
In het geval dat binnen een maand na het ontstaan van de situatie van
ontstentenis of belet niet in het tijdelijk toezicht is voorzien, kan door de voorzieningenrechter, op verzoek van een afgetreden lid van de raad van
toezicht, het bestuur of een belanghebbende, met inachtneming van het in
deze statuten bepaalde, een nieuw lid van de raad van toezicht worden benoemd.
RAAD VAN TOEZICHT: SCHORSING EN ONTSLAG. DEFUNGEREN
Artikel 11.
1. Een lid van de raad van toezicht defungeert:
a. door overlijden;
b. door aftreden (bedanken);
c. door het verlies door een lid van de raad van toezicht van het vrije beheer over diens gehele vermogen;
d. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd;
e. door het niet langer voldoen aan de vereisten als bedoeld in artikel 10 _
lid 1;
f. door ontslag door de overige leden van de raad van toezicht;
g. door diens benoeming als bestuurder;
h. door zijn onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van strafvordering.
2. De raad van toezicht kan een lid van de raad van toezicht schorsen en
ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond _
waarvan zijn handhaving als lid redelijkerwijs niet van de stichting kan
worden verlangd.
3. Besluiten tot ontslag of schorsing van een lid van de raad van toezicht worden genomen met algemene stemmen van de overige leden van de raad van toezicht. Een schorsing vervalt van rechtswege indien de raad van
toezicht niet binnen een maand na de schorsing overgaat tot ontslag op een van de gronden als in lid 1 is genoemd.
RAAD VAN TOEZICHT: TAAK EN BEVOEGDHEDEN. BEZOLDIGING
Artikel 12.
1. De raad van toezicht heeft tot taak integraal toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden instellingen en/of rechtspersonen. De raad van toezicht
staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting en de met haar
verbonden organisatie.
2. De raad van toezicht kan het bestuur aanwijzingen geven omtrent de soort _
te verschaffen informatie, alsmede omtrent de wijze en frequentie van informatieverstrekking.
3. De raad van toezicht heeft eenmaal per jaar een informeel overleg met de
vertegenwoordigers. Het bestuur draagt zorgt voor het inplannen en het verzorgen van de uitnodigingen voor dit overleg.
4. De raad van toezicht legt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft, bij afzonderlijk reglement vast, zoals bedoeld in artikel _
15.
5. Een lid van de raad van toezicht wordt geacht opgave te doen van diens hoofd- en nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en
adviseurschappen. Een lid van de raad van toezicht heeft geen zakelijke belangen of relaties met de stichting anders dan als lid van de raad van
toezicht.
6. De leden van de raad van toezicht ontvangen geen bezoldiging, noch middellijk noch onmiddellijk. De leden van de raad van toezicht kunnen recht
hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in
redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de stichting. _
De hoogte van de vergoedingen als bedoeld in dit artikellid is passend bij het karakter van de stichting en in lijn met eventuele wettelijke voorschriften en _
subsidievoorwaarden.
7. De in lid 6 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
RAAD VAN TOEZICHT: VERGADERING EN BESLUITVORMING.
TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 13.
1. De raad van toezicht vergadert ten minste viermaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter, ten minste twee leden van de raad van toezicht of _
het bestuur dit wenselijk achten.
De oproepingen tot de vergaderingen geschieden door of namens de
voorzitter met inachtneming van een termijn van ten minste vijf dagen, die
van de oproeping en van de vergadering daaronder niet begrepen. In spoedeisende gevallen kan met een kortere termijn worden volstaan, zulks _
ter beoordeling van de voorzitter.
2. Ten minste eenmaal per jaar wordt een vergadering gehouden ter
bespreking van de jaarstukken van de stichting en één vergadering ter bespreking van het beleidsplan en de begroting voor het komende jaar. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, nadat de
jaarrekening is vastgesteld, wordt door de raad van toezicht een vergadering
gehouden waarin de decharge van het bestuur voor het beleid van het afgelopen boekjaar wordt behandeld. Het besluit tot decharge van het bestuur wordt binnen zeven dagen na afloop van de vergadering van de raad van toezicht aan het bestuur medegedeeld.
3. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht.
Indien de voorzitter afwezig is, voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
4. De raad van toezicht streeft bij de totstandkoming van de besluitvorming zoveel mogelijk naar consensus. Indien er geen consensus bestaat ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in stemming
gebracht. De raad van toezicht besluit alsdan met gewone meerderheid van stemmen, tenzij in de statuten anders is bepaald. In de vergaderingen van de raad van toezicht kunnen slechts besluiten worden genomen indien meer
dan de helft van het aantal leden van de raad van toezicht ter vergadering in
persoon aanwezig dan wel vertegenwoordigd is. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een medelid doen vertegenwoordigen. Een gevolmachtigde kan als zodanig voor één ander lid van de raad van toezicht optreden. Ieder lid van de raad van toezicht kan één stem uitbrengen.
Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van
stemmen is het voorstel verworpen.
5. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met _
gewone meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de
leden van de raad van toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht opgenomen.
6. Vergaderingen van de raad van toezicht kunnen ook worden gehouden door
middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemer aan de vergadering door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
7. De vergaderingen van de raad van toezicht worden zo mogelijk bijgewoond _
door het bestuur, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder het bestuur te willen vergaderen. De
bestuurders hebben in de vergadering van de raad van toezicht een adviserende rol.
8. In het geval dat een lid van de raad van toezicht een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting _
dient hij dit te melden aan de overige leden van de raad van toezicht.
9. Een lid van de raad van toezicht dient zich van de beraadslaging en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang _
speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij
mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt. Wanneer alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben met de stichting, kan de raad van toezicht niettemin besluiten
nemen, mits onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het
besluit ten grondslag liggen.
10. De raad van toezicht draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig _
belang als bedoeld in lid 8 van dit artikel.
11. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden _
notulen opgesteld door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. In plaats van notulen kan een besluitenlijst worden opgesteld.
COMMISSIES
Artikel 14.
1. Zowel het bestuur als de raad van toezicht kunnen één of meerdere commissies instellen en opheffen.
2. Het orgaan dat een commissie instelt, stelt de taak en de bevoegdheden van de betreffende commissie vast. De taak en de bevoegdheden kunnen
worden geregeld in een reglement als bedoeld in artikel 15.
3. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het orgaan dat de betreffende commissie heeft ingesteld.
REGLEMENTEN
Artikel 15.
1. Het bestuur is bevoegd één of meer reglementen vast te stellen, waarin die _
onderwerpen worden geregeld, waarvan nadere regeling wenselijk wordt geacht.
2. Het bestuur stelt een reglement vast waarin nader is uitgewerkt en vastgelegd welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan het bestuur
toekomen.
3. De raad van toezicht stelt een reglement vast waarin nader is uitgewerkt en vastgelegd welke bevoegdheden en
verantwoordelijkheden aan de raad van toezicht toekomen. Het reglement raad van toezicht bevat in ieder geval een bepaling:
a. rondom de evaluatie van het functioneren van de raad van toezicht;
b. inzake tegenstrijdig belang ten aanzien van de leden van de raad van toezicht.
4. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
5. Het vaststellen, wijzigen of opheffen van een reglement - behoudens het reglement als bedoeld in lid 3 van dit artikel - behoeft de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
JAARREKENING EN BESTUURSVERSLAG
Artikel 16.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van _
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie _
te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend en waarbij ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar zijn naar bron en
bestemming en waarbij duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen
namens de stichting is aangegaan.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het
boekjaar de balans en de staat van baten en lasten met bijbehorende toelichting van de stichting te maken en op papier te stellen. Daarnaast is de
bestuurder binnen diezelfde termijn verplicht een bestuursverslag van de doelrealisatie, de verrichtingen en gang van zaken zoals vastgelegd in het voor het betreffende jaar geldende beleidsplan op te maken.
4. De jaarrekening wordt gecontroleerd door een door de raad van toezicht aan te wijzen deskundige, die daarover verslag uitbrengt aan het bestuur en de _
raad van toezicht.
5. Het bestuur stelt de jaarrekening vast en legt deze ter goedkeuring aan de
raad van toezicht voor. De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en de raad van toezicht; ontbreekt de handtekening van één of _
meer hunner, dan wordt onder opgaaf van reden daarvan melding gemaakt.
6. Het bestuur stelt voor het einde van het boekjaar een begroting en een
(meerjaren)beleidsplan voor het volgende boekjaar op en legt deze ter goedkeuring aan de raad van toezicht voor.
7. Het bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te _
bewaren.
STATUTENWIJZIGING. FUSIE. SPLITSING
Artikel 17.
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen en tot fusie en splitsing te _ besluiten, welke besluiten de voorafgaande goedkeuring behoeven van de _
raad van toezicht.
2. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, te worden gevoegd.
3. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd gemelde notariële _
akte te verlijden.
ONTBINDING
Artikel 18.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Artikel 17 lid 1 en lid 2 is van overeenkomstige toepassing op het besluit tot _
ontbinding.
3. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan, voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
4. De vereffening geschiedt door het bestuur.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt toegekend aan _
een door het bestuur te bepalen rechtspersoon in de zin van artikel 5b Awr _ en welke rechtspersoon een soortgelijke doestelling als die van de stichting _
kent of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg
uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaar berusten onder de jongste vereffenaar dan wel onder een door de vereffenaars aan te wijzen derde.
SLOTBEPALING
Artikel 19.
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het _
bestuur, na overleg met de raad van toezicht.
SLOTVERKLARING
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, dat in afwijking van artikel 10 tot eerste leden van de raad van toezicht van de stichting worden benoemd:
- de xxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, geboren op acht augustus negentienhonderdvijftig, in de functie van voorzitter van de raad van toezicht;
- xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx-xxx Xxx, geboren op drie november negentienhonderdvierenzestig, in de functie van lid van de raad van toezicht;
- xxxxxxx Xxxx Xxxx, geboren op twee april negentienhonderdzeventig, in de functie van lid van de raad van toezicht.
Slot
_
_
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 10 maart 2023